Zitting van 24 november 2020
ZITTINGEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
• Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
• Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De OCMW-raad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de raad.
• Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de OCMW-raad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur.
Bijlagen
• Notulen zitting van 27 oktober 2020.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 27 oktober 2020 goed.
Zitting van 24 november 2020
RAADSLEDEN. KENNISNAME EINDE VERHINDERING RAADSLID JENNE VAN CORTENBERG.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
• De verhindering wegens zwangerschapsverlof van raadslid Jenne Van Cortenberg is geëindigd op 23 november 2020.
Juridische gronden
Besluit
Mededeling
De raad neemt kennis van het einde van de verhindering wegens ouderschapsverlof van raadslid Jenne Van Cortenberg (CD&V) op 23 november 2020.
Zitting van 24 november 2020
RECHTSPOSITIEREGELING. VASTLEGGING VERVANGENDE FEESTDAGEN EN VERVANGEND BETAALD VERLOF FEESTDAGEN 2021.
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Omwille van de uniformiteit en van de integratie van de diensten van gemeente en OCMW is het wenselijk om aan de personeelsleden het recht te verlenen om de compensatie voor de feestdagen die vallen op zaterdag 1 mei 2021, zondag 11 juli 2021 en zondag 26 december 2021 conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen. Voor zondag 15 augustus 2021 kan een vervangende feestdag vastgesteld worden op vrijdag 12 november 2021 en voor zaterdag 25 december 2021 op vrijdag 24 december 2021.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad beslist om voor zondag 15 augustus 2021 een vervangende feestdag vast te stellen op vrijdag 12 november 2021 en voor zaterdag 25 december 2021 op vrijdag 24 december 2021.
Artikel 2:
Het vervangend betaald verlof voor de feestdagen van zaterdag 1 mei 2021 en zondag 11 juli 2021 wordt toegevoegd aan de jaarlijkse vakantiedagen.
Artikel 3:
De raad beslist om aan de personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2° van de rechtspositieregeling en voor de personeelsleden, zoals bedoeld in artikel 1, 3° en in dienst getreden voor 1 januari 2011, het recht te verlenen om het vervangend betaald verlof voor de feestdag van zondag 26 december 2021 conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen.
Zitting van 24 november 2020
RECHTSPOSITIEREGELING. GOEDKEURING RECHTSPOSITIEREGELING LOKAAL BESTUUR BERTEM.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Naar aanleiding van de integratie van gemeente en OCMW was de opmaak van een gemeenschappelijke RPR noodzakelijk. De vroegere aparte rechtspositieregelingen zijn nu geïntegreerd in één document.
De belangrijkste aanpassingen zijn:
• toevoeging hoofdstuk over uitzendkrachten (p. 26)
• nieuw proces voor coaching, feedback en evaluatie (p. 34)
• toevoeging hoofdstuk over scholingsbeding (p. 49)
• toevoeging hoofdstuk over interne dienstaanwijzingen (p. 63)
• toevoeging hoofdstuk over externe personeelsmobiliteit (p. 69)
• uitvoering sectoraal akkoord 2020
Om het sectoraal akkoord 2020 uit te voeren, moeten de personeelsleden van lokale besturen vanaf 2020 een koopkrachtverhoging van 200 euro krijgen. Het college ging in zitting van 5 oktober 2020 akkoord met het voorstel om het bedrag van 200 euro op te splitsen in 160 euro aan ecocheques en 40 euro aan B-bonnen. De referentieperiode loopt jaarlijks van 1 januari tot en met 31 december.
Dit wordt toegevoegd aan de RPR door artikel 217 bis en ter (onder hoofdstuk VI ' De sociale voordelen'.
De overige wijzigingen zijn vnl. het gevolg van gewijzigde wetgeving, bv. bij de diverse vormen van verloven.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de bijgevoegde rechtspositieregeling voor de personeelsleden van lokaal bestuur Bertem goed.
Artikel 2:
De gewijzigde rechtspositieregeling treedt in werking op 1 januari 2021.
Artikel 3:
Het administratief personeel kan deze rechtspositieregeling consulteren via intranet. Aan het overige personeel wordt een analoog exemplaar van deze rechtspositieregeling bezorgd.
Zitting van 24 november 2020
RECHTSPOSITIEREGELING. GOEDKEURING RECHTSPOSITIEREGELING OCMW-CLIËNTEEL TEWERKGESTELD IN HET KADER VAN ART. 60 §7 OCMW-WET.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Naar aanleiding van de integratie van gemeente en OCMW was de opmaak van een gemeenschappelijke rechtspositieregeling (RPR) en arbeidsreglement noodzakelijk.
De huidige en nieuw voorgestelde RPR zijn echter niet van toepassing op personeel tewerkgesteld onder artikel 60 §7 van de OCMW-wet.
Voor deze categorie van personeelsleden was het nodig om een aangepaste RPR op te maken.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de bijgevoegde rechtspositieregeling voor OCMW-cliënteel tewerkgesteld in het kader van art. 60 §7 OCMW-wet goed.
Artikel 2:
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.
Zitting van 24 november 2020
ARBEIDSREGLEMENT. GOEDKEURING ARBEIDSREGLEMENT LOKAAL BESTUUR BERTEM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
• De huidige arbeidsreglementen voor het gemeentepersoneel en het OCMW-personeel zijn niet meer actueel en dienen gemoderniseerd te worden.
• Er werd gekozen om een gemeenschappelijk/gezamenlijk arbeidsreglement op te maken voor gemeente en OCMW.
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Net als de invoering van een gemeenschappelijke rechtspositieregeling is het noodzakelijk om ook één arbeidsreglement te hebben voor lokaal bestuur Bertem. Dit zal de integratie van het personeel van beide besturen ondersteunen.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
• de invoering van een systeem van flexibel werken (bijlage 1B)
• de mogelijkheid om structureel of occasioneel thuis te werken (bijlage 9)
• het vastleggen van een beleid rond sociale media (bijlage 11)
• een beleid voor het gebruik van een geolokalisatiesysteem (bijlage 12)
• de procedure rond re-integratie van arbeidsongeschikte personeelsleden (bijlage 13)
• het preventiebeleid voor moederschapsbescherming (bijlage 14).
Bijlagen
• brtg-ar-rgl-20201124-g arbeidsreglement GO
• brtg-ar-rgl-20201124-g arbeidsreglement GO bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt het bijgevoegd gemeenschappelijk arbeidsreglement en de bijlagen voor het personeel van lokaal bestuur Bertem goed.
Artikel 2:
Het arbeidsreglement voor het personeel van lokaal bestuur Bertem treedt in werking op 1 januari 2021 en vervangt alle voorgaande documenten.
Artikel 3:
Dit arbeidsreglement wordt overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten, Directie Leuven.
Artikel 4:
Een exemplaar van dit arbeidsreglement wordt bezorgd aan alle personeelsleden, aan IDEWE, aan de gewestelijke secretarissen van de drie representatieve werknemersorganisaties en aan de intergemeentelijke dienst PBW van Interleuven.
Zitting van 24 november 2020
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING INTERLEUVEN 16 DECEMBER 2020 EN VASTSTELLING MANDAAT VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 16 december 2020 moet het mandaat van de vertegenwoordiger van OCMW Bertem worden vastgelegd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Interleuven van 16 december 2020 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Diane Vander Elst Dirk Stoffelen Joël Vander Elst Marc Morris Jenne Van Cortenberg Roland Gustin Albert Mees Iris De Smet Maria Andries Pieter Sempels Karin Baudemprez Eddy Vranckx Peter Persyn Tom Philips Yvette Laes Joris Fonteyn Jimmy Geyns Joery Verhoeven Greet Goossens Wouter Fock Griet Verhenneman Jan De Keyzer Diane Vander Elst Joël Vander Elst Marc Morris Jenne Van Cortenberg Roland Gustin Albert Mees Iris De Smet Maria Andries Pieter Sempels Karin Baudemprez Eddy Vranckx Peter Persyn Tom Philips Yvette Laes Joris Fonteyn Jimmy Geyns Joery Verhoeven Greet Goossens Wouter Fock Griet Verhenneman Jan De Keyzer Greet Goossens Jenne Van Cortenberg Iris De Smet Tom Philips Diane Vander Elst Jimmy Geyns Yvette Laes Marc Morris Pieter Sempels Joery Verhoeven Albert Mees Griet Verhenneman Peter Persyn Roland Gustin Joël Vander Elst Maria Andries Jan De Keyzer Wouter Fock Karin Baudemprez Joris Fonteyn Eddy Vranckx aantal voorstanders: 20 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 24 november 2020
THUISDIENSTEN OCMW. GOEDKEURING REGLEMENT DOELGROEPAFBAKENING POETSDIENST.
Voorgeschiedenis
• BCSD 10 februari 2020: kennisname doorlichtingsnota thuisdiensten
• BCSD 9 maart 2020: advies prioriteitenbepaling thuisdiensten
Feiten en context
• Reeds vele jaren staat het OCMW gekend voor het leveren van kwalitatieve thuisdiensten: gezinszorg, poetsdienst en maaltijden.
Met gezinszorg wordt er zorg aan huis geboden door 6 verzorgenden. Zij helpen de klanten bij hun dagelijks toilet, om eten te maken, hulp in het huishouden, boodschappen doen...
De poetsdienst biedt hulp in de schoonmaak voor wie het zelf niet (meer) goed kan. Dit gebeurt door 7 poetsmedewerkers (4,97 VTE).
De maaltijden aan huis worden door een traiteur voorbereid en sinds 1 december 2019 niet meer door eigen personeel bedeeld aan de klanten.
• Voor de maaltijden aan huis zijn er nooit wachtlijsten geweest. Voor de gezinszorg is er een wachtlijst bij uitzondering maar voor de poetsdienst staan mensen ongeveer 2,5 jaar op de wachtlijst.
• De voorbije 2,5 jaar zijn er geen nieuwe cliënten meer opgestart in de poetsdienst.
• Middelen
º De kostprijs van een poetshelpster bedraagt gemiddeld €35/uur; exclusief administratieve ondersteuning
º Als werkgever voorziet het bestuur in ondersteunend materiaal (schort, schoenen, EHBO-set, dienst-gsm…)
º Daarnaast wordt er administratieve ondersteuning voorzien, deels door een maatschappelijk werker en deels door een administratieve medewerker (planning, klanten verwittigen, prijsberekening, facturatie…)
º Binnen het systeem van aanvullende thuiszorg (poetshulp die gelinkt wordt aan gezinszorg) wordt er een subsidie ontvangen van €61 500 voor aanvullende thuiszorg voor 1,5 VTE.
• Doelgroepen
º Leeftijd:
▪ 85% van de klanten is 70 jaar of ouder; meer dan de helft van de klanten (53%) is 85 jaar of ouder;
▪ 8% is tussen 55 en 70 jaar oud. Hier zijn de redenen hulp zeer divers: zowel fysieke moeilijkheden, ziekte, dementie, en andere.
▪ 7% is jonger dan 55 jaar. Voor deze groep zijn de redenen voor hulp van sociale, of psychiatrische aard of een handicap.
º Zorgbehoevendheid:
▪ Slechts bij 13%van de gebruikers is de score om zorgbehoevendheid te meten lager dan 25. Om recht te hebben op een mantelzorgtoelage van het OCMW zijn minstens 18 punten nodig; vanaf 35 punten wordt men als “zwaar zorgbehoevend” beschouwd.
▪ 45% van de kanten zijn zwaar zorgbehoevend.
º Reden hulp:
▪ 75% van de klanten krijgen hulp omwille van een fysiek probleem (door ziekte of functieverlies door ouderdom),
▪ 10% omwille van een beperking of handicap,
▪ 15% van de klanten heeft psychische en/of sociale problemen.
º Gezinssituatie:
▪ 70% van de klanten woont alleen.
▪ 16% van de klanten behoren tot de categorie bejaard echtpaar, beide hulpbehoevend.
• Wachtlijst
º Knelpunten huidige werking
▪ De wachttijd bedraagt op dit moment ongeveer 2,5 jaar.
▪ Er bestaat momenteel geen voorrangsregel. De aanvragen worden chronologisch genoteerd en behandeld.
▪ Elke persoon die hulpbehoevend is, kan een aanvraag doen. Er zijn geen prioriteiten voor specifieke doelgroepen.
▪ Het wachtlijstbeheer is nog nooit eerder geëvalueerd.
▪ Ondanks de investeringen die het bestuur de laatste jaren heeft gedaan, moet vastgesteld worden dat er heel wat burgers uit de boot vallen.
º Prioriteitenbepaling in de doelgroep
▪ In het recente klantenbestand van de poetsdienst kan er een onderscheid gemaakt worden in volgende categorieën om te bepalen welke klanten eventueel stopgezet zouden kunnen worden:
Categorie |
|
Integraal zorgdossier (krijgen ook gezinszorg van onze dienst) | 16% |
Combinatie integrale zorg en detectiefunctie (ontbreken van mantelzorg of beperkte aanwezigheid ervan, of signalen gekregen dat de persoon extra opgevolgd dient te worden) |
11% |
Detectiefunctie belangrijk | 12% |
Intensief begeleid door sociale dienst | 11% |
Zwaar zorgbehoevend koppel | 4% |
Klant krijgt al meer dan 10 jaar hulp van de dienst | 23% |
Klant krijgt meer dan 5 jaar hulp van de dienst | 10% |
Mogelijks door te verwijzen (wel zorgbehoevendheid, maar niet zwaar zorgbehoevend, zonder andere dienstverlening van onze diensten en nog geen langdurige hulpverlening: minder dan 5 jaar). |
12% |
Totaal actieve klanten in de poetsdienst | 100% |
• Mogelijke scenario's voor de poetsdienst
º Scenario 1: status quo
▪ Aanbod poetshulp behouden, mits prioriteitensysteem en met voldoende casemix.
▪ Het huidig personeelsbestand behouden en blijvend investeren in zorg op maat voor de klanten. De vraag en nood zijn groot, het aanbod ontoereikend. In dit scenario zouden er bijkomende aanwervingen voorzien moeten worden om het huidig klantenbestand van zorg te kunnen voorzien.
º Scenario 2: doelgroepafbakening
▪ Op korte termijn zullen er geen nieuwe klanten kunnen opstarten en zal, zonder vervangingen van pensioneringen, de hulp bij bepaalde klanten tijdelijk meer gespreid worden waardoor alle klanten minimale dienstverlening krijgen, bijvoorbeeld wekelijkse klanten die tijdelijk tweewekelijks hulp krijgen.
º Scenario 3: het huidige aanbod in de poetsdienst blijft behouden en er wordt (deels) overgeschakeld naar een werking met dienstencheques om bijkomende middelen te bekomen.
▪ Dit is een piste die eventueel samen met Tervuren kan bekeken worden: zij hebben al een uitgebreide poetsdienst met dienstencheques en 1 à 2 medewerkers in aanvullende thuiszorg. Deze piste werd nog niet afgetoetst met de dienst van Tervuren.
Juridische gronden
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
Adviezen
• Het bijzonder comité voor de sociale dienst gaf volgend advies op de zitting van 9 maart 2020:
º Het bijzonder comité voor de sociale dienst adviseert om met scenario 2 aan de slag te gaan op voorwaarde dat er rekening wordt gehouden met volgende aandachtspunten:
▪ De klanten/burgers moeten steeds terecht kunnen bij de dienst zorg en welzijn. Indien er geen directe dienstverlening door de eigen poetsdienst kan opgestart worden, zorgt de dienst zorg en welzijn voor begeleiding en opvolging naar externe zorgverstrekkers.
▪ De voorgestelde minimum leeftijd van 80 jaar zou moeten opgetrokken worden naar 85 jaar omdat er dan meer specifiek op deze doelgroep kan ingezet worden.
▪ Indien er door deze oefening middelen vrijkomen dienen deze terug geïnvesteerd of aangewend worden binnen de dienst zorg en welzijn.
º Het bijzonder comité voor de sociale dienst adviseert om bij de prioriteitenbepaling van de doelgroep het voorstel van de dienst zorg en welzijn te volgen met bijzondere aandacht voor:
▪ Het criterium leeftijd waarbij de nadruk wordt gelegd op de leeftijdscategorie +85-jarigen
▪ Het criterium van zorgbehoevendheid
▪ De administratieve last die verbonden is aan het bepalen van de prioriteiten per aanvrager moet zo minimaal mogelijk zijn.
Argumentatie
• Momenteel is er op de markt heel wat aanbod van poetsfirma's. Zij hebben een groot aandeel op de markt maar de sociale dienst constateert regelmatig dat personen met specifieke zorgbehoeften vaak niet de zorg op maat krijgen die ze nodig hebben of dat de hulpverlening stopgezet wordt. Aangezien het voor deze doelgroepen uitermate belangrijk is om de gepaste zorg te ontvangen, wordt er geopteerd om net in te zetten op deze doelgroepen:
º leeftijd ouder dan 85 jaar
º integrale zorg (gezinszorg en poetsdienst van eigen dienst)
º grote zorgbehoefte (BEL-score van >35 punten)
º sociale problematiek aanwezig (budgetbeheer, verzamelwoede, psychische problematiek, minderjarige kinderen in een problematische opvoedingssituatie...)
• De dienst zorg en welzijn moet garant staan dat hulpvragers zorg krijgen die ze nodig hebben: enerzijds door zelf zorg aan te bieden door de eigen medewerkers, anderzijds door zorgbehoevenden die niet terecht kunnen binnen de eigen werking door te verwijzen naar de aanbieders op de markt. De maatschappelijk werker is in dit geval de zorgregisseur: hij leidt de cliënt (of zijn mantelzorgers) toe naar de aanbieders en volgt de situatie verder op.
• Door het toeleiden van zorgbehoevenden, worden dezelfde middelen ingezet maar wordt er een groter aantal zorgbehoevenden bereikt.
• Rekening houdend met het huidige klantenbestand (ouderen, jarenlang klant...) wordt er een overgangsperiode voorzien en zal het nieuwe systeem pas worden toegepast op de personen met zorgnood op de wachtlijst als er vaste vrije plaatsen komen.
• Naast de reguliere werking biedt de poetsdienst ook crisiszorg. Dit is tijdelijke zorg na opname in het ziekenhuis, gevolg van een ongeval met revalidatieperiode... In deze situaties is een tijdelijke hulp van 6 beurten mogelijk.
• Het prioriteitensysteem is een administratief eenvoudig systeem:
º leeftijd is eenvoudig te berekenen: vanaf de dag dat de persoon 80 wordt, krijgt hij score 1, indien jonger score 0, vanaf +85 scoort men 2 punten
º integrale zorg (gezinszorg en poetsdienst van eigen dienst): gebruikers van de dienst gezinszorg die een aanvraag indienen voor de poetsdienst scoren 1, andere aanvragers scoren 0
º grote zorgbehoefte (BEL-score van >35 punten): BEL-score wordt altijd ingevuld voor de rechtenverkenning. Aanvragers met een score >35 scoren 2 punten, anderen scoren 0
º sociale problematiek aanwezig: verwaarlozing, budgetbeheer, psychische problemen... scoren 1, anderen 0
Besluit
20 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns en Albert Mees
1 onthouding: Eddy Vranckx
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het advies van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 9 maart 2020.
Artikel 2:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om prioriteiten toe te kennen aan volgende doelgroepen:
• zorgbehoevendheid +35+2 punten
• leeftijd
º 80-85 jaar+1 punt
º +85 jaar+2 punten
• integrale zorg (combinatie poetsdienst en gezinszorg):+1 punt
• sociale problematiek: +1 punt
Artikel 3:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de dienstverlening verder te zetten bij de huidige gebruikers. Indien er ruimte ontstaan in de poetsdienst, dienen de aanvragers op de wachtlijst herscoord te worden aan de hand van de prioriteiten.
Artikel 4:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om, in de mate van het mogelijke, in te spelen op de vragen rond dringende hulp/crisishulp. Crisishulp kan dan als buffer dienen, waarbij de dienst een aantal uren beschikbaar houdt voor dringende zorgverlening.
Artikel 5:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om bij een status quo van de scores, de aanvraag die chronologisch eerst plaatsvond, voorrang te verlenen.
Artikel 6:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om het huidige klantenbestand niet te screenen aan de nieuwe voorwaarden maar zal deze prioriteiten enkel toepassen voor nieuwe dossiers. De huidige en lopende dossiers worden niet herscoord.
Artikel 7:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om voor nieuwe gebruikers het gebruikersprofiel van de klanten jaarlijks te evalueren. Indien gebruikers niet meer voldoende scoren om prioriteit te verkrijgen, worden zij, indien mogelijk, verder geholpen via eigen dienstverlening. Indien er gebruikers op de wachtlijst staan met een hogere score, worden de gebruikers met de lagere score toegeleid naar andere diensten.
Zitting van 24 november 2020
ENERGIEARMOEDE. GOEDKEURING DEELNAME SYSTEEM MINIMALE LEVERING AARDGAS 2020-2021.
Voorgeschiedenis
• Besluit van de Vlaamse regering van 4 maart 2016 over de goedkeuring van het Energiearmoedeprogramma.
• E-mail van 21 september 2020 van het Vlaams Energieagentschap over de tussenkomst voor minimale levering van aardgas in de winterperiode 2020-2021.
Feiten en context
• Met de ‘minimale levering via de aardgasbudgetmeter’ wil de Vlaamse regering de OCMW’s een middel aanreiken om gezinnen die de middelen ontberen om de budgetmeter aardgas op te laden en die dus het risico lopen zonder verwarming te vallen in de winterperiode, te ondersteunen door hen een ‘minimale hoeveelheid’ aardgas ter beschikking te stellen via halfmaandelijkse opladingen van de budgetmeterkaart.
• OCMW Bertem neemt sinds 2012 jaarlijks deel aan deze maatregel. Het aantal cliënten die gebruikmaakten van deze maatregel was eerder beperkt, tot nu toe maximum één cliënt per seizoen.
• De toepassingsperiode van de maatregel loopt van 1 november tot en met 31 maart. Afhankelijk van de noden van de betrokken gezinnen, kunnen de tussenkomsten dus maximaal gedurende 5 maanden worden toegekend.
• 70% van het opgeladen bedrag kan gerecupereerd worden bij de netwerkbeheerder. Of en hoe het OCMW de overige 30% recupereert, bijvoorbeeld door (gedeeltelijke) terugvordering van de cliënt, kan het OCMW zelf beslissen.
• Deze regeling is optioneel voor de OCMW’s.
Juridische gronden
• Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976
Deze regeling valt onder de algemene maatschappelijke dienstverlening die de OCMW’s op basis van de OCMW-wet toekennen (art. 1 en art. 57, §1). Dat betekent dat de algemene regels inzake OCMW-dienstverlening van toepassing zijn.
• Decreet lokaal bestuur
• Artikelen 5.4.6. tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010
Deze artikelen handelen over het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter.
Adviezen
• De dienst zorg en welzijn stelt voor om, naar analogie met de voorgaande jaren, toe te treden tot het systeem van minimale levering via de aardgasbudgetmeter.
• De financieel directeur stelt voor dat het OCMW de 30% van de bijdrage, die niet gerecupereerd kan worden bij de distributienetbeheerder, ten laste neemt. Het gaat om opladingen van €10,66 tot €41,66 per cliënt per halve maand, waarvan 70% gerecupereerd wordt bij de distributienetbeheerder.
• BCSD van 16 november 2020: positief advies tot toetreding tot het systeem van minimale levering via de aardgasbudgetmeter voor de periode 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021.
Argumentatie
In tegenstelling tot de minimale levering aan 10 ampère via de budgetmeter voor elektriciteit, biedt de budgetmeter voor aardgas geen technisch betrouwbare en veilige mogelijkheid daartoe. Wie niet oplaadt en ook zijn noodkrediet (1000 kWh) heeft opgebruikt, valt zonder aardgas totdat hij de meter opnieuw oplaadt met de budgetmeterkaart.
De raad voor maatschappelijk welzijn meent dat de kans bestaat dat er gebruikers zijn die geen of onvoldoende middelen hebben om hun woning te verwarmen.
Om te vermijden dat mensen zonder verwarming vallen, voorzag de Vlaamse regering een alternatief dat de OCMW’s toelaat om aan behoeftigen een beperkte financiële steun toe te kennen om hun budgetmeter op te laden. Deze financiële tussenkomst staat voor een minimale hoeveelheid aardgas, goed voor een minimaal comfort. De OCMW’s beschikken hiermee over een extra instrument om een financiële tussenkomst te doen in de energiekosten van 1 november tot en met 31 maart.
Financiële gevolgen
• Gezien het beperkt bereik van deze maatregel, is de financiële impact eerder beperkt. De financiële impact heeft zich de voorbije jaren beperkt tot maximum 50 euro.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om in te stappen in het systeem van minimale levering van aardgas voor de periode van 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021.
Artikel 2:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de maximale tussenkomst van 70% te recupereren bij de distributienetbeheerder en de overige 30% ten laste te laten nemen door het OCMW.
Zitting van 24 november 2020
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING IGO 11 DECEMBER 2020 EN VASTSTELLING MANDAAT OCMW-VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
1. Goedkeuring verslag 26.06.2020
2. Goedkeuring begroting 2021(documenten 1 + 2)
3. Goedkeuring jaarprogramma2021(document 3)
4. Benoeming revisor boekjaren 2020 -2021 –2022:Vivey & Co.
5. Voordracht algemeen comité:
Gemeente en OCMW Kortenaken: Michel Vander Velpen (vervanging
Annita Vandebroeck)
Juridische gronden
De aan de raad voor maatschappelijk welzijn toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd.
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 11 december 2020 moet het mandaat van de OCMW-vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Besluit
Stemming toevoeging agendapunt
Motivering: Geen andere zitting meer voor 11 december 2020 (AV)
eenparig
eenparig
Artikel 1:
De OCMW-vertegenwoordiger op de algemene vergadering van IGO van 11 december 2020 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Zitting van 24 november 2020
MONDELINGE VRAGEN.
Juridische gronden
• Artikel 31 en 74 van het decreet lokaal bestuur
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter vast bureau en aan de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
• Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over beleidsaangelegenheden van het OCMW die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Om het vast bureau in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het vast bureau en aan de voorzitter van de raad. Op mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.
• Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.
Besluit
Mondelinge vragen
Er worden geen mondelinge vragen gesteld.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.