NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 28 april 2020

Van 21 uur tot 22 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Albert Mees

Voorzitter vast bureau:

Joël Vander Elst

Leden Vast Bureau:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Yvette Laes, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn en Jimmy Geyns

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

ZITTINGEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

         Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.

         Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De OCMW-raad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de raad.

         Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de OCMW-raad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

         Notulen zitting van 18 februari 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 18 februari 2020 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 27/05/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

SCHULDBEMIDDELING. KENNISNAME BASISREGISTRATIE SCHULDBEMIDDELING.

 

Voorgeschiedenis

         Erkenning als instelling voor schuldbemiddeling OCMW Bertem op 5 november 2013 voor de duur van 3 jaar

         Erkenning als instelling voor schuldbemiddeling OCMW Bertem op 6 oktober 2016 voor onbepaalde duur

         Kennisname registratieformulier door BCSD op 9 maart 2020

 

Feiten en context

         Om de erkenning als instelling voor schuldbemiddeling te behouden, moet het OCMW voldoen aan een aantal voorwaarden:

º         wijzigen van personeel doorgeven dat betrokken is bij het uitvoeren van schuldbemiddeling

º         jaarverslag schuldbemiddeling indienen voor 31 maart

º         basisregistratie en eventuele uitgebreide basisregistratie indienen.

         Het registratiedocument moet voorgelegd worden aan de bestuursorganen van het OCMW.

 

Juridische gronden

         Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976.

         Decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

 

Bijlagen

         Basisregistratieformulier schuldbemiddeling 2019.

 

Besluit

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het basisregistratieformulier schuldbemiddeling 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 27/05/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

MEERJARENPLAN. KENNISNAME VASTSTELLINGEN TOEZICHTHOUDENDE OVERHEID OVER MEERJARENPLAN GEMEENTE EN OCMW BERTEM 2020-2025.

 

Voorgeschiedenis

  • Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2019 over de vaststelling van het gedeelte van het meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op OCMW Bertem
  • Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2020 over de goedkeuring van het meerjarenplan gemeente en OCMW Bertem 2020-2025
  • Brief van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 14 februari 2020

 

Juridische gronden

  • Artikel 332, §1, derde lid van het decreet lokaal bestuur
    Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

Bijlagen

  • Brief gouverneur
  • Aanpassing van het gecumuleerd budgettair resultaat van 2019
  • schema T4 evolutie van de financiële schulden

 

Besluit

 

Mededeling

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de brief van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 14 februari 2020 met zijn vaststellingen over het meerjarenplan gemeente en OCMW Bertem 2020-2025.

De raad neemt tevens kennis van het detail van de aanpassing van het gecumuleerd budgettair resultaat van 2019 en van schema T4 evolutie van de financiële schulden.

 

 

 

Publicatiedatum: 27/05/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

BUDGETHOUDERSCHAP. VASTSTELLING BEGRIP DAGELIJKS BESTUUR.

 

Juridische gronden

  • Artikel 38/1 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten
    Een wijziging mag zonder nieuwe plaatsingsprocedure worden doorgevoerd, voor door de oorspronkelijke opdrachtnemer te verrichten aanvullende werken, leveringen of diensten die noodzakelijk zijn geworden en die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen, indien de verandering van opdrachtnemer:
    1° niet mogelijk is om economische of technische redenen, zoals wanneer de aanvullende goederen of diensten uitwisselbaar of interoperabel moeten zijn met bestaande uitrusting, diensten of installaties die in het kader van de oorspronkelijke opdracht zijn verworven; en
    2° tot aanzienlijk ongemak of een aanzienlijke kostenstijging zou leiden voor de aanbesteder.
    De prijsverhoging die het gevolg is van de wijziging mag evenwel niet hoger zijn dan vijftig procent van de waarde van de oorspronkelijke opdracht. Indien er verscheidene opeenvolgende wijzigingen worden doorgevoerd, geldt deze beperking voor de waarde van elke wijziging. Dergelijke opeenvolgende wijzigingen mogen niet worden gebruikt om de wetgeving inzake overheidsopdrachten te omzeilen.
  • Artikel 78, 2e lid, 9° van het decreet lokaal bestuur
    Het vaststellen van wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan, is een bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
  • Artikel 78, 2e lid, 10° van het decreet lokaal bestuur
    De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur', waarvoor het vast bureau bevoegd is.
  • Artikel 84, §3, 5° van het decreet lokaal bestuur
    Het vast bureau is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de financieel directeur en van de algemeen directeur

 

Argumentatie

Door de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' door de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen een aantal aankopen vlotter afgehandeld worden.

 

Voor het investeringsbudget wordt voorgesteld om de overheidsopdrachten tot 50 000 euro excl. btw te beschouwen als 'dagelijks bestuur' omdat dit de nodige flexibiliteit voor de aankoop van kleine materialen, voertuigen e.d. ten goede komt.

 

In de wetgeving op de overheidsopdrachten ligt de grens van de 'onderhandelingsprocedure via aanvaarde factuur' op 30 000 euro excl. btw. Bij de opdrachten met aanvaarde factuur geldt de factuur als bewijs dat de opdracht gesloten is. Deze overheidsopdrachten kunnen zonder specifieke documenten of procedures worden gegund en gesloten; bv. de opmaak van een bestek is voor deze aankopen met relatief beperkte waarde niet nodig. Deze opdrachten blijven echter wél onderworpen aan de algemene beginselen van de wetgeving overheidsopdrachten, zoals het eerbiedigen van de vrije mededinging en het gelijkheidsbeginsel.

 

Wat de aanvullende werken, leveringen of diensten betreft, gelden twee voorwaarden, waaraan cumulatief moet worden voldaan, nl.:

1)     de nodige kredieten voor deze aanvullende werken, leveringen of diensten moeten voorzien zijn als investeringskredieten van het meerjarenplan

2)     de voorwaarden zoals voorzien in het KB Uitvoering, waaronder zowel inhoudelijke als budgettaire beperkingen.

 

De vaststelling van het begrip dagelijks bestuur houdt geen rechtstreeks verband met de drempelbedragen die gelden inzake overheidsopdrachten en bijgevolg ook niet met het drempelbedrag dat geldt voor de 'aanvaarde factuur'. Vele besturen leggen de grens voor opdrachten dagelijks bestuur (veel) hoger dan de grenzen in dit besluit. De voorgestelde bepaling van het begrip dagelijks bestuur is vooral gebaseerd op pragmatische overwegingen omdat heel wat kleinere investeringen die te maken hebben met de operationele werking van het bestuur vaak flirten met de momenteel geldende grens van 20 000 euro exclusief btw. Bovendien bevinden zulke investeringen zich bij het lokaal bestuur Bertem in het detailoverzicht van de investeringskredieten van het meerjarenplan (hetgeen de meeste gemeenten niet doen) en heeft de raad bijgevolg de mogelijkheid om n.a.v. de bespreking van het meerjarenplan te beslissen om bepaalde investeringen onder 50 000 euro exclusief btw toch te laten verlopen via de raad voor maatschappelijk welzijn indien de raad meent dat die investering een beleidsmatige impact heeft.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist het begrip 'dagelijks bestuur' als volgt vast te stellen:

1)     alle uitgaven van het exploitatiebudget, inclusief meerjarige opdrachten

2)     alle uitgaven van het investeringsbudget tot een maximum van 50 000 euro (exclusief btw)

3)     het aankopen van aanvullende werken, leveringen of diensten op het investeringsbudget overeenkomstig artikel 38/1 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voor zover de nodige kredieten voor deze aanvullende werken, leveringen of diensten voorzien zijn in het goedgekeurd investeringsbudget.

 

Artikel 2:

Aan het vast bureau wordt opdracht gegeven om deze vaststelling van het begrip dagelijks bestuur na één jaar te evalueren en om deze evaluatie voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Artikel 3:

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 27/05/2020