Zitting van 29 augustus 2016
ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 28 juni 2016 goed.
Zitting van 29 augustus 2016
GEMEENTERAADSLEDEN. KENNISNAME EINDE VERHINDERING RAADSLID GRIET VERHENNEMAN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De raad neemt kennis van het einde van de verhindering wegens ziekte van raadslid Griet Verhenneman (sp.a) op 1 juli 2016.
Zitting van 29 augustus 2016
GEMEENTERAADSLEDEN. VASTSTELLING RANGORDE GEMEENTERAADSLEDEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De rangorde van gemeenteraadsleden wordt als volgt vastgesteld:
1. Marc Morris
2. Albert Mees
3. Greet Goossens
4. Ludo Croonenberghs
5. Jan Buysse
6. Leonard Vranckx
7. Kristien Van Essche
8. Yvette Laes
9. Herman Ginis
10.Roos De Backer
11.Sonia Stiasteny
12.Joël Vander Elst
13.Joery Verhoeven
14.Jan De Keyzer
15.Tom Philips
16.Joris Fonteyn
17.Karin Baudemprez
18.Griet Verhenneman
19.Wouter Fock
20.Marc De Vlieger
21.Diane Vander Elst
Zitting van 29 augustus 2016
GEMEENTESECRETARIS. AANPASSING FUNCTIEBESCHRIJVING.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De functiebeschrijving van gemeentesecretaris (decretale graad), zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit, wordt vastgesteld.
Zitting van 29 augustus 2016
FINANCIEEL BEHEERDER (DECRETALE GRAAD). EEDAFLEGGING.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Mededeling
De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van de heer Kris Philips in handen van de voorzitter van de gemeenteraad:
"Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen".
Zitting van 29 augustus 2016
POLITIEZONE. KENNISNAME GELDIGVERKLARING VERKIEZING POLITIERAADSLEDEN NIEUWE POLITIEZONE.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de deputatie van Vlaams-Brabant van 30 juni 2016 over de geldigverklaring van de verkiezing van de leden van de politieraad van de gemeente Bertem 2016.
Zitting van 29 augustus 2016
BUDGET. GOEDKEURING BUDGETWIJZIGING NR. 1 EN AANGEPASTE MEERJARENPLANNING VAN DE GEMEENTE.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 18 december 2015 over de goedkeuring van het budget 2016 en de aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019.
Juridische gronden
• Artikel 43, §2, 3° van het gemeentedecreet
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de budgetwijzigingen, is een bevoegdheid van de gemeenteraad en is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Artikel 87, §4 van het gemeentedecreet
De gemeentesecretaris zorgt in overleg met het managementteam voor het opstellen van de verklarende nota van een budgetwijziging.
• Artikel 93 van het gemeentedecreet
De financieel beheerder staat onder de functionele leiding van de gemeentesecretaris in voor het opstellen, in overleg met het managementteam, van het voorontwerp van de financiële nota van het jaarlijkse budget en van de budgetwijzigingen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Dit besluit bevat de inhoud van de beleidsrapporten (meerjarenplan, budget en jaarrekening), evenals de regels voor de boekhouding.
• Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Dit besluit handelt over de vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de OCMW's.
• Decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd.
• Ministerieel besluit van 9 juli 2013 over de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Dit besluit regelt o.a. de digitale rapportering aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.
Adviezen
• Gunstig advies van het managementteam van 19 augustus 2016.
Argumentatie
In de loop van het dienstjaar dienen soms nog onvoorziene uitgaven te gebeuren.
Een herschikking van kredieten is de meest aangewezen manier om dit te realiseren aangezien het budgettaire evenwicht moet bewaard blijven en er geen ruimte is om bijkomende uitgaven te doen.
Dit is de eerste budgetwijziging voor het dienstjaar 2016. Het resultaat van de jaarrekening 2015 werd eveneens ingebracht. Daarnaast zijn er een beperkt aantal wijzigingen aangebracht aan de investeringskredieten en het exploitatiebudget.
Bijlagen
• Budgetwijziging nr. 1 dienstjaar 2016 met aangepaste meerjarenplanning.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de eerste budgetwijziging voor 2016 met aangepaste meerjarenplanning goed met een positief resultaat op kasbasis van 581 973 euro. De meerjarenplanning sluit in 2019 met een positief resultaat op kasbasis van 884 945 euro en een positieve autofinancieringsmarge van 10 774 euro in 2016 en 55 804 euro in 2019.
Zitting van 29 augustus 2016
RETRIBUTIES. AANPASSING RETRIBUTIEREGLEMENT INGEBRUIKNAME OPENBAAR DOMEIN IN HET KADER VAN HET UITVOEREN VAN WERKEN.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 2 april 2013 over de goedkeuring van het retributiereglement ingebruikname openbaar domein in het kader van het uitvoeren van werken.
Juridische gronden
Argumentatie
Het retributiereglement voor de inname van het openbaar domein voor werken, dat sinds 2013 bestaat, moet worden aangepast omdat het enkele onbedoelde effecten heeft.
1) Het reglement maakt geen onderscheid tussen enerzijds niet-hinderlijke innames (zeer tijdelijk en/of zeer plaatselijk) en anderzijds de hinderlijke innames (langdurig en/of met grote impact op de bereikbaarheid of de doorstroming van het verkeer). Het gemeentebestuur wenst enerzijds de niet-hinderlijke innames kosteloos te maken en anderzijds enkel de hinderlijke innames te ontmoedigen door het opleggen van een retributie. Het bestuur beoogt met het instellen van deze retributie enerzijds om de hinderlijke inname van het openbaar domein te beperken tot de strikt noodzakelijke duur en ruimte en anderzijds om de administratieve kosten die daarmee gepaard gaan, minstens gedeeltelijk terug te laten betalen door de aanvrager. Deze administratieve kosten zijn o.m. het opstellen van besluiten en verordeningen, het ingeven van de inname van het openbaar domein in GIPOD en de communicatie over de inname via de gemeentelijke website en e-nieuwsbrief. Bovendien kost het innen van een retributie 'inname openbaar domein' voor niet-hinderlijke activiteiten meer dan de opbrengst ervan; daarom worden de niet-hinderlijke innames voortaan vrijgesteld van de retributie.
2) Sommige bouwheren dienen geen, een laattijdige of een onvolledige aanvraag tot inname openbaar domein in. Om de bouwheren aan te moedigen om toch een correcte en tijdige aanvraag in te dienen, wordt een gedifferentieerd tarief ingevoerd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
1.1. Definitie 'inname van het openbaar domein'
Als 'inname van het openbaar domein' wordt beschouwd:
• het plaatsen of laten plaatsen van materiaal, materieel of voertuigen (die in werkende toestand breder zijn dan 3 meter en die niet geparkeerd worden conform de verkeerswetgeving) op het openbaar domein van de gemeente Bertem voor de uitvoering van werken;
• het afsluiten of laten afsluiten van een deel van het openbaar domein van de gemeente Bertem voor bouw- of verbouwingswerken;
• het laten instellen van een parkeerverbod voor bouw- of verbouwingswerken;
• het afsluiten of laten afsluiten van een deel van het openbaar domein van de gemeente Bertem op bevel van de burgemeester of van de politie met het oog op het verzekeren van de openbare veiligheid.
1.2. Definitie 'hinderlijke inname van het openbaar domein'
Als 'hinderlijke inname van het openbaar domein' wordt beschouwd:
• de inname van het openbaar domein gedurende meer dan 5 kalenderdagen ongeacht de oppervlakte of voor een oppervlakte groter dan 100 m² ongeacht de duur van de inname;
• elke inname van het openbaar domein - ongeacht de oppervlakte of de duur van de inname - waarvoor een wegomlegging nodig is, opgelegd bij tijdelijke politieverordening van de burgemeester of van het college van burgemeester en schepenen.
1.3. Definitie 'niet-hinderlijke inname van het openbaar domein'
Als 'niet-hinderlijke inname van het openbaar domein' wordt beschouwd:
elke andere inname van het openbaar domein.
Artikel 2:
Alvorens tot de inname van het openbaar domein mag worden overgegaan, dient een schriftelijke toelating van het gemeentebestuur te worden verkregen.
De aanvraag tot inname van het openbaar domein of voor de wijziging of verlenging ervan, dient uiterlijk 5 werkdagen vooraf schriftelijk te worden ingediend bij het wijkkantoor Bertem van de politiezone. Elke latere aanvraag wordt als 'laattijdig' beschouwd.
Artikel 3:
Er wordt een retributie geheven op de hinderlijke inname van het openbaar domein ten laste van de bouwheer of, als deze niet gekend is, ten laste van de eigenaar(s) van het onroerend goed waarvoor de inname van het openbaar domein aangevraagd of bevolen wordt.
Het tarief bedraagt 0,50 euro per ingenomen m² per dag. Elk deel van een vierkante meter wordt als volle vierkante meter aangerekend. Elk deel van een dag wordt als volle dag aangerekend.
Artikel 4:
Er wordt een retributie geheven op elke hinderlijke of niet-hinderlijke inname van het openbaar domein ten laste van de bouwheer of, als deze niet gekend is, ten laste van de eigenaar(s) van het onroerend goed waaraan de werken worden uitgevoerd:
• voor de inname van het openbaar domein zonder de schriftelijke toelating van het gemeentebestuur;
• voor een laattijdige aanvraag tot inname van het openbaar domein;
• voor de overschrijding van de toegelaten duur en/of oppervlakte van de inname van het openbaar domein zonder voorafgaandelijke nieuwe toelating van het gemeentebestuur.
Het tarief bedraagt het dubbele van het tarief vermeld in artikel 3.
Artikel 5:
Van de retributie zijn vrijgesteld, de inname van het openbaar domein nodig voor:
• het oprichten of verbouwen van woongelegenheden door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of door haar gewestelijke en/of plaatselijke bouwmaatschappijen.
• werken die uitgevoerd worden door of in opdracht van openbare besturen, en daarmee gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut.
• de restauratie van als monument geklasseerde gebouwen, van gebouwen gelegen in een als stadsgezicht beschermde zone en van niet-geklasseerde historische panden door het college van burgemeester en schepenen erkend
• de organisatie van sportwedstrijden, optochten (bv. carnavalstoet) en manifestaties van culturele, sportieve, educatieve of sociale aard op de openbare weg.
Artikel 6:
De bouwheer die het openbaar domein inneemt of laat innemen of, als deze niet gekend is, de eigenaar(s) van het onroerend goed waaraan de werken worden uitgevoerd, ontvang(t)(en) een schuldvordering van het gemeentebestuur met het te betalen bedrag. De retributie dient te worden betaald:
• hetzij op het rekeningnummer BE09 0971 2047 0057 op naam van Gemeentebestuur Bertem, Tervuursesteenweg 178, 3060 Bertem;
• hetzij contant aan de kassa van de technische dienst van de gemeente Bertem.
Het college wordt gemachtigd om te beslissen over een wijziging van de betalingswijze.
Artikel 7:
Het retributiereglement over de ingebruikname van het openbaar domein in het kader van het uitvoeren van werken, goedgekeurd door de gemeenteraad op 2 april 2013, wordt opgeheven op 1 oktober 2016.
Artikel 8:
Elke inname van het openbaar domein die is toegelaten vóór de inwerkingtreding van dit reglement, wordt voor de volledige duur van de toegestane inname verder gereglementeerd door het retributiereglement van 2 april 2013.
Artikel 9:
Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2016.
Zitting van 29 augustus 2016
INTERNE CONTROLESYSTEEM. GOEDKEURING AANGEPAST ALGEMEEN KADER VAN HET INTERNE CONTROLESYSTEEM.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Sinds 2007 zijn er op Vlaams niveau grote stappen vooruitgezet in het bieden van een reglementair en organisatorisch kader voor de begeleiding van de lokale besturen in de uitvoering van maatregelen voor organisatiebeheersing (interne controle). Op 1 januari 2014 werd het agentschap Audit Vlaanderen opgericht. Dit agentschap voert zowel audits uit in de lokale besturen als bij de Vlaamse administratie. Audit Vlaanderen heeft als opdracht het interne controlesysteem van de Vlaamse administratie en van de lokale besturen te evalueren en aanbevelingen hierover te formuleren. Het agentschap heeft de decretaal bepaalde opdrachten inzake organisatiebeheersing verder uitgewerkt, o.m. in een 'leidraad lokale besturen'. Die leidraad kwam tot stand i.s.m. de VVSG, de VVP, de beroepsfederaties van de decretale graden en V-ICT-OR.
De organisatie van de interne controle in de gemeente Bertem, onder meer op basis van een zelfevaluatie en projecten (zowel kleine quick wins als grote veranderingsprojecten), zal voortaan meer worden afgestemd op het kader en de methodiek van Audit Vlaanderen. Het bijgevoegde kader van het intern controlesysteem is besproken met en goedgekeurd door Audit Vlaanderen. Een nieuwe zelfevaluatie zal in de loop van 2016 worden georganiseerd om te komen tot een reeks van nieuwe verbeterprojecten in onze organisatie.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt het bijgevoegde algemeen kader voor organisatiebeheersing (interne controle) goed.
Zitting van 29 augustus 2016
INTERNE CONTROLESYSTEEM. KENNISNAME OPVOLGINGSRAPPORT.
Juridische gronden
Bijlagen
Mededeling
De raad neemt kennis van het jaarrapport 2016 van het interne controlesysteem.
Stemming vertegenwoordiger Roos De Backer Wouter Fock Diane Vander Elst Greet Goossens Sonia Stiasteny Dirk Stoffelen Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Jan Buysse Marc De Vlieger Leonard Vranckx Tom Philips Albert Mees Kristien Van Essche Marc Morris Joery Verhoeven Jan De Keyzer Yvette Laes Karin Baudemprez Ludo Croonenberghs Eddy Vranckx Roos De Backer Wouter Fock Diane Vander Elst Greet Goossens Sonia Stiasteny Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Jan Buysse Marc De Vlieger Leonard Vranckx Tom Philips Albert Mees Kristien Van Essche Marc Morris Joery Verhoeven Jan De Keyzer Yvette Laes Karin Baudemprez Ludo Croonenberghs aantal voorstanders: 20 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Stemming plaatsvervangende vertegenwoordiger Roos De Backer Wouter Fock Diane Vander Elst Greet Goossens Sonia Stiasteny Dirk Stoffelen Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Jan Buysse Marc De Vlieger Leonard Vranckx Tom Philips Albert Mees Kristien Van Essche Marc Morris Joery Verhoeven Jan De Keyzer Yvette Laes Karin Baudemprez Ludo Croonenberghs Eddy Vranckx Roos De Backer Wouter Fock Diane Vander Elst Greet Goossens Sonia Stiasteny Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Jan Buysse Marc De Vlieger Leonard Vranckx Tom Philips Albert Mees Kristien Van Essche Marc Morris Joery Verhoeven Jan De Keyzer Yvette Laes Karin Baudemprez Ludo Croonenberghs aantal voorstanders: 20 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 29 augustus 2016
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AANDUIDING GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGERS ALGEMENE VERGADERINGEN IVERLEK EN EANDIS ASSETS TOT 2018.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
1. Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2017 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2017
2. Statutaire benoemingen
3. Statutaire mededelingen.
Eandis Assets (18.45 uur)
1. Aanvaarding van toetreding van een B1 deelnemer (onder voorbehoud van effectieve intrede)
2. Voorstel van wijziging van de statuten en bijlagen
3. Bepaling van de inwerkingtreding van de statutenwijziging
4. Machtiging tot coördinatie van de statuten en bijlagen met aanpassing van het register van de deelnemers
5. Verlenen van machtiging aan de heer Nick Vandevelde en/of de heer José Verbiese en/of mevrouw Sofie Arickx om de beslissing genomen in voorgaande agendapunten bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dienovereenkomstig aan te passen
6. Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2017 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2017
7. Statutaire benoemingen
8. Statutaire mededelingen.
Juridische gronden
Argumentatie
Door het ontslag van gemeenteraadslid Ken Geyns moet een nieuwe gemeentelijke vertegenwoordiger worden aangeduid voor de algemene vergadering(en) van Iverlek.
Voor de algemene vergadering in buitengewone zitting van Eandis Assets op 3 oktober 2016 moet een gemeentelijke vertegenwoordiger en een gemeentelijke plaatsvervangend vertegenwoordiger worden aangeduid.
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om mevrouw Diane Vander Elst, gemeenteraadslid en de heer Albert Mees, voorzitter gemeenteraad, aan te duiden als respectievelijk gemeentelijk vertegenwoordiger en plaatsvervangend gemeentelijk vertegenwoordiger voor alle algemene vergaderingen van Iverlek en Eandis Assets tot het einde van deze legislatuur.
Besluit
Stemming vertegenwoordiger
Na geheime stemming:
20 stemmen voor
Stemming plaatsvervangende vertegenwoordiger
Na geheime stemming:
20 stemmen voor
Artikel 1:
Mevrouw Diane Vander Elst, gemeenteraadslid, wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente Bertem op de algemene vergaderingen in buitengewone zitting van Iverlek en Eandis Assets van 3 oktober 2016 en voor alle andere algemene vergaderingen van Iverlek en Eandis Assets tot einde 2018.
Artikel 2:
De heer Albert Mees, voorzitter gemeenteraad, wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente Bertem op de algemene vergaderingen in buitengewone zitting van Iverlek en Eandis Assets van 3 oktober 2016 en voor alle andere algemene vergaderingen van Iverlek en Eandis Assets tot einde 2018.
Zitting van 29 augustus 2016
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. UITSTEL AGENDAPUNT BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERINGEN IVERLEK EN EANDIS ASSETS 3 OKTOBER 2016 EN MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
1. Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2017 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2017
2. Statutaire benoemingen
3. Statutaire mededelingen.
Eandis Assets (18.45 uur)
1. Aanvaarding van toetreding van een B1 deelnemer (onder voorbehoud van effectieve intrede)
2. Voorstel van wijziging van de statuten en bijlagen
3. Bepaling van de inwerkingtreding van de statutenwijziging
4. Machtiging tot coördinatie van de statuten en bijlagen met aanpassing van het register van de deelnemers
5. Verlenen van machtiging aan de heer Nick Vandevelde en/of de heer José Verbiese en/of mevrouw Sofie Arickx om de beslissing genomen in voorgaande agendapunten bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dienovereenkomstig aan te passen
6. Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2017 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2017
7. Statutaire benoemingen
8. Statutaire mededelingen.
Juridische gronden
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad stelt het agendapunt over de agenda van de algemene vergaderingen in buitengewone zitting van Iverlek en Eandis Assets op 3 oktober 2016 en over het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger uit naar de volgende raadszitting om de raadsleden in staat te stellen om deel te nemen aan de informatievergadering van Iverlek / Eandis Assets.
Zitting van 29 augustus 2016
PATRIMONIUM. GOEDKEURING VOORWAARDEN VERKOOP WONING TULPENLAAN 13.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
De laatste gebruiker van de woning Tulpenlaan 13, het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap Midden-Brabant vzw, heeft de woning verlaten sinds 1 februari 2016 en heeft een nieuwe kantoorruimte gevonden op de private huurmarkt. De gemeente heeft de woning Tulpenlaan 13 niet nodig voor de realisatie van eigen projecten of doelstellingen. Door de verkoop van het perceel wordt aan kandidaat-kopers de kans geboden om in onze gemeente een eigen woning te betrekken.
De eerste verkoop heeft weinig geïnteresseerden opgeleverd. Door de prijs vast te leggen op +/- 90% van de schattingswaarde en de minimale verkoopprijs van 285 000 euro bekend te maken, wordt gehoopt meer interesse op te wekken bij kandidaat-kopers op de woningmarkt.
De verkoop van de gebouwen en percelen kadert in het meerjarenplan van het gemeentebestuur en in de rationalisatie van eigendommen zonder rechtstreeks nut voor het gemeentebestuur, met het oog op de herinvestering van de verkoopsopbrengsten in nieuwe investeringsprojecten.
Financiële gevolgen
De kredieten zijn ingeschreven in het budget van 2015 en worden mee overgeschreven bij de volgende jaarrekening.
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/002/005/001/002/ 22000020/0110 1419/002/005/001/002/ 22100020/0110 | € 500 000
€ 550 000 |
|
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het perceel gelegen aan de Tulpenlaan 13 te Leefdaal, kadastraal gekend als 3de afdeling, sectie F, nummer 180B9, met een oppervlakte van 6a 50 ca, eigendom van de gemeente, wordt verkocht via openbare verkoop. Indien de procedure van openbare verkoop niet de minimum verkoopprijs oplevert, wordt het college gemachtigd om een onderhandse verkoopsprocedure te organiseren.
Artikel 2:
De raad stelt de minimum verkoopprijs voor het perceel Tulpenlaan 13 vast op 285 000 euro.
Artikel 3:
De verkoop van het perceel moet gebeuren volgens de volgende voorwaarden:
Artikel 4:
De voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen die voortvloeien uit deze beslissing.
Zitting van 29 augustus 2016
CULTUURPATRIMONIUM. AANVAARDING SCHENKING BEELD 'TRIOMF' DOOR DHR. EN MEVR. LANNOY-FORREZ.
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het beeld is een meerwaarde voor het cultureel patrimonium van de gemeente. Door de schenking te aanvaarden, kan dit kunstwerk permanent worden tentoongesteld voor het brede publiek.
Na de schenking zal dit beeld zal worden geplaatst op de eerste verdieping van het gemeentehuis ter hoogte van de centrale glaspartij, waar het beeld goed tot zijn recht kan komen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad aanvaardt de schenking van het beeld 'Triomf' door de heer en mevrouw Lannoy-Forrez.
Zitting van 29 augustus 2016
TOELAGEN. AANPASSING SUBSIDIEREGLEMENT VOOR JEUGD.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. De bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.
De betalingen aan verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid worden altijd verricht op een financiële rekening op naam van de vereniging.
Adviezen
Argumentatie
De hoofddoelstelling van de vernieuwde subsidiereglementen is om effecten te creëren om Bertemse verenigingen aan te moedigen om initiatieven te nemen die het sociaal-culturele leven van de gemeenschap ten goede komen, initiatieven die zonder subsidies wellicht niet zouden genomen worden of verlieslatend zouden zijn.
De subsidiereglementen van jeugd, sport en cultuur worden beter op elkaar afgestemd en alle drie gelijkvormig opgebouwd. Zo zal er een identieke berekeningswijze voor de verdeling van de basis- en werkingssubsidies worden toegepast volgens een puntenstelsel.
De beleidsveldoverschrijdende samenwerking (jeugd-cultuur-sport) wordt bevorderd. Sommige subsidies worden onder identieke voorwaarden ingeschreven in de verschillende subsidiereglementen (bv. projectsubsidies) om alle barrières voor een samenwerking tussen cultuur-, sport- en jeugdverenigingen op te heffen.
De jeugdraad adviseert enkel nog over het reglement zelf, niet meer over de toekenning van concrete subsidies. Vaak was de jeugdraad rechter en partij wanneer het ging over aanvragen van jeugdverenigingen. De berekening is een taak van de administratie, het toezicht op de berekening en de toekenning van de subsidies is de bevoegdheid van het college.
Besluit
eenparig
HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:
Binnen de kredieten van het gemeentebudget, kunnen aan de erkende jeugdwerkinitiatieven subsidies worden verleend onder de voorwaarden van dit reglement. De plaatselijke jeugdwerkinitiatieven werden erkend door het gemeentebestuur van Bertem en ontwikkelen een activiteit gericht naar de jeugd op een of meerdere van volgende gebieden:
• Sociaal-cultureel vorming- en ontwikkelingswerk
• Amateuristische (actieve) kunstbeoefening
• Vrijetijdsbesteding
• Ontmoeting
• Spel
De erkenning van Bertemse verenigingen werd vastgelegd in een reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 juni 2014.
HOOFDSTUK 2 – BASIS- EN WERKINGSSUBSIDIE
Aanvragen van basis- en werkingssubsidie
Artikel 2:
De subsidies worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten voor het werkjaar dat loopt van 1 september van het vorige jaar tot 31 augustus van het lopende jaar.
Artikel 3:
Om voor subsidiëring in aanmerking te komen, moet het erkend jeugdwerkinitiatief vóór 15 september van het werkjaar waarvoor de subsidies worden aangevraagd de volgende documenten indienen bij de dienst vrije tijd en communicatie:
• Het volledig ingevulde subsidieformulier dat elk erkend jeugdwerkinitiatief toegestuurd krijgt. Dit omvat een inlichtingsformulier en een verslag over de gerealiseerde activiteiten tijdens het vorige werkjaar.
• Een nota met vermelding van de wijzigingen die zich eventueel hebben voorgedaan op het gebied van de samenstelling van het bestuur, de structuur en de statuten van de vereniging.
Een jeugdwerkinitiatief dat alleen de basissubsidie wil ontvangen, dient slechts het inlichtingsformulier in te vullen.
Met laattijdig ingediende aanvragen, dit is na 15 september, zal geen rekening gehouden worden.
Artikel 4:
Ieder jeugdwerkinitiatief moet de administratieve en financiële controle door het gemeentebestuur aanvaarden. Bovendien moeten aan de door het gemeentebestuur aangeduide ambtenaren alle documenten worden getoond en alle inlichtingen worden verstrekt die zij noodzakelijk achten voor de vervulling van hun taak. De jeugdwerkinitiatieven kunnen verzocht worden aan deze ambtenaren regelmatig een exemplaar van hun activiteitenprogramma, evenals van de aankondigingen van hun activiteiten mee te delen.
Berekeningswijze voor de verdeling van de basis- en werkingssubsidie
Artikel 5:
Het voorziene krediet wordt gesplitst in 30% basissubsidie en 70% werkingssubsidie.
Basissubsidie
De basissubsidie wordt op gelijke wijze verdeeld onder alle aanvragende erkende jeugdwerkinitiatieven die de vereiste bewijsstukken voorleggen.
Werkingssubsidie
Als verdeelsleutel wordt het puntenstelsel, zoals vermeld in artikel 6, gebruikt.
(a) Het aantal punten verkregen door alle betrokken jeugdwerkinitiatieven die een aanvraag hebben ingediend wordt opgeteld en hierna het puntentotaal genoemd.
(b) De werkingssubsidie wordt vervolgens gedeeld door dit puntentotaal. Dit getal drukt de waarde uit in geld van één punt. De werkingssubsidie per jeugdwerkinitiatief verkrijgt men door de waarde van één punt te vermenigvuldigen met het totaal aantal punten van het jeugdwerkinitiatief.
Totale subsidie
De totale subsidie wordt verkregen door optelling van de basissubsidie en de werkingssubsidie.
Artikel 6:
Een project waaraan projectsubsidies werden toegekend, kan niet meer in aanmerking komen als activiteit in het kader van de werkingssubsidies.
De punten worden als volgt toegekend:
• Deskundige begeleiding: per begeleider met attest in het jeugdwerk (animator, hoofdanimator, EHBO…): 10 punten
• Aantal leden: 1 punt per lid
• Activiteiten ingericht door het jeugdwerkinitiatief:
º per bestuursvergadering met het voltallige bestuur: 3 punten
º per halve dag- of avondactiviteit: 4 punten
º per volledige dagactiviteit: 5 punten
• Vorming van de jeugdbegeleiders: per deelname aan een vormingscursus in het kader van het jeugdwerk: 5 punten
• Uitgave van een door het jeugdwerkinitiatief zelf uitgegeven tijdschrift dat minstens 3 maal per jaar verschijnt en aan alle leden wordt bezorgd: 10 punten (ongeacht het aantal edities)
• Het versturen van minstens 3 edities van een elektronische nieuwsbrief waarop minstens alle eigen activiteiten worden aangekondigd: 10 punten (ongeacht het aantal nieuwsbrieven)
• Opmaak en onderhoud van een website, facebookpagina of blog over het jeugdwerkinitiatief: 10 punten
Deze moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
º Up-to-date zijn.
º Volgende onderdelen moeten minstens aan bod komen:
- voorstelling van het jeugdwerkinitiatief
- praktische informatie m.b.t. de locatie en uren van bijeenkomsten/openingsuren
- contactgegevens van het jeugdwerkinitiatief
- het maandprogramma
Dit wordt eind september gecontroleerd.
• Lid van de jeugdraad. Per aanwezigheid van het jeugdwerkinitiatief tijdens de vergaderingen: 2 punten.
HOOFDSTUK 3 - SUBSIDIE CULTURELE ANIMATIE
Artikel 7:
Het krediet voor subsidies culturele animatie kan aangewend worden voor de subsidiëring van culturele activiteiten, tegen betaling uitgevoerd door derden in opdracht van het erkend jeugdwerkinitiatief.
Volgende kunstvormen zijn subsidieerbaar: cabaret, circusvoorstelling, dans, diavoorstelling, filmvoorstelling, instrumentale muziek, kleinkunst, literatuur, mime, musical, operette, poëzie, show, toneel, totaalspektakel, variété, vocale muziek, volksdans, voordracht, wereldmuziek.
Optredens van DJ's komen niet in aanmerking.
De activiteit moet plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente Bertem.
De culturele activiteit moet gericht zijn naar kinderen, jongeren of jongvolwassenen. Volwassenen mogen uiteraard de doelgroepen aanvullen.
Artikel 8:
Elk erkend jeugdwerkinitiatief kan hierop een beroep doen door voorlegging vóór 15 september van een overzicht van de georganiseerde culturele activiteiten die tijdens het vorige werkjaar werden georganiseerd.
Artikel 9:
De subsidie bedraagt 50 % van de uitkoopsom van de groep/artiest (inclusief btw) + reiskosten met een maximum per jeugdwerkinitiatief en per jaar van 500 euro.
Indien het voorziene krediet ontoereikend is, wordt het bedrag van elke aanvrager procentueel en evenredig verminderd.
HOOFDSTUK 4 - SUBSIDIE VOOR VORMING VAN JEUGDBEGELEIDERS
Artikel 10:
Het krediet voor vorming van jeugdbegeleiders kan aangewend worden voor subsidiëring van deelname van jeugdbegeleiders aan vormingscursussen in het kader van het jeugdwerk.
Artikel 11:
Onder vormingscursussen jeugdwerk wordt verstaan: de cursussen tot vorming van kaderleden (leiders/leidsters, animatoren, bestuursleden, actieve leden…) met het oog op animatie en begeleiding van kinderen en jongeren. De vormingsprogramma's die leiden tot het behalen van een attest dienen erkend te zijn door Afdeling Jeugd van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Artikel 12:
Volgende cursussen worden niet beschouwd als vorming in het jeugdwerk:
• cursussen die aansluiten op een beroepsopleiding
• stages verbonden aan de opleiding van animatoren
• cursussen die de opleiding, vervolmaking of begeleiding in sportdisciplines beogen
Artikel 13:
De jongeren die een cursus willen volgen, moeten aangesloten zijn bij een erkend jeugdwerkinitiatief uit Bertem of tot doel hebben zich bij een erkend jeugdwerkinitiatief uit Bertem aan te sluiten.
De cursisten moeten tussen de 15 en 30 jaar oud zijn en in Bertem wonen.
Artikel 14:
Op voorlegging van de nodige bewijsstukken (deelname- en betalingsbewijs uitgereikt door de vormingsinstantie) wordt aan elke jeugdbegeleider 50 % van de kosten verbonden aan één of meer gevolgde vormingscursussen terugbetaald met een maximum van 150 euro per persoon per jaar. De aanvrager dient aan te tonen dat de gevolgde vormingscursus ten goede komt van het jeugdwerk in Bertem en niet de persoonlijke of professionele vorming van de aanvrager beoogt. De aanvragen moeten ten laatste op 15 september van het werkjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, worden bezorgd aan de dienst vrije tijd en communicatie.
HOOFDSTUK 5 - SUBSIDIE VOOR AANKOOP VAN DUURZAME MATERIALEN
Artikel 15:
Het krediet voor subsidie voor aankopen van duurzame materialen kan aangewend worden voor de subsidiëring van de aankopen van duurzame materialen door erkende jeugdwerkinitiatieven.
Artikel 16:
Om in aanmerking te komen voor de subsidie voor aankoop van duurzame materialen, dient het erkend jeugdwerkinitiatief uiterlijk op 15 september een gemotiveerde aanvraag in.
Deze aanvraag omvat:
• een duidelijke omschrijving van het aan te kopen materiaal
• de vermoedelijke aankoopprijs
• de reden waarom het jeugdwerkinitiatief dit materiaal wenst aan te kopen.
Artikel 17:
Alle aanvragen worden besproken en geadviseerd door de jeugdraad. Indien de aanvraag door het college - na kennisname van dit advies - wordt aanvaard, bedraagt de subsidie 50 % van de aankoopprijs.
Indien het krediet ontoereikend is, worden de bedragen procentueel en evenredig verminderd.
HOOFDSTUK 6 - SUBSIDIERING VAN JEUGDVAKANTIES
Artikel 18:
Het krediet voor subsidiëring van jeugdvakanties kan aangewend worden voor de subsidiëring van:
• jeugdkampen en bivakken
• andere bijzondere vakantie-initiatieven van erkende jeugdwerkinitiatieven, voor zover georganiseerd tijdens een aaneensluitende periode van tenminste 4 dagen, al dan niet met overnachting in binnen- of buitenland.
De jeugdvakantie wordt georganiseerd door een erkend jeugdwerkinitiatief en vindt plaats tijdens een schoolvakantie.
Artikel 19:
De subsidie bedraagt 1,25 euro/kind/dag.
Het jeugdwerkinitiatief dat de subsidie voor jeugdvakanties wenst te ontvangen, dient volgende bewijsstukken voor te leggen aan de dienst vrije tijd en communicatie:
• een lijst van alle deelnemers van de jeugdvakantie, met vermelding van het aantal overnachtingen per deelnemer
• een kopie van de verblijfsovereenkomst tussen de vereniging en de eigenaar van de vakantieaccommodatie
Indien het krediet ontoereikend is, worden de bedragen procentueel en evenredig verminderd.
HOOFDSTUK 7 - KAMPVERVOER
Artikel 20:
Het gemeentebestuur organiseert kampvervoer als logistieke ondersteuning aan erkende Bertemse jeugdverenigingen.
Het kampvervoer is bestemd om spel- en kampeermateriaal van en naar de kampplaats te vervoeren en is niet geschikt voor personenvervoer. De kosten voor het kampvervoer worden door de gemeente gedragen.
Artikel 21:
Aan het reglement zijn een aantal voorwaarden verbonden:
• Er is uitsluitend kampvervoer in de maanden juli en augustus.
• Enkel erkende jeugdwerkinitiatieven komen in aanmerking voor kampvervoer.
• De kampplaats moet zich op Belgisch grondgebied bevinden.
• Kampvervoer is niet mogelijk op zaterdag, zondag en feestdagen.
• Kampvervoer is beperkt tot 1 kamp per jaar per jeugdvereniging.
• Er wordt enkel kampvervoer toegestaan bij kampen die minstens 5 dagen duren, met minstens 20 deelnemers.
• Het transport van kampmateriaal (zoals tenten e.d.) gehuurd bij een externe firma of organisatie wordt in principe op dezelfde dag gedaan als het laden en lossen van het eigen kampmateriaal. Afwijkingen kunnen vermeld worden op het aanvraagformulier.
• Er kan, per kamp, maximum 1 transport (max. laadvermogen van één vrachtwagen) aangevraagd worden voor de heenrit en 1 voor de terugrit. Het vervoer gebeurt op risico van de aanvrager voor wat betreft beschadigingen aan of het verlies van de goederen tijdens het transport, evenals tijdens het laden en lossen.
• De gemeente is niet verantwoordelijk voor lichamelijke ongevallen die de medewerkers van de jeugdvereniging zouden oplopen tijdens het laden en lossen en tijdens het transport.
Artikel 22:
Een aanvraag voor kampvervoer wordt ingediend bij de dienst openbare werken, voor 31 mei, op het daartoe voorziene online aanvraagformulier op de gemeentelijke website.
Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, ontvangt de aanvrager ten laatste op 15 juni een bevestiging.
Het kampvervoer wordt geweigerd indien de aanvraag te laat wordt ingediend.
Wanneer twee of meer verenigingen vertrek vragen op dezelfde dag, krijgt de aanvraag die eerst is ontvangen voorrang. De andere verenigingen krijgen dan de kans om hun vertrekdatum aan te passen.
Artikel 23:
De volgende praktische regelingen gelden:
• De jeugdvereniging voorziet ten minste 2 helpers om bij de heen- en de terugreis de vrachtwagen te laden en te lossen aan het jeugdlokaal en aan de kampplaats.
• Tijdens de rit dienst minstens 1, maximum 2 medewerker(s) van de jeugdvereniging de chauffeur te vergezellen.
HOOFDSTUK 8 - PROJECTSUBSIDIES
Artikel 24:
Naast de gewone jaarlijkse basis- en werkingssubsidies kan de gemeenteraad ten behoeve van één of meerdere samenwerkende erkende Bertemse verenigingen bijkomende subsidies inschrijven in het gemeentebudget om activiteiten of projecten van uitzonderlijke aard of waarde mogelijk te maken of te bevorderen.
Hieronder vallen: jubileumvieringen (25-, 50-, 75-,100-jaar bestaan…), culturele en artistieke projecten, projecten die vernieuwend of experimenteel zijn of projecten die de eigen werking overschrijden.
Artikel 25:
De projectsubsidie is bedoeld voor initiatieven die aan de volgende voorwaarden voldoen:
• Is de organisator een erkend jeugdwerkinitiatief dan moet het project een uitzonderlijk karakter hebben en niet tot de gewone werking van de vereniging behoren.
• Een project is duidelijk afgebakend in tijd, plaats en omvang.
• Een project betekent een meerwaarde voor het bestaande jeugdaanbod in de gemeente.
• Het project richt zich naar kinderen en jongeren tussen 6 en 25 jaar.
• Geen financiële winst nastreven (projecten met een in hoofdzaak commercieel karakter komen niet in aanmerking) en geen onderdeel zijn van een geldinzamelactie.
• Plaatsvinden op het grondgebied van Bertem.
• Bij een zo ruim mogelijk publiek bekendgemaakt worden en zich niet beperken tot de leden van de eigen werking.
Artikel 26:
Om de projectsubsidie te ontvangen, dienen de volgende bewijsstukken voorgelegd te worden:
• Het volledig ingevulde aanvraagformulier voor projectsubsidies met een gedetailleerde onkostenraming van het geplande project
• Het volledig ingevulde evaluatieformulier met een gedetailleerd financieel verslag zodra het project gerealiseerd is. Betalingsbewijzen en facturen moeten toegevoegd worden.
Om aanspraak te kunnen maken op een projectsubsidie, moeten de aanvragen bij de dienst vrije tijd en communicatie toekomen tenminste 2 maanden voorafgaand aan het project.
De aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst door het gemeentebestuur. Projectsubsidies kunnen toegekend worden tot uitputting van de financiële middelen.
Artikel 27:
De projectsubsidie bedraagt per project 50% van de bewezen subsidieerbare kosten met een maximum van 500 euro.
Als subsidieerbare uitgaven komen in aanmerking:
• huurgelden infrastructuur
• promotiekosten
• taksen zoals auteursrechten, billijke vergoeding
• uitkoopsommen, honoraria
• huurkosten en materialen
• verzekeringspolis
Onderstaande onkosten komen niet in aanmerking:
• voeding en drank
• producten die worden doorverkocht
Artikel 28:
Indien twee of meer erkende Bertemse verenigingen samenwerken aan een project van uitzonderlijke aard moet er één van hen als subsidieaanvrager optreden. De betrokken verenigingen regelen zelf de onderlinge verdeling van de projectsubsidie.
HOOFDSTUK 9 - SLOTBEPALINGEN
Artikel 29:
Niet-opgebruikte kredieten (onder artikel 7, 10, 15 en 18) kunnen overgeheveld worden naar andere subsidieposten, tenzij anders vermeld, en tenslotte via het puntensysteem worden verdeeld (zie hoofdstuk basis- en werkingssubsidie).
Artikel 30:
Het college van burgemeester en schepenen zal het definitieve resultaat van de subsidieberekening in overeenstemming met de bepalingen van dit reglement aan de jeugdwerkinitiatieven en de jeugdraad meedelen.
De subsidie wordt, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, gestort op de financiële rekening van het jeugdwerkinitiatief vóór 31 december van het budgetjaar.
Artikel 31:
Indien blijkt dat de jeugdwerkinitiatieven onjuiste gegevens hebben bezorgd of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd, kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidies geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken jeugdwerkinitiatieven.
Artikel 32:
De gemeentesecretaris stelt de aanvraagformulieren vast. De formulieren zijn beschikbaar op de gemeentelijke website.
Alle zaken die niet door dit reglement worden geregeld of afwijkingen op de voorwaarden worden behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 33:
Dit reglement treedt in werking op 1 september 2016.
Artikel 34:
Het gemeentelijke reglement betreffende de erkenning en de subsidiëring van het jeugdwerk, goedgekeurd door de raad op 28 juni 1994, wordt opgeheven vanaf 1 september 2016.
Zitting van 29 augustus 2016
TOELAGEN. AANPASSING SUBSIDIEREGLEMENT VOOR CULTUUR.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. De bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.
De betalingen aan verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid worden altijd verricht op een financiële rekening op naam van de vereniging.
Adviezen
Argumentatie
De hoofddoelstelling van de vernieuwde subsidiereglementen is om effecten te creëren om Bertemse verenigingen aan te moedigen om initiatieven te nemen die het sociaal-culturele leven van de gemeenschap ten goede komen, initiatieven die zonder subsidies wellicht niet zouden genomen worden of verlieslatend zouden zijn.
De subsidiereglementen van jeugd, sport en cultuur worden beter op elkaar afgestemd en alle drie gelijkvormig opgebouwd. Zo zal er een identieke berekeningswijze voor de verdeling van de basis- en werkingssubsidies worden toegepast volgens een puntenstelsel.
De beleidsveldoverschrijdende samenwerking (jeugd-cultuur-sport) wordt bevorderd. Sommige subsidies worden onder identieke voorwaarden ingeschreven in de verschillende subsidiereglementen (bv. projectsubsidies) om alle barrières voor een samenwerking tussen cultuur-, sport- en jeugdverenigingen op te heffen.
Besluit
eenparig
HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:
Binnen de kredieten van het gemeentebudget, kunnen aan de erkende, plaatselijke sociaal-culturele verenigingen subsidies worden verleend onder de voorwaarden van dit reglement. De plaatselijke verenigingen voor sociaal-cultureel werk werden erkend door het gemeentebestuur van Bertem en ontwikkelen een activiteit op een of meerdere van volgende gebieden:
• Sociaal-cultureel vorming- en ontwikkelingswerk met volwassenen
• Amateuristische (actieve) kunstbeoefening met volwassenen
• Culturele vrijetijdsbesteding
De erkenning van Bertemse verenigingen werd vastgelegd in een reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 juni 2014.
HOOFDSTUK 2 – BASIS- EN WERKINGSSUBSIDIE
Aanvragen van basis- en werkingssubsidie
Artikel 2:
De subsidies worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten voor het werkjaar dat loopt van 1 september van het vorige jaar tot 31 augustus van het lopende jaar.
Artikel 3:
Om voor subsidiëring in aanmerking te komen, moet de erkende vereniging vóór 15 september van het werkjaar waarvoor de subsidies worden aangevraagd de volgende documenten indienen bij de dienst vrije tijd en communicatie:
• Het volledig ingevulde subsidieformulier dat elke erkende vereniging toegestuurd krijgt. Dit omvat een inlichtingsformulier en een verslag over de gerealiseerde activiteiten tijdens het vorige werkjaar.
• Een nota met vermelding van de wijzigingen die zich eventueel hebben voorgedaan op het gebied van de samenstelling van het bestuur, de structuur en de statuten van de vereniging.
Een vereniging die alleen de basissubsidie wil ontvangen, dient slechts het inlichtingsformulier in te vullen.
Met laattijdig ingediende aanvragen, dit is na 15 september, zal geen rekening gehouden worden.
Artikel 4:
Iedere vereniging moet de administratieve en financiële controle door het gemeentebestuur aanvaarden. Bovendien moeten aan de door het gemeentebestuur aangeduide ambtenaren alle documenten worden getoond en alle inlichtingen worden verstrekt die zij noodzakelijk achten voor de vervulling van hun taak. De verenigingen kunnen verzocht worden aan deze ambtenaren regelmatig een exemplaar van hun activiteitenprogramma, evenals van de aankondigingen van hun activiteiten mee te delen.
Berekeningswijze voor de verdeling van de basis- en werkingssubsidie
Artikel 5:
Het voorziene krediet wordt gesplitst in 30% basissubsidie en 70% werkingssubsidie.
Basissubsidie
De basissubsidie wordt op gelijke wijze verdeeld onder alle aanvragende erkende sociaal-culturele verenigingen die de vereiste bewijsstukken voorleggen.
Werkingssubsidie
Als verdeelsleutel wordt het puntenstelsel, zoals vermeld in artikel 6, gebruikt.
(a) Het aantal punten verkregen door alle betrokken verenigingen die een aanvraag hebben ingediend wordt opgeteld en hierna het puntentotaal genoemd.
(b) De werkingssubsidie wordt vervolgens gedeeld door dit puntentotaal. Dit getal drukt de waarde uit in geld van één punt. De werkingssubsidie per vereniging verkrijgt men door de waarde van één punt te vermenigvuldigen met het totaal aantal punten van de vereniging
Totale subsidie
De totale subsidie wordt verkregen door optelling van de basissubsidie en de werkingssubsidie.
Artikel 6:
Een project waaraan projectsubsidies werden toegekend, kan niet meer in aanmerking komen als activiteit in het kader van de werkingssubsidies.
De punten worden als volgt toegekend:
Sociaal-cultureel werk
• CULTUURSPREIDING EN CULTUURPARTICIPATIE
º Zelfgeorganiseerde activiteit voor cultuurspreiding die plaatsvindt (een toneel-, muziek- of dansopvoering, een tentoonstelling, poppentheater, praatcafé, Heksentocht…):
▪ Voor het grote publiek: 5 punten
▪ Voor eigen leden: 3 punten
º Organiseren van repetitieve activiteiten die betrekking hebben op gemeenschapsvorming, recreatie of hobby (petanque, kaartavonden…). Dit zijn weerkerende activiteiten die meer dan tien keer per jaar plaatsvinden:
▪ Per reeks voor het grote publiek: 5 punten
▪ Per reeks voor eigen leden: 3 punten
º Opluisteren vieringen (erediensten, 11 novemberviering…) en voor elke niet-zelfgeorganiseerde concertuitvoering:
3 punten per viering of concertuitvoering
º Organiseren van een activiteit met charitatief of humanitair doel:
5 punten
º Organiseren van een bezoek (museum/theater/film/concert) of studiereis
▪ Voor het grote publiek: 5 punten per bezoek of studiereis
▪ Voor eigen leden: 3 punten per bezoek of studiereis
º Deelname van minimum 10 leden in verenigingsverband aan een informatieve, vormende of cultuurspreidende activiteit door derden uitgewerkt:
3 punten per activiteit
º Jeugdwerking tijdens schoolvakanties (minstens 2 dagen) of tijdens schoolvrije dagen: 5 punten/jeugdwerking
• VORMENDE ACTIVITEITEN
º Deskundige begeleiding: gebrevetteerde leider, dirigent, regisseur…:
10 punten per begeleider
º Leden die een opleiding zang, muziek, dans, dictie, voordracht of toneel volgen in een muziekschool, dansschool of academie, in functie van de kunstvorm die in de vereniging beoefend wordt: 3 punten per lid
º Voor het zelf inrichten van zang-, dans- of muzieklessen in de schoot van de vereniging: 5 punten ongeacht het aantal lessen
º Voor het inrichten van lessenreeksen, lezing, info- of vormingsavonden
▪ voor het grote publiek: 5 punten per lessenreeks of infoavond
▪ voor eigen leden: 3 punten per lessenreeks of infoavond
º Organisatie van een culturele uitstap van minimum 1 dag lang met geleid bezoek met gids of geleide natuurwandeling met gids (maximum 10 uitstappen worden gesubsidieerd)
▪ voor het grote publiek: 5 punten per uitstap
▪ voor eigen leden: 3 punten per uitstap
º Organisatie van cycli van minimaal 5 lessen en/of dagdelen van vormingsactiviteiten of lessen in een kunstdiscipline
▪ Per cyclus voor het grote publiek: 5 punten
▪ Per cyclus voor eigen leden:3 punten
• OMKADERINGSACTIVITEITEN
º Studiedagen rond kadervorming bestuursleden mits voorlegging van aanwezigheidsattest: 3 punten per studiedag
º Repetities (enkel voor cultuurscheppende verenigingen - amateurkunsten):
3 punten per repetitie
º Uitgave van een door de vereniging zelf uitgegeven tijdschrift dat minstens 3 maal per jaar verschijnt en aan alle leden wordt bezorgd:
10 punten (ongeacht het aantal edities)
º Het versturen van minstens 3 edities van een elektronische nieuwsbrief waarop minstens alle eigen activiteiten worden aangekondigd:
10 punten (ongeacht het aantal nieuwsbrieven)
º Opmaak en het onderhoud van een website, facebookpagina of blog over de vereniging:10 punten
Deze moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
▪ De informatie moet up-to-date gehouden worden.
▪ Volgende onderdelen moeten minstens aan bod komen:
- voorstelling van de vereniging
- praktische informatie m.b.t. de locatie en uren van bijeenkomsten
- contactgegevens
- het maandprogramma
Dit wordt eind september gecontroleerd.
• BONUS VOOR CULTURELE OF VORMENDE ACTIVITEITEN HOGER VERMELD ONDER RUBRIEK 1 OF 2 EN IN SAMENWERKINGSVERBAND
º medewerking aan activiteiten georganiseerd door andere Bertemse verenigingen:
3 punten/samenwerking
De samenwerking moet worden aangetoond aan de hand van bewijsstukken, zoals onder meer een publicatie of overeenkomst. De bewijsstukken moeten samen met het dossier voor de subsidieaanvraag ingediend worden. Alleen activiteiten die openstaan voor het grote publiek komen in aanmerking.
º medewerking aan activiteiten van gemeentelijke adviesraden/gemeentebestuur:
10 punten/activiteit
• LID VAN DE CULTUURRAAD:
2 punten per aanwezigheid tijdens een vergadering
Een persoon kan slechts één vereniging vertegenwoordigen tijdens een vergadering van een adviesraad.
Artikel 7:
Indien twee of meer erkende Bertemse verenigingen samenwerken aan de organisatie van een activiteit, moet er één van hen als subsidieaanvrager optreden. De betrokken verenigingen regelen zelf de onderlinge verdeling van de subsidie.
HOOFDSTUK 3 - PROJECTSUBSIDIES
Artikel 8:
Naast de gewone jaarlijkse basis- en werkingssubsidies kan de gemeenteraad ten behoeve van één of meerdere samenwerkende erkende Bertemse verenigingen bijkomende subsidies inschrijven in het gemeentebudget om activiteiten of projecten van uitzonderlijke aard of waarde mogelijk te maken of te bevorderen.
Hieronder vallen: jubileumvieringen (25-, 50-, 75-,100-jaar bestaan…), culturele en artistieke projecten, projecten die vernieuwend of experimenteel zijn of projecten die de eigen werking overschrijden.
Artikel 9:
De projectsubsidie is bedoeld voor initiatieven die aan de volgende voorwaarden voldoen:
• Is de organisator een erkende sociaal-culturele vereniging dan moet het project een uitzonderlijk karakter hebben en niet tot de gewone werking van de vereniging behoren.
• Een project is duidelijk afgebakend in tijd, plaats en omvang.
• Een project betekent een meerwaarde voor het bestaande socio-culturele aanbod in de gemeente.
• Geen financiële winst nastreven (projecten met een in hoofdzaak commercieel karakter komen niet in aanmerking) en geen onderdeel zijn van een geldinzamelactie.
• Plaatsvinden op het grondgebied van Bertem.
• Bij een zo ruim mogelijk publiek bekendgemaakt worden en zich niet beperken tot de leden van de eigen werking.
Artikel 10:
Om de projectsubsidie te ontvangen, dienen de volgende bewijsstukken voorgelegd te worden:
• Het volledig ingevulde aanvraagformulier voor projectsubsidies met een gedetailleerde onkostenraming van het geplande project.
• Het volledig ingevulde evaluatieformulier met een gedetailleerd financieel verslag zodra het project gerealiseerd is. Betalingsbewijzen en facturen moeten toegevoegd worden.
Om aanspraak te kunnen maken op een projectsubsidie, moeten de aanvragen de dienst vrije tijd en communicatie bereiken tenminste 2 maanden voorafgaand aan het project.
De aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst door het gemeentebestuur. Projectsubsidies kunnen toegekend worden tot uitputting van de financiële middelen.
Artikel 11:
De projectsubsidie bedraagt per project 50% van de bewezen subsidieerbare kosten met een maximum van 500 euro.
Als subsidieerbare uitgaven komen in aanmerking:
• huurgelden infrastructuur
• promotiekosten
• taksen zoals auteursrechten, billijke vergoeding
• uitkoopsommen, honoraria
• kosten voor materialen
• verzekeringspolis
Onderstaande onkosten komen niet in aanmerking:
• voeding en drank
• producten die worden doorverkocht
Artikel 12:
Indien twee of meer erkende Bertemse verenigingen samenwerken aan een project van uitzonderlijke aard moet er één van hen als subsidieaanvrager optreden. De betrokken verenigingen regelen zelf de onderlinge verdeling van de projectsubsidie.
HOOFDSTUK 4 - SLOTBEPALINGEN
Artikel 13:
Het college van burgemeester en schepenen zal het definitieve resultaat van de subsidieberekening in overeenstemming met de bepalingen van dit reglement aan de sociaal-culturele verenigingen meedelen.
De subsidie wordt, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, gestort op de financiële rekening van de vereniging vóór 31 december van het budgetjaar.
Artikel 14:
Indien blijkt dat de verenigingen onjuiste gegevens hebben bezorgd of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidies geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken verenigingen.
Artikel 15:
De gemeentesecretaris stelt de aanvraagformulieren vast. De formulieren zijn beschikbaar op de gemeentelijke website.
Alle zaken die niet door dit reglement worden geregeld of afwijkingen op de voorwaarden worden behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 16:
Een subsidiëring van volgende verenigingen en samenwerkingsverbanden wordt in voorkomend geval nominatief in de begroting vermeld:
• Welzijnsverenigingen
• Ouderverenigingen van de plaatselijke basisscholen
• Verenigingen voor ontwikkelingssamenwerking
• Erfgoedkamer
• Roemeniëcomité Bertem.
Artikel 17:
Dit reglement treedt in werking op 1 september 2016.
Artikel 18:
Het gemeentelijk subsidiereglement houdende de subsidiëring van het plaatselijke sociaal-culturele werk, goedgekeurd door de raad op 29 juni 2004, wordt opgeheven vanaf 1 september 2016.
Zitting van 29 augustus 2016
TOELAGEN. AANPASSING SUBSIDIEREGLEMENT VOOR SPORT.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
De hoofddoelstelling van de vernieuwde subsidiereglementen is om effecten te creëren om Bertemse sportverenigingen aan te moedigen om initiatieven te nemen die het sportgebeuren naar een hoger niveau brengen.
De subsidiereglementen van jeugd, sport en cultuur worden beter op elkaar afgestemd en alle drie gelijkvormig opgebouwd. Zo zal er een identieke berekeningswijze voor de verdeling van de basis- en werkingssubsidies worden toegepast volgens een puntenstelsel.
De beleidsveldoverschrijdende samenwerking (jeugd-cultuur-sport) wordt bevorderd. Sommige subsidies worden onder identieke voorwaarden ingeschreven in de verschillende subsidiereglementen (bv. projectsubsidies) om alle barrières voor een samenwerking tussen cultuur-, sport- en jeugdverenigingen op te heffen.
Besluit
eenparig
HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:
Binnen de kredieten van het gemeentebudget, kunnen aan de erkende sportverenigingen subsidies worden verleend onder de voorwaarden van dit reglement. De erkenning van Bertemse verenigingen werd vastgelegd in een reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 juni 2014.
HOOFDSTUK 2 – BASIS- EN WERKINGSSUBSIDIE
Aanvragen van basis- en werkingssubsidie
Artikel 2:
De subsidies worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten voor het werkjaar dat loopt van 1 september van het vorige jaar tot 31 augustus van het lopende jaar.
Artikel 3:
Om voor subsidiëring in aanmerking te komen, moet de erkende vereniging vóór 15 september van het werkjaar waarvoor de subsidies worden aangevraagd de volgende documenten indienen bij de dienst vrije tijd en communicatie:
• Het volledig ingevulde subsidieformulier dat elke erkende vereniging toegestuurd krijgt. Dit omvat een inlichtingsformulier en een verslag over de gerealiseerde activiteiten tijdens het vorige werkjaar.
• Een nota met vermelding van de wijzigingen die zich eventueel hebben voorgedaan op het gebied van de samenstelling van het bestuur, de structuur en de statuten van de vereniging.
Een vereniging die alleen de basissubsidie wil ontvangen, dient slechts het inlichtingsformulier in te vullen.
Met laattijdig ingediende aanvragen, dit is na 15 september, zal geen rekening gehouden worden.
Artikel 4:
Iedere vereniging moet de administratieve en financiële controle door het gemeentebestuur aanvaarden. Bovendien moeten aan de door het gemeentebestuur aangeduide ambtenaren alle documenten worden getoond en alle inlichtingen worden verstrekt die zij noodzakelijk achten voor de vervulling van hun taak. De verenigingen kunnen verzocht worden aan deze ambtenaren regelmatig een exemplaar van hun activiteitenprogramma, evenals van de aankondigingen van hun activiteiten mee te delen.
Berekeningswijze voor de verdeling van de basis- en werkingssubsidie
Artikel 5:
Het voorziene krediet wordt gesplitst in 30% basissubsidie en 70% werkingssubsidie.
Basissubsidie
De basissubsidie wordt op gelijke wijze verdeeld onder alle aanvragende erkende sportverenigingen die de vereiste bewijsstukken voorleggen.
Werkingssubsidie
Als verdeelsleutel wordt het puntenstelsel, zoals vermeld in artikel 6, gebruikt.
(a) Het aantal punten verkregen door alle betrokken verenigingen die een aanvraag hebben ingediend wordt opgeteld en hierna het puntentotaal genoemd.
(b) De werkingssubsidie wordt vervolgens gedeeld door dit puntentotaal. Dit getal drukt de waarde uit in geld van één punt. De werkingssubsidie per vereniging verkrijgt men door de waarde van één punt te vermenigvuldigen met het totaal aantal punten van de vereniging
Totale subsidie
De totale subsidie wordt verkregen door optelling van de basissubsidie en de werkingssubsidie.
Artikel 6:
Werkingssubsidies: criteria voor het puntensysteem
• Leden.
Per lid 2 punten
• Trainingen/wedstrijden
Onder een training/wedstrijd wordt verstaan: een sportactiviteit van de vereniging in groep voor de leden ervan en onder begeleiding en dit op weekbasis.
Per training 2 punten
Per wedstrijd 4 punten
• Begeleiding
Per trainer/lesgever 10 punten
• Jeugd
Jongeren tot en met 18 jaar
Meer dan 60% = 50 punten
Tussen 30% en 60% = 20 punten
Minder dan 30% = 10 punten
0% = 0 punten
• De organisatie van een sportkamp/gemeentelijke initiatieven
Verenigingen die minimaal 1 sportkamp (minsten 3 dagen en/of weekend) organiseren = 15 punten
Medewerking aan een organisatie van een gemeentelijke sportactiviteit (niet sportkamp) ondersteund door de sportdienst = 50 punten
• Lid sportraad/deelname aan de vergaderingen van de sportraad
Aanwezigheid op de vergaderingen van de sportraad. Deze zullen in de loop van het jaar georganiseerd worden door de sportraad. De aanwezigheidslijst van de sportraad geldt als deelname.
Lid = 50 punten
Per vergadering = 5 punten
• Website/Blog/Facebook
Verenigingen hebben een website (met een eigen domeinnaam), facebookpagina of blog met volgende minimale informatie:
Naam en adres van de vereniging
Statuten van de vereniging
Structuur + bestuursleden
Contact via e-mail of telefoon
Lidgelden
Trainingsuren
Verzekering
De informatie moet up-to-date zijn
= 30punten
• Clubblad
Periodiek clubblad (op papier of een e-versie) dat minstens 3 maal per jaar verschijnt en waar de interne werking en nieuwtjes in vermeld staan.
=10 punten
• Lidgelden
Een vereniging waar gedifferentieerde sociale tarieven worden toegepast voor ouders, 1ste-, 2de, 3de...kind
Nodige info:
Lidgeldenstructuur waarin dit duidelijk is
=30 punten
• Senioren
senior 55+
Meer dan 60% = 30 punten
Tussen 30% en 60% = 20 punten
Minder dan 30% = 10 punten
0% = 0 punten
Artikel 7:
De voetbalclubs waarvoor de gemeente het gras maait op hun veld(en) hebben geen recht op subsidies.
HOOFDSTUK 3 - PROJECTSUBSIDIES
Artikel 8:
Naast de gewone jaarlijkse basis- en werkingssubsidies kan de gemeenteraad ten behoeve van één of meerdere samenwerkende erkende Bertemse verenigingen bijkomende subsidies inschrijven in het gemeentebudget om activiteiten of projecten van uitzonderlijke aard of waarde mogelijk te maken of te bevorderen.
Hieronder vallen: jubileumvieringen (25-, 50-, 75-, 100-jaar bestaan…), culturele en artistieke projecten, projecten die vernieuwend of experimenteel zijn of projecten die de eigen werking overschrijden.
Artikel 9:
De projectsubsidie is bedoeld voor initiatieven die aan de volgende voorwaarden voldoen:
• Is de organisator een erkende sportvereniging dan moet het project een uitzonderlijk karakter hebben en niet tot de gewone werking van de vereniging behoren.
• Een project is duidelijk afgebakend in tijd, plaats en omvang.
• Een project betekent een meerwaarde voor het bestaande sportaanbod in de gemeente.
• Geen financiële winst nastreven (projecten met een in hoofdzaak commercieel karakter komen niet in aanmerking) en geen onderdeel zijn van een geldinzamelactie.
• Plaatsvinden op het grondgebied van Bertem.
• Bij een zo ruim mogelijk publiek bekendgemaakt worden en zich niet beperken tot de leden van de eigen werking.
Artikel 10:
Om de projectsubsidie te ontvangen, dienen de volgende bewijsstukken voorgelegd te worden:
• Het volledig ingevulde aanvraagformulier voor projectsubsidies met een gedetailleerde onkostenraming van het geplande project.
• Het volledig ingevulde evaluatieformulier met een gedetailleerd financieel verslag zodra het project gerealiseerd is. Betalingsbewijzen en facturen moeten toegevoegd worden.
Om aanspraak te kunnen maken op een projectsubsidie, moeten de aanvragen de dienst vrije tijd en communicatie bereiken tenminste 2 maanden voorafgaand aan het project.
De aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst door het gemeentebestuur. Projectsubsidies kunnen toegekend worden tot uitputting van de financiële middelen.
Artikel 11:
De projectsubsidie bedraagt per project 50% van de bewezen subsidieerbare kosten met een maximum van 500 euro.
Als subsidieerbare uitgaven komen in aanmerking:
• huurgelden infrastructuur
• promotiekosten
• taksen zoals auteursrechten, billijke vergoeding
• uitkoopsommen, honoraria
• kosten voor materialen
• verzekeringspolis
Onderstaande onkosten komen niet in aanmerking:
• voeding en drank
• producten die worden doorverkocht
Artikel 12:
Indien twee of meer erkende Bertemse verenigingen samenwerken aan een project van uitzonderlijke aard moet er één van hen als subsidieaanvrager optreden. De betrokken verenigingen regelen zelf de onderlinge verdeling van de projectsubsidie.
HOOFDSTUK 4 - SLOTBEPALINGEN
Artikel 13:
Het college van burgemeester en schepenen zal het definitieve resultaat van de subsidieberekening in overeenstemming met de bepalingen van dit reglement aan de sportverenigingen en de sportraad meedelen.
De subsidie wordt, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, gestort op de financiële rekening van de vereniging vóór 31 december van het budgetjaar.
Artikel 14:
Indien blijkt dat de verenigingen onjuiste gegevens hebben bezorgd of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd, kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidies geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken verengingen.
Artikel 15:
De gemeentesecretaris stelt de aanvraagformulieren vast. De formulieren zijn beschikbaar op de gemeentelijke website.
Alle zaken die niet door dit reglement worden geregeld of afwijkingen op de voorwaarden worden behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 16:
Dit reglement treedt in werking op 1 september 2016.
Artikel 17:
Het gemeentelijk subsidiereglement houdende de subsidiëring van de sportverenigingen, goedgekeurd door de raad op 22 september 2015, wordt opgeheven vanaf 1 september 2016.
Zitting van 29 augustus 2016
GEMEENTELIJK ONDERWIJS. GOEDKEURING BEGINSELVERKLARING NEUTRALITEIT GEMEENTELIJK ONDERWIJS.
Voorgeschiedenis
• Op 9 juni 2016 heeft de algemene vergadering van OVSG vzw de beginselverklaring neutraliteit goedgekeurd.
• E-mail van 28 juni 2016 van OVSG.
Feiten en context
• De algemene vergadering van de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG vzw) heeft op 9 juni 2016 de beginselverklaring neutraliteit goedgekeurd. Ook de algemene vergadering van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG vzw) heeft zich hierbij aangesloten.
• Het gemeentelijk onderwijs is een openbare dienst die moet beantwoorden aan de principes van neutraliteit. Met deze beginselverklaring wil het gemeentelijk onderwijs zich nog duidelijker profileren als neutrale onderwijsverstrekker.
• De beginselverklaring bevat de principes van wat neutraliteit betekent in een school, een academie of een centrum van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs.
Juridische gronden
• Artikelen 6 en 6bis van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving (Schoolpactwet)
Een onderwijsinstelling kan enkel erkend worden indien zij in het geheel van haar werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder eerbiedigt.
Een officiële school kan slechts worden erkend indien zij voldoet aan volgende voorwaarden :
º 1° een open karakter hebben door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerling;
º 2° de leerplannen volgen van het gemeenschapsonderwijs, OVSG of POV, of eigen leerplannen ermee verenigbaar;
º 3° een schoolwerkplan, schoolreglement en schoolboeken gebruiken in overeenstemming met het open karakter bedoeld in 1°;
º 4° begeleid worden door de begeleidingsdienst van het Gemeenschapsonderwijs, OVSG of POV.
• Artikel 62 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
Dit artikel handelt over de erkenningsvoorwaarden voor scholen, waaronder de verplichting om een open karakter te hebben door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerling.
Argumentatie
Het formuleren van een lokaal gedragen pedagogisch, artistiek of agogisch project behoort tot de autonomie van het schoolbestuur. De beginselverklaring vormt daarbij de gemeenschappelijke noemer voor het hele stedelijk en gemeentelijk onderwijs, waaronder de lokale projecten een plek vinden.
Het gemeentebestuur gaat door de goedkeuring het engagement aan om het eigen pedagogisch project, het eigen schoolreglement en de eigen onderwijspraktijk hiermee in overeenstemming te brengen.
Bijlagen
• Beginselverklaring neutraliteit gesubsdieerd off ond 2
• Toelichting bij beginselverklaring
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de beginselverklaring neutraliteit van het gemeentelijk onderwijs, zoals opgenomen in de bijlage, goed.
Artikel 2:
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Zitting van 29 augustus 2016
AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN PARKEERVERBOD IN DE L. VAN BUEKENHOUDTSTRAAT EN DE MEZENSTRAAT.
Voorgeschiedenis
• Diverse meldingen van inwoners over een verkeersonveilige situatie op het kruispunt L. Van Buekenhoudtstraat en Mezenstraat.
• Melding van inwoner Mezenstraat 11 dat hij zijn oprit niet kan verlaten met aanhangwagen als aan de overzijde voertuigen geparkeerd staan.
• Bespreking in de mobiliteitscel van 25 april 2016 en 13 juni 2016 met tussenliggend een terreinbezoek van de wijkverantwoordelijke van de politie.
Feiten en context
• Geparkeerde wagens in de L. Van Buekenhoudtstraat nabij het kruispunt met de Mezenstraat beperken het zicht bij het inrijden van de L. Van Buekenhoudtstraat. Om veiligheidsredenen wordt de parkeervrije strook van 5 meter na het kruispunt uitgebreid met 5 meter.
• De inwoner van de Mezenstraat nr. 11 kan de inrit met aanhangwagen niet verlaten als wagens geparkeerd worden aan de overzijde. In dit gedeelte van de Mezenstraat is beurtelings parkeren van toepassing. Er wordt een parkeerverbod ingesteld aan de overzijde van woning nr. 11 tussen de woning met nr. 14 en de uitrit van nr. 16.
Juridische gronden
• Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
• MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Adviezen
• Gunstig advies van de mobiliteitscel van de gemeente Bertem van 25 april en 13 juni 2016.
• Gunstig advies van de politiezone Dijleland - wijk Bertem van 10 augustus 2016.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
In de L. Van Buekenhoudtstraat (even zijde) wordt na de parkeervrije zone van 5 meter achter het kruispunt met de Mezenstraat een bijkomende zone met parkeerverbod ingesteld met een lengte van 5 meter.
Artikel 2:
In de Mezenstraat (even zijde) wordt aan de overzijde van de uitrit van woning nr. 11 een parkeerverbod ingesteld tussen de woning met nr. 14 en de uitrit van nr. 16.
Artikel 3:
De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door een wit-gele doorlopende streep op de trottoirband, voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zitting van 29 augustus 2016
AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN PARKEERVERBOD IN DE GBRS. JOURANDSTRAAT.
Voorgeschiedenis
• Herhaalde meldingen van de inwoner van Gbrs. Jourandstraat 6 dat hij 's morgens vroeg met zijn bedrijfsvoertuigen zijn oprit niet kan verlaten door een geparkeerde wagen aan de overkant.
• Bespreking in de mobiliteitscel op 13 juni 2016.
Feiten en context
• De inwoner van de Gbrs. Jourandstraat 6 (een aannemer) kan de inrit niet verlaten bij geparkeerde voertuigen aan de overzijde.
Juridische gronden
• Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
• MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Adviezen
• Gunstig advies van de politiezone Dijleland - wijk Bertem van 10 augustus 2016.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
In de Gbrs. Jourandstraat wordt aan de overzijde van de uitrit van woning nr. 6 een parkeerverbod ingesteld voor de woning nr. 5.
Artikel 2:
De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door een wit-gele doorlopende streep op de trottoirband, voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zitting van 29 augustus 2016
AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. AFSLUITEN BROEKSTRAAT DOOR VERKEERSPAALTJES.
Voorgeschiedenis
• Diverse meldingen van inwoners over sluipverkeer met de bedoeling om het kruispunt Dorpstraat-Mezenstraat te vermijden.
• Gezamenlijke vraag van 22 mei 2016 van de inwoners van het gedeelte Broekstraat nr. 17 tot en met nr. 22 tot het afsluiten van dit gedeelte ter hoogte van de Blankaart.
Feiten en context
• Het gedeelte van de Broekstraat tussen de Theo Wautersstraat en de Blankaart is een sluipweg voor verkeer dat het drukke kruispunt Mezenstraat-Dorpstraat wil vermijden.
• De Broekstraat is in dit gedeelte niet geschikt voor doorgaand verkeer. Door de erg smalle wegbreedte kunnen wagens niet kruisen zonder er de stoep op te gaan.
• De bestaande bepaling voor plaatselijk verkeer werkt onvoldoende en is niet gemakkelijk te handhaven.
• Veel verkeer op het kruispunt Mezenstraat-Dorpstraat is vermijdbaar: verkeer vanuit Duisburg en Vossem dient conform het Tervuurse mobiliteitsplan via de kortste weg (Vossem centrum) naar de steenweg te rijden.
• Bij een gelijkaardige situatie in de Vlieguit werd besloten om de straat te knippen in twee doodlopende gedeelten, tot tevredenheid van de inwoners.
• De wijziging dient in de beginfase duidelijk gecommuniceerd en aangeduid te worden.
• De paaltjes worden wegneembaar voorzien.
Juridische gronden
• Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
• MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Adviezen
• Gunstig advies van de mobiliteitscel van de gemeente Bertem van 13 juni 2016.
• Gunstig advies van politiezone Dijleland - wijk Bertem van 10 augustus 2016.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
In de Broekstraat, gedeelte tussen de Theo Wautersstraat en Blankaart, worden achter de woningen Broekstraat nr. 21 en 22 (voor de inritten van de garages en tuinen van de woningen Blankaart nr. 3 en 5) verwijderbare verkeerspaaltjes geplaatst waardoor de doorgang voor gemotoriseerde voertuigen niet langer mogelijk is.
Artikel 2:
De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze situatie door een verkeersbord F45 met onderbord M3 (uitgezonderd fietsen en bromfietsen klasse A) en onderbord M6 (bromfietsen klasse B verplicht) aan de beide uiteinden van dit gedeelte Broekstraat.
Zitting van 29 augustus 2016
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN. KENNISNAME ONTSLAG SCHEPEN JAN BUYSSE.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Argumentatie
De voorzitter van de gemeenteraad nam kennis van het ontslag van schepen Jan Buysse op 8 augustus 2016. Door deze kennisname is het ontslag definitief. De raad kan hier enkel akte van nemen.
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van schepen Jan Buysse (CD&V) met ingang van 30 augustus 2016.
Zitting van 29 augustus 2016
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN EN VERKOZENVERKLARING SCHEPEN JOERY VERHOEVEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Een akte van voordracht van de kandidaat-schepen, in toepassing van artikel 50 van het gemeentedecreet, werd tijdig overhandigd aan de gemeentesecretaris.
De voorzitter van de gemeenteraad bevestigt dat de akte van voordracht ontvankelijk is:
• de nodige bewijsstukken zijn toegevoegd.
De geloofsbrieven omvatten de schriftelijke bewijsstukken die de kandidaat-schepen moet voorleggen en waaruit blijkt dat er tegen zijn installatie als schepen geen bezwaren zijn. De kandidaat-schepen moet volgende stukken voorleggen:
• een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister
• een recent uittreksel uit het strafregister model 1
• een verklaring op eer dat men zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 11 en 47 van het gemeentedecreet.
De geloofsbrieven van Joery Verhoeven werden behoorlijk en tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen.
Het doel van het onderzoek is om na te gaan of de kandidaat-schepen nog steeds aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt (artikelen 11 en 47 van het gemeentedecreet):
• Belgische nationaliteit of EU-onderdaan (met actief stemrecht)
• Leeftijd van 18 jaar bereikt hebben
• Ingeschreven in bevolkings- of vreemdelingenregister (voor niet-Belgische EU-onderdanen)
• Geen uitsluiting/schorsing kiesrecht of veroordeling.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven door de gemeenteraad, blijkt dat Joery Verhoeven nog steeds voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Hij heeft verklaard zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid te bevinden.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt er kennis van dat de gemeentesecretaris de akte van voordracht voor het mandaat van schepen in ontvangst nam op 12 augustus 2016, en deze overhandigt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad verklaart de akte van voordracht van de kandidaat-schepen voor Joery Verhoeven ontvankelijk conform artikel 50 van het gemeentedecreet.
Artikel 2:
De geloofsbrieven van Joery Verhoeven (CD&V) worden goedgekeurd.
Artikel 3:
Joery Verhoeven wordt verkozenverklaard als vierde schepen vanaf 30 augustus 2016.
Zitting van 29 augustus 2016
COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN. EEDAFLEGGING JOERY VERHOEVEN ALS VIERDE SCHEPEN.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van Joery Verhoeven als vierde schepen in handen van de burgemeester: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
De gemeentesecretaris brengt de Vlaamse regering binnen de twintig dagen van de eedaflegging op de hoogte via de mandatendatabank.
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende rangorde van de schepenen, met ingang van 30 augustus 2016:
Zitting van 29 augustus 2016
VRAGENKWARTIERTJE.
Bespreking
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.