NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 30 maart 2021

Van 20.30 uur tot 21 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Eddy Vranckx

Voorzitter vast bureau:

Joël Vander Elst

Leden Vast Bureau:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Maria Andries, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Peter Persyn, Pieter Sempels en Sonia Stiasteny

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Raadslid:

Hans Neckebrouck

 


Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2021

 

ZITTINGEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

         Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.

         Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De OCMW-raad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de raad.

         Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de OCMW-raad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

         Notulen zitting van 23 februari 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 23 februari 2021 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2021

 

TWEEDE PENSIOENPIJLER. AANPASSING AANVULLEND PENSIOENSTELSEL VOOR CONTRACTUELE PERSONEELSLEDEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 17 december 2019 over de aanpassing 2de pensioenpijler vanaf 1 januari 2020.
  • Raadsbesluit van 29 september 2020 over de verhoging 2de pensioenpijler van 2% naar 2,5% in navolging van het sectoraal akkoord.
  • Raadsbesluit van 15 december 2020 over aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 gemeente-OCMW Bertem.

 

Feiten en context

  • De 2de pensioenpijler is een aanvullend pensioen dat tot doel heeft om de kloof tussen het contractueel en het statutair pensioen gedeeltelijk te dichten op het ogenblik van de pensionering.
  • Vanaf 1 januari 2020 tot en met 1 januari 2023 werd een jaarlijkse verhoging goedgekeurd en vastgesteld.
  • Vanaf 1 oktober 2020 werd de bijdragevoet van de tweede pensioenpijler opgetrokken van 2% naar 2,5% in navolging van het sectoraal akkoord 2020 en wordt voor de periode van 1 januari tot en met 30 september 2020 een inhaaltoelage betaald.
  • In het aangepaste meerjarenplan is een jaarlijkse trapsgewijze verhoging met 1% voorzien, tot 7% vanaf 2025.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.
  • Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van de pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

 

Adviezen

  • De financieel directeur verleende een visum op 28 november 2019 en op 10 september 2020. Voor deze verlenging is geen nieuw visum nodig.

 

Argumentatie

De pensioentoelage voor het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden werd door de raad vastgesteld op 2% vanaf 1 januari 2020, 3% vanaf 1 januari 2021, 4% vanaf 1 januari 2022 en 5% vanaf 1 januari 2023.

 

In navolging van het sectoraal akkoord 2020 werd de bijdragevoet van de tweede pensioenpijler voor alle contractuele personeelsleden van OCMW vanaf 1 oktober 2020 opgetrokken van 2% naar 2,5% en wordt voor de periode van 1 januari tot en met 30 september 2020 een inhaaltoelage betaald.

 

In het nieuwe meerjarenplan is een jaarlijkse trapsgewijze verhoging voorzien tot 2025. Daarom wordt het raadsbesluit best aangepast conform het aangepaste meerjarenplan: 6% vanaf 1 januari 2024 en 7% vanaf 1 januari 2025.

 

Financiële gevolgen

De nodige budgetten zijn voorzien in de meerjarenplanning 2020-2025.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Verder aansluitend op de reeds goedgekeurde pensioentoelage voor het aanvullende pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden bij het OCMW, zoals vastgesteld door de raad op 17 december 2019 en op 29 september 2020, loopt de jaarlijkse trapsgewiijze verhoging door tot 2025:

         6% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 januari 2024

         7% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 januari 2025.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2021

 

SCHULDBEMIDDELING. KENNISNAME JAARVERSLAG 2020.

 

Voorgeschiedenis

         5 november 2013: Erkenning als instelling voor schuldbemiddeling OCMW Bertem voor de duur van 3 jaar

         6 oktober 2016: Erkenning als instelling voor schuldbemiddeling OCMW Bertem voor onbepaalde duur

 

Feiten en context

         Om de erkenning als instelling voor schuldbemiddeling te behouden, moet het OCMW voldoen aan een aantal voorwaarden:

º         jaarlijks indienen van de actuele samenstelling van de dienst, lijst van personeelsleden die aan schuldbemiddeling doen. Om aan schuldbemiddeling te mogen doen moeten de medewerkers een diploma van maatschappelijk werker bezitten en de basisopleding schuldbemiddeling hebben gevolgd of 3 jaar relevante werkervaring kunnen aantonen

º         jaarverslag schuldbemiddeling, bestaande uit de lijst van personeelsleden, de basisregistratie en eventueel uitgebreide registratie, indienen voor 31 maart

º         het registratiedocument moet voorgelegd worden aan de bestuursorganen van het OCMW.

         Tegenover voorgaande jaren zien we dat de cijfers van de verschillende vormen van schuldbemiddeling redelijk gelijklopend blijven. Het aantal aanvragen tot collectieve schuldenregeling is licht gestegen.

         Het cliënteel van de dienst schuldbemiddeling blijft erg uiteenlopend, al vormen alleenstaanden en éénoudergezinnen een steeds grotere groep. Mensen met een migratieachtergrond blijven een sterke minderheid binnen het cliënteel, hoewel ook hier een lichte stijging te zien is.

         Wat het soort schulden betreft, blijft het aantal dossiers met verschillende consumentenkredieten afnemen. We zien een stijging van het aantal schulden verbonden aan basisbehoeften, zoals huishuur en energie. Daarnaast blijven gezondheidsproblemen een veel voorkomende oorzaak van schuldenproblematiek.

 

Juridische gronden

         Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976.

         Decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Adviezen

         Kennisname door het bijzonder comité voor de sociale dienst op 8 maart 2021

 

 

Bijlagen

         Basisregistratieformuier schuldbemiddeling 2020

 

Besluit

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de basisregistratie van de dienst schuldbemiddeling voor het jaar 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/04/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2021

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

         Artikel 31 en 74 van het decreet lokaal bestuur
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter vast bureau en aan de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

         Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over beleidsaangelegenheden van het OCMW die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Om het vast bureau in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het vast bureau en aan de voorzitter van de raad. Op mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

         Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Besluit

 

Mondelinge vragen

Er worden geen mondelinge vragen gesteld.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/04/2021