NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 25 maart 2014

Van 20.03 uur tot 21.18 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Tom Philips

Burgemeester:

Albert Mees

Schepenen:

Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens en Jan Buysse

Schepen met raadgevende stem:

Eddy Vranckx

Gemeenteraadsleden:

Roger De Muylder, Maria Andries, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Ken Geyns, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

Gemeentesecretaris:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Gemeenteraadslid:

Ludo Croonenberghs

 

Gemeenteraadslid Maria Andries vervoegt de vergadering vanaf punt 2.

 


Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 33 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige raadszitting goed.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 28 januari 2014.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 28 januari 2014 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST HERSTELBEMIDDELING STAD LEUVEN - GEMEENTE BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 26 februari 2008 over de goedkeuring van het reglement bemiddeling gemeentelijke administratieve sancties.
  • Raadsbesluit van 26 februari 2008 over de goedkeuring van de overeenkomst herstelbemiddeling in het kader van de GAS.
  • Brief van 16 januari 2014 van de stad Leuven met het voorstel van samenwerkingsovereenkomst inzake terbeschikkingstelling bemiddelaar gemeentelijke administratieve sancties.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem heeft voorzien in administratieve sancties tegen inbreuken op haar reglementen en verordeningen.
  • Herstelbemiddeling heeft tot doel de dader de kans te geven om de aangerichte schade te vergoeden of te herstellen. Een bemiddelingsprocedure is verplicht ten aanzien van minderjarige daders ouder dan 14 jaar op het ogenblik van de feiten en is mogelijk voor meerderjarigen. In de gemeente Bertem ligt de minimum leeftijdsgrens voor GAS op 16 jaar.
  • De gemeente Bertem heeft een bemiddelingsprocedure ingevoerd.
  • Per 1 september 2007 werd een voltijdse bemiddelaar aangeworven door de stad Leuven. De samenwerkingsovereenkomst tussen stad Leuven en gemeente Bertem, afgesloten in 2008, bepaalde de praktische modaliteiten om gebruik te kunnen maken van de diensten van de aangeworven bemiddelaar.
  • De federale Staat en de stad Leuven hebben een nieuwe overeenkomst afgesloten met het oog op de toekenning van een federale toelage voor de tenlasteneming van de kosten voor bezoldiging van een herstelbemiddelaar en een deel van de werkings- en investeringskosten, nodig voor de correcte uitoefening van zijn functie. Deze overeenkomst geldt voor één jaar en is ingegaan op 1 september 2013.
  • Door de nieuwe subsidieovereenkomst tussen de federale Staat en de stad Leuven kan de samenwerkingsovereenkomst tussen stad Leuven en gemeente Bertem verlengd worden. Zij zal jaarlijks vernieuwd worden zolang de subsidieovereenkomst tussen de federale Staat en de stad Leuven wordt goedgekeurd.

 

Juridische gronden

  • Artikel 199bis van de nieuwe gemeentewet
    De gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
  • Artikel 8 van de wet van 24 juni 2013 over de gemeentelijke administratieve sancties
    De lokale bemiddeling wordt gevoerd door een bemiddelaar of door een gespecialiseerde en door de gemeente erkende bemiddelingsdienst.

 

Argumentatie

De herstelbemiddeling gebeurt om reden van neutraliteit niet door de provinciale sanctionerende ambtenaren en evenmin door de Bemiddelingsdienst van het Arrondissement Leuven (BAL) omdat er bij de stad Leuven een bemiddelaar in het kader van de GAS is aangesteld.

De praktische en financiële modaliteiten van de terbeschikkingstelling van deze bemiddelaar aan andere steden en gemeenten van het gerechtelijk arrondissement Leuven moeten geregeld worden in een overeenkomst.

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Leuven en de gemeente Bertem goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING VOORWAARDEN VERKOOP PERCEEL GROND TERVUURSESTEENWEG 145.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 7 februari 2011 over het voorstel van lijst van verkoopbare bouwgronden en woningen.
  • Het schattingsverslag van 31 december 2012 en het opmetingsplan van 15 mei 2013, opgesteld door landmeter-expert Johan Artois, met het oog op de verkoop van het perceel Tervuursesteenweg 145.
  • Gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2013 over de goedkeuring van de voorwaarden voor verkoop van het perceel grond in de Oude Baan en de Tervuursesteenweg 145.
  • Arrest nr. 144/2013 van het Grondwettelijk Hof van 7 november 2013.
  • Collegebesluit van 18 november 2013 over de stopzetting van de procedure openbare verkoop gronden Tervuursesteenweg 145 en Oude Baan.
  • Raadsbesluit van 17 december 2013 over de goedkeuring van de voorwaarden voor verkoop van het perceel grond aan de Tervuursesteenweg 145.
  • Brief van notaris Stefan Vangoetsenhoven van 28 februari 2014 over de openbare verkoop op 27 februari 2014 van de bouwgrond Tervuursesteenweg 145 in Bertem
  • Collegebesluit van 17 maart 2014 over de principiële aanduiding van notaris Vangoetsenhoven voor de openbare verkoop van het perceel Tervuursesteenweg 145

 

Feiten en context

  • De gemeente bezit een perceel bouwgrond gelegen te Bertem, 1ste afdeling, sectie C, nummers 214/02 M (deel) en 214/02 N (deel).
  • Het perceel dat voor verkoop in aanmerking komt, is op het opmetingsplan van de landmeter aangeduid als lot 1.
  • Het perceel is gelegen in woongebied.
  • Het perceel heeft een oppervlakte van 5a 53ca.
  • Het perceel bevat een erfdienstbaarheid van doorgang aan de rechterzijde en dit over een breedte van 3 m voor de bocht en 2,5 m voorbij de bocht. De aangelanden mogen deze doorgang benutten om zo hun garage en de achterkant van hun perceel te bereiken.
  • De stedenbouwkundige voorschriften van het RUP 'Centrum' zijn van toepassing op dit perceel.
  • Landmeter Johan Artois (Geoscoop) heeft de waarde van het perceel geschat op
    148 500 euro.
  • De openbare verkoop van dit perceel verliep als volgt:
    • aanvangsbod van 20 000 euro
    • twee bieders
    • schorsing van de openbare verkoop bij een bod van 65 000 euro
    • laatste bod na herneming van de verkoop: 92 000 euro
    • inhouding van dit perceel wegens het niet bereiken van de minimum verkoopprijs (= schattingsprijs).

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, §2, 12° van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Omzendbrief van 12 februari 2010 betreffende de vervreemding van onroerende goederen door de provincies, gemeenten, OCMW's en besturen van de erkende erediensten.
    Deze omzendbrief bepaalt o.a. welke procedure moet worden gevolgd voor de verkoop van gemeentelijke eigendommen. Het vervreemden van onroerende goederen moet in de regel gebeuren via een openbare procedure. De minimale verkoopprijs is het bedrag van een recent schattingsverslag. Daar kan alleen maar van afgeweken worden om redenen van algemeen belang en mits goede motivering.

 

Adviezen

  • Advies van notaris Stefan Vangoetsenhoven van 28 februari 2014:
    • de huidige schatting is veel te hoog en is niet conform voor de ligging en toestand van het desbetreffende stuk.
  • Advies van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur afdeling Vlaams-Brabant van 5 maart 2014 over de aanpassing van de verkoopsvoorwaarden:
    • Wanneer op een openbare verkoop de schattingsprijs niet bereikt wordt, heeft een bestuur 2 opties:
      • ofwel kiest het bestuur voor de onderhandse procedure. Dit is gerechtvaardigd omdat het bestuur haar verplichting tot openbare verkoop eerder is nagekomen, zonder echter het gewenste resultaat te bereiken. Een lagere verkoopprijs dan de schattingswaarde is eveneens aanvaardbaar;
      • ofwel kiest het bestuur opnieuw voor een openbare verkoop met een lagere instelprijs. Dit is te verantwoorden vanuit het feit dat een eerdere openbare verkoop aan schattingsprijs niets opleverde.

 

Argumentatie

Bij de zitting van de openbare verkoop op 27 februari 2014 werden door de gemeente 2 bouwgronden aangeboden. De verkoop was door het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd aan notaris Stefan Vangoetsenhoven uit Leefdaal. Er is voldoende publiciteit voor de openbare verkoop gemaakt, o.a. door affiches, op immobiliënwebsites en in huis-aan-huis bedeelde publicaties. Op de zitting waren 6 biedende partijen aanwezig. De ene bouwgrond (Oude Baan) is verkocht voor 250% van de schattingsprijs. Voor de bouwgrond Tervuursesteenweg werd maar een goede 60% van de schattingsprijs geboden.

 

Hieruit blijkt ontegensprekelijk dat er voor het perceel Tervuursesteenweg voldoende kansen tot mededinging en opbod waren. De notaris meldt schriftelijk aan het bestuur dat de schattingsprijs voor dit perceel veel te hoog ligt en niet marktconform is.

 

De gemeente heeft dit perceel niet nodig voor de realisatie van eigen projecten of doelstellingen. Door de verkoop van dit perceel wordt aan kandidaat-bouwers de kans geboden om in onze gemeente een eigen woning op te richten.

 

Om het perceel alsnog verkocht te krijgen, moet het kunnen verkocht worden aan een prijs die lager ligt dan de schattingsprijs. Gezien het laatste bod bij de openbare verkoop 92 000 euro bedroeg, is het verantwoord en realistisch om het perceel openbaar te verkopen aan een minimumprijs van 100 000 euro.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/002/005/001/002/

22000020/0110

€ 214 000

€ 100 000

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het perceel bouwgrond gelegen te Bertem, 1ste afdeling, sectie C, nrs 214/02 M (deel) en 214/02 N (deel), 5a 53ca groot, eigendom van de gemeente, wordt verkocht via openbare verkoop.

 

Artikel 2:

De verkoop moet gebeuren volgens de volgende bijzondere voorwaarden:

  • het perceel wordt verkocht in de staat zoals het is;
  • de prijs mag niet lager zijn dan 100 000 euro;
  • alle kosten (erelonen notaris, registratie- en zegelrechten, bodemattesten, schattingsverslag en opmetingsplan...) verbonden aan deze verkoop zijn ten laste van de koper.

 

Artikel 3:

De raad bekrachtigt het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 maart 2014 over de aanstelling van notaris Vangoetsenhoven uit Leefdaal voor de openbare verkoop van het perceel.

 

Artikel 4:

De voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen die voortvloeien uit deze beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

AANLEG VAN EEN KUNSTGRASVELD VOOR VOETBAL IN LEEFDAAL. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht "Aanleg van een kunstgrasveld voor voetbal" werd op 7 maart 2014 een bijzonder bestek met nr. 225 opgesteld door de dienst openbare werken.
  • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 352 822,00 euro excl. btw of
    426 914,62 euro incl. 21% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de open offerteaanvraag.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
  • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Art. 160, §1 bis van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
    Bij het vaststellen van de voorwaarden en de wijze van gunnen, kan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen bepalen dat indien een opdracht van aanneming van werken, leveringen of diensten waarvoor de raming paste binnen het voorziene budget, bij raadpleging van de mededinging het voorziene budget blijkt te overschrijden, de opdracht kan toegewezen worden mits het college van burgemeester en schepenen beslist de noodzakelijke verhoging van het betrokken krediet ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad bij de eerstvolgende budgetwijziging.
  • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 25.
  • Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, meer bepaald artikel 5, § 2.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.

 

Argumentatie

De aanleg van het kunstgrasveld voor voetbal in Leefdaal is voorzien in het meerjarenplan 2014-2019. De uitvoering is voorzien voor 2014.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0740/22000007

1419/002/001/009/002

€ 400 000

€ 400 0000

€ 426 914,62

 

 

Bijlagen

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens, Jan Buysse, Maria Andries, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips, Ken Geyns en Roger De Muylder

3 onthoudingen: Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

 

Artikel 1:

Het bijzonder bestek met nr. 225 van 7 maart 2014 en de raming voor de opdracht "Aanleg van een kunstgrasveld voor voetbal", opgesteld door de dienst openbare werken worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 352 822,00 euro excl. btw of 426 914,62 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open offerteaanvraag.

 

Artikel 3:

Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

 

Artikel 4:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op registratiesleutel 0740/22000007 (actie 1419/002/001/009/002).

 

Artikel 5:

Indien uit de raadpleging van de mededinging zou blijken dat het voorziene budget wordt overschreden, kan de opdracht toch toegewezen worden mits het college van burgemeester en schepenen beslist de noodzakelijke verhoging van het betrokken krediet ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad bij de eerstvolgende budgetwijziging.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

PARTICIPATIE VAN DE BURGER. GOEDKEURING STATUTEN BIBLIOTHEEKRAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 30 april 2013 over de oprichting en samenstelling van de bibliotheekraad
  • Collegebesluit van 5 augustus 2013 over de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden.
  • Gemeenteraadsbesluit van 24 september 2013 over de goedkeuring van de samenstelling van de bibliotheekraad.

 

Feiten en context

  • Tijdens de algemene vergaderingen van de bibliotheekraad op 8 november 2013 en 22 januari 2014 werden de vernieuwde statuten van de gemeentelijke bibliotheekraad besproken.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 3, 6, 7 en 9 van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact.
    Vertegenwoordiging van het werkveld of de representatieve verenigingen.
  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 §2, §3, §4 gemeentedecreet
    Betrokkenheid en inspraak van de burgers of de doelgroepen bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van dienstverlening en bij de evaluatie ervan.
    Ten hoogste twee derde van de leden is van hetzelfde geslacht.
    Voorzien van de nodige middelen voor de vervulling van de adviesopdracht.
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
    De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.
  • Titel 4 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid
    Organisatie van het overleg en de advisering van het gemeentelijk cultuurbeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 28 oktober 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de bibliotheekraad op 22 januari 2014

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de statuten van de bibliotheekraad goed.

 

STATUTEN BEHEERSORGAAN OPENBARE BIBLIOTHEEK BERTEM

 

Titel I: Opdracht

 

Artikel 1.

Er wordt een beheersorgaan opgericht dat als opdracht krijgt de inrichtende overheid (gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen) bij te staan bij het beheer van de gemeentelijke openbare bibliotheek.

 

Titel II: Omvang

 

Artikel 2.

De gemeentelijke openbare bibliotheek omvat volgende gebouwen:

Gemeentelijke Openbare Bibliotheek, Bosstraat 1, 3060 Bertem

Uitleenpost Leefdaal, Vlieguit 6, 3061 Leefdaal

 

Titel III: Doel

 

Artikel 3.

De gemeentelijke openbare bibliotheek is een basisvoorziening waar elke burger terecht kan met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning, en die actief bemiddelt bij het beantwoorden van deze vragen. De openbare bibliotheek is actief inzake cultuurspreiding en cultuurparticipatie; ze werkt in een geest van objectiviteit en vrij van levensbeschouwelijke, politieke en commerciële invloeden. Deze taken worden geconcretiseerd in de strategische meerjarenplanning van de gemeente.

 

Titel IV: Bevoegdheden en verplichtingen

 

Artikel 4.

Het beheersorgaan heeft inspraak- en adviesrecht over alle aspecten van het beheer van de openbare bibliotheek (werking, verbouwingswerken, inrichting en uitrusting, het financiële beleid, het opstellen van het huishoudelijke reglement…) en in het bijzonder over de beleidsplanning met betrekking tot de bibliotheek.

 

Om zijn bevoegdheden daadwerkelijk te kunnen uitoefenen, heeft het beheersorgaan recht op informatie ten aanzien van alle beleidsbeslissingen van de inrichtende overheid betreffende de openbare bibliotheek.

 

Het beheersorgaan werkt onder andere mee aan het respecteren van de wettelijke opdrachten van de bibliotheek zoals opgesomd in het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid (artikel 9). Zo kan het beheersorgaan mee de beleidslijnen vaststellen in het kader van de collectievorming.

 

Titel V: Samenstelling

 

Artikel 5.

§ 1. Het beheersorgaan wordt samengesteld volgens optie 9b van het Cultuurpact:

 

Het beheersorgaan bestaat enerzijds uit afgevaardigden van de inrichtende overheid, volgens het principe van evenredige vertegenwoordiging, en anderzijds uit vertegenwoordigers van gebruikers en filosofische en ideologische strekkingen.

 

§2. De berekening van het aantal afgevaardigden per politieke fractie gebeurt op basis van het aantal leden dat elke politieke fractie telde op het ogenblik van de installatievergadering van de gemeenteraad.

 

§3. De gemeenteraad bepaalt eventuele criteria waaraan de afgevaardigden van gebruikers en filosofische en ideologische strekkingen moeten beantwoorden en de manier waarop kandidaturen ingediend worden.

 

§4. De leden van het beheersorgaan worden benoemd door de gemeenteraad. Elk lid van het beheersorgaan heeft één stem.

 

Artikel 6.

De toetreding tot het beheersorgaan behelst de aanvaarding van de statuten en houdt de verplichting in tot het nakomen ervan.

 

Artikel 7.

§1. De hoedanigheid van lid van het beheersorgaan wordt verloren:

 

a. Voor de leden die benoemd zijn op voordracht van een politieke fractie van de gemeenteraad: indien op voorstel van deze fractie een ander lid wordt benoemd.

 

b. Voor de leden die benoemd werden als afgevaardigde van de gebruikers of van de filosofische en ideologische strekkingen: indien door de gemeenteraad een andere afgevaardigde wordt benoemd.

 

c. Voor gecoöpteerde leden: indien het beheersorgaan beslist om tot vervanging over te gaan.

 

d. Door ontslag van het lid. Dit ontslag dient schriftelijk aan de voorzitter van het beheersorgaan meegedeeld te worden.

 

e. Door overlijden of rechtsonbekwaamheid.

 

f. Door uitsluiting, waarover het beheersorgaan met een meerderheid van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden beslist.

 

§2. Na de installatie van de nieuwe gemeenteraad moet het beheersorgaan opnieuw worden samengesteld. Het vroegere beheersorgaan blijft echter in functie totdat het nieuw samengestelde beheersorgaan is geïnstalleerd. Het lidmaatschap mag dus niet langer duren dan zes jaar, maar is hernieuwbaar.

 

§3. Indien aan een lidmaatschap voortijdig een einde komt, door de in dit artikel vermelde redenen, wordt zo spoedig mogelijk in de opvolging voorzien door de gemeenteraad. Deze opvolging moet geschieden met inachtneming van de voorwaarden gesteld onder artikel 5.

 

Titel VI: Voorzitter, Ondervoorzitter

 

Artikel 8.

Het beheersorgaan kiest onder zijn stemgerechtigde leden na kandidaatstelling bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid een voorzitter en een ondervoorzitter.

 

Titel VII: Secretariaat

 

Artikel 9.

De zittingen van het beheersorgaan worden bijgewoond door de bibliothecaris, zonder stemrecht, die de taak van secretaris van het beheersorgaan waarneemt. Deze kan zich hierbij laten bijstaan door andere personeelsleden van de bibliotheek.

 

Titel VIII. Samenkomsten, huishoudelijk reglement

 

Artikel 10: Vergaderritme

Het beheersorgaan komt ten minste éénmaal per kwartaal samen en zo dikwijls als de belangen van de gemeentelijke bibliotheek het vereisen.

 

Artikel 11: Oproeping en agenda

§1. De oproepingsbrieven worden ondertekend door de voorzitter, of bij ontstentenis door de ondervoorzitter, alsmede door de secretaris. De oproeping wordt bij voorkeur per e-mail verstuurd naar de stemgerechtigde leden, ten minste acht dagen voor de bijeenkomst. De agenda wordt bij de uitnodiging gevoegd.

 

§2. Het beheersorgaan bepaalt tijdens de bijeenkomst de voorlopige datum voor de volgende gewone vergadering en haar voorlopige agenda. De definitieve datum wordt samengesteld door de voorzitter, in overleg met de ondervoorzitter en de secretaris.

 

§3. Op de agenda moet elk voorstel worden ingeschreven dat ten minste veertien dagen voor de samenkomst schriftelijk door een stemgerechtigd lid wordt ingediend bij de voorzitter.

 

§4. Eén derde van de stemgerechtigde leden van het beheersorgaan kan de bijeenroeping van het beheersorgaan eisen met een door hem opgestelde agenda. Deze samenkomst moet plaatsvinden binnen de maand na het schriftelijk indienen van het verzoek bij de voorzitter.

 

Buitengewone vergaderingen op verzoek van de leden, kunnen niet worden opgeroepen tijdens de maanden juli en augustus.

 

Artikel 12: Quorum en volmacht

§1. Het beheersorgaan kan geldig beraadslagen indien ten minste één derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Als er op de samenkomst onvoldoende stemgerechtigde leden aanwezig zijn, wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, die geldig kan beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden. Tussen de twee vergaderingen moet een termijn van 15 dagen verstrijken.

 

§2. De leden van het beheersorgaan kunnen zich op de samenkomsten laten vertegenwoordigen door een ander stemgerechtigd lid van het beheersorgaan, dat drager moet zijn van een schriftelijke machtiging op naam, die zal worden overhandigd aan de voorzitter van de vergadering bij het begin van de zitting. Geen enkel lid mag optreden in de plaats van meer dan één afwezig lid.

 

Artikel 13: Verloop van de vergaderingen

§1. De samenkomsten van het beheersorgaan worden voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de ondervoorzitter en als ook deze niet aanwezig is, door het aanwezige stemgerechtigde lid met de hoogste leeftijd.

 

§2. Elke samenkomst begint met het voorleggen van het verslag van de vorige vergadering. De op de agenda gestelde punten worden besproken in de volgorde waarin zij op het oproepingsbericht voorkomen. Alleen bij beslissing van het beheersorgaan kan deze volgorde worden gewijzigd.

§3. Over onderwerpen die niet op de agenda voorkomen, kan niet geldig beraadslaagd worden, tenzij mits het akkoord van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden.

 

§4. Als een bepaald agendapunt niet kan worden afgehandeld, wordt het automatisch verzonden naar de agenda van de volgende bijeenkomst en dan bij prioriteit behandeld, tenzij het beheersorgaan anders bepaalt.

 

Artikel 14: Wijze van stemmen

§1. De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid (= helft + 1) van de geldig uitgebrachte stemmen. Als er gestemd wordt over personen of functies, of op verzoek van ten minste één derde van de aanwezige stemgerechtigde leden, gebeurt de stemming geheim en schriftelijk. In de andere gevallen is de stemming publiek.

 

§2. Bij publieke stemming is de stem van de voorzitter van de vergadering beslissend in het geval van staking van stemmen.

 

§3. Bij geheime stemming wordt het punt verworpen bij staking van stemmen.

 

§4. Wanneer er bij geheime stemming over personen staking van stemmen is, heeft een nieuwe stemronde plaats tussen de kandidaten met het gelijk aantal stemmen. Wanneer ook deze stemronde geen beslissend resultaat oplevert, is de jongste kandidaat gekozen.

 

Artikel 15: Verslag

§1. Van elke bijeenkomst van het beheersorgaan wordt een verslag opgesteld. Deze notulen worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de secretaris en door hem samen met de voorzitter ondertekend, na goedkeuring op de volgende samenkomst.

 

§2. De leden, de waarnemers en het college van burgemeester en schepenen ontvangen een beknopt verslag van de samenkomsten van het beheersorgaan binnen één maand na de samenkomst.

 

§3. De goedgekeurde verslagen worden via de gemeentelijke website ter inzage van de inwoners ter beschikking gesteld.

 

Artikel 16.

Het beheersorgaan kan werkgroepen/raadgevende commissies vormen in functie van de haar toevertrouwde bevoegdheden, waarvan de samenstelling en de werking bij huishoudelijk reglement bepaald worden. Het voorzitterschap van deze werkgroepen wordt steeds waargenomen door een lid van het beheersorgaan. In de schoot van deze werkgroepen kan een beroep gedaan worden op niet-leden van het beheersorgaan of deskundigen. De leden van de werkgroepen/raadgevende commissies worden aangeduid door het beheersorgaan. Het lidmaatschap van een werkgroep / raadgevende commissie loopt ten einde bij de installatie van een nieuw beheersorgaan, maar is hernieuwbaar. Het beheersorgaan kan te allen tijde overgaan tot stopzetting van deze werkgroepen/raadgevende commissies.

 

Titel IX: Verzekeringen

 

Artikel 17.

Het beheersorgaan ressorteert onder het gemeentebestuur. Ter dekking van de risico’s “Burgerlijke Aansprakelijkheid”, “Rechtsbijstand” en “Lichamelijke Ongevallen”, zal het gemeentebestuur de nodige verzekeringspolissen afsluiten voor de stemgerechtigde leden en de waarnemers en/of leden van de werkgroepen/raadgevende commissies van het beheersorgaan.

 

Titel X: Algemene bepalingen

 

Artikel 18.

Aan de statuten voor het beheersorgaan kunnen slechts wijzigingen door de gemeenteraad aangebracht worden, na voorafgaande besprekingen met het beheersorgaan, die tevens gevraagd moet worden een schriftelijk advies uit te brengen.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

OPENBARE BIBLIOTHEEK BERTEM. GOEDKEURING GEBRUIKERSREGLEMENT WIFI-NETWERK.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 26 maart 2012 over de goedkeuring van de aanvraag van subsidies voor de inrichting van de uitleenpost Leefdaal.
  • Beslissing van de deputatie van 10 mei 2012 over de toekenning aan de gemeente Bertem van een subsidie voor bibliotheekinnovatie - luik bibliotheek(her)inrichting van 15 000 euro.
  • Collegebesluit van 27 mei 2013 over de goedkeuring van de abonnementen voor de internetaansluitingen in gemeenschapscentrum Vlieg-In.

 

Feiten en context

  • Zowel in de hoofdbibliotheek van Bertem als in de uitleenpost van Leefdaal zal draadloos internet worden aangeboden aan de gebruikers van de bibliotheek(ruimte).
  • Het aanbieden van een draadloos netwerk was voorzien in de subsidieaanvraag bij de provincie voor de inrichting van de bibliotheekruimte in Leefdaal. In deze visie wordt de bibliotheek een flexibele, multifunctionele ruimte en een openleercentrum met niet alleen een analoog, maar ook een digitaal informatieaanbod. De gebruikers kunnen in dit concept hun eigen mobiele toestel meebrengen om te communiceren en zich te informeren via het internet.

 

Juridische gronden

  • Artikel 42, §3 en 43, §2, 2° van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. De reglementen kunnen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
    Het vaststellen van gemeentelijke reglementen kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de IT-stuurgroep van 18 december 2013
  • Gunstig advies van de bibliotheekraad van 22 januari 2014

 

Argumentatie

Voor de goede orde en de veiligheid op het aangeboden netwerk, is het noodzakelijk om een aantal huisregels vast te stellen over het gebruik van het draadloos netwerk in de bibliotheekruimtes.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt het gebruiksreglement voor draadloos internet in de Openbare Bibliotheek Bertem goed:

 

De Openbare Bibliotheek Bertem biedt aan haar leden en aan de gebruikers van de openbare ruimtes van de bib het gratis gebruik van een WiFi-internetverbinding aan als zij een eigen mobiel apparaat naar de bib meebrengen.

 

De laptopcomputer, tablet, smartphone of ander mobiel apparaat van de bezoeker moet uitgerust zijn met een draadloze netwerkkaart. De bibliotheek kan geen garanties geven voor de werking van het draadloos netwerk in combinatie met het toestel van de gebruiker.

 

Het systeem maakt gebruik van de WiFi-standaard (IEEE 802.11 a + b + g compatibel).

De snelheid van het netwerk kan variëren naargelang het aantal gebruikers, de

locatie en het aantal apparaten dat in gebruik is. De bibliotheek biedt geen garantie omtrent de efficiëntie of stabiliteit van de verbinding.

 

Medewerkers van de bibliotheek bieden geen ondersteuning bij het maken van een

verbinding. De bezoekers zijn zelf verantwoordelijk voor de veilligheid en de configuratie van hun eigen apparatuur. De bibliotheek adviseert de gebruikers om op hun persoonlijke toestellen een antivirusprogramma en een firewall te gebruiken. De bibliotheek is niet verantwoordelijk voor enig verlies van informatie of schade aan de mobiele toestellen als gevolg van het gebruik van het WiFi-netwerk of andere faciliteiten van de bibliotheek. Door in te loggen op het Wifi-netwerk, aanvaardt de bezoeker dat hij zich op een gedeeld netwerk bevindt en dat het mogelijk is dat derden via het Wifi-netwerk toegang krijgen tot de persoonlijke gegevens en/of het toestel van de gebruiker.

 

De bandbreedte van het WiFi-netwerk wordt gedeeld met andere gebruikers in de bibliotheek. Het is niet toegestaan om uitzonderlijk grote bestanden (o.a. speelfilms) te downloaden of te streamen omdat dit te veel bandbreedte inneemt en andere gebruikers hierdoor kan hinderen.

 

Het is niet toegestaan om:

         aanstootgevende inhoud (beelden, geluid…) op te roepen

         onwettelijke handelingen te stellen

         een onaangepast luidsprekervolume te verspreiden.

 

Ook hier gelden de regels van het bibliotheekreglement. Bij misbruik kan de bibliotheek de toegang tot het internet blokkeren en kan er zelfs bij vaststelling en zeker bij herhaling, volgens de geijkte procedure de toegang tot de bibliotheek ontzegd worden.

 

De bibliotheek heeft het recht het draadloos netwerk op ieder moment te deactiveren, om onderhoud te verrichten en om gelijktijdig gebruik te verdelen.

De bibliotheek heeft ook het recht een gebruiker van het netwerk te verwijderen indien hij zich niet houdt aan de afspraken van het reglement.

 

De bibliotheek biedt geen bijkomende laptops, andere mobiele toestellen of netwerkkaarten aan.

 

Het is aangeraden dat de batterijen van de toestellen vooraf thuis opgeladen zijn, want er zijn slechts een beperkt aantal stopcontacten beschikbaar.

 

Printen is niet mogelijk via het WiFi-netwerk. Als de bezoeker wil printen, kan hij gebruikmaken van de faciliteiten van de vaste computers in de bibliotheek.

 

De medewerkers van de bibliotheek kunnen geenszins aansprakelijk worden gesteld voor verlies of diefstal van de persoonlijke apparatuur of onderdelen ervan. De eigenaar van de apparatuur blijft aansprakelijk voor misbruik door derden.

 

Door de aanvraag van het WiFi-paswoord, verklaart de gebruiker zich automatisch akkoord met het gebruikersreglement.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

KLACHTENMANAGEMENT. RAPPORT MELDINGEN EN KLACHTEN 2013.

 

Juridische gronden

  • Artikel 197 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad organiseert bij reglement een systeem van klachtenbehandeling.
  • Artikel 198, §1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Het systeem van klachtenbehandeling moet worden georganiseerd op het ambtelijke niveau van de gemeente en maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben.
  • Hoofdstuk 2.3 (Jaarlijkse rapportering) van het raadsbesluit van 28 oktober 2008 over het reglement behandeling van klachten en meldingen
    De klachtencoördinator rapporteert voor 31 maart over de klachten en meldingen van het afgelopen kalenderjaar. In het rapport geeft de klachtencoördinator minstens een overzicht van de hoeveelheid en de aard van de klachten en meldingen, van de gemiddelde behandelingstermijn en van de geboden oplossingen en verbeteringen in de organisatie.

 

 

Bijlagen

         Rapport meldingen en klachten 2013

 

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van het rapport meldingen en klachten 2013.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

SPEELSTRATEN. GOEDKEURING REGLEMENT.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 2 april 2013 over de principiële goedkeuring van een proefproject speelstraten.
  • Collegebesluit van 8 juli 2013 over de goedkeuring van het proefproject speelstraten in de Broekstraat van huisnummer 3 tot 11.
  • Bespreking in de mobiliteitscel op 30 september 2013 van het proefproject speelstraat 2013.

 

Juridische gronden

  • Artikel 2.36 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
    Dit artikel definieert een speelstraat als een openbare weg waar tijdelijk en tijdens bepaalde uren aan de toegangen een hek geplaatst is met het verkeersbord C3 voorzien van een onderbord met daarop de vermelding "speelstraat".
  • Artikel 22septies van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
    Dit artikel beschrijft de regels voor het gebruik van de openbare weg in speelstraten.
  • Artikel 9.2bis van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
    Dit artikel definieert het verkeersbord C3 met onderbord "speelstraat" en bepaalt de voorwaarden waaronder dit verkeersbord mag worden geplaatst.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de mobiliteitsraad van 17 maart 2014.

 

Argumentatie

Speelstraten hebben tot doel meer speelruimte te creëren. Ze bieden kinderen de kans tijdens vooraf afgesproken tijdstippen op straat te spelen. Daarnaast bieden speelstraten de buurtbewoners de kans elkaar te ontmoeten, een babbeltje te slaan en elkaar te leren kennen..., wat bijdraagt tot de samenhang in de straat.

 

Het proefproject in 2013 is gunstig geëvalueerd door de bewoners van de speelstraat en de mobiliteitscel. Daarom wordt een reglementair kader geschapen voor aanvragen voor speelstraten in de gemeente Bertem.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: Definitie van een speelstraat

Een speelstraat is een openbare weg die tijdelijk en tijdens bepaalde uren wordt afgesloten voor doorgaand verkeer zodat kinderen er in alle veiligheid op straat kunnen spelen.

 

Artikel 2: Doelstelling van een speelstraat

Speelstraten hebben tot doel meer speelruimte te creëren. Ze bieden kinderen de kans tijdens vooraf afgesproken tijdstippen op straat te spelen. Daarnaast bieden speelstraten de buurtbewoners de kans elkaar te ontmoeten, een babbeltje te slaan en elkaar te leren kennen…, wat bijdraagt tot de samenhang van de straat.

 

Artikel 3: Wettelijk kader

§1. De openbare weg die men als speelstraat wil inrichten, moet liggen op een plaats waar de snelheid beperkt is tot max. 50 km per uur.

 

§2. Hij moet liggen in een straat of wijk met overheersend woonkarakter, zonder verbindende en ontsluitende functie. De weg mag niet bediend worden door een geregelde dienst voor gemeenschappelijk vervoer (De Lijn).

 

§3. De openbare weg die men als speelstraat wil inrichten, moet tijdelijk afgesloten worden telkens tijdens dezelfde uren. Er moeten voldoende hekken geplaatst worden om de speelstraat duidelijk af te bakenen. Op de hekken wordt een bord C3 en onderbord "speelstraat" vast bevestigd. De uren tijdens welke de straat als speelstraat is ingericht, worden op het onderbord vermeld. De hekken worden geplaatst onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder.

 

§4. In de speelstraten is de ganse breedte van de openbare weg voorbehouden voor het spelen, in hoofdzaak door kinderen. Gedurende de duur van de speelstraat worden de personen die er spelen gelijkgesteld met voetgangers.

 

§5. Tijdens de uren dat de openbare weg als speelstraat wordt gesignaleerd, mag er speelinfrastructuur geplaatst worden mits de doorgang van toegelaten bestuurders en prioritaire voertuigen niet verhinderd wordt.

 

De volgende weggebruikers hebben toegang tot speelstraten:

- bestuurders van motorvoertuigen, die in de straat wonen of van wie de garage in de straat gelegen is

- prioritaire voertuigen, wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt

- voertuigen in het bezit van een vergunning afgegeven door de beheerder van deze wegen

- fietsers

- voetgangers

- gebruikers van niet-gemotoriseerde (bv. skeelers, rolschaatsen, steps, skateboard, éénwieler, rolstoel) en gemotoriseerde voortbewegingstoestellen (bv. elektrische autopeds, segways, elektrische rolstoelen of rolwagens voor personen met een beperkte mobiliteit).

 

§6. De bestuurders die in de speelstraat rijden, moeten dit stapvoets doen. Ze moeten de doorgang vrijlaten voor de voetgangers die spelen, hen voorrang verlenen en er zo nodig voor stoppen. De bestuurders van de toegelaten voertuigen verplaatsen zelf de hekken en plaatsen deze nadien terug op de voorziene plaats.

 

§7. Fietsers moeten zo nodig afstappen. De bestuurders mogen de voetgangers die spelen niet in gevaar brengen en niet hinderen. Ze moeten bovendien dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen.

 

Artikel 4: Specifieke bepalingen voor Bertem

§1. De bereikbaarheid van de omliggende straten mag niet in het gedrang komen. Er moet een normale doorstroming van het verkeer mogelijk zijn rond de speelstraat.

 

§2. De mogelijkheid bestaat om een volledige straat of slechts een deel van de straat in te richten als speelstraat. Dit laatste wordt toegepast als het gaat om lange straten, of in straten met veel kruispunten.

 

§3. Straten of delen van straten waar publieke parkings zijn en straten met handelszaken en/of geneesheren komen niet in aanmerking, tenzij deze handelaars en/of geneesheer zich schriftelijk akkoord verklaren.

 

§4. Voertuigen die niet toebehoren aan de bewoners van de straat, moeten steeds achtergelaten worden buiten de door de hekken afgebakende zone, tenzij het gaat om voertuigen zoals vermeld in artikel 3, §5.

 

§5. Er mag geen speelinfrastructuur of materiaal (zoals permanente verf) gebruikt worden die de straat beschadigen of een langdurige afdruk geven op het wegdek van de straat.

 

§6. Een speelstraat kan pas ingericht worden als minstens 70% van de bewoners (1 stem per brievenbusnummer) van de straat (of een deel van de straat) hun goedkeuring geven opdat de straat in aanmerking kan komen als speelstraat. Dit percentage wordt vastgelegd aan de hand van een bewonersenquête.

 

§7. De bewonersenquête wordt afgenomen door de speelstraatverantwoordelijken. De gemeente stelt hiervoor standaardformulieren (enquêteformulier buurtbewoners kandidaat-speelstraat) ter beschikking.

 

§8. Een speelstraat kan enkel ingericht worden als minstens 2 speelstraatverantwoordelijken, die in de aangevraagde straat wonen op een ander huisnummer, zich engageren voor de organisatie ervan. Zij staan tevens in voor de plaatsing en het weghalen van de nadarhekken (de hekken worden geleverd door de gemeente). De straatverantwoordelijken zijn het eerste aanspreekpunt voor andere bewoners en voor het gemeentebestuur.

 

§9. De speelstraat kan enkel georganiseerd worden in de zomervakantie (juli en augustus), telkens van 14 uur tot 19 uur. Er kan gekozen worden uit volgende periodes: 7 dagen aaneensluitend, 14 dagen aaneensluitend, 1 vaste dag per week in een vakantiemaand, 4 opeenvolgende weekends (zaterdag en zondag).

 

Artikel 5: Aanvraagprocedure

§1. Elke aanvraag om een speelstraat in te richten, moet schriftelijk gebeuren en gericht worden aan de dienst openbare werken van de gemeente. De aanvraagformulieren zijn beschikbaar bij de technische dienst van de gemeente en op de gemeentelijke website.

 

§2. Via een oproep in Info Bertem kunnen bewoners hun straat kandidaat stellen voor de inrichting als speelstraat. In het bericht zal vermeld worden wanneer de aanvraagformulieren ten laatste bij de dienst openbare werken moeten toekomen.

 

§3. De mobiliteitscel van de gemeente onderzoekt de kandidaturen voor de speelstraten. De mobiliteitscel adviseert het college van burgemeester en schepenen over de goedkeuring of weigering van de aanvragen.

 

§4. De aanvragers worden schriftelijk op de hoogte gebracht over het besluit van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6: Praktische modaliteiten

§1. In geval van schade, ongevallen e.d. kan de gemeente niet verantwoordelijk worden gesteld. De bewoners blijven zelf aansprakelijk voor eventueel toegebrachte schade door henzelf of hun kinderen aan derden. Bovendien blijven de ouders zelf verantwoordelijk voor hun minderjarige kinderen.

 

§2. Als bewoners bepalingen van het reglement niet naleven, kan het college van burgemeester en schepenen de toelating tot het inrichten van de speelstraat intrekken. Wanneer de beslissing tot intrekking is genomen en de speelstraatverantwoordelijken hiervan schriftelijk op de hoogte zijn gebracht, kan door de betrokken bewoners geen speelstraat meer worden ingericht voor de toegestane periode.

 

§3. Het college wordt gemachtigd om de praktische modaliteiten van dit reglement, waaronder de vaststelling van het aanvraagformulier, te bepalen.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

AFVAL. GOEDKEURING POLITIEVERORDENING BEHEER VAN HUISHOUDELIJK AFVAL EN VERGELIJKBAAR BEDRIJFSAFVAL.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 24 februari 1988 houdende goedkeuring algemeen politiereglement
  • Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van een opdrachthoudende vereniging 'EcoWerf'.
    De gemeente doet beheersoverdracht voor de inzameling en verwerking van afvalstoffen met uitzondering van snoeihout.
  • Raadsbesluit van 26 juni 2007 over de beheersoverdracht van de ophaling en verwerking van snoeihout naar EcoWerf.
  • Raadsbesluit van 30 september 2008 houdende goedkeuring algemene politieverordening.
  • Raadsbesluit van 27 september 2011 over de wijziging van het politiereglement over de inzameling van huishoudelijk afval en vergelijkbare afvalstoffen.
  • Raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor het containerpark.
  • Raadsbesluit van 17 december 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de huis-aan-huisophaling.

 

Juridische gronden

  • Artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet.
    De gemeenten moeten voorzien in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
  • Artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen.
    Dit artikel deelt de springstoffen in in verschillende klassen en categorieën.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 28 januari 2000 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan ‘Gescheiden Inzameling Bedrijfsafval van Kleine Ondernemingen’.
  • Artikels 42 en 43, §2, 2° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast en bepaalt de straffen en administratieve sancties op de overtreding van die reglementen
  • Besluit van de Vlaamse regering van 7 januari 2008 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan ‘Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen’.
    Het uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen behandelt de planning inzake preventie, selectieve inzameling, recyclage en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen voor de periode 2008-2015, voor verwijdering tot 2020.
  • Artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
    Elke gemeente draagt er zorg voor dat de huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk worden voorkomen of hergebruikt, op regelmatige tijdstippen worden opgehaald of op een andere wijze worden ingezameld, en nuttig worden toegepast of verwijderd,
  • Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
    Artikel 3.1.1 geeft aan dat er een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid bestaat voor de afvalstoffen gedefinieerd in het VLAREMA.

 

Argumentatie

Er bestaat een terugnameplicht voor huishoudelijk verpakkingsafval: minstens papier en karton, hol glas en plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons selectief moeten worden ingezameld.

Het is ter bescherming van het leefmilieu noodzakelijk het huishoudelijk afval en het vergelijkbaar bedrijfsafval tot een minimum te beperken en het afval maximaal selectief in te zamelen.

Er moet prioriteit verleend worden aan afvalvoorkoming en hergebruik van afvalstoffen. In tweede instantie dienen het huishoudelijk afval en het vergelijkbaar bedrijfsafval maximaal selectief ingezameld te worden.

De gemeente wil, in overeenstemming met haar gemeentelijke zorgplicht, het niet aanbieden van huisvuil via de gemeentelijke inzamelkanalen en bijgevolg ontwijkgedrag (zoals sluikstorten, sluikstoken, afvaltoerisme naar buurgemeenten, afvaltoerisme naar de werkgever…) maximaal voorkomen.

De inwoners mogen een huisvuilcontainer niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen.

 

Besluit

eenparig

 

Hoofdstuk I – Algemene bepalingen

 

Afdeling 1 – Definities en toepassingsgebied

 

Artikel 1:

Afgewerkte olie: alle soorten minerale, synthetische, plantaardige of dierlijke smeerolie of industriële olie die ongeschikt is geworden voor het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk bestemd was, zoals gebruikte olie van verbrandingsmotoren en versnellingsbakken, alsook smeerolie, olie voor turbines en hydraulische oliën.

 

Afvalstoffenmakelaar: iedere onderneming die ten behoeve van anderen de verwijdering of de nuttige toepassing van afvalstoffen organiseert, met inbegrip van makelaars die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben.

 

Afvalstoffenhandelaar: iedere onderneming die als verantwoordelijke optreedt bij het aankopen en vervolgens verkopen van afval, met inbegrip van handelaars die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben.

 

Containerpark: een bij toepassing van titel I van het VLAREM vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare afvalstoffen bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren. Huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals bepaald in artikel 4.1.1 van het VLAREMA.

 

Harde plastics: alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedingswaren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval)...

 

Inzamelaar: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die overgaat tot de inzameling van afvalstoffen.

 

Inzameling: het verzamelen van afvalstoffen, inclusief de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie.

 

Niet-particulier aansluitpunt: aansluitpunt van bedrijven, verenigingen, openbare besturen  en scholen.

 

Vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54° van het VLAREMA.

 

Artikel 2:

§ 1. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden bij om het even welke selectieve inzameling (exclusief het containerpark):

  • huisvuil
  • grofvuil
  • gashouders en/of andere ontplofbare voorwerpen
  • krengen van dieren en slachtafval
  • oude en vervallen geneesmiddelen
  • niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen

§ 2. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden op het containerpark:

  • huisvuil
  • groente- en fruitafval, al dan niet gemengd met tuinafval
  • gashouders  en/of andere ontplofbare voorwerpen
  • krengen van dieren en slachtafval
  • oude en vervallen geneesmiddelen
  • niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen

§ 3. Het is verboden afvalstoffen, afkomstig uit andere gemeenten voor inzameling aan te bieden aan het door de gemeente of intercommunale georganiseerde inzamelcircuit.

 

Artikel 3:

§ 1. Alleen de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars, daartoe aangewezen door EcoWerf, zijn gerechtigd om huishoudelijke afvalstoffen te aanvaarden of in te zamelen.

§ 2. Het is voor iedereen verboden om het even welke huishoudelijke afvalstof af te geven of voor inzameling aan te bieden aan andere geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars dan deze daartoe aangewezen door EcoWerf.

 

Afdeling 2 – Verbranden en sluikstorten van afvalstoffen

 

Artikel 4:

Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om afvalstoffen te verbranden, zowel in open lucht als in gebouwen.

 

Artikel 5:

§ 1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op niet-reglementaire plaatsen, op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten en elke handeling strijdig met deze politieverordening en andere toepasselijke wettelijke bepalingen.

§ 2. Het is verboden modder, zand of afvalstoffen die zich voor of nabij de woning bevinden op de straten, in de greppels of in de rioolputten te vegen. Het is tevens verboden via de rioolputten of op enige andere wijze om het even welke afvalstoffen in de riolering te deponeren.

§ 3. Met het oog op thuiscomposteren is het voor particulieren toegestaan op eigen privéterrein een stapelplaats aan te leggen voor het composteren van eigen groente-, fruit- en tuinafval. Deze composteerruimte van minder dan 10 m³, niet zichtbaar van op straat, mag geen hinder veroorzaken voor de buurtbewoners.

 

Afdeling 3 – Aanbieding van afvalstoffen

 

Artikel 6:

§ 1. De huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze verordening. Afvalstoffen die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening worden niet aanvaard. Bij de huis-aan-huis-inzameling dient de aanbieder de niet-aanvaarde afvalstoffen dezelfde dag nog terug te nemen. De niet-terugname conform dit reglement wordt beschouwd als sluikstorten zoals vermeld in artikel 5.

§ 2. Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen wordt uitgevoerd door de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars die door EcoWerf zijn aangeduid en door de parkwachter in geval van inzameling via het containerpark. Deze geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars en de parkwachter mogen de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op de foutieve aanbieding en de nodige richtlijnen verstrekken.

§3 De leden van de federale en de lokale politie en ambtenaren bedoeld in artikel 58 van VLAREM 1 zijn bevoegd voor het vaststellen van inbreuken op dit reglement en het opstellen van processen-verbaal.

 

Artikel 7:

§ 1. De afvalstoffen mogen slechts vanaf 20 uur en moeten ten laatste om 7 uur buitengeplaatst worden.

§ 2. De huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden in de voorgeschreven recipiënten of wijze aangeboden aan de rand van de openbare weg en vóór het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dienen de voorgeschreven recipiënten te plaatsen langs de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg.

§ 3. De inwoners die het recipiënt buitenzetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel zwerfvuil dat hiervan afkomstig is en staan zelf in voor het opruimen ervan.

§ 4. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie.

§ 5. De geledigde recipiënten dienen door de aanbieder op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de openbare weg.

 

Afdeling 4 – Afval op standplaatsen

 

Artikel 8:

De uitbater van een private of openbare vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs de openbare weg die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden verbruikt (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien en in te staan voor een correcte verwijdering en verwerking van het afval.

 

Artikel 9:

De diverse vrijkomende afvalstoffen dienen conform de bepalingen van VLAREMA gescheiden te worden ingezameld in hun respectievelijke recipiënten. Deze recipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen het betreft.

 

Artikel 10:

De opstellingsplaats en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen fracties kunnen door het gemeentebestuur worden bepaald.

 

Artikel 11:

De ambulante uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.

 

Afdeling 5 – Afval van huisdieren

 

Artikel 12:

§ 1. De eigenaars en houders van (huis)dieren zijn verplicht te beletten dat de voetpaden en aanpalende huizen, groene bermen tussen voetpad en rijweg, begraafplaatsen, openbare parken, bossen, tuinen, speelpleinen en andere voor het publiek toegankelijke zones alsmede de fiets- en rijwegen bevuild worden door hun dieren.

§ 2. Indien toch uitwerpselen terecht komen op voornoemde plaatsen, zijn de eigenaar of houders van de (huis)dieren verplicht deze uitwerpselen te verwijderen en te deponeren in een straatvuilcontainer of een speciaal voorzien recipiënt voor hondenpoep of moeten zij er voor zorgen dat deze uitwerpselen verwijderd worden en voldoende verpakt en gemengd met huisvuil meegegeven met de gewone huisvuilinzameling.

De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen verplichtingen inzake het rein houden van de openbare weg.

§ 3. De begeleiders van honden zijn verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op het eerste verzoek van de politie te worden getoond.

§ 4. De bepalingen artikel 12, § 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op de honden die blinden en gehandicapten begeleiden.

 

Afdeling 6 – Reclamedrukwerk en gratis regionale pers

 

Artikel 13:

§ 1. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen vóór 7 uur en na 22 uur. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of achter te laten op andere plaatsen, inclusief het containerpark,  dan de brievenbus.

§ 2. Door de gemeente wordt een sticker ter beschikking gesteld waarop wordt aangegeven dat reclamedrukwerk en gratis pers niet gewenst zijn. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in brievenbussen die voorzien zijn van een dergelijke aanduiding.

§ 3. Klachten met betrekking tot de niet-naleving van artikel 13, § 1, 2 en 3 worden bij voorkeur aan de gemeentelijke milieudienst en via mail op het e-mailadres sticker@ovam.be of per post aan de OVAM, dienst ketenbeheer en lokale besturen, Stationsstraat 110 te 2800 Mechelen gemeld.

 

Afdeling 7 - Gebruik van de afvalcontainers

 

Artikel 14:

De containers voor huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval (grijs), gft en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval (groen) en papier en karton (geel) worden huis-aan-huis afgeleverd. Deze containers blijven eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en worden slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, het gft en het organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval en papier en karton.

 

Artikel 15:

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de containers. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de containers uitsluitend mogen aangewend worden voor de opslag van voorziene fractie.

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe container. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 16:

De containers blijven verbonden aan het adres waar ze zijn afgeleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de containers mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 17:

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen containers hebben moeten deze bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf of bij de gemeente aanvragen.

 

Hoofdstuk II – Inzameling van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 18:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval verstaan: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval of groenafval, plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd) en andere verplicht in te zamelen selectieve afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 19:

§ 1. Het huisvuil en in voorkomend geval de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks  huis-aan-huis ingezameld langs de voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf .

§ 2. Het huisvuil en in voorkomend geval de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet worden meegegeven met een inzameling andere dan deze van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

§ 3. Het is verboden voor de verwijdering van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval gebruik te maken van een containerpark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 20:

§ 1. Het huisvuil en in voorkomend geval de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in een huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

§ 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan

  • 15 kg voor een container van 40 liter
  • 50 kg voor een container van 120 liter
  • 80 kg voor een container van 240 liter
  • 500 kg voor een container van 1100 liter

§ 3. Het huisvuil en in voorkomend geval de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Hoofdstuk III – Inzameling van grofvuil

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 21:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder grofvuil verstaan: afvalstoffen die door hun omvang, de  aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden en die huis-aan-huis ingezameld worden alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding op het containerpark, met uitzondering van papier, karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval of groenafval, pmd-afval, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bouw- en sloopafval, houtafval, metalen gemengd, afvalbanden en andere verplicht selectief in te zamelen afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 22:

§ 1. Het grofvuil wordt zesmaal  per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen. Het grofvuil wordt ook ingezameld op het containerpark. Herbruikbare goederen kunnen gratis worden aangeboden aan het kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten.

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet vooraf een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf met vermelding van de in te zamelen materialen. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding.

§ 3. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een inzameling, andere dan deze van het grofvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 23:

§ 1. Het grofvuil dient aangeboden te worden goed samengebonden in hanteerbare stukken. Het grofvuil mag niet in plastic zakken of kartonnen dozen aangeboden worden.

§ 2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet groter zijn dan 30 kg. Het grofvuil mag niet langer zijn dan 2 meter, niet groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³

§ 3. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de inzamelaars van de afvalstoffen.

 

Hoofdstuk IV – Selectieve inzameling van glas

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 24:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder glas verstaan: hol glas en vlakglas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen, kristal, opaal glas, plexiglas, gewapend glas, serreglas, rookglas, spiegelglas, autoruiten,  ander hittebestendig glas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s, e.d.

§ 2. Hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...

§ 3. Vlakglas betreft vensterglas.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 25:

§ 1. Hol glas/vlakglas wordt ingezameld op het containerpark. Hol glas wordt ook ingezameld in de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Het gebruik van de containers is uitsluitend voorbehouden aan de inwoners van de gemeente.

§ 2. Hol glas/vlakglas mag niet worden meegegeven met het huisvuil (en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van glas.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 26:

Het hol glas dient aangeboden te worden via de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Hol glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in de daartoe voorziene glascontainers te worden gedeponeerd. Hol glas dient leeg en voldoende gereinigd te zijn.

 

Artikel 27:

§ 1. Het deponeren in glascontainers van andere afvalstoffen dan hol glas is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen achter te laten.

§ 2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 22 uur en 7 uur.

 

Hoofdstuk V – Selectieve inzameling van papier en karton

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 28:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder papier en karton verstaan: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, e.d.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 29:

§ 1. Papier en karton wordt minstens om de 4 weken huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Papier en karton wordt ook ingezameld op het containerpark.

§ 2. Papier en karton mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van papier en karton.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 30:

§ 1. Het papier en karton dient aangeboden te worden in een papiercontainer met chip.

§ 2. Het gewicht van het recipiënt mag niet groter zijn dan:

  • 15 kg voor een 40 l container
  • 50 kg voor een 120 l container
  • 80 kg voor een container van 240 liter
  • 500 kg voor de 1100 l container

§ 3. Per aansluitpunt en per inzameling mag gemiddeld max. 1 m³ aangeboden worden.

 

§ 4. Per particulier aansluitpunt en per ophaalbeurt mag maximaal 1 container voor papier en karton aangeboden worden. Per niet-particulier aansluitpunt en per ophaalbeurt mogen maximaal 2 containers voor papier en karton aangeboden worden. Hiervan kan slechts om voldoende gemotiveerde redenen worden afgeweken.

 

Hoofdstuk VI – Selectieve inzameling van klein gevaarlijk afval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 31:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Klein Gevaarlijk Afval, hierna kga genoemd, verstaan, de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 32:

§ 1. Kga wordt ingezameld op het containerpark

§ 2. Kga mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van kga.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 33:

§ 1. Het kga moet, afzonderlijk van andere afvalstoffen, aangeboden worden  in een daartoe geschikt recipiënt, tenzij het fysisch onmogelijk is. Het aangeboden kga wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het kga op de verpakking aan. Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het kga te voorkomen.

§ 2. Injectienaalden moeten worden aangeboden in een naaldcontainer die voldoet aan de ADR-reglementering.

 

Artikel 34:

§ 1. Het kga dat wordt aangeboden op het containerpark wordt door het bevoegde personeel  in de inrichting aansluitend bij het containerpark gedeponeerd. De aanbieder van het kga mag dit niet zelf doen.

§ 2. De afgifte van kga aan de geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of –makelaar gebeurt in aanwezigheid en onder toezicht van het bevoegde personeel.

 

Hoofdstuk VII – Selectieve inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 35:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groente- en fruitafval  verstaan: aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, theebladeren en theezakjes, koffiedik en papieren koffiefilters, papier van de keukenrol, plantaardig keukenafval en etensresten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het tuinafval omvat versnipperd snoeihout, haagscheersel, gazonmaaisel, bladeren, onkruid, resten van groente- en siertuin, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, zaagmeel en schaafkrullen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het Groente-, Fruit- en Tuinafval wordt hierna gft-afval genoemd.

§ 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder organisch-biologisch bedrijfsafval verstaan: alle afvalstoffen, vermeld in artikel 38, § 1., ontstaan door een met de huishoudens vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

§ 3. Andere afvalstoffen zoals bijvoorbeeld timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde, zand, saus, olie, vet, gekookte etenswaren, stof uit stofzuiger, as van open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal, blik, kattenbakvulling, uitwerpselen e.d. worden niet als gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval beschouwd.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 36:

§ 1. Het gft-afval en in voorkomend geval organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf .

§ 2. Gft-afval en in voorkomend geval organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet meegegeven worden met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval)

§3. Verontreinigd gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 37:

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in gft-container met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband.

§ 2. Het totale gewicht van het gevulde aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan

  • 15 kg voor een container van 40 liter
  • 50 kg voor een container van 120 liter
  • 80 kg voor een container van 240 liter
  • 500 kg voor een container van 1100 liter

 

Hoofdstuk VIII – Selectieve inzameling aan huis van groenafval.

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 38:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groenafval verstaan: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit)¹.

 

Snoeihout : Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

 

Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuin-onderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

 

Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 39:

§ 1. Het snoeihout wordt minstens viermaal per jaar huis-aan-huis, met de mogelijkheid op afroep, ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf .

Snoeihout wordt ook ingezameld op het containerpark.

§ 2. Snoeihout mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van snoeihout.

§ 3. Verontreinigd snoeihout wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

§4. Kerstbomen worden éénmaal per jaar opgehaald. De datum wordt jaarlijks bekendgemaakt in de afvalkalender.

§ 5. Gras- en bladafval en boomstronken worden enkel ingezameld op het containerpark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding voor inzameling aan huis.

 

Artikel 40:

§ 1. Het snoeihout dient aangeboden te worden in bundels samengebonden met natuurtouw.

§ 2. Het gewicht van de bundel mag niet groter zijn dan 25 kg.

§ 3. Het snoeihout dient samengebonden te worden aangeboden en de takken moeten een lengte hebben van min. 50 cm en max. 2 meter. De maximale diameter per tak is 10 cm.

§ 4. Kerstbomen moeten aangeboden worden zonder kluit, pot of versiering.

 

Hoofdstuk IX – Selectieve inzameling van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd)

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 41:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en Drankkartons, ook pmd genoemd, verstaan: lege plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. 

§ 2. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 42:

§ 1. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden minstens 2-wekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden ook ingezameld op het containerpark.

§ 2. Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een andere selectieve inzameling, andere dan deze van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons.

§ 3. Verontreinigde plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden niet aanvaard. De niet-conforme inhoud kan aangeduid worden met een sticker.

§  4. Metalen verpakkingen die via de pmd-inzameling ingezameld worden zijn niet toegelaten bij de fractie metalen gemengd.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 43:

§ 1. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons dienen aangeboden te worden in de blauwe pmd-zak met logo van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf.

§ 2. De verschillende fracties van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden.

§ 3. Het gewicht van één recipiënt mag niet groter zijn dan 10 kg en dient gesloten aangeboden te worden.

§ 4. Het maximum volume van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, bedraagt 8 liter.

§ 5. Er mogen geen verpakkingen aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

§  6. Per aansluitpunt mogen per tweewekelijkse inzameling gemiddeld maximum 4 zakken aangeboden worden.

 

Hoofdstuk X - Selectieve inzameling van Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (aeea)

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 44:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder aeea verstaan: de afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1§2.23° van het VLAREMA.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 45:

§ 1. De aeea worden ingezameld op het containerpark. Aeea kan gebracht worden naar of meegegeven worden met de eindverkoper  of door andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Herbruikbaar aeea kan worden ingezameld door een erkend kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. Voor heel klein aeea (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zonder buiten buitenafmetingen van meer dan 25 cm) kunnen, indien voldaan wordt aan de toepasselijke voorwaarden van VLAREM en VLAREMA, specifieke inzamelacties opgezet worden, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein.

§ 2. Rookdetectoren en gasontladingslampen moeten naar het containerpark gebracht worden en onbeschadigd in het daartoe geschikte recipiënt gedeponeerd worden.

§ 3. Afgedankte zaklampen worden samen en op dezelfde wijze als afgedankte batterijen ingezameld.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 46:

§ 1. De aeea mag geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

§ 2. Alle aeea moet zodanig worden aangeboden dat ze geen gevaar oplevert voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

Hoofdstuk XI – Selectieve inzameling van metalen gemengd

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 47:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder metalen gemengd verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding (en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane soorten van metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met uitzondering van kga, metalen verpakkingen die met de pmd-fractie ingezameld worden en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 48:

§ 1. De metalen gemengd worden ingezameld via het containerpark. De metalen gemengd worden tot zesmaal  per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen.

§ 2. Metalen gemengd mogen niet worden meegegeven met het huisvuil (en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van metalen gemengd.

§3. Aanvullend op de bepaling in § 1 mogen gemengde metalen aangeboden worden in de vergunde inrichtingen van verwerkers, inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars, op voorwaarde van:

  • het naleven van de sorteerverplichting (artikel 4.3.1 van het VLAREMA);
  • het rapporteren van de ingezamelde hoeveelheden aan de gemeente.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 49:

§ 1. De metalen gemengd moeten aangeboden worden op de afgesproken inzameldag.

§ 2. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet groter zijn dan 30 kg. De voorwerpen mogen niet langer zijn dan 2 meter, groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

12Hoofdstuk XII – Selectieve inzameling van textiel

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 50:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder textielafval verstaan: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, e.d., die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 51:

§ 1. Het textiel wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente of via de huis-aan-huisinzameling langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf . Het textiel wordt eveneens ingezameld op het containerpark of de door de OVAM erkende kringloopcentra.

§ 2. Alleen de organisaties die vermeld zijn op de door de OVAM gepubliceerde lijst van geregistreerde inzamelaars, handelaars en makelaars van textielafvalstoffen en die toelating hebben van de gemeente, waarmee ze een overeenkomst afgesloten hebben, zijn gemachtigd textielcontainers te plaatsen op zowel openbaar domein als op privéterrein toegankelijk voor het publiek of mogen huis-aan-huisinzamelingen organiseren.

§ 3. Het textiel mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van het textiel.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 52:

§ 1. Het textiel dient bij het deponeren in een container of bij inzameling aan huis in een degelijke en goed gesloten zak verpakt te zijn. Het aangeboden textiel mag niet nat, bevuild of totaal versleten zijn.

 

Hoofdstuk XIII – Selectieve inzameling van herbruikbare goederen

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 53:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder herbruikbare goederen verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding (en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 54:

§ 1. Voor de inzameling van herbruikbare goederen kan een beroep gedaan worden op het door de OVAM erkend kringloopcentrum, werkzaam op het grondgebied van de gemeente. Deze gratis inzameling kan gebeuren op afroep. De contactgegevens van het kringloopcentrum zijn terug te vinden via het gemeentelijk informatieblad, de afvalkalender en via de gemeentelijke diensten. Met herbruikbare goederen kan men ook op het containerpark terecht.

§ 2. Het staat het kringloopcentrum vrij om aangeboden herbruikbare goederen te weigeren indien deze niet dienstig zijn voor het kringloopcentrum. In dit geval mogen de door het kringloopcentrum geweigerde herbruikbare goederen meegegeven worden met het huisvuil, het grofvuil of naar het containerpark worden gebracht (afhankelijk over welke fractie het gaat).

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 55:

§ 1. Voor de inzameling maakt de aanbieder een afspraak met het kringloopcentrum over de aanlevermodaliteiten.

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.

 

Hoofdstuk XIV – Andere afvalstoffen

 

14.1Batterijen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 56:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder batterijen en accu’s verstaan: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 57:

De inzameling van afgedankte batterijen en accu's gebeurt via het containerpark en de eindverkopers die daarvoor geschikte recipiënten plaatsen in hun verkoopruimte. Samen met de afgedankte batterijen en accu's kunnen in deze recipiënten ook afgedankte zaklampen ingezameld worden. 

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 58:

De inzameling van afgedankte batterijen en accu's gebeurt via het containerpark en via andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht  die daarvoor geschikte recipiënten ter beschikking stellen, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. 

 

14.2Gasflessen (butaan- en propaangasflessen)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 59:

Een gasfles is een vat waarin een gas, in dit geval vloeibaar gemaakt propaan (lpg) of butaan onder druk is of was opgeslagen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 60:

§ 1. De inzameling gebeurt via FEBUPRO op wiens website (www.febupro.be) de inzamelpunten terug te vinden zijn.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 61:

§ 1. De gasflessen moeten onbeschadigd en met gesloten kraan aangeboden worden.

§ 2. Het is strikt verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de leverancier de merknaam van gasflessen te verwijderen, ze een andere bestemming te geven, ze onwettig op te slaan of te exporteren.

 

14.3Oude en vervallen Geneesmiddelen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 62:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder oude en vervallen geneesmiddelen verstaan: restanten van geneesmiddelen als vermeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, met uitzondering van artikel 1bis van die wet, die farmaceutische specialiteiten zijn, en die aan een particulier werden verstrekt en waarvan hij zich ontdoet, wil ontdoen of moet ontdoen. Een specialiteit is elk vooraf bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking in de handel wordt gebracht. Lege glazen flessen van geneesmiddelen horen bij het verpakkingsglasafval.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 63:

§ 1. De inzameling gebeurt via de apotheek.

§ 2. Lege doordrukverpakkingen, verbanden, compressen, pleisters, watten doekjes, incontinentiemateriaal en luiers, teststrookjes en -strips, horen bij het huisvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 64:

§ 1. De aanbieder moet het papieren verpakkingsafval en de bijsluiters verwijderen.

 

14.4Munitie en andere ontplofbare stoffen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 65:

Voor toepassing van deze verordening wordt onder munitie verstaan: restanten van munitie als vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement op de springstoffen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 66:

Deze afvalstoffen mogen niet meegegeven worden met het huisafval (omwille van zware veiligheidsrisico's die deze afvalstoffen met zich meebrengen voor de ophalers/verwerkers). Daarnaast is het evenzeer van belang dat dergelijk afval niet wordt achtergelaten als zwerfvuil omwille van de risico's voor o.m. spelende kinderen.

Munitie moet steeds worden ingeleverd bij de politie.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 67:

Gescheiden van andere afvalstoffen en bij voorkeur in de originele verpakking  om de identificatie te vereenvoudigen.

 

14.5Gebruikte frituurvetten en -oliën

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 68:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder gebruikte frituurvetten en -oliën verstaan: alle voor voedingsdoeleinden gebruikte oliën van dierlijke of plantaardige oorsprong afkomstig van huishoudelijk of vergelijkbaar gebruik.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 69:

§ 1. De inzameling van gebruikte frituurvetten en -oliën gebeurt via het containerpark.

§ 2. Aanvullend kan de burger terecht bij eindverkopers die hiervoor de nodige recipiënten ter beschikking stellen in hun verkoopruimte.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 70:

Het is verboden de gebruikte frituurvetten en –oliën te mengen met andere afvalstoffen of oliën van minerale oorsprong.

De gebruikte frituurvetten en –oliën biedt men aan in een daartoe geschikte fles, bij voorkeur de oorspronkelijke verpakking of een ander type plastic fles.

Op het containerpark wordt een onderscheid gemaakt tussen plantaardige (vloeibare) frituuroliën en dierlijke (vast) frituurvetten. Deze worden apart ingezameld en moeten dus ook apart aangeboden worden.

 

14.6Bouwafval

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 71:

Voor de toepassing van deze verordenig wordt onder bouwafval verstaan: Zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit)¹, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

 

Steenafval: Zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, …

 

Keramiek: Alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein, …, met uitzondering van steenafval.

 

Gips en kalk: Bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt, …

 

Cellenbeton: Alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Asbestcement: Alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten…

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 72:

§ 1. De inzameling van bouwafval gebeurt via het containerpark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 73:

Op het containerpark wordt een onderscheid gemaakt tussen steenafval, keramiek, gips en kalk, cellenbeton en asbestcement. Deze worden apart ingezameld en moeten dus ook apart aangeboden worden.

 

14.7Sloophout

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 74:

Voor de toepassing van deze verordenig wordt onder sloophout verstaan:  alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit)¹, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 75:

§ 1. De inzameling van sloophout gebeurt via het containerpark.

 

14.8Geëxpandeerd polystyreen (eps)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 76:

Voor de toepassing van deze verordenig wordt onder geëxpandeerd polystyreen (eps) verstaan: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit)¹ met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 77:

§ 1. De inzameling van E.P.S. gebeurt via het containerpark.

 

14.9Plastics

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 78: PRO MEMORIE

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 79: PRO MEMORIE

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 80: PRO MEMORIE

 

14.10Kurk

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 81:

Voor de toepassing van deze verordenig wordt onder kurk verstaan: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding (en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit)¹, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking …

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 82:

§ 1. De inzameling van kurk. gebeurt via het containerpark.

 

 

Hoofdstuk XV – Het containerpark

 

Afdeling 1 - Algemeen

 

Artikel 83:

Het containerpark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen.

 

Artikel 84:

§ 1. Het containerpark is gelegen op Baanakker in Bertem.

§ 2. Het containerpark is enkel toegankelijk voor de particuliere inwoners van de gemeenten Bertem en Huldenberg en voor de erkende verenigingen en ondernemingen die op het grondgebied van deze gemeenten gevestigd zijn, voor zover de door hen aangevoerde afvalstoffen vergelijkbaar zijn overeenkomstig de definitie in artikel 1 van deze verordening.

§ 3. Het containerpark is geopend op de door de opdrachthoudende vereniging EcoWerf bepaalde data en openingsuren. Buiten de openingsuren is het containerpark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.

§ 4. De toegang tot het containerpark is enkel mogelijk met een toegangskaart die door Ecowerf of de gemeente wordt verstrekt aan de particuliere inwoner die als gezinshoofd in het bevolkingsregister van de gemeenten Bertem of Huldenberg is ingeschreven en in één van deze gemeenten verblijft, alsook aan een erkende vereniging of onderneming.

§ 5. Op het containerpark gelden de bepalingen van het huisreglement zoals vastgesteld door EcoWerf.

 

Afdeling 2 - Gebruik van het containerpark

 

Artikel 85:

Op het containerpark mogen de hierna vermelde, vooraf maximaal gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangeboden worden. De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, enkel in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden.

 

Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (aeea)

Boomstronken

Bouwafval

E.P.S.

Frituurolie en afgewerkte olie

Gips en kalk

Glas

Groenafval

Grofvuil

Herbruikbare goederen

Klein gevaarlijk afval (kga)

Kurk

Metalen gemengd

Papier en karton

PMD

Sloophout

Textiel

 

Artikel 86:

Tijdens de openingsuren is het containerpark permanent onder toezicht van de parkwachter.

 

Artikel 87:

§ 1. Het is de parkwachter toegestaan de aanbrengers van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds teveel mensen op het containerpark bevinden, evenals in functie van een goede verkeersregeling op het containerpark.

§ 2. Kinderen jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te zijn door een volwassen begeleider.

§ 3. Het is verboden dieren te laten rondlopen op het containerpark.

 

Artikel 88:

§ 1. De afvalstoffen dienen gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de verblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken. De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden de aanwijzingen van de parkwachter te volgen.

§ 2. Eens de afvalstoffen in de daartoe voorziene container worden gevoegd, mogen deze afvalstoffen niet meer opnieuw door een bezoeker van het containerpark worden meegenomen.

§ 3. Bezoekers met gebonden asbestafval dienen deze zelf voorzichtig te deponeren in de hiervoor voorziene asbestzakken. Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden. Er mag op het containerpark geen enkele bewerking op het asbestafval worden uitgevoerd.

 

Artikel 89:

§ 1. De gebruikers van het containerpark moeten de omgeving van de containers en de overige ruimte van het terrein steeds rein houden. Zij kunnen door de parkwachter verzocht worden het door hen bevuilde terrein te reinigen.

§ 2. Tijdens de sluitingsuren van het containerpark is het verboden om afval voor de toegangspoorten te deponeren of over de omheining op het containerpark te gooien. Dergelijke handelingen worden gelijkgesteld met sluikstorten.

 

Artikel 90:

Op het containerpark is het verboden te roken of om op enige andere wijze vuur te maken. Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers, gebouwen, beplantingen of uitrusting.

 

Hoofdstuk XVI – Gebruik van een gehuurde afzetcontainer

 

Artikel 91:

De inwoner die naast de reguliere inzameling zich wil ontdoen van afvalstoffen via een afzetcontainer, dient hiervoor steeds toelating te vragen aan het college van burgemeester en schepenen . Het is de inwoner zelf die deze toelating moet aanvragen. Deze aanvraag kan niet overgedragen worden aan de containerfirma die de container plaatst. De toelating kan gepaard gaan met een tijdelijk parkeerverbod.

 

Artikel 92:

Indien de afzetcontainer op de openbare weg geplaatst wordt, moet de betrokken container voorzien zijn van rode en witte strepen aan de voor- en achterkant en dit over minstens 1 vierkante meter per kant. Een verkeersbord met symbool D1 moet voorzien worden boven de container en een oranjegeel knipperlicht dient aangebracht te worden boven dit verkeersbord.

 

Artikel 93:

De toelating moet toegekend zijn, alvorens de afzetcontainer door de containerfirma mag geleverd worden. De termijnen (begin- en einddatum) van deze toelating moeten gerespecteerd worden. Indien de container niet is verwijderd tegen de dag zoals bepaald in de toelatingsbeslissing dan zal de gemeente de inwoner die de aanvraag heeft ingediend hiervoor aansprakelijk stellen.

 

Hoofdstuk XV – Strafbepalingen

 

Artikel 94:

§ 1. De inbreuken op deze verordening worden gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet en in artikel 2 van het raadsbesluit van 30 september 2008 houdende goedkeuring algemene politieverordening, voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien.

Bij het bepalen van de hoogte van de boete wordt rekening gehouden met de ernst van de inbreuk en met eventuele herhaling.

§ 2. Wanneer afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of op een plaats in strijd met deze verordening kan de burgemeester jegens de overtreder de onmiddellijke opruiming van de in artikel 5, §1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de overtreder bezorgd. De overtreder beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de overtreder weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

§ 3. Indien geen overtreder kan geïdentificeerd worden, kan de burgemeester jegens de eigenaar van het perceel waarop afvalstoffen werden achtergelaten in strijd met deze verordening de onmiddellijke verwijdering van de in artikel 5, §1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de eigenaar bezorgd. De eigenaar beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de eigenaar weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de eigenaar, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

§ 4. Indien alsnog een overtreder wordt geïdentificeerd, kan de in artikel 94 §3 bedoelde eigenaar de kosten van de verwijdering van de in artikel 5, §1. bedoelde afvalstoffen verhalen op de overtreder.

§ 5. Ongeacht artikel 94 §2 en §3 is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen, wanneer de afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of een plaats in strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen.

§ 6. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering, overeenkomstig artikel 94 §2, §3 en §5, kan de burgemeester gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen.

 

Hoofdstuk XVI – Slotbepalingen

 

Artikel 95:

Deze verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikels 186 en 187 van het gemeentedecreet.

 

Artikel 96:

Het raadsbesluit van 27 september 2011 over de wijziging van het politiereglement over de inzameling van huishoudelijk afval en vergelijkbare afvalstoffen wordt opgeheven.

 

Artikel 97:

De raad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

AFVAL. GOEDKEURING TOELAGEREGLEMENT AFVAL.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2008 houdende aanpassing retributiereglement ophaling en verwerking gewoon huisvuil en GFT.
    Dit besluit stelde dat voor de gezinnen met fiscaal minimum 3 kinderen ten laste, voor onthaalmoeders en voor inwoners die voor hun persoonlijk welzijn gebruik dienen te maken van wegwerp incontinentiemateriaal, de Diftar-rekening eemaal per jaar werd gecrediteerd met een bedrag van 18 euro. 

Dit besluit werd opgeheven bij raadsbesluit van 17 december 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de huis-aan-huisophaling.

  • Raadsbesluit van 17 december 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de huis-aan-huisophaling.

 

Juridische gronden

  • Artikels 42 en 43 §2 2° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.

  • Artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

Elke gemeente draagt er zorg voor dat de huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk worden voorkomen of hergebruikt, op regelmatige tijdstippen worden opgehaald of op een andere wijze worden ingezameld, en nuttig worden toegepast of verwijderd.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0300/64900200

€ 6000

€ 6000

€ 4500

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad geeft een toelage van 18 euro aan een gezin met minstens drie minderjarige kinderen op 1 januari van het kalenderjaar waarop de toelage betrekking heeft. Deze toelage zal automatisch worden verleend onder de vorm van een krediet op de DIFTAR-rekening van het betrokken gezin.

 

Artikel 2:

De raad geeft een toelage van 18 euro aan een onthaalgezin erkend door Kind&Gezin op 1 januari van het kalenderjaar waarop de toelage betrekking heeft. Deze toelage zal worden verleend onder de vorm van een krediet op de DIFTAR-rekening van het betrokken gezin.

 

Artikel 3:

De raad geeft een toelage van 18 euro aan een gezin met een persoon (gezinslid) die voor zijn persoonlijk welzijn gebruik dient te maken van wegwerp incontinentiemateriaal, en mits te voldoen aan:

  • het indienen van een aanvraag waarvan het model wordt opgesteld en ter beschikking gesteld door het college en in te dienen uiterlijk op 1 december van het jaar waarvoor de aanvraag geldt (de aanvraag kan ingediend worden bij de gemeentedienst of de diensten van het OCMW).
  • attest van de behandelende arts waarbij de noodzakelijkheid van het gebruik van incontinentiemateriaal wordt bevestigd.
  • minimum gebruik van gemiddeld één stuk incontinentiemateriaal per dag aan te tonen op basis van aankoopfacturen opgesteld op naam van de aanvrager en die gedateerd zijn op datum van het jaar waarvoor de aanvraag geldt.

Deze toelage zal worden verleend onder de vorm van een krediet op de DIFTAR-rekening van het betrokken gezin.

 

Artikel 4:

Zowel voor de wijze van uitbetaling als de datum van indiening kan een afwijking worden toegestaan door het college.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

BELASTINGEN. GOEDKEURING AANPASSING BELASTINGREGLEMENT CONTAINERPARK.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 23 februari 1999 over het contract tot ophalen van huishoudelijk afval en gebruik van het containerpark
  • Raadsbesluit van 29 maart 2007 over de aanpassing van het retributiereglement voor de ter inzameling en verwerking op het containerpark aangeboden afvalstoffen.
    In dit besluit waren volgende fracties gratis op het containerpark:
    • afgedankte elektrische en elektronische apparaten
    • klein gevaarlijk afval
    • kringloopgoederen
    • ophalen houtsnippers.

Dit besluit werd opgeheven door het raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor het containerpark

  • Raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor het containerpark.
    Dit reglement stelt de aanbieding van asbestcement, klein gevaarlijk afval en afgedankte elektrische en elektronische apparaten gratis op het containerpark.

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet
    Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
  • Artikel 42 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.
  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
  • Uitvoeringsplan ‘Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen’ van de Vlaamse regering van 14 december 2007
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
  • Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA)

 

Argumentatie

Omdat de ophaling aan huis van papier en karton gratis is, is het wenselijk om deze afvalstof ook gratis te laten aanbieden op het containerpark. De aanbieder doet immers een inspanning en heeft een kost door zijn papier en karton zelf naar het containerpark te brengen. Voor EcoWerf betekent dit een besparing op de ophaalkosten binnen de gemeente.

 

Financiële gevolgen

De gederfde ontvangsten van het containerpark door het wegvallen van de belasting voor het aanbieden van papier en karton zijn moeilijk in te schatten omdat aanbieders veelal meer afvalfracties tegelijk aanbieden. Hierdoor en door het bestaan van gratis beurten zal de opbrengstderving evenwel zeer beperkt zijn.

 

Besluit

 

19 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens, Jan Buysse, Maria Andries, Leonard Vranckx, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips, Joris Fonteyn, Ken Geyns, Karin Baudemprez, Anja De Herdt en Roger De Muylder

1 onthouding: Kristien Van Essche

 

Artikel 1:

In artikel 3 van het raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor het containerpark, wordt het tekstdeel "Een voertuig dat enkel asbestcement, KGA of AEEA aanvoert heeft gratis toegang tot het containerpark" vervangen door "Een voertuig dat enkel asbestcement, KGA, AEEA of papier en karton aanvoert, heeft gratis toegang tot het containerpark".

 

Artikel 2:

In artikel 1 van het raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor het containerpark, wordt in de definitie van plastic folies het woord 'landbouwfolie' verwijderd.

 

Artikel 3:

In artikel 3 van het raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor het containerpark, wordt het volgende tekstdeel toegevoegd:

contantbelasting KMO landbouwfolies: 4 euro per halve m³.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN TWEERICHTINGSVERKEER IN DE KERSTRAAT, DEEL VAN BIJ DE AANSLUITING MET DE BLOKKENSTRAAT TOT ± 100 METER VERDER.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 25 juni 2013 over het instellen van eenrichtingsverkeer aan het voetbalterrein Leefdaal, Kerstraat, deel tussen de Blokkenstraat en de Dorpstraat.

 

Feiten en context

  • De Kerstraat wordt in de omgeving van de aansluiting met de Blokkenstraat praktisch uitsluitend gebruikt door bezoekers aan de voetbalinfrastructuur tijdens wedstrijden en trainingen.
  • De landbouwers in deze buurt kunnen hun velden niet meer bereiken door het ingestelde eenrichtingsverkeer.
  • Door in de Kerstraat, vanaf het kruispunt met de Blokkenstraat, ±100 meter in te richten voor het verkeer in beide rijrichtingen, kunnen deze landbouwers hun velden opnieuw bereiken.
  • Voorbij deze strook van ± 100 meter zal het eenrichtingsverkeer ingericht blijven.

 

Juridische gronden

  • Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
  • MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
  • Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de mobiliteitscel van de gemeente Bertem van 28 februari 2014.

 

Argumentatie

Landbouwers die hun velden naast de boerderij of het bedrijf willen bereiken, moeten door het instellen van eenrichtingsverkeer een grote omweg maken.

 

Gezien de Kerstraat enkel tijdens voetbalwedstrijden en trainingen druk bereden wordt, is het instellen van tweerichtingsverkeer vanaf de aansluiting met de Blokkenstraat tot aan hun velden geen probleem voor de verkeersveiligheid.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het raadsbesluit genomen in zitting van 25 juni 2013 over het instellen van eenrichtingsverkeer in de Kerstraat wordt onder artikel 1 en 2 als volgt aangevuld:

 

Artikel 1:

- Vanaf het kruispunt met de Blokkenstraat wordt in de Kerstraat over een afstand van ± 100 meter het verkeer in beide rijrichtingen toegelaten.

 

Artikel 2:

De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door de verkeersborden:

- A39

- F45 met onderbord '100 meter'

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN VERKEERSMAATREGEL OM FIETSERS TOE TE LATEN IN BEIDE RIJRICHTINGEN IN DE JOHN VANHAERENSTRAAT, DEEL GEEN-STRAAT - TERVUURSESTEENWEG.

 

Feiten en context

  • Buurtbewoners uit de Geen-straat en de John Vanhaerenstraat vragen om fietsers toe te laten in de John Vanhaerenstraat, deel tussen de Geen-straat en de Tervuursesteenweg.
    Dit gedeelte is ingericht als eenrichtingsverkeer zonder uitzondering voor fietsers.
  • Fietsers moeten door de huidige regeling een grote omweg maken om de Tervuursesteenweg te bereiken.

 

Juridische gronden

  • Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
  • MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
  • Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de mobiliteitscel van de gemeente Bertem van 28 februari 2014.

 

Argumentatie

Fietsers moeten ver omrijden om vanuit de John Vanhaerenstraat en de Geen-straat naar de Tervuursesteenweg te rijden. Om voor deze fietsers een aansluiting met de Tervuursesteenweg te bieden, moet het verkeer van fietsers in beide rijrichtingen worden toegelaten.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

In de John Vanhaerenstraat, deel tussen de Geen-straat en de Tervuursesteenweg, wordt het eenrichtingsverkeer uitgebreid door fietsers toe te laten in beide rijrichtingen.

 

Artikel 2:

De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door het verkeersbord:

- onderbord M4 (aangebracht onder de reeds aangebrachte borden C1 en F19)

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 25 maart 2014

 

VRAGENKWARTIERTJE.

 

Bespreking

  • De burgemeester deelt mee dat het college zal deelnemen aan de actie "1000 km voor Kom Op Tegen Kanker", wat inhoudt dat elke deelnemer minstens 125 km moet fietsen. De deelnameprijs bedraagt minstens 5000 euro, te verzamelen via sponsoring en giften. In het kader hiervan doet de burgemeester een oproep aan alle gemeenteraadsleden om ook een gift te storten (fiscaal aftrekbaar vanaf 40 euro).
    Raadslid Kristien Van Essche drukt haar waardering voor deze actie uit en wenst de deelnemers veel succes.

 

  • Raadslid Karin Baudemprez heeft vastgesteld dat er bomen gekapt worden aan het containerpark en vraagt wat hiervan de bedoeling is.
    Volgens schepen Marc Morris is AWV bomen aan het kappen langs gewestwegen, niet alleen in Bertem maar in heel Vlaanderen. Dit gebeurt o.m. om preventieve redenen, bv. om te vermijden dat bomen omwaaien bij stormweer. De gemeente is niet geïnformeerd over enig plan voor de zone waar de kapwerken plaatsvinden.

 

  • Raadslid Maria Andries vraagt wat het bestuur van plan is met het kruispunt Dorpstraat-Fr. Dottermansstraat. Ze heeft vastgesteld dat er vele houten palen zijn geplaatst. Dat betreurt ze, omdat het oorspronkelijk de bedoeling zou geweest zijn om op het kruispunt een plein te organiseren met gemengd verkeer, waarbij de auto's voorzichtig over dit plein zouden moeten rijden. Volgens haar worden de voetgangers nu opzij gedrongen en kunnen de auto's te snel doorrijden. Bovendien zou er op sommige plaatsen onvoldoende breedte zijn voor een rolstoel of kinderwagen.
    Raadslid Roger De Muylder vraagt zich af of de vaste paaltjes geen probleem vormen voor de jaarmarkt.
    Schepen Jan Buysse antwoordt dat het een trend in Vlaanderen was om kruispunten gelijkvloers in te richten, maar dat men moet vaststellen dat auto's ook naar die plaatsen gaan waar de voetgangers gaan. De ruimte voor voetgangers moet dus beter worden afgebakend. De obstakels die voor een te smalle doorgang zorgen, zullen worden verplaatst of weggenomen.
    Burgemeester Albert Mees voegt hier nog aan toe dat De Lijn erover klaagt dat de bussen mekaar niet kunnen kruisen en dat er daarom paaltjes moeten worden gezet, anders wordt er toch geparkeerd. Aan de overzijde van restaurant Bertem Brug zullen de parkeerplaatsen verdwijnen omdat er een bouwproject wordt gerealiseerd.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.