NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 26 oktober 2021

Van 20 uur tot 20.30 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Eddy Vranckx

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes en Joery Verhoeven

Raadsleden:

Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck en Roos De Backer

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Tom Philips

 


Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
  • Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
    De gemeenteraad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
  • Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
    Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de gemeenteraad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 28 september 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 28 september 2021 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

NOTULEN. MEDEDELING KANTMELDINGEN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 284 van het decreet lokaal bestuur
    De algemeen directeur vermeldt de intrekking van een besluit, de vernietiging of de niet-goedkeuring van een besluit door een toezichthoudende overheid in de notulen van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen.
    De algemeen directeur brengt de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen daarvan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.

 

Besluit

 

Artikel 1:

De algemeen directeur stelt de gemeenteraad in kennis van de vermelding van de volgende kantmeldingen in de notulen van de gemeenteraad:

 

         kantmelding bij het raadsbesluit van 23 februari 2021 over de goedkeuring van het addendum 2 bij de studieopdracht nieuwbouw schoolsite Leefdaal: intrekking als gevolg van het raadsbesluit van 27 april 2021;

         kantmelding bij het raadsbesluit van 23 februari 2021 over de goedkeuring van een ruilakte tussen VMW en gemeente Bertem: intrekking als gevolg van het raadsbesluit van 29 juni 2021;

         kantmelding bij het raadsbesluit van 25 mei 2021 over de goedkeuring van de akte voor de erfpacht van kerkfabriek Sint-Lambertus aan gemeente Bertem: intrekking als gevolg van het raadsbesluit van 31 augustus 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING ECOWERF 15 DECEMBER 2021 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 31 augustus 2021 over de aanstelling van de vertegenwoordiger voor de algemene vergadering.
  • De beslissing van de raad van bestuur van EcoWerf van 8 september 2021 tot de goedkeuring van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van EcoWerf van donderdag 16 december 2021 met volgende agendapunten:
    1. Samenstelling van het bureau;
    2. Goedkeuring aandelenherverdeling o.g.v. art. 8 statuten;
    3. Goedkeuring voorstel statutenwijziging;
    4. Diversen.
  • Uitnodiging van 16 september 2021 voor de buitengewone algemene vergadering van EcoWerf van 15 december 2021, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging EcoWerf.
  • Op 15 december 2021 wordt een buitengewone algemene vergadering van EcoWerf gehouden met volgende agendapunten:
    1. Samenstelling van het bureau

2. Goedkeuring aandelenherverdeling o.g.v. art. 8 van de statuten

3. Goedkeuring statutenwijziging

4. Diversen

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

         Artikel 427 van het decreet lokaal bestuur
Uiterlijk negentig kalenderdagen voor de algemene vergadering die de statutenwijziging moet beoordelen, moet een door de raad van bestuur opgesteld ontwerp aan alle deelnemers worden voorgelegd. De beslissingen ter zake van hun raden die de oorspronkelijke statuten hebben goedgekeurd, bepalen het mandaat van de respectieve vertegenwoordigers op de algemene vergadering en zij worden bij het verslag gevoegd.

         Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

  • Statuten van EcoWerf, laatste wijziging op 23 juni 2021, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 juli 2021.

 

Argumentatie

EcoWerf is een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 398, §1, 3° van het decreet over lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

De lijst met de effecten van de nieuwe aandelenverhouding is als bijlage toegevoegd en is gebaseerd op het voorstel van de raad van bestuur van 25 november 2020 en 8 september 2021.

 

De statutenwijziging is als bijlage toegevoegd.

 

Het wijzigingsdecreet van 14 juli 2021 (decreet ter versterking van de lokale democratie) van het DLB is door het Vlaams parlement goedgekeurd en bekrachtigd door de Vlaamse regering op 16 juli 2021. De meeste bepalingen hiervan zijn in werking getreden op 14 augustus daarna.

 

Over agendapunt 2 en 3 dienen een inhoudelijke beslissing genomen te worden.

 

Agendapunt 2: Goedkeuring aandelenherverdeling o.g.v. art. 8 statuten.

Op grond van het bestaande artikel 8 van de statuten (ingeschreven tijdens de statutenwijziging van 23 juni 2021) zal een herverdeling van de aandelen gebeuren met een nieuwe aandeelhoudersverhouding tot gevolg. De herverdeling is aangewezen om een reële verhouding tussen aantal aandelen en inwonersaantallen te bekomen.

 

Op de raad van bestuur van 25 november 2020 en 8 september 2021 is beslist om de onderlinge verhouding van de aandelen tussen de bestaande vennoten op basis van een objectieve parameter vast te leggen en dus te herverdelen. Deze herverdeling gebeurt idealiter op het moment dat de definitieve samenstelling van de vennootschap vastligt, namelijk op de (buitengewone) algemene vergadering van 15 december 2021.

 

De berekening van het aantal aandelen van de gemeentevennoten ziet er als volgt uit:

a) Het totaal aantal A-aandelen van EcoWerf gedeeld door het totaal aantal inwoners binnen het werkingsgebied van EcoWerf waarvan het resultaat gelijk is aan het aantal A-aandelen per inwoner binnen het werkingsgebied van EcoWerf.

b) Het inwonersaantal van de toetredende gemeente vermenigvuldigd met het aantal A-aandelen per inwoner binnen het werkingsgebied van EcoWerf́, zoals berekend in bovenstaande a), hetgeen overeenstemt met het aantal A-aandelen dat zal toekomen aan de toetredende gemeente (en dat afgerond zal worden naar de lagere eenheid);

c) Het aantal A-aandelen dat aan de toetredende gemeente zal toekomen, vermenigvuldigd met de nominale waarde van de aandelen,

 

Op basis van de lijst in bijlage komt er een nieuwe aandelenverhouding tussen de gemeenten tot stand.

De verrekening met de gemeenten gebeurt als volgt: een aantal gemeenten moeten aandelen bijnemen, anderen moeten aandelen afstaan. Voor de gemeenten die extra aandelen verkrijgen, heeft EcoWerf bij de afrekening van boekjaar 2020 dit bedrag reeds ingehouden. Deze gemeenten dienen dus geen extra middelen hiervoor te voorzien. Voor gemeenten die aandelen moeten afstaan, zal EcoWerf de waarde terugstorten na de algemene vergadering van 15 december 2021.

 

Agendapunt 3: Goedkeuring voorstel statutenwijziging

Toetreding van de stad Aarschot tot EcoWerf

Het gewijzigde artikel 19.1 en het register van de deelnemers dat als bijlage aan de statuten is gevoegd faciliteren de toetreding van Aarschot tot EcoWerf.

 

De onderstaande aanpassingen in het kader van de toetreding zullen enkel ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering indien de stad Aarschot de beslissing tot toetreding tijdig aan EcoWerf overmaakt (opschortende voorwaarde).

 

Clustervorming en vertegenwoordiging

Als vennoot zal Aarschot deelnemen aan het bestuur van de intergemeentelijke samenwerking. Gelet op het decreet over het lokale bestuur is de raad van bestuur beperkt tot 15 leden. De gemeenten werden hiervoor opgedeeld in clusters. Aarschot wordt toegewezen aan de cluster Tielt-Winge/Bekkevoort en zal bijgevolg voorzitter Rudi Beeken als bestuurder in de raad van bestuur aanduiden.

 

Aandelen en kapitaal (register der deelnemers)

Het aantal aandelen bij een toetreding van een nieuwe gemeentevennoot wordt conform de statuten van EcoWerf als volgt berekend:

- Het totaal aantal A-aandelen van EcoWerf gedeeld door het totaal aantal inwoners binnen het werkingsgebied van EcoWerf waarvan het resultaat gelijk is aan het aantal A-aandelen per inwoner binnen het werkingsgebied van Ecowerf.

- Het inwonersaantal van de toetredende gemeente vermenigvuldigd met het aantal A-aandelen per inwoner binnen het werkingsgebied van EcoWerf , zoals berekend in bovenstaande a), hetgeen overeenstemt met het aantal A-aandelen dat zal toekomen aan de toetredende gemeente (en dat afgerond zal worden naar de lagere eenheid);

- Het aantal A-aandelen dat aan de toetredende gemeente zal toekomen, vermenigvuldigd met de nominale waarde van de aandelen, vormt het totaal in te brengen kapitaal.

 

Voor de waardering van de aandelen is de nominale waarde vastgelegd op 10,84 euro (cfr. art. 6 statuten).

Het aantal aandelen van de stad Aarschot zal conform bovenstaande vastgelegd worden.

 

Aandelenherverdeling (reqister der deelnemers)

Op grond van het bestaande artikel 8 van de statuten zal een herverdeling van de aandelen gebeuren met een nieuwe aandeelhoudersverhouding tot gevolg.

 

Op de raad van bestuur van 25 november 2020 en gelet op vorig agendapunt is beslist om de onderlinge verhouding van de aandelen tussen de bestaande vennoten, en eventuele herverdeling, vast te leggen. Deze herverdeling gebeurt idealiter op het moment dat de definitieve samenstelling van de vennootschap vast ligt, namelijk op de algemene vergadering van 15 december 2021. De herverdeling is aangewezen om een reële verhouding tussen aantal aandelen en inwonersaantallen te bekomen.

 

De toevoeging van Aarschot aan het register zal enkel ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering indien Aarschot de beslissing tot toetreding tijdig aan EcoWerf overmaakt (opschortende voorwaarde).

 

Conformering wijzigingsdecreet / DLB

Voortijdige uittredinq tijdens de duur van de vereniging

In het DLB is de mogelijkheid tot een voortijdige uittrede ingeschreven, alsook de voorwaarden waaraan die uittrede moet voldoen. Het gewijzigde artikel 18 van de statuten faciliteert deze wijziging. Het DLB voorziet de uittreding indien dit kadert in functie van de regiovorming en in functie van een fusieoperatie.

Gelet op de evolutie op het vlak van de herindeling van het bestuurlijke landschap door de vorming van regio's moet het voor een gemeente mogelijk zijn om in overeenstemming met deze herindelingen uit te treden uit een dienstverlenende of een opdrachthoudende vereniging, op voorwaarde dat de deelgenoten daar met een drievierde meerderheid mee instemmen en er een eventuele schadevergoeding betaald wordt.

Gelet op de wetgeving en evolutie rond fusies kan een nieuwe gemeente beslissen dat in het geval dezelfde activiteit van gemeentelijk belang aan verschillende dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen is toevertrouwd, om die activiteit, voor haar gehele grondgebied, toe te vertrouwen aan één daarvan, op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt. De gemeente die uittreedt, vergoedt de schade die haar uittreding berokkent aan de dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen en aan de andere vennoten. De nieuwe gemeente kan er ook voor opteren om de betrokken activiteit voor het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente geheel of gedeeltelijk in eigen beheer te nemen onder dezelfde voorwaarden als hier genoemd.

 

Mogelijkheid tot dubbel presentieqeld voorzitter EcoWerf

Het gewijzigde artikel 45 van de statuten faciliteert dubbele presentiegeld van de voorzitter zoals voorzien door het Decreet ter versterking van de lokale democratie.

 

Het dubbel presentiegeld voor de voorzitter van een intergemeentelijk samenwerkingsverband werd niet overgenomen van het Gemeentedecreet in het Decreet over het lokale bestuur. Dit was een vergetelheid van de regelgever en er was dus niet langer een rechtsgrond waardoor het dubbel presentiegeld eveneens niet opgenomen kon worden in het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris. De regelgever zet dit met het wijzigingsdecreet opnieuw recht waardoor de situatie sinds 2004 opnieuw verdergezet kan worden.

Het is echter niet mogelijk dat de voorzitter een dubbel presentiegeld cumuleert en zal dus persoonlijk dienen te kiezen bij welke vereniging dit zal gebeuren. Middels een verklaring op erewoord zal de voorzitter verklaren dat hij geen dubbel presentiegeld ontvangt in een andere dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Gelet op de extra inspanningen, verantwoordelijkheden en vertegenwoordigingsbevoegdheden van een voorzitter is het gerechtvaardigd dat hij voor deze functie een dubbel presentiegeld kan ontvangen na beslissing hiertoe van de raad van bestuur.

 

Presentiegeld voor vertrouwenspersonen van leden raad van bestuur

In het DLB is een expliciete rechtsgrond ingeschreven voor de betaling van een presentiegeld aan de vertrouwenspersoon die een lid bijstaat van de raad van bestuur van een dienstverlenende of een opdrachthoudende vereniging conform artikel 16 en 155 van het DLB. De mogelijkheid van het dubbel presentiegeld is ook voorzien voor de vertrouwenspersoon.

 

 

Bijlagen

         BAV Ecowerf 15-12-2021 bestaande uit de uitnodiging en onder meer de volgende bijlagen

º         bijlage 1: voorstel aandelenherverdeling o.g.v. art. 8 van de statuten

º         bijlage 2: statutenwijziging

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van 15 december 2021 van de opdrachthoudende vereniging EcoWerf worden goedgekeurd.

 

Artikel 2:

De aandelenherverdeling zoals voorgesteld, wordt in zijn geheel goedgekeurd (zie punt 2 van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van EcoWerf op 15 december 2021).

 

Artikel 3:

De statutenwijziging wordt in zijn geheel goedgekeurd (zie punt 3 van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Ecowerf op 15 december 2021).

 

Artikel 4:

De vertegenwoordiger van de gemeente Bertem wordt gemandateerd om op de buitengewone algemene vergadering van EcoWerf van 15 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen conform dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING IVERLEK 10 DECEMBER 2021 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de aanduiding van de vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Iverlek.
  • Uitnodiging van 22 september 2021 voor de buitengewone algemene vergadering van Iverlek van 10 december 2021, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging Iverlek.
  • Op 10 december 2021 wordt een buitengewone algemene vergadering van Iverlek gehouden met volgende agendapunten:
    1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het Vlaams decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2022.

2. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV.

3. (Neven)activiteiten - Aanvaarding wijziging deelnemerschap.

4. Statutaire benoemingen.

5. Statutaire mededelingen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
    De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur
    De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
  • Statuten van Iverlek, laatst gewijzigd op 23 december 2020.

 

Argumentatie

Voor de buitengewone algemene vergadering van 10 december 2021 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

Door het coronavirus COVID-19 staat het niet vast onder welke vorm deze buitengewone algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.

Gelet op de huidige federale richtlijnen en politiebesluiten van de gouverneurs en op de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op de bijeenkomst, kan desgevallend worden overgegaan tot het houden van een digitale buitengewone algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.

 

 

Bijlagen

         Oproeping gemeenten

         Agpt 1.1 - Inleiding strategie

         Agpt 1.2 - Actiepunten in beleid en strategie 2022

         Agpt 1.3 - Begroting 2022

         Agpt 2 - Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig art 6 114 WVV

         Agpt 3 - Nevenactiviteiten-Aanvaarding wijziging deelnemerschap

         Agpt 4 - Statutaire benoemingen

         Agpt 5 - Statutaire mededelingen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering van Iverlek van 10 december 2021 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren:

1)     Bespreking in het kader van artikel 432 van het Vlaams decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2022.

2)     Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV.

3)     (Neven)activiteiten - Aanvaarding wijziging deelnemerschap.

4)     Statutaire benoemingen.

5)     Statutaire mededelingen.

 

Artikel 2:

De gemeentelijke vertegenwoordiger die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) buitengewone algemene vergadering van Iverlek op 10 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van vandaag, zoals vermeld in artikel 1 van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING RIOBRA 20 DECEMBER 2021 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de aanstelling van de vertegenwoordiger voor de algemene vergadering.
  • Uitnodiging van 23 september 2021 voor de buitengewone algemene vergadering van 20 december 2021, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging Riobra.
  • Op 20 december 2021 wordt een buitengewone algemene vergadering van Riobra gehouden met volgende agendapunten:
    1) Bespreking in het kader van artikel 432 van het Vlaams decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2022.
    2) Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 ev WVV.
    3) (Neven)activiteiten – Aanvaarding wijziging deelnemerschap.
    4) Statutaire benoemingen.
    5) Statutaire mededelingen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

  • Statuten van Riobra, laatst gewijzigd op 18 december 2020, gepubliceerd in de Bijlage van het Belgisch Staatsblad op 18 februari 2021.

 

Argumentatie

Voor de buitengewone algemene vergadering van 20 december 2021 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

Door het coronavirus COVID-19 staat het niet vast onder welke vorm deze buitengewone algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.

Gelet op de huidige federale richtlijnen en politiebesluiten van de gouverneurs en op de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op de bijeenkomst, kan desgevallend worden overgegaan tot het houden van een digitale buitengewone algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.

 

 

Bijlagen

         00. Oproeping gemeenten BAV 2021-12-20

         1.1. Inleiding strategie

         1.2. Actiepunten in beleid en strategie

         1.3. Begroting 2022

         2. Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig art 6 114 WVV

         3. Nevenactiviteiten-Aanvaarding wijziging deelnemerschap

         4. Statutaire benoemingen

         5. Statutaire mededelingen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering van Riobra van 20 december 2021 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren:

1)     Bespreking in het kader van artikel 432 van het Vlaams decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2022.

2)     Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 ev WVV.

3)     (Neven)activiteiten – Aanvaarding wijziging deelnemerschap.

4)     Statutaire benoemingen.

5)     Statutaire mededelingen.

 

Artikel 2:

De gemeentelijke vertegenwoordiger van de gemeente Bertem die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra op 20 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van vandaag, zoals vermeld in artikel 1 van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA BIJZONDERE ALGEMENE VERGADERING IGO 17 DECEMBER 2021 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de aanstelling van de vertegenwoordiger voor de algemene vergadering.
  • Uitnodiging van 9 september 2021 voor de bijzondere algemene vergadering van IGO div van 17 december 2021, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de dienstverlenende vereniging IGO.
  • Op 17 december 2021 om 17.30 uur wordt een bijzondere algemene vergadering van IGO gehouden met volgende agendapunten:

1. Goedkeuring verlenging IGO div

2. Goedkeuring toetreding nieuwe leden

         Gemeente Overijse

         OCMW Overijse

         Gemeente Hoeilaart

         OCMW Hoeilaart

3. Goedkeuring statutenwijziging

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

  • Statuten van IGO, laatst gewijzigd op 11 december 2020 en bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgische Staatsblad van 14 januari 2021.

 

Argumentatie

Voor de bijzondere algemene vergadering van 17 december 2021 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

De termijn waarvoor IGO div werd opgericht, loopt af op 9 maart 2022. Aan de bijzondere algemene vergadering van 17 december 2021 wordt daarom gevraagd om de bestaansduur van IGO div te verlengen voor een nieuwe periode van 18 jaar vanaf 10 maart 2022.

 

Door de creatie van de referentieregio’s voor intergemeentelijke samenwerking werden Overijse en Hoeilaart toegevoegd aan de regio waarin IGO div actief is. De lokale besturen van Overijse en Hoeilaart (zowel gemeente als OCMW) verzochten middels raadsbeslissingen officieel tot toetreding bij IGO div. De raad van bestuur van IGO div gaf groen licht om de vraag voor te leggen aan de vennoten. De raad van bestuur van IGO div stelt voor om de kandidaat-vennoten toe te laten tot IGO div en hen het gewoonlijke aantal aandelen te geven (3 aandelen per gemeente, 1 aandeel per OCMW).

 

IGO div wil tijdens de bijzondere algemene vergadering ook een statutenwijziging doorvoeren om de verlenging te verankeren in de statuten, de deelname van de nieuwe vennoten te regelen en enkele bepalingen te actualiseren.

 

IGO div heeft bij de uitnodiging van de bijzondere algemene vergadering een verlengingsdossier gevoegd dat terugblikt op de werking van IGO div in de afgelopen periode én vooruitblikt op de werking na de verlenging. Tevens is het actuele strategisch plan en de realisatie daarvan toegevoegd. Het college/vast bureau van de vennoten kregen in de periode april – juni 2021 een mondelinge toelichting van het managementteam van IGO div. Alle raadsleden van de vennoten van IGO div waren ook in de mogelijkheid om een digitale infosessie te volgen op 24 september 2021.

 

Inzake de toetreding van de nieuwe leden, werden de respectievelijke raadsbeslissingen en een korte toelichting over de toetreding gevoegd.

 

Inzake de statutenwijziging werd een ontwerp van de nieuwe statuten bezorgd alsook een toelichting van de wijzigingen.

 

De gemeenteraad was dus in staat om de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van IGO div op 17 december 2021 te bespreken en hiernavolgend standpunt in te nemen.

 

 

Bijlagen

         20211217_BAV_Agenda

         20211217_verlengingsdossier_IGOdiv_document_1

         20211217_strategisch_plan_document_2

         20211217_meest_recente_stavaza_strategisch_plan_2019-2024_document_3

         20211217_aanvragen_nieuwe_vennoten_document_4

         20211217_toelichting_toetreding_nieuwe_vennoten_document_

         20211217_statutenwijziging_IGOdiv_document_

         20211217_toelichting_statutenwijziging_document_7

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De verlenging van IGO div voor 18 jaar vanaf 10 maart 2022 én met de verdere deelname van de gemeente Bertem aan IGO div wordt goedgekeurd.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad gaat akkoord dat de gemeente Overijse, het OCMW Overijse, de gemeente Hoeilaart en het OCMW Hoeilaart toetreden tot IGO div. Zij krijgen allen het gewoonlijke aantal aandelen (3 aandelen per gemeente, 1 aandeel per OCMW) in bezit.

 

Artikel 3:

De voorgestelde statutenwijziging wordt goedgekeurd zodat de verlenging statutair verankerd wordt, de deelname van de nieuwe vennoten geregeld wordt en enkele bepalingen geactualiseerd worden.

 

Artikel 4:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de bijzondere algemene vergadering van IGO div. van 17 december 2021 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

KLIMAAT. ONDERTEKENING LOKAAL ENERGIE- EN KLIMAATPACT.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 24 november 2020 over de ondertekening van het Burgemeestersconvenant 2030
  • Besluit van de Vlaamse regering van 4 juni 2021 over de goedkeuring van het Lokaal Energie- en Klimaatpact
  • Brief van 22 juni 2021 van de viceminister-president van de Vlaamse Regering, Bart Somers, tot ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact.

 

Feiten en context

  • Vlaanderen en de lokale besturen slaan door het Lokaal Energie- en Klimaatpact de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken.
  • De gemeente Bertem engageert zich hierbij om:
    • het Burgemeestersconvenant te ondertekenen en uit te werken
    • een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% te realiseren in de gemeentelijke gebouwen
    • een reductie van CO2-uitstoot van de gemeentelijke gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren
    • tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting te verLEDden
    • het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen
    • lokale warmte- en sloopbeleidsplannen op te maken
    • burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren samen streefdoelen uit de vier werven (een boom opzetten; verrijk je wijk; elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar; water het nieuwe goud) van het Pact te behalen.
  • De Vlaamse overheid engageert zich tot ondersteuning van de gemeenten onder andere door het uitkeren van een financiële ondersteuning door middel van trekkingsrechten. Het betreft een trekkingsrecht met 50% cofinanciering: de Vlaamse regering hanteert het “1 euro voor 1 euro”-principe. Op geaggregeerd niveau vragen ze dat de totale uitgaven voor klimaatacties minstens het dubbele van de verkregen subsidie bedragen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 2 §2 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 waarbij de gemeenten bevoegd zijn voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang.
  • Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 over het bestuurlijk toezicht.
  • Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling van 1992.
  • De ondertekening van duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in 2015.
  • Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030.
  • De ondertekening door de gemeente Bertem van het burgemeestersconvenant 2030

 

Adviezen

  • Het college adviseert de ondertekening omwille van verschillende geplande projecten die hier kunnen voor worden ingezet.

 

Financiële gevolgen

De financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid door trekkingsrecht bedraagt voor het budgetjaar 2022 voor gemeente Bertem vermoedelijk 32 788 euro.

 

 

Bijlagen

  • Lokaal Energie- en Klimaatpact

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeente Bertem ondertekent het Lokaal Energie- en Klimaatpact.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Punt bijlagen/links Lokaal Energie- en Klimaatpact.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

ZORGPARKEREN. GOEDKEURING REGLEMENT ORGANISATIE PROJECT ZORGPARKEREN.

 

Voorgeschiedenis

  • Besluit van de gemeenteraad van 27 april 2021 over de invoering van een systeem van zorgparkeren in de gemeente Bertem.

 

Juridische gronden

  • Artikel 40, §3 en artikel 41, 2e lid, 2° van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

De bevoegdheid tot het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.

         Artikel 56, §1 van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

Argumentatie

Ook in onze gemeente ondervinden zorgverstrekkers bij huisbezoeken vaak moeite om snel een parkeerplaats in de buurt te vinden. Zo gaat er kostbare tijd verloren die voor thuisverzorging en -verpleging van een patiënt gebruikt had kunnen worden. Om hieraan tegemoet te komen, voert het lokaal bestuur Bertem een systeem van zorgparkeren in. Met dit systeem kan Bertem de mogelijkheid geven aan haar bewoners om hun parkeerplaats ter beschikking te stellen aan zorgverstrekkers.

 

Bewoners geven op vrijwillige basis aan zorgverstrekkers de toestemming om de beschikbare parkeerruimte voor hun garage of oprit te gebruiken wanneer die in de buurt een patiënt moeten gaan verzorgen en dit tijdens de beperkte duur van een verzorgend huisbezoek. Ze duiden deze parkeerplaats aan door een sticker op een zichtbare plaats aan te brengen aan of bij de garage of oprit.

 

Gemeenten en steden als Kortenberg, Scherpenheuvel-Zichem, Kortemark, Grobbendonk, Antwerpen, Mechelen, Hasselt, Gent, Turnhout, Geel… passen dit systeem reeds toe. In elk van deze gemeenten en steden werd het systeem van zorgparkeren opgenomen in een gemeentelijk reglement.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

6148060119-02gbb

€ 10.000

€ 4409,29

€ 700

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: Definities

         Zorgparkeren is een initiatief van het lokaal bestuur Bertem waarbij een bewoner een plaats vóór zijn inrit of garage ter beschikking stelt aan zorgverstrekkers tijdens de uitvoering van de zorg. De zorg kan op een andere locatie plaatsvinden dan de locatie van de inrit/garage.

         De aanbieder is de persoon die het actueel, rechtmatig en exclusief gebruiksrecht (bv. de huurder, de eigenaar, vruchtgebruiker...) uitoefent op de oprit / de garage en die toelaat dat de zorgverstrekker zijn voertuig gratis parkeert op de plaats voor zijn inrit of garage tijdens de duur van het huisbezoek en dit maximum voor de duur van 45 minuten.

         De zorgverstrekker is de persoon die een huisbezoek aflegt en die beschikt over een parkeerkaart van het project Zorgparkeren. De zorgverstrekker is in het bezit van een RIZIV-nummer of inschrijvingsbewijs van verzorgende uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap.

         Het lokaal bestuur Bertem is beheerder van het project ‘Zorgparkeren’.

         De plaats vóór een inrit of garage is de (parkeer)plaats op het openbaar domein voor een inrit of garage die als parkeerplaats ter beschikking wordt gesteld aan de zorgverstrekker voor de duur van de zorg en dit maximum voor de duur van 45 minuten.

         De parkeerkaart ‘Zorgparkeren’ (hierna genoemd 'parkeerkaart') is een parkeerkaart, kosteloos ter beschikking gesteld aan de zorgverstrekker. Deze parkeerkaart bevat het gsm-nummer waarop de zorgverstrekker tijdens het gebruik van de plaats vóór een inrit of garage bereikbaar is.

         De sticker ‘Zorgparkeren’ is een sticker, kosteloos ter beschikking gesteld aan de aanbieder, die, door deze sticker aan te brengen aan de inrit of garage, aangeeft dat de plaats voor de inrit/garage door de zorgverstrekker kan aangewend worden als parkeerplaats voor zijn voertuig.

 

Artikel 2: Doelgroep en toepassingsgebied

Dit gebruikersreglement is van toepassing op alle zorgverstrekkers en aanbieders van een plaats vóór een inrit of garage in functie van Zorgparkeren op het volledige grondgebied van de gemeente Bertem. De deelnemende zorgverstrekkers en de aanbieders zijn verplicht om dit reglement te respecteren.

Voor de zorgverstrekker geldt dat hij door louter voorleggen van de parkeerkaart ‘Zorgparkeren’ in de wagen zonder enig voorbehoud de bepalingen van het gebruikersreglement aanvaardt. Van deze bepalingen kan enkel worden afgeweken mits toelating van het lokaal bestuur.

 

Artikel 3: De aanbieder

De aanbieder mag geen plaats vóór een inrit of garage ter beschikking stellen, waarvan de garage bestemd is voor gemeenschappelijk gebruik en waarvan de aanbieder niet de enige rechtmatige gebruiker is.

 

De aanbieder staat toe dat de plaats vóór een inrit of garagepoort zal worden opgelijst en worden gepubliceerd op de gemeentelijke website.

 

De aanbieder staat toe dat de zorgverstrekker die de parkeerkaart ‘Zorgparkeren’ zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig aanbrengt, dit voertuig op de plaats vóór een inrit of garage parkeert tijdens de duur van het huisbezoek en met een maximum duur van 45 minuten.

 

Het ter beschikking stellen van de plaats vóór een inrit of garagepoort gebeurt kosteloos. In geen geval is een vergoeding verschuldigd voor het gebruik, ook al wordt de maximum duur van het gebruik overschreden.

 

De aanbieder brengt de sticker zichtbaar aan op de garagepoort of vóór een inrit op een hoogte van +/- 1,5 meter te rekenen vanaf de begane grond (= ongeveer de dakhoogte van een wagen), zodat hij zichtbaar is voor de zorgverstrekker.

 

De aanbieder mag de plaats vóór een inrit of garagepoort niet reserveren of voorbehouden voor voertuigen andere dan het voertuig van de aanbieder zelf.

 

Het aanmelden van de plaats vóór een inrit of garagepoort houdt in dat alle zorgverstrekkers rechtmatig gebruik kunnen maken van de plaats.

 

Wanneer de inrit of garagepoort niet meer te beschikking is, moet de aanbieder dit onverwijld melden aan het lokaal bestuur.

 

Artikel 4: De zorgverstrekker

De zorgverstrekker is verplicht om een geldig gsm-nummer waarop hij tijdens het gebruik van de parkeerplaats bereikbaar is, te vermelden op de parkeerkaart ‘zorgparkeren’. Wanneer dit telefoonnummer wijzigt, moet de gebruiker dit onmiddellijk melden aan het lokaal bestuur en een nieuwe parkeerkaart aanvragen.

 

De zorgverstrekker legt de parkeerkaart zichtbaar in het voertuig achter de voorruit wanneer hij gebruik maakt van een plaats vóór een inrit of garage.

 

Ook zorgparkeerkaarten uitgereikt door andere gemeenten in Vlaanderen worden erkend, mits deze parkeerkaarten voldoen aan dit artikel, met uitzondering van het laatste lid.

 

De zorgverstrekker legt de parkeerschijf op het uur van aankomst ter controle.

 

De zorgverstrekker leeft de verkeersregels na en mag geen gebruikmaken van zones bestemd voor voetgangers of deze hinderen.

 

De zorgverstrekker verplaatst het voertuig zo snel mogelijk op eenvoudig verzoek van de aanbieder.

 

Het is de zorgverstrekker niet toegelaten:

         een plaats vóór een inrit of garage op te eisen van een aanbieder, bijvoorbeeld wanneer er andere voertuigen geparkeerd staan: de Parkeerkaart biedt een parkeermogelijkheid, geen garantie;

         de parkeerkaart te gebruiken buiten het kader van dit project, bijvoorbeeld door te parkeren op een plaats vóór een inrit of garage zonder parkeersticker ‘zorgparkeren’;

         misbruik te maken van de zorgparkeerplaatsen door deze te gebruiken indien men geen zorg verstrekt;

         de plaats voor een inrit of garage te gebruiken indien er geen geldig mobiel telefoonnummer op de parkeerkaart staat vermeld;

         op welke wijze ook, een plaats vóór een inrit of garage te reserveren of zich te laten voorbehouden;

         een vergoeding te betalen aan de aanbieder;

         de parkeerkaart te laten gebruiken door derden;

         een plaats vóór een inrit of garage te gebruiken wanneer hij de parkeerkaart niet bij zich heeft.

 

De zorgverstrekker is verplicht zich onverwijld af te melden bij het lokaal bestuur Bertem én de parkeerkaart terug te bezorgen wanneer hij/zij de deelname aan zorgparkeren stopzet of niet langer voldoet aan de voorwaarden voor het gebruik van de parkeerkaart.

 

Artikel 5: Kostprijs

Zowel de parkeerkaart ‘Zorgparkeren’ als de sticker ‘Zorgparkeren’ worden gratis afgeleverd aan de deelnemers van het systeem.

 

Artikel 6: Slotbepalingen

De gemeenteraad delegeert de praktische organisatie van dit reglement aan het college van burgemeester en schepenen, waaronder de aanvraagprocedure, de vaststelling van het model van parkeerkaart en van sticker en de communicatie over dit systeem.

 

Het lokaal bestuur Bertem is bij de uitvoering van het ‘Zorgparkeren’-project op geen enkele wijze verantwoordelijk voor eventuele gevallen van schade aan inrij van welke aard of oorzaak ook.

 

Dit gebruikersreglement kan te allen tijde worden aangepast of stopgezet, indien dit noodzakelijk blijkt voor de veiligheid of noodwendigheden van het 'Zorgparkeren'-project.

 

De politie blijft bevoegd bij eventuele conflicten over het gebruik van de inrit en kan, indien nodig, overgaan tot het vaststellen van een inbreuk.

 

Op dit reglement en alle betwistingen is het Belgisch recht van toepassing. Alleen de Belgische rechtbanken zijn desgevallend bevoegd.

 

Artikel 7: Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING ERFPACHTOVEREENKOMST MET IVERLEK VOOR HET OPRICHTEN VAN EEN NIEUWS HS-CABINE OP SITE VLIEG-IN.

 

Voorgeschiedenis

         Gemeenteraadsbeslissing van 28 augustus 2012 waarbij de erfpachtovereenkomst voor de hoogspanningscabine in de lagere school Dorpstraat 540 werd goedgekeurd. De duur van de overeenkomst bedraagt 27 jaar en er werd een vergoeding betaald van 15 000 euro.

 

Feiten en context

         De hoogspanningscabine 12034 is gelegen in een lokaal van de lagere school Leefdaal. Voor de bouw van de nieuwe school moet deze verplaatst worden.

         Er werd met Fluvius naar een nieuwe locatie gezocht. Om technische redenen moet de nieuwe cabine op beperkte afstand van de huidige cabine staan. De locatie aan de Vlieg-In (huidige fietsenstalling tegen muur chirolokalen), op eigendom van de gemeente, lijkt de meest geschikte plaats. 

         Voor de hoogspanningscabine op de huidige locatie werd een erfpachtakte ondertekend in 2013 voor de duur van 27 jaar en werd er een bedrag betaald van 15 000 euro. Hiervan zijn ondertussen 8 jaren verstreken.

         Voor de hoogspanningscabine op de nieuwe locatie wordt een nieuw erfpacht afgesloten voor de duur van 27 jaar. De resterende 19 jaren van de vorige locatie worden verrekend in de vergoeding van het erfpacht. Er wordt een eenmalige vergoeding betaald van 4448 euro. De huidige erfpacht wordt opgezegd bij ingang van de nieuwe erfpacht.

         De erfpacht betreft (deel van) volgend perceel:

º         3de afdeling sectie F nr. 158V

          Het perceel ligt in woongebied

          Het perceel heeft volgens het kadaster een grootte van 35a 35ca.

         De totale oppervlakte van de voorziene erfpacht bedraagt 21,55 ca.

         Er wordt ook een erfdienstbaarheid gevraagd op hetzelfde perceel voor de aanleg, het herstel, de vervanging en het onderhoud van de ondergrondse leidingen en een erfdienstbaarheid van toegang voor personeel. Beide zones worden aangeduid op het bijgevoegde opmetingsplan van 1 maart 2021 opgemaakt door Drawing Assistance bv Landmeetbureel.

         De nieuwe erfpachtovereenkomst wordt aangegaan voor een termijn van 27 jaar die start bij het verlijden van de notariële akte.

 

Juridische gronden

         Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek

Het erfpachtrecht is een zakelijk gebruiksrecht dat een vol gebruik en genot verleent van andermans goed dat onroerend is uit zijn aard of door incorporatie.

Niettegenstaande enig andersluidend beding, kan de duurtijd van een erfpachtrecht niet korter dan 15 jaar en niet langer dan 99 jaar zijn. Het erfpachtrecht kan worden verlengd, evenwel zonder dat zijn totale duurtijd meer dan negenennegentig jaar mag bedragen. Het kan worden hernieuwd met het uitdrukkelijk akkoord van de partijen.

Het erfpachtrecht kan eeuwigdurend zijn wanneer en zolang het voor doeleinden van het openbaar domein door de eigenaar van het onroerend goed gevestigd is.

         Artikel 41, 11° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking inzake onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Adviezen

         Visum van de financieel directeur verleend op 4 oktober 2021.

 

Argumentatie

De bestaande HS-cabine 12034, gevestigd in de school van Leefdaal, moet verplaatst worden voor de bouw van de nieuwe school. Er wordt voorgesteld deze te verplaatsen naar de site van de Vlieg-In. Voor de nieuwe locatie wordt opnieuw een erfpacht gevestigd. De huidige erfpacht wordt opgezegd bij ingang van de nieuwe erfpacht.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

0050-00/220000

 

€ 4448 (eenmalig)

 

 

Bijlagen

         Erfpachtovereenkomst en plan

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bijgevoegde overeenkomst tot vestiging van een recht van erfpacht voor een deel van het perceel 3de afdeling, sectie F nr. 158V met een grootte van 21,55 ca goed tussen het gemeentebestuur Bertem en de opdrachthoudende vereniging Iverlek. Het gemeentebestuur staat eveneens een erfdienstbaarheid van toegang en doorgang toe vanaf de Dorpstraat tot aan de cabine.

 

Artikel 2:

Deze overeenkomst vervangt de erfpachtovereenkomst goedgekeurd op de gemeenteraad van 28 augustus 2012 waarbij voor dezelfde cabine een erfpacht werd afgesloten voor de huidige locatie in de lagere school.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad machtigt de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur om de gemeente te vertegenwoordigen bij het verlijden van de akte.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNINGAANVRAAG VOOR HET VERKAVELEN VAN GRONDEN. GOEDKEURING WEGENISAANVRAAG VAN PETER JAMBON NAMENS PROJECT MANAGEMENT INVESTMENT EN CONSULTING VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, BLIJENBERG, SECTIE B NRS. 216K5, 214T2, 216E5, 216V5 EN 216E6.

 

Voorgeschiedenis

  • Omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden van 17 januari 2020 door Project Management Investment en Consulting voor de percelen gelegen in 3061 Leefdaal, Blijenberg, sectie B nrs. 216k5, 214t2, 216e5, 216v5 en 216e6.

De aanvraag omvatte het verkavelen van percelen in 14 loten waarvan 7 loten voor gesloten bebouwing, 6 loten voor halfopen bebouwing en 1 lot voor de wegenis en groenvoorziening.

         Op 25 augustus 2020 heeft de gemeenteraad de rooilijnen voor de nieuwe wegenis vastgelegd.

         Deze aanvraag werd door het college vergund op 31 augustus 2020 maar door de deputatie na beroep geweigerd op 11 februari 2021.

         Omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden van 17 juni 2021 door Project Management Investment en Consulting voor de percelen gelegen in 3061 Leefdaal, Blijenberg, sectie B nrs. 216k5, 214t2, 216e5, 216v5 en 216e6.

De nieuwe aanvraag omvat het verkavelen van percelen in 9 loten voor open bebouwing en 1 lot voor de wegenis en groenvoorziening.

Het nieuwe dossier omvat voornamelijk een vermindering van het aantal bebouwbare loten en een reductie van de oppervlakte wegenis.

 

Feiten en context

  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
  • De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De terreinen van de aanvraag zijn gelegen aan het einde van de Blijenberg en op 100 m van het kruispunt met de Blankaart. Momenteel is het terrein in gebruik als weide. De Blijenberg is een gemeenteweg met lokaal verkeer, voorzien van alle nutsvoorzieningen. De wegverharding bestaat uit betonklinkers. In de omgeving van het goed zijn er voornamelijk percelen met woningen in open en halfopen bebouwing. In de omgeving van de eigendommen zijn er winkels (bakker, beenhouwer, apotheek, dokter…), onderwijs (kinderopvang, kleuters, lagere school) en ontspanningsmogelijkheden (sport, cultuur, bossen…).

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         De omgevingsvergunningsaanvraag heeft betrekking op het verkavelen van percelen in 9 loten voor open bebouwing en 1 lot voor wegenis en groenvoorziening.

De percelen hebben een totale oppervlakte van 7059 m² en binnen de verkaveling is er een dichtheid van 13 wooneenheden/ha. De verkaveling is een invulling van het woongebied over zijn volledige breedte en diepte. De verkaveling wordt uitgevoerd in 1 fase.

De bouwlijn wordt grafisch voorgesteld op het verkavelingsplan. De gebouwen kunnen een gedeeltelijke uitsprong hebben naar achteren toe ten opzichte van de bouwlijn. De zijdelingse bouwvrije stroken bedragen minimum 3 m. De zijdelingse bouwvrije strook gelegen naast de Blankaartgracht bedraagt minimaal 5 m ten opzichte van de bovenste rand van het talud van de waterloop (lot1). De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 15 m en op de eerste verdieping 12 m.

Het afgewerkt vloerpeil gelijkvloers van de loten 1, 2, 3, 4 en 5 wordt voorzien op 15 cm boven het niveau van het voorliggend voetpad. Het afgewerkt vloerpeil gelijkvloers van de woningen op de loten 6, 7, 8 en 9 wordt voorzien op 15 cm boven de bestaande hoogte van het terrein gemeten in het midden van de bouwlijn.

 

Juridische gronden

1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

         Artikel 41

Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad.

2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009

         Artikel 4.2.15, § 1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige  infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

         Artikel 4.2.17

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.

3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

         Artikel 6
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.

         Artikel 15
Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen
1° de gemeentelijke projecten
2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is

         Artikel 17
§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:
1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;
2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.
§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.

         Artikel 20
Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.

         Artikel 23
Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag.
Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.

         Artikel 24
De Vlaamse regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

         Artikel 31
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

         Onderafdeling 2/1 Beroep tegen de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg

         Artikel 31/1
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53.
De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepsschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepsschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepsschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

4. Raadsbesluit van 29 september 2020 over de goedkeuring van de modelovereenkomst 'aanleg wegen in verkavelingen en bijhorigheden'.

 

Adviezen

Openbaar onderzoek

Er werd een openbaar onderzoek over de aanvraag georganiseerd van 2 juli 2021 tot 31 juli 2021. Tijdens dit openbaar onderzoek werden 17 bezwaarschriften ontvangen. Zestien van deze bezwaarschriften zijn identiek van inhoud.

 

De bezwaarschriften kunnen worden samengevat als volgt:

         Waterhuishouding

º         De aanvraag heeft betrekking op een enorm erosie- en overstromingsgevoelige zone, die een afstromingsgebied vormt.

º         De Blankaart is een gekend overstromingsgevoelig gebied. De weide wordt tot op heden omgevormd tot een grote vijver bij extreme regens.

º         Het terrein ligt in mogelijks overstromingsgevoelig gebied, een deel van de Blankaart aanpalend aan de aanvraag ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er moet niet enkel gekeken worden naar de overstromingsgevoeligheid van het terrein zelf maar ook naar de effecten in termen van wateroverlast op de aanpalende terreinen.

º         De bestaande wachtbekkens hebben onvoldoende capaciteit bij hevige regens.

º         De aanvraag omvat geen rioleringsplan. Er wordt verondersteld dat de bijna volledige wegverharding naar de Blijenberg wordt gestuurd en opgevangen in de slechts 2 aanwezige waterslikkers aan het einde van de Blijenberg.

º         Open ruimte is belangrijk voor de opvang, infiltratie en berging van water. Een veerkrachtig ruimtelijk systeem, ondersteund door een netwerk van groene verbindingen en waterlopen pakt wateroverlast en watertekort in samenhang aan en garandeert het behoud, het herstel en de ontwikkeling van biodiversiteit.

º         Open ruimte moet behouden blijven met het oog op waterbuffering.

º         Een deel van het regenwater wordt naar lot 13 gestuurd, richting buren.

º         Het totale bufferoppervlak vermindert drastisch. Bij overstroming zal het waterpeil fors verhogen en een bedreiging vormen voor de woningen in de Blankaart en Th. Wautersstraat.

º         Heeft de gemeente nog voldoende capaciteit, met al de recent ontwikkelde verkavelingen, om overstromingen zoals in het verleden in de Blankaart, Broekstraat en Dorpstraat te voorkomen?

         Bouwdichtheid

º         De aanvraag impliceert een stevige verhoging van de bouwdichtheid en verhardingsgraad. De verkaveling moet dezelfde bouwdichtheid hebben als zijn directe omgeving.

º         Onaanvaardbare druk op de mobiliteit in de omgeving.

         Groenelementen

º         De huidige aanvraag voorziet in weinig collectief groen.

º         Het bos is volledig weggekapt en complexe, overbodige en dure infrastructuurwerken zijn nodig ter compensatie van de aangerichte natuurschade.

         Te hoge verhardingsgraad

º         Extra bebouwing en/of verharding zal de zone Blankaart nog meer onder druk zetten.

º         Een natuurlijk wateropvanggebied wordt quasi vol gebetonneerd. Ontwatering van een klein maar toch belangrijk ecologisch gebied is het gevolg.

º         De wegenisoppervlakte aan het einde van de straat is te ruim en te storend gelet op de landelijke omgeving.

         Reliëfwijzigingen

º         De aanvraag is, wat ophoging van het terrein betreft, amper een wijziging t.o.v. de vorige aanvraag.

         Beoordeling ruimtelijke ordening

º         Volgens het besluit van de deputatie van 11 februari 2021 komt de aanvraag niet in aanmerking voor vergunning om volgende redenen:

          huidig perceel ambieert een verdichting, die niet wenselijk is in deze omgeving

          de gekozen typologie en de grootte van de kavels passen niet in deze omgeving

          de grote hoeveelheid aan bebouwing en verharding evenals de voorgestelde ophogingen zijn binnen overstromingsgevoelig gebied ook niet wenselijk

          er is amper collectief groen aanwezig

          de wegenis aan het einde van de straat is te ruim en storend in het landelijk karakter van de omgeving.

º         De verkaveling 1ste fase Blijenberg is vernietigd door de Raad voor Vergunningsbetwistingen omwille van het ontbreken van een concrete en doortastende toetsing aan de bestaande ruimtelijke ordening.

º         Op de vergunnende overheid rust een plicht om een verkavelingsaanvraag te beoordelen tegen de achtergrond van het ruimere beleid inzake ruimtelijke ordening:

          betonstop

          conceptnota beleidsplan ruimte van de provincie: ontwikkeling van woonlocaties buiten de dorpskern moet beperkt worden. Er moet gestreefd worden naar een gepaste en duidelijk lagere groei.

De straten rond de aanvraag zijn telkens voorbehouden voor plaatselijk verkeer. Dit toont aan dat de aanvraag niet gelegen is in de dorpskern.

          De aanvraag zal volgens het klimaatrapport dat Natuurpunt heeft opgesteld mede aan de oorzaak liggen tot een verdere opwarming van de gemeente.

          De raad van state kijkt met een zeer kritisch oog naar de toenemende bouwdichtheid in Vlaanderen.

º         Er is geen nieuw participatietraject voorafgegaan aan de nieuwe aanvraag.

 

Beoordeling van de bezwaren

Een aantal bezwaren hebben betrekking op de (on)verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening, zoals deze overeenkomstig artikel 4.3.1, §2 VCRO beoordeeld dient te worden aan de hand van de aandachtspunten: functionele inpasbaarheid, mobiliteitsimpact, schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, bodemreliëf en hinderaspecten. Deze elementen vallen buiten de zaak van de wegen en zullen door de vergunningverlenende overheid worden beoordeeld.

 

Wat de aspecten van de zaak van de wegen betreft, kunnen de bezwaren worden behandeld als volgt.

         waterhuishouding

Bezwaarindieners menen dat de aanvraag betrekking heeft op een enorm erosie- en overstromingsgevoelige zone, die een afstromingsgebied vormt. In de bezwaren wordt gevreesd dat de aanvraag een impact zal hebben op de waterhuishouding, met wateroverlast in de omgeving voor gevolg. De extra bebouwing en/of verharding en mogelijke verhogingen van de grond zou de zone Blankaart bijkomend onder druk zetten.

Overeenkomstig artikel 4.3.1, §1, 4° VCRO en artikel 1.3.1.1, van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, komt de beoordeling van de waterhuishouding (de watertoets) toe aan de vergunningverlenende overheid. Het college van burgemeester en schepenen zal onderzoeken of er geen schadelijke effecten ontstaan of vermindering van infiltratie van hemelwater of impact op het grondwater en op welke wijze hier in voorkomend geval aan verholpen kan of dient te worden.

Wel komt het aan de gemeenteraad toe om de uitrusting van de openbare wegen en gehanteerde materialen te beoordelen als aspect van de zaak van de wegen. Ook de afwatering en riolering dient daarbij te worden beoordeeld.

Uit het gegeven dat het kwestieuze terrein enkel werd aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig gebied (en niet in effectief overstromingsgevoelig of overstromingsgebied) blijkt dat er slechts zéér uitzonderlijk sprake is van wateroverlast. Bovendien werden recent twee grote bufferbekkens aangelegd ten noorden van het terrein (aan de Lange Gracht en ter hoogte van Blankaart) waardoor de watergesteldheid van het gebied aanzienlijk is verbeterd.

Er dient ook te worden verwezen naar het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst Waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant van 29 juli 2021.

Hierin wordt vastgesteld dat de aanvraag voorziet in een gedifferentieerde collectieve hemelwatervoorziening voor de gemeenschappelijke verharding en een deel van de dakoppervlaktes van de woningen. Een deel hiervan bestaat uit vrije afwatering, een deel uit bermwadi’s en een deel uit ondergrondse online buffering.

De openbare wegenis wordt opgesplitst in een aantal zones:

º         Zone A: de verharding zal rechtstreeks afwateren in de berm

º         Zone B: de verharding zal rechtstreeks afwateren in de bermwadi – berm

º         Zone C1: de verharding zal rechtstreeks afwateren in de bermwadi – berm

º         Zone C2: de verharding zal aansluiten op het RWA stelsel,

          Het RWA stelsel zal via een vertraagde lozing en overstort aansluiten op de bestaande waterloop.

º         Zone D: de verharding zal rechtstreeks afwateren in de bermwadi,

          De bermwadi kan overstorten op zone C2

De provinciale dienst stelt in het wateradvies vast dat de verschillende zones die instaan voor de afwatering van de verhardingen op het openbaar domein, de wadi’s en de vrije afwatering, voldoen aan de geldende hemelwaterbepalingen. Hierdoor kan worden besloten dat de aanvraag wat betreft de werken waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, voldoet aan de watertoets.

Enkel voor de afwatering van de woningen aan de Blankaartgracht wordt een ondergrondse online buffering voorzien waarvoor een afwijking van de hemelwaterverordeningen wordt aangevraagd. De dienst Waterlopen concludeert dat het mogelijk schadelijke effect van deze collectieve hemelwatervoorziening kan worden gecompenseerd door een aantal voorwaarden op te leggen in de vergunning.

Het behoort tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen om deze maatregelen te beoordelen en desgevallend op te leggen als voorwaarden.

Wat de zaak van de wegen betreft, wordt vastgesteld dat de afwatering gebeurt naar de bermwadi’s en via vrije afwatering richting de Blankaartgracht, hetgeen gunstig wordt geadviseerd door de dienst Waterlopen. Het regenwater wordt opgevangen, gebufferd en hoogst uitzonderlijk vertraagd afgevoerd. De wadi’s zijn voldoende groot gedimensioneerd om het water van de verhardingen van het openbaar domein te verwerken, zoals blijkt uit de berekeningen in de hydraulische nota en zoals dit wordt bijgetreden door de dienst Waterlopen. Enige vrees omtrent de capaciteit van de bufferbekkens kan niet worden gevolgd.

Uit de dwarsprofielen blijkt voorts dat eventuele ophogingen ter hoogte van het openbaar domein minimaal zijn.

De aanvrager tracht de risico’s voor de te realiseren woningen te beperken door het minimale vloerpeil van de woningen te voorzien op een absolute hoogte van 52,00 mTAW. Dit peil is lager dan in het origineel ingediende dossier. Uit de pluviale overstromingskaarten van de VMM, die zich lenen tot een toetsing van deze situatie aangezien de verwachte wateroverlast van pluviaal karakter is, blijkt dat dit peil een veilig peil zou moeten zijn.

Er dient dan ook te worden besloten dat de geplande wegenwerken geen wateroverlast zullen veroorzaken, zodat de bezwaren op dit punt niet kunnen worden bijgetreden.

         Bouwdichtheid

De geuite bezwaren omtrent het bouwprogramma en de bouwdichtheid van de verkaveling hebben betrekking op de (on)verenigbaarheid van de aanvraag met een goede ruimtelijke ordening en vallen zodoende buiten de zaak van de wegen. Deze aspecten zullen door de vergunningverlenende overheid worden beoordeeld.

De bestaande gemeentelijke weg Blijenberg is voldoende breed en uitgerust met een voetpad. Deze weg is in staat om een beperkte toename in verkeer van 9 woningen te verwerken. Bovendien voorziet de aanvraag de aanleg van een doodlopende straat, zodat de aanvraag enkel bestemmingsverkeer zal genereren. De verkeersveiligheid wordt door de aanvraag niet bijzonder aangetast en de druk op het openbaar domein is verwaarloosbaar.

De geplande wegenis betreft een verderzetting van de bestaande wegenis, waarbij de breedte grotendeels behouden blijft.

Van een onaanvaardbare druk op het openbaar domein is geen sprake.

         Groenelementen

Bij de aanvraag werd een bestek en een raming gevoegd (ref.: Hosbur 17/5980 van 10 januari 2020) waarin de aanplantingen worden gespecificeerd. Zoals blijkt uit het inplantingsplan worden op het openbaar terrein 6 bomen geplaatst, die luidens de raming van soort Fraxinus excelsior (es, plantmaat 18/20) zullen zijn. Het gaat om onderhoudsvriendelijke, streekeigen beplanting die een kwalitatieve bijdrage aan het straatbeeld leveren. De bermen en wadi’s zullen aangelegd worden met grassen en hydraulische bezaaiing.

De terreinen van de aanvraag zijn momenteel aangelegd als een weide en niet als een bos. De kosten van de infrastructuur van de wegenis worden volledig gedragen door de aanvrager. De modaliteiten worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de gemeente en de verkavelaar.

De gemeenteraad is van oordeel dat de beplantingen weergegeven op de plannen bijdragen aan een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein.

         De verhardingsgraad

Op het openbaar domein blijven de verhardingen beperkt tot het strikt noodzakelijke om een veilige verkeersafwikkeling voor de verschillende gebruikers te garanderen. Bovendien wordt op het einde van de doodlopende straat een aanzienlijke groenzone met een wadi voorzien. Het regenwater van de verhardingen op het openbaar domein vloeit grotendeels af naar de bermwadi’s die binnen de verkaveling zijn voorzien. Bovendien wordt met de aanplanting van 6 hoogstammige bomen het groen karakter van de verkaveling gegarandeerd.

Het nieuwe dossier omvat in vergelijking met de aanvraag van 17 januari 2020 een vermindering van het aantal bebouwbare loten (van 13 loten naar 9 loten voor bebouwing) en een reductie van de oppervlakte wegenis voornamelijk op het einde van de straat.

 

De bezwaren zoals ontvangen doorheen het openbaar onderzoek die betrekking hebben op de zaak van de wegen, worden niet bijgetreden.

 

Externe adviezen

1. Op 22 juni 2021 heeft Fluvius een gunstig advies uitgebracht nl.:

         "uitbreiding van onze netten en plaatsen van openbare verlichting is noodzakelijk en is ten laste van de verkavelaar/bouwheer

         offerte ten laste van de verkavelaar/bouwheer nog op te maken volgens de geldende projecttarieven en projectreglementering van Fluvius

         eventuele noodzakelijke verplaatsingen van onze nutsleidingen, kasten en palen igv het project zijn ten laste van de verkavelaar/bouwheer

Riolering:

Voorwaardelijk gunstig advies

Bij deze verleent Fluvius voorwaardelijk gunstig advies aan het rioleringsontwerp opgesteld door Hosbur op datum van 3/06/2021 voor de aanleg van de riolering.

Dit advies is gebaseerd op het projectreglement riolering, terug te vinden op de Fluvius website en goedgekeurd door de Raden van Bestuur van Fluvius Limburg, Fluvius West, Fluvius Antwerpen en Riobra. Dit advies is 2 jaar geldig vanaf de datum van opstelling door Fluvius riolering en voor zover er geen wijzigingen aan het project worden doorgevoerd. Indien het project niet is uitgevoerd binnen deze periode, dient het ontwerp geactualiseerd te worden aan de op dat moment geldende wetgevingen en richtlijnen van Fluvius riolering en nutsleidingen.

Opmerkingen aangaande het dossier:

         Bestek

º         Bestek op te maken volgens het BB Fluvius versie 4.12

º         Verwijzen naar de Algemene Aanvullingen Gemeentelijke rioleringswerken voor het SB250, versie 4.1

º         Art. 7.1 "Materialen beschikbaar gesteld door de aanbesteder of medeopdrachtgever" toe te voegen aan het bestek. De huisaansluitputjes worden geleverd door Fluvius => wijziging ikv het nieuw Projectreglement Riolering welk hier van toepassing is gezien herindiening van het dossier in het omgevingsloket.

         Raming

º         De posten m.b.t. de huisaansluitputjes DWA en RWA dienen enkel het plaatsen te omvatten. Fluvius voorziet het leveren van de huisaansluitputjes volgens het nieuw Projectreglement Riolering.

         Plannen

º         De nipte kruisingen van aansluitingen met de hoofdriool verdienen tijdens de uitvoering de nodige aandacht. Bij uitvoering kunnen aangepaste materialen (PP-aansluitingen) gevraagd worden indien de buizen elkaar op minder dan 20 cm kruisen.

º         Voor het goed functioneren van de infiltratie ter hoogte van de wadi dient er bij de voorziene ophoging ter hoogte van deze zone een ophoging met zand te worden voorzien, zodat de wadi via infiltratie te allen tijde op minder dan 24 uur kan leeglopen. Om het aanzanden van de grachtkolk te voorkomen en om het onderhoud te vergemakkelijken wordt aanbevolen om deze te omringen met 3 rijen kasseimetselwerk.

º         Het type grachtkolk in de wadi dient voor de start der werken ter goedkeuring te worden voorgelegd. De voorziene kolk heeft een te fijnmazig RVS-rooster. De aansluiting van de kolk zit ondiep ter hoogte van de wadi. Een PP buis van een aangepaste sterkteklasse is aangewezen om deze aansluiting te realiseren.

º         De kruising van de kolkaansluiting in de wadi met de sleuf voor de nutsleidingen is een aandachtspunt voor de coördinatie met de nutsmaatschappijen. De nutsleidingen moeten hier voldoende diep voorzien worden.

º         De bermwadi zal worden aangelegd in een openbare wegberm/groenzone. Fluvius zal deze wadi niet in beheer en onderhoud nemen.

Het bestek met bijhorende meetstaat, de materiaalkeuze en de uitvoeringsmethoden dienen, conform het typebestek van Fluvius (laatste versie) opgesteld te worden. Deze vereisten dienen ter goedkeuring aan Fluvius overgemaakt worden en blijven steeds geldig. Het technische dossier dient door Fluvius goedgekeurd te zijn voor het in uitvoering kan gaan.

De aanvrager dient deze opmerkingen te verwerken in het dossier. Fluvius zal dit controleren voor uitvoering.

Wijzigingen aan het dossier ten gevolge van opmerkingen van andere vergunningsverleners dienen altijd aan Fluvius gemeld te worden wanneer dit implicaties heeft op de riolering. Fluvius zal niet zonder meer de wijzigingen goedkeuren en aanvaarden!"

 

2. Advies Onroerend Erfgoed van 23 juni 2021

De archeologienota van 28 november 2018 is van kracht.

 

3. Op 30 juni 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

"Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Geen advies

advies Ontwerpbureau

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaande betaald worden:

         een forfaitaire kost per bijkomend aan te sluiten kavel

         een kost voor ontwerp en veiligheidscoördinatie per project

Bovendien kunnen we u ook melden dat De Watergroep installaties in exploitatie heeft in de zone van de infrastructuurwerken en dat deze installaties te allen tijde bereikbaar moeten zijn.

De werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.

In het ontwerp dient men er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de leidingen aan te leggen en de eventuele aanpassingen uit te voeren.

Deze forfaitaire kost en de kost voor eventuele aanpassingen aan de bestaande drinkwaterleiding zijn ten laste van de initiatiefnemer.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Bijkomende informatie kan u vinden op: www.dewatergroep.be

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies zonder voorwaarden"

 

4. Op 16 juli heeft Telenet een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.

         "Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.

         Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend."

 

5. Op 29 juli 2021 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

De verkaveling van de percelen in 13 loten, waarvan 9 bebouwbaar voor een open bebouwing, de aanleg van wegenis en infrastructuur, over te dragen naar het openbare domein en de inrichting van de projectzone.

Dit dossier is een aangepaste versie van het dossier met OMV-ref 2020001698 waarin de dienst waterlopen een gunstig advies gaf met ref RMT/WAT/M/07/2020/20_0178 op datum van 12 maart 2020. De aanpassing van het dossier omvat voornamelijk een vermindering van het aantal bebouwbare loten en reductie van de oppervlakte wegenis in het doodlopende uiteinde van de straat.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie Blankaartgracht B2279. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Hemelwaterverordeningen:

         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).

         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

Voorgestelde maatregelen en beoordeling

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

         De woningen worden voorzien met een vloerpeil op min. 52,00 mTAW, met loten 9 en 1 als laagst gelegen loten.

         De aanvrager voorziet in een gedifferentieerde collectieve hemelwatervoorziening voor de gemeenschappelijke verharding en een deel van de dakoppervlaktes. Deze bestaat voor een deel uit vrije afwatering, voor een deel uit bermwadi’s en voor een deel uit een ondergrondse online buffering.

         De woningen gelegen tussen de te realiseren wegenis en de Blankaartgracht sluiten niet aan op het collectieve stelsel maar rechtstreeks op de waterloop (na individueel voldaan te hebben aan de geldende hemelwaterverordeningen).

Het ontwikkelen van een mogelijk overstromingsgevoelige zone houdt risico’s in. De aanvrager tracht de risico’s voor de te realiseren woningen te beperken door het minimale vloerpeil van de woningen te voorzien op een absolute hoogte van 52,00 mTAW. Dit peil is lager dan in het origineel ingediende dossier. Uit de pluviale overstromingskaarten van de VMM, die zich lenen tot een toetsing van deze situatie aangezien de verwachte wateroverlast van pluviaal karakter is, blijkt dat dit peil een veilig peil zou moeten zijn.

De voorgestelde collectieve hemelwatervoorziening bestaat uit verschillende zones. Eén van deze zones voldoet niet aan de geldende hemelwaterbepalingen, de andere wel.

De aanvrager vraagt voor deze zone een afwijking van de hemelwaterverordeningen aan. Het betreft de zone met de ondergrondse online buffering.

De voorgestelde hemelwatervoorziening werd getest m.b.v. de modeleringssoftware Sirio. Na een simulatie van een statistische neerslagreeks blijkt dat de voorgestelde voorziening nooit helemaal gevuld wordt en er geen ongecontroleerde overstorten zijn naar de waterloop. Al het hemelwater dat in de simulatie wordt opgevangen wordt hergebruikt, geïnfiltreerd of op een gecontroleerde wijze doorgevoerd naar de Blankaartgracht. Op basis van de resultaten van deze simulatie zou deze afwijking toegestaan kunnen worden.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Het ontwikkelen van de site houdt mogelijks ook risico’s in voor de stroomafwaarts gelegen delen. De collectieve hemelwatervoorziening mitigeert dit slechts gedeeltelijk. Dit effect moet verder beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:

Specifieke voorwaarden of maatregelen

Om de extra oppervlakkige afstroming die ontstaat bij het ontwikkelen van de site te compenseren en afwaarts gelegen gebieden hiervan te vrijwaren, moeten de volgende voorwaarden aan de verkavelingsvoorschriften worden toegevoegd:

         Iedere woning in deze verkaveling dient een regenwaterput van 10 000 l te plaatsen. Dit verhoogt het totale buffervolume voor hemelwater dat in de verkaveling worden voorzien.

         Omdat de woningen ten noorden van de wegenis niet aangesloten worden op de collectieve voorziening wordt er geen extra verharding per kavel voor deze kavels ingerekend bij het ontwerp van de collectieve hemelwatervoorziening. Doordat de woningen verhoogd ten opzichte van de wegenis worden uitgevoerd bestaat er echter wel de kans dat hemelwater dat op de verhardingen rond deze woningen valt toch afstroomt naar de wegenis. Daarom moeten de verhardingen rond de woningen (zoals opritten, toegangspaden, etc.) in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd. Waar dit niet mogelijk is, moet het water opgevangen worden en naar de individuele infiltratievoorziening worden geleid.

         De voorgestelde ophogingen moeten zich beperken tot de woningen, hun toegang en onmiddellijke omgeving zodat een glooiend landschap wordt gecreëerd. De tuinzone mag niet opgehoogd worden.

         Door de watergevoeligheid van het gebied en het belang van lokale infiltratie moet in de verkavelingsvoorschriften opgenomen worden dat de zone tussen de bouwlijn en de perceelsgrens, de voortuin, maximaal 40% mag verhard worden, ongeacht of de verharding doorlatend is of niet.

         Om de ecologische en hydrologische functie en de stabiliteit van de oever te bewaren, moeten, aanvullend op onderstaande bepalingen, de volgende afstandsregels in acht genomen worden:

º         De ondergrondse overstortkamer van de RWA-leiding moet op minstens 1m landinwaarts gemeten van de oevers van de Blankaartgracht B2279 blijven;

º         De rand van de wegverharding moet op minstens 0,75m van de oevertop van de Blankaartgracht blijven;

º         Indien hier niet aan kan voldaan worden, moet de aanvrager preventief de rechteroever van de Blankaartgracht verstevigen in zone A van de hemelwaterafhandeling. De modaliteiten en materialen van dergelijke versteviging moet dan eerst met de dienst waterlopen besproken worden en hiervoor moet apart een machtiging voor aangevraagd worden via de dienst waterlopen en de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant.

Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:

         Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, wateren rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden.

         Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik van pesticiden steeds verboden.

         Afsluitingen in deze zone kunnen enkel als ze:

º         Open (doorstroombaar) zijn voor water en niet functioneren als keermuur. Deze mogen niet bestaan uit vaste constructies en moeten in het geheel weggenomen kunnen worden indien de onderhoudsnood van de waterloop dit vereist. Afsluitingen die bestaan uit vaste constructies (met fundering, muren, wanden of platen uit beton, hout e.d., vaste palen, groenschermen…) zijn niet toegestaan in deze zone.

º         Tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en maximaal 1,50 m hoog zijn voor afsluitingen evenwijdig met de waterloop.

º         Dwarse open afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden. Het aanplanten van dwarse en langse hagen is verboden.

         Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 8 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van 0,50 m.

         Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd.

         Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging.

         Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen

         Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.

Algemene maatregelen:

         Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 zijn de aangelanden verplicht doorgang te verlenen aan de waterloopbeheerder, de personen belast met het onderhoud en hun materiaal. In een zone van vijf meter rond de waterloop heeft de waterloopbeheerder recht op deponie van onschadelijke ruimingsproducten.

         In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.

         De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

 

6. Op 11 augustus heeft het Ministerie van Landsverdediging, afdeling defensie, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Wij wensen u te melden dat in de buurt van de betrokken percelen een NAVO-pijpleiding ligt.

Voor de ligging van deze pijpleiding heeft Defensie de ondergrondse inname verworven van één meter met bijhorende erfdienstbaarheden middels een notariële akte.

Wij vestigen uw aandacht op het feit dat de wet een beschermde zone, beschreven door het KB in Ref 3 als een strook van 15m langs weerzijden van de inplanting van onze leiding, in voorkomend geval uitgebreid tot de zone waar de uitvoering van de werken de stabiliteit van de voormelde zone kan schaden, definieert.

Bovendien vestigt het KB volgens Ref 4 een voorbehouden zone (zone non-aedificandi) van 5m langs weerzijden van de inplanting van onze leiding waarin het oprichten van gelijke welke constructie, het wijzigen van het reliëf, de opslag van materialen, het graven van funderingen en grachten, het aanleggen van draineerbuizen, het aanbrengen van monolithische verhardingen (asfalt, beton, klinkers, enz.) en omheiningen, alsook de aanwezigheid van diepwortelende bomen, struiken en heesters o.m. verboden zijn.

Wij willen u eraan herinneren dat er voor elke wijziging in de beschermde zone een voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van Defensie noodzakelijk is.

Wanneer strikt voldaan wordt aan de hiervoor en hierna gestelde voorwaarden, inclusief de supplementaire voorwaarden en indien uitgevoerd volgens aangeleverde plannen, geeft Defensie een positief advies.

1. De betrokken ondergrondse innemingsakte betreffende de erfdienstbaarheid en non-aedificandi alsook de beperkingen binnen de voorbehouden zone volgens ref. 3 blijven strikt van toepassing. Meldingsplicht via https://klip.vlaanderen.be of www.klim-cicc.be is hier het rechtstreekse gevolg van.

2. Het reliëf dient ongewijzigd te blijven, ophogingen of afgravingen binnen de beschermde zone zijn niet toegelaten.

3. Er mag stockage boven de pijpleiding en in de zone N.A. gebeuren op voorwaarde dat het geen explosieve producten zijn en dat deze onmiddellijk verplaatsbaar zijn voor inspectie van én interventie op de NATO-pijpleiding.

4. De aanplanting van diepwortelende beplanting dient buiten de voorbehouden zone N.A. te liggen; uitgezonderd bomen en struiken vernoemd in de lijst Tech Code (bijlage 1 van referte 4) en niet hoger dan 2,5m.

5. Tijdelijk werfverkeer over de pijpleiding is enkel toegelaten mits in acht name van de nodige beschermingsmaatregelen (leggen van Stelconplaten of gelijkwaardig).

6. Bij kruisingen van nutsleidingen met de pijpleiding dienen deze uitgevoerd volgens de technische specificaties L01-031.

7. Monolitische verhardingen kunnen enkel gedoogd worden na het aanbrengen van bescherming volgens de technische specificaties L01-032.

8. Omheiningspalen, parallel lopend of kruisend met de pijpleiding kunnen worden toegestaan op voorwaarde dat de ondergrondse delen inclusief funderingen zich op minstens 1 meter van de NATO-pijpleiding bevinden; het ondergrondse gedeelte kan niet groter zijn dan de afstand tussen de NATO-pijpleiding en de paal, inclusief fundering. Dit kan enkel na voorafgaand akkoord van Belgian Pipeline Organisation).

9. Het eventueel rooien van bomen en het verwijderen van de wortels kan enkel gebeuren mits het in acht nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen i.s.m. de lijninspecteur van BELGIAN PIPELINE ORGANISATION (Parkstraat 36 – 3000 LEUVEN, 016/248643)

Volgende supplementaire voorwaarden worden gesteld:

1. Een planning der werken dient te worden overgemaakt aan BELGIAN PIPELINE ORGANISATION (Parkstraat 36 – 3000 LEUVEN, 016/248643) om toe te laten de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen en een lijninspecteur te voorzien.

Een klein deel van de voorbehouden zone bevindt zich op de betrokken percelen. gezien het inplantingsplan vormt dit geen probleem."

 

Gecoro

Op 4 oktober 2021 heeft de Gecoro de aanvraag van 17 juni 2021 door Project Management Investment en Consulting voor het verkavelen van een perceel in 9 loten voor bebouwing en 1 lot voor wegenis en groenaanleg besproken.

De commissie heeft geen advies uitgebracht omdat niet minstens de helft van haar leden aanwezig was. Wel werden volgende opmerkingen geformuleerd:

         alleen strikt noodzakelijke toegangen zijn toegelaten in waterdoorlatende materialen

         in de bouwvrije stroken kunnen geen constructies worden ingeplant

         in de voortuinen moet minstens één streekeigen struik worden aangeplant

 

Interne adviezen

1. Op 1 oktober 2021 heeft de dienst burgerzaken huisnummers toegekend.

 

2. Advies toepassing pesticidentoets en advies dienst openbare werken 7 oktober 2021

"Aanleiding

Naar aanleiding van het eerdere advies van 30 juli 2020 werd een grondplan nieuwe toestand ingediend.

Hierin zijn de eerdere adviezen grotendeels verwerkt.

Toepassing pesticidentoets

         Voor een vlot machinaal onderhoud is het noodzakelijk om de rechte hoeken in boordstenen zoveel mogelijk te vervangen door schuine of ronde hoeken. Dit moet bij uitvoering zeker nog toegepast worden.

         Al de verhardingen dienen uitgevoerd te worden met waterdoorlatende materialen inclusief het voeg-/vulmiddel.

Opmerkingen dienst openbare werken

         Bomen staan nu zoals eerder geadviseerd in groep, dus OK.

         Voor de aanplanting van de bomen dient er kluitverankering, boomsubstraat, een beluchtingssysteem en beschermingselement tegen maaischade te worden voorzien, evenals onderhoud tijdens de hele waarborgperiode.

         De verharde wegenisoppervlakte op het einde van de weg is conform eerder advies ingeperkt. Na uitvoering dient dit keerpunt, dat aansluit op loten 4, 5, 6, 7 en deels op lot 3, parkeervrij gehouden te worden door conforme verkeerssignalisatie, om het keerpunt ook effectief vrij te houden voor afvalophaaldiensten en hulpdiensten.

         In de plantvakken en groenzones mogen geen stekel- of doornhoudende planten geplaatst worden. Bij voorkeur werkt men met onderhoudsarme beplanting zoals bodembedekkers, siergrassen…  De details van de juiste aanplanting moeten tijdens de fase van uitvoering, en wanneer de contour van alle plantzones zichtbaar zijn, voorgelegd en (ter plaatse) besproken worden met de verantwoordelijken van de dienst openbare werken en uitvoering van de gemeente."

 

Argumentatie

Overeenkomstig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet dient de gemeenteraad een besluit over de zaak van de wegen te nemen, als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat. In voorkomend geval dient dergelijk besluit genomen te worden, vooraleer het vergunningverlenende bestuursorgaan zich uitspreekt over de vergunningsaanvraag zelf. In voorliggend geval werd de gemeenteraad op verzoek van het college van burgemeester en schepenen als vergunningverlenende overheid gevat.

 

Dit artikel omvat een bevestiging van het in de artikelen 2 en 40 van het decreet lokaal bestuur vervatte principe naar luid waarvan de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid voor aangelegenheden van gemeentelijk belang, waaronder de aanleg van nieuwe gemeentelijke verkeerswegen. Deze bevoegdheid komt exclusief en autonoom toe aan de gemeenteraad en moet worden onderscheiden van de bevoegdheid van het college in die zin dat enkel deze laatste over de opportuniteit van de vergunning kan oordelen. Het komt bijgevolg niet aan de gemeenteraad toe om zich uit te spreken over de planologische toelaatbaarheid van het aangevraagde, de overeenstemming met stedenbouwkundige voorschriften of het al dan niet verenigbaar karakter van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

De gemeenteraad kan bijgevolg enkel uitspraak doen over de zaak van de wegen, zonder zich over de vergunningsaspecten te mogen buigen. Daarbij dient hij kennis te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn. De gemeenteraad dient de bezwaren te behandelen die betrekking hebben op deze aspecten van de zaak van de wegen.

 

De zaak van de wegen omvat daarbij niet limitatief het bepalen van het tracé van de wegen, de uitrusting ervan, de rooilijnen, nutsleidingen, voetpaden en wegboorden, parkeerplaatsen, enz. Ook een voorziene gratis grondafstand dient door de gemeenteraad te worden beoordeeld.

 

Voorliggende aanvraag omvat de aanleg van een ontsluitingsweg die aantakt op de gemeentelijke weg Blijenberg en waarop de 9 bouwloten in de verkaveling zullen aansluiten. Lot 10 is bestemd voor het aanleggen van de wegenis, groenvoorziening en nutsinfrastructuur. Hiervoor worden nieuwe rooilijnen voorzien, met gratis grondafstand van de delen die binnen de nieuwe rooilijnen komen te liggen (zijnde LOT 10). Het tracé van de nieuwe weg vertrekt in het verlengde van de Blijenberg waarbij ze naar het einde van de verkaveling verbreedt en uiteindelijk doodloopt.

 

De aansluiting op de bestaande gemeenteweg Blijenberg kan op kwalitatieve wijze gebeuren, waarbij de rijbaan kan worden doorgetrokken. De geplande nutsvoorzieningen (elektriciteit, aardgas, water, telecom…) kunnen aansluiten op de bestaande nutsvoorzieningen. De voorziene aansluiting op de bestaande weg Blijenberg komt voor alle weggebruikers veilig voor.

 

De aanleg en uitrusting van de wegenis gebeuren volgens de voorgelegde plannen en het bestek en de raming zoals gevoegd bij het aanvraagdossier (ref.: Hosbur 17/5980 van 10 januari 2020). Daarbij zal gebruik gemaakt worden van grijze kleurvaste betonstraatstenen waarbij de rijweg in elleboogverband wordt gelegd en het voetpad in grijs halfsteensverband. De voegvulling bestaat uit zand. De verkozen uitrusting van de wegen komt aanvaardbaar voor. Het openbaar domein behelst een oppervlakte van 893 m². De voorziene weg start ter hoogte van de aansluiting op de bestaande wegenis met een breedte van 3,85 m en verbreedt vanaf de knik tot een breedte van 4,40 meter met een verbreding op het einde van de straat. Het voetpad heeft een breedte van 0,99 m. De breedte is voldoende om het project te kunnen ontsluiten, gezien het verkeer op de toegangsweg beperkt zal blijven gelet op zijn doodlopend karakter. De straat Blijenberg vormt geen verbindingsweg doch geeft enkel uit op de geplande verkaveling van 9 eengezinswoningen. Gelet op dit louter residentieel gebruik, kan de breedte en de uitrusting van de verlenging van Blijenberg volstaan.

 

Op vlak van parkeerplaatsen is voorzien dat het parkeren dient te gebeuren op de individuele kavels. Hierbij wordt in de verkavelingsvoorschriften voorzien dat de parkeerverordening van de gemeente Bertem van toepassing is, goedgekeurd door de deputatie van Vlaams-Brabant op 15 december 2016 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 13 januari 2017. Deze parkeerverordening stelt dat 2 parkeerplaatsen voor een woning van maximum 200 m² vloeroppervlakte en 1 bijkomende parkeerplaats voor een woning groter dan 200 m² vloeroppervlakte verplicht zijn. Conform de voorschriften kunnen parkeerplaatsen zowel in de voortuinzone als inpandig worden voorzien. Op deze manier kan de parkeerdruk worden opgevangen op het eigen terrein.

 

Conform het grondplan voorziet de aanvraag tevens in de aanleg van groenvoorziening bestaande uit streekgebonden groenaanplantingen, onder meer door de aanplanting van een zestal bomen langs de nieuw aan te leggen wegenis. Conform het bestek en de raming zullen de bomen van de soort Fraxinus excelsior (es, plantmaat 18/20) zijn. Het gaat om onderhoudsvriendelijke, streekeigen beplanting die een kwalitatieve bijdrage geven aan het straatbeeld. De bermen en wadi’s zullen aangelegd worden met grassen en hydraulische bezaaiing.

 

De verkaveling wordt opgedeeld in 2 delen. De loten ten noorden van de nieuwe wegenis zullen rechtstreeks aansluiten op de bestaande waterloop. Uiteraard nadat ze eerst individueel hebben voldaan aan de GSV hemelwater. De loten ten zuiden van de nieuwe wegenis zullen aansluiten op een nieuw aan te leggen RWA-buis die aansluit op de bestaande waterloop.

 

De openbare wegenis wordt opgesplitst in een aantal zones:

- Zone A: de verharding zal rechtstreeks afwateren in de berm. Dit deel van het stelsel is niet aangesloten op het RWA stelsel, het regenwater loopt in de aangrenzende berm. Het stelsel voldoet aan de GSV en de provinciale gewestelijke verordening inzake hemelwater.

 

- Zone B: de verharding zal rechtstreeks afwateren in de bermwadi – berm. Dit deel van het stelsel is niet aangesloten op het RWA stelsel, het regenwater loopt in de aangrenzende berm. Het stelsel voldoet aan de GSV en de provinciale gewestelijke verordening inzake hemelwater.

 

- Zone C1: de verharding zal rechtstreeks afwateren in de bermwadi – berm. Dit deel van het stelsel is niet aangesloten op het RWA-stelsel, het regenwater loopt in de aangrenzende berm. Het stelsel voldoet aan de GSV en de provinciale gewestelijke verordening inzake hemelwater.

 

- Zone C2: de verharding zal aansluiten op het RWA-stelsel. Het RWA-stelsel zal via een vertraagde lozing en overstort aansluiten op de bestaande waterloop. De opstelling van het regenwaterconcept is echter zo dat het onmogelijk is om een totale buffer te bekomen voor dit deel van het stelsel. Er wordt daarom voorgesteld om een afwijking aan de GSV aan te vragen op basis van volgende gegevens:

 

Via de simulatie met Sirio is gebleken dat de buis met diameter 400 mm nooit vol zal komen te staan en voor het grootste deel van de tijd leeg zal zijn. Een grotere buffer voorzien heeft geen zin.

 

- Zone D: de verharding zal rechtstreeks afwateren in de bermwadi. De bermwadi kan overstorten op zone C2.

 

De RWA-leidingen worden voorzien als van ongewapend beton, diameter 400 mm. Deze buizen zullen worden gefundeerd en omhuld met zandcement. De aanvulling van de sleuf zal met zand gebeuren. De huisaansluitingen RWA en aansluitingen van slokkers worden voorzien in buizen van PVC SN8, gefundeerd en omhuld met zand. De DWA-leidingen en de huisaansluitingen voor DWA worden voorzien in gres. Deze buizen zullen worden gefundeerd en omhuld met zandcement. De aanvulling zal met zand gebeuren. De huisaansluitingen DWA worden voorzien in buizen gres diameter 125 mm, gefundeerd en omhuld met zandcement. De huisaansluitingsputjes (DWA en RWA) worden uitgevoerd met geprefabriceerde betonnen huisaansluitingsputjes met een gietijzeren deksel en betonrand conform de eisen van Infrax. Elk putje krijgt een deksel met de juiste inscriptie.

 

Uit het advies van de provinciale dienst Waterlopen blijkt dat de aanvraag, mits wordt voldaan aan de voorwaarden zoals opgenomen in het advies, in overeenstemming is met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

 

De rioleringswerken worden goedgekeurd conform de voorgelegde en vergunde plannen en het bestek en raming zoals gevoegd bij het aanvraagdossier (ref.: Hosbur 17/5980 van 10 januari 2020) en mits strikte naleving van het adviezen van de provinciale dienst Waterlopen en Fluvius.

 

Het komt aan de gemeenteraad toe om de nieuwe rooilijnen met voorziene overdracht naar het openbaar domein te beoordelen. Het rooilijnplan ter afbakening van het tracé van de nieuw ontworpen wegenis zoals gevoegd bij het verkavelingsdossier, moet daarbij eveneens goedgekeurd worden.

 

Wat de voorziene gratis grondafstand betreft, is het in voorliggend geval noodzakelijk en wenselijk dat de aan te leggen wegenis en de stroken langsheen de wegenissen, zoals gelegen binnen de nieuwe rooilijnen, aan de gemeente Bertem kosteloos worden overgedragen voor opname in het openbaar domein. Ook de nutsvoorzieningen en infiltratiebekkens worden kosteloos afgestaan. PMIC bv heeft zich er op 10 januari 2020 toe verbonden om gronden en de infrastructuurwerken gelegen binnen de goed te keuren rooilijn conform het bijgevoegd rooilijnplan van de eigendom gelegen te Bertem, 3e afd Bertem, sectie B nummers 216v5, 214t2, 216e5, 216e6, 216k5, kosteloos af te staan aan de gemeente Bertem.

 

De opname in het openbaar domein is aangewezen, gezien beide onderdelen deel zullen uitmaken van een openbare weg waarop ook de verkeersreglementering van toepassing is. Op die manier wordt duidelijk dat de gemeente Bertem als eigenaar en wegbeheerder verantwoordelijk is voor de aangelegde wegenis.

 

 

Bijlagen

  • Verkavelingsontwerp

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Eddy Vranckx

4 onthoudingen: Joris Fonteyn, Griet Verhenneman, Pieter Sempels en Peter Persyn

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren en opmerkingen ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en besluit deze bezwaren en opmerkingen voor wat de zaak van de wegen betreft ontvankelijk maar ongegrond te verklaren.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het wegendossier en het tracé en de uitrusting van de ontworpen weg, horende bij de aanvraag voor het verkavelen van percelen grond gelegen te 3061 Bertem, Blijenberg, kadastraal bekend onder Bertem 3e afdeling sectie B delen van nummers 214t2, 216v5, 216k5, 216e5 en 216e6 in 1 lot voor het aanleggen van de wegenis en groenvoorziening goed onder volgende voorwaarden en lasten:

         De aanleg van alle nutsvoorzieningen zal gebeuren door de nutsmaatschappijen op kosten van de aanvrager.

         De kosten voor de aanleg van wegenis en riolering omvatten eveneens alle studiekosten voor de opmaak van het wegenis- en rioleringsdossier en de kosten voor het aanstellen van een toezichter die de werken dagelijks zal opvolgen.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad stelt de rooilijnen vast voor de nieuwe wegenis, onder volgende voorwaarden:

         De gronden die binnen de rooilijnen vallen zoals aangeduid als LOT 10 (893 m²) moeten gratis, vrij en onbelast aan de gemeente Bertem worden afgestaan en dit op eigen initiatief, waarbij de daaruit voortvloeiende notaris- en opmetingskosten volledig ten laste zijn van de aanvrager.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

NIEUWBOUW SCHOOLSITE LEEFDAAL. BESTEK ONTWERPOPDRACHT KLEUTERSCHOOL, POLYVALENT BLOK EN OMGEVINGSAANLEG - VERDAAGD.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad verdaagt het besluit over de goedkeuring van het bestek voor de ontwerpopdracht voor de kleuterschool, het polyvalent blok en de omgevingsaanleg voor de school van Leefdaal.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Zitting van 26 oktober 2021

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

         Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

         Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

         Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Mondelinge vragen

 

         Vraag van raadslid Joris Fonteyn: Naast het project op Rapidpark met een 50-tal woongelegenheden ier ook een aanvraag ingediend voor een project op de Aldi-site en het naastliggende perceel voor 43 appartementen. Naar aanleiding daarvan is er ongerustheid bij de buurtbewoners of een dergelijk project wel past in een landelijke gemeente als Bertem. Om meer zicht te krijgen op de problematiek, zou ik de volgende informatie willen bekomen: hoeveel aanvragen voor een omgevingsvergunning zijn er in de jaren 2019, 2020 en al in 2021 verleend voor nieuwbouw resp. verbouwing van enerzijds eengezinswoningen en anderzijds groepswoningbouw (verkavelingen en appartementsgebouwen) met het aantal vergunde woongelegenheden?

         Bij afwezigheid van schepen Tom Philips antwoordt de burgemeester dat de bijlage met de gevraagde cijfers maandag 25 oktober aan de digitale vergadertoepassing is toegevoegd.
Er is getracht om zo veel als mogelijk de juiste informatie al door te geven, maar dat is niet zo evident. Dit moet dossier per dossier uitgevlooid worden. Mocht het antwoord onvoldoende zijn, dan kunnen we er zeker op terugkomen. Het is voor onze administratie niet zo evident; het is niet zo maar op een knop drukken om er een tabel uit te halen. De burgemeester vraagt er begrip voor mocht er hier of daar nog iets onvolledig zijn; dan mag het raadslid zeker nog vragen of bijvragen stellen. We zullen zeker de nodige informatie bezorgen. De burgemeester vond het een goede vraag want hij is ook benieuwd naar de cijfers wat dat betreft.

 

         Vraag van raadslid Joris Fonteyn: Volgens het verslag van Monumentenwacht Vlaanderen is de toestand van de Sint-Pieters-Bandenkerk in Bertem als zeer slecht omschreven: de bouwfysische toestand van het gehele object is redelijk, maar het uitgevoerde onderhoud de afgelopen jaren is zeer slecht met een acuut risico op gevolgschade indien er geen dringende onderhouds- en herstellingswerken worden uitgevoerd. Blijkbaar stelt Monumentenwacht dat er de afgelopen jaren een gebrek aan onderhoud is geweest aan die kerk. Maar er is blijkbaar door IGO aan tegemoet gekomen door een aantal dringende werken uit te voeren. In hoeverre werd hieraan al gevolg gegeven?

         Schepen Marc Morris dankt het raadslid voor zijn vraag. Hij gaat proberen redelijk uitvoerig te antwoorden omdat dit iets is wat redelijk veel mensen beroert. Het is goed dat jullie de correcte stand van zaken kennen.
Met een e-mail van einde februari 2021 werd de gemeente door Monumentenwacht Vlaams-Brabant gewezen op de slechte staat van onderhoud van de St.-Pieters-Banden kerk in Bertem. Zelf ontving de schepen het gedetailleerde rapport op 17 maart 2021, nadat hij erachter heeft moeten vragen.
De dag daarop werd al contact genomen met de ontwerper van het restauratiedossier van de kerk om samen een bezoek te brengen en overleg ter plaatse te houden samen met het kerkbestuur, Monumentenwacht en de ontwerper. Dit plaatsbezoek ging door op 19 april 2021.
De voornaamste bevindingen van het plaatsbezoek waren:

º         Het verslag van Monumentenwacht geeft inderdaad aan dat er ernstige problemen van bevuiling en vochtindringing werden vastgesteld en dit op meerdere plaatsen verspreid over zowat heel het gebouw. De nodige werken zijn allemaal in het restauratiedossier voorzien, dat eigenlijk in 2014 al klaar was. Ondertussen wachten we daarop.
We hebben ter plaatse een aantal dringende maatregelen besproken om op korte termijn verdere schade te vermijden.
We hebben inderdaad de hulp ingeroepen van IGO-Leuven omdat ook qua materieel en qua menskracht wij dat moeilijk zelf konden doen. Daar zijn door IGO prijsoffertes voor ingediend. In de maand september, dus vorige maand, zijn de toen afgesproken werken uitgevoerd. Dat gaat over:

          Het uitkuisen van alle dakgoten en het terug bevestigen van waar de dakgoten niet meer correct aangebracht waren.

          Het herstellen van alle wateraflopen, ook de verticale afvoerbuizen.

          Het dichtmaken van de galmgaten en andere openingen met fijne maasgaas, om te beletten dat de duiven en andere vogels zich nog verder in de toren kunnen nestelen. Want er is een opkuis gebeurd van alle zolders en van de klokkentorens en daar zijn een paar ton aan vuiligheid uit gekomen.

          Het metselwerk is plaatselijk hersteld.

          De volledige leien dakbedekking is waar nodig hersteld of vervangen; dat gaat over 500 leien die vervangen zijn.

          Men heeft ook 2 reglementaire ladders in de klokkentoren geplaatst.

Vorige week vrijdag is er dan samen met IGO een rondgang gedaan met het oog op de voorlopige oplevering van de werken. IGO heeft de werken goed uitgevoerd. Dat waren niet altijd de meest prettige werken. Je moet je dat even proberen in te denken, dat je zo’n klokkentoren moet gaan propermaken van een hele laag mest en uitwerpselen dat daarin zit. Die mensen hebben dat goed gedaan. De goten en afvoeren zijn volledig vrij, de zolders zijn kraaknet.

Maar, een kanttekening: IGO heeft moeten werken met een heel grote hoogtewerker. Als je aan de nok van het dak van de kerk wil kunnen, dan heb je een hoogtewerker nodig die een heel groot bereik heeft, die wij niet hebben als gemeente, die zij ook hebben moeten huren, maar dat is een heel gevaarte en er is wat schade ontstaan aan de toegangsweg in asfalt en ook aan de kasseien aan de ingang van de kerk. Daar is rapport van opgemaakt en er is aan IGO gevraagd om dat met prioriteit te behandelen en zo spoedig mogelijk te herstellen. Ofwel gebeurt dat nog deze week, maar wel op voorwaarde dat alles klaar is want maandag is het 1 november en we willen niet dat daar alles afgespannen staat, ofwel zal dat begin volgende week, na 1 november, gebeuren.

De gemeente is geen eigenaar van de kerk maar trekt zich het lot van het onderhoud van die kerk wel aan. Deze werken, die allemaal waren voorzien in het restauratiedossier, hebben we tussentijds moeten doen en hebben 26 324,55 euro gekost. Dit wordt door de gemeente ten laste genomen. Gelet op de hoogdringendheid werd voor dit bedrag geen aparte erfgoedpremie aangevraagd.

We blijven op den duur ook maar wachten op de goedkeuring van het grote dossier waar we een principieel akkoord voor hebben en waar een premie in het vooruitzicht gesteld is van 730 000 euro. Het dossier staat op de wachtlijst. De minister heeft naar aanleiding van een relatief recente parlementaire vraag geantwoord dat hij op dit moment geen enkele garantie kan geven over het precieze tijdstip van de toekenning van de premie.

Er wordt door insiders gewag gemaakt van een wachttijd van 6 jaar. Als dat het geval is, zullen wij inderdaad waarschijnlijk nog wel tussentijds onderhoud moeten uitvoeren. Het is wel de bedoeling om daar een afspraak rond te maken, enerzijds met Monumentenwacht, met de ontwerper van het restauratiedossier, maar ook eventueel met IGO als zij bij de verdere uitvoering moeten betrokken worden. En als wij dan deeldossiers hebben, kan er voor kleine onderhoudswerken wel een premie aangevraagd worden. Dat willen we in de toekomst ook wel doen. Want door al het wachten met het grote dossier zijn we nu tussentijds dingen aan het doen die eigenlijk met de grote restauratie zouden opgelost geweest zijn.

         Raadslid Joris Fonteyn: "Het feit dat het ingeschreven is als restauratiedossier is natuurlijk geen vrijbrief om géén onderhoud uit te voeren. Het gras in de dakgoten groeit er al jaren, waar is het dan misgelopen de afgelopen jaren, dat er geen onderhoud is uitgevoerd?"

         Schepen Marc Morris: "Je hoopt altijd dat een restauratiedossier dat kant-en-klaar is in 2014, en men verandert om de haverklap de reglementering, want dan moest er nog een beheersplan, dan moest er nog dit, dan moest er nog dat, en men schoof dat altijd vooruit. Misschien zijn wij te goedgelovig geweest om te denken dat het dossier sneller ging vooruit gaan. Een tweede zaak is dat werkjes die wij met ons eigen materieel en met onze eigen mensen kunnen doen, tussendoor gebeuren, maar er zijn een aantal zaken die wij zelf niet kunnen waarvoor we materiaal moeten huren of waarvoor we hulp van IGO inroepen. Maar we zullen proberen om in de toekomst korter op de bal te spelen."

         Raadslid Joris Fonteyn: "Daarbij aansluitend is er natuurlijk ook nog het gat in de muur, achter de graven. Maar daar gaat de gemeente blijkbaar een initiatief nemen om er een spandoek voor te zetten met daarop een bakstenen muur. Ik vond dat eigenlijk bijzonder grappig om dat te moeten lezen, dat er zelfs een heel document voor werd uitgemaakt om de stenen die weg zijn te vervangen door stenen op een spandoek. Zit daar nog evolutie in dat dossier en ten tweede, waarom is er juist gekozen voor het ontwerp met de bakstenen, terwijl het ontwerp met die bomen enzo, mij persoonlijk toch iets mooiers leek voor op een kerkhof?"

         Burgemeester Joël Vander Elst: "Goesting is koop, zou ik zeggen. Wij hebben de foto’s bekeken in het college en we hebben geoordeeld dat het misschien toch wel beter was om dat low profile te doen en te proberen het niet te zwaar en niet te opvallend te maken. De toestand is zo al schrijnend genoeg. Het is bijna Allerheiligen. We gaan daar 2, of zelfs 3, jaar na mekaar Allerheiligen hebben met een muur waar een gat in zit door procedures tussen verzekeringsmaatschappijen en procedures via de rechtbank zijn we daar beland en zien we nog altijd niet wanneer we daar gaan uit zijn; Ik denk dat het al belangrijk is dat we op die manier proberen het een klein beetje deftig te houden. Mooi zullen we het nooit kunnen maken zolang het daar zo ligt, maar alles proberen weg te stoppen wat er aan de achterkant gebeurt, is niet zo mis. Moesten dat nu bomen zijn, moest dat een vliegtuig zijn of moest dat de muur zijn, ik wil dat in het midden laten, wij zijn voor de muur gegaan."

         Schepen Marc Morris: "Misschien nog een leuk detail; wij verschoten ons nogal want Onroerend Erfgoed heeft dat gunstig geadviseerd. Dat vond ik op zichzelf al een beetje merkwaardig. Wat het Agentschap Onroerend Erfgoed betreft, die hebben ook van hun kant opnieuw een aanmaning gestuurd naar de betrokken eigenaars om er werk van te maken. Dat heeft niet zo veel indruk gemaakt want je hebt het eerste stuk van de muur langs de Groenendaal en de Egenhovenstraat, dat is een toestand die al veel langer duurt. Daar is een uitspraak in eerste aanleg geweest, ik heb daar het relaas vroeger al van gedaan. Daar heeft de rechtbank ons over heel de lijn in het gelijk gesteld in onze eis. De betrokken eigenaar is prompt in beroep gegaan. Zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Op een bepaald moment gaan we ons moeten beraden om dat zelf te herstellen en dan hopen dat we dat ooit kunnen recupereren. Maar het is echt onvoorstelbaar."

 

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.