BESLUITENLIJST VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 30 november 2021

Van 20.30 uur tot 21 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Eddy Vranckx

Voorzitter vast bureau:

Joël Vander Elst

Leden Vast Bureau:

Marc Morris, Yvette Laes en Tom Philips

Raadsleden:

Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny en Roos De Backer

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Lid vast bureau:

Joery Verhoeven

Raadsleden:

Griet Verhenneman en Hans Neckebrouck

 

Afwezig:

Raadslid:

Peter Persyn

 


Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

ZITTINGEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

         Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.

         Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De OCMW-raad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de raad.

         Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de OCMW-raad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

         Notulen zitting van 26 oktober 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 26 oktober 2021 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING IGO 17 DECEMBER 2021 EN VASTSTELLING MANDAAT OCMW-VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de aanstelling van de vertegenwoordiger voor de algemene vergadering.
  • Uitnodiging van 19 oktober 2021 voor de algemene vergadering van IGO div van 17 december 2021, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • OCMW Bertem neemt deel aan de dienstverlenende vereniging IGO.
  • Op 17 december 2021 om 17.45 uur wordt een algemene vergadering van IGO gehouden met volgende agendapunten:

1. Goedkeuring verslag 25-06-2020

2. Goedkeuring begroting 2022 (documenten 1 en 2)

3. Goedkeuring jaarprogramma 2022 (document 3)

4. Varia

 

Juridische gronden

  • Artikel 78 van het decreet lokaal bestuur

De aan de raad voor maatschappelijk welzijn toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd.

  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

  • Statuten van IGO, laatst gewijzigd op 11 december 2020 en bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgische Staatsblad van 14 januari 2021.

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 17 december 2021 moet het mandaat van de OCMW-vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

 

Bijlagen

         20211217_AV_Agenda

         20200626_Verslag_AV

         20211217_document_1_begroting_2022_IGO_div

         20211217_document_2_toelichting_begroting_2022

         20211217_document_3_jaaprogramma_2022

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Tom Philips, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Roos De Backer en Eddy Vranckx

1 onthouding: Joris Fonteyn

 

Artikel 1:

De OCMW-vertegenwoordiger op de algemene vergadering van IGO div van 17 december 2021 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA BIJZONDERE ALGEMENE VERGADERING INTERLEUVEN 15 DECEMBER 2021 EN VASTSTELLING MANDAAT OCMW-VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de aanstelling van de vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Interleuven.
  • Uitnodiging van 13 oktober 2021 voor de algemene vergadering van Interleuven van 15 december 2021, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • OCMW Bertem neemt deel aan de dienstverlenende vereniging Interleuven.
  • Op 15 december 2021 om 19.00 uur wordt een algemene vergadering van Interleuven gehouden met volgende agendapunten:
    1. Samenstelling van het bureau

2. Goedkeuring verslag algemene vergadering van 16-06-2021

3. Strategie en te ontwikkelen activiteiten 2022

4. Begroting 2022

5. Vervanging leden raad van bestuur

6. Diversen

 

Juridische gronden

         Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De aan de raad voor maatschappelijk welzijn toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd.

  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

  • Statuten van Interleuven, laatst gewijzigd op 11 september 2019

 

Argumentatie

Voor de bijzondere algemene vergadering van 15 december 2021 moet het mandaat van de OCMW-vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

 

Bijlagen

         uitnodiging BAV

         bijlage punt 2

         bijlage punt 3 + 4

         bijlage punt 4

         bijlage punt 5

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De OCMW-vertegenwoordiger op de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 15 december 2021 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

RECHTSPOSITIEREGELING. VASTLEGGING VERVANGENDE FEESTDAGEN EN VERVANGEND BETAALD VERLOF FEESTDAGEN 2022.

 

Feiten en context

  • In 2022 vallen de reglementaire feestdagen 1 januari, 1 mei en 25 december op een zaterdag of zondag.

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Artikel 179, §2 van het besluit van de Vlaamse regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2007.
    De raad krijgt de opdracht om de wijze te bepalen voor compensatie van feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag.
  • Artikel 226, §2 van de rechtspositieregeling voor het personeel van lokaal bestuur Bertem, goedgekeurd door de raad op 24 november 2020
    De raad bepaalt jaarlijks op welke wijze feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag gecompenseerd worden.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de vakbonden per e-mail op 9 november2021.

 

Argumentatie

Omwille van de uniformiteit en van de integratie van de diensten van gemeente en OCMW is het wenselijk om aan de personeelsleden het recht te verlenen om de compensatie voor de feestdagen die vallen op zaterdag 1 januari 2022 en zondag 25 december 2022 conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen. Voor zondag 1 mei 2022 kan een vervangende feestdag vastgelegd worden op vrijdag 22 juli 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad stelt voor zondag 1 mei 2022 een vervangende feestdag vast op vrijdag 22 juli 2022.

 

Artikel 2:

Het vervangend betaald verlof voor de feestdagen van zaterdag 1 januari 2022 en zondag 25 december 2022 wordt toegevoegd aan de jaarlijkse vakantiedagen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

RECHTSPOSITIEREGELING. GOEDKEURING RECURRENTE VERHOGING VAN DE EINDEJAARSTOELAGE VANAF 2021 VOOR PERSONEELSLEDEN IN DE THUISZORGDIENSTEN IN NAVOLGING VAN HET VIA6 DEELAKKOORD 2020.

 

Voorgeschiedenis

  • VIA6-voorakkoord van 24 november 2020, afgesloten tussen de Vlaamse regering, de vakbonden en werkgeversfederaties in de publieke en private socialprofitsectoren
  • VIA6-akkoord van 22 december 2020 met koopkrachtmaatregelen voor de publieke sector, afgesloten tussen de sociale partners en de Vlaamse regering en waarover onderhandeld werd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 23 december 2020
  • Brief van Vlaams minister Bart Somers van 23 december 2020 over de uitvoering van het deelakkoord VIA6 - koopkrachtmaatregelen publieke sector
  • Raadsbesluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 januari 2021 over de verhoging van de eindejaarstoelage 2020 voor personeelsleden in de thuisdiensten
  • Zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor social/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025

 

Feiten en context

         De Vlaamse Intersectorale Akkoorden voor de social/non-profitsectoren (VIA) zijn akkoorden tussen de sociale partners van de Vlaamse social/non-profitsectoren en de Vlaamse regering. Ze bevatten (inter)sectorale afspraken die betrekking hebben op diverse sociaal-economische thema’s (koopkracht, kwaliteit…).

         In het kader van deze VIA-akkoorden is een afsprakenkader vastgelegd voor het verzamelen van loon- en tewerkstellingsgegevens via de DmfA. Hiervoor worden VIA-deelsectorcodes ingevoerd in de DmfA. Personeelsleden tewerkgesteld in bepaalde sectoren krijgen zo een deelsectorcode toegewezen.

  • De eerste maatregel in het akkoord VIA6 is de verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 voor personeelsleden in de sector thuiszorg. Deze verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 werd reeds goedgekeurd door de raad van maatschappelijk welzijn op 26 januari 2021 en is reeds toegekend.
  • Een tweede maatregel in het akkoord VIA6 is de verhoging van de eindejaarstoelage vanaf 2021 voor alle medewerkers tewerkgesteld in de VIA-sectoren. Voor de gemeente gaat het om de personeelsleden uit de dienst van de thuiszorg.

 

Juridische gronden

  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
  • Voorakkoord VIA6 afgesloten op 24 november 2020 tussen de Vlaamse regering, de vakorganisaties en de werkgeversfederatie.
  • VIA6-deelakkoord van 22 december 2020 over koopkrachtmaatregelen publieke sector 2021-2025.
  • Ministeriële brief van 23 december 2020 betreffende het sectoraal deelakkoord VIA6 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 10 september 2021 tot wijziging van artikel 135 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 98 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Argumentatie

In navolging van het VIA6-akkoord wijzigde de Vlaamse regering definitief twee besluiten over de rechtspositie van het gemeente- en OCMW-personeel, waardoor de personeelsleden die onder dit VIA6-akkoord vallen, vanaf 2021 recht hebben op een recurrente verhoging van de eindejaarstoelage.

Voor het personeel in de VIA-zorgsectoren (OCMW) werd de eindejaarstoelage van 2020 reeds verhoogd, zoals beslist door de raad van maatschappelijk welzijn op 26 januari 2021.

 

Ook deze tweede maatregel koopkracht in dit VIA6-akkoord zal volledig gesubsidieerd worden met middelen van de Vlaamse overheid.

 

Financiële gevolgen

Deze recurrente verhoging van de eindejaarspremie vanaf 2021 zal volledig worden gesubsidieerd met middelen van de Vlaamse overheid.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden tewerkgesteld in de thuisdiensten van OCMW Bertem (deelsectorcodes 100 en 101).

 

Artikel 2:

Het variabel bedrag van de berekening van de eindejaarstoelage wordt vanaf 2021 verhoogd met 1,1% (van 2,5% naar 3,6%), rekening houdend met de prestatiebreuk van het personeelslid, zodat de nieuwe berekeningswijze voor de eindejaarstoelage voor een voltijds equivalent als volgt is:

         1288,43 euro vast bedrag + 3,6% variabel bedrag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

RECHTSPOSITIEREGELING. GOEDKEURING RECURRENTE VERHOGING VAN DE EINDEJAARSTOELAGE VANAF 2021 VOOR PERSONEEL LOKALE BESTUREN IN NAVOLGING VAN SECTORAAL AKKOORD VAN 9 JUNI 2021.

 

Voorgeschiedenis

  • Sectoraal akkoord van 9 juni 2021 tussen de sociale partners van de publieke sector houdende de aanpassing van de koopkrachtmaatregelen uit het VIA6-akkoord, de vervroegde uitkanteling van de publieke socio-culturele sector uit de VIA-akkoorden en de compensatie aan de lokale besturen voor het personeel dat niet onder het VIA6-akkoord valt.
  • Brief van Vlaams minister Bart Somers van 21 juni 2021 over de uitvoering van het sectoraal akkoord van 9 juni 2021.

 

Feiten en context

  • De Vlaamse Intersectorale Akkoorden voor de social/non-profitsectoren (VIA) zijn akkoorden tussen de sociale partners van de Vlaamse social/non-profitsectoren en de Vlaamse regering. Ze bevatten (inter)sectorale afspraken die betrekking hebben op diverse sociaal-economische thema’s (koopkracht, kwaliteit…).
  • In het kader van deze VIA-akkoorden is een afsprakenkader vastgelegd voor het verzamelen van loon- en tewerkstellingsgegevens via de DmfA. Hiervoor worden VIA-deelsectorcodes ingevoerd in de DmfA. Personeelsleden tewerkgesteld in bepaalde sectoren krijgen zo een deelsectorcode toegewezen.
  • In 2020 was er reeds een akkoord gesloten voor de verhoging van de eindejaarspremie van het zorg- en vrijetijdspersoneel, waardoor personeelsleden uit onze thuiszorg- en vrijetijdsdiensten een hogere eindejaarspremie genieten vanaf resp. 2020 en 2021.
  • Met dit nieuwe sectoraal akkoord wordt die verhoogde eindejaarstoelage voortaan toegekend aan àlle personeelsleden van het lokaal bestuur, waardoor de ongelijke behandeling tussen personeelsleden verdwijnt.
  • Zoals afgesproken in het VIA6-akkoord kent de Vlaamse regering een compensatie toe aan de lokale besturen om de oversijpelingseffecten van het VIA6-akkoord naar het personeel dat onder het toepassingsgebied van de sectorale akkoorden voor het personeel van de lokale en provinciale besturen valt maar geen VIA-personeel is, op te vangen.
    Deze compensatieregeling is recurrent: ze geldt vanaf 2021 en loopt door de volgende jaren, ook na 2025. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de index.
  • Dat bedrag stemt overeen met ongeveer 2/3 van de kostprijs van een koopkrachtverhoging van 1,1% voor de niet-VIA personeelsleden bij lokale besturen.
  • Het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage zal worden verhoogd van 2,5% naar 3,6% van het jaarsalaris.
  • Momenteel bepaalt de Vlaamse regelgeving dat het bedrag van de eindejaarstoelage begrensd is tot maximum één twaalfde van het jaarsalaris. Daardoor kunnen de personeelsleden met de laagste lonen niet volledig genieten van de 1,1% koopkrachtverhoging, wat niet rechtvaardig zou zijn. Daarom kwamen de vakbonden en lokale overheden ook overeen om de begrenzing van de eindejaarstoelage tot één twaalfde van het jaarsalaris te schrappen.
    Het rechtspositiebesluit voor personeel van lokaal bestuur Bertem dient nog in die zin te worden aangepast.
  • Dit sectoraal akkoord bepaalt dat in de huidige legislatuur geen bijkomende sectorale akkoorden meer afgesloten worden met koopkrachtmaatregelen voor het personeel van lokale en provinciale besturen. Daarnaast engageren de sociale partners zich ook om voortaan nog slechts één sectoraal akkoord met koopkrachtmaatregelen voor het personeel van lokale en provinciale besturen af te sluiten per legislatuur.

 

Juridische gronden

  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
  • Sectoraal akkoord van 9 juni 2021 tussen de sociale partners van de publieke sector houdende de aanpassing van de koopkrachtmaatregelen uit het VIA6-akkoord, de vervroegde uitkanteling van de publieke socio-culturele sector uit de VIA-akkoorden en de compensatie aan de lokale besturen voor het personeel dat niet onder het VIA6-akkoord valt
  • Besluit van de Vlaamse regering van 10 september 2021 tot wijziging van artikel 135 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mantaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 98 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Financiële gevolgen

De Vlaamse regering kent hiervoor een gedeeltelijke compensatie toe aan de lokale besturen (ongeveer 2/3 van de kostprijs van een koopkrachtverhoging voor de niet-VIA personeelsleden).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Dit besluit is van toepassing op de niet-VIA personeelsleden van lokaal bestuur Bertem.

 

Artikel 2:

Het variabel bedrag van de berekening van de eindejaarstoelage wordt vanaf 2021 verhoogd met 1,1% (van 2,5% naar 3,6%), rekening houdend met de prestatiebreuk van het personeelslid, zodat de nieuwe berekeningswijze voor de eindejaarstoelage voor een voltijds equivalent als volgt is:

         1288,43 euro vast bedrag + 3,6% variabel bedrag.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

BUDGET. KENNISNAME GOEDKEURING JAARREKENING LOKAAL BESTUUR BERTEM 2020.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 31 augustus 2021 over de goedkeuring van de jaarrekening 2020
  • Besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 10 november 2021 over de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Bertem
  • Brief van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 10 november 2021

 

Juridische gronden

  • Artikel 332, §1, derde lid van het decreet lokaal bestuur
    Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

Bijlagen

  • Brief en besluit gouverneur

 

Besluit

 

Mededeling

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de brief en van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 10 november 2021 over de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Bertem.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

TOELAGEN. STOPZETTING SOCIAAL-PEDAGOGISCHE TOELAGE.

 

Voorgeschiedenis

         Raad voor maatschappelijk welzijn van 7 februari 2017: beslissing nieuw steun type: sociaal-pedagogische toelage

 

Feiten en context

         De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 7 februari 2017 een nieuw steun type goed; de sociaal-pedagogische toelage, in voege vanaf 1 januari 2017.

         Deze toelage kan worden aangevraagd door inwoners van de gemeente met een kind tussen 3 en 21 jaar dat gerechtigd is op een verhoogd groeipakket, geen eigen inkomen heeft en dat thuis verblijft of in een door het VAPH erkend semi-internaat.

         Om aanspraak te maken op deze steun, moeten zowel de ouder(s) als het kind op hetzelfde adres in Bertem ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister en er effectief verblijven.

         Het jaarlijks bedrag van de toelage, respectievelijk 100 euro of 75 euro, wordt vastgesteld op basis van de score van het kind in het kader van de wetgeving op de verhoogde kinderbijslag voor zieke en gehandicapte personen (KB van 28 maart 2003).

         Sinds januari 2017 hebben slechts 6 inwoners van de gemeente effectief een aanvraag ingediend.

         Er werden geen inkomensvoorwaarden gekoppeld aan deze steun. Bij minstens 1 van de jaarlijkse aanvragers is weet dat deze persoon een goed betaalde functie heeft en deze steun dus eigenlijk niet effectief nodig heeft. In het huidig systeem kan de toelage dus toegekend worden aan personen die hier eigenlijk geen nood aan hebben.

         Deze wijze van toekennen strookt niet meer met de visie van de dienst zorg en welzijn. De dienst wil steunen meer gericht toekennen aan diegenen die er het meeste nood aan hebben en een systeem uitwerken dat voor de toekenning van steunen rekening houdt met de effectieve financiële situatie van de aanvrager, om zo te komen tot meer individuele steunverlening op maat van de cliënt.

 

Juridische gronden

         Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976

         Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Adviezen

         De dienst zorg en welzijn adviseert de afschaffing van deze tussenkomst vanaf 1 januari 2022. Mensen die de aanvraag jaarlijks indienen, zullen per brief ingelicht worden over de stopzetting van deze steun.

         Positief advies van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 8 november 2021 tot stopzetting van de sociaal-pedagogische toelage vanaf 1 januari 2022.

 

Argumentatie

De dienst zorg en welzijn stelt vast dat er, sinds de sociaal-pedagogische toelage in het leven werd geroepen, slechts een zeer beperkt aantal aanvragen zijn geweest; slechts 6 inwoners deden effectief een aanvraag.

De dienst zorg en welzijn stelt vast dat het huidige reglement voor deze steun niet meer strookt met de huidige visie van de dienst en onvoldoende rekening houdt met de effectieve financiële situatie van de aanvrager. De dienst wil hulpverlening bieden op maat van de aanvrager, op basis van een sociaal en financieel onderzoek, en van de reële behoeftes van de aanvrager. Aanvragers die voordien recht hadden op deze steun, zullen aangeschreven worden en worden uitgenodigd om, indien zij hier werkelijk nood aan hebben, een individuele steunaanvraag in te dienen, waarna de dienst op zoek kan gaan naar de meest geschikte steunverlening. Een specifieke beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst op basis van het sociaal onderzoek van de aanvrager komt in de plaats van de automatische toekenning op basis van het reglement.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist het raadsbesluit van 7 februari 2017 over de sociaal-pedagogische toelage op te heffen op 1 januari 2022.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 november 2021

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

         Artikel 31 en 74 van het decreet lokaal bestuur
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter vast bureau en aan de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

         Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over beleidsaangelegenheden van het OCMW die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Om het vast bureau in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het vast bureau en aan de voorzitter van de raad. Op mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

         Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Besluit

 

Mondelinge vragen

Er worden geen mondelinge vragen gesteld.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2021