NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 24 november 2020

Van 21 uur tot 22 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Albert Mees

Voorzitter vast bureau:

Joël Vander Elst

Leden Vast Bureau:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Yvette Laes, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn en Jimmy Geyns

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

ZITTINGEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

         Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.

         Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De OCMW-raad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de raad.

         Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de OCMW-raad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

         Notulen zitting van 27 oktober 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 27 oktober 2020 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

RAADSLEDEN. KENNISNAME EINDE VERHINDERING RAADSLID JENNE VAN CORTENBERG.

 

Voorgeschiedenis

  • Kennisname van de verhindering van raadslid Jenne Van Cortenberg en installatie van raadslid Roos De Backer op 30 juni 2020 als opvolger.

 

Feiten en context

         De verhindering wegens zwangerschapsverlof van raadslid Jenne Van Cortenberg is geëindigd op 23 november 2020.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 14 en 71 van het decreet lokaal bestuur
    Het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat als verhinderd wordt beschouwd, wordt vervangen zolang de toestand van verhindering duurt. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de beëindiging van de periode van verhindering.

 

Besluit

 

Mededeling

De raad neemt kennis van het einde van de verhindering wegens ouderschapsverlof van raadslid Jenne Van Cortenberg (CD&V) op 23 november 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

RECHTSPOSITIEREGELING. VASTLEGGING VERVANGENDE FEESTDAGEN EN VERVANGEND BETAALD VERLOF FEESTDAGEN 2021.

 

Feiten en context

  • In 2021 vallen de reglementaire feestdagen 1 mei, 11 juli, 15 augustus, 25 december en 26 december op een zaterdag of zondag.

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Artikel 179, §2 van het besluit van de Vlaamse regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2007.
    De raad krijgt de opdracht om de wijze te bepalen voor compensatie van feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag.
  • Artikel 226, §2 van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, laatst gewijzigd op 22 oktober 2019
    De personeelsleden van de poetsdienst en de dienst gezinszorg die na 1 januari 2011 in dienst zijn getreden, krijgen op 26 december geen betaalde feestdag.
  • Artikel 226, §3 van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, laatst gewijzigd op 22 oktober 2019
    De raad bepaalt jaarlijks op welke wijze feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag gecompenseerd worden.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het bijzonder onderhandelingscomité op 28 oktober 2020.

 

Argumentatie

Omwille van de uniformiteit en van de integratie van de diensten van gemeente en OCMW is het wenselijk om aan de personeelsleden het recht te verlenen om de compensatie voor de feestdagen die vallen op zaterdag 1 mei 2021, zondag 11 juli 2021 en zondag 26 december 2021 conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen. Voor zondag 15 augustus 2021 kan een vervangende feestdag vastgesteld worden op vrijdag 12 november 2021 en voor zaterdag 25 december 2021 op vrijdag 24 december 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad beslist om voor zondag 15 augustus 2021 een vervangende feestdag vast te stellen op vrijdag 12 november 2021 en voor zaterdag 25 december 2021 op vrijdag 24 december 2021.

 

Artikel 2:

Het vervangend betaald verlof voor de feestdagen van zaterdag 1 mei 2021 en zondag 11 juli 2021 wordt toegevoegd aan de jaarlijkse vakantiedagen.

 

Artikel 3:

De raad beslist om aan de personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2° van de rechtspositieregeling en voor de personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 1, 3° en in dienst getreden voor 1 januari 2011, het recht te verlenen om het vervangend betaald verlof voor de feestdag van zondag 26 december 2021 conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

RECHTSPOSITIEREGELING. GOEDKEURING RECHTSPOSITIEREGELING LOKAAL BESTUUR BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluiten van 22 oktober 2019 over de goedkeuring van de rechtspositieregelingen van het gemeentepersoneel en van het OCMW-personeel.

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.
  • Artikelen 77 en 78 van het decreet lokaal bestuur
    Het vaststellen van de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel is een bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
  • Artikel 171, §4 van het decreet lokaal bestuur
    Dit artikel bepaalt dat de algemeen directeur de taak heeft om in samenwerking met het managementteam een ontwerp van plaatselijke rechtspositieregeling op te maken.
  • Artikel 186 van het decreet lokaal bestuur
    Dit artikel bepaalt dat de OCMW-raad de rechtspositieregeling voor het personeel vaststelt.
    De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel is van rechtswege van toepassing op het personeelslid van het OCMW dat de gemeente bedient en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente.
    De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de rechtspositieregeling vast voor het OCMW-personeel dat een betrekking bekleedt die niet bestaat in de gemeente, voor de maatschappelijk werker en voor het personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en diensten van het OCMW.

 

Adviezen

  • Protocol van akkoord van het bijzonder onderhandelingscomité van 28 oktober 2020.
  • Gunstig advies van het managementteam van 6 november 2020.

 

Argumentatie

Naar aanleiding van de integratie van gemeente en OCMW was de opmaak van een gemeenschappelijke RPR noodzakelijk. De vroegere aparte rechtspositieregelingen zijn nu geïntegreerd in één document.

 

De belangrijkste aanpassingen zijn:

         toevoeging hoofdstuk over uitzendkrachten (p. 26)

         nieuw proces voor coaching, feedback en evaluatie (p. 34)

         toevoeging hoofdstuk over scholingsbeding (p. 49)

         toevoeging hoofdstuk over interne dienstaanwijzingen (p. 63)

         toevoeging hoofdstuk over externe personeelsmobiliteit (p. 69)

         uitvoering sectoraal akkoord 2020

 

Om het sectoraal akkoord 2020 uit te voeren, moeten de personeelsleden van lokale besturen vanaf 2020 een koopkrachtverhoging van 200 euro krijgen. Het college ging in zitting van 5 oktober 2020 akkoord met het voorstel om het bedrag van 200 euro op te splitsen in 160 euro aan ecocheques en 40 euro aan B-bonnen. De referentieperiode loopt jaarlijks van 1 januari tot en met 31 december.

Dit wordt toegevoegd aan de RPR door artikel 217 bis en ter (onder hoofdstuk VI ' De sociale voordelen'.

 

De overige wijzigingen zijn vnl. het gevolg van gewijzigde wetgeving, bv. bij de diverse vormen van verloven.

 

 

Bijlagen

  • rechtspositieregeling lokaal bestuur Bertem (brtg-rpr-rgl-20201124-g)

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de bijgevoegde rechtspositieregeling voor de personeelsleden van lokaal bestuur Bertem goed.

 

Artikel 2:

De gewijzigde rechtspositieregeling treedt in werking op 1 januari 2021.

 

Artikel 3:

Het administratief personeel kan deze rechtspositieregeling consulteren via intranet. Aan het overige personeel wordt een analoog exemplaar van deze rechtspositieregeling bezorgd.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Punt bijlagen/links brtg-rpr-rgl-20201124-g rechtspositieregeling GO.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

RECHTSPOSITIEREGELING. GOEDKEURING RECHTSPOSITIEREGELING OCMW-CLIËNTEEL TEWERKGESTELD IN HET KADER VAN ART. 60 §7 OCMW-WET.

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking op het vast bureau van 28 september 2020 over de opmaak RPR voor personeel onder tewerkstelling art. 60 §7.

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.
  • Artikelen 77 en 78 van het decreet lokaal bestuur
    Het vaststellen van de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel is een bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
  • Artikel 171, §4 van het decreet lokaal bestuur
    Dit artikel bepaalt dat de algemeen directeur de taak heeft om in samenwerking met het managementteam een ontwerp van plaatselijke rechtspositieregeling op te maken.
  • Artikel 186 van het decreet lokaal bestuur
    Dit artikel bepaalt dat de raad de rechtspositieregeling voor het personeel vaststelt.

 

Adviezen

  • Protocol van akkoord van het bijzonder onderhandelingscomité op 28 oktober 2020.
  • Gunstig advies van het managementteam van 6 november 2020

 

Argumentatie

Naar aanleiding van de integratie van gemeente en OCMW was de opmaak van een gemeenschappelijke rechtspositieregeling (RPR) en arbeidsreglement noodzakelijk.
De huidige en nieuw voorgestelde RPR zijn echter niet van toepassing op personeel tewerkgesteld onder artikel 60 §7 van de OCMW-wet.

Voor deze categorie van personeelsleden was het nodig om een aangepaste RPR op te maken.

 

 

Bijlagen

  • rechtspositieregeling art 60 par 7 (brto-rpr-rgl-20200925)

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de bijgevoegde rechtspositieregeling voor OCMW-cliënteel tewerkgesteld in het kader van art. 60 §7 OCMW-wet goed.

 

Artikel 2:

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Punt bijlagen/links brto-rpr-rgl-20200925-o rechtspositieregeling art 60 par 7.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

ARBEIDSREGLEMENT. GOEDKEURING ARBEIDSREGLEMENT LOKAAL BESTUUR BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 9 november 2015 over de goedkeuring van het arbeidsreglement van het OCMW-personeel.

 

Feiten en context

         De huidige arbeidsreglementen voor het gemeentepersoneel en het OCMW-personeel zijn niet meer actueel en dienen gemoderniseerd te worden.

         Er werd gekozen om een gemeenschappelijk/gezamenlijk arbeidsreglement op te maken voor gemeente en OCMW.

 

Juridische gronden

  • Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen
  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
  • Koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico's op het werk
    Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werknemers alsmede op de daarmee gelijkgestelde personen bedoeld in artikel 2, § 1 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
  • Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur
    De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de reglementen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Die kunnen betrekking hebben op het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en op het inwendige bestuur ervan.

 

Adviezen

  • Protocol van akkoord van het bijzonder onderhandelingscomité van 28 oktober 2020 over het voorgestelde gemeenschappelijke arbeidsreglement voor lokaal bestuur Bertem.
  • Gunstig advies van het managementteam van 6 november 2020

 

Argumentatie

Net als de invoering van een gemeenschappelijke rechtspositieregeling is het noodzakelijk om ook één arbeidsreglement te hebben voor lokaal bestuur Bertem. Dit zal de integratie van het personeel van beide besturen ondersteunen.

 

De belangrijkste wijzigingen zijn:

         de invoering van een systeem van flexibel werken (bijlage 1B)

         de mogelijkheid om structureel of occasioneel thuis te werken (bijlage 9)

         het vastleggen van een beleid rond sociale media (bijlage 11)

         een beleid voor het gebruik van een geolokalisatiesysteem (bijlage 12)

         de procedure rond re-integratie van arbeidsongeschikte personeelsleden (bijlage 13)

         het preventiebeleid voor moederschapsbescherming (bijlage 14).

 

 

Bijlagen

         brtg-ar-rgl-20201124-g arbeidsreglement GO

         brtg-ar-rgl-20201124-g arbeidsreglement GO bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt het bijgevoegd gemeenschappelijk arbeidsreglement en de bijlagen voor het personeel van lokaal bestuur Bertem goed.

 

Artikel 2:

Het arbeidsreglement voor het personeel van lokaal bestuur Bertem treedt in werking op 1 januari 2021 en vervangt alle voorgaande documenten.

 

Artikel 3:

Dit arbeidsreglement wordt overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten, Directie Leuven.

 

Artikel 4:

Een exemplaar van dit arbeidsreglement wordt bezorgd aan alle personeelsleden, aan IDEWE, aan de gewestelijke secretarissen van de drie representatieve werknemersorganisaties en aan de intergemeentelijke dienst PBW van Interleuven.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Punt bijlagen/links brtg-ar-rgl-20201124-g arbeidsreglement GO bijlagen_aanpassing_na_RMW.pdf Download
brtg-ar-rgl-20201124-g arbeidsreglement GO.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING INTERLEUVEN 16 DECEMBER 2020 EN VASTSTELLING MANDAAT VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 7 oktober 2020 voor de algemene vergadering van Interleuven van 16 december 2020, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • OCMW Bertem neemt deel aan de dienstverlenende vereniging Interleuven.
  • Op 16 december 2020 om 19.00 uur wordt een algemene vergadering van Interleuven gehouden met volgende agendapunten:
    1. Samenstelling van het bureau
    2. Goedkeuring verslag algemene vergadering d.d. 24-06-2020
    3. Strategie en te ontwikkelen activiteiten 2021
    4. Begroting 2021
    5. Vervanging leden raad van bestuur
    6. Diversen

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
    De aan de raad voor maatschappelijk welzijn toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd.
  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur
    De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
  • Statuten van Interleuven, laatst gewijzigd op 11 september 2019.

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 16 december 2020 moet het mandaat van de vertegenwoordiger van OCMW Bertem worden vastgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Interleuven van 16 december 2020 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

THUISDIENSTEN OCMW. GOEDKEURING REGLEMENT DOELGROEPAFBAKENING POETSDIENST.

 

Voorgeschiedenis

         BCSD 10 februari 2020: kennisname doorlichtingsnota thuisdiensten

         BCSD 9 maart 2020: advies prioriteitenbepaling thuisdiensten

 

Feiten en context

         Reeds vele jaren staat het OCMW gekend voor het leveren van kwalitatieve thuisdiensten: gezinszorg, poetsdienst en maaltijden.
Met gezinszorg wordt er zorg aan huis geboden door 6 verzorgenden. Zij helpen de klanten bij hun dagelijks toilet, om eten te maken, hulp in het huishouden, boodschappen doen...
De poetsdienst biedt hulp in de schoonmaak voor wie het zelf niet (meer) goed kan. Dit gebeurt door 7 poetsmedewerkers (4,97 VTE).
De maaltijden aan huis worden door een traiteur voorbereid en sinds 1 december 2019 niet meer door eigen personeel bedeeld aan de klanten.

         Voor de maaltijden aan huis zijn er nooit wachtlijsten geweest. Voor de gezinszorg is er een wachtlijst bij uitzondering maar voor de poetsdienst staan mensen ongeveer 2,5 jaar op de wachtlijst.

         De voorbije 2,5 jaar zijn er geen nieuwe cliënten meer opgestart in de poetsdienst.

         Middelen

º         De kostprijs van een poetshelpster bedraagt gemiddeld €35/uur; exclusief administratieve ondersteuning

º         Als werkgever voorziet het bestuur in ondersteunend materiaal (schort, schoenen, EHBO-set, dienst-gsm…)

º         Daarnaast wordt er administratieve ondersteuning voorzien, deels door een maatschappelijk werker en deels door een administratieve medewerker (planning, klanten verwittigen, prijsberekening, facturatie…)

º         Binnen het systeem van aanvullende thuiszorg (poetshulp die gelinkt wordt aan gezinszorg) wordt er een subsidie ontvangen van €61 500 voor aanvullende thuiszorg voor 1,5 VTE.

         Doelgroepen

º         Leeftijd:

          85% van de klanten is 70 jaar of ouder; meer dan de helft van de klanten (53%) is 85 jaar of ouder;

          8% is tussen 55 en 70 jaar oud. Hier zijn de redenen hulp zeer divers: zowel fysieke moeilijkheden, ziekte, dementie, en andere.

          7% is jonger dan 55 jaar. Voor deze groep zijn de redenen voor hulp van sociale, of psychiatrische aard of een handicap.

º         Zorgbehoevendheid:

          Slechts bij 13%van de gebruikers is de score om zorgbehoevendheid te meten lager dan 25. Om recht te hebben op een mantelzorgtoelage van het OCMW zijn minstens 18 punten nodig; vanaf 35 punten wordt men als “zwaar zorgbehoevend” beschouwd.

          45% van de kanten zijn zwaar zorgbehoevend.

º         Reden hulp:

          75% van de klanten krijgen hulp omwille van een fysiek probleem (door ziekte of functieverlies door ouderdom),

          10% omwille van een beperking of handicap,

          15% van de klanten heeft psychische en/of sociale problemen.

º         Gezinssituatie:

          70% van de klanten woont alleen.

          16% van de klanten behoren tot de categorie bejaard echtpaar, beide hulpbehoevend.

         Wachtlijst

º         Knelpunten huidige werking

          De wachttijd bedraagt op dit moment ongeveer 2,5 jaar.

          Er bestaat momenteel geen voorrangsregel. De aanvragen worden chronologisch genoteerd en behandeld.

          Elke persoon die hulpbehoevend is, kan een aanvraag doen. Er zijn  geen prioriteiten voor specifieke doelgroepen.

          Het wachtlijstbeheer is nog nooit eerder geëvalueerd.

          Ondanks de investeringen die het bestuur de laatste jaren heeft gedaan, moet vastgesteld worden dat er heel wat burgers uit de boot vallen.

º         Prioriteitenbepaling in de doelgroep

          In het recente klantenbestand van de poetsdienst kan er een onderscheid gemaakt worden in volgende categorieën om te bepalen welke klanten eventueel stopgezet zouden kunnen worden:

 

Categorie

 

Integraal zorgdossier (krijgen ook gezinszorg van onze dienst)

16%

Combinatie integrale zorg en detectiefunctie (ontbreken van mantelzorg of beperkte aanwezigheid ervan, of signalen gekregen dat de persoon extra opgevolgd dient te worden)

 

11%

Detectiefunctie belangrijk

12%

Intensief begeleid door sociale dienst

11%

Zwaar zorgbehoevend koppel

4%

Klant krijgt al meer dan 10 jaar hulp van de dienst

23%

Klant krijgt meer dan 5 jaar hulp van de dienst

10%

Mogelijks door te verwijzen

(wel zorgbehoevendheid, maar niet zwaar zorgbehoevend, zonder andere dienstverlening van onze diensten en nog geen langdurige hulpverlening: minder dan 5 jaar).

 

 

12%

Totaal actieve klanten in de poetsdienst

100%

 

         Mogelijke scenario's voor de poetsdienst

º         Scenario 1: status quo

          Aanbod poetshulp behouden, mits prioriteitensysteem en met voldoende casemix.

          Het huidig personeelsbestand behouden en blijvend investeren in zorg op maat voor de klanten. De vraag en nood zijn groot, het aanbod ontoereikend. In dit scenario zouden er bijkomende aanwervingen voorzien moeten worden om het huidig klantenbestand van zorg te kunnen voorzien.

º         Scenario 2: doelgroepafbakening

          Op korte termijn zullen er geen nieuwe klanten kunnen opstarten en zal, zonder vervangingen van pensioneringen, de hulp bij bepaalde klanten tijdelijk meer gespreid worden waardoor alle klanten minimale dienstverlening krijgen, bijvoorbeeld wekelijkse klanten die tijdelijk tweewekelijks hulp krijgen.

º         Scenario 3: het huidige aanbod in de poetsdienst blijft behouden en er wordt (deels) overgeschakeld naar een werking met dienstencheques om bijkomende middelen te bekomen.

          Dit is een piste die eventueel samen met Tervuren kan bekeken worden: zij hebben al een uitgebreide poetsdienst met dienstencheques en 1 à 2 medewerkers in aanvullende thuiszorg. Deze piste werd nog niet afgetoetst met de dienst van Tervuren.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Adviezen

         Het bijzonder comité voor de sociale dienst gaf volgend advies op de zitting van 9 maart 2020:

º         Het bijzonder comité voor de sociale dienst adviseert om met scenario 2 aan de slag te gaan op voorwaarde dat er rekening wordt gehouden met volgende aandachtspunten:

          De klanten/burgers moeten steeds terecht kunnen bij de dienst zorg en welzijn. Indien er geen directe dienstverlening door de eigen poetsdienst kan opgestart worden, zorgt de dienst zorg en welzijn voor begeleiding en opvolging naar externe zorgverstrekkers.

          De voorgestelde minimum leeftijd van 80 jaar zou moeten opgetrokken worden naar 85 jaar omdat er dan meer specifiek op deze doelgroep kan ingezet worden.

          Indien er door deze oefening middelen vrijkomen dienen deze terug geïnvesteerd of aangewend worden binnen de dienst zorg en welzijn.

º         Het bijzonder comité voor de sociale dienst adviseert om bij de prioriteitenbepaling van de doelgroep het voorstel van de dienst zorg en welzijn te volgen met bijzondere aandacht voor:

          Het criterium leeftijd waarbij de nadruk wordt gelegd op de leeftijdscategorie +85-jarigen

          Het criterium van zorgbehoevendheid

          De administratieve last die verbonden is aan het bepalen van de prioriteiten per aanvrager moet zo minimaal mogelijk zijn.

 

Argumentatie

         Momenteel is er op de markt heel wat aanbod van poetsfirma's. Zij hebben een groot aandeel op de markt maar de sociale dienst constateert regelmatig dat personen met specifieke zorgbehoeften vaak niet de zorg op maat krijgen die ze nodig hebben of dat de hulpverlening stopgezet wordt. Aangezien het voor deze doelgroepen uitermate belangrijk is om de gepaste zorg te ontvangen, wordt er geopteerd om net in te zetten op deze doelgroepen:

º         leeftijd ouder dan 85 jaar

º         integrale zorg (gezinszorg en poetsdienst van eigen dienst)

º         grote zorgbehoefte (BEL-score van >35 punten)

º         sociale problematiek aanwezig (budgetbeheer, verzamelwoede, psychische problematiek, minderjarige kinderen in een problematische opvoedingssituatie...)

         De dienst zorg en welzijn moet garant staan dat hulpvragers zorg krijgen die ze nodig hebben: enerzijds door zelf zorg aan te bieden door de eigen medewerkers, anderzijds door zorgbehoevenden die niet terecht kunnen binnen de eigen werking door te verwijzen naar de aanbieders op de markt. De maatschappelijk werker is in dit geval de zorgregisseur: hij leidt de cliënt (of zijn mantelzorgers) toe naar de aanbieders en volgt de situatie verder op.

         Door het toeleiden van zorgbehoevenden, worden dezelfde middelen ingezet maar wordt er een groter aantal zorgbehoevenden bereikt.

         Rekening houdend met het huidige klantenbestand (ouderen, jarenlang klant...) wordt er een overgangsperiode voorzien en zal het nieuwe systeem pas worden toegepast op de personen met zorgnood op de wachtlijst als er vaste vrije plaatsen komen.

         Naast de reguliere werking biedt de poetsdienst ook crisiszorg. Dit is tijdelijke zorg na opname in het ziekenhuis, gevolg van een ongeval met revalidatieperiode... In deze situaties is een tijdelijke hulp van 6 beurten mogelijk.

         Het prioriteitensysteem is een administratief eenvoudig systeem:

º         leeftijd is eenvoudig te berekenen: vanaf de dag dat de persoon 80 wordt, krijgt hij score 1, indien jonger score 0, vanaf +85 scoort men 2 punten

º         integrale zorg (gezinszorg en poetsdienst van eigen dienst): gebruikers van de dienst gezinszorg die een aanvraag indienen voor de poetsdienst scoren 1, andere aanvragers scoren 0

º         grote zorgbehoefte (BEL-score van >35 punten): BEL-score wordt altijd ingevuld voor de rechtenverkenning. Aanvragers met een score >35 scoren 2 punten, anderen scoren 0

º         sociale problematiek aanwezig: verwaarlozing, budgetbeheer, psychische problemen... scoren 1, anderen 0

 

Besluit

 

20 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns en Albert Mees

1 onthouding: Eddy Vranckx

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het advies van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 9 maart 2020.

 

Artikel 2:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om prioriteiten toe te kennen aan volgende doelgroepen:

         zorgbehoevendheid +35+2 punten

         leeftijd

º         80-85 jaar+1 punt

º         +85 jaar+2 punten

         integrale zorg (combinatie poetsdienst en gezinszorg):+1 punt

         sociale problematiek:   +1 punt

 

Artikel 3:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de dienstverlening verder te zetten bij de huidige gebruikers. Indien er ruimte ontstaan in de poetsdienst, dienen de aanvragers op de wachtlijst herscoord te worden aan de hand van de prioriteiten.

 

Artikel 4:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om, in de mate van het mogelijke, in te spelen op de vragen rond dringende hulp/crisishulp. Crisishulp kan dan als buffer dienen, waarbij de dienst een aantal uren beschikbaar houdt voor dringende zorgverlening.

 

Artikel 5:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om bij een status quo van de scores, de aanvraag die chronologisch eerst plaatsvond, voorrang te verlenen.

 

Artikel 6:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om het huidige klantenbestand niet te screenen aan de nieuwe voorwaarden maar zal deze prioriteiten enkel toepassen voor nieuwe dossiers. De huidige en lopende dossiers worden niet herscoord.

 

Artikel 7:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om voor nieuwe gebruikers het gebruikersprofiel van de klanten jaarlijks te evalueren. Indien gebruikers niet meer voldoende scoren om prioriteit te verkrijgen, worden zij, indien mogelijk, verder geholpen via eigen dienstverlening. Indien er gebruikers op de wachtlijst staan met een hogere score, worden de gebruikers met de lagere score toegeleid naar andere diensten.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

ENERGIEARMOEDE. GOEDKEURING DEELNAME SYSTEEM MINIMALE LEVERING AARDGAS 2020-2021.

 

Voorgeschiedenis

         Besluit van de Vlaamse regering van 4 maart 2016 over de goedkeuring van het Energiearmoedeprogramma.

         E-mail van 21 september 2020 van het Vlaams Energieagentschap over de tussenkomst voor minimale levering van aardgas in de winterperiode 2020-2021.

 

Feiten en context

         Met de ‘minimale levering via de aardgasbudgetmeter’ wil de Vlaamse regering de OCMW’s een middel aanreiken om gezinnen die de middelen ontberen om de budgetmeter aardgas op te laden en die dus het risico lopen zonder verwarming te vallen in de winterperiode, te ondersteunen door hen een ‘minimale hoeveelheid’ aardgas ter beschikking te stellen via halfmaandelijkse opladingen van de budgetmeterkaart.

         OCMW Bertem neemt sinds 2012 jaarlijks deel aan deze maatregel. Het aantal cliënten die gebruikmaakten van deze maatregel was eerder beperkt, tot nu toe maximum één cliënt per seizoen.

         De toepassingsperiode van de maatregel loopt van 1 november tot en met 31 maart. Afhankelijk van de noden van de betrokken gezinnen, kunnen de tussenkomsten dus maximaal gedurende 5 maanden worden toegekend.

         70% van het opgeladen bedrag kan gerecupereerd worden bij de netwerkbeheerder. Of en hoe het OCMW de overige 30% recupereert, bijvoorbeeld door (gedeeltelijke) terugvordering van de cliënt, kan het OCMW zelf beslissen.

         Deze regeling is optioneel voor de OCMW’s.

 

Juridische gronden

         Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976

Deze regeling valt onder de algemene maatschappelijke dienstverlening die de OCMW’s op basis van de OCMW-wet toekennen (art. 1 en art. 57, §1). Dat betekent dat de algemene regels inzake OCMW-dienstverlening van toepassing zijn.

         Decreet lokaal bestuur

         Artikelen 5.4.6. tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010

Deze artikelen handelen over het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter.

 

Adviezen

         De dienst zorg en welzijn stelt voor om, naar analogie met de voorgaande jaren, toe te treden tot het systeem van minimale levering via de aardgasbudgetmeter.

         De financieel directeur stelt voor dat het OCMW de 30% van de bijdrage, die niet gerecupereerd kan worden bij de distributienetbeheerder, ten laste neemt. Het gaat om opladingen van €10,66 tot €41,66 per cliënt per halve maand, waarvan 70% gerecupereerd wordt bij de distributienetbeheerder.

         BCSD van 16 november 2020: positief advies tot toetreding tot het systeem van minimale levering via de aardgasbudgetmeter voor de periode 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021.

 

Argumentatie

In tegenstelling tot de minimale levering aan 10 ampère via de budgetmeter voor elektriciteit, biedt de budgetmeter voor aardgas geen technisch betrouwbare en veilige mogelijkheid daartoe. Wie niet oplaadt en ook zijn noodkrediet (1000 kWh) heeft opgebruikt, valt zonder aardgas totdat hij de meter opnieuw oplaadt met de budgetmeterkaart.

 

De raad voor maatschappelijk welzijn meent dat de kans bestaat dat er gebruikers zijn die geen of onvoldoende middelen hebben om hun woning te verwarmen.

 

Om te vermijden dat mensen zonder verwarming vallen, voorzag de Vlaamse regering een alternatief dat de OCMW’s toelaat om aan behoeftigen een beperkte financiële steun toe te kennen om hun budgetmeter op te laden. Deze financiële tussenkomst staat voor een minimale hoeveelheid aardgas, goed voor een minimaal comfort. De OCMW’s beschikken hiermee over een extra instrument om een financiële tussenkomst te doen in de energiekosten van 1 november tot en met 31 maart.

 

Financiële gevolgen

         Gezien het beperkt bereik van deze maatregel, is de financiële impact eerder beperkt. De financiële impact heeft zich de voorbije jaren beperkt tot maximum 50 euro.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om in te stappen in het systeem van minimale levering van aardgas voor de periode van 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021.

 

Artikel 2:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de maximale tussenkomst van 70% te recupereren bij de distributienetbeheerder en de overige 30% ten laste te laten nemen door het OCMW.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING IGO 11 DECEMBER 2020 EN VASTSTELLING MANDAAT OCMW-VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de aanstelling van de vertegenwoordiger voor de algemene vergadering.
  • Uitnodiging van 20 oktober 2020 voor de algemene vergadering van IGO van 11 december 2020, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • OCMW Bertem neemt deel aan de dienstverlenende vereniging IGO.
  • Op 11 december 2020 om 17.45 uur (aansluitend op de buitengewone algemene vergadering) wordt een algemene vergadering van IGO gehouden met volgende agendapunten:

1. Goedkeuring verslag 26.06.2020

2. Goedkeuring begroting 2021(documenten 1 + 2)

3. Goedkeuring jaarprogramma2021(document 3)

4. Benoeming revisor boekjaren 2020 -2021 –2022:Vivey & Co.

5. Voordracht algemeen comité:

Gemeente en OCMW Kortenaken: Michel Vander Velpen (vervanging

Annita Vandebroeck)

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De aan de raad voor maatschappelijk welzijn toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd.

  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

  • Statuten van IGO, goedgekeurd door de algemene vergadering van 28 juni 2019.

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 11 december 2020 moet het mandaat van de OCMW-vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

Besluit

 

Stemming toevoeging agendapunt

Motivering: Geen andere zitting meer voor 11 december 2020 (AV)

eenparig

eenparig

 

Artikel 1:

De OCMW-vertegenwoordiger op de algemene vergadering van IGO van 11 december 2020 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 24 november 2020

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

         Artikel 31 en 74 van het decreet lokaal bestuur
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter vast bureau en aan de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

         Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over beleidsaangelegenheden van het OCMW die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Om het vast bureau in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het vast bureau en aan de voorzitter van de raad. Op mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

         Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Besluit

 

Mondelinge vragen

Er worden geen mondelinge vragen gesteld.

 

 

 

Publicatiedatum: 15/12/2020