NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 29 juni 2021

Van 20.10 uur tot 21 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Eddy Vranckx

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Pieter Sempels, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny en Hans Neckebrouck

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
  • Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
    De gemeenteraad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
  • Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
    Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de gemeenteraad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 25 mei 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 25 mei 2021 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

RAADSLEDEN. KENNISNAME ONTSLAG RAADSLID JENNE VAN CORTENBERG.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Jenne Van Cortenberg van 10 juni 2021 waarin zij haar ontslag als raadslid indient met ingang van 1 juli 2021.

 

Juridische gronden

  • Artikel 13 van het decreet lokaal bestuur
    Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.
    Als het gemeenteraadslid zelf voorzitter van de gemeenteraad is, deelt hij zijn ontslag schriftelijk mee aan de persoon die hem vervangt met toepassing van artikel 7, § 5, tweede lid. Het ontslag is definitief zodra zijn vervanger de kennisgeving ontvangt.
    Het lid van de gemeenteraad blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
  • Artikel 48 van het decreet lokaal bestuur
    De schepen die ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.
    De schepen blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid, of tot de gemeenteraad, met toepassing van artikel 49, § 1, eerste lid, heeft beslist om het opengevallen schepenmandaat niet in te vullen.
  • Artikel 49, §1 van het decreet lokaal bestuur
    Als een schepen ontslag heeft genomen, beslist de gemeenteraad of het opengevallen schepenmandaat wordt ingevuld. Als de gemeenteraad beslist heeft om het mandaat niet in te vullen, kan het mandaat voor de rest van de zittingsperiode niet meer ingevuld worden. Als de gemeenteraad beslist heeft om het mandaat in te vullen, wordt tot een nieuwe verkiezing van een schepen overgegaan binnen twee maanden na het openvallen van het schepenmandaat.

 

 

Bijlagen

  • E-mail Jenne Van Cortenberg

 

Besluit

Artikel 1:

De raad neemt kennis van het ontslag van gemeenteraadslid Jenne Van Cortenberg met ingang van 1 juli 2021.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

GEMEENTERAADSLEDEN. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN ROOS DE BACKER.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018
  • Brief van 10 december 2018, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 in Bertem geldig heeft verklaard op 5 december 2018.
  • E-mail van Jenne Van Cortenberg van 10 juni 2021 waarin zij haar ontslag als raadslid indient met ingang van 1 juli 2021.
  • E-mail van Roos De Backer van 14 juni 2021 waarin zij laat weten dat zij het mandaat aanvaardt.

 

Juridische gronden

  • Artikel 8 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
    Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men :
    1° Belg zijn;
    2° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
    3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;
    4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, vermeld in Titel 3, hoofdstuk 4 van het decreet.
  • Artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
    Om tot gemeenteraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, behouden en mag men zich niet in een geval van schorsing of uitsluiting, als vermeld in artikel 15, §1 en §2 van het decreet, bevinden.
  • Artikelen 6 en 14 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de opvolger van het raadslid dat ontslag genomen heeft.
  • Artikel 10 van het decreet lokaal bestuur
    Dit artikel omschrijft de diverse onverenigbaarheden met het mandaat van gemeenteraadslid.
  • Omzendbrief KB/ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 "De start van de lokale en provinciale bestuursperiode"

 

Argumentatie

De geloofsbrieven omvatten de schriftelijke bewijsstukken die de opvolger, opgeroepen om de eed af te leggen, moet voorleggen en waaruit blijkt dat er tegen zijn installatie als raadslid geen bezwaren zijn. De opvolger moet volgende stukken voorleggen:

         een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister

         een recent uittreksel uit het strafregister

         een verklaring op eer dat men zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 10 van het decreet lokaal bestuur.

 

De geloofsbrieven werden behoorlijk en tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen.

 

Het doel van het onderzoek is om na te gaan of men nog aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt.

 

Uit het onderzoek van de geloofsbrieven door de gemeenteraad, blijkt dat Roos De Backer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden .Zij heeft verklaard zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid te bevinden. Er zijn geen elementen waaruit zou blijken dat de opvolger zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De geloofsbrieven van Roos De Backer worden goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

GEMEENTERAADSLEDEN. EEDAFLEGGING ROOS DE BACKER.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018.
  • Brief van 10 december 2018, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 in Bertem geldig heeft verklaard op 5 december 2018.
  • Raadsbesluit van 29 juni 2021 over de goedkeuring van de geloofsbrieven van Roos De Backer.

 

Juridische gronden

  • Artikel 14 van het decreet lokaal bestuur
    De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van Roos De Backer in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

Het mandaat van gemeenteraadslid gaat in op 1 juli 2021.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

INSTALLATIE GEMEENTERAADSLEDEN. VASTSTELLING RANGORDE GEMEENTERAADSLEDEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Eedaflegging van de gemeenteraadsleden Roos De Backer op 29 juni 2021.

 

Juridische gronden

  • Artikel 6, §7 van het decreet lokaal bestuur
    De opvolgers die na de installatievergadering als gemeenteraadslid worden geïnstalleerd, nemen in volgorde van hun eedaflegging een rang in.
  • Hoofdstuk 2.4. "Rangorde van de gemeenteraadsleden" van omzendbrief KB / ABB 2018 / 3
    Opvolgers die na de installatievergadering worden geïnstalleerd, sluiten op het einde aan. De opvolgers die als raadslid worden geïnstalleerd, worden onderaan de ranglijst bijgeschreven, volgens de datum van hun eedaflegging.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De rangorde van gemeenteraadsleden vanaf 1 juli 2021 wordt als volgt vastgesteld:

  1. Marc Morris
  2. Maria Andries
  3. Yvette Laes
  4. Joël Vander Elst
  5. Joery Verhoeven
  6. Tom Philips
  7. Jan De Keyzer
  8. Joris Fonteyn
  9. Karin Baudemprez
  10. Griet Verhenneman
  11. Wouter Fock
  12. Diane Vander Elst
  13. Eddy Vranckx
  14. Iris De Smet
  15. Roland Gustin
  16. Jimmy Geyns
  17. Peter Persyn
  18. Pieter Sempels
  19. Hans Neckebrouck
  20. Sonia Stiasteny

21.Roos De Backer

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

POLITIEVERORDENINGEN. BEKRACHTIGING BESLUITEN BURGEMEESTER.

 

Voorgeschiedenis

  • Besluit van de burgemeester van 9 juni 2021 over de opheffing van diverse gemeentelijke verordeningen in het kader van de corona-pandemie.

 

Juridische gronden

  • Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet
    In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

 

 

Bijlagen

         Besluit burgemeester van 09-06-2021 - Opheffing verordeningen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 9 juni 2021 over de opheffing van diverse gemeentelijke verordeningen in het kader van de corona-pandemie.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

MELDINGEN. PRESENTATIE DIGITAAL PLATFORM BURGERMELDINGEN OPENBAAR DOMEIN.

 

Feiten en context

  • Om de algemene toegankelijkheid van onze dienstverlening voor de inwoners van Bertem te verbeteren, maakte de dienst openbare werken sinds enige tijd gebruik van het digitale platform van de software 3P. Dit is de plannings- en werkorderapplicatie voor de gemeentelijke technische dienst.
  • De software 3P biedt tegenwoordig de mogelijkheden om de applicatie te ontsluiten voor burgers, zodat zij zelf eenvoudig en snel de meldingen kunnen invoeren en hier ook feedback over krijgen vanuit de dienst openbare werken.
  • Om mee te stappen in de huidige technologie waarover inwoners vaak beschikken (smartphone, tablet...) wilt de dienst deze digitale mogelijkheden ter beschikking stellen.
  • Voor de interne werking levert dit zeker ook een optimalisatie en versnelling. Zo moeten tientallen e-mails niet meer overtypt of gekopieerd worden.
  • Ook de initiële responstijd en terugkoppeling na verwerking aan de burger zal verbeteren.

 

 

Bijlagen

  • Presentatie / Demo

 

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van de presentatie en demonstratie van het online platform voor meldingen over het openbaar domein.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

COVID-19. BESPREKING STAND VAN ZAKEN CORONA-EPIDEMIE BERTEM.

 

 

Bijlagen

 

Bespreking

Karel Baerten, gemeentelijk noodplancoördinator, licht aan de hand van de bijgevoegde presentatie de stand van zaken van de corona-epidemie toe.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

ORGANISATIEBEHEERSING. KENNISNAME RAPPORTERING 2020.

 

Juridische gronden

  • Artikel 219 van het decreet lokaal bestuur
    De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.

 

 

Bijlagen

  • Rapportering

 

Besluit

Mededeling

De raad neemt kennis van de rapportering van de algemeen directeur over de organisatiebeheersing in 2020.

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

REGLEMENTEN GEMEENTELIJK ONDERWIJS. AANPASSING SCHOOLREGLEMENT GBS LEEFDAAL EN GBS BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 30 juni 2020 over de aanpassing van de schoolreglementen GBS Bertem en GBS Leefdaal.

 

Feiten en context

         Volgende zaken moeten worden gewijzigd in het schoolreglement:

º         Toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs voor vijfjarigen vanaf het schooljaar 2021-2022 - art. 4 6°

º         verhoging minder scherper maximumfacteur voor meerdaagse extramuros-activiteiten - art. 7 §3

º         afspraken over het gebruik van ICT-materiaal dat door de school ter beschikking gesteld wordt - art. 34

º         multi-disciplinair leerlingendossier-art.48

º         beleid op het vlak van leerlingenbegeleiding van de school -verplicht op te nemen in het schoolreglement - art.44

º         aanpassing lijst van infectieziekten die gehanteerd wordt door het CLB - art.47

 

Juridische gronden

  • Artikel 37 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
    Schoolbesturen moeten voor al hun scholen een schoolreglement opstellen dat de relaties tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt.
    Decretaal legt de overheid vast welke elementen minimaal in het schoolreglement opgenomen worden.
    Het schoolreglement regelt o.a. de bijdragen die aan de ouders kunnen gevraagd worden, de engagementsverklaring, het rookverbod op school, het tuchtreglement van de leerlingen, de procedure voor de toekenning van de getuigschriften, de afwezigheden en het te laat komen, het huiswerk, agenda's, leerlingenevaluatie en rapporten.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs
    Dit besluit bevat nadere regels over de inschrijvingen in het basisonderwijs, de gewettigde afwezigheden en de voorwaarden voor het organiseren van huisonderwijs.
  • Omzendbrief BaO/2001/10 'Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs' van 10 augustus 2001
    Deze omzendbrief geeft toelichting bij de toelatingsvoorwaarden in het gewoon kleuter- en lager onderwijs.
  • Artikel 21 van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad
    Het schoolbestuur of zijn gemandateerde legt ieder ontwerp van beslissing voor overleg aan de schoolraad voor als dat betrekking heeft op het schoolreglement.
  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
    De bevoegdheid over het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden kan niet worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Het decreet betreffende het inschrijvingsrecht van 25 november 2011
    Dit decreet regelt het inschrijvingsrecht en de aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs.
  • Omzendbrief BaO/2012/01 'Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs' van 5 juni 2012
    Deze omzendbrief licht het inschrijvingsrecht en de aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs toe.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de schoolraad van de GBS Bertem op 10 juni 2021.
  • Gunstig advies van de schoolraad van de GBS Leefdaal op 15 juni 2021.

 

Argumentatie

De huidige schoolreglementen van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem zijn de laatste keer aangepast op 30 juni 2020. Ze zijn aan actualisatie toe door wijzigingen in de Vlaamse regelgeving.

 

Een schoolbestuur moet voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt.

 

Het schoolreglement volgt het model van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG).

 

 

Bijlagen

  • Schoolreglement Bertem-Leefdaal

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De schoolreglementen van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 juni 2020, worden opgeheven.

 

Artikel 2:

Het bijgevoegde schoolreglement van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem wordt goedgekeurd.

 

Artikel 3:

Het schoolreglement wordt bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

AGB BELEKO. GOEDKEURING BEHEERSOVEREENKOMST.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 11 mei 2021 werd de beheersovereenkomst besproken met afgevaardigden van alle fracties in de gemeenteraad en leden van de raad van bestuur.

 

Feiten en context

         De beheersovereenkomst regelt de volgende aangelegenheden:
1° De concretisering van de wijze waarop het AGB zijn taken moet vervullen en van de doelstellingen ervan;
2° De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van het AGB;
3° Binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse regering, het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het AGB worden toegekend;
4° De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden aangeworven en aangewend;
5° De wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van bestuur vastgesteld en berekend worden;
6° De gedragsregels inzake dienstverlening door het AGB;
7° De voorwaarden waaronder het AGB andere personen kan oprichten, erin deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;
8° De informatieverstrekking door het AGB aan de Gemeente;
9° De wijze waarop het AGB de organisatiebeheersing regelt, waaronder de regels voor het aangaan van verbintenissen, de kredietbewaking, de wetmatigheidscontrole en de ondertekening van de girale betalingsorders, overeenkomstig artikel 219 van het Decreet Lokaal Bestuur;
10° Wanneer de opvolgingsrapportering, vermeld in artikel 263 van het Decreet Lokaal Bestuur, aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd;
11° De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst;
12° De omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.

 

Juridische gronden

  • Artikel 41, 2e lid, 5° van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad is bevoegd voor het goedkeuren van beheersovereenkomsten met het autonoom gemeentebedrijf.
  • Artikel 234 van het decreet lokaal bestuur
    Tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf wordt na onderhandeling een beheersovereenkomst gesloten. Bij het onderhandelen over de beheersovereenkomst wordt de gemeente vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen en het autonoom gemeentebedrijf door de raad van bestuur.
    De gemeente en het autonome gemeentebedrijf nemen de nodige initiatieven, minstens via een webtoepassing van de gemeente, voor de openbaarheid van de beheersovereenkomst, inclusief alle wijzigingen ervan.
  • Artikel 9 van de statuten van AGB Beleko, goedgekeurd op 27 april 2021
    Tussen de gemeente en het bedrijf wordt na onderhandeling een beheersovereenkomst gesloten. Bij het onderhandelen over de beheersovereenkomst wordt de gemeente vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen en het bedrijf door de raad van bestuur.
    De gemeente en het bedrijf nemen de nodige initiatieven, minstens via de webtoepassing van de gemeente, voor de openbaarheid van de beheersovereenkomst, inclusief alle wijzigingen ervan.

 

Argumentatie

De beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang waarmee het AGB wordt belast, moeten worden omschreven in en gekaderd binnen de grenzen van een beheersovereenkomst

 

 

Bijlagen

  • Beheersovereenkomst gemeente Bertem - AGB Beleko v2 - 20210629

 

Besluit

 

19 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck en Eddy Vranckx

2 onthoudingen: Griet Verhenneman en Pieter Sempels

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bijgevoegde beheersovereenkomst (versie 'Beheersovereenkomst gemeente Bertem - AGB Beleko v2 - 20210629') tussen de gemeente Bertem en het Autonoom Gemeentebedrijf Beleko goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Punt bijlagen/links Beheersovereenkomst gemeente Bertem - AGB Beleko v2 - 20210629.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

BUDGET. KENNISNAME TOELICHTING JAARREKENING 2020.

 

 

Bijlagen

         Toelichting jaarrekening 2020

 

Besluit

 

Artikel 1:

De raad neemt kennis van de toelichting over de jaarrekening 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

STRAATNAMEN. VOORLOPIG VASTSTELLING VAN EEN NIEUWE STRAATNAAM VOOR DE WEGENIS BIJ DE NIEUWE WOONONTWIKKELING TUSSEN BOSSTRAAT EN WEYGENSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         E-mail van 3 juni 2021 aan de Erfgoedkamer Bertem en aan de Vrijetijdsraad met verzoek tot gemotiveerd voorstel van naamgeving voor de nieuwe verkavelingsweg tussen de Bosstraat en de Weygenstraat.

         E-mail van 7 juni 2021 (met mailhistoriek) van Gard Vermeulen namens het dagelijks bestuur van de Vrijetijdsraad met bevestiging over het eerste voorstel van naamgeving.

         Schriftelijk advies van de Erfgoedkamer Bertem van 17 juni 2021 met het voorstel 'Neerdaelserf'.

 

Feiten en context

  • Het projectontwerp van Quadrant voor SHM Elk zijn Huis omvat de bouw van 16 eengezinswoningen tussen Bossstraat 8-10 en Weygenstraat.
    De ontwikkelaar voorziet in de aanleg van een verbindingsweg voor fietsers en voetgangers om de ontsluiting van de loten mogelijk te maken.
  • Deze weg zal worden aangelegd door de ontwikkelaar en zal na de voorlopige oplevering kosteloos aan de gemeente overgedragen worden. Op dat ogenblik wordt de weg voor voetgangers en fietsers opengesteld.
  • De raad van bestuur van de Erfgoedkamer Bertem kan zich vinden in het voorstel 'Victor Bertelsstraat', maar stelt ook een alternatief 'Neerdaelserf' voor.

 

Juridische gronden

  • Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.
    Dit decreet bepaalt de bevoegdheden, voorwaarden en procedures voor de naamgeving van openbare wegen en pleinen.
  • Ministerieel besluit van 20 april 2007 houdende reglementering van de particuliere brievenbussen.
  • Algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters (versie 31 maart 2019) van de FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en Bevolking, Rijksregister
  • Omzendbrief van 23 februari 2018 van de FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en Bevolking, Rijksregister: Best Address: richtlijnen en aanbevelingen voor het vaststellen en toekennen van een adres en huisnummer.

 

Adviezen

         Advies van Gard Vermeulen van 7 juni 2021 namens het dagelijks bestuur van de Vrijetijdsraad

         Advies van de Erfgoedkamer van 17 juni 2021 voor de benaming van een nieuwe verkaveling Bosstraat 8-10 tot aan de Weygenstraat

 

Argumentatie

De nieuwe weg die door de verkavelaar aangelegd zal worden, zal toegang verschaffen tot verschillende bouwpercelen en zal een openbaar karakter krijgen. Daarom is het noodzakelijk om deze weg een straatnaam te verlenen.

 

Voorstel 1: "Victor Bertelsstraat"

Gezien de percelen en de nieuwe weg achter zaal De Cerkel liggen, kan een verband gelegd worden met voormalig burgemeester Victor Bertels, die ook nauw verbonden was met “De Cerkel” en met de Koninklijke Fanfare De Vier Heemskinderen. Victor Bertels (1933-2014) was bovendien burgemeester van Bertem van 1989 tot 2003 en is ere-burgemeester.

 

Voorstel 2: "Neerdaelserf"

De nieuwe verkaveling ligt aan de achterzijde van de huidige zaal De Cerkel. Die zaal was omstreeks 1900 bekend als de 'ruime zaal Neerdaels' of het 'restaurant Neerdaels'.

De naam verwijst heel specifiek naar Theophile Neerdaels (1837-1910), die getrouwd was met Joanna Theresia, dochter van Anne Maria Ronsmans. Na de dood van haar haar man Neerdaels bleef de weduwe Neerdaels het café-restaurant verder uitbaten.

Er waren ook enkele banden met de nabijgelegen gemeenteschool. Theophile Neerdaels heeft er 35 jaar lang lesgegeven. Ook zijn vader Philippus Neerdaels was onderwijzer geweest én gemeenteontvanger. Die laatste baan werd na hem vervuld door Joannes Franciscus Neerdaels, broer van Theophile.

'Neerdaels' was honderd jaar geleden ook écht een toponiem, door de tramhalte voor de deur.

Vermits enkel voetgangers en fietsers er doorgang hebben, gaat de voorkeur van de Erfgoedkamer naar een benaming '-erf' in plaats van ‘-straat’ als omschrijving.

 

Besluit

 

18 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Diane Vander Elst, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Pieter Sempels, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck en Eddy Vranckx

3 onthoudingen: Joris Fonteyn, Wouter Fock en Maria Andries

 

Artikel 1:

De raad stelt de straatnaam 'Victor Bertelsstraat' voorlopig vast voor de wegenis in de nieuwe woonontwikkeling gelegen tussen Bosstraat (ter hoogte van nrs. 8-10) en Weygenstraat. Op het straatnaambord wordt de straatnaam toegelicht als volgt: "Burgemeester van 1989-2003".

 

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het instellen van het openbaar onderzoek en het voeren van de procedure overeenkomstig het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

WONEN. GOEDKEURING VISIENOTA SOCIAAL WONEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 27 augustus 2019 over de toetreding van de gemeente tot de interlokale vereniging 'Wonen aan IJse en Voer'.

 

Feiten en context

  • De Vlaamse regering wil de gemeenten met een Vlaamse subsidie ondersteunen in hun regisseursrol en hen stimuleren om intergemeentelijk samen te werken. Dit met het oog op de realisatie van de drie Vlaamse beleidsprioriteiten voor het lokaal woonbeleid:
    • De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod afhankelijk van de woonnoden.

º         De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.

º         De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

         De gemeente Bertem maakt sinds 2020 deel uit van het intergemeentelijk woonproject ‘Wonen aan IJse en Voer’, wiens werking een geïntegreerd woonbeleid omvat samen met de gemeente Huldenberg.

  • Het activiteitenpakket van het project bevat minstens de verplichte activiteiten vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 voor de realisatie van de Vlaamse beleidsprioriteiten. De verplichte activiteiten moeten in elke deelnemende gemeente van het werkingsgebied uitgevoerd worden.
  • De deelnemende gemeenten kunnen desgewenst ook een aantal aanvullende activiteiten uitvoeren en daar een aanvullende subsidie voor bekomen.
  • Het subsidiedossier van ‘Wonen aan IJse en Voer’ bevat beleidsprioriteit 1 waaraan o.a. de gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden.

De gemeente moet een visie op sociaal wonen uitwerken en toepassen. In deze visie geeft de gemeente antwoorden op volgende vragen:

º         Wat is een gepast sociaal woonaanbod in verhouding tot de bestaande vraag (sociale woonbehoeften/ wachtlijsten)?

º         Waarop moet er lokaal ingezet worden?

º         Waar is dat mogelijk en wenselijk

º         Wat zijn de plannen met bestaande sociaal woonaanbod?

º         Hoe wil de gemeente het bindend sociaal objectief behalen?

De visie sociaal wonen omvat 7 delen nl:

º         Deel 1 geeft een overzicht van de gemeente Bertem.

º         Deel 2 geeft een overzicht van het lokaal sociaal woonaanbod van het sociaal verhuurkantoor SPIT en de sociale huisvestingsmaatschappij Elk zijn Huis.

º         Deel 3 analyseert de wachtlijsten van het sociaal verhuurkantoor SPIT en de sociale huisvestingsmaatschappij Elk zijn Huis.

º         Deel 4 handelt over de toekomst

º         Deel 5 bevat de visie op sociaal wonen aan bod.

º         Deel 6 bespreekt het bindend sociaal objectief besproken

º         Deel 7 licht de verdere toekomst toe. Het bindend sociaal objectief gaat tegen 2025 bereikt worden.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de Vlaamse regering houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid voor de periode 2020-2025 van 16 november 2018.
  • Artikel 2.7 van de Vlaamse codex wonen

 

Adviezen

         Bespreking op het lokaal woonoverleg van 16 juni 2021

 

Argumentatie

De gemeente Bertem heeft een bindend sociaal objectief van 64 sociale huurwoningen, dat behaald moet worden tegen 2025. Deze beleidsvisie biedt een overzicht over hoe de gemeente dat objectief kan behalen.

 

 

Bijlagen

  • Visie Sociaal Wonen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de Visienota Sociaal Wonen, in bijlage, goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Punt bijlagen/links 20210616_Visienota_Sociaal_Wonen_Bertem.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

WONEN. GOEDKEURING BELEIDSKADER ALTERNATIEVE WOONVORMEN.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 27 augustus 2019 over de toetreding van de gemeente tot de interlokale vereniging 'Wonen aan IJse en Voer'.

 

Feiten en context

         De Vlaamse regering wil de gemeenten met een Vlaamse subsidie ondersteunen in hun regisseursrol en hen stimuleren om intergemeentelijk samen te werken. Dit met het oog op de realisatie van de drie Vlaamse beleidsprioriteiten voor het lokaal woonbeleid:

º         De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod afhankelijk van de woonnoden.

º         De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.

º         De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

         De gemeente Bertem maakt sinds 2020 deel uit van het intergemeentelijk woonproject ‘Wonen aan IJse en Voer’, wiens werking een geïntegreerd woonbeleid omvat samen met de gemeente Huldenberg.

         Het activiteitenpakket van het project bevat minstens de verplichte activiteiten vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 voor de realisatie van de Vlaamse beleidsprioriteiten. De verplichte activiteiten moeten in elke deelnemende gemeente van het werkingsgebied uitgevoerd worden.

         De deelnemende gemeenten kunnen desgewenst ook een aantal aanvullende activiteiten uitvoeren en daar een aanvullende subsidie voor bekomen.

         Het subsidiedossier van ‘Wonen aan IJse en Voer’ bevat beleidsprioriteit 1 waarin o.a. de gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden. De gemeente heeft gekozen voor de aanvullende activiteit 1_3: "Inspelend op de maatschappelijke noden een instrument uitwerken en toepassen dat alternatieve woonvormen mogelijk maakt". Het concept ‘alternatieve woonvormen’ kan verschillende ladingen dekken, al naargelang de invalshoek van waaruit het wordt benaderd. Het kan gaan om ecologische, ideologische of economische alternatieven of een combinatie van al deze factoren. In het eerste hoofdstuk wordt onze veranderende maatschappij toegelicht, de visie op inschrijvingen door de gemeente Bertem en de definities. Er wordt steeds toegelicht wat de gevolgen zijn voor de dienst burgerzaken en de sociale-fiscale gevolgen voor de inwoners. Voor de ouderen wordt Zorgwonen expliciet toegelicht. Er zit ook een tabel in van alternatieve woonvormen en het reglement kamerwonen wordt toegelicht.

 

Juridische gronden

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

         Vlaamse Codex Wonen

         Besluit van de Vlaamse regering van van 16 november 2018 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid voor de periode 2020-2025

         Gecoördineerde versie van 31 maart 2019 van de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters

 

Adviezen

         Bespreking op het lokaal woonoverleg van 3 februari 2021

 

Argumentatie

De gemeente Bertem wil antwoorden bieden zowel voor de dienst ruimtelijke ordening als voor de dienst burgerzaken met dit beleidskader alternatieve woonvormen.

 

 

Bijlagen

  • Beleidskader Alternatieve Woonvormen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt het Beleidskader Alternatieve Woonvormen, in bijlage, goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Punt bijlagen/links Beleidskader alternatieve woonvormen.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

WONEN. GOEDKEURING GEMEENTELIJK REGLEMENT BETREFFENDE KAMERVERHUUR.

 

Feiten en context

         Omwille van verschillende maatschappelijke trends is het zinvol om alternatieve woonvormen een plaats te geven naast het reguliere woonaanbod.

         Gemeenschappelijk wonen is een verzamelterm voor verschillende woonvormen (bv. cohousing, kangoeroewonen en zorgwonen...) waarmee de bewoners een oplossing willen bieden voor betaalbaar of duurzaam wonen, vergrijzing, vereenzaming, leegstand of verloedering van waardevol patrimonium.

         De gemeente Bertem wil stappen zetten om vormen van gemeenschappelijk wonen in de toekomst mogelijk te maken.

 

Juridische gronden

  • Decreet houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers van 1 september 1998
  • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

Artikel 4.2.1.7° bepaalt dat een woning opsplitsen of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigen, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer vergunningsplichtig is

  • Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013
  • Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
  • Decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning van 25 april 2014
  • Vlaamse Codex Wonen 2021
    Artikel  3.2.

De gemeenteraad kan bij verordening:

1° het conformiteitsattest, vermeld in artikel 3.6, verplicht stellen

2° strengere veiligheids-en kwaliteitsnormen voor kamers opleggen dan vastgesteld door de Vlaamse Regering met toepassing van artikel 3.1, §2

Art. 3.6.§1.

De conformiteit van een woning die verhuurd wordt of te huur of ter beschikking gesteld wordt als hoofdverblijfplaats of voor de huisvesting van een of meer studenten, kan blijken uit het conformiteitsattest dat de burgemeester afgeeft op eigen initiatief of op verzoek. Het conformiteitsattest vermeldt de aanwezigheid van eventuele gebreken als vermeld in artikel 3.1, §1, derde lid, 1°,en de toegestane maximale woningbezetting volgens de normen die worden vastgesteld met toepassing van artikel 3.1, §1,vierde lid

  • Besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen 2021
  • Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

 

Adviezen

  • Op 26 november 2020 heeft de Gecoro een gunstig advies uitgebracht.

 

Argumentatie

In eerste instantie wil de gemeente Bertem kamerverhuur als gemeenschappelijke woonvorm reglementeren. De reglementering van andere woonvormen wordt ook bekeken maar dit vergt nog nader onderzoek.

Kamerverhuur is de verhuur van een onzelfstandige woonruimte.

Een onzelfstandige woonruimte is een woonruimte die geen eigen toegang heeft (geen eigen voordeur) of die niet op zichzelf kan functioneren als woning. Met dit laatste wordt bedoeld dat een of meerdere belangrijke voorzieningen ontbreken, zoals een keuken of toilet.

Niet alle vormen van kamerverhuur zijn toegelaten. De gemeente wilt huisjesmelkerij tegengaan en wilt vermijden dat grote woningen worden opgedeeld in een overdreven aantal kamertjes.

Daarvoor heeft de gemeente Bertem geopteerd voor een vorm van kamerverhuur waar de eigenaar zelf verplicht is gehuisvest te zijn in de woning (hospita) en tot maximaal 4 kamers met gedeelde ruimten kan verhuren.

 

De voornaamste rechtsgrond voor deze verordening is in eerste instantie de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO): het creëren van een kamerwoning is vergunningsplichtig.

De gemeente opteert ervoor om alleen kamerverhuur toe te laten in een kamerwoning waarin een hospitawoning is opgenomen.

Tweede rechtsgrond is de Vlaamse Codex Wonen: op basis daarvan wordt een verhuurvergunning vereist om de kwaliteit van de kamerwoning te garanderen.

 

Beide elementen worden in één globale verordening opgenomen zodat de mogelijke aanvragers van kamerverhuur alle vereisten in dezelfde tekst terugvinden.

 

Besluit

eenparig

 

BEGRIPPEN EN DEFINITIES

Artikel 1:

         Kamerwoning: elk gebouw dat bestaat uit een hospitawoning, één of meer te huur gestelde kamers en gemeenschappelijke ruimten

         Hospitawoning: zelfstandige woonruimte voor de hospita. De netto- vloeroppervlakte van de hospitawoning bedraagt minimum 100 m².

         Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt

         Gemeenschappelijke ruimte: deel van de kamerwoning die geen deel uitmaakt van de hospitawoning en die voor de kamers wordt aangewend als zitplaats en/of keuken met inbegrip van de interne circulatieruimte en de eventuele sanitaire voorzieningen

         Hospita: elk natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, mede-eigenaar vruchtgebruiker of erfpachter een kamer verhuurt

         Huurder van een kamer: alleenstaanden, zowel studenten als niet-studenten, die het genot krijgen over een kamer en gemeenschappelijke ruimten zonder daarvan eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker of erfpachter te zijn

         Netto vloeroppervlakte: de som van alle tot het gebouw behorende binnenruimten. De oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en een toegankelijke leidingschacht moet op elke bouwlaag tot de netto-vloeroppervlakte van een gebouw gerekend worden.

         Verhuren van een kamer: de terbeschikkingstelling van een kamer en gemeenschappelijke ruimten in een kamerwoning aan een huurder

         Verhuurvergunning: een vergunning, afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen, welke de hospita de toestemming verleent om kamers in zijn beheer te verhuren. Een verhuurvergunning kan alleen verkregen worden na aanvraag door de hospita, en wanneer uit bijhorend onderzoek blijkt dat het onderwerp van de aanvraag voldoet aan alle eisen die de gemeente aan hen stelt.

         Technisch verslag: Het verslag dat in het kader van een conformiteitsonderzoek door een bevoegd persoon wordt opgesteld aan de hand van een vastgelegd modelverslag.

         Conformiteitsattest: het attest vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

 

TOEPASSINSGEBIED

Artikel 2:

§1. Dit reglement is, zonder afbreuk te doen aan de normen van de Vlaamse Wooncode, van toepassing op alle woningen op grondgebied van de gemeente Bertem gelegen in woongebied in de ruime zin.

§2. Deze verordening is niet van toepassing op woningen op grondgebied van gemeente Bertem die niet in woongebied in de ruime zin gelegen zijn. Deze woningen kunnen dan ook geen vergunning voor kamerverhuur krijgen.

 

Artikel 3:

De hospita is verplicht om zijn/haar domicilie in de kamerwoning te hebben en mag maximum 4 kamers, conform de woningkwaliteitsnormen zoals bepaald in de Vlaamse Codex Wonen, met gemeenschappelijke ruimten verhuren.

 

OMGEVINGSVERGUNNING

Artikel 4:

Volgens artikel 4.2.1.7° van de Vlaamse codex voor ruimtelijke ordening is het creëren van een kamerwoning vergunningsplichtig.

De samenstelling van de omgevingsvergunningsaanvraag moet voldoen aan de voorwaarden vervat in het decreet van 24 juni 2014 betreffende de omgevingsvergunning, de uitvoeringsbesluiten en het normenboek voor dossiersamenstelling.

Bovendien moet hierbij een plan ingediend worden met aanduidingen van:

a)     de locaties van de hospitawoning, de kamers en de gemeenschappelijke ruimten

b)     bestemming van de gemeenschappelijke ruimten (in voorkomend geval: kookgelegenheid, bad/douche en toilet)

c)      de locatie van de lavabo’s in de kamers

d)     lokaal voor afvalopslag

e)     aanduiding van parkeerplaatsen en fietsenstallingen

f)       de locatie van de elektrische hoofdschakelaar

g)     de locatie van de elektrische zekeringskast(en)

h)     de locatie van de voorziene veiligheidsuitrusting voor brandveiligheid

 

Artikel 5:

Alle aanpassingen aan de woning die noodzakelijk zijn voor het creëren van een kamerwoning en die een omgevingsvergunning voor handelingen vereisen moeten worden opgenomen in de omgevingsvergunning voor het creëren van een kamerwoning.

 

Artikel 6:

In de omgevingsvergunning worden er huisnummers toegekend aan zowel de hospitawoning als de kamers.

 

PARKEERVERORDENING

Artikel 7:

Volgens artikel 4.3° van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg is de vergunninghouder verplicht om het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen aan te leggen, zoals bepaald in deze verordening, bij het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal woongelegenheden, tenzij het gaat om zorgwonen.

In het artikel 12 van deze verordening kan het college van burgemeester en schepen afwijkingen toestaan op de bepalingen van deze verordening.

 

VERHUURVERGUNNING

Artikel 8:

Het is verboden een kamer te huur te stellen of te verhuren zonder verhuurvergunning.

Een verhuurvergunning wordt pas uitgereikt wanneer de kamerwoning voldoet aan volgende voorwaarden:

         De hospitawoning en alle kamers beschikken over een geldig conformiteitsattest

         Er werd voor de kamerwoning een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen afgeleverd

         De hospitawoning, de kamers en de gemeenschappelijke ruimten voldoen aan de gestelde eisen inzake brandveiligheid, brandwerendheid en brandveiligheidsuitrusting.

De voorwaarden opgelegd in het advies van de brandweer, dat in de procedure van de omgevingsvergunning wordt gevraagd, moeten strikt worden nageleefd.

         Er is een positief keuringsattest van de elektrische installatie van de kamerwoning afgeleverd door een erkend keuringsorganisme

         Een positief keuringsattest van de gasinstallatie indien aanwezig, afgeleverd door een erkend keuringsorganisme

         Een verbrandings- en reinigingsattest van de verwarmingsinstallatie met gasvormige brandstof dat maximaal 2 jaar oud is

         Een verbrandings- en reinigingsattest van de verwarmingsinstallatie met stookolie dat maximaal 1 jaar oud is

 

Artikel 9: Aanvraag verhuurvergunning

De eigenaar dient een aanvraag tot verhuurvergunning in bij het college van burgemeester en schepenen:

         via de gemeentelijke website en het specifieke aanvraagformulier

         of per e-mail aan omgeving@bertem.be

         of per post aan Gemeentebestuur Bertem, Tervuursesteenweg 178, 3060 Bertem

 

De aanvraag bevat volgende stukken:

         ingevuld aanvraagformulier

         geldige omgevingsvergunning

         geldig conformiteitsattest

         verklaring dat aan de voorwaarden opgelegd in het advies van de brandweer werd voldaan

         geldige keuringsattesten elektriciteit en indien aanwezig gas

         verbrandings- en reinigingsattest van de verwarmingsinstallatie

 

De aanvraag zal worden onderzocht en, indien alle vereiste documenten aanwezig en correct zijn, volledig worden verklaard.

Onvolledige aanvragen zijn onontvankelijk.

 

Artikel 10: Afgifte verhuurvergunning

De beslissing door het college van burgemeester en schepenen tot afgifte van de verhuurvergunning wordt genomen binnen de 60 dagen na het volledig verklaren van de aanvraag.

Het niet-beslissen binnen de gestelde termijn van 60 dagen, wordt gelijkgesteld met een weigering.

 

Artikel 11: Bekendmaking verhuurvergunning

Een kopie van de verhuurvergunning moet duidelijk zichtbaar uitgehangen worden in de kamers of in één van de gemeenschappelijke ruimten.

 

Artikel 12: Inschrijving in het bevolkingsregister

Na toekenning van de verhuurvergunning kunnen huurders zich laten inschrijven in het bevolkingsregister.

 

Artikel 13: Geldigheid van de verhuurvergunning

De verhuurvergunning is geldig voor een periode van 10 jaar na uitreiking.

De hospita dient 3 maanden voor het verstrijken van de vergunning een nieuw en volledig aanvraagdossier in te dienen.

De verhuurvergunning is slechts geldig voor de kamerwoning waarvoor zij werd afgeleverd.

 

Artikel 14: Stopzetting kamerverhuur

Bij stopzetting van de kamerwoning dient de hospita het college van burgemeester en schepenen hiervan onverwijld in kennis te stellen

 

Artikel 15: Wijziging eigenaar kamerwoning

De verhuurvergunning is eigenaar gebonden.

Indien de nieuwe eigenaar de kamerwoning verder wil uitbaten moet hij een nieuwe verhuurvergunning aanvragen. Uitgezonderd de omgevingsvergunning moeten alle vereiste stukken voor de aanvraag van een verhuurvergunning opnieuw worden aangevraagd door de nieuwe eigenaar

 

HANDHAVING

Artikel 16:

§1. In de omgevingsvergunning wordt als voorwaarde opgenomen dat de eigenaar van de woning geen kamers mag verhuren zonder geldige verhuurvergunning.

 

§2. Wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat er bij kamerverhuur geen geldige omgevingsvergunning en/of verhuurvergunning werd(en) afgeleverd, wordt de eigenaar verzocht om zich binnen de 6 maanden in regel te stellen.

 

§3. Indien na 6 maanden nog geen aanzet is gegeven tot aanvraag van een omgevingsvergunning en/of verhuurvergunning zal er een proces-verbaal opgemaakt worden door de bevoegde ambtenaar van de gemeente Bertem.

De verdere opvolging van de stedenbouwkundige inbreuk zal verlopen conform de beboetingsmodaliteiten en herstelmodaliteiten zoals voorzien in het decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

 

WIJZIGINGSBEPALING

Artikel 17:

In het raadsbesluit van 26 maart 2019 houdende de verordening inzake verplichting conformiteitsattest wordt in artikel 2 volgende bepaling toegevoegd:

"bij toepassing van het gemeentelijk reglement betreffende kamerverhuur van 29 juni 2021."

 

INWERKINGTREDING

Artikel 18:

Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG IN DE GEMEENTESCHOLEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 30 juni 2020 over de goedkeuring van het retributiereglement op de buitenschoolse kinderopvang in de gemeentescholen.
  • Raadsbesluit van 15 december 2020 over de goedkeuring van het retributiereglement op de buitenschoolse kinderopvang in de gemeentescholen.
  • Raadsbesluit van 30 maart 2021 over de goedkeuring van het retributiereglement op de buitenschoolse kinderopvang in de gemeentescholen.

 

Juridische gronden

         Artikel 173 van de grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

         Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Adviezen

         Advies van de schoolraad van GBS 't Zonneveld van 10 juni 2021

         Advies van de schoolraad van GBS Leefdaal van 15 juni 2021

         Brief van oudercomité De Schalm van 20 juni 2021

 

Argumentatie

De gemeenteraad moet de retributietarieven vaststellen voor deelname aan de buitenschoolse opvang van kinderen in de gemeentescholen. De tarieven worden aangepast zodat de organisatie van de opvang zelfbedruipend zou moeten zijn.

Indien het noodzakelijk zou zijn om het financieel evenwicht te bereiken, moeten de ouderbijdragen op een soepele manier kunnen worden aangepast. Daarom is het aangewezen om de latere aanpassing van de tarieven te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

Gezien de versoepeling van de Coronamaatregelen en thuiswerk minder frequent zal zijn, is het noodzakelijk om terug de tarieven te hanteren van vóór de coronamaatregelen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Vanaf 1 september 2021 wordt een retributie geheven op de deelname aan de buitenschoolse opvang van een kind in de gemeentelijke basisschool van Bertem of de gemeentelijke basisschool van Leefdaal.

 

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd voor de opvang van de leerling van de gemeentescholen die gebruikmaakt van de opvang op schoolvrije dagen (pedagogische studiedagen en facultatieve verlofdagen) met volgende tijdsblokken:

         van 7.00 tot 8.00 uur: 1,25 euro (ongeacht de duur van de opvang)

         van 8.00 tot 13.00 uur: 6,50 euro (ongeacht de duur van de opvang)

         van 13.00 tot 18.00 uur: 6,50 euro (ongeacht de duur van de opvang).

 

De retributie is verschuldigd voor de opvang van de leerling van de gemeentescholen die gebruik maakt van de buitenschoolse opvang op schooldagen binnen de volgende tijdsblokken:

         op maandagen, dinsdagen en donderdagen:

º         van 7.00 tot 7.30 uur: 1 euro (ongeacht de duur van de opvang)

º         van 7.30 tot 8.00 uur: 0,75 euro

º         van 8.00 tot 8.30 uur: 0,50 euro

º         van 16.15 tot 17.00 uur: 1 euro

º         van 17.00 tot 17.30 uur: 1,50 euro

º         van 17.30 tot 18.00 uur: 2 euro

         op vrijdagen:

º         van 7.00 tot 7.30 uur: 1 euro (ongeacht de duur van de opvang)

º         van 7.30 tot 8.00 uur: 0,75 euro

º         van 8.00 tot 8.30 uur: 0,50 euro

º         van 15.30 tot 16.15 uur: 1 euro

º         van 16.15 tot 17.00 uur: 1 euro

º         van 17.00 tot 17.30 uur: 1,50 euro

º         van 17.30 tot 18.00 uur: 2 euro

         op woensdagen:

º         van 7.00 tot 7.30 uur: 1 euro (ongeacht de duur van de opvang)

º         van 7.30 tot 8.00 uur: 0,75 euro

º         van 8.00 tot 8.30 uur: 0,50 euro

º         van 12.30 tot 13.30 uur: 1 euro

º         van 13.30 tot 14.30 uur: 1,25 euro

º         van 14.30 tot 15.30 uur: 1,50 euro

º         van 15.30 tot 16.30 uur: 1,75 euro

º         van 16.30 tot 17.30 uur: 2 euro

º         van 17.30 tot 18.00 uur: 2 euro

 

Artikel 3:

De retributie voor het niet tijdig afhalen van het kind na 18 uur bedraagt 6,50 euro per begonnen kwartier per kind.

 

Artikel 4:

De toezichters voor- en naschoolse opvang staan in voor de registratie van de aanwezigheden.

De ouder(s) van het opgevangen kind ontvang(-t)(-en) een factuur van de financiële dienst van de gemeente Bertem.

 

Artikel 5:

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het wijzigen van het tarief van de retributie per tijdsblok opvang, vermeld in artikel 2 indien dit noodzakelijk is voor het bereiken van het financiële evenwicht.

 

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking op 1 september 2021.

 

Artikel 7:

Het retributiereglement van 30 maart 2021 op de deelname aan de buitenschoolse kinderopvang in de gemeentescholen wordt opgeheven vanaf 1 september 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT EN WERKING UITPAS DRUIVENSTREEK.

 

Voorgeschiedenis

  • Besluit van de Vlaamse Regering, Vlaams Ministerie van cultuur, jeugd, sport en media van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van de oprichting van de intergemeentelijke projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek
  • Beslissing van de gemeenteraad van 25 juni 2019 over de goedkeuring van de oprichting van de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek met de lokale besturen Bertem, Hoeilaart, Huldenberg, Overijse en Tervuren.
  • Beslissing van de gemeenteraad van 29 september 2020 over de goedkeuring van criteria solidaire kostendeling, de doelgroepcriteria en het aanbod in het kader van de implementatie van de Uitpas met de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek
  • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 31 mei 2021 over de principiële goedkeuring van de afspraken over de werkingskosten van de Uitpas.

 

Feiten en context

  • Sinds 1 januari 2020 maken de gemeenten Overijse, Bertem, Hoeilaart, Huldenberg, Tervuren en de vzw ‘de Rand’ deel uit van de intergemeentelijke samenwerking (IGS) Projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek. De gemeenteraad heeft op 29 september 2020 een beslissing genomen over de implementatie van de Uitpas met de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek, over de vaststelling van de solidaire kostendeling, de doelgroepcriteria en het aanbod. Ook in de andere gemeenteraden van deelnemende gemeenten van de Vrijetijdsregio Druivenstreek zijn dezelfde criteria voor deze solidaire kostendeling, doelgroepcriteria en aanbod goedgekeurd.
  • De Uitpas is een Vlaams instrument waarmee heel wat doelstellingen rond participatie aan en communicatie van het vrijetijdsaanbod binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband gerealiseerd kunnen worden.
  • De Uitpas is een vrijetijdskaart die de participatie aan cultuur-, jeugd-, sport- en andere vrijetijdsactiviteiten stimuleert voor iedereen, met bijzondere aandacht voor mensen in armoede. Het biedt gebruikers een spaar- en voordelenprogramma via een puntenspaarsysteem. Pashouders ontvangen punten bij deelname aan Uitpas activiteiten die ze vervolgens kunnen omruilen voor voordelen. Bij aankoop van een Uitpas wordt een welkomstpakket aangeboden.
  • Uitpas Druivenstreek maakt deel uit van dit overkoepelend initiatief.
  • Mensen in armoede krijgen een structurele korting op het vrijetijdsaanbod in de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek.
  • Alle Uitpas-houders kunnen punten sparen via een Uitpas-zuil binnen het toepassingsgebied van de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek, alsook in andere Uitpas-regio’s binnen Vlaanderen en Brussel.
  • Het sparen van punten gebeurt door de Uitpas (kaart of alternatieve systemen) aan te bieden aan speciale digitale systemen (zuilen, badgelezers…) die aanwezig zijn op de diverse locaties waar het vrijetijdsaanbod georganiseerd wordt en op het moment waarop de activiteit georganiseerd wordt. De Uitpas Druivenstreek zelf kan aangekocht worden aan de onthaalbalie van het gemeentehuis.
  • IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek heeft met Publiq, de organisator van de Uitpas in Vlaanderen en Brussel, een overeenkomst afgesloten rond de algemeen geldende modaliteiten van de Uitpas (in bijlage).

 

Juridische gronden

  • Artikel 173 van de grondwet
    Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.
  • Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast.
  • Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
  • Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
  • Decreet betreffende de bovenlokale cultuurwerking van 15 juni 2018
  • Besluit van de Vlaamse regering van 28 oktober 2018 betreffende de uitvoering van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018

 

Argumentatie

De bedoeling is dat de Uitpas gebruikt wordt voor een sectoroverschrijdend, uitgebreid en gevarieerd vrijetijdsaanbod, met het oog op een drempelverlagend effect om deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten. Het biedt de mogelijkheid om een nieuw publiek aan te trekken, maar ook om trouwe bezoekers te belonen door het sparen van punten die kunnen ingeruild worden tegen voordelen.

Voor de uitrol en implementatie van de Uitpas is het nodig om het tarief en de werking van de Uitpas Druivenstreek in een retributiereglement vast te leggen.

In dit reglement staan specifieke modaliteiten die gelden voor de gemeente Bertem, en die door de andere gemeenten van de Vrijetijdsregio Druivenstreek in het kader van de uitrol van de Uitpas ook worden geïmplementeerd.

 

In eerste instantie wordt enkel het gemeentelijk vrijetijdsaanbod opgenomen in de werking van de Uitpas Druivenstreek. In een vervolgfase kunnen ook vrijetijdsactiviteiten van externe aanbieders (bv. jeugd- en sportverenigingen) beoogd worden om aan te sluiten bij de werking van de Uitpas Druivenstreek.

 

Financiële gevolgen

De IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek draagt de lasten voor de uitrol van de Uitpas.

Gezien de Uitpassen worden aangekocht binnen de IGS is het aangewezen dat de inkomsten van de verkoop ervan terugvloeien naar de Vrijetijdsregio en besteed worden aan de werking van de Uitpas (communicatie, promotie...).

Omdat de uitgaven voor de werking en promotie van de Uitpas gebeuren door de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek zal er een jaarlijkse afrekening gebeuren van de verkochte Uitpassen volgens het volgende principe.

De inkomsten van jaar N zullen worden verrekend in jaar N+1. In het jaar N+1 zullen de gemeenten het bedrag van deze inkomsten doorstorten naar de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek. Hiervoor wordt door de deelnemende gemeenten een nominatieve toelage aan de projectvereniging voorzien in het jaar N+1, naast de reeds voorziene jaarlijkse nominatieve toelage van 1 euro per inwoner per gemeente.

 

Aangezien de verkoop van de Uitpas niet beperkt wordt tot de inwoners van de gemeente Bertem en de voordelen ervan grensoverschrijdend zullen worden toegekend, is een centrale uitrol tussen de gemeenten van de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek meer aangewezen. Dit om complexe interne verrekeningen tussen de deelnemende gemeenten onderling te vermijden.

 

De kosten verbonden aan de welkomst- of ruilvoordelen worden gedragen door de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek of door de deelnemende gemeenten van dit samenwerkingsverband binnen de goedgekeurde budgetten. Er is hiervoor geen kostenafrekening tussen de deelnemende gemeenten van toepassing.

 

De afrekening van het solidariteitsprincipe van de Uitpas met kansentarief tussen de gemeenten, gebeurt op basis van rapporten die uit het Uitpas-systeem getrokken kunnen worden.

 

De aankoop van de apparatuur (Uitpas zuilen, kaarten...) is gedaan met de beschikbare gelden bij de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek.

 

 

Bijlagen

  • Basisovereenkomst Publiq -Projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek van 1 april 2021
  • Uitpas Algemene Voorwaarden KSB (kaartsysteembeheer)

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: Doelstelling

De Uitpas, een initiatief van de Vlaamse overheid, is een vrijetijdskaart die de participatie aan cultuur-, jeugd-, sport- en andere vrijetijdsactiviteiten stimuleert voor iedereen.

         Het biedt gebruikers een spaar- en voordelenprogramma via een puntenspaarsysteem. Pashouders ontvangen punten bij deelname aan Uitpas-activiteiten die ze vervolgens kunnen omruilen voor voordelen, zoals kortingen, cadeaus of gratis tickets.

         Bij de aankoop van de Uitpas krijgt de koper een aantal welkomstvoordelen.

         Mensen in armoede krijgen bovenop deze spaar- en ruilkansen een structurele korting op het vrijetijdsaanbod in de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek.

 

De bedoeling is dat de Uitpas gebruikt wordt voor een sectoroverschrijdend, uitgebreid en gevarieerd vrijetijdsaanbod.

 

Artikel 2: Toepassingsgebied

§ 2.1 IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek

De Uitpas Druivenstreek wordt uitgerold door de gemeenten die deel uitmaken van de Intergemeentelijke samenwerking (IGS) Vrijetijdsregio Druivenstreek met name de gemeenten Overijse, Huldenberg, Bertem, Hoeilaart, Tervuren, en in samenwerking met vzw De Rand. Deze samenwerking bouwt verder op de reeds bestaande bovenlokale samenwerkingen tussen deze verschillende gemeenten en vzw De Rand. Het hoofddoel is om door overleg en samenwerking tussen de diverse vrijetijdsactoren in de regio een toegankelijke en kwaliteitsvolle vrijetijdswerking te realiseren, waaraan alle inwoners kunnen participeren.

 

§ 2.2 Vrijetijdsactiviteiten

Alle Uitpas-houders in Vlaanderen en Brussel kunnen punten sparen via een Uitpas-zuil binnen het toepassingsgebied van de Vrijetijdsregio Druivenstreek, alsook in andere Uitpas-regio’s binnen Vlaanderen en Brussel.

Met de Uitpas kan de pashouder punten sparen bij deelname aan alle (boven)gemeentelijke vrijetijdsactiviteiten, met name georganiseerd door één of in samenwerking met meerdere gemeenten van de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek:

         activiteiten in de bibliotheek

         zwembeurten, (gemeentelijke) zwemactiviteiten in het zwembad

         voorstellingen of activiteiten in cultuur-, gemeenschaps- of lokale dienstencentra binnen de Vrijetijdsregio Druivenstreek (excl. externe voorstellingen of activiteiten in kader van zaalverhuur)

         (boven)gemeentelijke sportactiviteiten

         (boven)gemeentelijke toeristische activiteiten

         speelpleinen en gemeentelijke jeugd- of sportkampen

 

Artikel 3: Tarieven

Het tarief voor de Uitpas Druivenstreek bedraagt:

         Uitpas Druivenstreek: 5,00 euro

         Uitpas Druivenstreek na verlies of diefstal: 2,00 euro

         Het tarief van de Uitpas Druivenstreek voor inwoners met een kansentarief van de gemeenten uit de Vrijetijdsregio Druivenstreek: 1,00 euro

         Wie geen recht meer heeft op het kansentarief dient een nieuwe Uitpas Druivenstreek aan te vragen. Deze nieuwe Uitpas is gratis.

         Wie in het bezit is van een Uitpas Druivenstreek aan normaal tarief en wie recht heeft op het kansentarief kan gratis een nieuwe Uitpas Druivenstreek met kansentarief aanvragen.

 

Artikel 4: Algemene voorwaarden

 

§ 4.1 Aankoop Uitpas Druivenstreek

         Het tarief is verschuldigd door de persoon die de Uitpas Druivenstreek aankoopt.

         Het aankopen van een Uitpas Druivenstreek kan voor alle leeftijden, voor iedereen met een rijkstregisternummer, en gebeurt op naam.

         De Uitpas Druivenstreek kan verkregen worden aan diverse balies van de deelnemende lokale besturen in de Vrijetijdsregio Druivenstreek. Er kunnen ook tijdelijke verkooppunten ingesteld worden bijvoorbeeld naar aanleiding van evenementen.

         De Uitpas Druivenstreek blijft voor onbepaalde tijd geldig.

         De pashouder gaat akkoord met de privacyverklaring en gebruiksvoorwaarden van Uitpas Druivenstreek, te vinden op de gemeentelijke websites van de deelnemende gemeenten van de Vrijetijdsregio Druivenstreek (www.hoeilaart.be; www.overijse.be; www.tervuren.be; www.bertem.be; www.huldenberg.be) en de websites van deelnemende centra van vzw de Rand (www.debosuil.be; www.dekam.be; www.delijsterbes.be).

 

§ 4.2 Betalingsmodaliteiten

         De Uitpas Druivenstreek moet betaald worden bij de aankoop, ofwel binnen de termijn zoals bepaald op de factuur.

         Bij niet-betaling van de retributie zal deze ingevorderd worden conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur. Indien de retributie wordt betwist, zal deze burgerrechtelijk worden ingevorderd.

 

§ 4.3 Voorwaarden voor de doelgroep met een kansentarief

         De Uitpas Druivenstreek met kansentarief kan in de gemeente Bertem enkel aangekocht worden door personen die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister, het vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente Bertem.

         Personen die voldoen aan een van onderstaande criteria hebben recht op het kansentarief van de Uitpas:

º         beschikken over het RVV-statuut (statuut verhoogde tegemoetkoming)

º         personen in collectieve schuldenregeling

º         personen met een laag inkomen: het gezamenlijk belastbaar inkomen cfr. de inkomensgrens die gehanteerd wordt voor de toekenning van een sociale woning. Indien het inkomen van 2 jaar terug, vermeld op het aanslagbiljet, gedurende 3 opeenvolgende maanden met meer dan 20% gedaald is, zal de sociale dienst van de woonplaats van de aanvrager via een sociaal onderzoek rekening houden met 'huidige inkomsten'. Dit betekent dat de actuele belastbare maandinkomsten omgezet worden op jaarbasis (cfr. regels die de sociale huisvestingsmaatschappijen toepassen).

         De toekenning van de Uitpas met het kansentarief en de bijhorende korting geldt telkens voor één jaar waarna een nieuwe controle en toekenning gebeurt.

         Minderjarige kinderen die ingeschreven staan in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister bij een ouder die voldoet aan bovenstaande criteria, komen ook in aanmerking voor de Uitpas Druivenstreek met kansentarief.

         De sociale dienst van het lokaal bestuur van de woonplaats van de houder van de Uitpas wordt gemachtigd om het sociaal onderzoek uit te voeren indien nodig.

         Persoonsgegevens in het kader van de aankoop van de Uitpas met kansentarief worden verwerkt volgens de privacyverklaring die terug te vinden is op de gemeentelijke website.

         Bij deelname aan een vrijetijdsactiviteit in de Vrijetijdsregio Druivenstreek met de Uitpas Druivenstreek met kansentarief krijgt de pashouder een korting van 80 % op het standaardtarief, conform de solidaire kostenregeling:

º         20% wordt betaald door de gebruiker

º         40% wordt betaald door de organisator

º         40% wordt betaald door de gemeente van de woonplaats van de pashouder

 

Artikel 5: Punten sparen met de Uitpas

Op verschillende locaties binnen de gemeenten waar er (boven)gemeentelijke vrijetijdsactiviteiten doorgaan, kunnen punten gespaard worden bij deelname aan een activiteit aan een Uitpaszuil. Er is ook de mogelijkheid om naar aanleiding van evenementen of vrijetijdsactiviteiten een mobiele spaarzuil op een andere locatie te plaatsen.

 

Artikel 6: Welkomst- en omruilvoordelen

Welkomstvoordelen zijn éénmalige voordelen die bij de aankoop van de Uitpas Druivenstreek toegekend worden aan de pashouders.

Bij omruilvoordelen worden gespaarde punten ingeruild voor een korting, cadeau of ander voordeel. Deze kunnen tijdelijk of permanent van aard zijn. De gespaarde Uitpas-punten kunnen ingeruild worden binnen en buiten de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek.

Binnen de schoot van de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek wordt zowel inzake welkomst- als omruilvoordelen een puntenkader uitgewerkt waar Bertem zich bij aansluit na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. In het kader van promotieacties kunnen hier tijdelijke en lokale voordelen aan toegevoegd worden.

 

Een voordeel in punten is gebaseerd op de gepercipieerde belevingswaarde:

         Bij minder dan 10 punten bestaat de ruilwaarde in de vorm van gratis tastbare dingen (draagtas, cd, boeken op een boekenverkoop bij de bib, gadgets) of in de vorm van kleine kortingen op een beleving. Een beleving kan van alles zijn: van sportkamp en zwembeurt over een lezing tot een schouwburgvoorstelling.

         Bij een voordeel vanaf 10 punten wordt vooral de gratis beleving omgeruild of een korting aangeboden op tickets (tentoonstelling, voorstelling, sportactiviteit...) in ruil voor punten.

         Boven de 15 punten kan het omruilvoordeel specialer en exclusiever zijn (ontmoeting met een artiest, een blik achter de schermen, korting op een vrijetijdsactiveit…).

 

Artikel 7: Taksen

De tarieven vastgesteld in dit retributiereglement zijn steeds brutotarieven, inclusief huidige of toekomstige taksen.

 

Artikel 8: Delegatie naar college van burgemeester en schepenen

De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid om binnen het kader goedgekeurd door de gemeenteraad de welkomst- en omruilvoordelen te bepalen.

In haar tarievenbeleid streeft het college van burgemeester en schepenen naar toegankelijkheid en laagdrempeligheid.

 

Indien de omruilwaarde van een omruilvoordeel met gespaarde punten met de Uitpas Druivenstreek groter is dan 200 euro (bijvoorbeeld in de vorm van een VIP-arrangement) wordt dit ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Artikel 9: Geschillen

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om te oordelen in geval van geschillen.

 

Artikel 10: Inwerkingtreding

Dit retributiereglement treedt in werking op 1 augustus 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

RETRIBUTIES. AANPASSING RETRIBUTIEREGLEMENT COMPOSTVATEN EN -BAKKEN.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van EcoWerf

         Raadsbesluit van 26 januari 2016 over de goedkeuring van het retributiereglement compostvaten en - bakken, waarbij de raad beslist tot volgende verkoopprijzen:

º         compostvat: 27 euro

º         beluchtingsstok: 6 euro

º         houten compostbak: 47 euro.

         E-mail van Ecowerf van 15 april 2021 waarin de eenheidsprijzen (inclusief btw en subsidies reeds in mindering gebracht) worden meegedeeld waaraan de gemeente het betreffende materiaal kan aankopen:

º         compostvat: 35,74 euro

º         beluchtingsstok: 5,78 euro

º         PVC compostbak: 79,86 euro.

 

Juridische gronden

         Artikel 173 van de grondwet
Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Argumentatie

De aankoop en verdeling van compostvaten en -bakken brengt heel wat financiële kosten en administratief werk met zich voor de gemeentelijke diensten. Het is aangewezen om deze vaten en bakken ten minste tegen kostprijs aan de inwoners aan te bieden.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

733230 0020-00

€ 19 110

€ 1284

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad beslist om de verkoopprijzen van het composteermateriaal als volgt vast te stellen:

         compostvat: 36 euro

         beluchtingsstok: 6 euro

         PVC compostbak: 80 euro.

 

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de persoon die het composteermateriaal afhaalt aan de gemeentelijke loods van de gemeente.

 

Artikel 3:

De retributie is contant (cash of bancontact) te betalen aan het onthaal van de gemeente. Er wordt een ontvangstbewijs voor de betaling afgeleverd.

 

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2021.

 

Artikel 5:

De raad heft bij de inwerkingtreding van dit besluit het raadsbesluit van 26 januari 2016 tot vaststelling van de verkoopprijs van compostvaten op.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

SUBSIDIES. GOEDKEURING SUBSIDIEREGLEMENT AANKOOP CO2-METERS.

 

Feiten en context

         Sinds 13 februari 2021 konden de kapperszaken weer openen. Andere niet-medische contactberoepen, zoals schoonheids-, massage- en nagelsalons, mochten opnieuw open vanaf 1 maart 2021. De dienstverlening mocht worden hervat mits naleving van de modaliteiten voorzien in het toepasselijke protocol bepaald door de minister van Werk en de minister van Middenstand en Zelfstandigen. In dat protocol werd een CO2-meter verplicht gesteld om met gesloten deuren en ramen te kunnen werken.

         Het overlegcomité van 11 mei 2021 heeft beslist over het zogenaamde 'Zomerplan'. Dit plan maakt in vier stappen de terugkeer naar een normaler leven mogelijk. Sinds 9 juni 2021 is de eerste stap van het 'Zomerplan' van kracht. De horecazaken zijn - onder strikte voorwaarden - opnieuw geopend.

         Tenzij het een open terras betreft, is het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) in de eet- en drankgelegenheden van de horecasector verplicht en dient deze op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats geïnstalleerd te worden in elke afzonderlijke ruimte van de inrichting die bestemd is voor de consumptie van dranken of maaltijden.

         De kantines (en hun terrassen) van sportclubs en jeugdhuizen mogen geopend zijn. Indien zij professionele horeca-activiteiten uitoefenen, dienen zij de modaliteiten die gelden voor de horecasector te respecteren.

 

Juridische gronden

         Artikel 41, 2de lid, 23° van het decreet lokaal bestuur.

De gemeenteraad is bevoegd om subsidiereglementen vast te stellen.

         Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Argumentatie

De coronacrisis heeft de lokale ondernemers waaronder de horeca hard getroffen.

De gemeente Bertem wenst een CO2-meter voor de horecazaken en een selectie van ondernemers in de sector van de lichaamsverzorging te voorzien als ruggensteun voor de lokale ondernemers bij de heropstart van hun economische activiteiten.

 

Financiële gevolgen

De uitgaven voor de aankoop van CO2-meters worden geraamd op maximaal 3000 euro (excl. btw) of 125 euro per CO2-meter.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad kent een eenmalige subsidie toe aan:

         alle horecazaken in Bertem voor de aankoop van één CO2-meter per vestiging n.a.v. de geleidelijke heropening van de horeca vanaf 8 mei 2021 op voorwaarde dat zij uiterlijk op 15 juni 2021 hun zaak hebben heropend.

         alle fitnesszaken in Bertem voor de aankoop van één CO2-meter per vestiging n.a.v. de geleidelijke heropening van de fitnesszaken vanaf 8 juni 2021 op voorwaarde dat zij uiterlijk op 15 juni 2021 hun zaak hebben heropend.

         de ondernemers in de sector van de niet-medische contactberoepen voor de aankoop van één CO2-meter per vestiging op voorwaarde dat de CO2-meter als voorwaarde voor heropening werd verplicht in een protocol bepaald door de minister van Werk en de minister van Middenstand en Zelfstandigen in uitvoering van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Artikel 2:

Onder horecazaken wordt in dit reglement verstaan:

         een restaurant, een feestzaal of een café zoals gekend in de KBO, op het grondgebied van de gemeente Bertem

         de verenigingslokalen met drankuitbating (parochiale zalen, zaal De Cerkel, lokalen van erkende muziekverenigingen en voetbalkantines)

 

Artikel 3:

De minimale eisen voor een CO2-meter zijn:

         een niet-dispersief infrarood (NDIR)-sensor.

         een meetbereik tot minstens 3000 ppm.

         instelbare visuele alarmgrenzen (groen, oranje, rood)

 

Artikel 4:

De gemeente betaalt de aankoop van een CO2-meter terug met uitzondering van de btw, tot maximum 125 euro.

 

Artikel 5:

De aanvraag voor deze subsidie wordt, samen met de nodige bewijsstukken van de aankoop van de CO2-meter, schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen vóór 1 oktober 2021.

 

Artikel 6:

De subsidie wordt op de rekening van de aanvrager gestort voor 1 januari 2022.

 

Artikel 7:

De uitgave voor de aankoop van CO2-meters wordt geraamd op maximaal 3000 euro.

 

Artikel 8:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

RETRIBUTIES. AANPASSING GEBRUIKSREGLEMENT GEMEENTELIJKE UITLEENMATERIALEN - NULTARIEF TER ONDERSTEUNING VAN DE HEROPSTART VAN HET SOCIALE LEVEN NA DE CORONAPANDEMIE.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 24 maart 2015 over de aanpassing van het gebruiksreglement gemeentelijke uitleenmaterialen.
  • Collegebesluit van 20 augustus 2018 over de aanpassing van de lijst uitleenmaterialen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 173 van de grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

         Decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact
Het Cultuurpact strekt ertoe de diverse levensbeschouwelijke en ideologische strekkingen op een goede manier te betrekken bij het uitwerken van het cultuurbeleid en om discriminatie omwille van een ideologische, politieke of filosofische overtuiging te verhinderen.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Argumentatie

Het gebruik van gemeentelijke uitleenmaterialen door de organisatoren van activiteiten en evenementen wordt vrijgesteld van retributie tot het einde van het jaar 2021.

Deze vrijstelling is verantwoord omdat het verenigingsleven bijna 1,5 jaar geen activiteiten en evenementen heeft kunnen organiseren. Met de vrijstelling van retributie wordt de heropstart van het sociale leven in de gemeente gefaciliteerd.

 

Besluit

eenparig

 

TOEPASSINGSGEBIED

 

Artikel 1: Gebruikers

1.1 Definities

         Aanvrager: de natuurlijke persoon die, al dan niet in naam van een organisatie, een aanvraag voor het gebruik van gemeentelijke uitleenmaterialen richt tot het gemeentebestuur door indiening van het daartoe bestemde aanvraagformulier.

         Ontlener: de aanvrager of zijn afgevaardigde.

         Gebruiker: de persoon die gebruikmaakt van de terbeschikkinggestelde uitleenmaterialen.

         Bertemse vereniging: erkende Bertemse vereniging op basis van het raadsbesluit van 24 juni 2014 over de erkenning van Bertemse verenigingen.

 

1.2 Doelgroepen

Volgende doelgroepen kunnen gebruikmaken van de gemeentelijke uitleenmaterialen onder de voorwaarden bepaald in dit reglement:

 

         Bertemse verenigingen

         Bertemse adviesraden

         OCMW Bertem

         Bertemse scholen

         Organisatoren van buurtfeesten in de gemeente Bertem

         Kunstenaars Bertem Buiten Gewoon

         Personeelsleden in actieve dienst

         Gemeentelijke diensten van omliggende gemeenten of van gemeenten die deel uitmaken van de Vrijetijdsregio Druivenstreek

         Particulieren (enkel signalisatieborden, alcoholbanner en geluidsmeter)

         De organisatoren van de jaarmarkt in het centrum van Bertem, van Leefdaal Herleeft en van Korbeek-kermis.

 

Tenzij anders vermeld in dit reglement, kunnen particulieren of initiatieven met een commercieel oogmerk geen uitleenmateriaal ontlenen of gemeentelijke infrastructuur huren.

 

1.3 Akkoordverklaring

Door de indiening van een aanvraag voor het gebruik van gemeentelijke uitleenmaterialen verklaart de aanvrager zich akkoord met dit reglement.

 

Artikel 2: Uitleenmaterialen

Dit reglement is van toepassing op uitleenmaterialen die eigendom zijn van de gemeente Bertem en die opgenomen zijn in bijlage 1 bij dit reglement.

 

Deze lijst kan aangevuld of gewijzigd worden door het college van burgemeester en schepenen in functie van het buiten gebruik stellen of de ingebruikname van uitleenmaterialen.

 

PROCEDURE

 

Artikel 3: Aanvraagprocedure

Het aanvraagformulier en het gebruiksreglement zijn verkrijgbaar bij de dienst facilitair beheer en staan op de gemeentelijke website.

 

Aanvragen komen enkel in aanmerking als ze schriftelijk worden ingediend (per brief, fax, e-mail, webformulier of afgegeven aan de balie) door middel van het aanvraagformulier (per doelgroep).

 

De aanvraag wordt gericht aan de dienst facilitair beheer.

 

Aanvragen kunnen ten vroegste 12 maanden en moeten ten laatste 2 weken vóór de aanvangsdatum van het gebruik ingediend worden. Te vroege of laattijdige aanvragen worden niet aanvaard.

 

Artikel 4: Beslissing over de aanvragen

Aanvraagformulieren die niet tijdig worden ingediend of die onvolledig zijn ingevuld, worden niet behandeld. De dienst facilitair beheer brengt de aanvrager onmiddellijk op de hoogte en informeert hem over de procedure.

 

Elke tijdige en volledige aanvraag wordt geregistreerd in software die de dossieropvolging van de aanvraag mogelijk maakt.

De aanvragen worden in volgorde van ontvangst behandeld. Als de aangevraagde uitleenmaterialen uitgeput zijn en hierdoor niet of niet helemaal aan de aanvraag kan worden voldaan, neemt de dienst facilitair beheer zo snel mogelijk contact op met de aanvrager.

 

Als de aanvraag voldoet aan de voorwaarden en de aangevraagde uitleenmaterialen nog beschikbaar zijn, keurt de dienst facilitair beheer de aanvraag goed. De dienst dienst facilitair beheer bezorgt de aanvrager ten laatste 1 week na ontvangst van de aanvraag schriftelijk zijn beslissing. Dit gebeurt via het e-mailadres van de aanvrager of – bij gebrek aan e-mailadres – per brief.

 

De schriftelijke bevestiging bevat minstens de volgende informatie:

         coördinaten van de verantwoordelijke dienst

         de inventaris van de toegewezen uitleenmaterialen met vermelding van de retributie voor het gebruik en de waarborg

         voor groot uitleenmateriaal:

º         plaats van levering en ophaling

º         leveringsdatum en –uur

º         ophaaldatum en –uur

º         gsm-nummer van de werkverantwoordelijke

º         voor klein uitleenmateriaal:

º         datum en uur voor afhalen van de uitleenmaterialen

º         datum en uur voor terugbrengen van de uitleenmaterialen

         de factuur met het verschuldigde bedrag (retributie voor het gebruik, retributie voor levering/ophaling).

 

De reservatie van het materiaal wordt slechts definitief na betaling van de kosten verbonden aan de aanvraag (waarborg en retributies).

 

Als de levering van aangevraagde gemeentelijke materialen niet of niet volledig kan gebeuren als gevolg van overmacht, zal de dienst facilitair beheer dit zo snel mogelijk gemotiveerd meedelen aan de aanvrager. De aanvrager kan hiervoor geen recht op enige schadevergoeding eisen.

 

Artikel 5: Uitleentermijn

Het materiaal wordt ter beschikking gesteld voor de duur van de activiteit met een maximum van 2 werkdagen voor het begin van de activiteit en 1 werkdag na het einde van de activiteit.

 

LEVERING EN OPHALING UITLEENMATERIALEN

 

Artikel 6: Levering en ophaling van het materiaal

Het uitleenmateriaal dat door andere gemeenten wordt ontleend, moet door deze gemeente zelf worden opgehaald en teruggebracht.

 

Groot uitleenmateriaal

Het 'groot uitleenmateriaal' wordt geleverd door de gemeentediensten, tegen betaling van een retributie zoals bepaald in artikel 12.

 

De levering van groot uitleenmateriaal gebeurt in principe enkel in de gemeente Bertem. Leveringen buiten de gemeentegrenzen kunnen slechts uitzonderlijk worden toegestaan na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.

 

Met uitzondering van de gemeentescholen, is de ontlener altijd zelf verantwoordelijk voor de plaatsing (vóór de activiteit) en de verzameling (na de activiteit) van het geleverde uitleenmateriaal.

 

Het uitleenmateriaal kan enkel geleverd en opgehaald worden op werkdagen:

         van maandag tot en met donderdag van 8 tot 16 uur

         op vrijdag van 8 tot 12 uur.

 

Na de activiteit zorgt de ontlener ervoor dat het uitleenmateriaal in dezelfde staat en schikking verzameld wordt op de leveringsplaats met het oog op de ophaling door de gemeentediensten.

 

Losse nadarhekken moeten na iedere manifestatie in groep van 10 bijeengezet worden op initiatief en verantwoordelijkheid van de organisatoren.

 

Klein uitleenmateriaal

Uitleenmateriaal dat niet wordt geleverd door de gemeentediensten (‘Klein uitleenmateriaal’), wordt door de ontlener afgehaald en teruggebracht met eigen vervoer, op eigen kosten en op eigen risico. Het zelf afhalen en terugbrengen gebeurt steeds op de tijdstippen en op de plaats die met de dienst facilitair beheer schriftelijk zijn afgesproken.

 

Artikel 7: Naleving afgesproken datums en uren

 

Groot uitleenmateriaal

 

Op de afgesproken tijdstippen van levering en ophaling door de gemeentediensten moet de ontlener aanwezig zijn op de afgesproken leveringsplaats.

 

Als de ontlener zich meer dan 15 minuten later dan het afgesproken tijdstip aanmeldt op de afgesproken leveringsplaats, dan wordt een boete voor afwezigheid aangerekend aan de aanvrager, zoals bepaald in artikel 12, tenzij in geval van een aantoonbare situatie van overmacht.

 

Als de ontlener meer dan 30 minuten later dan het afgesproken tijdstip niet aanwezig is op de afgesproken leveringsplaats, dan wordt het materiaal niet afgeleverd of opgehaald;

         in geval van een levering vervalt de aanvraag voor gebruik van het aangevraagde uitleenmateriaal automatisch door de afwezigheid van de ontlener op de afgesproken leveringsplaats. Er is geen nieuwe aanvraag voor dezelfde activiteit mogelijk.

         in geval van ophaling wordt een nieuwe datum en uur afgesproken tussen de aanvrager en de dienst facilitair beheer.

 

Klein uitleenmateriaal

 

Bij het niet tijdig terugbrengen van het materiaal wordt, vanaf een dag (24 uur) na het afgesproken tijdstip van terugbrengen, de retributie verhoogd zoals bepaald in artikel 12.

 

Artikel 8: Ondertekening leveringsbon

Bij het in ontvangst nemen van de uitleenmaterialen controleert de ontlener de hoeveelheid uitleenmaterialen en de goede staat ervan. Hij noteert eventuele afwijkende aantallen of eventuele gebreken (bv. beschadigingen, slechte werking…) op de leveringsbon en ondertekent deze bon.

 

Als de ontlener geen opmerkingen noteert op de leveringsbon, bevestigt hij:

         de ontvangst van de uitleenmaterialen,

         de goede staat van de uitleenmaterialen en

         de vermelde hoeveelheden uitleenmaterialen.

 

De beschadigingen en/of ontbrekende materialen of onderdelen ervan, die bij teruggave van de uitleenmaterialen vastgesteld worden en die niet vermeld staan op de leveringsbon, worden aangerekend aan de aanvrager (zie ‘Waarborg’).

 

Herstellingskosten en slijtage als gevolg van het normale gebruik van de uitleenmaterialen zijn ten laste van het gemeentebestuur.

 

BETALINGEN

 

Artikel 9: Betaling waarborg en retributie

De aanvrager betaalt voor iedere ontlening of gebruik van infrastructuur een waarborg en/of een retributie voor het gebruik, zoals vastgesteld door dit reglement.

 

In principe wordt de factuur samen met de goedkeuring van de aanvraag verstuurd naar de aanvrager. De uiterste betalingsdatum vermeld op de factuur moet gerespecteerd worden.

 

De waarborg en de retributie voor het gebruik en eventueel voor de levering van het uitleenmateriaal moeten uiterlijk 1 week vóór de afgesproken datum van levering door de gemeentediensten (groot uitleenmateriaal) of afhaling door de ontlener (klein uitleenmateriaal) worden betaald d.m.v.:

         hetzij een overschrijving op het gemeentelijk rekeningnummer BE09 0971 2047 0057, met vermelding van de voorgeschreven mededeling.

         hetzij een betaling met bankkaart (Bancontact/Maestro) bij de dienst facilitair beheer.

 

Er wordt geen materiaal uitgeleend zonder voorafgaande betaling van de waarborg en de retributie.

 

Waarborg

Het bedrag van de waarborg en het retributietarief per type uitleenmateriaal kan gewijzigd worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

De waarborg wordt na het inleveren van het uitleenmateriaal terugbetaald op voorwaarde dat het materiaal volledig, onbeschadigd en in propere staat is. Bij bevuiling, beschadiging, vernietiging, verlies of diefstal zal de waarborgsom ingehouden worden ten bedrage van – naargelang het geval – de reinigings- en/of de herstellingskosten en/of de werkelijke waarde op het moment van de terbeschikkingstelling. Indien bijkomende kosten worden aangerekend als gevolg van het niet naleven van afspraken, dan worden ook deze bijkomende kosten in mindering gebracht van de waarborg. Het saldo wordt binnen de 20 kalenderdagen teruggestort op de rekening van de aanvrager.

 

Wanneer de waarborgsom niet voldoet, zal het resterende bedrag gefactureerd worden aan de aanvrager. Bij Bertemse verenigingen die de door hun veroorzaakte schade

niet betalen, wordt het verschuldigd bedrag automatisch afgehouden van hun jaarlijkse werkingssubsidie.

 

GEBRUIKSVOORWAARDEN

 

Artikel 10: Plichten en verantwoordelijkheden van de ontleners van uitleenmaterialen

De ontlener is verantwoordelijk voor de gebruikte materialen vanaf het ogenblik van de levering ter plaatse (groot uitleenmateriaal) of vanaf de afhaling (klein uitleenmateriaal) tot op het ogenblik van ophaling ter plaatse (groot uitleenmateriaal) of terugbrenging (klein uitleenmateriaal).

 

Van zodra de uitleenmaterialen overhandigd zijn, moet de ontlener de volgende richtlijnen naleven:

 

         De ontlener zorgt als een voorzichtig en redelijk persoon voor het ontleende materiaal: hij beschermt het materiaal tegen weersomstandigheden (bv. niet langdurig buiten in de regen), diefstal, beschadiging en verontreiniging. Hij waakt over het juist vervoeren, verplaatsen en bewaren en hij neemt de nodige voorzorgen om verlies of beschadiging te voorkomen.

         De ontlener bezorgt het uitleenmateriaal terug zoals het aangeboden werd. In geval van ophaling van het materiaal door de gemeentediensten wordt het materiaal vooraf door de ontlener gereinigd, verzameld, gesorteerd en op de leveringsplaats klaargezet. De ontlener leeft de gebruiksaanwijzingen voor het ontleende materiaal strikt na. Er mogen geen nagels, nietjes, vijzen, schroeven, duimspijkers of plakband in of op het materiaal aangebracht worden. De uitleenmaterialen mogen niet beplakt, beschilderd, bespoten of beschreven worden. Eventuele ontstane beschadigingen moeten spontaan gemeld worden bij ophaling of teruggave.

         Ontleende uitleenmaterialen mogen enkel gebruikt worden door de ontlener voor het doel waarvoor ze aangevraagd zijn. In geen geval mag het materiaal verder overgedragen, uitgeleend, verhuurd of ter beschikking gesteld worden aan derden, op straffe van uitsluiting door het college van burgemeester en schepenen voor een periode van 12 maanden, ingaande op de dag van uitsluiting.

         De ontlener respecteert de overeengekomen uitleentermijn.

         Bij diefstal van ontleende materialen moet de aanvrager onmiddellijk aangifte doen bij de politie. Een dubbel van het proces-verbaal moet worden bezorgd aan de dienst facilitair beheer, ten laatste 1 werkdag na de aangifte bij de politie.

 

AANSPRAKELIJKHEID

 

Artikel 11: Aansprakelijkheid

Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen, misbruik of schade die voortvloeien uit het gebruik van de ontleende materialen, ook niet aan de locatie waar de materialen gebruikt worden.

 

TARIEVEN

 

Artikel 12: Tarieven

Voor de ontlening van gemeentelijke uitleenmaterialen worden de volgende algemene principes toegepast op de tarieven vermeld in bijlage 1.

 

Waarborg

         Voor elke ontlening van gemeentelijk uitleenmateriaal, ongeacht het aantal soorten of het aantal stuks, bedraagt de waarborg forfaitair 100 euro.

 

Vrijstellingen

         Bertemse adviesraden, het OCMW Bertem en de Bertemse scholen maken gratis gebruik van het gemeentelijk uitleenmateriaal.

         Jeugd- en sportkampen die georganiseerd worden in de gemeente Bertem door Bertemse verenigingen maken gratis gebruik van het gemeentelijk uitleenmateriaal.

         Bertemse verenigingen die evenementen organiseren waarvan de winst volledig aan een goed doel geschonken wordt, maken gratis gebruik van het gemeentelijk uitleenmateriaal.

         Gemeentelijke diensten van omliggende gemeenten of van gemeenten die deel uitmaken van de Vrijetijdsregio Druivenstreek maken gratis gebruik van het gemeentelijk uitleenmateriaal.

         Het gebruik van gemeentelijk uitleenmateriaal voor de jaarmarkt in het centrum van Bertem, voor Leefdaal Herleeft en voor Korbeek-kermis wordt vrijgesteld van retributie.

         Alle retributietarieven in dit reglement, met uitzondering van de waarborg en de retributie voor niet-naleving van het uitleenreglement, worden op 0 euro gezet vanaf de inwerkingtreding van dit reglement tot en met 31 december 2021 en enkel voor de activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van Bertem.

 

Retributie voor levering en ophaling door de gemeentediensten

         Per levering en ophaling door de gemeentediensten binnen de gemeentegrenzen: 50 euro

         Per levering en ophaling door de gemeentediensten buiten de gemeentegrenzen:

º         leveringsplaats binnen een straal van 10 km rond gemeentehuis Bertem: 75 euro

º         per bijkomende straal van 10 km: supplement van 25 euro.

 

Retributie voor niet-naleving van het uitleenreglement

         Retributie bij afwezigheid op de leveringsplaats (groot uitleenmateriaal): forfait van 25 euro bovenop het forfait van de levering en ophaling, te betalen vanaf 15 minuten te laat aankomen op de plaats van levering/ophaling.

         Retributie voor het te laat terugbrengen van klein uitleenmateriaal: forfait van 50 euro bovenop de retributie voor het gebruik, te betalen vanaf 24 uur na het afgesproken uur van terugbrengen.

 

Opruimings-, reinigings- en/of herstellingskosten

         Extra gepresteerde uren door gemeentepersoneel als gevolg van niet-nageleefde afspraken en de kosten voor het opruimen, herstellen of reinigen van de uitleenmaterialen worden aangerekend volgens de tarieven van het retributiereglement ‘uitvoering van werken ten laste van derden’ van 17 december 2019. De gemaakte materiaalkosten voor de vervanging van verdwenen of vernielde materialen of de herstelling van beschadigde materialen worden integraal doorgerekend aan de gebruiker.

 

NALEVING REGLEMENT

 

Artikel 13: Bezwaren en betwistingen

Het gemeentebestuur mag te allen tijde controle uitoefenen over het gebruik en de beveiliging van het ter beschikking gestelde materialen. De ontleners en gebruikers zijn verplicht om zich te schikken naar de mondelinge en/of schriftelijke aanmaningen van het gemeentebestuur en zijn gemachtigde afgevaardigden.

 

Bij niet-naleving van dit reglement of bij niet-betaling van verschuldigde betaling, kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om:

         de aanvrager, ontlener of gebruiker in gebreke te stellen

         het materiaal onmiddellijk terug te vorderen

         in de toekomst geen uitleenmaterialen meer ter beschikking te stellen.

 

Artikel 14: Naleving reglement

Eventuele bezwaren die steunen op de toepassing van dit reglement moeten schriftelijk gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen. Dit bezwaar moet ingediend zijn uiterlijk drie werkdagen nadat zich de betwiste feiten hebben voorgedaan.

 

SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 15: Uitvoering

Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 16: Bijlagen bij het uitleenreglement

BIJLAGE 1: lijst gemeentelijke uitleenmaterialen met retributietarieven voor het gebruik

 

Artikel 17: opheffing

Het reglement van 24 maart 2015 over de gemeentelijke uitleenmaterialen wordt opgeheven op 1 juli 2021.

 

Artikel 18: Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Punt bijlagen/links Bijlage_1_uitleenreglement_20210629.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

AMBULANTE HANDEL. GOEDKEURING MARKTREGLEMENT BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking op het schepencollege op 29 maart 2021: het college keurt het ontwerp van gemeentelijk marktreglement principieel goed, ter agendering op de gemeenteraad.

 

Feiten en context

  • Op het lage deel van het Gemeenteplein te Bertem wordt sedert 2 juli 2020 elke donderdag van 8 tot 13 uur een markt georganiseerd.
  • Verschillende opstellingen werden uitgeprobeerd.

         De markt blijkt een succes waardoor zij een permanent karakter krijgt en de opstelling van een marktreglement noodzakelijk wordt.

 

Juridische gronden

         Artikel 8, §1 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

De organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen wordt geregeld bij gemeentelijk reglement.

         Artikel 9, §1 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten
De organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement.

         Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. De reglementen kunnen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

         Artikel 41, 2e lid, 2° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen.

 

Argumentatie

Voor de organisatie van een wekelijkse openbare markt moet er een gemeentelijk reglement goedgekeurd worden dat de werking van de markt organiseert.

 

Besluit

eenparig

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

         Aanvraagformulier/e-formulier: elektronisch formulier beschikbaar op de gemeentelijke website

         Abonnement: een toelating van de gemeente aan een onderneming om een specifieke vaste standplaats in te nemen op een openbare markt en om er een hoofdcategorie producten of diensten te verkopen.

         Abonnementhouder: de onderneming aan wie één of meerdere vaste standplaatsen zijn toegekend.

         Anciënniteit: Het aantal jaren dat een standplaatshouder onder één enkel ondernemingsnummer op de markt staat, desgevallend vermeerderd met het aantal hierbij aansluitende jaren dat men onder een andere rechtsvorm op dezelfde openbare markt een standplaats had.

         Kraam: het geheel van een verkoopgelegenheid bestaande uit bijvoorbeeld een marktwagen, toonbank, statafels, degustatietafels, verkooptafels en/of verkooptent.

         Losse standplaats: een standplaats die door loting is toegekend.

         Markt: een manifestatie ingericht en voorafgaand toegelaten door de gemeente, om op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, personen samen te brengen die er producten of diensten verkopen zoals bedoeld in artikel 2, § 1 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, BS 30 juni 1993 (hierna: wet op de ambulante handel).

         Marktleider: een medewerker van de gemeente Bertem die verantwoordelijk is voor de organisatie van de markt op het terrein.

         Marktplan: de intekening van de openbare markt op een plan met de daarbij horende genummerde standplaatsen.

         Onderneming: de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen of rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen, houders van een “machtiging ambulante activiteiten als werkgever”.

         Openbare markt: De markt die georganiseerd en beheerd wordt door de gemeente Bertem.

         Openbare weg: De wegen en pleinen die openstaan voor weggebruikers zoals voetgangers, fietsers, voertuigen of ander verkeer. Met de openbare weg worden gelijkgesteld, de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg en de plaatsen waar kermissen doorgaan.

         Organisatie: elke natuurlijke of rechtspersoon of vereniging die een occasionele niet-commerciële verkoop, zoals bedoeld in artikel 5, 1° van de wet op de ambulante handel, organiseert.

         Ruilen van een standplaats: de locatie van een reeds toegekende standplaats verwisselen met een andere locatie.

         Standplaats: de op een marktplan ingetekende oppervlakte voor het te koop aanbieden op de openbare markt van goederen en/of diensten. Elke standplaats kan slechts ingetekend worden voor zover een vrije doorgang naar achtergelegen handelspanden van minstens twee meter wordt gerespecteerd.

         Standplaatshouder: de onderneming of organisatie aan wie een standplaats is toegekend.

         Gemeentelijke website: www.bertem.be

         Toelating organisatie: een toelating van de gemeente aan de verantwoordelijke van occasionele niet-commerciële verkoop zoals bedoeld in artikel 5, 1° van de wet op de ambulante handel.

         Vaste standplaats: een standplaats die door een abonnement is toegekend.

         Wachtlijst: register van geldige inschrijvingen met het oog op het bekomen van een nieuw abonnement of het ruilen of uitbreiden van een vaste standplaats.

         College: college van burgemeester en schepenen

         Gemeentelijk onthaal:
Tervuursesteenweg 178
3060 Bertem
016 49 99 99
onthaal@bertem.be

 

Artikel 2: Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op alle openbare markten op het grondgebied van de gemeente Bertem, onverminderd de hogere regelgeving over de organisatie van ambulante handel.

Dit reglement is niet van toepassing op ambulante handelsactiviteiten op de openbare weg buiten de openbare markten en markten ingericht als evenement.

 

Artikel 3: Inrichting van de openbare markt

§1. De gemeenteraad keurt de inrichting (marktdag, marktlocatie, thema, beginuur, einduur) van de volgende openbare markt goed:

Marktdag  donderdag

Marktlocatie  het lage deel van het Gemeenteplein te 3060 Bertem

Thema   Alle producten, behalve levende dieren

Beginuur  8.00 uur

Einduur  13.00 uur

§2. De goedgekeurde lokale openbare markten worden gepubliceerd op de gemeentelijke website.

 

Artikel 4: Bevoegdheden

§1 De gemeenteraad is bevoegd voor het goedkeuren van het gemeentelijk reglement.

§2 Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:

         het inrichten, wijzigen of stopzetten van een lokale openbare markt (onder meer plaats, tijdstip en thema);

         de vaststelling van de procedures rond de organisatie van de openbare markten voortvloeiende uit dit reglement, voor de openbare markt van de gemeente Bertem;

         de organisatie van de openbare markt, waaronder het marktplan en de begin- en einduren;

         de occasionele wijziging van een bovenlokale openbare markt: plaats, tijdstip, thema, schorsing, ...;

         de toekenning, weigering of wijziging van abonnementen;

         de praktische organisatie van de marktcommissie.

§3 De burgemeester is bevoegd voor:

         toelating of weigering van een organisatie.

 

Artikel 5: Feestdagen

In principe gaat de openbare markt ook door op de feestdagen.

Het college kan, op voorstel van de marktleider, en na consultatie van de kraamhouders beslissen om de markt niet te laten doorgaan op een bepaalde feestdag. Er is geen recht op schadevergoeding en/of terugbetaling van abonnementen in dit geval.

 

Artikel 6: Voorbehouden standplaatsen

Minimaal vijf procent van het totaal aantal standplaatsen op een marktplan worden als standplaatsen voorbehouden voor en in onderstaande volgorde toegekend aan:

1)     organisaties in het bezit van een toelating organisatie

2)     ondernemingen door middel van loting

 

Artikel 7: Communicatie

§1. De communicatie tussen de gemeente en de ondernemingen of organisaties verloopt bij voorkeur via de gemeentelijke website.

§2. Elke onderneming of organisatie die een standplaats wenst te bekomen of al een abonnement heeft, maakt een geldig e-mailadres kenbaar via de gemeentelijke website.

§3 Elke onderneming of organisatie is verplicht om elke wijziging betreffende haar onderneming of organisatie onmiddellijk door te geven via het e-formulier op de gemeentelijke website.

§4 Niet-elektronische aanvragen kunnen via het onthaal van de gemeente worden ingediend.

 

Artikel 8: Marktleiding

§1 Elke onderneming of organisatie die een standplaats op de openbare markt inneemt of wil innemen, moet de richtlijnen van de marktleider onmiddellijk opvolgen.

§2 De marktleiders zijn altijd gemachtigd om onder meer:

         de verplichte documenten conform de hogere wetgeving en de identiteit van elke standplaatshouder te controleren;

         de loting te organiseren;

         de toegekende standplaatsen op de marktdag zelf van locatie te wijzigen of te laten inkrimpen omwille van uitzonderlijke omstandigheden (bijvoorbeeld wegenwerken, werken van openbaar nut, andere door de gemeente toegelaten activiteiten of evenementen, slechte weersomstandigheden, ...);

         inbreuken vast te stellen door middel van een verslag dat aanleiding kan geven tot maatregelen;

         de inname van standplaatsen te verbieden bij vaststelling van inbreuk(en) op de toepasselijke regelgeving;

         de dagretributie voor een standplaats te ontvangen.

 

Artikel 9: Algemene voorwaarden

§1 Elke onderneming of organisatie die een standplaats op de openbare markt(en) inneemt of wenst te bekomen, moet naast haar machtigingen ambulante handel steeds minstens de in de hogere wetgeving bepaalde documenten kunnen voorleggen.

§2 Elke onderneming of organisatie die een standplaats op de openbare markt(en) inneemt of wenst in te nemen, heeft

         geen vervallen schulden bij de gemeente met betrekking tot de markten, behalve ingeval van een lopend afbetalingsplan dat correct wordt nageleefd;

         in het jaar voorafgaand aan de aanvraag geen intrekking van het abonnement of de toelating organisatie en/of verbod tot deelname aan de lotingen opgelegd gekregen met betrekking tot de Bertemse markt.

 

Artikel 10: Bepalingen standplaats

§1 De grootte van de standplaatsen is vastgelegd in het marktplan.

§2 Voertuigen mogen in de standplaats geïntegreerd worden op voorwaarde dat ze:

         worden opgesteld binnen de afmetingen van de toegekende standplaatsen;

         zodanig worden opgesteld dat ze aan de kant van de wandelgang(en) volledig omringd zijn door de koopwaar van de onderneming zodat ze aan het zicht onttrokken zijn voor de bezoekers van de openbare markt.

§3 Elke standplaatshouder neemt de nodige maatregelen om te voorkomen dat hij hinder veroorzaakt aan de omliggende standplaatshouders.

§4 Een standplaats wordt toegekend aan een specifieke onderneming of organisatie en mag niet worden ingenomen door andere ondernemingen of organisaties tenzij op bevel of met toelating van de marktleider.

 

Artikel 11: Productcategorieën

§1 Per standplaats moet een onderneming of organisatie minstens 80% van de oppervlakte van de uitgestalde producten/diensten gebruiken voor de verkoop van producten/diensten uit 1 hoofdcategorie en maximaal 20% voor de verkoop van producten/diensten uit andere categorieën.

De categorieën zijn de volgende:

1)     Verse groenten en fruit

2)     Vlees, wild en gevogelte

3)     Brood en/of banket

4)     Vis en visproducten

5)     Kaas en zuivelproducten (al dan niet samen met eieren)

6)     Bereide voeding en drank voor consumptie ter plaatse (hamburgers, worsten, loempia’s, belegde broodjes, ijs, warme wafels, pannenkoeken, karakollen, dranken...)

7)     Olijven, noten, gedroogde vruchten, tapas, kruiden, borrelhapjes en voedingsspecialiteiten

8)     Voeding (met uitsluiting van voormelde categorieën)

9)     Kledij, werkkledij en accessoires (met uitzondering van tweedehandskledij)

10)Bloemen, planten, plantgoed en toebehoren (bloempotten, wenskaartjes...)

11)Klein antiek en brocante

12)Demonstratieartikelen

13)Huishoudartikelen

14)Lederwaren (incl. schoenen en handtassen)

15)Speelgoed

16)Hobbyartikelen en –benodigdheden

17)Elektronica en muziekproducten

18)Kunstbloemen

19)Andere producten die niet tot bovenstaande categorieën behoren (verzorgingsproducten, rookwaren, sterke drank...)

§2 De productcategorie 12 “Demonstratieartikelen” zijn producten waarvan de kwaliteit wordt aangeprezen en/of het gebruik wordt uitgelegd, door middel van argumenten en demonstraties, gericht op een betere bekendheid bij het publiek om de verkoop ervan te promoten.

Per marktdag mogen maximaal twee verschillende, maar gerelateerde artikelen samen verkocht worden.

 

Artikel 12: Quota

Er geldt een beperking op volgende categorieën van producten:

         1. Verse groenten en fruit: maximaal vier kramen gelijktijdig op de markt waarvan twee voorbehouden voor producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.

         6. Snacks: Maximaal twee kramen met wafels en/of schepijs en/of warme snacks zoals hamburgers, hotdogs, frieten, braadworst, pensen, etc. gelijktijdig op de markt.

         Alle andere productcategorieën: maximaal één kraam gelijktijdig op de markt.

 

 

Hoofdstuk 2 Abonnement

 

Afdeling 1 Aanvraagprocedure nieuwe abonnementen

 

Artikel 13: Bekendmaking vrije standplaatsen

Op de gemeentelijke website wordt een overzicht gegeven van de nog vrije vaste standplaatsen.

 

Artikel 14: Inschrijvingsprocedure wachtlijst

§1 Om in aanmerking te komen voor een nieuw abonnement voor een standplaats, moet de onderneming zich laten registreren op de wachtlijst van de openbare markt via het e-formulier (eventueel in te vullen aan het gemeentelijk onthaal).

§2 De aanvraag is onvolledig wanneer er documenten en gegevens, vermeld in het aanvraagformulier, ontbreken. De aanvrager beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen na mededeling van de onvolledigheid van het dossier, om de ontbrekende documenten of gegevens in te dienen.

§3 De registratie is 1 jaar geldig en geldt uitsluitend voor de opgegeven hoofdproductcategorie. De onderneming die haar registratie op deze wachtlijst jaarlijks wenst te verlengen met behoud van de originele registratiedatum, moet op eigen initiatief haar registratie verlengen via het e-formulier en dit ten vroegste 60 en ten laatste 14 kalenderdagen vóór de verjaardag van de originele registratiedatum.

§4 Een onderneming kan een aanvraag voor een eerste registratie op een wachtlijst of een verlenging ervan via een e-formulier indienen op voorwaarde dat zij

         voldoet aan Artikel 9 Algemene voorwaarden uit dit reglement;

         niet reeds in het bezit is van een abonnement op de markt;

         voldoet aan alle voorwaarden die verband houden met de exploitatie van de onderneming.

§5 Zodra een onderneming geregistreerd is op de wachtlijst, kan deze registratie niet meer gewijzigd worden.

§6 De burgemeester kan bepalen dat nader te bepalen documenten overhandigd moeten worden.

 

Afdeling 2 Toekennings -en wijzigingsprocedure abonnementen

 

Artikel 15: Toekenningsvolgorde nieuwe abonnementen en wijzigingen (ruilen en uitbreiden)

§1 Het college kent aan een onderneming maximaal 1 abonnement voor vaste standplaatsen toe. Hierop zijn geen uitzonderingen mogelijk.

§2 Abonnementen worden toegekend door het college volgens onderstaande volgorde van categorie en vervolgens in chronologische volgorde van registratie op de wachtlijst:

Categorie 1: Ondernemingen geregistreerd op de wachtlijst waarvan het abonnement werd opgezegd door de gemeente zoals bepaald in Artikel 25 Opzeg door de gemeente, op voorwaarde dat de nieuwe aanvraag werd ingediend binnen de 6 maanden na de datum van kennisgeving van de opzeg.

Categorie 2: Ondernemingen geregistreerd op de wachtlijst voor een nieuw abonnement met een hoofdproductcategorie waarvoor op de gewenste openbare markt nog geen abonnement is toegekend.

Categorie 3: Ondernemingen die geregistreerd zijn op de wachtlijst en die niet vallen onder categorie 1 of 2

§3 Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven:

a) voorrang wordt gegeven aan de aanvrager die de hoogste anciënniteit op de markten van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteit niet kan vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;

b) voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting op basis van de aangeboden producten, met het oog op het nastreven van een maximale variatie van producten in het algemene aanbod.

c) bij loting.

§4 Een onderneming die een abonnement bekomt op basis van categorie 2 (hoofdproductcategorie) moet gedurende minstens 1 jaar na de ingangsdatum van dat abonnement uitsluitend dezelfde hoofdproductcategorie verkopen. Indien de onderneming in die periode andere producten verkoopt, in strijd met Artikel 11 Productcategorieën, kan het abonnement ingetrokken worden.

§5 De betaling van een retributie impliceert op generlei wijze een toekenning van een abonnement.

§6 Het college weigert de aanvraag voor een nieuw abonnement of een aanvraag voor het ruilen of uitbreiden van een reeds toegekende standplaats indien niet voldaan is aan Artikel 9 Algemene voorwaarden van dit reglement.

§7 Het college kan een nieuw abonnement of een ruiling of uitbreiding van een reeds toegekende standplaats weigeren om redenen van algemeen belang, openbare orde of veiligheid. Het college beslist over het behoud van de chronologische volgorde op de wachtlijst.

 

Artikel 16: Geldigheidsduur van het abonnement

§1 Het abonnement gaat in bij de start van het eerstvolgende nieuwe kwartaal na toekenning (1 januari; 1 april; 1 juli; 1 oktober).

§2 Het abonnement is geldig gedurende 12 maanden. Het abonnement wordt stilzwijgend verlengd met dezelfde termijn, tenzij het abonnement werd opgezegd, vervallen of ingetrokken conform Artikel 24 Opzeg door de onderneming, Artikel 25 Opzeg door de gemeente, Artikel 26 Verval van rechtswege of Artikel 57 Sancties van huidig reglement.

 

Artikel 17: Ruilen van een standplaats

§1 De abonnementhouder kan via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal een aanvraag indienen voor het ruilen van zijn toegekende standplaats volgens de inschrijvingsprocedure bepaald in Artikel 14 Inschrijvingsprocedure wachtlijst.

§2 Twee abonnementhouders met eenzelfde grootte van standplaats kunnen onderling ruilen mits voorafgaande goedkeuring door het college. De aanvraag hiertoe gebeurt via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal.

 

Artikel 18: Wijziging hoofdproductcategorie

§1 De abonnementhouder kan maximaal 1 keer per abonnementsperiode een wijziging van de toegekende hoofdproductcategorie aanvragen, behoudens de beperkingen in dit reglement. De aanvraag gebeurt via een e-formulier, uiterlijk 30 kalenderdagen voor de start van het eerstvolgende nieuwe kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober) en gaat in bij de start van dit kwartaal.

§2 Het college keurt de aanvraag goed of weigert deze gemotiveerd om redenen van algemeen belang.

§3 Bij toekenning van een wijziging van hoofdproductcategorie kan het college de abonnementhouder eenzijdig een andere standplaats toewijzen op de openbare markt.

 

Artikel 19: Register van de standplaatsen toegekend per abonnement

De gemeente houdt een register bij waarin voor elke standplaats toegekend per abonnement vermeld staat:

         de maatschappelijke naam, maatschappelijk adres en het ondernemingsnummer van de onderneming aan wie de standplaats is toegekend;

         de hoofdproductcategorie die te koop aangeboden wordt;

         de datum van toekenning van de standplaats.

 

Artikel 20: Bekendmaking en aanvaarding/weigering van toekenning en wijziging abonnement

§1 Elke toekenning van een nieuw abonnement (inclusief productwijziging), een goedkeuring voor het ruilen of uitbreiden van de huidige standplaats of de weigering ervan wordt meegedeeld middels een per post aangetekend schrijven.

§2 De toekenning van een nieuw abonnement met de daarbij horende standplaats is pas definitief zodra de onderneming de verplichte documenten digitaal heeft ingediend. De documenten moeten uiterlijk binnen de 30 kalenderdagen na de datum van verzending van de beslissing tot toekenning ingediend zijn. Bij gebreke aan tijdige ontvangst van deze documenten, wordt het abonnement geacht geweigerd te zijn.

§3 Een onderneming kan een toekenning van een goedkeuring tot het ruilen van een bestaande standplaats eenmalig weigeren via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal met behoud van haar registratie op de wachtlijst. Bij een tweede weigering door de onderneming beslist het college in hoeverre de registratie op de wachtlijst kan behouden blijven.

 

Afdeling 3 Extra modaliteiten abonnement

 

Artikel 21: Aanwezigheid

§1 Een onderneming mag in de loop van een kalenderjaar maximaal 6 marktdagen per markt afwezig zijn, waarvan maximaal 3 marktdagen binnen zes aaneengesloten maanden.

§2 Het college kan omwille van een gegronde en gemotiveerde reden (bijvoorbeeld langdurige ziekte...) een uitzondering op §1 toestaan aan een onderneming, na voorlegging van bewijsstukken.

§3 In afwijking van artikel 32 van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante handel blijven tijdens alle afwezigheden, zoals bepaald in §1 en §2, de verplichtingen van de onderneming, die uit het abonnement voortvloeien, gelden.

Afwezigheid kan niet leiden tot terugbetaling van de retributie.

§4 Het college heeft het recht de abonnementhouder eenzijdig een andere standplaats toe te wijzen op de markt naar aanleiding van ongewettigde afwezigheden omdat de termijn zoals bedoeld in §1 werd overschreden en er hiervoor geen gegronde reden voor was, zoals bepaald onder §2.

 

Artikel 22: Seizoensgebonden ambulante activiteiten (KB art. 37)

Een seizoensgebonden ambulante activiteiten is een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.

 

De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van seizoensgebonden activiteit worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit. Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse standplaatsen.

 

Afdeling 4 Overdracht en beëindiging van het abonnement

 

Artikel 23: Overdracht door de onderneming

§1 Een onderneming (overdrager) kan haar abonnement met de daarbij horende standplaats overdragen naar een andere onderneming (overnemer) indien:

         er in het voorgaande kalenderjaar voor de aanvraag van de overdracht geen overdracht van hetzelfde abonnement plaatsvond;

         de overnemer voldoet aan Artikel 9 Algemene voorwaarden van dit reglement;

         de overnemer geen abonnement op deze openbare markt heeft;

         beide ondernemingen voldoen aan de voorwaarden bepaald in de hogere wetgeving op het moment van overdracht.

§2 De onderneming die overdraagt, vraagt de overdracht aan via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal. De overnemer wordt op de hoogte gebracht van de aanvraag en moet deze aanvraag tot overdracht digitaal en uiterlijk 14 kalenderdagen na ontvangst ervan bevestigen.

§3 Indien het aanvraagdossier onvolledig is, wordt de overdrager hiervan via e-mail in kennis gesteld. Het dossier moet uiterlijk 14 kalenderdagen na datum van deze kennisgeving vervolledigd zijn.

§4 De aanvraag tot overdracht moet ten laatste 14 kalenderdagen vóór het einde van de lopende facturatieperiode volledig ingediend zijn.

§5 Een volledige aanvraag van een overdracht wordt goedgekeurd of geweigerd door het college. Indien de overnemer de aanvraag tot overdracht niet bevestigt binnen de in §2 voorziene termijn, wordt de aanvraag geacht geweigerd te zijn. De toekenning of weigering van de overdracht wordt via aangetekend schrijven aan de overnemer en via email aan de overdrager bekend gemaakt.

§6 De overdracht van het abonnement vangt aan op 1 januari of 1 juli. De overnemer kan na toekenning van de overdracht de standplaats reeds innemen vóór de ingangsdatum op voorwaarde dat hij dezelfde hoofdproductcategorie verkoopt als de overdrager en hij de schriftelijke toestemming van de overdrager heeft. Deze schriftelijke toestemming moet op eerste verzoek aan de marktleider voorgelegd worden.

§7 De overnemer moet gedurende minstens 1 jaar na de ingangsdatum van de overdracht uitsluitend dezelfde hoofdproductcategorie verkopen als dat van de overdrager gedurende het laatste jaar vóór de overdracht. Indien de overnemer in die periode andere producten verkoopt, in strijd met Artikel 11 Productcategorieën, kan het abonnement ingetrokken worden.

Het college kan de overdracht naar een andere hoofdproductcategorie toelaten mits grondig gemotiveerde aanvraag.

§8 Indien de overnemer door de overname in het bezit komt van een abonnement, dan vervallen zijn lopende inschrijvingen en registraties voor nieuwe standplaatsen op de wachtlijst van diezelfde openbare markt.

§9 De overnemer neemt alle verplichtingen en rechten over van de overdrager, behalve de vervallen en niet vervallen schulden tegenover de gemeente in hoofde van de overdrager voor het moment van de overdracht.

§10 De ondernemingen kunnen vanaf de ontvangstdatum van een aanvraag tot overdracht van een abonnement door de gemeente geen wijzigingen (ruilen, hoofdproductcategorie) voor dit abonnement meer aanvragen tot het ogenblik dat de overdracht aan de overnemer ingaat.

 

Artikel 24: Opzeg door de onderneming

§1 Een onderneming kan haar abonnement opzeggen vóór de vastgelegde vervaldagen: 31 maart; 30 juni; 30 september; 31 december. De opzeg moet ten laatste 30 kalenderdagen vóór de gekozen vervaldag ontvangen worden door de gemeente.

§2 De onderneming kan haar abonnement in volgende omstandigheden zonder opzegtermijn opzeggen:

         definitieve onmogelijkheid tot het voeren van handel wegens ziekte, ongeval of overmacht, mits voorlegging van een medisch attest of bewijs van overmacht;

         overlijden van (één van) de zaakvoerder(s), mits voorlegging van een bewijs van overlijden door de erfgenamen van de zaakvoerder en een attest of akte van erfopvolging.

§3 Het abonnement eindigt op de eerstvolgende vervaldag volgend op de ontvangstdatum van de opzeg.

§4 De opzeg gebeurt via een e-formulier of via het gemeentelijk onthaal.

§5 De onderneming kan na ontvangst van de opzeg van een abonnement door de gemeentegeenwijzigingen (ruilen, hoofdproductcategorie) voor dit abonnement aanvragen. De opzeg is onherroepelijk zodra de gemeente de aanvraag ontvangen heeft.

 

Artikel 25: Opzeg door de gemeente

§1 Het college kan de abonnementen van de openbare markt(gedeelte) opzeggen in geval van:

         een beslissing tot wijziging van de markt;

         de beslissing tot opheffing van de markt.

§2 Indien een abonnement wordt opgezegd, voorziet de gemeente in een opzegtermijn van minstens 6 maanden, tenzij in geval van hoogdringendheid. Het abonnement wordt per aangetekend schrijven opgezegd.

 

Artikel 26: Verval van rechtswege

Het abonnement vervalt van rechtswege:

         bij faillissement van de onderneming;

         indien de onderneming niet beschikt over een geldige machtiging ambulante activiteiten als werkgever.

 

Hoofdstuk 3 Toelating organisatie

 

Artikel 27: Aanvraag

§1 Een organisatie kan voor een occasionele niet-commerciële verkoop een standplaats op de markt aanvragen. De aanvrager moet voldoen aan de voorwaarden bepaald in de hogere wetgeving.

§2 De aanvraag wordt ten minste 14 kalenderdagen op voorhand ingediend via het e-formulier of via het gemeentelijk onthaal.

Indien het aanvraagdossier onvolledig is, krijgt de organisatie na de verwittiging door de gemeente 7 kalenderdagen om het te vervolledigen.

 

Artikel 28: Toekenning

§1 Per marktdag wordt maximaal 1 organisatie voor een niet-commerciële verkoop toegelaten. Indien er meerdere aanvragen zijn voor eenzelfde marktdag, wordt de toelating verleend op basis van de chronologische volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen.

§2 Het college kan een aanvraag gemotiveerd weigeren, bijvoorbeeld omwille van de drukke bezetting op de openbare markt, bij ernstige aanwijzingen van commerciële verkoop of bij bedreiging van de openbare rust en veiligheid. Deze opsomming is niet-limitatief.

§3 In geval van goedkeuring ontvangt de organisator een digitale toelating van het college voor een bepaalde marktdag.

§4 Een organisatie kan maximaal 2 keer per jaar een toelating krijgen.

§5. De toelating moet op eerste verzoek worden voorgelegd aan de marktleider.

§6 Het college kan te allen tijde aan de vereniging vragen om bewijsstukken in te leveren over de aanwending van de opbrengst uit de verkoop op de openbare markt(-en).

 

Hoofdstuk 4 Uitbreiding per dag en loting van losse standplaats

 

Artikel 29: Uitbreiding per dag

§1 Wanneer er bij het officiële beginuur van de openbare markt nog standplaatsen vrij liggen, mag elke standplaatshouder voor de aanvang van de loting een uitbreiding van zijn standplaats vragen aan de marktleider zolang het maximaal aantal toegestane standplaatsen per onderneming niet is bereikt en voor zover voldoende standplaatsen voorbehouden blijven volgens Artikel 6 Voorbehouden standplaatsen.

§2 De aanvraag om uitbreiding per dag wordt per marktdag als onherroepelijk beschouwd en kan niet meer worden ingetrokken na goedkeuring van de marktleider.

§3 De afwezige abonnementhouder waarvan de standplaatsen werden toegekend als uitbreiding per dag aan een andere standhouder, heeft geen enkel recht op een schadevergoeding of terugbetaling van het abonnement.

§4 De extra standplaatsen mogen worden ingenomen na uitdrukkelijke goedkeuring van de marktleider én mogen enkel worden gebruikt om koopwaar op te stellen en te verkopen.

 

Artikel 30: Loting van losse standplaatsen

Losse standplaatsen zoals voorzien in Artikel 6 Voorbehouden standplaatsen worden toegekend door middel van loting.

Het aantal losse standplaatsen kan door de marktleider uitgebreid worden met standplaatsen die niet worden ingenomen door abonnementhouders. De loting vindt plaats in (bij sluiting, ter hoogte van) café 't Blok, Gemeenteplein 4, 3060 Bertem om 8.00 uur.

 

Artikel 31: Voorwaarden voor deelname aan de loting

Aan de deelname aan de loting zijn volgende voorwaarden verbonden:

1)     per ondernemingsnummer wordt slechts 1 inschrijving voor de loting toegestaan;

2)     een onderneming met een abonnement op dezelfde openbare markt mag niet deelnemen aan de loting voor deze openbare markt;

3)     de onderneming moet haar machtiging ambulante activiteiten als werkgever voorleggen, én de houder van deze machtiging moet persoonlijk aanwezig zijn en zich identificeren bij de marktleider door middel van zijn/haar identiteitskaart;

4)     de onderneming moet voor elke elektrische en gasinstallatie die ze gebruikt, op eerste verzoek geldige keuringsattesten kunnen voorleggen aan de marktleider;

5)     de onderneming heeft geen vervallen openstaande schulden bij de gemeente met betrekking tot de openbare markten, behalve ingeval van een lopend afbetalingsplan dat correct wordt nageleefd;

6)     de onderneming is in staat om de toegekende standplaats effectief in te nemen.

 

Artikel 32: Verloop van de loting

§1 Op het officiële beginuur van de markt gaat de loting van start.

§2 De aanwezige ondernemingen moeten zich kandidaat stellen bij de marktleider. De machtiging ambulante activiteiten als werkgever van de kandidaat-onderneming wordt door de marktleider in een ondoorzichtige houder gedeponeerd. Tijdens deze handeling kunnen zich nog nieuwe kandidaat-ondernemingen aanbieden.

§3 Zodra de marktleider overgaat tot de trekking, worden geen nieuwe kandidaat-ondernemingen meer toegelaten tot de loting.

De marktleider trekt één voor één de machtigingen, waarbij hij/zij de naam van de getrokken onderneming afroept en deze volgorde ondubbelzinnig noteert.

§4 Na de trekking verdeelt de marktleider de losse standplaatsen in de volgorde uit de loting, en dit rekening houdende met eventuele specifieke noden van de onderneming.

§5 De marktleider kent maximaal 1 losse standplaats per onderneming toe.

§6 Wanneer na de loting nog vrije standplaatsen zouden overblijven, mag elke onderneming (zowel vaste als losse handelaars) nog uitbreiding van haar standplaats vragen aan de marktleider. Hierbij gelden de regels uit Artikel 29 Uitbreiding per dag § 1 tot en met 4 en moet rekening gehouden worden met de voorwaarden uit Artikel 10 Bepalingen standplaats.

 

Hoofdstuk 5 Gedragsregels

 

Artikel 33:

Koopwaren die bedoeld zijn om op de openbare markt te verkopen, mogen tijdens het vervoer naar en van de openbare markt niet elders op de openbare weg te koop aangeboden of verkocht worden.

 

Artikel 34:

§1 Behalve in uitzonderlijke omstandigheden en mits toestemming van de burgemeester of zijn afgevaardigde, mag de onderneming of organisatie zich vanaf twee uur voor officieel beginuur op het marktterrein begeven. Hij moet de standplaats(en) onmiddellijk innemen. De onderneming of organisatie mag luifels slechts een half uur vóór de aanvang van de markt openen. De onderneming of organisatie die haar koopwaar niet heeft afgeladen op het openingsuur, mag die pas verkopen nadat het afladen volledig beëindigd is.

§2 Elke onderneming of organisatie mag haar al wachtende klanten nog bedienen tot ten laatste 13.30 uur op de wekelijkse markt.

 

Artikel 35:

De onderneming of organisatie die zich als eerste op het marktterrein begeeft, sluit het marktterrein af met de marktafsluitingen die de gemeente levert. Elke volgende onderneming of organisatie die het marktterrein betreedt, sluit onmiddellijk het terrein weer af met dezelfde marktafsluitingen.

 

Artikel 36:

De onderneming of organisatie moet haar koopwaar en materiaal binnen de grenzen van de toegewezen standplaats(en) opstellen. De uitsprong van het tentdak mag geen hinder veroorzaken voor het publiek.

De uitklapbare panelen van de verkoopwagens moeten altijd onmiddellijk kunnen gesloten worden.

 

Artikel 37: Het is verboden het marktkraam of onderdelen ervan in de grond te verankeren.

 

Artikel 38:

§1 Geen enkel vervoermiddel mag langer aanwezig zijn in de wandelwegen of doorgangen voor het publiek op het marktterrein dan de tijd nodig voor lossen en laden.

§2 Een abonnementhouder mag een voertuig gebruiken gedurende niet langer dan een halfuur na het begin van de openbare markt.

§3 Een onderneming die een losse standplaats inneemt of organisatie mag een voertuig gebruiken gedurende niet langer dan één uur na het begin van de openbare markt.

§4 Afwijkingen zijn mogelijk als de burgemeester of zijn afgevaardigde bijzondere toestemming geeft.

 

Artikel 39:

De voertuigen gebruikt door de ondernemingen die (een) losse standplaats(en) willen innemen, mogen voor aanvang van de loting niet op het marktterrein geplaatst of geparkeerd worden. Enkel de ondernemingen die een plaats toegewezen gekregen hebben, mogen na de loting hun voertuig volgens de instructies van de marktleider op het marktterrein plaatsen.

 

Artikel 40:

Bezoekers van de markt mogen zich niet al rijdend op de openbare markt begeven met een rijwiel, motorrijwiel of motorvoertuig.

 

Artikel 41:

De onderneming moet zijn waren aanprijzen en verkopen in zijn kraam.

 

Artikel 42:

Het is verboden een geluidsinstallatie te gebruiken. Enkel de verkopers van geluidsdragers (cd's en dergelijke) mogen een geluidsinstallatie gebruiken om klanten een stukje van een gekozen cd te laten horen, op voorwaarde dat de geluidssterkte niet meer dan 85 dBLAeq,1minuut is.

 

Artikel 43:

De geluidssterkte van motoren, gebruikt om elektriciteit op te wekken, mag niet meer dan 85dB LAeq,1minuut bedragen, gemeten op één meter afstand van de geluidsbron.

 

Artikel 44

Het is verboden om motoren van voertuigen te laten draaien tijdens de openingsuren van de markt.

 

Artikel 45:

De ondernemingen of organisaties die gebruik maken van winkelwagens, bak- en/of braadtoestellen, verwarmingstoestellen en andere, moeten altijd de vereiste geldige keuringsattesten kunnen voorleggen. Hieruit moet blijken dat hun elektrische installatie, hun bak- en braadtoestellen en/of hun gasinstallaties goedgekeurd zijn door een onafhankelijk erkend keuringsorganisme.

 

Artikel 46:

§1 Uitbaters van een handelszaak, gelegen aan een marktterrein, mogen tijdens de markturen koopwaar op het voetpad en/of autovrije zone vóór hun winkel uitstallen en verkopen, als het college schriftelijk en vooraf toestemming geeft.

§2 Dit is niet toegelaten als op die plaats marktstandplaatsen voor exploitatie zijn toegewezen. Dit is ook niet toegelaten op veiligheids- of branddoorgangen.

§3 De uitbaters moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

         in regel zijn met de reglementen op de belasting om voorwerpen op de openbare weg uit te stallen;

         alleen koopwaren uitstallen die zij normaal in hun handelszaak verkopen;

         enkel het koopwaar verkopen dat zij normaal in hun handels-/horecazaak verkopen;

         de toelating niet aan derden afstaan.

 

Artikel 47:

§1 Mits schriftelijke en voorafgaande toestemming van het college, mogen uitbaters van een horecazaak, gelegen aan een marktterrein, tijdens de markturen tafels en stoelen op het voetpad vóór hun horecazaak plaatsen.

§2 Dit is niet toegelaten als op die plaats marktstandplaatsen voor exploitatie toegewezen zijn. Dit is ook niet toegelaten op veiligheids- of branddoorgangen.

§3 Zij moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

         in regel zijn met de belasting op het plaatsen van tafels en stoelen op de openbare weg;

         geen hinder veroorzaken voor markthandelaars of bezoekers van de openbare markt;

         het gedeelte van het voetpad dat ze in gebruik nemen, voor hun eigen zaak gebruiken.

 

Artikel 48:

Bij overtreding van de wetgeving inzake hygiëne moet de onderneming of organisatie op bevel van de burgemeester of zijn afgevaardigde onmiddellijk zijn verkoopactiviteit op de openbare markt stopzetten.

 

Artikel 49:

De onderneming of organisatie moet bij het einde van de openbare markt al het afval verwijderen en meenemen dat voortvloeit uit zijn marktactiviteit.

De kramen of wagens moeten altijd zodanig zijn ingericht dat geen vloeistoffen op de grond lopen. In geen geval mag afval gedeponeerd worden in de publieke vuilbakken van de gemeente.

 

Artikel 50:

§1 De abonnementhouder of organisatie moet zijn standplaats uitbaten vanaf het officiële openingsuur tot het officiële sluitingsuur van de openbare markt. De marktplaatsen die op het openingsuur van de openbare markt niet ingenomen zijn, zullen mee verloot worden in de loting.

§2 Ondernemingen die een losse standplaats innemen, moeten hun standplaats uitbaten vanaf ten laatste één uur na het officiële aanvangsuur van de openbare markt tot het officiële sluitingsuur van de openbare markt.

§3 Een onderneming of organisatie mag slechts vanaf het sluitingsuur zijn kraam of wagen verplaatsen of het marktterrein oprijden met eender welk voertuig.

 

Artikel 51:

Alle kramen, voertuigen, koopwaren en alle andere voorwerpen moeten van het marktterrein ten laatste om anderhalf uur na het officiële sluitingsuur van de markt verwijderd zijn.

 

Artikel 52:

Elke onderneming of organisatie die na het sluitingsuur van de openbare markt het marktterrein afrijdt, sluit het marktterrein weer af met de door de gemeente geleverde marktafsluitingen, zodra zij het terrein afgereden is.

 

Artikel 53:

De onderneming of organisatie moet te allen tijde voldoen aan de bepalingen van het politiereglement van de gemeente Bertem zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 maart 2018.

Organisaties mogen geen gasflessen op de openbare markt gebruiken.

 

Hoofdstuk 6 Inrichting van de openbare markt: occasionele wijziging

 

Artikel 54: Occasionele schorsing of verplaatsing van een openbare markt(gedeelte)

§1 Het college kan een openbare markt(gedeelte) tijdelijk schorsen of verplaatsen omwille van onder meer een kermis, evenement of werken.

§2 Bij een tijdelijke schorsing of verplaatsing van een openbare markt(gedeelte) heeft de ondernemer geen recht op schadevergoeding.

§3 Bij de tijdelijke schorsing of verplaatsing van een openbare markt(gedeelte) vervalt de verplichting van voorbehouden standplaatsen bepaald in Artikel 6 Voorbehouden standplaatsen.

 

Artikel 55: Ruilen van een abonnement op initiatief van de gemeente

§1 In uitzonderlijke omstandigheden die een impact hebben op één of meerdere standplaatsen (wegens werken, veiligheidsredenen, kleine aanpassingen aan de marktlocatie...) of na een eventuele evaluatieperiode waarin de gemeente kan voorzien bij de oprichting van een nieuwe openbare markt of het invoeren van een nieuw marktplan, kan het college aan de abonnementhouder voorstellen zijn standplaats te ruilen via aangetekend schrijven per post.

§2 Indien de abonnementhouder niet akkoord gaat met het ruilen van de standplaats, dan dient hij bezwaar aan te tekenen via de gemeentelijke website binnen 14 kalenderdagen na de kennisgeving van het college of via aangetekend schrijven.

§3 Indien de onderneming geen bezwaar heeft aangetekend tegen het ruilen van de standplaats, dan geldt het voorstel van het college als definitieve toekenning van de standplaats.

§4 Indien de abonnementhouder dit voorstel niet aanvaardt, wordt het bestaande abonnement opgezegd met een opzegtermijn van minimaal 6 maanden, tenzij in geval van hoogdringendheid.

§5 In geval van hoogdringendheid kan van deze procedure worden afgeweken.

 

Hoofdstuk 7 Toezicht en handhaving

 

Artikel 56: Toezicht

§1 De onderneming of organisatie moet de onderrichtingen van de burgemeester, het college of de afgevaardigde naleven. Zij dient zich tegenover het publiek en de gemeenteafgevaardigden correct te gedragen.

§2 Door de gemeente of één van haar organen verstrekte vergunningen en/of toelatingen moeten op eerste verzoek worden voorgelegd aan de politie en bevoegde ambtenaren.

 

Artikel 57: Sancties

§1 Elke overtreding van dit marktreglement wordt bestraft met:

         een administratieve schorsing of intrekking van een door de gemeente of haar organen afgeleverde toelating of vergunning; of

         een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting; of

         een weigering van een toekomstige aanvraag.

§2 Meer bepaald kan het college een of meerdere abonnementen van een onderneming schorsen of intrekken, onder meer:

         in geval van een afwezigheid die langer duurt dan Artikel 21 Aanwezigheid §1 en die niet gemotiveerd werd zoals bepaald in Artikel 21 Aanwezigheid §2;

         in geval van herhaalde niet-betaling van retributies met betrekking tot de openbare markten binnen de voorziene termijn of het niet correct naleven van het afbetalingsplan;

         indien de inname van een standplaats aanleiding geeft tot enige andere vorm van openbare ordeverstoring, met inbegrip van overlast;

         in geval van verschillende en/of herhaalde vaststellingen waaruit blijkt dat niet meer voldaan is aan de voorwaarden vermeld in dit reglement.

De sancties opgelegd door het college worden met een aangetekende brief ter kennis gebracht van de overtreder. Het niet naleven van een administratieve sanctie van het college wordt bovendien bestraft met één van de hierboven voorziene sancties.

§3 Een onderneming van wie een abonnement wordt ingetrokken, mag gedurende 1 jaar na de intrekking geen aanvraag voor een nieuwe standplaats of een aanvraag tot ruiling of uitbreiding van haar standplaats indienen, niet deelnemen aan de loting en al haar lopende registraties op de wachtlijst vervallen.

 

Artikel 58: Maatregelen

§1 De burgemeester kan bijkomende maatregelen treffen of afwijkende voorwaarden opleggen indien de openbare orde dat vereist.

§2 Indien bevelen van de burgemeester niet worden uitgevoerd, kan de burgemeester van ambtswege op kosten en risico van degene die in gebreke gebleven is, tot uitvoering laten overgaan.

§3 Het niet naleven van het bevel van de burgemeester wordt bovendien bestraft met de in Artikel 57 Sancties voorziene administratieve sancties.

§4 In de gevallen zoals bepaald in dit artikel heeft de onderneming of organisatie geen recht op schadevergoeding.

 

Artikel 59: Ambulante handel buiten markt

Op een afstand van 300 meter buiten de contouren van het marktplan is er tijdens de wekelijkse markt (tussen 8 en 13 uur) geen ambulante activiteit toegelaten.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING RUILAKTE TUSSEN VMW EN GEMEENTE BERTEM IN HET KADER VAN DE REALISERING VAN SPORTPARK VERONA.

 

Voorgeschiedenis

  • Het schattingsverslag van 3 mei 2017, opgesteld door landmeter-expert Jan Bogaerts, met het oog op de ruiling van dit perceel grond 3de afdeling sectie D nr. 168C.
  • Het schattingsverslag van 4 mei 2017, opgesteld door landmeter-expert Jan Bogaerts, met het oog op de aankoop van de percelen grond 3de afdeling sectie D nrs. 175L en 176D.
  • Overleg van 26 februari 2018 met Heleen Hulpiau van De Watergroep betreffende de ruiling van de gronden.
  • E-mail van 17 april 2018 van Heleen Hulpiau waarin ze aangeeft dat De Watergroep niet meer zelf de aankopen van terrein afhandelt maar hiervoor een beroep doet op Afdeling Vastgoedtransacties.
  • Collegebesluit van 4 juni 2016 waarbij opdracht wordt gegeven aan Vastgoedtransacties om de akte voor te bereiden.
  • Verschillende besprekingen tussen De Watergroep, Vastgoedtransacties en gemeente Bertem betreffende de opleg en de berekening/interpretatie van de waardebepaling.
  • Collegebespreking van 6 juli 2020 waarbij de opleg wordt vastgelegd op 125 000 euro, ten voordele van de gemeente Bertem.
  • Gemeenteraadsbesluit van 23 februari 2021 waarbij de ruilakte wordt goedgekeurd.
  • E-mails van De Watergroep van 26 april 2021 en 25 mei 2021 met enkele wijzigingen die opgenomen moeten worden in de akte.

 

Feiten en context

  • De afdeling Vastgoedtransacties verzorgt in opdracht van andere openbare besturen de verwerving of de vervreemding van onroerende goederen. Sinds januari 2015 verloopt deze procedure volledig op Vlaams niveau. Op 1 januari 2015 werden de taken van het federale Aankoopcomité overgedragen naar de Vlaamse overheid, met name de afdeling Vastgoedtransacties binnen de Vlaamse Belastingdienst.
  • Afdeling Vastgoedtransacties heeft de ontwerpakte voor ruiling opgemaakt voor volgende percelen:
    • Perceel weiland (sub A), gekadastreerd onder afdeling 3, sectie D, nummer 168C, 47 a 47 ca groot volgens kadaster, eigendom van de CV Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (De Watergroep).
    • Perceel weiland (sub B), gekadastreerd onder afdeling 3, sectie D, nummer 175L, 62 a 8 ca groot volgens kadaster, eigendom van de gemeente Bertem.
    • Hoeve met aanhorigheden (sub B), gekadastreerd onder afdeling 3, sectie D, nummer 176D, 2 a 48 ca groot volgens kadaster, eigendom van de gemeente Bertem.
  • Sub A wordt geruild met sub B. Deze ruil kadert in de aanleg van sportinfrastructuur door de gemeente Bertem (RUP Verona) en het uitbreiden van grondwaterwinnings- en drinkwaterinfrastructuur door De Watergroep.
  • Gezien in de ondergrond van het perceel 168C ondergrondse leidingen gelegen zijn die eigendom blijven van De Watergroep, wordt de bovengrond belast met een erfdienstbaarheid.
  • Ook zijn op het perceel 168C nog 3 batterijputten en bijhorende laagdrukleidingen aanwezig die nog in exploitatie blijven tot minstens 18 december 2023 (einde milieuvergunning).
  • Afdeling Vastgoedtransacties heeft met de eigenaars een akkoord kunnen bereiken over de opleg. Er wordt door De Watergroep een opleg betaald van 125 000 euro aan de gemeente Bertem.

 

Juridische gronden

  • Artikel 2.9.6.0.3. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013
    Er wordt een vrijstelling van het verkooprecht verleend voor:
    1° de overdrachten in der minne van onroerende goederen ten algemenen nutte, aan (...) de gemeenten (...) en aan alle andere tot onteigening gerechtigde organen of personen.
    De gemeente verklaart dat de overdracht geschiedt voor algemeen nut, met name de onteigening voor de aanleg van sportinfrastructuur.
  • Decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex
    De Vlaamse Belastingdienst kan onroerende goederen verwerven en vervreemden voor rekening van de Vlaamse gemeenten. De Vlaamse commissarissen zijn o.m. bevoegd tot het verlijden van de authentieke administratieve akten als het goed in het overheidspatrimonium moet worden opgenomen. Bij het uitoefenen van hun bevoegdheden voeren de Vlaamse commissarissen alle taken uit die voor de verrichtingen nodig zijn volgens de onderrichtingen van de entiteit of de instelling die op hun diensten een beroep doet.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 19 december 2014 houdende de uitvoering van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex
    Dit besluit regelt o.m. de machtiging aan de Vlaamse minister bevoegd voor de financiën en de begrotingen, om de Vlaamse commissarissen aan te wijzen en om de de werkwijze van het decreet van 19 december 2014 te regelen.
  • Ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie van 12 januari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse commissarissen, vermeld in het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex
  • Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017
  • Artikel 41, tweede lid, 11° van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad is bevoegd voor alle onderwerpen van gemeentelijk belang.
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking m.b.t. onroerende goederen.

 

Argumentatie

Deze ruil kadert in de aanleg van sportinfrastructuur door de gemeente Bertem (RUP Verona) en het uitbreiden van de  grondwaterwinnings- en drinkwaterinfrastructuur door De Watergroep.

 

De ruilakte is goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 februari 2021. De Watergroep heeft net voor de ondertekening van deze akte nog een aantal aanvullingen in de akte gevraagd. Deze zijn van inhoudelijke aard waardoor de aangepaste akte opnieuw ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

0050-00/220000

€ 140 000

€ 125 000

 

 

Bijlagen

  • Ruilakte De Watergroep - gemeente Bertem

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de bijgevoegde ontwerpakte voor ruiling goed tussen het perceel afdeling 3, sectie D, nummer 168C, 47 a 47 ca groot, eigendom van De Watergroep en de percelen afdeling 3, sectie D, nummer 175L, 62 a 8 ca groot en afdeling 3, sectie D, nummer 176D, 2 a 48 ca groot, eigendom van de gemeente Bertem.

 

Artikel 2:

De ruiling gebeurt tegen een opleg van 125 000 euro ten voordele van de gemeente Bertem.

 

Artikel 3:

De algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad zijn gemachtigd de akte te ondertekenen.

 

Artikel 4:

De gemeenteraadsbeslissing van 23 februari 2021 waarbij de ruilakte werd goedgekeurd, wordt ingetrokken.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

NIEUWBOUW SCHOOLSITE LEEFDAAL. GOEDKEURING ONTWERPDOSSIER O.17933 NIEUWBOUW SCHOOL LEEFDAAL VOOR INDIENING BIJ AGION.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 27 september 2011 waarbij de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van de opdracht "Renovatie school Leefdaal" worden goedgekeurd.
  • Collegebesluit van 19 december 2011 waarbij de studieopdracht renovatie school Leefdaal gegund wordt aan STABO Cv.
  • Collegebesluit van 26 maart 2012 waarbij in het collegebesluit van 19 december 2011 de woorden STABO Cv vervangen zijn door de woorden THV STABO - AR-TE, nu Archipelago.
  • Gemeenteraadsbesluit van 24 september 2013 waarbij de gemeenteraad ervoor kiest om een nieuwbouw te realiseren.
  • Subsidieaanvraag bij AGION van 30 september 2013 voor het bekomen van infrastructuursubsidies voor de lagere school.
  • Gemeenteraadsbesluit van 18 november 2014 waarbij een addendum voor nieuwbouw aan de studieovereenkomst werd goedgekeurd.
  • Brief van 3 april 2019 waarbij de gemeente Bertem de subsidieaanvraag herbevestigt.
  • E-mail van OVSG van 20 december 2019 met melding dat het dossier school Leefdaal is opgenomen in de budgettering van OVSG als reservedossier 2021. Uiterste datum van indiening is 1 juli 2021.
  • Toelichting globaal ontwerpvoorstel site Leefdaal door architect tijdens collegezitting 24 augustus 2020.
  • Overleg met de kerkfabriek en vzw Parochiale Werken op 1 oktober 2020 en 7, 14 en 21 juni 2021 over het erfpacht voor de parochiezaal Leefdaal. Bijkomend overleg met de kerkfabriek op 5 mei 2021.
  • Gemeenteraadsbesluit van 24 november 2020 over de goedkeuring bouw kleuterschool via procedure promotiebouw en kennisgeving voorontwerpplannen site school Leefdaal.
  • Subsidieaanvraag bij AGION van 3 december 2020 voor het bekomen van infrastructuursubsidies voor de kleuterschool.
  • Brief van OVSG van 11 januari 2021 dat het dossier 0.17933 (nieuwbouw lagere school) opgenomen is op de prioriteitenlijst 2021.
  • Brief van Agion van 15 januari 2021 om een geactualiseerd dossier O.17933 te bezorgen tegen 1 juli 2021.
  • Gemeenteraadsbesluit van 23 februari 2021 en collegebesluit van 29 maart waarbij de plannen voor de omgevingsvergunningsaanvraag werden goedgekeurd.

 

Feiten en context

  • Het aanvraagdossier O.17933, nieuwbouw GBS Leefdaal, in te dienen bij Agion tegen 1 juli 2021 omvat:
    • geactualiseerd aanvraagformulier
    • het bewijs van zakelijk recht en kadastrale gegevens
    • het ontwerpdossier.
  • Architectenbureau Archipelago heeft het ontwerpdossier verder uitgewerkt. Het ontwerpdossier omvat de plannen, detailmeetstaat en de EPB-berekening voor het project O.17933. De kleuterschool en het polyvalent gebouw op dezelfde site zijn mee uitgewerkt. De detailmeetstaat is uitgesplitst voor de lagere school, de kleuterschool en het polyvalent gebouw. Een deel van het polyvalent gebouw, 34% van de vloeroppervlakte (refter, keuken, sanitair, hal en berging) zit mee vervat in het project O.17933.
  • De totale uitgave voor de aanleg van de lagere school inclusief omgevingsaanleg wordt geraamd op 6 779 759,01 euro excl. btw.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en centra voor leerlingenbegeleiding.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

Bij het aanvraagdossier dat wordt ingediend bij Agion dient een goedkeuring van het ontwerpdossier door de gemeenteraad gevoegd te worden.

 

 

Bijlagen

  • Aanvraagformulier
  • Ontwerpdossier

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt het ontwerpdossier goed voor de lagere school, opgemaakt door Archipelago, dat onderdeel vormt van het aanvraagdossier O.17933 bij Agion.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

COVID-19. GOEDKEURING ADDENDUM SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VACCINATIECENTRUM COLOMBA - LEUVEN-ZUID (WEST).

 

Voorgeschiedenis

  • Op 13 januari 2021 werd beslist dat de gemeentebesturen van Kortenberg, Herent en Bertem samen met de Eerstelijnszone Leuven Zuid voor hun inwoners een vaccinatiecentrum oprichten op de site Colomba in Kortenberg.
  • Collegebesluit van 8 februari 2021 over de goedkeuring van de Samenwerkingsovereenkomst “Vaccinatiecentrum Colomba” - Leuven-Zuid (West)
  • Gemeenteraadsbesluit van 23 februari 2021 over de goedkeuring van de Samenwerkingsovereenkomst “Vaccinatiecentrum Colomba” - Leuven-Zuid (West)

 

Feiten en context

  • Het Vaccinatiecentrum “Colomba” heeft als taak om vaccinaties te geven aan alle burgers van Kortenberg, Herent en Bertem volgens de vaccinatiestrategie die door Vlaanderen wordt uitgerold in de strijd tegen het corona COVID-19 virus.
  • De centrumverantwoordelijke van het vaccinatiecentrum is een personeelslid van de gemeente Kortenberg. Dit personeelslid heeft heel wat extra uren gepresteerd bovenop haar contractueel overeengekomen uren, in het belang van de continuïteit en de kwaliteit van de werking van het centrum. Indien deze extra uren niet waren gepresteerd door de centrumverantwoordelijke, hadden zij moeten worden uitbesteed aan een coördinator van het aangestelde interimkantoor of aan een ander personeelslid van één van de partner-gemeenten. Het gemeentebestuur van Kortenberg vraagt aan de andere partner-gemeenten of deze extra prestaties bovenop het gewone arbeidscontract ten laste kunnen worden genomen door het exploitatiebudget van het vaccinatiecentrum en heeft hiervoor een voorstel van addendum aan de samenwerkingsovereenkomst voorgelegd aan de andere partner-gemeenten.

 

Juridische gronden

  • Artikel 40, §1 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 22 januari 2021 tot toekenning van een subsidie voor infrastructuur en uitbating van een vaccinatiecentrum

De Vlaamse regering kent een subsidie toe aan elk lokaal bestuur dat penhoudende gemeente is voor een vaccinatiecentrum, initieel voor 6 maanden, van 1 februari 2021 tot en met 31 juli 2021, en verlengbaar met maximaal 3 maanden, na evaluatie van de stand van zaken van de vaccinatiecampagne door de Vlaamse regering.

 

Argumentatie

De tenlasteneming van de extra prestaties van de centrumverantwoordelijke door het vaccinatiecentrum, bovenop haar arbeidscontract bij de gemeente Kortenberg, is billijk en gerechtvaardigd omdat er algemene consensus bestaat over het engagement van de centrumverantwoordelijke, over de kwaliteit van de organisatie van het vaccinatiecentrum en over de geleverde prestaties van het centrum. Het exploitatiebudget van het vaccinatiecentrum biedt de budgettaire ruimte om deze extra prestaties van de centrumverantwoordelijke ten laste te kunnen nemen.

 

Financiële gevolgen

De gemeenten zijn de inspanningsverbintenis aangegaan dat de exploitatiekosten niet hoger mogen zijn dan de Vlaamse subsidie voor infrastructuur en uitbating van het vaccinatiecentrum. Dit streven is nog steeds geldig. Ook na de tenlasteneming van de extra prestaties van de centrumverantwoordelijke zal het exploitatiebudget van het centrum een licht positief saldo hebben.

 

 

Bijlagen

  • 20210519_Addendum samenwerkingsovereenkomst docx_02219204

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het bijgevoegde addendum aan de Samenwerkingsovereenkomst “Vaccinatiecentrum Colomba” - Leuven-Zuid (West) goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 29 juni 2021

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

         Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

         Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

         Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Mondelinge vragen

 

         Griet Verhenneman, raadslid, verwijst naar het recente zware onweer, dat weliswaar niet te voorzien was, maar het was toch lang geleden dat de straten zo onder hebben gestaan, dus ze vraagt een overzicht van de acties die de afgelopen jaren genomen zijn om modderstromen zoals we ze 4 juni gezien hebben, te voorkomen, met welke regelmaat werden bv. de veldroosters onderhouden; ze kan zich niet van de indruk ontdoen dat dat één van de problemen was onder andere aan de Oude Baan, Bosstraat en de wijk erboven. Welke maatregelen werden er nog genomen naar erosiebestrijding toe? Daar is lang heel hard op gewerkt; is dat vandaag nog het geval? Moeten er naar aanleiding van de overstromingen die we nu toch weer gehad hebben, nieuwe acties ondernomen worden? Moeten er opnieuw veldroosters geplaatst worden, moeten we terug of bijkomend kijken naar stroken van begroeiing?

         Schepen Joery Verhoeven antwoordt dat hij op 4 juni ter plaatse is geweest en vindt het spijtig dat er opnieuw zo’n modderstroom uit de veldwegen kwam. Van de diensten heeft hij vernomen dat elke keer er onweer wordt voorspeld of er modderstromen zouden komen, de veldroosters worden nagekeken. Als ze bedekt zijn met bladeren of takjes, worden ze proper gemaakt. Zit het verder, als er meer steentjes in zitten en verstopt zijn, worden ze leeggemaakt. Dus elke keer voor een onweer wordt dat gecontroleerd. Preventief wordt er ook samengewerkt met de rioolbeheerder Fluvius (Riobra), voor het meermaals per jaar nakijken en reinigen van onze straatkolken. De schepen licht de werking van de technische dienst toe. Hij heeft al meerdere vergaderingen over onweders bijgewoond. We worden tijdens de dag of dagen ervoor verwittigd door nooddiensten van de provincie, binnenlands bestuur enz. dat er risico is op onweer of stormweer. Bij hoog risico worden wij dus meermaals per dag, soms van uur tot uur, verwittigd over de stand van het onweer, wanneer het boven onze gemeente kan zijn. Als er hoog risico op onweer is, dan wordt door de ploegbaas of het afdelingshoofd afgesproken met het personeel van de technische dienst welke werknemers er ’s avonds in geval van onweer of wateroverlast in onze gemeente stand-by kan zijn.
De arbeiders zijn gecontacteerd en binnen het half uur waren ze allemaal ter plaatse. Ze hebben heel goed gewerkt. De schepen is heel fier op de samenwerking, dat is een team, ze moeten niets zeggen tegen elkaar, ieder weet wat hij moet doen. Ze staan constant telefonisch in verbinding met hun hïerarchisch verantwoordelijke en met het bestuur. Zijn er problemen, krijgen we telefoons binnen, dan wordt dat binnen de dienst doorgegeven, dat verloopt binnen de dienst redelijk goed.
Als er onweer voorspeld wordt, mogen de bewoners te allen tijde tijdens de werkuren op voorhand zandzakjes komen halen. In geval van een onweer zijn de diensten toch bezig en dan kunnen ze ze ook ter plaatse komen afhalen aan de gemeentelijke loods.
Is er nood aan meerdere roosters? Volgens de dienst is er op ieder kritisch punt, dus waar er echt gevaar is voor modderstromen en wateroverlast, liggen er, maar het enige grote probleem is dat de eerste 10 minuten waarin het water van de velden begint te komen, het belangrijkste zijn. Als de roosters dan proper gemaakt worden, dan trekt dat water weg en komt er weinig water op straat. Maar het probleem is: de eerste 10 minuten beginnen er bladeren, hooi, stro uit de velden mee te komen en dat legt gewoon een laag op de roosters waar door de modder en het water over de roosters gaan en bij de mensen. Dit keer was het nog redelijk dat er geen water bij de mensen binnengekomen is.
Het vrijmaken van de roosters gebeurt de dag zelf of de dag ervoor gedaan, maar het echt ruimen, als ze zien dat ze verstopt zijn, dat wordt wel op voorhand gedaan. Het is niet zo dat we daar op dat moment nog moeten aan beginnen, dan komt het te laat.

         De burgemeester weerlegt dat het lang geleden is dat we dit nog meegemaakt hebben; we komen dit elk jaar een paar keer tegen. Niet op die plaats, maar wel op andere plaatsen. De Heggestraat bv. is een straatje dat er deze keer ook bij was en er meestal bij is en zo zijn er verschillende straten waar we dit jaarlijks een paar keer meemaken. Dat zijn dingen die je niet echt kan tegengaan, maar het is effectief wel zo dat onze diensten daar weken op voorhand mee bezig zijn en dit constant in het oog houden, ook vandaag, onze mensen zitten klaar bij wijze van spreken op het puntje van hun stoel. De burgemeester verwijst naar het telefoontje van het raadslid, hij zat op dat moment aan de kust. Hij had net de tijd om te bellen naar iemand, die zei dat ze al onderweg en ter plaatse waren. Ondertussen is dat al bijna automatische piloot. Zoals de schepen zegt, hebben ze weinig woorden nodig, iedereen kent zijn job en weet wat ze moeten doen. Hij bevestigt dat effectief de eerste 10 minuten hooi, stro enz. – in juli en augustus is dat nog erger als de pikdorsers langsgeweest zijn – en er komt slagregen; dat hooi zet zich vast op de roosters en dan krijg je water en modder op de straat. Die eerste 10 minuten moet je voor een stuk aanzien en dan kan je beginnen ruimen. Het was effectief een tijdje geleden dat het op de Bosstraat nog zo fel was, het was ook in de Verbiststraat het geval dus het is duidelijk dat het boven de radar en boven Bertembos heeft blijven hangen. We volgen dit constant op. Joery en zijn diensten zijn daar constant mee bezig in de zomermaanden omdat we weten dat we in een dal zitten en dat we dat zeer regelmatig gaan tegenkomen. Gelukkig kunnen we zeggen dat we weinig meldingen hebben gekregen van modder en water in de huizen. De burgemeester heeft op 4 juni één melding gekregen vanop de Oude Tervuursebaan. Hij heeft de toezichter direct gebeld, hij is daar naartoe gereden en heeft die mensen onmiddellijk geholpen. We volgen dit op de voet op. Op het moment dat het raadslid belde, had de burgemeester al een aantal foto’s van Joery die ter plaatse was en was Tom zijn botten al aan ’t aantrekken om naar de Heggestraat te trekken.

         Schepen Marc Morris vult nog verder aan. Dit soort incidenten zijn onvermijdelijk. We moeten er in eerste instantie voor zorgen, door de aanpak die de schepen en de burgemeester beschreven hebben, om zo weinig mogelijk schade te laten ontstaan. Maar het is ook noodzakelijk om dit op langere termijn structureel aan te pakken. We zijn daar in onze gemeente al een hele tijd geleden mee begonnen. De schepen wilt het raadslid wijzen op actie 2.15.54 uit ons meerjarenplan; “uitvoering van maatregelen in het kader van het hemelwaterplan”. Dat hemelwaterplan is eigenlijk de globale en wetenschappelijk gefundeerde aanpak van de waterproblematiek overal in onze gemeente. Dat is ook nodig geworden door de temperatuurstoename, meer extreme regenbuien, periodes van droogte enz. Het is echt de bedoeling om op basis van wetenschappelijk gefundeerde gegevens heel onze gemeente in kaart te krijgen en vandaaruit actie te gaan ondernemen. Wij zijn daarmee gestart in september 2018. Dat is onder leiding van Fluvius, die ook de kosten daarvan voor zijn rekening neemt. Dat is met inbreng van studiebureaus, van wetenschappelijke data, alles wat er te vinden is, en die dataverzameling van onze gemeente is ondertussen achter de rug, die hebben we. En we zijn op dit moment bezig met de visievorming. Als we zien wat er aan de hand is, wat de bodemgesteldheid is, hoe de hoogteverschillen zich situeren, waar de grachten liggen enz., dan moet daar een visie op losgelaten worden als het ware, om te zien wat hier nu moet gebeuren. En inderdaad, dan is het nodig om een soort van basisplan te maken, daar ook de nodige berekeningen op toe te passen om ten slotte een gedetailleerd hemelwaterplan te krijgen binnen afzienbare tijd waar ook een soort prioriteitenlijst gaat in zitten, want het geld is niet onbeperkt en de mogelijkheden zijn niet onbeperkt, van waar we bijkomende actie moeten nemen naast hetgeen we allemaal al gedaan hebben. De schepen wijst op een paar concrete realisaties, waarvan sommige al een hele tijd geleden gerealiseerd zijn. Bv. de wacht- en bufferbekkens die we hebben in onze gemeente. Er zijn er een aantal natuurlijke, zoals de kasteelvijver in Leefdaal. Maar we hebben een wachtbekken aan het Hammeveld, aan de Ketelstraat, Tervuursesteenweg tegenover de VW-garage, aan de Leefdaalse Heideweg, aan de Bosstraat en in augustus – de raad heeft een aantal beslissingen genomen voor aankoop gronden rond de Verbiststraat – start de aanleg van een wachtbekken in de Verbiststraat; de aannemer is aangeduid; We werken ook daar samen met Fluvius. Een belangrijk item in heel dat geheel is – we hebben een grondgebied dat voor 65% uit landbouwzone bestaat – is,: wat gebeurt er in het kader van erosiebestrijding? En veel beter dan hij zelf dat kan vertellen, wilt hij een filmpje tonen van de Vlaamse Landmaatschappij en dat volledig in Bertem, Leefdaal en Korbeek-Dijle is opgenomen en waar je wat uitleg krijgt over de stand van zaken daar. Op de pagina ‘gemeentelijk milieubeleid’ op de gemeentelijke website kan men dit filmpje opnieuw bekijken.

 

         Schepen Tom Philips vraagt het woord om mee te delen dat er morgen een communicatie zal vertrekken over de speelterreinen in onze gemeente. Sinds begin dit jaar hebben onze werkmannen een meer diepgaande inventarisatie gedaan over de speeltuigen in onze gemeente. Daar zijn in de Opakker toen al eerste zaken afgesloten, zandbakken weggehaald en dergelijke meer, daar was toen al één en ander rond te doen. Maar we zijn deze controles verder blijven zetten omdat de veiligheid van de speeltuigen en voor onze kinderen toch wel het belangrijkste is. Vorige week is er een externe firma langsgeweest om een extra dubbelcheck te doen, zeker nu er een zomer op ons afkomt en zeker waar de mensen na covid zeker meer buiten willen komen en de kinderen van ieder speeltuig willen gaan genieten. Maar spijtig genoeg heeft deze externe controle toch duidelijk gemaakt dat bepaalde speeltuigen alles behalve veilig zijn. Dat gaat voornamelijk over enkele speeltuigen hier beneden in Bertem-centrum. Dat is niet alles, maar het zijn er enkele. Het gaat ook over het avonturenpark achter de school van Leefdaal. Dat is toen samen gezet met de speeltuigen hier beneden in Bertem. En het gaat over speeltuigen in de wijk Opakker. De andere speeltuigen zijn in betere staat, die kunnen behouden worden. We hebben vorige week gezocht naar oplossingen en we hebben een leverancier gevonden die maximaal bestaande elementen kan hergebruiken en op 19 en 20 juli nieuwe speeltoestellen kan maken op deze speeltuinen. Dat is geen populaire beslissing; het zal misschien niet bij iedereen in goede aarde vallen, maar we vonden het toch belangrijk om dat te melden aan jullie. Morgen zal dit via een nieuwsbrief en persbericht zo breed mogelijk worden gecommuniceerd omdat toch wel de veiligheid van de kinderen primeert. Onze diensten staan klaar om donderdag en vrijdag de onveilige speeltuigen af te breken en te verwijderen. Maar de schepen is toch blij dat er op 19 en 20 juli nieuwe speeltuigen kunnen geplaatst worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 03/09/2021