Zitting van 29 juni 2021
ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 25 mei 2021 goed.
Zitting van 29 juni 2021
RAADSLEDEN. KENNISNAME ONTSLAG RAADSLID JENNE VAN CORTENBERG.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
Artikel 1:
De raad neemt kennis van het ontslag van gemeenteraadslid Jenne Van Cortenberg met ingang van 1 juli 2021.
Zitting van 29 juni 2021
GEMEENTERAADSLEDEN. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN ROOS DE BACKER.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Argumentatie
De geloofsbrieven omvatten de schriftelijke bewijsstukken die de opvolger, opgeroepen om de eed af te leggen, moet voorleggen en waaruit blijkt dat er tegen zijn installatie als raadslid geen bezwaren zijn. De opvolger moet volgende stukken voorleggen:
• een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister
• een recent uittreksel uit het strafregister
• een verklaring op eer dat men zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 10 van het decreet lokaal bestuur.
De geloofsbrieven werden behoorlijk en tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen.
Het doel van het onderzoek is om na te gaan of men nog aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven door de gemeenteraad, blijkt dat Roos De Backer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden .Zij heeft verklaard zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid te bevinden. Er zijn geen elementen waaruit zou blijken dat de opvolger zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De geloofsbrieven van Roos De Backer worden goedgekeurd.
Zitting van 29 juni 2021
GEMEENTERAADSLEDEN. EEDAFLEGGING ROOS DE BACKER.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van Roos De Backer in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
Het mandaat van gemeenteraadslid gaat in op 1 juli 2021.
Zitting van 29 juni 2021
INSTALLATIE GEMEENTERAADSLEDEN. VASTSTELLING RANGORDE GEMEENTERAADSLEDEN.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De rangorde van gemeenteraadsleden vanaf 1 juli 2021 wordt als volgt vastgesteld:
21.Roos De Backer
Zitting van 29 juni 2021
POLITIEVERORDENINGEN. BEKRACHTIGING BESLUITEN BURGEMEESTER.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Bijlagen
• Besluit burgemeester van 09-06-2021 - Opheffing verordeningen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 9 juni 2021 over de opheffing van diverse gemeentelijke verordeningen in het kader van de corona-pandemie.
Zitting van 29 juni 2021
MELDINGEN. PRESENTATIE DIGITAAL PLATFORM BURGERMELDINGEN OPENBAAR DOMEIN.
Feiten en context
Bijlagen
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van de presentatie en demonstratie van het online platform voor meldingen over het openbaar domein.
Zitting van 29 juni 2021
COVID-19. BESPREKING STAND VAN ZAKEN CORONA-EPIDEMIE BERTEM.
Bijlagen
Bespreking
Karel Baerten, gemeentelijk noodplancoördinator, licht aan de hand van de bijgevoegde presentatie de stand van zaken van de corona-epidemie toe.
Zitting van 29 juni 2021
ORGANISATIEBEHEERSING. KENNISNAME RAPPORTERING 2020.
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
Mededeling
De raad neemt kennis van de rapportering van de algemeen directeur over de organisatiebeheersing in 2020.
Zitting van 29 juni 2021
REGLEMENTEN GEMEENTELIJK ONDERWIJS. AANPASSING SCHOOLREGLEMENT GBS LEEFDAAL EN GBS BERTEM.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 30 juni 2020 over de aanpassing van de schoolreglementen GBS Bertem en GBS Leefdaal.
Feiten en context
• Volgende zaken moeten worden gewijzigd in het schoolreglement:
º Toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs voor vijfjarigen vanaf het schooljaar 2021-2022 - art. 4 6°
º verhoging minder scherper maximumfacteur voor meerdaagse extramuros-activiteiten - art. 7 §3
º afspraken over het gebruik van ICT-materiaal dat door de school ter beschikking gesteld wordt - art. 34
º multi-disciplinair leerlingendossier-art.48
º beleid op het vlak van leerlingenbegeleiding van de school -verplicht op te nemen in het schoolreglement - art.44
º aanpassing lijst van infectieziekten die gehanteerd wordt door het CLB - art.47
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
De huidige schoolreglementen van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem zijn de laatste keer aangepast op 30 juni 2020. Ze zijn aan actualisatie toe door wijzigingen in de Vlaamse regelgeving.
Een schoolbestuur moet voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt.
Het schoolreglement volgt het model van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG).
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De schoolreglementen van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 juni 2020, worden opgeheven.
Artikel 2:
Het bijgevoegde schoolreglement van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem wordt goedgekeurd.
Artikel 3:
Het schoolreglement wordt bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord.
Sonia Stiasteny Yvette Laes Tom Philips Jenne Van Cortenberg Griet Verhenneman Joery Verhoeven Wouter Fock Joël Vander Elst Hans Neckebrouck Jan De Keyzer Pieter Sempels Eddy Vranckx Marc Morris Peter Persyn Maria Andries Iris De Smet Roland Gustin Jimmy Geyns Karin Baudemprez Joris Fonteyn Dirk Stoffelen Diane Vander Elst Sonia Stiasteny Yvette Laes Tom Philips Jenne Van Cortenberg Griet Verhenneman Joery Verhoeven Wouter Fock Joël Vander Elst Hans Neckebrouck Jan De Keyzer Pieter Sempels Eddy Vranckx Marc Morris Peter Persyn Maria Andries Iris De Smet Roland Gustin Jimmy Geyns Karin Baudemprez Joris Fonteyn Diane Vander Elst Hans Neckebrouck Tom Philips Wouter Fock Joris Fonteyn Iris De Smet Peter Persyn Jimmy Geyns Jan De Keyzer Maria Andries Sonia Stiasteny Joery Verhoeven Diane Vander Elst Eddy Vranckx Joël Vander Elst Karin Baudemprez Jenne Van Cortenberg Marc Morris Yvette Laes Roland Gustin Pieter Sempels Griet Verhenneman aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 29 juni 2021
AGB BELEKO. GOEDKEURING BEHEERSOVEREENKOMST.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
• De beheersovereenkomst regelt de volgende aangelegenheden:
1° De concretisering van de wijze waarop het AGB zijn taken moet vervullen en van de doelstellingen ervan;
2° De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van het AGB;
3° Binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse regering, het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het AGB worden toegekend;
4° De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend;
5° De wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van bestuur vastgesteld en berekend worden;
6° De gedragsregels inzake dienstverlening door het AGB;
7° De voorwaarden waaronder het AGB andere personen kan oprichten, erin deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;
8° De informatieverstrekking door het AGB aan de Gemeente;
9° De wijze waarop het AGB de organisatiebeheersing regelt, waaronder de regels voor het aangaan van verbintenissen, de kredietbewaking, de wetmatigheidscontrole en de ondertekening van de girale betalingsorders, overeenkomstig artikel 219 van het Decreet Lokaal Bestuur;
10° Wanneer de opvolgingsrapportering, vermeld in artikel 263 van het Decreet Lokaal Bestuur, aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd;
11° De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst;
12° De omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.
Juridische gronden
Argumentatie
De beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang waarmee het AGB wordt belast, moeten worden omschreven in en gekaderd binnen de grenzen van een beheersovereenkomst
Bijlagen
Besluit
19 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck en Eddy Vranckx
2 onthoudingen: Griet Verhenneman en Pieter Sempels
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de bijgevoegde beheersovereenkomst (versie 'Beheersovereenkomst gemeente Bertem - AGB Beleko v2 - 20210629') tussen de gemeente Bertem en het Autonoom Gemeentebedrijf Beleko goed.
Zitting van 29 juni 2021
BUDGET. KENNISNAME TOELICHTING JAARREKENING 2020.
Bijlagen
• Toelichting jaarrekening 2020
Besluit
Artikel 1:
De raad neemt kennis van de toelichting over de jaarrekening 2020.
Sonia Stiasteny Yvette Laes Tom Philips Jenne Van Cortenberg Griet Verhenneman Joery Verhoeven Wouter Fock Joël Vander Elst Hans Neckebrouck Jan De Keyzer Pieter Sempels Eddy Vranckx Marc Morris Peter Persyn Maria Andries Iris De Smet Roland Gustin Jimmy Geyns Karin Baudemprez Joris Fonteyn Dirk Stoffelen Diane Vander Elst Sonia Stiasteny Yvette Laes Tom Philips Jenne Van Cortenberg Griet Verhenneman Joery Verhoeven Wouter Fock Joël Vander Elst Hans Neckebrouck Jan De Keyzer Pieter Sempels Eddy Vranckx Marc Morris Peter Persyn Maria Andries Iris De Smet Roland Gustin Jimmy Geyns Karin Baudemprez Joris Fonteyn Diane Vander Elst Jan De Keyzer Peter Persyn Sonia Stiasteny Pieter Sempels Marc Morris Jenne Van Cortenberg Roland Gustin Yvette Laes Hans Neckebrouck Tom Philips Iris De Smet Joël Vander Elst Karin Baudemprez Jimmy Geyns Joery Verhoeven Eddy Vranckx Diane Vander Elst Griet Verhenneman Maria Andries Wouter Fock Joris Fonteyn aantal voorstanders: 18 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 29 juni 2021
STRAATNAMEN. VOORLOPIG VASTSTELLING VAN EEN NIEUWE STRAATNAAM VOOR DE WEGENIS BIJ DE NIEUWE WOONONTWIKKELING TUSSEN BOSSTRAAT EN WEYGENSTRAAT.
Voorgeschiedenis
• E-mail van 3 juni 2021 aan de Erfgoedkamer Bertem en aan de Vrijetijdsraad met verzoek tot gemotiveerd voorstel van naamgeving voor de nieuwe verkavelingsweg tussen de Bosstraat en de Weygenstraat.
• E-mail van 7 juni 2021 (met mailhistoriek) van Gard Vermeulen namens het dagelijks bestuur van de Vrijetijdsraad met bevestiging over het eerste voorstel van naamgeving.
• Schriftelijk advies van de Erfgoedkamer Bertem van 17 juni 2021 met het voorstel 'Neerdaelserf'.
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
• Advies van Gard Vermeulen van 7 juni 2021 namens het dagelijks bestuur van de Vrijetijdsraad
• Advies van de Erfgoedkamer van 17 juni 2021 voor de benaming van een nieuwe verkaveling Bosstraat 8-10 tot aan de Weygenstraat
Argumentatie
De nieuwe weg die door de verkavelaar aangelegd zal worden, zal toegang verschaffen tot verschillende bouwpercelen en zal een openbaar karakter krijgen. Daarom is het noodzakelijk om deze weg een straatnaam te verlenen.
Voorstel 1: "Victor Bertelsstraat"
Gezien de percelen en de nieuwe weg achter zaal De Cerkel liggen, kan een verband gelegd worden met voormalig burgemeester Victor Bertels, die ook nauw verbonden was met “De Cerkel” en met de Koninklijke Fanfare De Vier Heemskinderen. Victor Bertels (1933-2014) was bovendien burgemeester van Bertem van 1989 tot 2003 en is ere-burgemeester.
Voorstel 2: "Neerdaelserf"
De nieuwe verkaveling ligt aan de achterzijde van de huidige zaal De Cerkel. Die zaal was omstreeks 1900 bekend als de 'ruime zaal Neerdaels' of het 'restaurant Neerdaels'.
De naam verwijst heel specifiek naar Theophile Neerdaels (1837-1910), die getrouwd was met Joanna Theresia, dochter van Anne Maria Ronsmans. Na de dood van haar haar man Neerdaels bleef de weduwe Neerdaels het café-restaurant verder uitbaten.
Er waren ook enkele banden met de nabijgelegen gemeenteschool. Theophile Neerdaels heeft er 35 jaar lang lesgegeven. Ook zijn vader Philippus Neerdaels was onderwijzer geweest én gemeenteontvanger. Die laatste baan werd na hem vervuld door Joannes Franciscus Neerdaels, broer van Theophile.
'Neerdaels' was honderd jaar geleden ook écht een toponiem, door de tramhalte voor de deur.
Vermits enkel voetgangers en fietsers er doorgang hebben, gaat de voorkeur van de Erfgoedkamer naar een benaming '-erf' in plaats van ‘-straat’ als omschrijving.
Besluit
18 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Diane Vander Elst, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Pieter Sempels, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck en Eddy Vranckx
3 onthoudingen: Joris Fonteyn, Wouter Fock en Maria Andries
Artikel 1:
De raad stelt de straatnaam 'Victor Bertelsstraat' voorlopig vast voor de wegenis in de nieuwe woonontwikkeling gelegen tussen Bosstraat (ter hoogte van nrs. 8-10) en Weygenstraat. Op het straatnaambord wordt de straatnaam toegelicht als volgt: "Burgemeester van 1989-2003".
Artikel 2:
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het instellen van het openbaar onderzoek en het voeren van de procedure overeenkomstig het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.
Zitting van 29 juni 2021
WONEN. GOEDKEURING VISIENOTA SOCIAAL WONEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
º De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.
º De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.
• De gemeente Bertem maakt sinds 2020 deel uit van het intergemeentelijk woonproject ‘Wonen aan IJse en Voer’, wiens werking een geïntegreerd woonbeleid omvat samen met de gemeente Huldenberg.
De gemeente moet een visie op sociaal wonen uitwerken en toepassen. In deze visie geeft de gemeente antwoorden op volgende vragen:
º Wat is een gepast sociaal woonaanbod in verhouding tot de bestaande vraag (sociale woonbehoeften/ wachtlijsten)?
º Waarop moet er lokaal ingezet worden?
º Waar is dat mogelijk en wenselijk
º Wat zijn de plannen met bestaande sociaal woonaanbod?
º Hoe wil de gemeente het bindend sociaal objectief behalen?
De visie sociaal wonen omvat 7 delen nl:
º Deel 1 geeft een overzicht van de gemeente Bertem.
º Deel 2 geeft een overzicht van het lokaal sociaal woonaanbod van het sociaal verhuurkantoor SPIT en de sociale huisvestingsmaatschappij Elk zijn Huis.
º Deel 3 analyseert de wachtlijsten van het sociaal verhuurkantoor SPIT en de sociale huisvestingsmaatschappij Elk zijn Huis.
º Deel 4 handelt over de toekomst
º Deel 5 bevat de visie op sociaal wonen aan bod.
º Deel 6 bespreekt het bindend sociaal objectief besproken
º Deel 7 licht de verdere toekomst toe. Het bindend sociaal objectief gaat tegen 2025 bereikt worden.
Juridische gronden
Adviezen
• Bespreking op het lokaal woonoverleg van 16 juni 2021
Argumentatie
De gemeente Bertem heeft een bindend sociaal objectief van 64 sociale huurwoningen, dat behaald moet worden tegen 2025. Deze beleidsvisie biedt een overzicht over hoe de gemeente dat objectief kan behalen.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de Visienota Sociaal Wonen, in bijlage, goed.
Zitting van 29 juni 2021
WONEN. GOEDKEURING BELEIDSKADER ALTERNATIEVE WOONVORMEN.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 27 augustus 2019 over de toetreding van de gemeente tot de interlokale vereniging 'Wonen aan IJse en Voer'.
Feiten en context
• De Vlaamse regering wil de gemeenten met een Vlaamse subsidie ondersteunen in hun regisseursrol en hen stimuleren om intergemeentelijk samen te werken. Dit met het oog op de realisatie van de drie Vlaamse beleidsprioriteiten voor het lokaal woonbeleid:
º De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod afhankelijk van de woonnoden.
º De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.
º De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.
• De gemeente Bertem maakt sinds 2020 deel uit van het intergemeentelijk woonproject ‘Wonen aan IJse en Voer’, wiens werking een geïntegreerd woonbeleid omvat samen met de gemeente Huldenberg.
• Het activiteitenpakket van het project bevat minstens de verplichte activiteiten vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 voor de realisatie van de Vlaamse beleidsprioriteiten. De verplichte activiteiten moeten in elke deelnemende gemeente van het werkingsgebied uitgevoerd worden.
• De deelnemende gemeenten kunnen desgewenst ook een aantal aanvullende activiteiten uitvoeren en daar een aanvullende subsidie voor bekomen.
• Het subsidiedossier van ‘Wonen aan IJse en Voer’ bevat beleidsprioriteit 1 waarin o.a. de gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden. De gemeente heeft gekozen voor de aanvullende activiteit 1_3: "Inspelend op de maatschappelijke noden een instrument uitwerken en toepassen dat alternatieve woonvormen mogelijk maakt". Het concept ‘alternatieve woonvormen’ kan verschillende ladingen dekken, al naargelang de invalshoek van waaruit het wordt benaderd. Het kan gaan om ecologische, ideologische of economische alternatieven of een combinatie van al deze factoren. In het eerste hoofdstuk wordt onze veranderende maatschappij toegelicht, de visie op inschrijvingen door de gemeente Bertem en de definities. Er wordt steeds toegelicht wat de gevolgen zijn voor de dienst burgerzaken en de sociale-fiscale gevolgen voor de inwoners. Voor de ouderen wordt Zorgwonen expliciet toegelicht. Er zit ook een tabel in van alternatieve woonvormen en het reglement kamerwonen wordt toegelicht.
Juridische gronden
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
• Vlaamse Codex Wonen
• Besluit van de Vlaamse regering van van 16 november 2018 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid voor de periode 2020-2025
• Gecoördineerde versie van 31 maart 2019 van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters
Adviezen
• Bespreking op het lokaal woonoverleg van 3 februari 2021
Argumentatie
De gemeente Bertem wil antwoorden bieden zowel voor de dienst ruimtelijke ordening als voor de dienst burgerzaken met dit beleidskader alternatieve woonvormen.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt het Beleidskader Alternatieve Woonvormen, in bijlage, goed.
Zitting van 29 juni 2021
WONEN. GOEDKEURING GEMEENTELIJK REGLEMENT BETREFFENDE KAMERVERHUUR.
Feiten en context
• Omwille van verschillende maatschappelijke trends is het zinvol om alternatieve woonvormen een plaats te geven naast het reguliere woonaanbod.
• Gemeenschappelijk wonen is een verzamelterm voor verschillende woonvormen (bv. cohousing, kangoeroewonen en zorgwonen...) waarmee de bewoners een oplossing willen bieden voor betaalbaar of duurzaam wonen, vergrijzing, vereenzaming, leegstand of verloedering van waardevol patrimonium.
• De gemeente Bertem wil stappen zetten om vormen van gemeenschappelijk wonen in de toekomst mogelijk te maken.
Juridische gronden
Artikel 4.2.1.7° bepaalt dat een woning opsplitsen of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigen, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer vergunningsplichtig is
De gemeenteraad kan bij verordening:
1° het conformiteitsattest, vermeld in artikel 3.6, verplicht stellen
2° strengere veiligheids-en kwaliteitsnormen voor kamers opleggen dan vastgesteld door de Vlaamse Regering met toepassing van artikel 3.1, §2
Art. 3.6.§1.
De conformiteit van een woning die verhuurd wordt of te huur of ter beschikking gesteld wordt als hoofdverblijfplaats of voor de huisvesting van een of meer studenten, kan blijken uit het conformiteitsattest dat de burgemeester afgeeft op eigen initiatief of op verzoek. Het conformiteitsattest vermeldt de aanwezigheid van eventuele gebreken als vermeld in artikel 3.1, §1, derde lid, 1°,en de toegestane maximale woningbezetting volgens de normen die worden vastgesteld met toepassing van artikel 3.1, §1,vierde lid
Adviezen
Argumentatie
In eerste instantie wil de gemeente Bertem kamerverhuur als gemeenschappelijke woonvorm reglementeren. De reglementering van andere woonvormen wordt ook bekeken maar dit vergt nog nader onderzoek.
Kamerverhuur is de verhuur van een onzelfstandige woonruimte.
Een onzelfstandige woonruimte is een woonruimte die geen eigen toegang heeft (geen eigen voordeur) of die niet op zichzelf kan functioneren als woning. Met dit laatste wordt bedoeld dat een of meerdere belangrijke voorzieningen ontbreken, zoals een keuken of toilet.
Niet alle vormen van kamerverhuur zijn toegelaten. De gemeente wilt huisjesmelkerij tegengaan en wilt vermijden dat grote woningen worden opgedeeld in een overdreven aantal kamertjes.
Daarvoor heeft de gemeente Bertem geopteerd voor een vorm van kamerverhuur waar de eigenaar zelf verplicht is gehuisvest te zijn in de woning (hospita) en tot maximaal 4 kamers met gedeelde ruimten kan verhuren.
De voornaamste rechtsgrond voor deze verordening is in eerste instantie de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO): het creëren van een kamerwoning is vergunningsplichtig.
De gemeente opteert ervoor om alleen kamerverhuur toe te laten in een kamerwoning waarin een hospitawoning is opgenomen.
Tweede rechtsgrond is de Vlaamse Codex Wonen: op basis daarvan wordt een verhuurvergunning vereist om de kwaliteit van de kamerwoning te garanderen.
Beide elementen worden in één globale verordening opgenomen zodat de mogelijke aanvragers van kamerverhuur alle vereisten in dezelfde tekst terugvinden.
Besluit
eenparig
BEGRIPPEN EN DEFINITIES
Artikel 1:
• Kamerwoning: elk gebouw dat bestaat uit een hospitawoning, één of meer te huur gestelde kamers en gemeenschappelijke ruimten
• Hospitawoning: zelfstandige woonruimte voor de hospita. De netto- vloeroppervlakte van de hospitawoning bedraagt minimum 100 m².
• Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt
• Gemeenschappelijke ruimte: deel van de kamerwoning die geen deel uitmaakt van de hospitawoning en die voor de kamers wordt aangewend als zitplaats en/of keuken met inbegrip van de interne circulatieruimte en de eventuele sanitaire voorzieningen
• Hospita: elk natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, mede-eigenaar vruchtgebruiker of erfpachter een kamer verhuurt
• Huurder van een kamer: alleenstaanden, zowel studenten als niet-studenten, die het genot krijgen over een kamer en gemeenschappelijke ruimten zonder daarvan eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker of erfpachter te zijn
• Netto vloeroppervlakte: de som van alle tot het gebouw behorende binnenruimten. De oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en een toegankelijke leidingschacht moet op elke bouwlaag tot de netto-vloeroppervlakte van een gebouw gerekend worden.
• Verhuren van een kamer: de terbeschikkingstelling van een kamer en gemeenschappelijke ruimten in een kamerwoning aan een huurder
• Verhuurvergunning: een vergunning, afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen, welke de hospita de toestemming verleent om kamers in zijn beheer te verhuren. Een verhuurvergunning kan alleen verkregen worden na aanvraag door de hospita, en wanneer uit bijhorend onderzoek blijkt dat het onderwerp van de aanvraag voldoet aan alle eisen die de gemeente aan hen stelt.
• Technisch verslag: Het verslag dat in het kader van een conformiteitsonderzoek door een bevoegd persoon wordt opgesteld aan de hand van een vastgelegd modelverslag.
• Conformiteitsattest: het attest vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
TOEPASSINSGEBIED
Artikel 2:
§1. Dit reglement is, zonder afbreuk te doen aan de normen van de Vlaamse Wooncode, van toepassing op alle woningen op grondgebied van de gemeente Bertem gelegen in woongebied in de ruime zin.
§2. Deze verordening is niet van toepassing op woningen op grondgebied van gemeente Bertem die niet in woongebied in de ruime zin gelegen zijn. Deze woningen kunnen dan ook geen vergunning voor kamerverhuur krijgen.
Artikel 3:
De hospita is verplicht om zijn/haar domicilie in de kamerwoning te hebben en mag maximum 4 kamers, conform de woningkwaliteitsnormen zoals bepaald in de Vlaamse Codex Wonen, met gemeenschappelijke ruimten verhuren.
OMGEVINGSVERGUNNING
Artikel 4:
Volgens artikel 4.2.1.7° van de Vlaamse codex voor ruimtelijke ordening is het creëren van een kamerwoning vergunningsplichtig.
De samenstelling van de omgevingsvergunningsaanvraag moet voldoen aan de voorwaarden vervat in het decreet van 24 juni 2014 betreffende de omgevingsvergunning, de uitvoeringsbesluiten en het normenboek voor dossiersamenstelling.
Bovendien moet hierbij een plan ingediend worden met aanduidingen van:
a) de locaties van de hospitawoning, de kamers en de gemeenschappelijke ruimten
b) bestemming van de gemeenschappelijke ruimten (in voorkomend geval: kookgelegenheid, bad/douche en toilet)
c) de locatie van de lavabo’s in de kamers
d) lokaal voor afvalopslag
e) aanduiding van parkeerplaatsen en fietsenstallingen
f) de locatie van de elektrische hoofdschakelaar
g) de locatie van de elektrische zekeringskast(en)
h) de locatie van de voorziene veiligheidsuitrusting voor brandveiligheid
Artikel 5:
Alle aanpassingen aan de woning die noodzakelijk zijn voor het creëren van een kamerwoning en die een omgevingsvergunning voor handelingen vereisen moeten worden opgenomen in de omgevingsvergunning voor het creëren van een kamerwoning.
Artikel 6:
In de omgevingsvergunning worden er huisnummers toegekend aan zowel de hospitawoning als de kamers.
PARKEERVERORDENING
Artikel 7:
Volgens artikel 4.3° van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg is de vergunninghouder verplicht om het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen aan te leggen, zoals bepaald in deze verordening, bij het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal woongelegenheden, tenzij het gaat om zorgwonen.
In het artikel 12 van deze verordening kan het college van burgemeester en schepen afwijkingen toestaan op de bepalingen van deze verordening.
VERHUURVERGUNNING
Artikel 8:
Het is verboden een kamer te huur te stellen of te verhuren zonder verhuurvergunning.
Een verhuurvergunning wordt pas uitgereikt wanneer de kamerwoning voldoet aan volgende voorwaarden:
• De hospitawoning en alle kamers beschikken over een geldig conformiteitsattest
• Er werd voor de kamerwoning een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen afgeleverd
• De hospitawoning, de kamers en de gemeenschappelijke ruimten voldoen aan de gestelde eisen inzake brandveiligheid, brandwerendheid en brandveiligheidsuitrusting.
De voorwaarden opgelegd in het advies van de brandweer, dat in de procedure van de omgevingsvergunning wordt gevraagd, moeten strikt worden nageleefd.
• Er is een positief keuringsattest van de elektrische installatie van de kamerwoning afgeleverd door een erkend keuringsorganisme
• Een positief keuringsattest van de gasinstallatie indien aanwezig, afgeleverd door een erkend keuringsorganisme
• Een verbrandings- en reinigingsattest van de verwarmingsinstallatie met gasvormige brandstof dat maximaal 2 jaar oud is
• Een verbrandings- en reinigingsattest van de verwarmingsinstallatie met stookolie dat maximaal 1 jaar oud is
Artikel 9: Aanvraag verhuurvergunning
De eigenaar dient een aanvraag tot verhuurvergunning in bij het college van burgemeester en schepenen:
• via de gemeentelijke website en het specifieke aanvraagformulier
• of per e-mail aan omgeving@bertem.be
• of per post aan Gemeentebestuur Bertem, Tervuursesteenweg 178, 3060 Bertem
De aanvraag bevat volgende stukken:
• ingevuld aanvraagformulier
• geldige omgevingsvergunning
• geldig conformiteitsattest
• verklaring dat aan de voorwaarden opgelegd in het advies van de brandweer werd voldaan
• geldige keuringsattesten elektriciteit en indien aanwezig gas
• verbrandings- en reinigingsattest van de verwarmingsinstallatie
De aanvraag zal worden onderzocht en, indien alle vereiste documenten aanwezig en correct zijn, volledig worden verklaard.
Onvolledige aanvragen zijn onontvankelijk.
Artikel 10: Afgifte verhuurvergunning
De beslissing door het college van burgemeester en schepenen tot afgifte van de verhuurvergunning wordt genomen binnen de 60 dagen na het volledig verklaren van de aanvraag.
Het niet-beslissen binnen de gestelde termijn van 60 dagen, wordt gelijkgesteld met een weigering.
Artikel 11: Bekendmaking verhuurvergunning
Een kopie van de verhuurvergunning moet duidelijk zichtbaar uitgehangen worden in de kamers of in één van de gemeenschappelijke ruimten.
Artikel 12: Inschrijving in het bevolkingsregister
Na toekenning van de verhuurvergunning kunnen huurders zich laten inschrijven in het bevolkingsregister.
Artikel 13: Geldigheid van de verhuurvergunning
De verhuurvergunning is geldig voor een periode van 10 jaar na uitreiking.
De hospita dient 3 maanden voor het verstrijken van de vergunning een nieuw en volledig aanvraagdossier in te dienen.
De verhuurvergunning is slechts geldig voor de kamerwoning waarvoor zij werd afgeleverd.
Artikel 14: Stopzetting kamerverhuur
Bij stopzetting van de kamerwoning dient de hospita het college van burgemeester en schepenen hiervan onverwijld in kennis te stellen
Artikel 15: Wijziging eigenaar kamerwoning
De verhuurvergunning is eigenaar gebonden.
Indien de nieuwe eigenaar de kamerwoning verder wil uitbaten moet hij een nieuwe verhuurvergunning aanvragen. Uitgezonderd de omgevingsvergunning moeten alle vereiste stukken voor de aanvraag van een verhuurvergunning opnieuw worden aangevraagd door de nieuwe eigenaar
HANDHAVING
Artikel 16:
§1. In de omgevingsvergunning wordt als voorwaarde opgenomen dat de eigenaar van de woning geen kamers mag verhuren zonder geldige verhuurvergunning.
§2. Wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat er bij kamerverhuur geen geldige omgevingsvergunning en/of verhuurvergunning werd(en) afgeleverd, wordt de eigenaar verzocht om zich binnen de 6 maanden in regel te stellen.
§3. Indien na 6 maanden nog geen aanzet is gegeven tot aanvraag van een omgevingsvergunning en/of verhuurvergunning zal er een proces-verbaal opgemaakt worden door de bevoegde ambtenaar van de gemeente Bertem.
De verdere opvolging van de stedenbouwkundige inbreuk zal verlopen conform de beboetingsmodaliteiten en herstelmodaliteiten zoals voorzien in het decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning van 25 april 2014.
WIJZIGINGSBEPALING
Artikel 17:
In het raadsbesluit van 26 maart 2019 houdende de verordening inzake verplichting conformiteitsattest wordt in artikel 2 volgende bepaling toegevoegd:
"bij toepassing van het gemeentelijk reglement betreffende kamerverhuur van 29 juni 2021."
INWERKINGTREDING
Artikel 18:
Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2021.
Zitting van 29 juni 2021
RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG IN DE GEMEENTESCHOLEN.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
• Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Adviezen
• Advies van de schoolraad van GBS 't Zonneveld van 10 juni 2021
• Advies van de schoolraad van GBS Leefdaal van 15 juni 2021
• Brief van oudercomité De Schalm van 20 juni 2021
Argumentatie
De gemeenteraad moet de retributietarieven vaststellen voor deelname aan de buitenschoolse opvang van kinderen in de gemeentescholen. De tarieven worden aangepast zodat de organisatie van de opvang zelfbedruipend zou moeten zijn.
Indien het noodzakelijk zou zijn om het financieel evenwicht te bereiken, moeten de ouderbijdragen op een soepele manier kunnen worden aangepast. Daarom is het aangewezen om de latere aanpassing van de tarieven te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.
Gezien de versoepeling van de Coronamaatregelen en thuiswerk minder frequent zal zijn, is het noodzakelijk om terug de tarieven te hanteren van vóór de coronamaatregelen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Vanaf 1 september 2021 wordt een retributie geheven op de deelname aan de buitenschoolse opvang van een kind in de gemeentelijke basisschool van Bertem of de gemeentelijke basisschool van Leefdaal.
Artikel 2:
De retributie is verschuldigd voor de opvang van de leerling van de gemeentescholen die gebruikmaakt van de opvang op schoolvrije dagen (pedagogische studiedagen en facultatieve verlofdagen) met volgende tijdsblokken:
• van 7.00 tot 8.00 uur: 1,25 euro (ongeacht de duur van de opvang)
• van 8.00 tot 13.00 uur: 6,50 euro (ongeacht de duur van de opvang)
• van 13.00 tot 18.00 uur: 6,50 euro (ongeacht de duur van de opvang).
De retributie is verschuldigd voor de opvang van de leerling van de gemeentescholen die gebruik maakt van de buitenschoolse opvang op schooldagen binnen de volgende tijdsblokken:
• op maandagen, dinsdagen en donderdagen:
º van 7.00 tot 7.30 uur: 1 euro (ongeacht de duur van de opvang)
º van 7.30 tot 8.00 uur: 0,75 euro
º van 8.00 tot 8.30 uur: 0,50 euro
º van 16.15 tot 17.00 uur: 1 euro
º van 17.00 tot 17.30 uur: 1,50 euro
º van 17.30 tot 18.00 uur: 2 euro
• op vrijdagen:
º van 7.00 tot 7.30 uur: 1 euro (ongeacht de duur van de opvang)
º van 7.30 tot 8.00 uur: 0,75 euro
º van 8.00 tot 8.30 uur: 0,50 euro
º van 15.30 tot 16.15 uur: 1 euro
º van 16.15 tot 17.00 uur: 1 euro
º van 17.00 tot 17.30 uur: 1,50 euro
º van 17.30 tot 18.00 uur: 2 euro
• op woensdagen:
º van 7.00 tot 7.30 uur: 1 euro (ongeacht de duur van de opvang)
º van 7.30 tot 8.00 uur: 0,75 euro
º van 8.00 tot 8.30 uur: 0,50 euro
º van 12.30 tot 13.30 uur: 1 euro
º van 13.30 tot 14.30 uur: 1,25 euro
º van 14.30 tot 15.30 uur: 1,50 euro
º van 15.30 tot 16.30 uur: 1,75 euro
º van 16.30 tot 17.30 uur: 2 euro
º van 17.30 tot 18.00 uur: 2 euro
Artikel 3:
De retributie voor het niet tijdig afhalen van het kind na 18 uur bedraagt 6,50 euro per begonnen kwartier per kind.
Artikel 4:
De toezichters voor- en naschoolse opvang staan in voor de registratie van de aanwezigheden.
De ouder(s) van het opgevangen kind ontvang(-t)(-en) een factuur van de financiële dienst van de gemeente Bertem.
Artikel 5:
De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het wijzigen van het tarief van de retributie per tijdsblok opvang, vermeld in artikel 2 indien dit noodzakelijk is voor het bereiken van het financiële evenwicht.
Artikel 6:
Dit reglement treedt in werking op 1 september 2021.
Artikel 7:
Het retributiereglement van 30 maart 2021 op de deelname aan de buitenschoolse kinderopvang in de gemeentescholen wordt opgeheven vanaf 1 september 2021.
Zitting van 29 juni 2021
RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT EN WERKING UITPAS DRUIVENSTREEK.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
De bedoeling is dat de Uitpas gebruikt wordt voor een sectoroverschrijdend, uitgebreid en gevarieerd vrijetijdsaanbod, met het oog op een drempelverlagend effect om deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten. Het biedt de mogelijkheid om een nieuw publiek aan te trekken, maar ook om trouwe bezoekers te belonen door het sparen van punten die kunnen ingeruild worden tegen voordelen.
Voor de uitrol en implementatie van de Uitpas is het nodig om het tarief en de werking van de Uitpas Druivenstreek in een retributiereglement vast te leggen.
In dit reglement staan specifieke modaliteiten die gelden voor de gemeente Bertem, en die door de andere gemeenten van de Vrijetijdsregio Druivenstreek in het kader van de uitrol van de Uitpas ook worden geïmplementeerd.
In eerste instantie wordt enkel het gemeentelijk vrijetijdsaanbod opgenomen in de werking van de Uitpas Druivenstreek. In een vervolgfase kunnen ook vrijetijdsactiviteiten van externe aanbieders (bv. jeugd- en sportverenigingen) beoogd worden om aan te sluiten bij de werking van de Uitpas Druivenstreek.
Financiële gevolgen
De IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek draagt de lasten voor de uitrol van de Uitpas.
Gezien de Uitpassen worden aangekocht binnen de IGS is het aangewezen dat de inkomsten van de verkoop ervan terugvloeien naar de Vrijetijdsregio en besteed worden aan de werking van de Uitpas (communicatie, promotie...).
Omdat de uitgaven voor de werking en promotie van de Uitpas gebeuren door de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek zal er een jaarlijkse afrekening gebeuren van de verkochte Uitpassen volgens het volgende principe.
De inkomsten van jaar N zullen worden verrekend in jaar N+1. In het jaar N+1 zullen de gemeenten het bedrag van deze inkomsten doorstorten naar de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek. Hiervoor wordt door de deelnemende gemeenten een nominatieve toelage aan de projectvereniging voorzien in het jaar N+1, naast de reeds voorziene jaarlijkse nominatieve toelage van 1 euro per inwoner per gemeente.
Aangezien de verkoop van de Uitpas niet beperkt wordt tot de inwoners van de gemeente Bertem en de voordelen ervan grensoverschrijdend zullen worden toegekend, is een centrale uitrol tussen de gemeenten van de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek meer aangewezen. Dit om complexe interne verrekeningen tussen de deelnemende gemeenten onderling te vermijden.
De kosten verbonden aan de welkomst- of ruilvoordelen worden gedragen door de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek of door de deelnemende gemeenten van dit samenwerkingsverband binnen de goedgekeurde budgetten. Er is hiervoor geen kostenafrekening tussen de deelnemende gemeenten van toepassing.
De afrekening van het solidariteitsprincipe van de Uitpas met kansentarief tussen de gemeenten, gebeurt op basis van rapporten die uit het Uitpas-systeem getrokken kunnen worden.
De aankoop van de apparatuur (Uitpas zuilen, kaarten...) is gedaan met de beschikbare gelden bij de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1: Doelstelling
De Uitpas, een initiatief van de Vlaamse overheid, is een vrijetijdskaart die de participatie aan cultuur-, jeugd-, sport- en andere vrijetijdsactiviteiten stimuleert voor iedereen.
• Het biedt gebruikers een spaar- en voordelenprogramma via een puntenspaarsysteem. Pashouders ontvangen punten bij deelname aan Uitpas-activiteiten die ze vervolgens kunnen omruilen voor voordelen, zoals kortingen, cadeaus of gratis tickets.
• Bij de aankoop van de Uitpas krijgt de koper een aantal welkomstvoordelen.
• Mensen in armoede krijgen bovenop deze spaar- en ruilkansen een structurele korting op het vrijetijdsaanbod in de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek.
De bedoeling is dat de Uitpas gebruikt wordt voor een sectoroverschrijdend, uitgebreid en gevarieerd vrijetijdsaanbod.
Artikel 2: Toepassingsgebied
§ 2.1 IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek
De Uitpas Druivenstreek wordt uitgerold door de gemeenten die deel uitmaken van de Intergemeentelijke samenwerking (IGS) Vrijetijdsregio Druivenstreek met name de gemeenten Overijse, Huldenberg, Bertem, Hoeilaart, Tervuren, en in samenwerking met vzw De Rand. Deze samenwerking bouwt verder op de reeds bestaande bovenlokale samenwerkingen tussen deze verschillende gemeenten en vzw De Rand. Het hoofddoel is om door overleg en samenwerking tussen de diverse vrijetijdsactoren in de regio een toegankelijke en kwaliteitsvolle vrijetijdswerking te realiseren, waaraan alle inwoners kunnen participeren.
§ 2.2 Vrijetijdsactiviteiten
Alle Uitpas-houders in Vlaanderen en Brussel kunnen punten sparen via een Uitpas-zuil binnen het toepassingsgebied van de Vrijetijdsregio Druivenstreek, alsook in andere Uitpas-regio’s binnen Vlaanderen en Brussel.
Met de Uitpas kan de pashouder punten sparen bij deelname aan alle (boven)gemeentelijke vrijetijdsactiviteiten, met name georganiseerd door één of in samenwerking met meerdere gemeenten van de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek:
• activiteiten in de bibliotheek
• zwembeurten, (gemeentelijke) zwemactiviteiten in het zwembad
• voorstellingen of activiteiten in cultuur-, gemeenschaps- of lokale dienstencentra binnen de Vrijetijdsregio Druivenstreek (excl. externe voorstellingen of activiteiten in kader van zaalverhuur)
• (boven)gemeentelijke sportactiviteiten
• (boven)gemeentelijke toeristische activiteiten
• speelpleinen en gemeentelijke jeugd- of sportkampen
Artikel 3: Tarieven
Het tarief voor de Uitpas Druivenstreek bedraagt:
• Uitpas Druivenstreek: 5,00 euro
• Uitpas Druivenstreek na verlies of diefstal: 2,00 euro
• Het tarief van de Uitpas Druivenstreek voor inwoners met een kansentarief van de gemeenten uit de Vrijetijdsregio Druivenstreek: 1,00 euro
• Wie geen recht meer heeft op het kansentarief dient een nieuwe Uitpas Druivenstreek aan te vragen. Deze nieuwe Uitpas is gratis.
• Wie in het bezit is van een Uitpas Druivenstreek aan normaal tarief en wie recht heeft op het kansentarief kan gratis een nieuwe Uitpas Druivenstreek met kansentarief aanvragen.
Artikel 4: Algemene voorwaarden
§ 4.1 Aankoop Uitpas Druivenstreek
• Het tarief is verschuldigd door de persoon die de Uitpas Druivenstreek aankoopt.
• Het aankopen van een Uitpas Druivenstreek kan voor alle leeftijden, voor iedereen met een rijkstregisternummer, en gebeurt op naam.
• De Uitpas Druivenstreek kan verkregen worden aan diverse balies van de deelnemende lokale besturen in de Vrijetijdsregio Druivenstreek. Er kunnen ook tijdelijke verkooppunten ingesteld worden bijvoorbeeld naar aanleiding van evenementen.
• De Uitpas Druivenstreek blijft voor onbepaalde tijd geldig.
• De pashouder gaat akkoord met de privacyverklaring en gebruiksvoorwaarden van Uitpas Druivenstreek, te vinden op de gemeentelijke websites van de deelnemende gemeenten van de Vrijetijdsregio Druivenstreek (www.hoeilaart.be; www.overijse.be; www.tervuren.be; www.bertem.be; www.huldenberg.be) en de websites van deelnemende centra van vzw de Rand (www.debosuil.be; www.dekam.be; www.delijsterbes.be).
§ 4.2 Betalingsmodaliteiten
• De Uitpas Druivenstreek moet betaald worden bij de aankoop, ofwel binnen de termijn zoals bepaald op de factuur.
• Bij niet-betaling van de retributie zal deze ingevorderd worden conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur. Indien de retributie wordt betwist, zal deze burgerrechtelijk worden ingevorderd.
§ 4.3 Voorwaarden voor de doelgroep met een kansentarief
• De Uitpas Druivenstreek met kansentarief kan in de gemeente Bertem enkel aangekocht worden door personen die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister, het vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente Bertem.
• Personen die voldoen aan een van onderstaande criteria hebben recht op het kansentarief van de Uitpas:
º beschikken over het RVV-statuut (statuut verhoogde tegemoetkoming)
º personen in collectieve schuldenregeling
º personen met een laag inkomen: het gezamenlijk belastbaar inkomen cfr. de inkomensgrens die gehanteerd wordt voor de toekenning van een sociale woning. Indien het inkomen van 2 jaar terug, vermeld op het aanslagbiljet, gedurende 3 opeenvolgende maanden met meer dan 20% gedaald is, zal de sociale dienst van de woonplaats van de aanvrager via een sociaal onderzoek rekening houden met 'huidige inkomsten'. Dit betekent dat de actuele belastbare maandinkomsten omgezet worden op jaarbasis (cfr. regels die de sociale huisvestingsmaatschappijen toepassen).
• De toekenning van de Uitpas met het kansentarief en de bijhorende korting geldt telkens voor één jaar waarna een nieuwe controle en toekenning gebeurt.
• Minderjarige kinderen die ingeschreven staan in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister bij een ouder die voldoet aan bovenstaande criteria, komen ook in aanmerking voor de Uitpas Druivenstreek met kansentarief.
• De sociale dienst van het lokaal bestuur van de woonplaats van de houder van de Uitpas wordt gemachtigd om het sociaal onderzoek uit te voeren indien nodig.
• Persoonsgegevens in het kader van de aankoop van de Uitpas met kansentarief worden verwerkt volgens de privacyverklaring die terug te vinden is op de gemeentelijke website.
• Bij deelname aan een vrijetijdsactiviteit in de Vrijetijdsregio Druivenstreek met de Uitpas Druivenstreek met kansentarief krijgt de pashouder een korting van 80 % op het standaardtarief, conform de solidaire kostenregeling:
º 20% wordt betaald door de gebruiker
º 40% wordt betaald door de organisator
º 40% wordt betaald door de gemeente van de woonplaats van de pashouder
Artikel 5: Punten sparen met de Uitpas
Op verschillende locaties binnen de gemeenten waar er (boven)gemeentelijke vrijetijdsactiviteiten doorgaan, kunnen punten gespaard worden bij deelname aan een activiteit aan een Uitpaszuil. Er is ook de mogelijkheid om naar aanleiding van evenementen of vrijetijdsactiviteiten een mobiele spaarzuil op een andere locatie te plaatsen.
Artikel 6: Welkomst- en omruilvoordelen
Welkomstvoordelen zijn éénmalige voordelen die bij de aankoop van de Uitpas Druivenstreek toegekend worden aan de pashouders.
Bij omruilvoordelen worden gespaarde punten ingeruild voor een korting, cadeau of ander voordeel. Deze kunnen tijdelijk of permanent van aard zijn. De gespaarde Uitpas-punten kunnen ingeruild worden binnen en buiten de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek.
Binnen de schoot van de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek wordt zowel inzake welkomst- als omruilvoordelen een puntenkader uitgewerkt waar Bertem zich bij aansluit na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. In het kader van promotieacties kunnen hier tijdelijke en lokale voordelen aan toegevoegd worden.
Een voordeel in punten is gebaseerd op de gepercipieerde belevingswaarde:
• Bij minder dan 10 punten bestaat de ruilwaarde in de vorm van gratis tastbare dingen (draagtas, cd, boeken op een boekenverkoop bij de bib, gadgets) of in de vorm van kleine kortingen op een beleving. Een beleving kan van alles zijn: van sportkamp en zwembeurt over een lezing tot een schouwburgvoorstelling.
• Bij een voordeel vanaf 10 punten wordt vooral de gratis beleving omgeruild of een korting aangeboden op tickets (tentoonstelling, voorstelling, sportactiviteit...) in ruil voor punten.
• Boven de 15 punten kan het omruilvoordeel specialer en exclusiever zijn (ontmoeting met een artiest, een blik achter de schermen, korting op een vrijetijdsactiveit…).
Artikel 7: Taksen
De tarieven vastgesteld in dit retributiereglement zijn steeds brutotarieven, inclusief huidige of toekomstige taksen.
Artikel 8: Delegatie naar college van burgemeester en schepenen
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid om binnen het kader goedgekeurd door de gemeenteraad de welkomst- en omruilvoordelen te bepalen.
In haar tarievenbeleid streeft het college van burgemeester en schepenen naar toegankelijkheid en laagdrempeligheid.
Indien de omruilwaarde van een omruilvoordeel met gespaarde punten met de Uitpas Druivenstreek groter is dan 200 euro (bijvoorbeeld in de vorm van een VIP-arrangement) wordt dit ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikel 9: Geschillen
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om te oordelen in geval van geschillen.
Artikel 10: Inwerkingtreding
Dit retributiereglement treedt in werking op 1 augustus 2021.
Zitting van 29 juni 2021
RETRIBUTIES. AANPASSING RETRIBUTIEREGLEMENT COMPOSTVATEN EN -BAKKEN.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van EcoWerf
• Raadsbesluit van 26 januari 2016 over de goedkeuring van het retributiereglement compostvaten en - bakken, waarbij de raad beslist tot volgende verkoopprijzen:
º compostvat: 27 euro
º beluchtingsstok: 6 euro
º houten compostbak: 47 euro.
• E-mail van Ecowerf van 15 april 2021 waarin de eenheidsprijzen (inclusief btw en subsidies reeds in mindering gebracht) worden meegedeeld waaraan de gemeente het betreffende materiaal kan aankopen:
º compostvat: 35,74 euro
º beluchtingsstok: 5,78 euro
º PVC compostbak: 79,86 euro.
Juridische gronden
• Artikel 173 van de grondwet
Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.
• Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast.
• Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Argumentatie
De aankoop en verdeling van compostvaten en -bakken brengt heel wat financiële kosten en administratief werk met zich voor de gemeentelijke diensten. Het is aangewezen om deze vaten en bakken ten minste tegen kostprijs aan de inwoners aan te bieden.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
733230 0020-00 | € 19 110 | € 1284 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad beslist om de verkoopprijzen van het composteermateriaal als volgt vast te stellen:
• compostvat: 36 euro
• beluchtingsstok: 6 euro
• PVC compostbak: 80 euro.
Artikel 2:
De retributie is verschuldigd door de persoon die het composteermateriaal afhaalt aan de gemeentelijke loods van de gemeente.
Artikel 3:
De retributie is contant (cash of bancontact) te betalen aan het onthaal van de gemeente. Er wordt een ontvangstbewijs voor de betaling afgeleverd.
Artikel 4:
Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2021.
Artikel 5:
De raad heft bij de inwerkingtreding van dit besluit het raadsbesluit van 26 januari 2016 tot vaststelling van de verkoopprijs van compostvaten op.
Zitting van 29 juni 2021
SUBSIDIES. GOEDKEURING SUBSIDIEREGLEMENT AANKOOP CO2-METERS.
Feiten en context
• Sinds 13 februari 2021 konden de kapperszaken weer openen. Andere niet-medische contactberoepen, zoals schoonheids-, massage- en nagelsalons, mochten opnieuw open vanaf 1 maart 2021. De dienstverlening mocht worden hervat mits naleving van de modaliteiten voorzien in het toepasselijke protocol bepaald door de minister van Werk en de minister van Middenstand en Zelfstandigen. In dat protocol werd een CO2-meter verplicht gesteld om met gesloten deuren en ramen te kunnen werken.
• Het overlegcomité van 11 mei 2021 heeft beslist over het zogenaamde 'Zomerplan'. Dit plan maakt in vier stappen de terugkeer naar een normaler leven mogelijk. Sinds 9 juni 2021 is de eerste stap van het 'Zomerplan' van kracht. De horecazaken zijn - onder strikte voorwaarden - opnieuw geopend.
• Tenzij het een open terras betreft, is het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) in de eet- en drankgelegenheden van de horecasector verplicht en dient deze op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats geïnstalleerd te worden in elke afzonderlijke ruimte van de inrichting die bestemd is voor de consumptie van dranken of maaltijden.
• De kantines (en hun terrassen) van sportclubs en jeugdhuizen mogen geopend zijn. Indien zij professionele horeca-activiteiten uitoefenen, dienen zij de modaliteiten die gelden voor de horecasector te respecteren.
Juridische gronden
• Artikel 41, 2de lid, 23° van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad is bevoegd om subsidiereglementen vast te stellen.
• Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
Argumentatie
De coronacrisis heeft de lokale ondernemers waaronder de horeca hard getroffen.
De gemeente Bertem wenst een CO2-meter voor de horecazaken en een selectie van ondernemers in de sector van de lichaamsverzorging te voorzien als ruggensteun voor de lokale ondernemers bij de heropstart van hun economische activiteiten.
Financiële gevolgen
De uitgaven voor de aankoop van CO2-meters worden geraamd op maximaal 3000 euro (excl. btw) of 125 euro per CO2-meter.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad kent een eenmalige subsidie toe aan:
• alle horecazaken in Bertem voor de aankoop van één CO2-meter per vestiging n.a.v. de geleidelijke heropening van de horeca vanaf 8 mei 2021 op voorwaarde dat zij uiterlijk op 15 juni 2021 hun zaak hebben heropend.
• alle fitnesszaken in Bertem voor de aankoop van één CO2-meter per vestiging n.a.v. de geleidelijke heropening van de fitnesszaken vanaf 8 juni 2021 op voorwaarde dat zij uiterlijk op 15 juni 2021 hun zaak hebben heropend.
• de ondernemers in de sector van de niet-medische contactberoepen voor de aankoop van één CO2-meter per vestiging op voorwaarde dat de CO2-meter als voorwaarde voor heropening werd verplicht in een protocol bepaald door de minister van Werk en de minister van Middenstand en Zelfstandigen in uitvoering van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Artikel 2:
Onder horecazaken wordt in dit reglement verstaan:
• een restaurant, een feestzaal of een café zoals gekend in de KBO, op het grondgebied van de gemeente Bertem
• de verenigingslokalen met drankuitbating (parochiale zalen, zaal De Cerkel, lokalen van erkende muziekverenigingen en voetbalkantines)
Artikel 3:
De minimale eisen voor een CO2-meter zijn:
• een niet-dispersief infrarood (NDIR)-sensor.
• een meetbereik tot minstens 3000 ppm.
• instelbare visuele alarmgrenzen (groen, oranje, rood)
Artikel 4:
De gemeente betaalt de aankoop van een CO2-meter terug met uitzondering van de btw, tot maximum 125 euro.
Artikel 5:
De aanvraag voor deze subsidie wordt, samen met de nodige bewijsstukken van de aankoop van de CO2-meter, schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen vóór 1 oktober 2021.
Artikel 6:
De subsidie wordt op de rekening van de aanvrager gestort voor 1 januari 2022.
Artikel 7:
De uitgave voor de aankoop van CO2-meters wordt geraamd op maximaal 3000 euro.
Artikel 8:
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Zitting van 29 juni 2021
RETRIBUTIES. AANPASSING GEBRUIKSREGLEMENT GEMEENTELIJKE UITLEENMATERIALEN - NULTARIEF TER ONDERSTEUNING VAN DE HEROPSTART VAN HET SOCIALE LEVEN NA DE CORONAPANDEMIE.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.
• Decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact
Het Cultuurpact strekt ertoe de diverse levensbeschouwelijke en ideologische strekkingen op een goede manier te betrekken bij het uitwerken van het cultuurbeleid en om discriminatie omwille van een ideologische, politieke of filosofische overtuiging te verhinderen.
• Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast.
• Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Argumentatie
Het gebruik van gemeentelijke uitleenmaterialen door de organisatoren van activiteiten en evenementen wordt vrijgesteld van retributie tot het einde van het jaar 2021.
Deze vrijstelling is verantwoord omdat het verenigingsleven bijna 1,5 jaar geen activiteiten en evenementen heeft kunnen organiseren. Met de vrijstelling van retributie wordt de heropstart van het sociale leven in de gemeente gefaciliteerd.
Besluit
eenparig
TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1: Gebruikers
1.1 Definities
• Aanvrager: de natuurlijke persoon die, al dan niet in naam van een organisatie, een aanvraag voor het gebruik van gemeentelijke uitleenmaterialen richt tot het gemeentebestuur door indiening van het daartoe bestemde aanvraagformulier.
• Ontlener: de aanvrager of zijn afgevaardigde.
• Gebruiker: de persoon die gebruikmaakt van de terbeschikkinggestelde uitleenmaterialen.
• Bertemse vereniging: erkende Bertemse vereniging op basis van het raadsbesluit van 24 juni 2014 over de erkenning van Bertemse verenigingen.
1.2 Doelgroepen
Volgende doelgroepen kunnen gebruikmaken van de gemeentelijke uitleenmaterialen onder de voorwaarden bepaald in dit reglement:
• Bertemse verenigingen
• Bertemse adviesraden
• OCMW Bertem
• Bertemse scholen
• Organisatoren van buurtfeesten in de gemeente Bertem
• Kunstenaars Bertem Buiten Gewoon
• Personeelsleden in actieve dienst
• Gemeentelijke diensten van omliggende gemeenten of van gemeenten die deel uitmaken van de Vrijetijdsregio Druivenstreek
• Particulieren (enkel signalisatieborden, alcoholbanner en geluidsmeter)
• De organisatoren van de jaarmarkt in het centrum van Bertem, van Leefdaal Herleeft en van Korbeek-kermis.
Tenzij anders vermeld in dit reglement, kunnen particulieren of initiatieven met een commercieel oogmerk geen uitleenmateriaal ontlenen of gemeentelijke infrastructuur huren.
1.3 Akkoordverklaring
Door de indiening van een aanvraag voor het gebruik van gemeentelijke uitleenmaterialen verklaart de aanvrager zich akkoord met dit reglement.
Artikel 2: Uitleenmaterialen
Dit reglement is van toepassing op uitleenmaterialen die eigendom zijn van de gemeente Bertem en die opgenomen zijn in bijlage 1 bij dit reglement.
Deze lijst kan aangevuld of gewijzigd worden door het college van burgemeester en schepenen in functie van het buiten gebruik stellen of de ingebruikname van uitleenmaterialen.
PROCEDURE
Artikel 3: Aanvraagprocedure
Het aanvraagformulier en het gebruiksreglement zijn verkrijgbaar bij de dienst facilitair beheer en staan op de gemeentelijke website.
Aanvragen komen enkel in aanmerking als ze schriftelijk worden ingediend (per brief, fax, e-mail, webformulier of afgegeven aan de balie) door middel van het aanvraagformulier (per doelgroep).
De aanvraag wordt gericht aan de dienst facilitair beheer.
Aanvragen kunnen ten vroegste 12 maanden en moeten ten laatste 2 weken vóór de aanvangsdatum van het gebruik ingediend worden. Te vroege of laattijdige aanvragen worden niet aanvaard.
Artikel 4: Beslissing over de aanvragen
Aanvraagformulieren die niet tijdig worden ingediend of die onvolledig zijn ingevuld, worden niet behandeld. De dienst facilitair beheer brengt de aanvrager onmiddellijk op de hoogte en informeert hem over de procedure.
Elke tijdige en volledige aanvraag wordt geregistreerd in software die de dossieropvolging van de aanvraag mogelijk maakt.
De aanvragen worden in volgorde van ontvangst behandeld. Als de aangevraagde uitleenmaterialen uitgeput zijn en hierdoor niet of niet helemaal aan de aanvraag kan worden voldaan, neemt de dienst facilitair beheer zo snel mogelijk contact op met de aanvrager.
Als de aanvraag voldoet aan de voorwaarden en de aangevraagde uitleenmaterialen nog beschikbaar zijn, keurt de dienst facilitair beheer de aanvraag goed. De dienst dienst facilitair beheer bezorgt de aanvrager ten laatste 1 week na ontvangst van de aanvraag schriftelijk zijn beslissing. Dit gebeurt via het e-mailadres van de aanvrager of – bij gebrek aan e-mailadres – per brief.
De schriftelijke bevestiging bevat minstens de volgende informatie:
• coördinaten van de verantwoordelijke dienst
• de inventaris van de toegewezen uitleenmaterialen met vermelding van de retributie voor het gebruik en de waarborg
• voor groot uitleenmateriaal:
º plaats van levering en ophaling
º leveringsdatum en –uur
º ophaaldatum en –uur
º gsm-nummer van de werkverantwoordelijke
º voor klein uitleenmateriaal:
º datum en uur voor afhalen van de uitleenmaterialen
º datum en uur voor terugbrengen van de uitleenmaterialen
• de factuur met het verschuldigde bedrag (retributie voor het gebruik, retributie voor levering/ophaling).
De reservatie van het materiaal wordt slechts definitief na betaling van de kosten verbonden aan de aanvraag (waarborg en retributies).
Als de levering van aangevraagde gemeentelijke materialen niet of niet volledig kan gebeuren als gevolg van overmacht, zal de dienst facilitair beheer dit zo snel mogelijk gemotiveerd meedelen aan de aanvrager. De aanvrager kan hiervoor geen recht op enige schadevergoeding eisen.
Artikel 5: Uitleentermijn
Het materiaal wordt ter beschikking gesteld voor de duur van de activiteit met een maximum van 2 werkdagen voor het begin van de activiteit en 1 werkdag na het einde van de activiteit.
LEVERING EN OPHALING UITLEENMATERIALEN
Artikel 6: Levering en ophaling van het materiaal
Het uitleenmateriaal dat door andere gemeenten wordt ontleend, moet door deze gemeente zelf worden opgehaald en teruggebracht.
Groot uitleenmateriaal
Het 'groot uitleenmateriaal' wordt geleverd door de gemeentediensten, tegen betaling van een retributie zoals bepaald in artikel 12.
De levering van groot uitleenmateriaal gebeurt in principe enkel in de gemeente Bertem. Leveringen buiten de gemeentegrenzen kunnen slechts uitzonderlijk worden toegestaan na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
Met uitzondering van de gemeentescholen, is de ontlener altijd zelf verantwoordelijk voor de plaatsing (vóór de activiteit) en de verzameling (na de activiteit) van het geleverde uitleenmateriaal.
Het uitleenmateriaal kan enkel geleverd en opgehaald worden op werkdagen:
• van maandag tot en met donderdag van 8 tot 16 uur
• op vrijdag van 8 tot 12 uur.
Na de activiteit zorgt de ontlener ervoor dat het uitleenmateriaal in dezelfde staat en schikking verzameld wordt op de leveringsplaats met het oog op de ophaling door de gemeentediensten.
Losse nadarhekken moeten na iedere manifestatie in groep van 10 bijeengezet worden op initiatief en verantwoordelijkheid van de organisatoren.
Klein uitleenmateriaal
Uitleenmateriaal dat niet wordt geleverd door de gemeentediensten (‘Klein uitleenmateriaal’), wordt door de ontlener afgehaald en teruggebracht met eigen vervoer, op eigen kosten en op eigen risico. Het zelf afhalen en terugbrengen gebeurt steeds op de tijdstippen en op de plaats die met de dienst facilitair beheer schriftelijk zijn afgesproken.
Artikel 7: Naleving afgesproken datums en uren
Groot uitleenmateriaal
Op de afgesproken tijdstippen van levering en ophaling door de gemeentediensten moet de ontlener aanwezig zijn op de afgesproken leveringsplaats.
Als de ontlener zich meer dan 15 minuten later dan het afgesproken tijdstip aanmeldt op de afgesproken leveringsplaats, dan wordt een boete voor afwezigheid aangerekend aan de aanvrager, zoals bepaald in artikel 12, tenzij in geval van een aantoonbare situatie van overmacht.
Als de ontlener meer dan 30 minuten later dan het afgesproken tijdstip niet aanwezig is op de afgesproken leveringsplaats, dan wordt het materiaal niet afgeleverd of opgehaald;
• in geval van een levering vervalt de aanvraag voor gebruik van het aangevraagde uitleenmateriaal automatisch door de afwezigheid van de ontlener op de afgesproken leveringsplaats. Er is geen nieuwe aanvraag voor dezelfde activiteit mogelijk.
• in geval van ophaling wordt een nieuwe datum en uur afgesproken tussen de aanvrager en de dienst facilitair beheer.
Klein uitleenmateriaal
Bij het niet tijdig terugbrengen van het materiaal wordt, vanaf een dag (24 uur) na het afgesproken tijdstip van terugbrengen, de retributie verhoogd zoals bepaald in artikel 12.
Artikel 8: Ondertekening leveringsbon
Bij het in ontvangst nemen van de uitleenmaterialen controleert de ontlener de hoeveelheid uitleenmaterialen en de goede staat ervan. Hij noteert eventuele afwijkende aantallen of eventuele gebreken (bv. beschadigingen, slechte werking…) op de leveringsbon en ondertekent deze bon.
Als de ontlener geen opmerkingen noteert op de leveringsbon, bevestigt hij:
• de ontvangst van de uitleenmaterialen,
• de goede staat van de uitleenmaterialen en
• de vermelde hoeveelheden uitleenmaterialen.
De beschadigingen en/of ontbrekende materialen of onderdelen ervan, die bij teruggave van de uitleenmaterialen vastgesteld worden en die niet vermeld staan op de leveringsbon, worden aangerekend aan de aanvrager (zie ‘Waarborg’).
Herstellingskosten en slijtage als gevolg van het normale gebruik van de uitleenmaterialen zijn ten laste van het gemeentebestuur.
BETALINGEN
Artikel 9: Betaling waarborg en retributie
De aanvrager betaalt voor iedere ontlening of gebruik van infrastructuur een waarborg en/of een retributie voor het gebruik, zoals vastgesteld door dit reglement.
In principe wordt de factuur samen met de goedkeuring van de aanvraag verstuurd naar de aanvrager. De uiterste betalingsdatum vermeld op de factuur moet gerespecteerd worden.
De waarborg en de retributie voor het gebruik en eventueel voor de levering van het uitleenmateriaal moeten uiterlijk 1 week vóór de afgesproken datum van levering door de gemeentediensten (groot uitleenmateriaal) of afhaling door de ontlener (klein uitleenmateriaal) worden betaald d.m.v.:
• hetzij een overschrijving op het gemeentelijk rekeningnummer BE09 0971 2047 0057, met vermelding van de voorgeschreven mededeling.
• hetzij een betaling met bankkaart (Bancontact/Maestro) bij de dienst facilitair beheer.
Er wordt geen materiaal uitgeleend zonder voorafgaande betaling van de waarborg en de retributie.
Waarborg
Het bedrag van de waarborg en het retributietarief per type uitleenmateriaal kan gewijzigd worden door het college van burgemeester en schepenen.
De waarborg wordt na het inleveren van het uitleenmateriaal terugbetaald op voorwaarde dat het materiaal volledig, onbeschadigd en in propere staat is. Bij bevuiling, beschadiging, vernietiging, verlies of diefstal zal de waarborgsom ingehouden worden ten bedrage van – naargelang het geval – de reinigings- en/of de herstellingskosten en/of de werkelijke waarde op het moment van de terbeschikkingstelling. Indien bijkomende kosten worden aangerekend als gevolg van het niet naleven van afspraken, dan worden ook deze bijkomende kosten in mindering gebracht van de waarborg. Het saldo wordt binnen de 20 kalenderdagen teruggestort op de rekening van de aanvrager.
Wanneer de waarborgsom niet voldoet, zal het resterende bedrag gefactureerd worden aan de aanvrager. Bij Bertemse verenigingen die de door hun veroorzaakte schade
niet betalen, wordt het verschuldigd bedrag automatisch afgehouden van hun jaarlijkse werkingssubsidie.
GEBRUIKSVOORWAARDEN
Artikel 10: Plichten en verantwoordelijkheden van de ontleners van uitleenmaterialen
De ontlener is verantwoordelijk voor de gebruikte materialen vanaf het ogenblik van de levering ter plaatse (groot uitleenmateriaal) of vanaf de afhaling (klein uitleenmateriaal) tot op het ogenblik van ophaling ter plaatse (groot uitleenmateriaal) of terugbrenging (klein uitleenmateriaal).
Van zodra de uitleenmaterialen overhandigd zijn, moet de ontlener de volgende richtlijnen naleven:
• De ontlener zorgt als een voorzichtig en redelijk persoon voor het ontleende materiaal: hij beschermt het materiaal tegen weersomstandigheden (bv. niet langdurig buiten in de regen), diefstal, beschadiging en verontreiniging. Hij waakt over het juist vervoeren, verplaatsen en bewaren en hij neemt de nodige voorzorgen om verlies of beschadiging te voorkomen.
• De ontlener bezorgt het uitleenmateriaal terug zoals het aangeboden werd. In geval van ophaling van het materiaal door de gemeentediensten wordt het materiaal vooraf door de ontlener gereinigd, verzameld, gesorteerd en op de leveringsplaats klaargezet. De ontlener leeft de gebruiksaanwijzingen voor het ontleende materiaal strikt na. Er mogen geen nagels, nietjes, vijzen, schroeven, duimspijkers of plakband in of op het materiaal aangebracht worden. De uitleenmaterialen mogen niet beplakt, beschilderd, bespoten of beschreven worden. Eventuele ontstane beschadigingen moeten spontaan gemeld worden bij ophaling of teruggave.
• Ontleende uitleenmaterialen mogen enkel gebruikt worden door de ontlener voor het doel waarvoor ze aangevraagd zijn. In geen geval mag het materiaal verder overgedragen, uitgeleend, verhuurd of ter beschikking gesteld worden aan derden, op straffe van uitsluiting door het college van burgemeester en schepenen voor een periode van 12 maanden, ingaande op de dag van uitsluiting.
• De ontlener respecteert de overeengekomen uitleentermijn.
• Bij diefstal van ontleende materialen moet de aanvrager onmiddellijk aangifte doen bij de politie. Een dubbel van het proces-verbaal moet worden bezorgd aan de dienst facilitair beheer, ten laatste 1 werkdag na de aangifte bij de politie.
AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 11: Aansprakelijkheid
Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen, misbruik of schade die voortvloeien uit het gebruik van de ontleende materialen, ook niet aan de locatie waar de materialen gebruikt worden.
TARIEVEN
Artikel 12: Tarieven
Voor de ontlening van gemeentelijke uitleenmaterialen worden de volgende algemene principes toegepast op de tarieven vermeld in bijlage 1.
Waarborg
• Voor elke ontlening van gemeentelijk uitleenmateriaal, ongeacht het aantal soorten of het aantal stuks, bedraagt de waarborg forfaitair 100 euro.
Vrijstellingen
• Bertemse adviesraden, het OCMW Bertem en de Bertemse scholen maken gratis gebruik van het gemeentelijk uitleenmateriaal.
• Jeugd- en sportkampen die georganiseerd worden in de gemeente Bertem door Bertemse verenigingen maken gratis gebruik van het gemeentelijk uitleenmateriaal.
• Bertemse verenigingen die evenementen organiseren waarvan de winst volledig aan een goed doel geschonken wordt, maken gratis gebruik van het gemeentelijk uitleenmateriaal.
• Gemeentelijke diensten van omliggende gemeenten of van gemeenten die deel uitmaken van de Vrijetijdsregio Druivenstreek maken gratis gebruik van het gemeentelijk uitleenmateriaal.
• Het gebruik van gemeentelijk uitleenmateriaal voor de jaarmarkt in het centrum van Bertem, voor Leefdaal Herleeft en voor Korbeek-kermis wordt vrijgesteld van retributie.
• Alle retributietarieven in dit reglement, met uitzondering van de waarborg en de retributie voor niet-naleving van het uitleenreglement, worden op 0 euro gezet vanaf de inwerkingtreding van dit reglement tot en met 31 december 2021 en enkel voor de activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van Bertem.
Retributie voor levering en ophaling door de gemeentediensten
• Per levering en ophaling door de gemeentediensten binnen de gemeentegrenzen: 50 euro
• Per levering en ophaling door de gemeentediensten buiten de gemeentegrenzen:
º leveringsplaats binnen een straal van 10 km rond gemeentehuis Bertem: 75 euro
º per bijkomende straal van 10 km: supplement van 25 euro.
Retributie voor niet-naleving van het uitleenreglement
• Retributie bij afwezigheid op de leveringsplaats (groot uitleenmateriaal): forfait van 25 euro bovenop het forfait van de levering en ophaling, te betalen vanaf 15 minuten te laat aankomen op de plaats van levering/ophaling.
• Retributie voor het te laat terugbrengen van klein uitleenmateriaal: forfait van 50 euro bovenop de retributie voor het gebruik, te betalen vanaf 24 uur na het afgesproken uur van terugbrengen.
Opruimings-, reinigings- en/of herstellingskosten
• Extra gepresteerde uren door gemeentepersoneel als gevolg van niet-nageleefde afspraken en de kosten voor het opruimen, herstellen of reinigen van de uitleenmaterialen worden aangerekend volgens de tarieven van het retributiereglement ‘uitvoering van werken ten laste van derden’ van 17 december 2019. De gemaakte materiaalkosten voor de vervanging van verdwenen of vernielde materialen of de herstelling van beschadigde materialen worden integraal doorgerekend aan de gebruiker.
NALEVING REGLEMENT
Artikel 13: Bezwaren en betwistingen
Het gemeentebestuur mag te allen tijde controle uitoefenen over het gebruik en de beveiliging van het ter beschikking gestelde materialen. De ontleners en gebruikers zijn verplicht om zich te schikken naar de mondelinge en/of schriftelijke aanmaningen van het gemeentebestuur en zijn gemachtigde afgevaardigden.
Bij niet-naleving van dit reglement of bij niet-betaling van verschuldigde betaling, kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om:
• de aanvrager, ontlener of gebruiker in gebreke te stellen
• het materiaal onmiddellijk terug te vorderen
• in de toekomst geen uitleenmaterialen meer ter beschikking te stellen.
Artikel 14: Naleving reglement
Eventuele bezwaren die steunen op de toepassing van dit reglement moeten schriftelijk gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen. Dit bezwaar moet ingediend zijn uiterlijk drie werkdagen nadat zich de betwiste feiten hebben voorgedaan.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 15: Uitvoering
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van dit reglement.
Artikel 16: Bijlagen bij het uitleenreglement
BIJLAGE 1: lijst gemeentelijke uitleenmaterialen met retributietarieven voor het gebruik
Artikel 17: opheffing
Het reglement van 24 maart 2015 over de gemeentelijke uitleenmaterialen wordt opgeheven op 1 juli 2021.
Artikel 18: Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2021.
Zitting van 29 juni 2021
AMBULANTE HANDEL. GOEDKEURING MARKTREGLEMENT BERTEM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
• De markt blijkt een succes waardoor zij een permanent karakter krijgt en de opstelling van een marktreglement noodzakelijk wordt.
Juridische gronden
• Artikel 8, §1 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten
De organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen wordt geregeld bij gemeentelijk reglement.
• Artikel 9, §1 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten
De organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement.
• Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten
• Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. De reglementen kunnen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
• Artikel 41, 2e lid, 2° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen.
Argumentatie
Voor de organisatie van een wekelijkse openbare markt moet er een gemeentelijk reglement goedgekeurd worden dat de werking van de markt organiseert.
Besluit
eenparig
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1: Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
• Aanvraagformulier/e-formulier: elektronisch formulier beschikbaar op de gemeentelijke website
• Abonnement: een toelating van de gemeente aan een onderneming om een specifieke vaste standplaats in te nemen op een openbare markt en om er een hoofdcategorie producten of diensten te verkopen.
• Abonnementhouder: de onderneming aan wie één of meerdere vaste standplaatsen zijn toegekend.
• Anciënniteit: Het aantal jaren dat een standplaatshouder onder één enkel ondernemingsnummer op de markt staat, desgevallend vermeerderd met het aantal hierbij aansluitende jaren dat men onder een andere rechtsvorm op dezelfde openbare markt een standplaats had.
• Kraam: het geheel van een verkoopgelegenheid bestaande uit bijvoorbeeld een marktwagen, toonbank, statafels, degustatietafels, verkooptafels en/of verkooptent.
• Losse standplaats: een standplaats die door loting is toegekend.
• Markt: een manifestatie ingericht en voorafgaand toegelaten door de gemeente, om op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, personen samen te brengen die er producten of diensten verkopen zoals bedoeld in artikel 2, § 1 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, BS 30 juni 1993 (hierna: wet op de ambulante handel).
• Marktleider: een medewerker van de gemeente Bertem die verantwoordelijk is voor de organisatie van de markt op het terrein.
• Marktplan: de intekening van de openbare markt op een plan met de daarbij horende genummerde standplaatsen.
• Onderneming: de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen of rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen, houders van een “machtiging ambulante activiteiten als werkgever”.
• Openbare markt: De markt die georganiseerd en beheerd wordt door de gemeente Bertem.
• Openbare weg: De wegen en pleinen die openstaan voor weggebruikers zoals voetgangers, fietsers, voertuigen of ander verkeer. Met de openbare weg worden gelijkgesteld, de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg en de plaatsen waar kermissen doorgaan.
• Organisatie: elke natuurlijke of rechtspersoon of vereniging die een occasionele niet-commerciële verkoop, zoals bedoeld in artikel 5, 1° van de wet op de ambulante handel, organiseert.
• Ruilen van een standplaats: de locatie van een reeds toegekende standplaats verwisselen met een andere locatie.
• Standplaats: de op een marktplan ingetekende oppervlakte voor het te koop aanbieden op de openbare markt van goederen en/of diensten. Elke standplaats kan slechts ingetekend worden voor zover een vrije doorgang naar achtergelegen handelspanden van minstens twee meter wordt gerespecteerd.
• Standplaatshouder: de onderneming of organisatie aan wie een standplaats is toegekend.
• Gemeentelijke website: www.bertem.be
• Toelating organisatie: een toelating van de gemeente aan de verantwoordelijke van occasionele niet-commerciële verkoop zoals bedoeld in artikel 5, 1° van de wet op de ambulante handel.
• Vaste standplaats: een standplaats die door een abonnement is toegekend.
• Wachtlijst: register van geldige inschrijvingen met het oog op het bekomen van een nieuw abonnement of het ruilen of uitbreiden van een vaste standplaats.
• College: college van burgemeester en schepenen
• Gemeentelijk onthaal:
Tervuursesteenweg 178
3060 Bertem
016 49 99 99
onthaal@bertem.be
Artikel 2: Toepassingsgebied
Dit reglement is van toepassing op alle openbare markten op het grondgebied van de gemeente Bertem, onverminderd de hogere regelgeving over de organisatie van ambulante handel.
Dit reglement is niet van toepassing op ambulante handelsactiviteiten op de openbare weg buiten de openbare markten en markten ingericht als evenement.
Artikel 3: Inrichting van de openbare markt
§1. De gemeenteraad keurt de inrichting (marktdag, marktlocatie, thema, beginuur, einduur) van de volgende openbare markt goed:
Marktdag donderdag
Marktlocatie het lage deel van het Gemeenteplein te 3060 Bertem
Thema Alle producten, behalve levende dieren
Beginuur 8.00 uur
Einduur 13.00 uur
§2. De goedgekeurde lokale openbare markten worden gepubliceerd op de gemeentelijke website.
Artikel 4: Bevoegdheden
§1 De gemeenteraad is bevoegd voor het goedkeuren van het gemeentelijk reglement.
§2 Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:
• het inrichten, wijzigen of stopzetten van een lokale openbare markt (onder meer plaats, tijdstip en thema);
• de vaststelling van de procedures rond de organisatie van de openbare markten voortvloeiende uit dit reglement, voor de openbare markt van de gemeente Bertem;
• de organisatie van de openbare markt, waaronder het marktplan en de begin- en einduren;
• de occasionele wijziging van een bovenlokale openbare markt: plaats, tijdstip, thema, schorsing, ...;
• de toekenning, weigering of wijziging van abonnementen;
• de praktische organisatie van de marktcommissie.
§3 De burgemeester is bevoegd voor:
• toelating of weigering van een organisatie.
Artikel 5: Feestdagen
In principe gaat de openbare markt ook door op de feestdagen.
Het college kan, op voorstel van de marktleider, en na consultatie van de kraamhouders beslissen om de markt niet te laten doorgaan op een bepaalde feestdag. Er is geen recht op schadevergoeding en/of terugbetaling van abonnementen in dit geval.
Artikel 6: Voorbehouden standplaatsen
Minimaal vijf procent van het totaal aantal standplaatsen op een marktplan worden als standplaatsen voorbehouden voor en in onderstaande volgorde toegekend aan:
1) organisaties in het bezit van een toelating organisatie
2) ondernemingen door middel van loting
Artikel 7: Communicatie
§1. De communicatie tussen de gemeente en de ondernemingen of organisaties verloopt bij voorkeur via de gemeentelijke website.
§2. Elke onderneming of organisatie die een standplaats wenst te bekomen of al een abonnement heeft, maakt een geldig e-mailadres kenbaar via de gemeentelijke website.
§3 Elke onderneming of organisatie is verplicht om elke wijziging betreffende haar onderneming of organisatie onmiddellijk door te geven via het e-formulier op de gemeentelijke website.
§4 Niet-elektronische aanvragen kunnen via het onthaal van de gemeente worden ingediend.
Artikel 8: Marktleiding
§1 Elke onderneming of organisatie die een standplaats op de openbare markt inneemt of wil innemen, moet de richtlijnen van de marktleider onmiddellijk opvolgen.
§2 De marktleiders zijn altijd gemachtigd om onder meer:
• de verplichte documenten conform de hogere wetgeving en de identiteit van elke standplaatshouder te controleren;
• de loting te organiseren;
• de toegekende standplaatsen op de marktdag zelf van locatie te wijzigen of te laten inkrimpen omwille van uitzonderlijke omstandigheden (bijvoorbeeld wegenwerken, werken van openbaar nut, andere door de gemeente toegelaten activiteiten of evenementen, slechte weersomstandigheden, ...);
• inbreuken vast te stellen door middel van een verslag dat aanleiding kan geven tot maatregelen;
• de inname van standplaatsen te verbieden bij vaststelling van inbreuk(en) op de toepasselijke regelgeving;
• de dagretributie voor een standplaats te ontvangen.
Artikel 9: Algemene voorwaarden
§1 Elke onderneming of organisatie die een standplaats op de openbare markt(en) inneemt of wenst te bekomen, moet naast haar machtigingen ambulante handel steeds minstens de in de hogere wetgeving bepaalde documenten kunnen voorleggen.
§2 Elke onderneming of organisatie die een standplaats op de openbare markt(en) inneemt of wenst in te nemen, heeft
• geen vervallen schulden bij de gemeente met betrekking tot de markten, behalve ingeval van een lopend afbetalingsplan dat correct wordt nageleefd;
• in het jaar voorafgaand aan de aanvraag geen intrekking van het abonnement of de toelating organisatie en/of verbod tot deelname aan de lotingen opgelegd gekregen met betrekking tot de Bertemse markt.
Artikel 10: Bepalingen standplaats
§1 De grootte van de standplaatsen is vastgelegd in het marktplan.
§2 Voertuigen mogen in de standplaats geïntegreerd worden op voorwaarde dat ze:
• worden opgesteld binnen de afmetingen van de toegekende standplaatsen;
• zodanig worden opgesteld dat ze aan de kant van de wandelgang(en) volledig omringd zijn door de koopwaar van de onderneming zodat ze aan het zicht onttrokken zijn voor de bezoekers van de openbare markt.
§3 Elke standplaatshouder neemt de nodige maatregelen om te voorkomen dat hij hinder veroorzaakt aan de omliggende standplaatshouders.
§4 Een standplaats wordt toegekend aan een specifieke onderneming of organisatie en mag niet worden ingenomen door andere ondernemingen of organisaties tenzij op bevel of met toelating van de marktleider.
Artikel 11: Productcategorieën
§1 Per standplaats moet een onderneming of organisatie minstens 80% van de oppervlakte van de uitgestalde producten/diensten gebruiken voor de verkoop van producten/diensten uit 1 hoofdcategorie en maximaal 20% voor de verkoop van producten/diensten uit andere categorieën.
De categorieën zijn de volgende:
1) Verse groenten en fruit
2) Vlees, wild en gevogelte
3) Brood en/of banket
4) Vis en visproducten
5) Kaas en zuivelproducten (al dan niet samen met eieren)
6) Bereide voeding en drank voor consumptie ter plaatse (hamburgers, worsten, loempia’s, belegde broodjes, ijs, warme wafels, pannenkoeken, karakollen, dranken...)
7) Olijven, noten, gedroogde vruchten, tapas, kruiden, borrelhapjes en voedingsspecialiteiten
8) Voeding (met uitsluiting van voormelde categorieën)
9) Kledij, werkkledij en accessoires (met uitzondering van tweedehandskledij)
10)Bloemen, planten, plantgoed en toebehoren (bloempotten, wenskaartjes...)
11)Klein antiek en brocante
12)Demonstratieartikelen
13)Huishoudartikelen
14)Lederwaren (incl. schoenen en handtassen)
15)Speelgoed
16)Hobbyartikelen en –benodigdheden
17)Elektronica en muziekproducten
18)Kunstbloemen
19)Andere producten die niet tot bovenstaande categorieën behoren (verzorgingsproducten, rookwaren, sterke drank...)
§2 De productcategorie 12 “Demonstratieartikelen” zijn producten waarvan de kwaliteit wordt aangeprezen en/of het gebruik wordt uitgelegd, door middel van argumenten en demonstraties, gericht op een betere bekendheid bij het publiek om de verkoop ervan te promoten.
Per marktdag mogen maximaal twee verschillende, maar gerelateerde artikelen samen verkocht worden.
Artikel 12: Quota
Er geldt een beperking op volgende categorieën van producten:
• 1. Verse groenten en fruit: maximaal vier kramen gelijktijdig op de markt waarvan twee voorbehouden voor producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.
• 6. Snacks: Maximaal twee kramen met wafels en/of schepijs en/of warme snacks zoals hamburgers, hotdogs, frieten, braadworst, pensen, etc. gelijktijdig op de markt.
• Alle andere productcategorieën: maximaal één kraam gelijktijdig op de markt.
Hoofdstuk 2 Abonnement
Afdeling 1 Aanvraagprocedure nieuwe abonnementen
Artikel 13: Bekendmaking vrije standplaatsen
Op de gemeentelijke website wordt een overzicht gegeven van de nog vrije vaste standplaatsen.
Artikel 14: Inschrijvingsprocedure wachtlijst
§1 Om in aanmerking te komen voor een nieuw abonnement voor een standplaats, moet de onderneming zich laten registreren op de wachtlijst van de openbare markt via het e-formulier (eventueel in te vullen aan het gemeentelijk onthaal).
§2 De aanvraag is onvolledig wanneer er documenten en gegevens, vermeld in het aanvraagformulier, ontbreken. De aanvrager beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen na mededeling van de onvolledigheid van het dossier, om de ontbrekende documenten of gegevens in te dienen.
§3 De registratie is 1 jaar geldig en geldt uitsluitend voor de opgegeven hoofdproductcategorie. De onderneming die haar registratie op deze wachtlijst jaarlijks wenst te verlengen met behoud van de originele registratiedatum, moet op eigen initiatief haar registratie verlengen via het e-formulier en dit ten vroegste 60 en ten laatste 14 kalenderdagen vóór de verjaardag van de originele registratiedatum.
§4 Een onderneming kan een aanvraag voor een eerste registratie op een wachtlijst of een verlenging ervan via een e-formulier indienen op voorwaarde dat zij
• voldoet aan Artikel 9 Algemene voorwaarden uit dit reglement;
• niet reeds in het bezit is van een abonnement op de markt;
• voldoet aan alle voorwaarden die verband houden met de exploitatie van de onderneming.
§5 Zodra een onderneming geregistreerd is op de wachtlijst, kan deze registratie niet meer gewijzigd worden.
§6 De burgemeester kan bepalen dat nader te bepalen documenten overhandigd moeten worden.
Afdeling 2 Toekennings -en wijzigingsprocedure abonnementen
Artikel 15: Toekenningsvolgorde nieuwe abonnementen en wijzigingen (ruilen en uitbreiden)
§1 Het college kent aan een onderneming maximaal 1 abonnement voor vaste standplaatsen toe. Hierop zijn geen uitzonderingen mogelijk.
§2 Abonnementen worden toegekend door het college volgens onderstaande volgorde van categorie en vervolgens in chronologische volgorde van registratie op de wachtlijst:
Categorie 1: Ondernemingen geregistreerd op de wachtlijst waarvan het abonnement werd opgezegd door de gemeente zoals bepaald in Artikel 25 Opzeg door de gemeente, op voorwaarde dat de nieuwe aanvraag werd ingediend binnen de 6 maanden na de datum van kennisgeving van de opzeg.
Categorie 2: Ondernemingen geregistreerd op de wachtlijst voor een nieuw abonnement met een hoofdproductcategorie waarvoor op de gewenste openbare markt nog geen abonnement is toegekend.
Categorie 3: Ondernemingen die geregistreerd zijn op de wachtlijst en die niet vallen onder categorie 1 of 2
§3 Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven:
a) voorrang wordt gegeven aan de aanvrager die de hoogste anciënniteit op de markten van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteit niet kan vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;
b) voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting op basis van de aangeboden producten, met het oog op het nastreven van een maximale variatie van producten in het algemene aanbod.
c) bij loting.
§4 Een onderneming die een abonnement bekomt op basis van categorie 2 (hoofdproductcategorie) moet gedurende minstens 1 jaar na de ingangsdatum van dat abonnement uitsluitend dezelfde hoofdproductcategorie verkopen. Indien de onderneming in die periode andere producten verkoopt, in strijd met Artikel 11 Productcategorieën, kan het abonnement ingetrokken worden.
§5 De betaling van een retributie impliceert op generlei wijze een toekenning van een abonnement.
§6 Het college weigert de aanvraag voor een nieuw abonnement of een aanvraag voor het ruilen of uitbreiden van een reeds toegekende standplaats indien niet voldaan is aan Artikel 9 Algemene voorwaarden van dit reglement.
§7 Het college kan een nieuw abonnement of een ruiling of uitbreiding van een reeds toegekende standplaats weigeren om redenen van algemeen belang, openbare orde of veiligheid. Het college beslist over het behoud van de chronologische volgorde op de wachtlijst.
Artikel 16: Geldigheidsduur van het abonnement
§1 Het abonnement gaat in bij de start van het eerstvolgende nieuwe kwartaal na toekenning (1 januari; 1 april; 1 juli; 1 oktober).
§2 Het abonnement is geldig gedurende 12 maanden. Het abonnement wordt stilzwijgend verlengd met dezelfde termijn, tenzij het abonnement werd opgezegd, vervallen of ingetrokken conform Artikel 24 Opzeg door de onderneming, Artikel 25 Opzeg door de gemeente, Artikel 26 Verval van rechtswege of Artikel 57 Sancties van huidig reglement.
Artikel 17: Ruilen van een standplaats
§1 De abonnementhouder kan via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal een aanvraag indienen voor het ruilen van zijn toegekende standplaats volgens de inschrijvingsprocedure bepaald in Artikel 14 Inschrijvingsprocedure wachtlijst.
§2 Twee abonnementhouders met eenzelfde grootte van standplaats kunnen onderling ruilen mits voorafgaande goedkeuring door het college. De aanvraag hiertoe gebeurt via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal.
Artikel 18: Wijziging hoofdproductcategorie
§1 De abonnementhouder kan maximaal 1 keer per abonnementsperiode een wijziging van de toegekende hoofdproductcategorie aanvragen, behoudens de beperkingen in dit reglement. De aanvraag gebeurt via een e-formulier, uiterlijk 30 kalenderdagen voor de start van het eerstvolgende nieuwe kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober) en gaat in bij de start van dit kwartaal.
§2 Het college keurt de aanvraag goed of weigert deze gemotiveerd om redenen van algemeen belang.
§3 Bij toekenning van een wijziging van hoofdproductcategorie kan het college de abonnementhouder eenzijdig een andere standplaats toewijzen op de openbare markt.
Artikel 19: Register van de standplaatsen toegekend per abonnement
De gemeente houdt een register bij waarin voor elke standplaats toegekend per abonnement vermeld staat:
• de maatschappelijke naam, maatschappelijk adres en het ondernemingsnummer van de onderneming aan wie de standplaats is toegekend;
• de hoofdproductcategorie die te koop aangeboden wordt;
• de datum van toekenning van de standplaats.
Artikel 20: Bekendmaking en aanvaarding/weigering van toekenning en wijziging abonnement
§1 Elke toekenning van een nieuw abonnement (inclusief productwijziging), een goedkeuring voor het ruilen of uitbreiden van de huidige standplaats of de weigering ervan wordt meegedeeld middels een per post aangetekend schrijven.
§2 De toekenning van een nieuw abonnement met de daarbij horende standplaats is pas definitief zodra de onderneming de verplichte documenten digitaal heeft ingediend. De documenten moeten uiterlijk binnen de 30 kalenderdagen na de datum van verzending van de beslissing tot toekenning ingediend zijn. Bij gebreke aan tijdige ontvangst van deze documenten, wordt het abonnement geacht geweigerd te zijn.
§3 Een onderneming kan een toekenning van een goedkeuring tot het ruilen van een bestaande standplaats eenmalig weigeren via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal met behoud van haar registratie op de wachtlijst. Bij een tweede weigering door de onderneming beslist het college in hoeverre de registratie op de wachtlijst kan behouden blijven.
Afdeling 3 Extra modaliteiten abonnement
Artikel 21: Aanwezigheid
§1 Een onderneming mag in de loop van een kalenderjaar maximaal 6 marktdagen per markt afwezig zijn, waarvan maximaal 3 marktdagen binnen zes aaneengesloten maanden.
§2 Het college kan omwille van een gegronde en gemotiveerde reden (bijvoorbeeld langdurige ziekte...) een uitzondering op §1 toestaan aan een onderneming, na voorlegging van bewijsstukken.
§3 In afwijking van artikel 32 van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante handel blijven tijdens alle afwezigheden, zoals bepaald in §1 en §2, de verplichtingen van de onderneming, die uit het abonnement voortvloeien, gelden.
Afwezigheid kan niet leiden tot terugbetaling van de retributie.
§4 Het college heeft het recht de abonnementhouder eenzijdig een andere standplaats toe te wijzen op de markt naar aanleiding van ongewettigde afwezigheden omdat de termijn zoals bedoeld in §1 werd overschreden en er hiervoor geen gegronde reden voor was, zoals bepaald onder §2.
Artikel 22: Seizoensgebonden ambulante activiteiten (KB art. 37)
Een seizoensgebonden ambulante activiteiten is een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.
De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van seizoensgebonden activiteit worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit. Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse standplaatsen.
Afdeling 4 Overdracht en beëindiging van het abonnement
Artikel 23: Overdracht door de onderneming
§1 Een onderneming (overdrager) kan haar abonnement met de daarbij horende standplaats overdragen naar een andere onderneming (overnemer) indien:
• er in het voorgaande kalenderjaar voor de aanvraag van de overdracht geen overdracht van hetzelfde abonnement plaatsvond;
• de overnemer voldoet aan Artikel 9 Algemene voorwaarden van dit reglement;
• de overnemer geen abonnement op deze openbare markt heeft;
• beide ondernemingen voldoen aan de voorwaarden bepaald in de hogere wetgeving op het moment van overdracht.
§2 De onderneming die overdraagt, vraagt de overdracht aan via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal. De overnemer wordt op de hoogte gebracht van de aanvraag en moet deze aanvraag tot overdracht digitaal en uiterlijk 14 kalenderdagen na ontvangst ervan bevestigen.
§3 Indien het aanvraagdossier onvolledig is, wordt de overdrager hiervan via e-mail in kennis gesteld. Het dossier moet uiterlijk 14 kalenderdagen na datum van deze kennisgeving vervolledigd zijn.
§4 De aanvraag tot overdracht moet ten laatste 14 kalenderdagen vóór het einde van de lopende facturatieperiode volledig ingediend zijn.
§5 Een volledige aanvraag van een overdracht wordt goedgekeurd of geweigerd door het college. Indien de overnemer de aanvraag tot overdracht niet bevestigt binnen de in §2 voorziene termijn, wordt de aanvraag geacht geweigerd te zijn. De toekenning of weigering van de overdracht wordt via aangetekend schrijven aan de overnemer en via email aan de overdrager bekend gemaakt.
§6 De overdracht van het abonnement vangt aan op 1 januari of 1 juli. De overnemer kan na toekenning van de overdracht de standplaats reeds innemen vóór de ingangsdatum op voorwaarde dat hij dezelfde hoofdproductcategorie verkoopt als de overdrager en hij de schriftelijke toestemming van de overdrager heeft. Deze schriftelijke toestemming moet op eerste verzoek aan de marktleider voorgelegd worden.
§7 De overnemer moet gedurende minstens 1 jaar na de ingangsdatum van de overdracht uitsluitend dezelfde hoofdproductcategorie verkopen als dat van de overdrager gedurende het laatste jaar vóór de overdracht. Indien de overnemer in die periode andere producten verkoopt, in strijd met Artikel 11 Productcategorieën, kan het abonnement ingetrokken worden.
Het college kan de overdracht naar een andere hoofdproductcategorie toelaten mits grondig gemotiveerde aanvraag.
§8 Indien de overnemer door de overname in het bezit komt van een abonnement, dan vervallen zijn lopende inschrijvingen en registraties voor nieuwe standplaatsen op de wachtlijst van diezelfde openbare markt.
§9 De overnemer neemt alle verplichtingen en rechten over van de overdrager, behalve de vervallen en niet vervallen schulden tegenover de gemeente in hoofde van de overdrager voor het moment van de overdracht.
§10 De ondernemingen kunnen vanaf de ontvangstdatum van een aanvraag tot overdracht van een abonnement door de gemeente geen wijzigingen (ruilen, hoofdproductcategorie) voor dit abonnement meer aanvragen tot het ogenblik dat de overdracht aan de overnemer ingaat.
Artikel 24: Opzeg door de onderneming
§1 Een onderneming kan haar abonnement opzeggen vóór de vastgelegde vervaldagen: 31 maart; 30 juni; 30 september; 31 december. De opzeg moet ten laatste 30 kalenderdagen vóór de gekozen vervaldag ontvangen worden door de gemeente.
§2 De onderneming kan haar abonnement in volgende omstandigheden zonder opzegtermijn opzeggen:
• definitieve onmogelijkheid tot het voeren van handel wegens ziekte, ongeval of overmacht, mits voorlegging van een medisch attest of bewijs van overmacht;
• overlijden van (één van) de zaakvoerder(s), mits voorlegging van een bewijs van overlijden door de erfgenamen van de zaakvoerder en een attest of akte van erfopvolging.
§3 Het abonnement eindigt op de eerstvolgende vervaldag volgend op de ontvangstdatum van de opzeg.
§4 De opzeg gebeurt via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal.
§5 De onderneming kan na ontvangst van de opzeg van een abonnement door de gemeentegeenwijzigingen (ruilen, hoofdproductcategorie) voor dit abonnement aanvragen. De opzeg is onherroepelijk zodra de gemeente de aanvraag ontvangen heeft.
Artikel 25: Opzeg door de gemeente
§1 Het college kan de abonnementen van de openbare markt(gedeelte) opzeggen in geval van:
• een beslissing tot wijziging van de markt;
• de beslissing tot opheffing van de markt.
§2 Indien een abonnement wordt opgezegd, voorziet de gemeente in een opzegtermijn van minstens 6 maanden, tenzij in geval van hoogdringendheid. Het abonnement wordt per aangetekend schrijven opgezegd.
Artikel 26: Verval van rechtswege
Het abonnement vervalt van rechtswege:
• bij faillissement van de onderneming;
• indien de onderneming niet beschikt over een geldige machtiging ambulante activiteiten als werkgever.
Hoofdstuk 3 Toelating organisatie
Artikel 27: Aanvraag
§1 Een organisatie kan voor een occasionele niet-commerciële verkoop een standplaats op de markt aanvragen. De aanvrager moet voldoen aan de voorwaarden bepaald in de hogere wetgeving.
§2 De aanvraag wordt ten minste 14 kalenderdagen op voorhand ingediend via het e-formulier of via het gemeentelijk onthaal.
Indien het aanvraagdossier onvolledig is, krijgt de organisatie na de verwittiging door de gemeente 7 kalenderdagen om het te vervolledigen.
Artikel 28: Toekenning
§1 Per marktdag wordt maximaal 1 organisatie voor een niet-commerciële verkoop toegelaten. Indien er meerdere aanvragen zijn voor eenzelfde marktdag, wordt de toelating verleend op basis van de chronologische volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen.
§2 Het college kan een aanvraag gemotiveerd weigeren, bijvoorbeeld omwille van de drukke bezetting op de openbare markt, bij ernstige aanwijzingen van commerciële verkoop of bij bedreiging van de openbare rust en veiligheid. Deze opsomming is niet-limitatief.
§3 In geval van goedkeuring ontvangt de organisator een digitale toelating van het college voor een bepaalde marktdag.
§4 Een organisatie kan maximaal 2 keer per jaar een toelating krijgen.
§5. De toelating moet op eerste verzoek worden voorgelegd aan de marktleider.
§6 Het college kan te allen tijde aan de vereniging vragen om bewijsstukken in te leveren over de aanwending van de opbrengst uit de verkoop op de openbare markt(-en).
Hoofdstuk 4 Uitbreiding per dag en loting van losse standplaats
Artikel 29: Uitbreiding per dag
§1 Wanneer er bij het officiële beginuur van de openbare markt nog standplaatsen vrij liggen, mag elke standplaatshouder voor de aanvang van de loting een uitbreiding van zijn standplaats vragen aan de marktleider zolang het maximaal aantal toegestane standplaatsen per onderneming niet is bereikt en voor zover voldoende standplaatsen voorbehouden blijven volgens Artikel 6 Voorbehouden standplaatsen.
§2 De aanvraag om uitbreiding per dag wordt per marktdag als onherroepelijk beschouwd en kan niet meer worden ingetrokken na goedkeuring van de marktleider.
§3 De afwezige abonnementhouder waarvan de standplaatsen werden toegekend als uitbreiding per dag aan een andere standhouder, heeft geen enkel recht op een schadevergoeding of terugbetaling van het abonnement.
§4 De extra standplaatsen mogen worden ingenomen na uitdrukkelijke goedkeuring van de marktleider én mogen enkel worden gebruikt om koopwaar op te stellen en te verkopen.
Artikel 30: Loting van losse standplaatsen
Losse standplaatsen zoals voorzien in Artikel 6 Voorbehouden standplaatsen worden toegekend door middel van loting.
Het aantal losse standplaatsen kan door de marktleider uitgebreid worden met standplaatsen die niet worden ingenomen door abonnementhouders. De loting vindt plaats in (bij sluiting, ter hoogte van) café 't Blok, Gemeenteplein 4, 3060 Bertem om 8.00 uur.
Artikel 31: Voorwaarden voor deelname aan de loting
Aan de deelname aan de loting zijn volgende voorwaarden verbonden:
1) per ondernemingsnummer wordt slechts 1 inschrijving voor de loting toegestaan;
2) een onderneming met een abonnement op dezelfde openbare markt mag niet deelnemen aan de loting voor deze openbare markt;
3) de onderneming moet haar machtiging ambulante activiteiten als werkgever voorleggen, én de houder van deze machtiging moet persoonlijk aanwezig zijn en zich identificeren bij de marktleider door middel van zijn/haar identiteitskaart;
4) de onderneming moet voor elke elektrische en gasinstallatie die ze gebruikt, op eerste verzoek geldige keuringsattesten kunnen voorleggen aan de marktleider;
5) de onderneming heeft geen vervallen openstaande schulden bij de gemeente met betrekking tot de openbare markten, behalve ingeval van een lopend afbetalingsplan dat correct wordt nageleefd;
6) de onderneming is in staat om de toegekende standplaats effectief in te nemen.
Artikel 32: Verloop van de loting
§1 Op het officiële beginuur van de markt gaat de loting van start.
§2 De aanwezige ondernemingen moeten zich kandidaat stellen bij de marktleider. De machtiging ambulante activiteiten als werkgever van de kandidaat-onderneming wordt door de marktleider in een ondoorzichtige houder gedeponeerd. Tijdens deze handeling kunnen zich nog nieuwe kandidaat-ondernemingen aanbieden.
§3 Zodra de marktleider overgaat tot de trekking, worden geen nieuwe kandidaat-ondernemingen meer toegelaten tot de loting.
De marktleider trekt één voor één de machtigingen, waarbij hij/zij de naam van de getrokken onderneming afroept en deze volgorde ondubbelzinnig noteert.
§4 Na de trekking verdeelt de marktleider de losse standplaatsen in de volgorde uit de loting, en dit rekening houdende met eventuele specifieke noden van de onderneming.
§5 De marktleider kent maximaal 1 losse standplaats per onderneming toe.
§6 Wanneer na de loting nog vrije standplaatsen zouden overblijven, mag elke onderneming (zowel vaste als losse handelaars) nog uitbreiding van haar standplaats vragen aan de marktleider. Hierbij gelden de regels uit Artikel 29 Uitbreiding per dag § 1 tot en met 4 en moet rekening gehouden worden met de voorwaarden uit Artikel 10 Bepalingen standplaats.
Hoofdstuk 5 Gedragsregels
Artikel 33:
Koopwaren die bedoeld zijn om op de openbare markt te verkopen, mogen tijdens het vervoer naar en van de openbare markt niet elders op de openbare weg te koop aangeboden of verkocht worden.
Artikel 34:
§1 Behalve in uitzonderlijke omstandigheden en mits toestemming van de burgemeester of zijn afgevaardigde, mag de onderneming of organisatie zich vanaf twee uur voor officieel beginuur op het marktterrein begeven. Hij moet de standplaats(en) onmiddellijk innemen. De onderneming of organisatie mag luifels slechts een half uur vóór de aanvang van de markt openen. De onderneming of organisatie die haar koopwaar niet heeft afgeladen op het openingsuur, mag die pas verkopen nadat het afladen volledig beëindigd is.
§2 Elke onderneming of organisatie mag haar al wachtende klanten nog bedienen tot ten laatste 13.30 uur op de wekelijkse markt.
Artikel 35:
De onderneming of organisatie die zich als eerste op het marktterrein begeeft, sluit het marktterrein af met de marktafsluitingen die de gemeente levert. Elke volgende onderneming of organisatie die het marktterrein betreedt, sluit onmiddellijk het terrein weer af met dezelfde marktafsluitingen.
Artikel 36:
De onderneming of organisatie moet haar koopwaar en materiaal binnen de grenzen van de toegewezen standplaats(en) opstellen. De uitsprong van het tentdak mag geen hinder veroorzaken voor het publiek.
De uitklapbare panelen van de verkoopwagens moeten altijd onmiddellijk kunnen gesloten worden.
Artikel 37: Het is verboden het marktkraam of onderdelen ervan in de grond te verankeren.
Artikel 38:
§1 Geen enkel vervoermiddel mag langer aanwezig zijn in de wandelwegen of doorgangen voor het publiek op het marktterrein dan de tijd nodig voor lossen en laden.
§2 Een abonnementhouder mag een voertuig gebruiken gedurende niet langer dan een halfuur na het begin van de openbare markt.
§3 Een onderneming die een losse standplaats inneemt of organisatie mag een voertuig gebruiken gedurende niet langer dan één uur na het begin van de openbare markt.
§4 Afwijkingen zijn mogelijk als de burgemeester of zijn afgevaardigde bijzondere toestemming geeft.
Artikel 39:
De voertuigen gebruikt door de ondernemingen die (een) losse standplaats(en) willen innemen, mogen voor aanvang van de loting niet op het marktterrein geplaatst of geparkeerd worden. Enkel de ondernemingen die een plaats toegewezen gekregen hebben, mogen na de loting hun voertuig volgens de instructies van de marktleider op het marktterrein plaatsen.
Artikel 40:
Bezoekers van de markt mogen zich niet al rijdend op de openbare markt begeven met een rijwiel, motorrijwiel of motorvoertuig.
Artikel 41:
De onderneming moet zijn waren aanprijzen en verkopen in zijn kraam.
Artikel 42:
Het is verboden een geluidsinstallatie te gebruiken. Enkel de verkopers van geluidsdragers (cd's en dergelijke) mogen een geluidsinstallatie gebruiken om klanten een stukje van een gekozen cd te laten horen, op voorwaarde dat de geluidssterkte niet meer dan 85 dBLAeq,1minuut is.
Artikel 43:
De geluidssterkte van motoren, gebruikt om elektriciteit op te wekken, mag niet meer dan 85dB LAeq,1minuut bedragen, gemeten op één meter afstand van de geluidsbron.
Artikel 44
Het is verboden om motoren van voertuigen te laten draaien tijdens de openingsuren van de markt.
Artikel 45:
De ondernemingen of organisaties die gebruik maken van winkelwagens, bak- en/of braadtoestellen, verwarmingstoestellen en andere, moeten altijd de vereiste geldige keuringsattesten kunnen voorleggen. Hieruit moet blijken dat hun elektrische installatie, hun bak- en braadtoestellen en/of hun gasinstallaties goedgekeurd zijn door een onafhankelijk erkend keuringsorganisme.
Artikel 46:
§1 Uitbaters van een handelszaak, gelegen aan een marktterrein, mogen tijdens de markturen koopwaar op het voetpad en/of autovrije zone vóór hun winkel uitstallen en verkopen, als het college schriftelijk en vooraf toestemming geeft.
§2 Dit is niet toegelaten als op die plaats marktstandplaatsen voor exploitatie zijn toegewezen. Dit is ook niet toegelaten op veiligheids- of branddoorgangen.
§3 De uitbaters moeten aan volgende voorwaarden voldoen:
• in regel zijn met de reglementen op de belasting om voorwerpen op de openbare weg uit te stallen;
• alleen koopwaren uitstallen die zij normaal in hun handelszaak verkopen;
• enkel het koopwaar verkopen dat zij normaal in hun handels-/horecazaak verkopen;
• de toelating niet aan derden afstaan.
Artikel 47:
§1 Mits schriftelijke en voorafgaande toestemming van het college, mogen uitbaters van een horecazaak, gelegen aan een marktterrein, tijdens de markturen tafels en stoelen op het voetpad vóór hun horecazaak plaatsen.
§2 Dit is niet toegelaten als op die plaats marktstandplaatsen voor exploitatie toegewezen zijn. Dit is ook niet toegelaten op veiligheids- of branddoorgangen.
§3 Zij moeten aan volgende voorwaarden voldoen:
• in regel zijn met de belasting op het plaatsen van tafels en stoelen op de openbare weg;
• geen hinder veroorzaken voor markthandelaars of bezoekers van de openbare markt;
• het gedeelte van het voetpad dat ze in gebruik nemen, voor hun eigen zaak gebruiken.
Artikel 48:
Bij overtreding van de wetgeving inzake hygiëne moet de onderneming of organisatie op bevel van de burgemeester of zijn afgevaardigde onmiddellijk zijn verkoopactiviteit op de openbare markt stopzetten.
Artikel 49:
De onderneming of organisatie moet bij het einde van de openbare markt al het afval verwijderen en meenemen dat voortvloeit uit zijn marktactiviteit.
De kramen of wagens moeten altijd zodanig zijn ingericht dat geen vloeistoffen op de grond lopen. In geen geval mag afval gedeponeerd worden in de publieke vuilbakken van de gemeente.
Artikel 50:
§1 De abonnementhouder of organisatie moet zijn standplaats uitbaten vanaf het officiële openingsuur tot het officiële sluitingsuur van de openbare markt. De marktplaatsen die op het openingsuur van de openbare markt niet ingenomen zijn, zullen mee verloot worden in de loting.
§2 Ondernemingen die een losse standplaats innemen, moeten hun standplaats uitbaten vanaf ten laatste één uur na het officiële aanvangsuur van de openbare markt tot het officiële sluitingsuur van de openbare markt.
§3 Een onderneming of organisatie mag slechts vanaf het sluitingsuur zijn kraam of wagen verplaatsen of het marktterrein oprijden met eender welk voertuig.
Artikel 51:
Alle kramen, voertuigen, koopwaren en alle andere voorwerpen moeten van het marktterrein ten laatste om anderhalf uur na het officiële sluitingsuur van de markt verwijderd zijn.
Artikel 52:
Elke onderneming of organisatie die na het sluitingsuur van de openbare markt het marktterrein afrijdt, sluit het marktterrein weer af met de door de gemeente geleverde marktafsluitingen, zodra zij het terrein afgereden is.
Artikel 53:
De onderneming of organisatie moet te allen tijde voldoen aan de bepalingen van het politiereglement van de gemeente Bertem zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 maart 2018.
Organisaties mogen geen gasflessen op de openbare markt gebruiken.
Hoofdstuk 6 Inrichting van de openbare markt: occasionele wijziging
Artikel 54: Occasionele schorsing of verplaatsing van een openbare markt(gedeelte)
§1 Het college kan een openbare markt(gedeelte) tijdelijk schorsen of verplaatsen omwille van onder meer een kermis, evenement of werken.
§2 Bij een tijdelijke schorsing of verplaatsing van een openbare markt(gedeelte) heeft de ondernemer geen recht op schadevergoeding.
§3 Bij de tijdelijke schorsing of verplaatsing van een openbare markt(gedeelte) vervalt de verplichting van voorbehouden standplaatsen bepaald in Artikel 6 Voorbehouden standplaatsen.
Artikel 55: Ruilen van een abonnement op initiatief van de gemeente
§1 In uitzonderlijke omstandigheden die een impact hebben op één of meerdere standplaatsen (wegens werken, veiligheidsredenen, kleine aanpassingen aan de marktlocatie...) of na een eventuele evaluatieperiode waarin de gemeente kan voorzien bij de oprichting van een nieuwe openbare markt of het invoeren van een nieuw marktplan, kan het college aan de abonnementhouder voorstellen zijn standplaats te ruilen via aangetekend schrijven per post.
§2 Indien de abonnementhouder niet akkoord gaat met het ruilen van de standplaats, dan dient hij bezwaar aan te tekenen via de gemeentelijke website binnen 14 kalenderdagen na de kennisgeving van het college of via aangetekend schrijven.
§3 Indien de onderneming geen bezwaar heeft aangetekend tegen het ruilen van de standplaats, dan geldt het voorstel van het college als definitieve toekenning van de standplaats.
§4 Indien de abonnementhouder dit voorstel niet aanvaardt, wordt het bestaande abonnement opgezegd met een opzegtermijn van minimaal 6 maanden, tenzij in geval van hoogdringendheid.
§5 In geval van hoogdringendheid kan van deze procedure worden afgeweken.
Hoofdstuk 7 Toezicht en handhaving
Artikel 56: Toezicht
§1 De onderneming of organisatie moet de onderrichtingen van de burgemeester, het college of de afgevaardigde naleven. Zij dient zich tegenover het publiek en de gemeenteafgevaardigden correct te gedragen.
§2 Door de gemeente of één van haar organen verstrekte vergunningen en/of toelatingen moeten op eerste verzoek worden voorgelegd aan de politie en bevoegde ambtenaren.
Artikel 57: Sancties
§1 Elke overtreding van dit marktreglement wordt bestraft met:
• een administratieve schorsing of intrekking van een door de gemeente of haar organen afgeleverde toelating of vergunning; of
• een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting; of
• een weigering van een toekomstige aanvraag.
§2 Meer bepaald kan het college een of meerdere abonnementen van een onderneming schorsen of intrekken, onder meer:
• in geval van een afwezigheid die langer duurt dan Artikel 21 Aanwezigheid §1 en die niet gemotiveerd werd zoals bepaald in Artikel 21 Aanwezigheid §2;
• in geval van herhaalde niet-betaling van retributies met betrekking tot de openbare markten binnen de voorziene termijn of het niet correct naleven van het afbetalingsplan;
• indien de inname van een standplaats aanleiding geeft tot enige andere vorm van openbare ordeverstoring, met inbegrip van overlast;
• in geval van verschillende en/of herhaalde vaststellingen waaruit blijkt dat niet meer voldaan is aan de voorwaarden vermeld in dit reglement.
De sancties opgelegd door het college worden met een aangetekende brief ter kennis gebracht van de overtreder. Het niet naleven van een administratieve sanctie van het college wordt bovendien bestraft met één van de hierboven voorziene sancties.
§3 Een onderneming van wie een abonnement wordt ingetrokken, mag gedurende 1 jaar na de intrekking geen aanvraag voor een nieuwe standplaats of een aanvraag tot ruiling of uitbreiding van haar standplaats indienen, niet deelnemen aan de loting en al haar lopende registraties op de wachtlijst vervallen.
Artikel 58: Maatregelen
§1 De burgemeester kan bijkomende maatregelen treffen of afwijkende voorwaarden opleggen indien de openbare orde dat vereist.
§2 Indien bevelen van de burgemeester niet worden uitgevoerd, kan de burgemeester van ambtswege op kosten en risico van degene die in gebreke gebleven is, tot uitvoering laten overgaan.
§3 Het niet naleven van het bevel van de burgemeester wordt bovendien bestraft met de in Artikel 57 Sancties voorziene administratieve sancties.
§4 In de gevallen zoals bepaald in dit artikel heeft de onderneming of organisatie geen recht op schadevergoeding.
Artikel 59: Ambulante handel buiten markt
Op een afstand van 300 meter buiten de contouren van het marktplan is er tijdens de wekelijkse markt (tussen 8 en 13 uur) geen ambulante activiteit toegelaten.
Zitting van 29 juni 2021
PATRIMONIUM. GOEDKEURING RUILAKTE TUSSEN VMW EN GEMEENTE BERTEM IN HET KADER VAN DE REALISERING VAN SPORTPARK VERONA.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Deze ruil kadert in de aanleg van sportinfrastructuur door de gemeente Bertem (RUP Verona) en het uitbreiden van de grondwaterwinnings- en drinkwaterinfrastructuur door De Watergroep.
De ruilakte is goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 februari 2021. De Watergroep heeft net voor de ondertekening van deze akte nog een aantal aanvullingen in de akte gevraagd. Deze zijn van inhoudelijke aard waardoor de aangepaste akte opnieuw ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
0050-00/220000 | € 140 000 | € 125 000 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de bijgevoegde ontwerpakte voor ruiling goed tussen het perceel afdeling 3, sectie D, nummer 168C, 47 a 47 ca groot, eigendom van De Watergroep en de percelen afdeling 3, sectie D, nummer 175L, 62 a 8 ca groot en afdeling 3, sectie D, nummer 176D, 2 a 48 ca groot, eigendom van de gemeente Bertem.
Artikel 2:
De ruiling gebeurt tegen een opleg van 125 000 euro ten voordele van de gemeente Bertem.
Artikel 3:
De algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad zijn gemachtigd de akte te ondertekenen.
Artikel 4:
De gemeenteraadsbeslissing van 23 februari 2021 waarbij de ruilakte werd goedgekeurd, wordt ingetrokken.
Zitting van 29 juni 2021
NIEUWBOUW SCHOOLSITE LEEFDAAL. GOEDKEURING ONTWERPDOSSIER O.17933 NIEUWBOUW SCHOOL LEEFDAAL VOOR INDIENING BIJ AGION.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Bij het aanvraagdossier dat wordt ingediend bij Agion dient een goedkeuring van het ontwerpdossier door de gemeenteraad gevoegd te worden.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt het ontwerpdossier goed voor de lagere school, opgemaakt door Archipelago, dat onderdeel vormt van het aanvraagdossier O.17933 bij Agion.
Zitting van 29 juni 2021
COVID-19. GOEDKEURING ADDENDUM SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VACCINATIECENTRUM COLOMBA - LEUVEN-ZUID (WEST).
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers.
De Vlaamse regering kent een subsidie toe aan elk lokaal bestuur dat penhoudende gemeente is voor een vaccinatiecentrum, initieel voor 6 maanden, van 1 februari 2021 tot en met 31 juli 2021, en verlengbaar met maximaal 3 maanden, na evaluatie van de stand van zaken van de vaccinatiecampagne door de Vlaamse regering.
Argumentatie
De tenlasteneming van de extra prestaties van de centrumverantwoordelijke door het vaccinatiecentrum, bovenop haar arbeidscontract bij de gemeente Kortenberg, is billijk en gerechtvaardigd omdat er algemene consensus bestaat over het engagement van de centrumverantwoordelijke, over de kwaliteit van de organisatie van het vaccinatiecentrum en over de geleverde prestaties van het centrum. Het exploitatiebudget van het vaccinatiecentrum biedt de budgettaire ruimte om deze extra prestaties van de centrumverantwoordelijke ten laste te kunnen nemen.
Financiële gevolgen
De gemeenten zijn de inspanningsverbintenis aangegaan dat de exploitatiekosten niet hoger mogen zijn dan de Vlaamse subsidie voor infrastructuur en uitbating van het vaccinatiecentrum. Dit streven is nog steeds geldig. Ook na de tenlasteneming van de extra prestaties van de centrumverantwoordelijke zal het exploitatiebudget van het centrum een licht positief saldo hebben.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt het bijgevoegde addendum aan de Samenwerkingsovereenkomst “Vaccinatiecentrum Colomba” - Leuven-Zuid (West) goed.
Zitting van 29 juni 2021
MONDELINGE VRAGEN.
Juridische gronden
• Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
• Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.
• Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.
Mondelinge vragen
• Griet Verhenneman, raadslid, verwijst naar het recente zware onweer, dat weliswaar niet te voorzien was, maar het was toch lang geleden dat de straten zo onder hebben gestaan, dus ze vraagt een overzicht van de acties die de afgelopen jaren genomen zijn om modderstromen zoals we ze 4 juni gezien hebben, te voorkomen, met welke regelmaat werden bv. de veldroosters onderhouden; ze kan zich niet van de indruk ontdoen dat dat één van de problemen was onder andere aan de Oude Baan, Bosstraat en de wijk erboven. Welke maatregelen werden er nog genomen naar erosiebestrijding toe? Daar is lang heel hard op gewerkt; is dat vandaag nog het geval? Moeten er naar aanleiding van de overstromingen die we nu toch weer gehad hebben, nieuwe acties ondernomen worden? Moeten er opnieuw veldroosters geplaatst worden, moeten we terug of bijkomend kijken naar stroken van begroeiing?
• Schepen Joery Verhoeven antwoordt dat hij op 4 juni ter plaatse is geweest en vindt het spijtig dat er opnieuw zo’n modderstroom uit de veldwegen kwam. Van de diensten heeft hij vernomen dat elke keer er onweer wordt voorspeld of er modderstromen zouden komen, de veldroosters worden nagekeken. Als ze bedekt zijn met bladeren of takjes, worden ze proper gemaakt. Zit het verder, als er meer steentjes in zitten en verstopt zijn, worden ze leeggemaakt. Dus elke keer voor een onweer wordt dat gecontroleerd. Preventief wordt er ook samengewerkt met de rioolbeheerder Fluvius (Riobra), voor het meermaals per jaar nakijken en reinigen van onze straatkolken. De schepen licht de werking van de technische dienst toe. Hij heeft al meerdere vergaderingen over onweders bijgewoond. We worden tijdens de dag of dagen ervoor verwittigd door nooddiensten van de provincie, binnenlands bestuur enz. dat er risico is op onweer of stormweer. Bij hoog risico worden wij dus meermaals per dag, soms van uur tot uur, verwittigd over de stand van het onweer, wanneer het boven onze gemeente kan zijn. Als er hoog risico op onweer is, dan wordt door de ploegbaas of het afdelingshoofd afgesproken met het personeel van de technische dienst welke werknemers er ’s avonds in geval van onweer of wateroverlast in onze gemeente stand-by kan zijn.
De arbeiders zijn gecontacteerd en binnen het half uur waren ze allemaal ter plaatse. Ze hebben heel goed gewerkt. De schepen is heel fier op de samenwerking, dat is een team, ze moeten niets zeggen tegen elkaar, ieder weet wat hij moet doen. Ze staan constant telefonisch in verbinding met hun hïerarchisch verantwoordelijke en met het bestuur. Zijn er problemen, krijgen we telefoons binnen, dan wordt dat binnen de dienst doorgegeven, dat verloopt binnen de dienst redelijk goed.
Als er onweer voorspeld wordt, mogen de bewoners te allen tijde tijdens de werkuren op voorhand zandzakjes komen halen. In geval van een onweer zijn de diensten toch bezig en dan kunnen ze ze ook ter plaatse komen afhalen aan de gemeentelijke loods.
Is er nood aan meerdere roosters? Volgens de dienst is er op ieder kritisch punt, dus waar er echt gevaar is voor modderstromen en wateroverlast, liggen er, maar het enige grote probleem is dat de eerste 10 minuten waarin het water van de velden begint te komen, het belangrijkste zijn. Als de roosters dan proper gemaakt worden, dan trekt dat water weg en komt er weinig water op straat. Maar het probleem is: de eerste 10 minuten beginnen er bladeren, hooi, stro uit de velden mee te komen en dat legt gewoon een laag op de roosters waar door de modder en het water over de roosters gaan en bij de mensen. Dit keer was het nog redelijk dat er geen water bij de mensen binnengekomen is.
Het vrijmaken van de roosters gebeurt de dag zelf of de dag ervoor gedaan, maar het echt ruimen, als ze zien dat ze verstopt zijn, dat wordt wel op voorhand gedaan. Het is niet zo dat we daar op dat moment nog moeten aan beginnen, dan komt het te laat.
• De burgemeester weerlegt dat het lang geleden is dat we dit nog meegemaakt hebben; we komen dit elk jaar een paar keer tegen. Niet op die plaats, maar wel op andere plaatsen. De Heggestraat bv. is een straatje dat er deze keer ook bij was en er meestal bij is en zo zijn er verschillende straten waar we dit jaarlijks een paar keer meemaken. Dat zijn dingen die je niet echt kan tegengaan, maar het is effectief wel zo dat onze diensten daar weken op voorhand mee bezig zijn en dit constant in het oog houden, ook vandaag, onze mensen zitten klaar bij wijze van spreken op het puntje van hun stoel. De burgemeester verwijst naar het telefoontje van het raadslid, hij zat op dat moment aan de kust. Hij had net de tijd om te bellen naar iemand, die zei dat ze al onderweg en ter plaatse waren. Ondertussen is dat al bijna automatische piloot. Zoals de schepen zegt, hebben ze weinig woorden nodig, iedereen kent zijn job en weet wat ze moeten doen. Hij bevestigt dat effectief de eerste 10 minuten hooi, stro enz. – in juli en augustus is dat nog erger als de pikdorsers langsgeweest zijn – en er komt slagregen; dat hooi zet zich vast op de roosters en dan krijg je water en modder op de straat. Die eerste 10 minuten moet je voor een stuk aanzien en dan kan je beginnen ruimen. Het was effectief een tijdje geleden dat het op de Bosstraat nog zo fel was, het was ook in de Verbiststraat het geval dus het is duidelijk dat het boven de radar en boven Bertembos heeft blijven hangen. We volgen dit constant op. Joery en zijn diensten zijn daar constant mee bezig in de zomermaanden omdat we weten dat we in een dal zitten en dat we dat zeer regelmatig gaan tegenkomen. Gelukkig kunnen we zeggen dat we weinig meldingen hebben gekregen van modder en water in de huizen. De burgemeester heeft op 4 juni één melding gekregen vanop de Oude Tervuursebaan. Hij heeft de toezichter direct gebeld, hij is daar naartoe gereden en heeft die mensen onmiddellijk geholpen. We volgen dit op de voet op. Op het moment dat het raadslid belde, had de burgemeester al een aantal foto’s van Joery die ter plaatse was en was Tom zijn botten al aan ’t aantrekken om naar de Heggestraat te trekken.
• Schepen Marc Morris vult nog verder aan. Dit soort incidenten zijn onvermijdelijk. We moeten er in eerste instantie voor zorgen, door de aanpak die de schepen en de burgemeester beschreven hebben, om zo weinig mogelijk schade te laten ontstaan. Maar het is ook noodzakelijk om dit op langere termijn structureel aan te pakken. We zijn daar in onze gemeente al een hele tijd geleden mee begonnen. De schepen wilt het raadslid wijzen op actie 2.15.54 uit ons meerjarenplan; “uitvoering van maatregelen in het kader van het hemelwaterplan”. Dat hemelwaterplan is eigenlijk de globale en wetenschappelijk gefundeerde aanpak van de waterproblematiek overal in onze gemeente. Dat is ook nodig geworden door de temperatuurstoename, meer extreme regenbuien, periodes van droogte enz. Het is echt de bedoeling om op basis van wetenschappelijk gefundeerde gegevens heel onze gemeente in kaart te krijgen en vandaaruit actie te gaan ondernemen. Wij zijn daarmee gestart in september 2018. Dat is onder leiding van Fluvius, die ook de kosten daarvan voor zijn rekening neemt. Dat is met inbreng van studiebureaus, van wetenschappelijke data, alles wat er te vinden is, en die dataverzameling van onze gemeente is ondertussen achter de rug, die hebben we. En we zijn op dit moment bezig met de visievorming. Als we zien wat er aan de hand is, wat de bodemgesteldheid is, hoe de hoogteverschillen zich situeren, waar de grachten liggen enz., dan moet daar een visie op losgelaten worden als het ware, om te zien wat hier nu moet gebeuren. En inderdaad, dan is het nodig om een soort van basisplan te maken, daar ook de nodige berekeningen op toe te passen om ten slotte een gedetailleerd hemelwaterplan te krijgen binnen afzienbare tijd waar ook een soort prioriteitenlijst gaat in zitten, want het geld is niet onbeperkt en de mogelijkheden zijn niet onbeperkt, van waar we bijkomende actie moeten nemen naast hetgeen we allemaal al gedaan hebben. De schepen wijst op een paar concrete realisaties, waarvan sommige al een hele tijd geleden gerealiseerd zijn. Bv. de wacht- en bufferbekkens die we hebben in onze gemeente. Er zijn er een aantal natuurlijke, zoals de kasteelvijver in Leefdaal. Maar we hebben een wachtbekken aan het Hammeveld, aan de Ketelstraat, Tervuursesteenweg tegenover de VW-garage, aan de Leefdaalse Heideweg, aan de Bosstraat en in augustus – de raad heeft een aantal beslissingen genomen voor aankoop gronden rond de Verbiststraat – start de aanleg van een wachtbekken in de Verbiststraat; de aannemer is aangeduid; We werken ook daar samen met Fluvius. Een belangrijk item in heel dat geheel is – we hebben een grondgebied dat voor 65% uit landbouwzone bestaat – is,: wat gebeurt er in het kader van erosiebestrijding? En veel beter dan hij zelf dat kan vertellen, wilt hij een filmpje tonen van de Vlaamse Landmaatschappij en dat volledig in Bertem, Leefdaal en Korbeek-Dijle is opgenomen en waar je wat uitleg krijgt over de stand van zaken daar. Op de pagina ‘gemeentelijk milieubeleid’ op de gemeentelijke website kan men dit filmpje opnieuw bekijken.
• Schepen Tom Philips vraagt het woord om mee te delen dat er morgen een communicatie zal vertrekken over de speelterreinen in onze gemeente. Sinds begin dit jaar hebben onze werkmannen een meer diepgaande inventarisatie gedaan over de speeltuigen in onze gemeente. Daar zijn in de Opakker toen al eerste zaken afgesloten, zandbakken weggehaald en dergelijke meer, daar was toen al één en ander rond te doen. Maar we zijn deze controles verder blijven zetten omdat de veiligheid van de speeltuigen en voor onze kinderen toch wel het belangrijkste is. Vorige week is er een externe firma langsgeweest om een extra dubbelcheck te doen, zeker nu er een zomer op ons afkomt en zeker waar de mensen na covid zeker meer buiten willen komen en de kinderen van ieder speeltuig willen gaan genieten. Maar spijtig genoeg heeft deze externe controle toch duidelijk gemaakt dat bepaalde speeltuigen alles behalve veilig zijn. Dat gaat voornamelijk over enkele speeltuigen hier beneden in Bertem-centrum. Dat is niet alles, maar het zijn er enkele. Het gaat ook over het avonturenpark achter de school van Leefdaal. Dat is toen samen gezet met de speeltuigen hier beneden in Bertem. En het gaat over speeltuigen in de wijk Opakker. De andere speeltuigen zijn in betere staat, die kunnen behouden worden. We hebben vorige week gezocht naar oplossingen en we hebben een leverancier gevonden die maximaal bestaande elementen kan hergebruiken en op 19 en 20 juli nieuwe speeltoestellen kan maken op deze speeltuinen. Dat is geen populaire beslissing; het zal misschien niet bij iedereen in goede aarde vallen, maar we vonden het toch belangrijk om dat te melden aan jullie. Morgen zal dit via een nieuwsbrief en persbericht zo breed mogelijk worden gecommuniceerd omdat toch wel de veiligheid van de kinderen primeert. Onze diensten staan klaar om donderdag en vrijdag de onveilige speeltuigen af te breken en te verwijderen. Maar de schepen is toch blij dat er op 19 en 20 juli nieuwe speeltuigen kunnen geplaatst worden.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.