Zitting van 29 juni 2021
ZITTINGEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
• Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
• Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De OCMW-raad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de raad.
• Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de OCMW-raad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur.
Bijlagen
• Notulen zitting van 25 mei 2021.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 25 mei 2021 goed.
Zitting van 29 juni 2021
BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST. KENNISNAME ONTSLAG LID VAN HET BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST ROOS DE BACKER.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn de kennisgeving ontvangt. Het lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
Bijlagen
Besluit
Artikel 1:
De raad neemt kennis van het ontslag van lid van het BCSD Roos De Backer met ingang van 1 juli 2021.
Zitting van 29 juni 2021
BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN RITA VANDENDRIESSCHE.
Voorgeschiedenis
• Verkiezing van de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst op 2 januari 2019
• Kennisname door de raad voor maatschappelijk welzijn op 29 juni 2021 van het ontslag van Roos De Backer als lid van het BCSD vanaf 1 juli 2021.
• E-mail van Rita Vandendriessche van 14 juni 2021 waarin zij laat weten dat zij het mandaat van BCSD-lid Roos De Backer wenst verder te zetten.
Feiten en context
• In de akte van voordracht van leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, ingediend door Joël Vander Elst voor de lijsten CD&V en GEMBELANGEN OPEN VLD (via lijstenverbinding), werden voor kandidaat-lid Roos De Backer twee opvolgers voorgedragen: Rita Vandendriessche (eerste opvolger) en Evelien Ameloot (tweede opvolger).
• Eerste opvolger Rita Vandendriessche maakt gebruik van haar recht om het mandaat van Roos De Backer verder te zetten.
Juridische gronden
• Artikel 8 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men:
1° Belg zijn;
2° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;
4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, vermeld in Titel 3, hoofdstuk 4 van het decreet.
• Artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
Om tot gemeenteraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, behouden en mag men zich niet in een geval van schorsing of uitsluiting, als vermeld in artikel 15, §1 en §2 van het decreet, bevinden.
• Artikel 87 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst moeten voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, vermeld in artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
• Artikel 10 van het decreet lokaal bestuur
Dit artikel omschrijft de diverse onverenigbaarheden met het mandaat van gemeenteraadslid.
• Artikel 100 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, met dien verstande dat het onderwijzend personeel van de gemeente, die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend, wel lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan zijn.
• Omzendbrief KB/ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 "De start van de lokale en provinciale bestuursperiode"
Argumentatie
De geloofsbrieven omvatten de schriftelijke bewijsstukken die het kandidaat-lid van het BCSD moet voorleggen en waaruit blijkt dat zij op een wettige wijze is verkozen en dat er tegen haar verkiezing geen bezwaren zijn. De opvolger moet volgende stukken voorleggen:
• een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister
• een recent uittreksel uit het strafregister
• een verklaring op eer dat men zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 100 van het decreet lokaal bestuur.
De geloofsbrieven werden behoorlijk en tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen.
Het doel van het onderzoek is om na te gaan of men nog aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven van Rita Vandendriessche blijkt dat zij nog steeds voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Zij heeft verklaard zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid te bevinden. Er zijn geen elementen waaruit zou blijken dat zij zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst blijft bestaan uit personen van verschillend geslacht.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De geloofsbrieven van Rita Vandendriessche worden goedgekeurd.
Artikel 2:
Rita Vandendriessche wordt door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn uitgenodigd tot het afleggen van haar eed.
Zitting van 29 juni 2021
BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST. EEDAFLEGGING LID.
Voorgeschiedenis
• Goedkeuring van de geloofsbrieven van Rita Vandendriessche op 29 juni 2021
Juridische gronden
• Artikel 96, §1 van het decreet lokaal bestuur
De verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed af in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.".
In geval van algehele vernieuwing van het bijzonder comité voor de sociale dienst vindt de eedaflegging plaats tijdens de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad. Die eedaflegging vindt plaats in openbare vergadering.
Elke andere eedaflegging gebeurt alleen ten overstaan van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en in aanwezigheid van de algemeen directeur.
Besluit
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de eedaflegging in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van Rita Vandendriessche als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Zitting van 29 juni 2021
BUDGET. KENNISNAME TOELICHTING JAARREKENING 2020.
Besluit
Artikel 1:
De raad neemt kennis van de toelichting over de jaarrekening 2020.
Zitting van 29 juni 2021
MONDELINGE VRAGEN.
Juridische gronden
• Artikel 31 en 74 van het decreet lokaal bestuur
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter vast bureau en aan de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
• Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over beleidsaangelegenheden van het OCMW die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Om het vast bureau in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het vast bureau en aan de voorzitter van de raad. Op mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.
• Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.
Besluit
Mondelinge vragen
Er worden geen mondelinge vragen gesteld.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.