NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 21 december 2021

Van 20 uur tot 21 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Eddy Vranckx

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes en Tom Philips

Raadsleden:

Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck en Roos De Backer

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

Waarnemend algemeen directeur:

Joke Van Gansberghe

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Joery Verhoeven

 

 

 

 

Algemeen directeur Dirk Stoffelen verlaat de zitting vanaf punt 12.

Waarnemend algemeen directeur Joke Van Gansberghe vervoegt de zitting vanaf punt 12.

Algemeen directeur Dirk Stoffelen vervoegt de zitting vanaf punt 13.

Waarnemend algemeen directeur Joke Van Gansberghe verlaat de zitting vanaf punt 13.

 


Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
  • Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
    De gemeenteraad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
  • Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
    Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de gemeenteraad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 30 november 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 30 november 2021 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

ZITTINGEN GEMEENTERAAD. MEDEDELING DATUMS ZITTINGEN 2022.

 

Besluit

Mededeling

De raad neemt kennis van de geplande datums voor de zittingen van de gemeenteraad in 2022:

         dinsdag 25 januari

         dinsdag 22 februari

         dinsdag 29 maart

         dinsdag 26 april

         dinsdag 31 mei

         dinsdag 28 juni

         dinsdag 30 augustus

         dinsdag 27 september

         dinsdag 25 oktober

         dinsdag 29 november

         dinsdag 20 december

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

BELASTINGEN. GOEDKEURING BELASTINGREGLEMENT OP FRITUUR- EN VERKOOPKRAMEN.

 

Voorgeschiedenis

  • De gemeenteraad keurde op 17 december 2019 een belasting op frituur- en verkoopkramen goed.

 

Juridische gronden

         Artikel 170, §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

         Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Argumentatie

De uitbaters van frituur- en verkoopkramen leveren geen bijdrage tot de werking van de gemeentelijke infrastructuur, maar maken er wel gebruik van.

Om de ontvangsten voor het komende jaar op peil te houden, is het noodzakelijk om diverse belastingen te heffen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Voor het aanslagjaar 2022 wordt een gemeentebelasting op permanente frituren en wekelijkse verkoopkramen gevestigd indien de uitbating is gelegen op openbaar domein.

 

Artikel 2:

De belasting is verschuldigd door de uitbater.

 

Artikel 3:

De belasting wordt vastgesteld op 250 euro per uitbating per jaar.

 

Artikel 4:

De belastingsplichtigen moeten uiterlijk op 31 januari van het belastingjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elke frituur- en verkoopkraam die hij in de gemeente uitbaat door middel van het formulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepenen werd vastgesteld. De personen die de uitbating staken, moeten binnen de week het schepencollege bericht geven.

 

Artikel 5:

De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt opgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6:

De gemeenteraad verzoekt de gemeentelijke administratie om uiterlijk op 30 november 2022 een ontwerp van belastingreglement op de frituur- en verkoopkramen voor te leggen voor inwerkingtreding vanaf 1 januari 2023.

 

Artikel 7:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2022.

 

Artikel 8:

Het reglement van 17 december 2019 over de belasting op permanente frituren en wekelijkse verkoopkramen wordt opgeheven op 1 januari 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

BELASTINGEN. GOEDKEURING BELASTINGREGLEMENT OP AANPLAKBORDEN BESTEMD VOOR HET DRAGEN VAN RECLAME.

 

Voorgeschiedenis

  • De gemeenteraad keurde op 17 december 2019 een belasting op aanplakborden voor het dragen van reclame goed.

 

Feiten en context

  • Op het grondgebied van de gemeente worden op verschillende plaatsen langs de openbare weg aanplakborden voor het dragen van reclame aangebracht.

 

Juridische gronden

         Artikel 170, §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

         Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een evenwichtige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Vanaf het aanslagjaar 2022 wordt een gemeentebelasting op aanplakborden bestemd voor het dragen van reclame gevestigd.

 

Artikel 2:

Onder aanplakborden wordt verstaan: elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in de open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel, met inbegrip van muren of gedeelten van muren en omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen.

 

Worden niet beschouwd als aanplakborden voor reclame:

         de borden, vastgehecht aan de handelshuizen en bestemd voor het bevorderen van de verkoop van hum producten

         de borden geplaatst door openbare besturen of openbare diensten

         de borden die enkel en alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen

         de borden die enkel en alleen gebruikt worden naar aanleiding van de bij wet bepaalde verkiezingen

         de borden geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening

         de borden en zuilen uitsluitend gebruikt door groeperingen van culturele of sportieve aard.

 

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de aanplakborden. Indien de eigenaar onbekend is, is de belasting verschuldigd door de natuurlijke of rechtpersoon die al dan niet over het recht beschikt om gebruik te maken van het aanplakbord voor het aanbrengen van zijn/haar reclameaffiches.

 

Artikel 4:

De belasting op vaste aanplakborden wordt vastgesteld op 25 euro per vierkante meter nuttige oppervlakte.

De belasting op verplaatsbare aanplakborden wordt vastgesteld op 5 euro per vierkante meter nuttige oppervlakte per maand.

Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.

 

Artikel 5:

De belasting op vaste aanplakborden is verschuldigd voor het hele jaar volgens de toestand op 1 januari van het belastingjaar.

De belasting op verplaatsbare aanplakborden zal verrekend worden per maand, waarbij elke nieuw begonnen maand beschouwd wordt als een volledige maand.

 

Artikel 6:

De belastingplichtigen moeten uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op het belastingjaar aangifte doen bij het gemeentebestuur door middel van het aangifteformulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepenen werd vastgesteld.

 

Artikel 7:

De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt opgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8:

Het reglement van 17 december 2019 over de belasting op aanplakborden wordt opgeheven vanaf 1 januari 2022.

 

Artikel 9:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

BELASTINGEN. GOEDKEURING BELASTINGREGLEMENT OP OPSLAGPLAATSEN SCHROOT EN OUDE VOERTUIGEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 17 december 2019 over het belastingreglement op opslagplaatsen van schroot en oude voertuigen.

 

Feiten en context

  • In de gemeente bevinden zich één of meerdere opslagplaatsen op private eigendom waarvoor de uitbaters een vergunning hebben verkregen.

 

Juridische gronden

         Artikel 170, §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

         Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Vanaf het aanslagjaar 2022 wordt een gemeentebelasting op de opslagplaatsen schroot en oude voertuigen gevestigd.

 

Artikel 2:

De belasting wordt geheven voor iedere opslagplaats die niet is ondergebracht in een gebouw dat in de onroerende voorheffing wordt aangeslagen. Voor de belasting komt de hele oppervlakte van het terrein in aanmerking, met inbegrip van die waarop zich voor de exploitatiedienstige loodsen, dienstgebouwen, wegen enz. bevinden.

 

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de uitbater van de opslagplaats.

 

Artikel 4:

De belasting wordt vastgesteld op 0,50 euro per m² oppervlakte van het terrein.

 

Artikel 5:

De belasting is verschuldigd op 1 januari van het belastingjaar. Zij wordt het eerste jaar tot de helft verminderd voor de opslagplaatsen die in de loop van de tweede helft van het jaar worden opgericht. Deze belasting is volledig verschuldigd op 1 januari voor de oppervlakte waarmee een bestaande exploitatie uitgebreid wordt in de loop van het eerste semester van het jaar.

 

Artikel 6:

De belastingplichtige moet uiterlijk op 31 januari van het belastingjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van de opslagplaats die hij exploiteert op 1 januari. De aangifte vermeldt de ligging en de juiste oppervlakte.

Voor de nieuwe opslagplaatsen moet de aangifte gebeuren binnen de veertien dagen na hun oprichting.

Iedere uitbreiding van de belastbare oppervlakte van een opslagplaats, die plaatsheeft in de de loop van de eerste helft van het jaar, moet bij wege van een aanvullende aangifte binnen de veertien dagen nadat zij gebeurt, ter kennis gebracht worden van het gemeentebestuur.

 

Artikel 7:

De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt opgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8:

Het reglement van 17 december 2019 over de belasting op opslagplaatsen schroot en oude voertuigen wordt opgeheven op 1 januari 2022.

 

Artikel 9:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

BELASTINGEN. GOEDKEURING BELASTINGREGLEMENT TWEEDE VERBLIJVEN.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 17 december 2019 over de goedkeuring van het belastingreglement op tweede verblijven.

 

Juridische gronden

         Artikel 170, §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

         Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een evenwichtige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

 

De bewoners van een tweede verblijf maken enerzijds wel gebruik van de gemeentelijke infrastructuur, maar buiten de eventuele deelname aan het DifTar-systeem voor ophaling van huisvuil, leveren zij geen andere bijdrage voor het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur en de gemeentelijke dienstverlening.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Vanaf het aanslagjaar 2022 wordt een gemeentebelasting op de tweede verblijven gevestigd.

 

Artikel 2:

Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, wooncaravans en alle andere vaste woongelegenheden.

 

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

         de lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit

         de verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden.

         de leegstaande woongelegenheden waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het aan het belastingjaar voorafgaand kalenderjaar niet als tweede verblijf werden aangewend.

 

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd door ieder persoon die effectief gebruik kan maken van het tweede verblijf.

 

Artikel 4:

De belasting wordt vastgesteld op 500 euro per tweede verblijf.

 

Artikel 5:

De belasting is ondeelbaar en voor het gehele belastingjaar verschuldigd op 1 januari van het belastingjaar door de persoon vermeld in artikel 3 van dit reglement.

 

Artikel 6:

De belastingplichtigen moeten uiterlijk op 31 januari van het belastingjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elk tweede verblijf dat zij in de gemeente bezitten door middel van het formulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepenen werd vastgesteld.

 

Artikel 7:

De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt opgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8:

Het reglement van 17 december 2019 betreffende de belasting op de tweede verblijven wordt opgeheven vanaf 1 januari 2022.

 

Artikel 9:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

RETRIBUTIES. AANPASSING RETRIBUTIEREGLEMENT COMPOSTVATEN EN -BAKKEN.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van EcoWerf

         E-mail van Ecowerf van 15 april 2021 waarin de eenheidsprijzen (inclusief btw en subsidies reeds in mindering gebracht) worden meegedeeld waaraan de gemeente het betreffende materiaal kan aankopen:

º         compostvat: 35,74 euro

º         beluchtingsstok: 5,78 euro

º         PVC compostbak: 79,86 euro.

         Raadsbesluit van 29 juni 2021 over de goedkeuring van het retributiereglement compostvaten en - bakken, waarbij de raad beslist tot volgende verkoopprijzen:

º         compostvat: 36 euro

º         beluchtingsstok: 6 euro

º         PVC compostbak: 80 euro.

         De beslissing van de raad van bestuur van EcoWerf van 13 oktober 2021

         Brief van Ecowerf van 21 oktober 2021 over het hanteren van uniforme verkoopprijzen.

 

Juridische gronden

         Artikel 173 van de Grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Argumentatie

Het organisch materiaal uit de tuin en de keuken wordt ter plaatse verwerkt tot compost en kadert dus binnen de afvalpreventie.

De ophaling van het huishoudelijk afval kan dalen wanneer de inwoners van de gemeente overgaan tot het composteren van het organisch afval. Dit resulteert in een vermindering van de verwerkingskost voor de gemeente.

De gemeente biedt hiertoe compostvaten, compostbakken en beluchtingsstokken te koop aan op een gemeentelijke locatie.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Er wordt een retributie geheven voor de doorverkoop aan de inwoners van de gemeente van compostvaten, compostbakken, aanbouwelementen en beluchtingsstokken.

Deze retributie wordt als volgt vastgesteld:

         30 euro voor een compostvat (incl. 1 beluchtingsstok)

         6 euro voor een extra beluchtingsstok

         60 euro voor een compostbak (kunststof)

         40 euro voor een aanbouwmodule (kunststof)

 

Artikel 2:

Er zijn geen verminderingen of vrijstellingen mogelijk met betrekking tot dit retributiereglement.

 

Artikel 3:

De artikelen zoals opgesomd in artikel 1 worden verkocht aan de gemeentelijke loods.

 

Artikel 4:

De retributie is verschuldigd door de persoon die het composteermateriaal afhaalt aan de gemeentelijke loods van de gemeente.

 

Artikel 5:

De retributie is contant (cash of bancontact) te betalen aan het onthaal van de gemeente. Er wordt een ontvangstbewijs voor de betaling afgeleverd.

 

Artikel 6:

De raad heft bij de inwerkingtreding van dit besluit het raadsbesluit van 29 juni 2021 tot vaststelling van de verkoopprijs van compostvaten op.

 

Artikel 7:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT PAROCHIEZAAL KORBEEK-DIJLE.

 

Voorgeschiedenis

  • Gebruiksreglement gemeentelijke infrastructuur van 25 mei 2021.
  • Gemeenteraadsbesluit van 31 augustus 2021 over de erfpachtakte voor de parochiale gebouwen Korbeek-Dijle.

 

Feiten en context

  • Vanaf 1 januari 2022 zal de parochiezaal van Korbeek-Dijle onder het beheer van lokaal bestuur Bertem komen.
  • Op de gemeenteraad van 25 mei 2021 werd een nieuw gebruiksreglement gemeentelijke infrastructuur goedgekeurd.
  • De huidige huurprijzen voor de parochiezaal van Korbeek-Dijle worden als volgt bepaald:
    • Pastorale verenigingen en activiteiten (categorie 1)
      • Gratis
    • Verenigingen (categorie 2)
      • Kleine zaal: 20 euro
      • Grote zaal: 25 euro
      • Beide zalen samen: 35 euro
    • Privé personen (categorie 3 en 4)
      • 155 euro

 

Juridische gronden

  • Artikel 173 van de grondwet
    Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.
  • Decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact
    Het Cultuurpact strekt ertoe de diverse levensbeschouwelijke en ideologische strekkingen op een goede manier te betrekken bij het uitwerken van het cultuurbeleid en om discriminatie omwille van een ideologische, politieke of filosofische overtuiging te verhinderen.
  • Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder het retributiereglement, vast.
  • Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Als gevolg van de erfpachtakte voor de parochiale gebouwen van Korbeek-Dijle komt de parochiezaal van Korbeek-Dijle vanaf 1 januari 2022 in het beheer van lokaal bestuur Bertem. Voor het verhuren van de parochiezaal van Korbeek-Dijle zullen de geldende tarieven als retributies gelden vanaf 1 januari 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt volgende retributie voor het huren van de parochiezaal van Korbeek-Dijle goed:

         Entiteiten categorie 1 - gratis

         Entiteiten categorie 2

º         Kleine zaal: 20 euro

º         Grote zaal: 25 euro

º         Beide zalen: 35 euro

         Entiteiten categorie 3 en 4 - 155 euro

 

Artikel 2:

De parochiezaal van Korbeek-Dijle wordt beheerd en ter beschikking gesteld aan dezelfde voorwaarden als opgenomen in het gebruiksreglement gemeentelijke infrastructuur van 25 mei 2021.

 

Artikel 3:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

RETRIBUTIES. RETRIBUTIEREGLEMENT OP DE DEELNAME AAN THEMA- EN SPORTKAMPEN EN INITIATIELESSEN - VERDAGING.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 24 november 2020 over het retributiereglement op de deelname aan een thema- en sportkamp.

 

Feiten en context

         De dienst vrije tijd en evenementen organiseert tijdens de krokus- en zomervakantie twee kampen nl. een sportkamp en een themakamp, telkens 1 week (vijf dagen).In de toekomst zullen ook initiatielessen (reeksen) gegeven worden van minder bekende sporten.

 

Juridische gronden

         Artikel 173 van de grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

De organisatie van een sport- en themakamp en lessenreeksen brengt kosten en inkomsten met zich mee. Voor de deelname van kinderen aan de kampen en lessen is het nodig om een retributiereglement goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

0741-00/701006

ontvangsten

€ 12 000

€ 12 000

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad verdaagt het voorstel tot goedkeuring van het retributiereglement voor het sport- en themakampen en initiatielessen.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

E40. GOEDKEURING VAN DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN AWV EN GEMEENTE BERTEM VOOR HET VERVANGEN VAN GELUIDSSCHERMEN LANGS DE E40.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Sara Verstreken, regiomanager van het Agentschap Wegen en Verkeer, van 21 oktober 2021 met de akoestische studie en de opportuniteit om geluidsschermen te vervangen langsheen de E40.
  • Collegebespreking van 25 oktober 2021 waar het college principieel beslist om het gemeentelijk aandeel van de kosten te betalen, budget te voorzien en de samenwerkingsovereenkomst af te sluiten.
  • Overleg met AWV op 25 november 2021.

 

Feiten en context

  • Op de E40 in Bertem staan geluidsschermen die niet meer aan de vereisten voldoen. Voor deze zone heeft een interne expertisecel een akoestisch model opgebouwd en voor deze zone bepaald wat de optimale hoogte en lengte is van geluidsschermen, volgens de richtlijnen van AWV (zie studie in bijlage).
  • AWV voorziet schermen te plaatsen vanaf kilometerpunt 16.466 tot 17.555 over een totale lengte van 1089m. Dit is 230m meer dan de huidige schermen.
  • Deze schermen zijn bij AWV opgenomen op een lijst van prioritair te renoveren schermen. Er is een mogelijkheid ontstaan om in de loop van 2022 de geluidsschermen langs de E40 op het grondgebied van Bertem te vernieuwen.
  • AWV hanteert voor de renovatie van geluidsschermen een financiële verdeling tussen AWV en de betrokken gemeente. Bij een hoog geluidsniveau (+80dB) staat AWV 100% in voor de financiering. Bij een laag geluidsniveau (-65dB) staat de gemeente in voor de volledige financiering. Voor alle tussenliggende geluidsniveaus wordt een verdeling gemaakt volgens het geldende geluidsniveau.
  • Voor het vervangen van bestaande schermen (wat hier van toepassing is) gaat AWV nog iets verder. Nieuwe schermen zullen in de meeste gevallen hoger en langer worden. Wat de financiële verdeling betreft, houdt AWV enkel rekening met deze meerhoogte en meerlengte. Dit wil zeggen dat AWV 100% instaat voor de afbraak van de bestaande schermen en de eventuele verzwaring van de nodige fundering. AWV financiert ook 100% van het oppervlak geluidsscherm dat vandaag al aanwezig is. Enkel voor de meerhoogte en meerlengte wordt de financiële verdeling zoals voor een nieuw scherm toegepast.
  • De raming van het geoptimaliseerde scherm (meerhoogte en lengte) bedraagt 767 808,67 euro excl. btw. Het aandeel ten laste van de gemeente wordt geraamd op 236 258,11 euro excl. btw. Het aandeel voor AWV bedraagt 531 550,56 euro excl. btw (excl. de kost voor afbraak en fundering).
  • De samenwerkingsovereenkomst ligt voor ter goedkeuring.
  • Het gewest is de aanbestedende overheid in deze samengevoegde opdracht.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM, in het bijzonder artikel 13 in verband met het onderhoud van de openbare weg waarin sporen zijn gelegen, artikel 17 tot en met 19 in verband met doorstroming en artikel 20 tot en met 27 in verband met de inplanting van haltes, al dan niet uitgerust met een schuilhuisje.
  • Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake het mobiliteitsbeleid.
  • Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016, in het bijzonder artikel 48 over samengevoegde opdrachten. De partijen komen overeen dat AWV ten aanzien van de samengevoegde opdracht optreedt als aanbestedende overheid.
  • Het decreet 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 6 september 2019 tot bepaling van de nadere regels over de projectmethodologie en de projectstuurgroep in het kader van de basisbereikbaarheid.
  • Raadsbesluit van 28 april 2020 over de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur'
    De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de wijze van gunning en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten voor alle uitgaven van het investeringsbudget boven 50 000 euro (exclusief btw).

 

Argumentatie

Er is een opportuniteit ontstaan om in de loop van 2022 de geluidsschermen langs de E40 op het grondgebied van Bertem te vernieuwen. AWV hanteert voor de renovatie van geluidsschermen een financiële verdeling tussen AWV en de betrokken gemeente.

Het aandeel ten laste van de gemeente wordt geraamd op 236 258,11 euro excl. btw of 285 872,31 euro incl. 21% btw. Het nodige budget dient voorzien te worden in de tweede aanpassing van het meerjarenplan.

 

Aan de raad wordt voorgesteld om de overeenkomst "Samenwerkingsovereenkomst voor de aanleg of de plaatsing van schermen of gronddammen langs een gewestweg die het wegverkeerslawaai verminderen" goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Het budget van 236 258,11 euro excl. btw of 285 872,31 euro incl. btw dient voorzien te worden in de aanpassing van het meerjarenplan.

 

 

Bijlagen

  • Samenwerkingsovereenkomst
  • Financiële verdeling
  • Akoestische nota

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de bijgevoegde "Samenwerkingsovereenkomst voor de aanleg of de plaatsing van schermen of gronddammen langs een gewestweg die het wegverkeerslawaai verminderen - X21/A2/103" met al haar bijlagen, tussen het Vlaamse gewest en de gemeente Bertem goed.

 

Artikel 2:

Het Vlaamse gewest treedt op als aanbestedende overheid voor deze samengevoegde opdracht.

 

Artikel 3:

De uitgaven ten laste van de gemeente moeten voorzien worden in het budget 2022 bij de aanpassing van het meerjarenplan. 

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

NIEUWBOUW SCHOOLSITE LEEFDAAL. GOEDKEURING GEACTUALISEERD DOSSIER O.17933 NIEUWBOUW SCHOOL LEEFDAAL VOOR INDIENING BIJ AGION.

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbesluit van 27 september 2011 waarbij de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van de opdracht "Renovatie school Leefdaal" worden goedgekeurd.

        Collegebesluit van 19 december 2011 waarbij de studieopdracht renovatie school Leefdaal gegund wordt aan STABO Cv.

        Collegebesluit van 26 maart 2012 waarbij in het collegebesluit van 19 december 2011 de woorden STABO Cv vervangen zijn door de woorden THV STABO - AR-TE, nu Archipelago.

        Gemeenteraadsbesluit van 24 september 2013 waarbij de gemeenteraad ervoor kiest om een nieuwbouw te realiseren.

        Subsidieaanvraag bij Agion van 30 september 2013 voor het bekomen van infrastructuursubsidies voor de lagere school.

        Gemeenteraadsbesluit van 18 november 2014 waarbij een addendum voor nieuwbouw aan de studieovereenkomst werd goedgekeurd.

        Brief van 3 april 2019 waarbij de gemeente Bertem de subsidieaanvraag herbevestigt.

        E-mail van OVSG van 20 december 2019 met melding dat het dossier school Leefdaal is opgenomen in de budgettering van OVSG als reservedossier 2021. Uiterste datum van indiening is 1 juli 2021.

        Toelichting globaal ontwerpvoorstel site Leefdaal door architect tijdens collegezitting 24 augustus 2020.

        Overleg met de kerkfabriek en vzw Parochiale Werken op 1 oktober 2020 en 7, 14 en 21 juni 2021 over het erfpacht voor de parochiezaal Leefdaal. Bijkomend overleg met de kerkfabriek op 5 mei 2021.

        Gemeenteraadsbesluit van 24 november 2020 over de goedkeuring bouw kleuterschool via procedure promotiebouw en kennisgeving voorontwerpplannen site school Leefdaal.

        Subsidieaanvraag bij AGION van 3 december 2020 voor het bekomen van infrastructuursubsidies voor de kleuterschool.

        Brief van OVSG van 11 januari 2021 dat het dossier 0.17933 (nieuwbouw lagere school) opgenomen is op de prioriteitenlijst 2021.

        Brief van Agion van 15 januari 2021 om een geactualiseerd dossier O.17933 te bezorgen tegen 1 juli 2021.

        Gemeenteraadsbesluit van 23 februari 2021 en collegebesluit van 29 maart waarbij de plannen voor de omgevingsvergunningsaanvraag werden goedgekeurd.

        Gemeenteraadsbesluit van 29 juni 2021 waarbij het ontwerpdossier O.17933 wordt goedgekeurd voor indiening bij Agion.

        E-mail van Wouter Van den Bulcke van Agion van 19 november 2021 met de vraag een aangepaste gemeenteraadsbeslissing te bezorgen voor het aanvraagbedrag van 6 851 929,47 euro. Een verklaring op eer werd bezorgd voor 25 november 2021.

 

Feiten en context

  • Het aanvraagdossier O.17933, nieuwbouw GBS Leefdaal, werd ingediend bij Agion tegen 1 juli 2021 na goedkeuring door de gemeenteraad op 29 juni 2021.
  • Het ontwerpdossier omvat de plannen, detailmeetstaat en de EPB-berekening voor het project O.17933. De kleuterschool en het polyvalent gebouw op dezelfde site zijn mee uitgewerkt. De detailmeetstaat is uitgesplitst voor de lagere school, de kleuterschool en het polyvalent gebouw. Een deel van het polyvalent gebouw, 34% van de vloeroppervlakte (refter, keuken, sanitair, hal en berging) zit mee vervat in het project O.17933.
  • Bij nazicht van het dossier door Agion waren nog enkele posten bij het verkeerde bouwpakket (gebouw) opgenomen. Deze zijn verschoven naar het juiste bouwpakket. Hierdoor is de totale uitgave van de lagere school, het project O.17933 waarvoor de subsidies worden aangevraagd, gewijzigd. Het aangepaste aanvraagdossier O.17933 incl. raming wordt opnieuw goedgekeurd.
  • De totale uitgave voor de aanleg van de lagere school inclusief omgevingsaanleg wordt geraamd op 6 851 929,47 euro excl. btw.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en centra voor leerlingenbegeleiding.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

Agion heeft een nieuwe gemeenteraadsbeslissing nodig met het goedgekeurde aangepaste bedrag.

 

 

Bijlagen

  • Aanvraagformulier
  • Ontwerpdossier

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt het ontwerpdossier goed voor de lagere school, opgemaakt door Archipelago, dat onderdeel vormt van het aanvraagdossier O.17933 bij Agion.

 

Artikel 2:

De raad keurt de totale uitgave goed voor het dossier O.17933, de bouw van de lagere school inclusief omgevingsaanleg, voor een ramingsbedrag van 6 851 929,47 euro excl. btw.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

ALGEMEEN DIRECTEUR. EEDAFLEGGING WAARNEMEND ALGEMEEN DIRECTEUR.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 21 december 2021 over de aanstelling van Kris Philips als voltijds waarnemend algemeen directeur.

 

Juridische gronden

  • Artikel 23 van het decreet lokaal bestuur

Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

Tot spoedbehandeling kan alleen worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

  • Artikel 163 van het decreet lokaal bestuur
    Na hun aanstelling leggen de algemeen directeur, de adjunct-algemeendirecteur en de financieel directeur tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad de volgende eed af in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen."

 

Besluit

 

Stemming toevoeging agendapunt

 

20 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Tom Philips, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Eddy Vranckx

Mededeling

De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van Kris Philips in handen van de voorzitter van de gemeenteraad:
"Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen".

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

FINANCIEEL DIRECTEUR. EEDAFLEGGING WAARNEMEND FINANCIEEL DIRECTEUR.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 21 december 2021 over de aanstelling van Joke Van Gansberghe als voltijds waarnemend financieel directeur.

 

Juridische gronden

  • Artikel 23 van het decreet lokaal bestuur

Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

Tot spoedbehandeling kan alleen worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

  • Artikel 163 van het decreet lokaal bestuur
    Na hun aanstelling leggen de algemeen directeur, de adjunct-algemeendirecteur en de financieel directeur tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad de volgende eed af in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen."

 

Besluit

 

Stemming toevoeging agendapunt

 

20 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Tom Philips, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Eddy Vranckx

Mededeling

De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van Joke Van Gansberghe in handen van de voorzitter van de gemeenteraad:
"Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen".

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

DECRETALE GRADEN. VERVANGERS WAARNEMEND ALGEMEEN DIRECTEUR EN WAARNEMEND FINANCIEEL DIRECTEUR - VERDAGING.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 29 september 2020 over de aanduiding van vervangers voor de algemeen directeur en de financieel directeur.

 

Juridische gronden

  • Artikel 23 van het decreet lokaal bestuur

Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

Tot spoedbehandeling kan alleen worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

  • Artikel 162, §1 van het decreet lokaal bestuur
    Er zijn in elke gemeente een algemeen directeur en een financieel directeur die zowel van de gemeente als van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, ten dienste staan.
  • Artikel 166 van het decreet lokaal bestuur
    Met behoud van de toepassing van artikel 175 regelt de gemeenteraad de vervanging van de algemeen directeur en de financieel directeur bij hun afwezigheid of verhindering.

 

Argumentatie

Het ambt van algemeen directeur en van financieel directeur is een decretale graad, waarvan de rechten en plichten gedetailleerd omschreven worden in het decreet over het lokaal bestuur. De algemeen directeur en de financieel directeur bedienen zowel de gemeente als het OCMW.

 

De continuïteit van de dienstverlening binnen de gemeente en het OCMW moet gewaarborgd worden en blijven tijdens de periodes van de tijdelijke afwezigheid of verhindering van de (waarnemende) directeurs.

 

De vervanging van de (waarnemende) directeurs bij verhindering of tijdelijke afwezigheid is een praktische beslissing die flexibel en snel moet kunnen worden genomen. Daarom wordt de aanduiding van een vervanger best toevertrouwd aan de functiehouder zelf.

 

De voorgestelde vervangers komen in aanmerking voor de vervanging omdat de vervanging van de algemeen directeur of de financieel directeur als taak beschreven staat in de functiebeschrijving van het personeelslid.

 

Besluit

 

Stemming toevoeging agendapunt

 

20 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Tom Philips, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Eddy Vranckx

 

Stemming verdaging

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad verdaagt het voorstel tot aanduiding van een waarnemend algemeen directeur en van een waarnemend financieel directeur.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 december 2021

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

         Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

         Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

         Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Mondelinge vragen

 

         Raadslid Joris Fonteyn stelt dat zowel de vorige gemeenteraad van 30.11.2021 als deze gemeenteraad van 21.12.2021 er op digitale wijze werd/wordt vergaderd. De Vlaamse regering heeft weliswaar de minimumvoorwaarden bepaald waaronder er digitaal vergadering kan worden, maar dit moet volgens art. 20 van het decreet over het lokaal bestuur wel in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad voorzien zijn: "De vergadering van de gemeenteraad vindt plaats in het gemeentehuis of op de fysieke plaats door de gemeenteraad bepaald. Het huishoudelijk reglement bepaalt of de gemeenteraad of de gemeenteraadscommissies, vermeld in artikel 37, digitaal of hybride kunnen vergaderen en de wijze waarop. De gemeenteraad kan enkel digitaal vergaderen onder de uitzonderlijke omstandigheden, vermeld in het huishoudelijk reglement. De gemeenteraad kan enkel hybride vergaderen onder de uitzonderlijke omstandigheden, vermeld in het huishoudelijk reglement.". Enkele gemeenteraden geleden werd een wijziging van het huishoudelijk reglement aangekondigd, maar dit is nog steeds niet voorgelegd. De vraag is bijgevolg of de digitale gemeenteraden van 30.11.2021 en 21.12.2021 wel rechtsgeldig verlopen.

         Burgemeester Joël Vander Elst antwoordt dat er effectief in de zomer een decreetswijziging heeft plaatsgevonden en dat die van kracht is sinds september. De hogere overheid voorziet dat we hybride zouden kunnen vergaderen te allen tijde. Daarvoor moet inderdaad het huishoudelijk reglement aangepast worden. Wat wél zo is, is dat we op dit moment nog in een overgangssituatie zitten en dat het nog altijd mogelijk is, op basis van de pandemiewet, dat de burgemeester beslist om niet fysiek te vergaderen – ik denk dat dat vandaag ook absoluut niet aangewezen is. De wet voorziet dit op dit moment nog in het kader van de pandemiewet. Natuurlijk is het zo dat – eens we uit die ellendige en nare periode zijn – we tegen dan, als we dit nog mogelijk willen maken, ons huishoudelijk reglement moeten aanpassen. We hebben ook de intentie om dit te doen, omdat we, bij voorbeeld als een gemeenteraadslid zijn of haar been breekt en op die manier niet mobiel zou zijn en niet naar de gemeenteraad zou kunnen komen, het na de pandemie mogelijk willen maken dat die mensen op deze manier digitaal – via Teams – de gemeenteraad zouden kunnen bijwonen. Dat is niet zomaar blijven liggen, we zitten in een drukke periode, een overgangsperiode. Een aantal punten die zo dadelijk zullen volgen, zijn daar het bewijs van. Dat is de reden waarom dit nog niet gebeurd is, maar we hebben echt wel de intentie om dat te doen. Het raadslid hoeft zich geen zorgen te maken. Het is zeker niet zo dat de raden niet wettelijk zouden doorgaan omwille van het feit dat we ons huishoudelijk reglement niet aangepast hebben want de beslissing is genomen op basis van de pandemiewet.

         Raadslid Joris Fonteyn vraagt naar het besluit van de burgemeester om digitaal te vergaderen en stelt dat dit ter bekrachtiging zou moeten worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

         De algemeen directeur licht toe dat de burgemeester vroeger zijn besluiten nam op basis van de nieuwe gemeentewet. Dan ging het om een verordening op basis van de specifieke bevoegdheid die de burgemeester heeft in het kader van openbare orde, openbare veiligheid en openbare gezondheid. Die verordeningen moeten inderdaad volgens de nieuwe gemeentewet ter bekrachtiging worden voorgelegd aan de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad. Sinds de goedkeuring van de pandemiewet mag de burgemeester geen verordeningen in het kader van de pandemie meer nemen op basis van de nieuwe gemeentewet maar enkel en alleen op basis van de pandemiewet. Die besluiten van de burgemeester moeten niet meer bekrachtigd worden door de gemeenteraad. De wet heeft hem toegelaten om de nodige maatregelen te nemen in het kader van de beheersing van de pandemie, waaronder het laten doorgaan van de gemeenteraad in digitale vorm. Die beslissingen zouden nog als kennisgeving op de gemeenteraad kunnen komen maar die staan ook gepubliceerd op de webtoepassing van de gemeente en die beslissing is door de burgemeester genomen op 3 december.

         Raadslid Joris Fonteyn vraagt waar op de webtoepassing van de gemeente het besluit van de burgemeester dan precies is gepubliceerd. De algemeen directeur verwijst naar de webstek https://bertem.meetingburger.net, ook bereikbaar via de gemeentelijke website www.bertem.be.

 

         Raadslid Joris Fonteyn stelt dat volgens de beleids- en beheerscyclus de ramingen van het eerste boekjaar van het meerjarenplan van 6 jaar de kredieten voor dat eerste jaar vormen. De cijfers in het meerjarenplan voor de volgende jaren zijn geen geautoriseerde kredieten, maar louter ramingen. Bij de opeenvolgende jaarlijkse aanpassingen van het meerjarenplan moet de gemeenteraad de kredieten voor het volgende boekjaar vaststellen. Art. 257 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat minstens een keer per jaar het meerjarenplan moet worden aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. De laatste aanpassing van het meerjarenplan dateert van de gemeenteraad van 15.12.2020, waarbij dan de kredieten voor het boekjaar 2021 werden vastgesteld. Tijdens dit jaar 2021 is er echter nog geen aanpassing van het meerjarenplan geweest en zijn er dus ook nog geen kredieten voor het jaar 2022 vastgelegd. Volgens de omzendbrief van 18.09.2020 van minister Somers voor de aanpassing van het meerjarenplan voor het jaar 2021 beschikte het bestuur, als het in 2020 geen aanpassing van het meerjarenplan deed waarbij de kredieten voor het boekjaar 2021 werden vastgesteld of de digitale rapporteringen erover niet tijdig bezorgde aan de gemeenteraad, op 01.01.2021 niet over uitvoerbare kredieten. In dat geval kon het bestuur alleen nieuwe verbintenissen aangaan of bestaande verbintenissen wijzigen als ze voorafgaandelijk zijn goedgekeurd door de gemeenteraad, en kon het bestuur dan alleen verbintenissen aangaan of wijzigen als ze behoren tot de exploitatie en verband houden met de courante werking en de bestaande dienstverlening. Indien dit principe naar analogie wordt toegepast voor het jaar 2022, beschikt het bestuur vanaf 01.01.2022 niet over uitvoerbare kredieten. Vraag is waarom er geen tijdige aanpassing van het meerjarenplan gebeurde.

         Schepen Tom Philips erkent de vertraging en verantwoordt deze als volgt:

º         Vertraging m.b.t. informatie van externe actoren, voornamelijk inzake de investeringsdossiers. Wegens stijging van de bouwkosten zijn geactualiseerde ramingen op komst of laattijdig gekregen voor o.a. het schooldossier Leefdaal, de geluidsschermen E40, wegenprojecten…

º         Interne factoren die veel tijd opgeslorpt hebben:

          Vertraging bij de oplevering van de sporthal, gepaard gaande met voortdurend overleg met clubs over o.a. bezetting van de zalen

          Voorbereiding van de opstart van het autonoom gemeentebedrijf

          Overgangsfase m.b.t. de vervanging van de algemeen directeur samen met de organisatie van een welzijnsbevraging van het personeel

º         Het uitstel naar januari heeft weinig of geen repercussies naar de werking. Wat betreft het boekjaar 2021 kan alles opgelost worden d.m.v. een interne kredietverschuiving (goed te keuren door het college). M.b.t. het boekjaar 2022 kunnen de investeringskredieten sowieso worden overgedragen van het ene boekjaar naar het andere (ook voor nieuwe projecten), de gewone werking in de eerste weken van januari betreft lopende contracten en verbintenissen. Activiteiten, subsidies en dergelijke vinden plaats in de maanden nadien. We zullen erover waken om geen nieuwe verbintenissen aan te gaan voorafgaand aan de gemeenteraad van januari.

Vanaf volgend jaar zou dit in orde moeten zijn.

 

         Raadslid Joris Fonteyn stelt dat, in het kader van de beleids- en beheerscyclus, er volgens art. 263 van het decreet over het lokaal bestuur minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd. We moeten echter vaststellen dat dit niet gebeurd is en dat nagelaten wordt om de verplichte rapportering over de stand van de uitvoering van het meerjarenplan te doen. Waarom wordt de gemeenteraad deze verplichte tussentijdse rapportering over de beleidsuitvoering ontzegd?

         Schepen Tom Philips erkent dat dit had moeten gebeuren en geeft het raadslid gelijk. Hij licht verder toe dat er een gedetailleerde financiële rapportering wordt gemaakt per kwartaal. De beleidsrapportering zelf (die ook verplicht deel uitmaakt van de semestriële rapportering aan de gemeenteraad) is nog onvoldoende een werkinstrument binnen de administratie, vandaar dat in het verleden de keuze is gemaakt om alleen n.a.v. de jaarrekening te rapporteren. In de toekomst zullen we ook na afloop van het eerste semester de rapportering agenderen die voorzien is in het decreet lokaal bestuur.

 

         Raadslid Joris Fonteyn verwijst naar een verkeersongeval op 12.12.2021 op het kruispunt van de Blokkenstraat met de Delle. In de media werd gesteld dat dit kruispunt al langer bekend is als een gevaarlijk punt en dat het gemeentebestuur gaat onderzoeken hoe het veiliger kan worden gemaakt. De voorrangsregeling in de Blokkenstraat blijkt dubbelzinnig te zijn. Rijdende van Bertem naar Korbeek-Dijle is de Blokkenstraat eerst een voorrangsweg ter hoogte van de kruispunten met de Dorpstraat (verkeersbord B15) maar aan het kruispunt met de Delle geldt de voorrang van rechts (verkeersbord B17). Ter hoogte van het kruispunt met de Kerstraat is dan weer niets aangegeven, maar kort daarvoor staat dus dat de Blokkenstraat een voorrangsweg is. Vanuit de Kerstraat is er ook geen signalisatie voorzien over wie er voorrang heeft. Ook aan het kruispunt met de Wijngaardberg staat niets aangegeven. Ook rijdend in de andere richting van Korbeek-Dijle naar Bertem is er onduidelijkheid. Zo wordt voor het kruispunt met de Bredeweg/Paardenstraat wel voorrang van rechts aangegeven maar aan het volgende kruispunt met de Slangenpoelweg staat er in de Blokkenstraat geen verkeersbord van voorrangsweg of voorrang van rechts, hoewel vanuit de Slangenpoelweg er haaientanden zijn getekend en er dus wel voorrang moet worden verleend aan het verkeer op de Blokkenstraat. Deze onduidelijke en dubbelzinnige verkeerssituatie die te wijten is aan onvoldoende verkeerssignalisatie, moet opgelost worden. Misschien kan overwogen worden om van de Blokkenstraat, die toch twee deelgemeenten met elkaar verbindt, over de volledige lengte een voorrangsweg te maken en niet alleen aan de kruispunten met de Dorpsstraat, zodat de bestuurders vanuit alle zijstraten voorrang moeten verlenen aan het verkeer op de Blokkenstraat?

         Schepen Marc Morris antwoordt dat wij ons reeds geruime tijd bewust zijn van de onveilige situatie aan het kruispunt Blokkenstraat/Delle en ook aan de andere kruispunten op de Blokkenstraat. Dit werd reeds een aantal keren besproken tijdens de mobiliteitscel, waar ook een ontwerpidee werd voorgesteld voor een veilige aanpassing van het kruispunt en de fietsoversteek. In het verleden werd de snelheid voor en na dit kruispunt al verlaagd naar 50km/u. Wanneer dat nageleefd wordt en tevens de voorrang van rechts wordt gerespecteerd, hoeft dit kruispunt op zichzelf niet onveilig te zijn.
Het voorstel tot het omvormen van de Blokkenstraat naar een volledige voorrangsweg, zal ter evaluatie worden voorgelegd aan de eerstvolgende mobiliteitscel. Mogelijk nadeel is dat de snelheid zal toenemen.
In het kader van de aanleg van de fietssnelweg F29 Leuven – Tervuren zal sowieso ook dit volledige kruispunt anders worden ingericht, wat zeker de verkeersveiligheid ten goede zal komen. Op relatief korte termijn zal de gemeenteraad over dit project van de Vlaamse Overheid dat in ontwerp is, geïnformeerd worden.
Wij zullen alleszins de verkeerssignalisatie nakijken. De vraag van het raadslid in dat verband is terecht. Nog maar pas hebben wij eveneens vastgesteld dat een aantal borden aan zijstraten ontbreken of zijn verdwenen. Een moeilijkheid is momenteel dat leveranciers van verkeerssignalisatie met achterstanden en stockbreuken kampen, waardoor wij niet altijd onmiddellijk ontbrekende signalisatie kunnen vervangen.

 

         Raadslid Joris Fonteyn verwijst naar een aantal grote bouwprojecten die in uitvoering zijn, bijv. in het centrum van Leefdaal en Rapidpark in Bertem en die een groot aantal bijkomende woongelegenheden tot gevolg hebben. Een belangrijke vraag is de afwatering van dergelijke bouwprojecten, zowel wat regenwater als afvalwaters betreft, en of de bestaande rioleringen in bijv. Neerijsesteenweg en Sint-Medardusstraat wel over voldoende capaciteit beschikken om die bijkomende waterstromen te verwerken. Werd er onderzoek gedaan naar de capaciteit van en eventuele gebreken aan de bestaande rioleringen om die bouwprojecten te kunnen aansluiten? Is het niet aangewezen om eerst de rioleringen aan te passen alvorens dergelijke grote bouwprojecten te laten aansluiten? Wat indien dit aanleiding zou geven tot overstromingen?

         Schepen Marc Morris antwoordt dat bij alle grote projecten onze rioolbeheerder Fluvius (Riobra), de Provinciale dienst Waterlopen en de andere nutsmaatschappijen betrokken worden nog voor de fase van vergunning.
In deelgemeente Bertem werden fase 3 en 4 van het Voercollectorproject van Aquafin al 15 jaar geleden uitgevoerd. Recent werden in de Dalem nog aanvullende werken gedaan. In Leefdaal werd fase 5 tot aan Boskee al 8 jaar geleden uitgevoerd en volgt centrum Leefdaal binnenkort. Daarna komt Blankaart tot grens Vossem aan de beurt. De voorbereiding daarvan is al gestart. Ook voor Korbeek-Dijle is dat het geval.
In de voorbereidingsfase van dergelijke en lopende projecten is er continu overleg met alle betrokken instanties en nutsmaatschappijen en wordt ruim rekening gehouden met toekomstige behoeftes.
Het afvalwater wordt opgevangen via gescheiden riolering in de Voercollector en zo afgevoerd naar het waterzuiveringsstation in Leuven.
Voor het regenwater wordt bij elke vergunningsaanvraag (groot of klein project) een hemelwatertoets volgens een gestandaardiseerde methode uitgevoerd. Er wordt nagegaan hoeveel er bijkomend wordt verhard en welke compensatiemaatregelen inzake buffering en infiltratie er in toepassing van de regelgeving moeten worden genomen. Het raadslid kan in de collegeverslagen en de bijlagen bij elke vergunningsbeslissing de bemerkingen en uitvoerige adviezen nalezen van Fluvius en de Provinciale dienst Waterlopen.
Als concreet voorbeeld verwijst de schepen naar het project Rapidpark – zie collegebeslissing van 26/10/2020. Dit project voorziet in totaal 95 000 liter in buffering en voor hergebruik in regenwaterputten. Daarnaast is er op het terrein ook nog infiltratie voorzien in 2 wadi’s van resp. 180 en 110m²: met een bergingscapaciteit van 35 000 liter.
Daarnaast loopt - ook weer in overleg met de verschillende stakeholders - de verdere uitwerking en evaluatie van het gemeentelijke hemelwaterplan, waarbij wordt gekeken waar knelpunten zouden zijn met betrekking tot mogelijke overstromingsrisico’s. Ook bij deze analyse wordt rekening gehouden met de nabije, maar ook verre toekomst.

 

         Raadslid Joris Fonteyn vraagt, na het hoge aantal corona-besmettingen in november 2021, hoe dit verder is geëvolueerd in Bertem. Kan opnieuw de huidige stand van zaken over de coronacijfers in Bertem gegeven worden?

         De burgemeester verwijst naar de presentatie in bijlage.

 

 

 

Publicatiedatum: 31/01/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.