NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 19 december 2023

Van 20.15 uur tot 20.45 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Eddy Vranckx

Voorzitter vast bureau:

Joël Vander Elst

Leden Vast Bureau:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer, Jurgen Gyns en Bart Vander Elst

Algemeen directeur:

Bart Devisch

 

Verontschuldigd:

Raadslid:

Jimmy Geyns

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 19 december 2023

 

ZITTINGEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

         Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.

         Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De OCMW-raad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de raad.

         Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de OCMW-raad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

        Notulen zitting van 28 november 2023.

 

Besluit

 

Stemming punt

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 28 november 2023 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 02/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2023

 

PERSONEEL. GOEDKEURING OMSCHAKELING VAKANTIEREGELING CONTRACTUEEL PERSONEEL VAN PRIVÉSTELSEL NAAR PUBLIEK STELSEL MET INGANG VAN 1 JANUARI 2024.

 

Feiten en context

        In de huidige regeling genieten statutaire personeelsleden een andere vakantieregeling dan contractueel personeel.

        Voor het contractueel personeel is de vakantieregeling van de private sector van toepassing, d.w.z. dat de vakantiedagen berekend worden op de prestaties in het vakantiedienstjaar (= het voorgaande jaar).

        Voor het statutair personeel is de vakantieregeling publieke sector van toepassing en worden de vakantiedagen opgebouwd op basis van de prestaties in het lopende jaar.

        Voorstel vanuit de dienst HRM om voor alle personeelsleden hetzelfde verlofstelsel toe te passen, nl. het verlofstelsel van de publieke sector.

 

Juridische gronden

        Artikel 17 van de wet houdende sociale en diverse bepalingen van 26 juni 1992
De raad moet beslissen welk vakantiestelsel van toepassing is voor het contractuele personeelslid.
De raad heeft de keuze voor het vakantiestelsel van het contractuele personeelslid tussen het vakantiestelsel van de publieke sector en het vakantiestelsel van de bedienden uit de private sector.

        Besluit van de Vlaamse regering waarbij de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel werden vastgelegd van 7 december 2007 en latere wijzigingen

        Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen van 20 januari 2023

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

        De gecoördineerde versie rechtspositieregeling voor het bestuur van lokaal bestuur Bertem, laatst aangepast in de gemeenteraad en raad van maatschappelijk welzijn op 24 november 2020.

 

Adviezen

Op voorstel van het schepencollege

 

Argumentatie

Momenteel zijn er twee verschillende vakantiestelsels, het vakantiestelsel privé voor de contractuele personeelsleden en het vakantiestelsel publiek voor de statutaire personeelsleden.

 

Vanaf 2024 zijn er wijzigingen op komst voor de verrekening van het vakantiegeld uit dienst. Het is daarom aangewezen om één en hetzelfde vakantiestelsel toe te passen voor al het personeel.

 

Voordelen aan het omschakelen naar de vakantieregeling publieke sector:

Is duidelijker en billijker voor de medewerkers (bv. bij wijziging prestatiebreuk onmiddellijk een aanpassing van het aantal vakantiedagen medewerkers);

Medewerkers die in dienst treden, hebben onmiddellijk een recht op vakantieverlof en moeten geen onbetaald verlof nemen of er moet geen - vaak ingewikkelde - verrekening vakantiegeld vorige werkgever gebeuren;

Het betekent een administratieve vereenvoudiging - het vakantiestelsel publieke sector is voor de dienst HRM minder arbeidsintensief, omdat er geen dubbele tellers moeten bijgehouden worden;

Er is een lagere werkgeversbijdrage (verschil van 2,09%) op de lonen indien de vakantieregeling publieke sector wordt toegepast (in plaats van 30,95% is er maar een patronale bijdrage van 28,86% bij toepassing van de vakantieregeling publieke sector);

De vakantieregeling publieke sector sluit meer aan bij de Europese wetgeving.

 

Bij de omschakeling van vakantieregeling private sector naar publieke sector zal er een vertrekvakantiegeld moeten uitbetaald worden aan alle contractuele medewerkers, nl. het loon voor die dagen vakantie die ze niet zullen opnemen. Dit is eigenlijk geen meerkost, gezien anders het vertrekvakantiegeld wordt uitbetaald bij iedere pensionering/uitdiensttreding. In plaats van gespreid zou dit dan bij omschakeling in één keer gebeuren.
Daartegenover staat dat men voor contractuele personeelsleden waarvoor het vakantiestelsel publiek toegepast wordt, 2,09% minder patronale bijdrage moet betalen.

 

De nodige aanpassingen aan de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement worden, samen met enkele andere aanpassingen, ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van 30 januari 2024.

 

Financiële gevolgen

De omschakeling naar het vakantiestelsel voor de publieke sector wordt voor de contractuele medewerkers als een uitdiensttreding beschouwd. Dit impliceert dat het vakantiegeld verschuldigd is aan de medewerkers die nu reeds in dienst zijn. Het gaat dus om een vooruitgeschoven betaling: bij de effectieve uitdiensttreding zou het enkel en dubbel vertrekvakantiegeld ook verschuldigd zijn.

 

Door het publieke vakantiestelsel te volgen is een lagere patronale sociale zekerheidsbijdrage verschuldigd voor het contractueel personeel (2,09% minder - in plaats van 30,95% bedraagt de patronale RSZ-bijdrage van de vakantieregeling publieke sector 28,86%) waardoor een structurele besparing gerealiseerd wordt.

 

Besluit

 

Stemming punt

eenparig

 

Artikel 1:

De raad beslist om vanaf 1 januari 2024 voor het contractueel personeel het vakantiestelsel van de publieke sector toe te passen.

 

Artikel 2:

Aan de contractuele personeelsleden zal een vertrekvakantiegeld worden uitbetaald voor de opgebouwde dagen vakantie op basis van het vakantiedienstjaar 2023 die in 2024 niet kunnen opgenomen worden.

 

Artikel 3:

Voor de contractuele personeelsleden die in de loop van het jaar 2024 met pensioen gaan wordt een overgangsmaatregel voorzien.

 

Artikel 4:

De rechtspositieregeling en het arbeidsreglement voor het personeel van lokaal bestuur Bertem zullen aangepast worden en voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

 

Publicatiedatum: 02/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2023

 

STRATEGISCHE MEERJARENPLANNING. VASTSTELLING AANPASSING 4 MEERJARENPLAN 2020-2025 OCMW BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

        Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2019 betreffende de vaststelling van het gedeelte van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op OCMW Bertem.

        Besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019 over de goedkeuring van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 gemeente - OCMW Bertem.

        Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2020 over de eerste aanpassing van het gedeelte van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op OCMW Bertem.

        Besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020 over de eerste aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 gemeente - OCMW Bertem .

        Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 februari 2022 over de tweede aanpassing van het gedeelte van het meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op OCMW Bertem.

        Besluit van de gemeenteraad van 22 februari 2022 over de tweede aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 gemeente - OCMW Bertem.

        Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 december 2022 over de derde aanpassing van het gedeelte van het meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op OCMW Bertem.

        Besluit van de gemeenteraad van 20 december 2022 over de derde aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 gemeente - OCMW Bertem.

 

Feiten en context

        Bijsturingen op beleidsvlak en evoluties op maatschappelijk vlak zoals de stijging van de rentevoeten nopen tot een aanpassing van het meerjarenplan.

        De gemeenten en de OCMW's hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Voor de aanpassing van het meerjarenplan geldt dezelfde werkwijze.

 

Juridische gronden

        Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 77, 78 en 249 tot en met 259

        Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus

        Ministerieel besluit van 26 juni 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus

        Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus

 

Adviezen

        Gunstig advies van het managementteam van 15 december 2023.

 

 

Bijlagen

        Aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 gemeente-OCMW Bertem

 

Besluit

 

Stemming punt

 

18 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer, Bart Vander Elst en Eddy Vranckx

2 stemmen tegen: Joris Fonteyn en Jurgen Gyns

 

Artikel 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het gedeelte van de aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 vast dat betrekking heeft op OCMW Bertem.

 

 

 

Publicatiedatum: 02/02/2024
Overzicht punten

Zitting van 19 december 2023

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

         Artikel 31 en 74 van het decreet lokaal bestuur
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter vast bureau en aan de leden van het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

         Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over beleidsaangelegenheden van het OCMW die niet op de agenda van de OCMW-raad staan. Om het vast bureau in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het vast bureau en aan de voorzitter van de raad. Op mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

         Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Besluit

 

Mondelinge vragen

Nihil

 

 

 

Publicatiedatum: 02/02/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.