Zitting van 22 oktober 2019
ZITTINGEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
• Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
• Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De OCMW-raad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de raad.
• Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de OCMW-raad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur.
Bijlagen
• Notulen zitting van 24 september 2019.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 24 september 2019 goed.
Zitting van 22 oktober 2019
AUDIT VLAANDEREN. KENNISNAME OPVOLGINGSRAPPORT VAN AUDIT VLAANDEREN OVER DE REALISATIE VAN DE AANBEVELINGEN UIT DE AUDITOPDRACHTEN BIJ GEMEENTE EN OCMW BERTEM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
Mededeling
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het bijgevoegde opvolgingsrapport van Audit Vlaanderen over de realisatie van de aanbevelingen uit de auditopdrachten bij gemeente en OCMW Bertem.
Zitting van 22 oktober 2019
UITZENDARBEID. GOEDKEURING REGLEMENT VOOR DE INZET VAN UITZENDARBEID BIJ HET OCMW.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
o Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst
o Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd
o Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet
o Tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent
o Een tijdelijke vermeerdering van werk
o Uitvoering van uitzonderlijk werk
o In het kader van tewerkstellingstrajecten
o Voor artistieke prestaties of artistieke werken.
Juridische gronden
o 1° tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst;
o 2° tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd;
o 3° tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet;
o 4° tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent;
o 5° een tijdelijke vermeerdering van werk;
o 6° uitvoering van uitzonderlijk werk;
o 7° in het kader van tewerkstellingstrajecten;
o 8° voor artistieke prestaties of artistieke werken.
Adviezen
Argumentatie
Aangezien de normale aanwervingsprocedure de regel moet blijven, lijkt het niet aangewezen om uitzendarbeid voor elk motief mogelijk te maken.
Vooraleer een beroep te doen op uitzendarbeid, moeten de andere mogelijkheden voor de invulling van de tijdelijke behoefte worden benut, zoals een wervingsreserve voor de functie, een bevraging bij personeelsleden met een deeltijds contract of deeltijdse opdracht of zij bereid zijn om tijdelijk hun contract of opdracht uit te breiden, de opstart van een aanwervingsprocedure, de inzet van vrijwilligers...
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Er kan een beroep worden gedaan op uitzendarbeid overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten opgenomen in dit besluit met het oog op:
• de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst
• de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd
• de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet
• de tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent
• een tijdelijke vermeerdering van werk
Onder de uitvoering van uitzonderlijk werk worden de volgende werkzaamheden verstaan, voor zover zij niet behoren tot de gewone bedrijvigheden van de werkgever (gebruiker):
• de werkzaamheden in verband met de voorbereiding, de werking en de voltooiing van jaarbeurzen, salons, congressen, studiedagen, seminaries, openbare manifestaties, stoeten, tentoonstellingen, recepties, marktstudies, enquêtes, verkiezingen, speciale promoties, vertalingen en verhuizingen;
• het lossen van vrachtwagens of andere vervoersmiddelen;
• het secretariaatswerk in het kader van de ontvangst en het verblijf van tijdelijke buitenlandse delegaties
• de werkzaamheden met het oog op kortstondige uitvoering van gespecialiseerde opdrachten die een bijzondere beroepsbekwaamheid vereisen;
• de arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval en de dringende arbeid aan machines of materieel
• de werken die betrekking hebben op het opstellen van een inventaris of een balans.
Artikel 2:
Er kan slechts een beroep gedaan worden op uitzendarbeid indien voldaan is aan onderstaande voorwaarden:
• er is geen actieve wervingsreserve voor de betrokken functie, of de bestaande wervingsreserve levert geen beschikbare kandidaat;
• er kan, gezien het dringend karakter, geen aanwervingsprocedure doorlopen worden;
• een bevraging van personeelsleden met een deeltijds contract of deeltijdse opdracht leverde geen beschikbare kandidaat op (tijdelijke uitbreiding contract of opdracht).
Indien duidelijk is dat er gedurende langere tijd een tijdelijk personeelslid nodig is, zal tijdens de looptijd van de uitzendarbeid een aanwervingsprocedure opgestart worden.
De uitzendarbeid wordt voor een termijn van maximaal 6 maanden gebruikt. Deze termijn kan maximaal 2 maal verlengd worden met een periode van 3 maanden, op voorwaarde dat het motief nog steeds bestaat en er redelijkerwijze geen aanwervingsprocedure kon gevoerd worden of deze geen resultaat opleverde.
Artikel 3:
Uitzendkrachten kunnen niet tewerkgesteld worden met opeenvolgende dagcontracten. Er kan geen gebruik gemaakt worden van uitzendarbeid bij staking of lock out.
Artikel 4:
Het vast bureau stelt de vakorganisaties in kennis van het feit dat een uitzendkracht zijn werk binnen het bestuur zal aanvatten:
• uiterlijk op de eerste dag van tewerkstelling van de uitzendkracht, evenals bij aanvang van elke verlenging;
• via e-mail, met vermelding van het motief, de functie, de verwachte duur van tewerkstelling en het uitzendkantoor dat zal optreden als werkgever.
Artikel 5:
In het eerste hoog overlegcomité van het kalenderjaar bezorgt het OCMW de globale informatie over de inzet van uitzendkrachten in het voorafgaande kalenderjaar. Deze informatie bevat minstens:
• per motief het aantal uitzendkrachten en de uren die ze gepresteerd hebben;
• de totale kostprijs van de uitzendkrachten.
Artikel 6:
De aanstelling van het uitzendbureau/de uitzendbureaus met wie de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid in uitvoering van dit besluit wordt gesloten, wordt toevertrouwd aan Poolstok.
Zitting van 22 oktober 2019
PERSONEELSFORMATIE. AANPASSING PERSONEELSFORMATIE EN ORGANOGRAM.
Feiten en context
Juridische gronden
• Artikel 161 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast.
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
Adviezen
Argumentatie
Aan de raad worden een aantal wijzigingen aan de personeelsformatie en aan het organogram voorgesteld:
• voor drie functies wordt een nieuwe salarisschaal voorzien (van A1a-A2a naar A1a-A3a)
• er wordt een nieuwe functie van werkleider-toezichter (C1-C3) ingeschreven
• er komt een functie van technisch assistent (D1-D3) over van de dienst openbare werken naar de facilitaire dienst.
Organogram:
• de functie van werkleider-toezichter (C1-C3) wordt toegevoegd
• de functies van technisch assistent openbare werken, incl. de functie van ploegbaas openbare werken, valt onder de bevoegdheid van de werkleider-toezichter
• één functie van technisch assistent (D1-D3) bij de dienst openbare werken wordt verplaatst naar de facilitaire dienst
• de functie van toezichter (B1-B3) wordt in het organogram verplaatst van de dienst openbare werken naar de dienst financiën en facilitair beheer
• de functies van afdelingshoofd (mens, interne zaken en grondgebiedzaken) worden aangepast naar niveau A1a-A3a
Financiële gevolgen
De globale meerkost bij invulling van alle functies wordt geschat op ongeveer 173 456 euro, incl. de bijkomende werkingskosten die het gevolg zijn van het toegenomen personeelsbestand.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het gewijzigde organogram en de gewijzigde personeelsformatie, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit, goed.
Zitting van 22 oktober 2019
RECHTSPOSITIEREGELING. AANPASSING RECHTSPOSITIEREGELING OCMW-PERSONEEL.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Adviezen
• Gunstig advies van het managementteam van 15 oktober 2019.
Argumentatie
De nieuwe salarisschaal A1a-A3a voor afdelingshoofden is nog niet opgenomen bij de functionele loopbaan in de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel.
Deze aanpassing in de rechtspositieregeling is noodzakelijk om te kunnen toepassen.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de wijzigingen goed aan de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel.
Artikel 2:
Dit besluit treedt in werking vanaf 1 november 2019.
Artikel 3:
Het administratief personeel kan de gewijzigde rechtspositieregeling consulteren via intranet. Aan het overige personeel wordt een analoog exemplaar van deze gewijzigde rechtspositieregeling bezorgd.
Zitting van 22 oktober 2019
RECHTSPOSITIEREGELING. VASTLEGGING VERVANGENDE FEESTDAG EN VERVANGEND BETAALD VERLOF FEESTDAGEN 2020.
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Omwille van de uniformiteit en van de integratie van de diensten van gemeente en OCMW is het wenselijk om aan de personeelsleden het recht te verlenen om de compensatie voor de feestdagen die vallen op zaterdag 11 juli 2020, zondag 1 november 2020 en zaterdag 26 december 2020 conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen. Voor zaterdag 15 augustus 2020 kan een vervangende feestdag vastgesteld worden op maandag 20 juli 2020.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad stelt de vervangende feestdag voor zaterdag 15 augustus 2020 vast op maandag 20 juli 2020.
Artikel 2:
Het vervangend betaald verlof voor de feestdagen van zaterdag 11 juli 2020 en zondag 1 november 2020 wordt toegevoegd aan de jaarlijkse vakantiedagen.
Artikel 3:
De raad beslist om aan de personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2° van de rechtspositieregeling en voor de personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 1, 3° en in dienst getreden voor 1 januari 2011, het recht te verlenen om het vervangend betaald verlof voor de feestdag van zaterdag 26 december 2020 conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen.
Zitting van 22 oktober 2019
PATRIMONIUM. GOEDKEURING PROCEDURE VERKOOP/VERHUUR GEBOUW DORPSTRAAT 495 LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
De verkoop van dit gebouw kadert in de rationalisatie van eigendommen zonder rechtstreeks nut voor het lokaal bestuur.
Het gebouw Dorpstraat 495 is voorheen gebruikt als huisvesting van asielzoekers in het kader van het Lokaal Opvang Initiatief (LOI), georganiseerd door het OCMW Bertem, en als opslagruimte voor het Rode Kruis Bertem-Huldenberg.
Het gebouw staat de laatste jaren bijna permanent leeg door een combinatie van 2 factoren:
• Het OCMW beschikt over een andere eigendom: het gebouw op de hoek van de Dorpstraat en de Mezenstraat met een appartement op het gelijkvloers (verhuurd) en de noodwoning op de verdiepingen.
• Het OCMW heeft het LOI stopgezet.
Het OCMW heeft het gebouw Dorpstraat 495 niet meer nodig voor de realisatie van eigen projecten of doelstellingen.
Het gebouw was vroeger in gebruik als winkel met woonst. Mits een kleine verbouwing kan de winkelfunctie hersteld worden.
Het lokaal bestuur wenst de lokale economie, maar ook en vooral de detailhandel (het leveren van fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument) en de diversiteit van het aanbod te ondersteunen. Eén van de randvoorwaarden om die doelstelling te kunnen bereiken, is de beschikbaarheid van winkelpanden. Daarom wenst het bestuur een koper te vinden die het gebouw Dorpstraat 495 zal gebruiken als detailhandelszaak gericht op de directe verkoop van producten aan een lokaal cliënteel. Het bestuur meent dat dit gebouw zich daar goed toe leent. Het is vanuit commercieel standpunt zeer goed gelegen: in de hoofdstraat van de deelgemeente (Dorpstraat), midden in het centrum, in de buurt van een grote basisschool, gelegen bij een bushalte en dichtbij een gratis parking voor personenwagens. De kandidaat-koper of -huurder moet tevens zelf instaan voor de inrichting van 2 parkeerplaatsen voor auto's op privaat terrein.
Het bestuur zal dit gedeelte van de Dorpstraat de komende jaren herinrichten. Door het zeer beperkte aantal parkeerplaatsen op de Dorpstraat tussen Boskee en Neerijse steenweg, moet de gewenste handelsactiviteit gericht zijn op een lokaal cliënteel. Het type winkel en de aard van de aangeboden handelswaar mogen dus in geen geval uitsluitend of hoofdzakelijk gericht zijn op klanten die met de auto naar de winkel komen.
Om deze redenen wenst het bestuur niet alleen de prijs maar ook de voorgestelde handelsbestemming van het gebouw in aanmerking te nemen als beoordelingscriterium voor de biedingen. Daarom wordt niet gekozen voor de formule van de openbare verkoop, maar wel voor een openbare procedure met onderhandeling.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
| € | € |
Bijlagen
• schattingsverslag met fotobijlage
• biedingsformulier
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het perceel Dorpstraat 495 gelegen te Leefdaal, met als kadastrale aanduiding 3e afdeling, sectie E, nummer 17 M en met als oppervlakte 5 are, eigendom van OCMW Bertem, wordt verkocht of verhuurd via een openbare procedure d.m.v. onderhandeling, onder de voorwaarden van dit besluit.
Artikel 2:
Deze procedure wordt uiterlijk op 26 oktober 2019 publiek bekendgemaakt op de website van de gemeente Bertem, in de gemeentelijke elektronische nieuwsbrief, op affiches in de gemeentelijke infoborden en in 1 dagblad.
Artikel 3:
Alle biedingen kunnen onder gesloten omslag tot uiterlijk 12 november 2019 om 13 uur aan het OCMW worden toegestuurd per aangetekend schrijven of afgegeven op het directiesecretariaat op het gemeentehuis tegen ontvangstbewijs.
Elke bieder gebruikt daartoe een uniform biedingsformulier, ter beschikking gesteld door de gemeente.
Elke bieder mag slechts 1 bieding indienen.
Artikel 4:
De biedingen worden door het vast bureau beoordeeld op basis van de volgende beoordelingscriteria:
1) op 50 punten: de geboden aankoop- of huurprijs. Deze aankoopprijs mag niet lager liggen dan de geschatte verkoopswaarde van het gebouw, vastgesteld door landmeter-expert Jonas Artois: 275 000 euro. Het maximum van 50 punten wordt toegekend aan de bieding met de hoogst geboden prijs. Elke andere bieding krijgt een score die gelijk is aan de formule ((geboden prijs / hoogste geboden prijs) * 50). Een bieding onder de schattingswaarde wordt niet aanvaard en is onregelmatig. In geval van meerdere biedingen die betrekking hebben op aankoop en op huur, wordt een aparte score opgesteld voor aankoop en voor huur.
2) op 50 punten: de waarde van de voorgestelde economische activiteit voor de detailhandel en voor het lokale karakter ervan. De kandidaat-koper of -huurder beschrijft in een nota van max. 3 A4-bladen welke activiteit op vlak van detailhandel hij zal ontwikkelen in het aangeboden gebouw. Dit beoordelingscriterium wordt beoordeeld op grond van de volgende subcriteria:
a) een voorstel wordt hoger gequoteerd indien het de diversiteit van het commercieel aanbod in Leefdaal verhoogt of veiligstelt. Daarmee wordt respectievelijk bedoeld: de bieder ontwikkelt een niet-bestaand commercieel aanbod in de deelgemeente Leefdaal of hij behoudt een commercieel aanbod dat met een redelijke zekerheid dreigt te verdwijnen in de deelgemeente Leefdaal.
b) een voorstel wordt hoger gequoteerd indien het een commercieel aanbod betreft dat verenigbaar is met de mobiliteitsvisie voor het dorpscentrum van Leefdaal, zoals goedgekeurd in het mobiliteitsplan van de gemeente Bertem.
c) een voorstel wordt hoger gequoteerd indien het een commercieel aanbod betreft dat hoofdzakelijk gericht is op lokaal cliënteel.
Het gebouw wordt eerst aangeboden aan de bieder met de meeste punten op een totaal van 100, vervolgens aan de bieder met de op één na hoogste punten enz.
Artikel 5:
De aanvullende voorwaarden zijn:
Artikel 6:
Het vast bureau wordt gemachtigd om de voorkeursbieder aan te duiden en om daarmee onderhandelingen te starten met het oog op het opstellen van de verkoopakte of het huurcontract.
Artikel 7:
De verkoopakte wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Maria Andries Jenne Van Cortenberg Peter Persyn Iris De Smet Roland Gustin Dirk Stoffelen Karin Baudemprez Yvette Laes Joris Fonteyn Marc Morris Diane Vander Elst Jimmy Geyns Jan De Keyzer Tom Philips Greet Goossens Joël Vander Elst Wouter Fock Eddy Vranckx Albert Mees Joery Verhoeven Griet Verhenneman Maria Andries Jenne Van Cortenberg Peter Persyn Iris De Smet Roland Gustin Karin Baudemprez Yvette Laes Joris Fonteyn Marc Morris Diane Vander Elst Jimmy Geyns Jan De Keyzer Tom Philips Greet Goossens Joël Vander Elst Wouter Fock Eddy Vranckx Albert Mees Joery Verhoeven Griet Verhenneman Eddy Vranckx Wouter Fock Iris De Smet Karin Baudemprez Marc Morris Joery Verhoeven Roland Gustin Tom Philips Jan De Keyzer Greet Goossens Joël Vander Elst Albert Mees Jenne Van Cortenberg Griet Verhenneman Jimmy Geyns Yvette Laes Diane Vander Elst Maria Andries Joris Fonteyn Peter Persyn aantal voorstanders: 18 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 22 oktober 2019
PATRIMONIUM. PRINCIPIËLE GOEDKEURING VERKOOP VAN EEN PERCEEL LANDBOUWGROND AAN DE GEMEENTE BERTEM.
Voorgeschiedenis
• Definitieve vaststelling van het RUP Sportpark Verona door de gemeenteraad in zitting van 25 april 2017, met inbegrip van onteigeningsplan.
• Ministerieel besluit van 28 juni 2018 houdende machtiging aan de gemeente Bertem tot onteigening van de onroerende goederen die zijn afgebakend in het onteigeningsplan van het RUP Sportpark Verona.
• De gemeente voerde na het verkrijgen van de onteigeningsmachtiging onderhandelingen met de diverse betrokken eigenaars, met de bedoeling de verwerving van de gronden bij minnelijk akkoord tussen partijen te realiseren.
Juridische gronden
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 77 en 78, 11°, die bepalen dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid en daden van beschikking inzake onroerende goederen niet kan delegeren aan het vast bureau.
Argumentatie
De gemeente Bertem dient met het oog op de bouw van een nieuwe sporthal een aantal gronden te verwerven. In het kader van het bereiken van een akkoord met één van de grondeigenaars is de overdracht gewenst van een perceel gelegen aan de Nieuwstraat te Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nr. 350A. Het OCMW verpacht momenteel dit perceel aan de betrokken grondeigenaar, de heer Victor Putseys, Nieuwstraat 20, 3060 Bertem.
De gemeente verzoekt tot de verkoop van het perceel Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nr. 350A, met het oog op een ruilovereenkomst die de gemeente wenst af te sluiten in het kader van verwerving van gronden voor de bouw van een nieuwe sporthal. Voor het betrokken perceel is een actuele schatting uitgebracht door landmeter–expert Johan Artois, die de verkoopwaarde schat op 9075 euro.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
22000000/0110 | € 0 | € 9075 |
Besluit
18 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns en Albert Mees
2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt principieel de verkoop goed van een perceel landbouwgrond, gelegen te Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nr. 350, aan de gemeente Bertem. Het perceel heeft een oppervlakte van 3630 m² en de verkoopprijs bedraagt 9075 euro.
Artikel 2:
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt notaris Stefan Vangoetsenhoven, Tervuursesteenweg 462, 3061 Leefdaal, aan met het oog op het opstellen en het verlijden van de authentieke akte.
Zitting van 22 oktober 2019
MONDELINGE VRAGEN.
Juridische gronden
• Artikel 31 en 74 van het decreet lokaal bestuur
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter vast bureau en aan de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
• Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over beleidsaangelegenheden van het OCMW die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Om het vast bureau in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het vast bureau en aan de voorzitter van de raad. Op mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.
• Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.
Besluit
Mondelinge vragen
Er worden geen mondelinge vragen gesteld.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.