NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 30 april 2013

Van 20 uur tot 21.50 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Tom Philips

Burgemeester:

Albert Mees

Schepenen:

Marc Morris en Jan Buysse

Schepen met raadgevende stem:

Eddy Vranckx

Gemeenteraadsleden:

Ludo Croonenberghs, Maria Andries, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Ken Geyns, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

Waarnemend gemeentesecretaris:

Sonja Timmermans

 

Verontschuldigd:

Schepenen:

Joël Vander Elst en Greet Goossens

Gemeenteraadsleden:

Sonia Stiasteny en Griet Verhenneman

Gemeentesecretaris:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 33 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige raadszitting goed.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 2 april 2013.

 

Besluit

 

stemming

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 2 april 2013 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

RECHTSPOSITIEREGELING.  AANPASSING RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTEPERSONEEL.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 28 oktober 2008 over de goedkeuring van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, laatst gewijzigd op 22 november 2011.
  • Bespreking door het college van burgemeester en schepenen van de wijzigingen rechtspositieregeling en arbeidsreglement gemeentepersoneel op 2 april 2013.

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Het vaststellen van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Deze bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artkel 87, §4 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Dit artikel bepaalt dat de secretaris de taak heeft om in samenwerking met het managementteam een ontwerp van plaatselijke rechtspositieregeling op te maken.
  • Artikel 105 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad stelt de rechtspositieregeling van het personeel vast.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 23 november 2012 over de wijziging van het besluit van de rechtspositieregeling gemeente-, provincie- en OCMW-personeel

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het managementteam van 26 maart 2013
  • Op 26 maart 2013 werd advies gevraagd aan de raad voor maatschappelijk welzijn van Bertem.
  • Protocol van akkoord van het bijzonder comité van 15 april 2013 over de voorgestelde wijzigingen aan de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

 

Argumentatie

De federale en de Vlaamse regering hebben hun wetgeving veranderd. Dit heeft een invloed op de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

Door de gunning van de overheidsopdracht voor het uitvoeren van medische controle op de afwezigheden wegens ziekte van het gemeente- en OCMW-personeel aan Mensura Absenteïsme vzw zijn een aantal wijzigingen nodig op het vlak van de ziektecontrole.

 

Deze veranderingen maken een aantal wijzigingen aan de rechtspositieregeling noodzakelijk.

 

 

Bijlagen

  • Wijzigingen rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.
  • Toelichtende nota wijzigingen rechtspositieregeling gemeentepersoneel.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de wijzigingen goed aan de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

 

Artikel 2:

Dit besluit treedt in werking vanaf 1 mei 2013.

 

Artikel 3:

Het administratief personeel kan de gewijzigde rechtspositieregeling consulteren in het digitale organisatiehandboek. Aan het overige personeel wordt een analoog exemplaar van deze gewijzigde rechtspositieregeling bezorgd.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

ARBEIDSREGLEMENT.  AANPASSING ARBEIDSREGLEMENT GEMEENTEPERSONEEL.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 26 mei 2009 over de goedkeuring van het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel, laatst gewijzigd op 23 november 2010

 

Juridische gronden

  • Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen
  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het managementteam van 26 maart 2013
  • Protocol van akkoord van het bijzonder comité van 15 april 2013 over de voorgestelde wijzigingen aan het arbeidsreglement.

 

Argumentatie

Het arbeidsreglement moet worden aangepast:

  • aan de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, laatst gewijzigd op 30 april 2013
  • aanpassing van een aantal wijzigingen van contactpersonen e.d.
  • aanpassing van de uurroosters aan de gewijzigde behoeften en werkregelingen.

 

 

Bijlagen

  • Ontwerp wijziging arbeidsreglement

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het aangepaste arbeidsreglement goed.

 

Artikel 2:

Dit arbeidsreglement wordt overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten, Directie Leuven.

 

Artikel 3:

Een exemplaar van dit arbeidsreglement wordt bezorgd aan alle personeelsleden, aan Premed, aan de gewestelijke secretarissen van de drie representatieve vakbondsorganisaties en aan de intergemeentelijke veiligheidsdienst van Interleuven.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

PUBLI-T. ONDERSCHRIJVING KAPITAALVERHOGING.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem is aangesloten bij de dienstverlenende vereniging Finilek.
  • Deze vereniging is op verzoek en voor rekening van de gemeente Bertem aandeelhouder van Publi-T.
  • De Gemeentelijke Holding is in vereffening en om deze laatste als aandeelhouder te laten uitstappen, werd door de raad van bestuur van Publi-T een scheidingsaandeel vastgesteld van 77 114 553,14 euro.
  • Er werd ook beslist om dit bedrag te financieren met een kapitaalverhoging.
  • Op de kapitaalverhoging van Publi-T kan ingeschreven worden door de gemeente Bertem volgens een proportioneel principe. De nieuwe aandelen zullen worden toegewezen aan de aandeelhouders naar rata van de deelneming in de vennootschap. Voor de gemeente Bertem komt dit neer op een bedrag van 39 227,12 euro.
  • De gemeente Bertem beschikt nog over voldoende reserves binnen Finilek om deze kapitaalverhoging door te voeren zonder dat er een inbreng van cash dient te gebeuren.

 

Juridische gronden

  • Artikel 42 van het gemeentedecreet
  • Decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking

 

Argumentatie

De gemeente Bertem beschikt bij de dienstverlenende vereniging Finilek over reserves die toelaten deze kapitaalverhoging te onderschrijven zonder enige bijkomende financiële inbreng. Dit heeft dan ook geen enkel gevolg voor het budget. Tevens wordt niet geraakt aan de prognoses van de dividenden voor 2012 en 2013.

 

Besluit

 

13 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Jan Buysse, Maria Andries, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips en Ken Geyns

4 stemmen tegen: Ludo Croonenberghs, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

 

Artikel 1:

De gemeenteraad van Bertem verzoekt Finilek om voor rekening van de gemeente Bertem de kapitaalverhoging van Publi-T te onderschrijven voor een bedrag van 39 227,12 euro.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP DE AFGIFTE VAN CONFORMITEITSATTESTEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2007 tot het vestigen van een belasting op het afleveren van administratieve stukken of legalisatie en conformiteitsattesten voor woningen.
  • Gemeenteraadsbesluit van 6 december 2007 over de deelname aan het project lokaal woonbeleid van IGO-Leuven vanaf 2008.
  • Gemeenteraadsbesluit van 14 december 2009 tot het vestigen van een retributie op de afgifte van conformiteitsattesten.
  • Gemeenteraadsbesluit van 28 september 2010 over de verlenging van de deelname aan het project lokaal woonbeleid van IGO-Leuven tot eind 2013.

 

Feiten en context

  • Op de intergemeentelijke stuurgroep wonen op 6 mei 2009 werd afgesproken dat de technisch adviseur van het intergemeentelijk woonproject IGO 'Wonen tussen Dijle en Velp' zal instaan voor de opmaak van de conformiteitsattesten.
  • Binnen het intergemeentelijk woonproject IGO 'Wonen tussen Dijle en Velp' is uniformiteit over deze retributie nagestreefd.

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

  • Decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers.
  • Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid titel III en titel VI, hoofdstuk VI.
  • Artikel 22 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen
    Dit artikel bepaalt dat de vergoeding altijd verschuldigd is, behoudens in het geval een conformiteitsattest overeenkomstig artikel 21 § 4 wordt afgeleverd (d.w.z. na het verstrijken van de wettelijke termijn van 60 dagen die de gemeente heeft om de aanvraag te onderzoeken; als de gemeente de aanvraag niet onderzoekt, dient zij na 60 dagen een attest met vermelding 'impliciete inwilliging' af te leveren).
    Het gemeentebestuur kan maximaal 62,50 euro vragen voor de afgifte van een conformiteitsattest voor een zelfstandige woning.
  • Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking.
  • Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers.
    Dit artikel bepaalt de maximale vergoeding van 62,50 euro, verhoogd met 12,50 euro per (studenten)kamer vanaf de zesde (studenten)kamer, met een maximum van 1250 euro behalve als het conformiteitsattest wordt uitgereikt overeenkomstig artikel 9 § 4 (d.w.z. na het verstrijken van de wettelijke termijn van 60 dagen die de gemeente heeft om de aanvraag te onderzoeken; als de gemeente de aanvraag niet onderzoekt, dient zij na 60 dagen een attest met vermelding 'impliciete inwilliging' af te leveren).
  • Artikel 42 van het gemeentedecreet

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.

  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

  • Besluit van de Vlaamse regering houdende de subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid van 21 september 2007
    Hiermee wil de Vlaamse regering gemeenten aanzetten om werk te maken van een volwaardig lokaal woonbeleid, bij voorkeur via intergemeentelijke samenwerking.
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Argumentatie

Deze retributie is enkel een bevestiging van het bestaande retributiereglement.

 

Het behandelen en afleveren van deze attesten vergt inspanningen van de gemeentelijke administratie in samenwerking met IGO. Het is verantwoord een vergoeding te vragen die in verhouding staat met het geleverde werk.

 

De financiële toestand van de gemeente maakt het noodzakelijk om de aanzienlijke administratieve kosten voor het behandelen van deze dossiers en het afleveren van attesten te verhalen op de aanvragers. De vergoeding is in verhouding met de geleverde inspanningen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Vanaf het dienstjaar 2013 tot en met dienstjaar 2018 wordt een retributie geheven op aanvragen van een conformiteitsattest voor woningen en kamerwoningen.

 

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de aanvrager en is vastgesteld als volgt:

  • voor een conformiteitsattest voor een kamerwoning: 12,50 euro per kamer, met een minimum van 62,50 euro en een maximum van 1250 euro
  • voor een conformiteitsattest voor een zelfstandige woning: 62,50 euro.

 

Artikel 3:

Van deze retributie zijn vrijgesteld:

  • woningen die ingehuurd worden door een sociaal verhuurkantoor
  • de afgifte van een conformiteitsattest voor een kamerwoning afgeleverd overeenkomstig artikels 4 en 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers
  • de afgifte van een conformiteitsattest voor een woning afgeleverd overeenkomstig artikel 21 § 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen.

 

Artikel 4:

De retributie wordt geheven op het ogenblik van de aanvraag.

 

Artikel 5:

De technisch adviseur van het intergemeentelijk woonproject IGO 'Wonen tussen Dijle en Velp' is voor de duur van het woonproject gemachtigd tot opmaak van technische verslagen en adviezen in het kader van de conformiteit. De conformiteitsattesten moeten bekrachtigd worden door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6:

De gemeenteraadsbeslissing van 14 december 2009 tot het vestigen van een retributie op de afgifte van conformiteitsattesten wordt opgeheven.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

INTERGEMEENTELIJK WOONPROJECT IGO 'WONEN TUSSEN DIJLE EN VELP'. VERLENGING OVEREENKOMST WERKJAREN 7, 8 EN 9.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 26 november 2007 over deelname aan het woonproject IGO Leuven
  • Raadsbesluit van 18 december 2007 over de bekrachtiging van de beslissing over het woonproject van IGO Leuven in het subsidiekader lokale woonbeleid
  • Raadsbesluit van 28 september 2010 over de verlenging van het intergemeentelijk woonproject "Wonen tussen Dijle en Velp"
  • IGO heeft op 7 februari 2013 een voorstel gedaan om het intergemeentelijk woonproject "Wonen tussen Dijle en Velp" voor de volgende drie werkingsjaren te verlengen. Op 2 april 2013 werd een wijziging van de begrote kosten overgemaakt naar aanleiding van de afgeschafte extra inzet van personeel door de gemeente Rotselaar.

 

Feiten en context

  • Het woonproject werkt aan een degelijk woonbeleid. Het streeft hierbij naar betaalbaar en kwaliteitsvol wonen voor alle inwoners van de aangesloten gemeenten door:
    • in elke gemeente overleg te organiseren tussen gemeente, OCMW en een aantal partners (zoals sociale huisvestingsmaatschappijen) over het woonbeleid en concrete acties te bepalen
    • de gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van een aantal wettelijk opgelegde taken rond wonen: onder andere de aanpak van leegstand en het verbeteren van woningkwaliteit door bijvoorbeeld vooronderzoek uit te voeren binnen het kader van de procedure ongeschikt/onbewoonbaarverklaring
    • alle inwoners met woonvragen te helpen.
  • De initiatiefnemer en projectuitvoerder van het woonproject is de dienstverlenende vereniging IGO.
  • Het woonproject ging van start op 1 april 2008 met een duurtijd van drie jaar. Deze eerste termijn nam een einde op 31 maart 2011. Het project is met een periode van drie jaar verlengd tot einde maart 2014.
  • Het werkingsgebied van het woonproject bestaat uit de gemeenten Bertem, Bierbeek, Boutersem, Haacht, Oud-Heverlee en Rotselaar.
  • De personeelsinzet per gemeente bedraagt:

 

 

Werkingsjaar 7

Werkingsjaar 8

Werkingsjaar 9

Coördinatie

0,25 VTE

0,25 VTE

0,25 VTE

Medewerker WIP

0,29 VTE

0,29 VTE

0,29 VTE

Technisch adviseur

0,17 VTE

0,17 VTE

0,17 VTE

Stedenbouwkundige

0,08 VTE

0,08 VTE

0,08 VTE

Consulent leegstand

0,08 VTE

0,08 VTE

0,08 VTE

 

  • Het project werd oorspronkelijk opgestart onder het subsidiebesluit van de Vlaamse regering van 21 september 2007. Ook de huidige tweede driejaarlijkse subsidieperiode valt hieronder.
  • In 2010 werden een aantal wijzigingen aangebracht aan het subsidiebesluit. In de derde driejarige subsidieperiode wordt de subsidie teruggeschroefd. Daardoor zijn de geraamde toelagen van gemeente Bertem voor de komende 3 werkingsjaren:
    • werkingsjaar 7 - 1 april 2014 tot 31 maart 2015: 37 543,86 euro
    • werkingsjaar 8 - 1 april 2015 tot 31 maart 2016: 39 179,98 euro
    • werkingsjaar 9 - 1 april 2016 tot 31 maart 2017: 40 492,23 euro.
  • Vlaanderen legt 5 verplichte activiteiten op. De provincie legt bijkomende inhoudelijke voorwaarden op:
    • ontwikkeling van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen
    • woonoverleg met alle lokale woonactoren
    • aanbieden basisinformatie aan de inwoners
    • verbetering kwaliteit woningpatrimonium
    • initiatieven in het kader van het grond- en pandenbeleid.
  • Voor de opvolging van het woonproject is een stuurgroep samengesteld met telkens 2 afgevaardigden (mandatarissen) van iedere deelnemende gemeente. Door de gemeenteraad werden op 26 februari 2013 de schepenen Marc Morris en Eddy Vranckx afgevaardigd in deze stuurgroep.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de Vlaamse regering van 21 september 2007 houdende de subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid.
    Met dit besluit wil de Vlaamse regering gemeenten aanzetten werk te maken van een volwaardig woonbeleid, bij voorkeur via intergemeentelijke samenwerking.
  • Artikel 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeentelijke bevoegdheden, vermeld in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zijn aan de gemeenteraad toegewezen en kunnen niet worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om het intergemeentelijk woonproject IGO "Wonen tussen Dijle en Velp" voor de volgende driejaarlijkse subsidieperiode te verlengen.

 

Het project wordt nog steeds, in mindere mate, gesubsidieerd door de Vlaamse en provinciale overheid.

 

De geleverde dienstverlening aan de inwoners en bijstand aan de gemeentelijke administratie zijn van dien aard dat een voortzetting van het project voor de volgende drie jaar aangewezen is.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1313/002/005/001/011

21400 707/0130

€ 100 000

€ 88 942,99

€ 37 543,86

 

 

Besluit

 

13 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Jan Buysse, Maria Andries, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips en Ken Geyns

4 onthoudingen: Ludo Croonenberghs, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

 

Artikel 1:

Het intergemeentelijk woonproject IGO Leuven "Wonen tussen Dijle en Velp" wordt verlengd voor de volgende driejaarlijkse subsidieperiode die eindigt op 31 maart 2017 onder voorbehoud van goedkeuring van het projectvoorstel door de Vlaamse overheid.

 

Artikel 2:

IGO-Leuven legt het ontwerp-subsidiedossier voor de voortzetting van het intergemeentelijk woonproject IGO "Wonen tussen Dijle en Velp" ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

SELECTIEVE INZAMELING AFVAL. GOEDKEURING SUBSIDIEREGLEMENT VERKOOP PMD-ZAKKEN EN KLEINE COMPOSTEERBARE ZAKKEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Artikel 1 van het raadsbesluit van 18 december 2001 over het retributiereglement verkoop van PMD-zakken.
    Met ingang vanaf 1 januari 2002 werd een retributie van 0,25 euro per PMD-zak ingesteld voor de selectieve inzameling van PMD.
  • Artikel 8 van het raadsbesluit van 29 januari 2008 over de aanpassing van het retributiereglement van de ophaling en verwerking van gewoon huisvuil en GFT.
    Vanaf 1 februari 2008 wordt een bijkomende retributie geheven voor de verkoop van de geventileerde keukenafvalbakjes en de composteerbare zakken.
  • Artikel 8.2.1.§1. van het raadsbesluit over de wijziging van het politiereglement inzameling huishoudelijk afval en vergelijkbare afvalstoffen.
    Het PMD-afval moet aangeboden worden in speciaal daartoe bestemde kunststofzakken. Deze zakken zijn verkrijgbaar bij de gemeente tegen een door de gemeenteraad te bepalen bedrag.

 

Juridische gronden

  • Artikel 42, §3 van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.
  • Artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 over het duurzaam beheer

van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen wordt bij gemeentelijk reglement geregeld.

 

Argumentatie

Momenteel worden de PMD-zakken en de kleine composteerbare zakjes uitsluitend op het gemeentehuis verkocht. Dit heeft als nadeel dat inwoners gebonden zijn aan de openingsuren van het gemeentehuis en zich steeds naar het gemeentehuis moeten verplaatsen. Ook voor het personeel van de technische dienst is de verkoop erg tijdrovend.

Anderzijds is het een beleidsdoelstelling van de gemeente om de lokale handel te ondersteunen. Aangezien de verkoop van zakken per retributie wordt geregeld, kan een handelaar hier geen normale marge opnemen zonder dat de btw van toepassing zou kunnen worden op het volledige verkoopsbedrag. Een forfaitaire subsidie, als ondersteuning voor het ter beschikking stellen van de verkoopsinfrastructiuur, los van het verkochte volume wordt niet beschouwd als inkomsten onderhevig aan vennootschapsbelasting.

Het gemeentebestuur mikt op een vijftal verkooppunten over het grondgebied, waarbij wordt geopteerd voor maximale spreiding en bereik.

 

Financiële gevolgen

De uitgave mag maximum 625 euro bedragen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan artikel 8.2.1.§1 van het raadsbesluit van 27 september 2011 over de wijziging van het politiereglement huishoudelijk afval en vergelijkbare afvalstoffen, wordt de volgende zin toegevoegd: "Deze zakken zijn ook verkrijgbaar bij de door het college vastgestelde verkooppunten."

 

Artikel 2:

De verkooppunten van PMD-zakken, keukenafvalbakjes en kleine composteerbare zakjes krijgen hiervoor op jaarbasis een subsidie van 125 euro. Desgevallend wordt voor jaardelen de subsidie pro rata berekend.

 

Artikel 3:

De verkooppunten moeten vrij toegankelijk zijn voor inwoners, en minimaal 40 uren per week geopend zijn. De kandidaat-verkooppunten richten een schriftelijke aanvraag voor subsidie aan het gemeentebestuur. De subsidie voor de verkoop in een kalenderjaar (of een gedeelte ervan) wordt uitbetaald in het eerste trimester van het daaropvolgende kalenderjaar.

 

Artikel 4:

De subsidie wordt toegekend aan maximum 5 verkooppunten. Bij een hoger aantal aanvragen wordt de subsidie door het college toegekend aan de verkooppunten met maximale geografische spreiding en bereik.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

MOBILITEITSCONVENANT. HERSAMENSTELLING GEMEENTELIJKE BEGELEIDINGSCOMMISSIE (GBC).

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 april 1997 over de onderschrijving van het mobiliteitsconvenant + bijakte nr. 1 met het Vlaams gewest en De Lijn
  • Raadsbesluit van 18 december 2008 over de samenstelling van de begeleidingscommissie mobiliteitsplan
  • Raadsbesluit van 31 maart 2009 over de samenstelling van de begeleidingscommissie mobiliteitsplan

 

Juridische gronden

  • Artikelen 42 en 42 van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad is bevoegd.
  • Artikel 26/1 van het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid
    Op initiatief van de gemeente wordt in elke gemeente een Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) ingesteld. De GBC is een multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum.
    De GBC is verantwoordelijk voor:
    1° de voorbereiding, de opmaak, de opvolging, de evaluatie en, in voorkomend geval, de herziening van het gemeentelijk of intergemeentelijk mobiliteitsplan;
    2° de begeleiding van de voorbereiding, de opmaak, de opvolging en de evaluatie van projecten die aansluiten bij het duurzame lokale mobiliteitsbeleid.
    De GBC is ten minste samengesteld uit een vertegenwoordiger van de gemeente, een vertegenwoordiger van het departement, een vertegenwoordiger van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn en een vertegenwoordiger van de betrokken wegbeheerder.
    De samenstelling van de GBC kan worden uitgebreid met andere relevante actoren. Als daartoe wordt besloten door de gemeenteraad in het kader van participatie, kunnen de vergaderingen van de GBC worden opengesteld voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking.
  • Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid
    De GBC wordt opgericht bij besluit van de gemeenteraad. De GBC bestaat uit de vaste leden, aangevuld met variabele leden en in voorkomend geval met adviserende leden.
    De GBC wordt voorgezeten door de gemeente. De gemeente kan het voorzitterschap delegeren aan een vast lid.
  • Artikelen 3 tot en met 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid
    Deze artikelen regelen de aanwijzing van vertegenwoordigers van de vaste, de variabele en de adviserende leden van de GBC.
     

 

Argumentatie

De gemeenteraad moet een beslissing nemen tot oprichting van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie waarbij ook de voorzitter wordt aangeduid.

 

De gemeentelijke afvaardiging zal bestaan uit de leden van de mobiliteitscel. Dit zijn de burgemeester, de schepen van mobiliteit (voorzitter), de schepen van openbare werken, de gemeentesecretaris, het diensthoofd openbare werken en het hoofd van de wijkpolitie (kantoor Bertem).

 

De participatie van de burger in het mobiliteitsbeleid wordt georganiseerd in de gemeentelijke mobiliteitsraad. Het lijkt dan ook weinig zinvol om handelaars, bewoners belangengroepen e.d. op te nemen als adviserend lid omdat zij dan ook voor elke GBC uitgenodigd moeten worden, terwijl zij vermoedelijk voor slechts één of enkele projecten een nuttige bijdrage kunnen leveren. De voorzitter van de GBC kan te allen tijde zelf of op voordracht van één van de vaste leden bepaalde belangengroepen, administraties e.d. uitnodigen voor één of alle GBC’s van een bepaald plan of project.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Er wordt een Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) opgericht als multidisciplinair en

beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum verantwoordelijk voor:

1)     de voorbereiding, de opmaak, de opvolging, de evaluatie en, in voorkomend geval, de herziening van het gemeentelijk of intergemeentelijk mobiliteitsplan;

2)     de begeleiding van de voorbereiding, de opmaak, de opvolging en de evaluatie van projecten die aansluiten bij het duurzame lokale mobiliteitsbeleid.

 

Artikel 2:

Met behoud van de toepassing van artikel 26/1, §2, derde lid van het decreet en artikel 2 en artikel 5 van het besluit, worden volgende adviserende leden toegevoegd aan de GBC:

         hoofd van de wijkpolitie Bertem

         vertegenwoordiger mobiliteitsraad.

 

Deze adviserende leden worden uitgenodigd op elke vergadering van de GBC.

 

Artikel 3:

De schepen bevoegd voor mobiliteit en het diensthoofd openbare werken worden aangewezen als resp. voorzitter en secretaris van de GBC.

In geval van verhindering, kan de voorzitter van de GBC zijn bevoegdheid delegeren aan een ander lid van het college of aan een gemeentelijke ambtenaar.

In geval van verhindering, kan de secretaris van de GBC zijn bevoegdheid delegeren aan een andere gemeentelijke ambtenaar.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AANDUIDING LEDEN BEHEERSCOMITÉ SCHOLENGEMEENSCHAP KHAMSA.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 26 april 2011 over de goedkeuring van de verlenging van de scholengemeenschap voor de periode 2011-2014
  • Raadsbesluit van 24 mei 2011 over de goedkeuring van de intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst zonder rechtspersoonlijkheid, in de vorm van een interlokale vereniging, voor de vorming van een scholengemeenschap basisonderwijs voor de schooljaren 2011-2012 tot en met 2013-2014
  • Raadsbesluit van 24 mei 2011 over de aanduiding van de leden voor het beheerscomité scholengemeenschap Khamsa

 

Feiten en context

  • De gemeentebesturen van Bertem, Tervuren en Kraainem hebben een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst zonder rechtspersoonlijkheid afgesloten, in de vorm van een interlokale vereniging, voor de vorming van een scholengemeenschap basisonderwijs voor de schooljaren 2011-2012 tot en met 2013-2014. Deze scholengemeenschap draagt de naam 'Khamsa'.
  • Voor deze interlokale vereniging wordt een beheerscomité opgericht.
  • Elk gemeenteraad duidt één effectief en één plaatsvervangend lid van het schepencollege aan als afgevaardigde.
  • De directeurs wonen de vergaderingen van het beheerscomité bij met raadgevende stem.
  • Mevrouw Greet Goossens en de heer Roger De Muylder zijn in 2011 aangeduid als resp. effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordiger in het beheerscomité van de scholengemeenschap Khamsa.
  • De heer Roger De Muylder is sinds 2 januari 2013 geen schepen meer.

 

Juridische gronden

  • Artikel 125ter van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
    Een scholengemeenschap is een vrijwillig tot stand gebracht samenwerkingsverband tussen scholen.
  • Artikelen 6-9 van het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking
    Twee of meer gemeenten kunnen een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid vormen om, zonder beheersoverdracht, een welbepaald project van gemeentelijk belang te verwezenlijken. Deze samenwerkingsverbanden heten interlokale verenigingen en ze voegen deze term steeds toe aan hun naam.
    Een beheerscomité dat samengesteld is uit minstens één afgevaardigde van elke deelnemer, voor de gemeenten aangewezen onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester of de schepenen, overlegt over de wijze waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd.
  • Artikel 35 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Er wordt geheim gestemd over het aanwijzen van de leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen.
  • Artikelen 4-9 van de overeenkomst scholengemeenschap 2011-2014 in de vorm van een interlokale vereniging (Vlaams gewest)
    Door elke gemeenteraad wordt een lid van het schepencollege afgevaardigd, alsmede een vervangend lid met hetzelfde mandaat ingeval van afwezigheid van het effectief lid.

 

Besluit

 

Aanduiding effectief lid

Na geheime stemming:

14 stemmen voor

3 onthoudingen

 

Aanduiding plaatsvervangend lid

Na geheime stemming:

13 stemmen voor

1 stem tegen

3 onthoudingen

 

Artikel 1:

Mevrouw Greet Goossens, schepen, wordt aangeduid als effectief lid van het beheerscomité van de scholengemeenschap Khamsa.

 

Artikel 2:

De heer Marc Morris, schepen, wordt aangeduid als plaatsvervangend lid van het beheerscomité van de scholengemeenschap Khamsa.

 

Artikel 3:

De directeurs van de gemeentelijke basisscholen kunnen de vergaderingen bijwonen als technische raadgever.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING EN SAMENSTELLING GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING.

 

Voorgeschiedenis

  • De samenstelling en vergoeding van de huidige GECORO is bepaald door de gemeenteraad van 25 september 2007. De voorzitter en ondervoorzitter zijn aangeduid door de gemeenteraad van 6 november 2007. Deze beslissingen werden goedgekeurd door deputatie van Vlaams-Brabant op 10 april 2008.
  • Bespreking door het college van de nota en het advies van het managementteam over de oprichting van adviesraden, overlegstructuren en werkgroepen op 4 februari 2013
  • Bespreking door het college van de samenstelling van de GECORO op 25 februari 2013
  • Collegebesluit van 2 april 2013 over de goedkeuring van de principes voor de oprichting van adviesraden en overlegstructuren

 

Feiten en context

  • Het huishoudelijk reglement van de GECORO werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 juni 2009.
  • Een protocol tussen de GECORO en het college werd goedgekeurd op 23 mei 2011 (GECORO van 25 mei 2011).

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 gemeentedecreet
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
    De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.
  • Artikel 200 § 2 gemeentedecreet
    Regeling inzake evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen. Maximaal 2/3 van de leden mag van hetzelfde geslacht zijn.
  • Artikel 1.3.3 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 25 augustus 2009
    Dit artikel regelt de samenstelling, aantal leden, benoemingen leden, deskundigen, voorzitter, ondervoorzitter enz.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 houdende nadere regels voor de samenstelling, de organisatie, presentiegelden, huishoudelijk reglement en de werkwijze van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.

 

Argumentatie

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren moeten na de algemene vernieuwing van de gemeenteraad opnieuw worden opgericht en samengesteld. Om een eerste bijeenkomst van deze organen te kunnen organiseren voor de zomervakantie 2013, is een beslissing nodig over de oprichting en de samenstelling van de GECORO.

 

De oprichting, samenstelling en werking van de GECORO zijn wettelijk geregeld in de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

 

Om de continuïteit van de besluitvorming te garanderen, is het aangewezen de nieuwe commissie gelijk aan de vorige samen te stellen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad van Bertem richt een GECORO op. Deze heeft hoofdzakelijk een adviserende taak inzake de ruimtelijke ordening op het niveau van de gemeente:

         advies bij de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

         advies bij de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

         advies bij stedenbouwkundige verordeningen of verkavelingsverordeningen

         advies bij alle andere (gemeentelijke) vraagstukken van ruimtelijke ordening

Daarnaast kan de GECORO op verzoek van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen of de stedenbouwkundig ambtenaar advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot stedenbouwkundige dossiers.

 

Artikel 2:

De GECORO wordt als volgt samengesteld:

         de voorzitter

         twee deskundigen en plaatsvervangers

         zes vertegenwoordigers en zes vervangers uit de maatschappelijke geledingen

º         milieu – natuur

º         werkgevers – handelaars – zelfstandigen

º         werknemers

º         senioren – welzijn

º         jeugd – cultuur

º         landbouwers

         een secretaris.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de provinciale dienst ruimtelijke ordening.

 

Artikel 4:

Kandidaturen voor de voorzitter en voor de deskundigen worden opgevraagd via Info Bertem.

 

Artikel 5:

Ingeval er teveel kandidaten zijn, doet het college van burgemeester en schepenen een gemotiveerd voorstel aan de gemeenteraad.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING EN SAMENSTELLING CULTUURRAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking door het college van de nota en het advies van het managementteam over de oprichting van adviesraden, overlegstructuren en werkgroepen op 4 februari 2013
  • Collegebesluit van 2 april 2013 over de goedkeuring van de principes voor de oprichting van adviesraden en overlegstructuren

 

Feiten en context

  • De cultuurraad werd voor het eerst opgericht en erkend als adviesorgaan door de gemeenteraad tijdens haar zitting van 28 mei 2002.
  • De huidige cultuurraad beschikt over statuten. Deze worden na oprichting van de nieuwe cultuurraad aangepast en opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 3, 6 en 7 van de Cultuurpactwet van 16 juli 1973
    Deze artikelen verplichten de overheden ertoe gebruiksverenigingen en de ideologische en filosofische strekkingen te betrekken bij de voorbereiding en uitbreiding van het cultuurbeleid door middel van een erkende cultuurraad.
  • Decreet van 28 januari 1974 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt.
  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 gemeentedecreet
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
    De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.
  • Artikelen 52-58 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid.
    Deze artikelen handelen over de organisatie van het overleg en de advisering van het gemeentelijk cultuurbeleid.

 

Argumentatie

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren moeten na de algemene vernieuwing van de gemeenteraad opnieuw worden opgericht en samengesteld. Om een eerste bijeenkomst van deze organen te kunnen organiseren voor de zomervakantie 2013, is een beslissing nodig over de oprichting en de samenstelling van de cultuurraad.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad van Bertem richt een cultuurraad op. Deze heeft als doel het bevorderen van een integraal cultuurbeleid in het belang van alle inwoners van de gemeente.

 

Om deze doelstelling te verwezenlijken, zal de cultuurraad in zijn betrokkenheid bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijke cultuurbeleid:

1)     op vraag van het gemeentebestuur en op eigen initiatief, adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende het gemeentelijke cultuurbeleid, met uitzondering van het bibliotheekwerk, waarvoor de bibliotheekraad bevoegd is;

2)     de activiteiten in deze sector coördineren, overleg en samenwerking tot stand brengen tussen verenigingen, diensten, instellingen en andere organisaties, niet- georganiseerde cultureel geïnteresseerde en geëngageerde inwoners die actief zijn in de sociaal-culturele sector, in de ruime betekenis van het woord;

3)     zo mogelijk onderzoek verrichten naar, documentatie en informatie verzamelen over het culturele leven en de culturele behoeften in de gemeente;

4)     indien daartoe de behoefte wordt aangevoeld, initiatieven nemen op gebied van culturele animatie, bevordering van het culturele welzijn en kaderopleiding.

 

Artikel 2:

De cultuurraad wordt als volgt samengesteld:

         erkende sociaal-culturele verenigingen, organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die het Nederlandstalige culturele leven bevorderen, werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente;

         een afvaardiging van de kunstenaars van Bertem Buitengewoon;

         deskundigen op het vlak van de sociaal-culturele materie die het Nederlandstalige culturele leven bevorderen, namelijk niet-georganiseerde cultureel geïnteresseerde en geëngageerde personen die wonen in de gemeente.

 

Artikel 3:

Kandidaturen voor de cultuurraad worden opgevraagd via Info Bertem.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING EN SAMENSTELLING JEUGDRAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking door het college van de nota en het advies van het managementteam over de oprichting van adviesraden, overlegstructuren en werkgroepen op 4 februari 2013
  • Collegebesluit van 2 april 2013 over de goedkeuring van de principes voor de oprichting van adviesraden en overlegstructuren

 

Feiten en context

  • De jeugdraad werd voor het eerst opgericht en erkent als adviesorgaan door de gemeenteraad tijdens zijn zitting van 28 mei 2002.
  • De huidige jeugdraad beschikt over statuten en een afsprakennota tussen de jeugdraad en het gemeentebestuur. Deze worden na oprichting van de nieuwe jeugdraad aangepast en opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 gemeentedecreet
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
    De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.
  • Artikel 5, §1 van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid
    Om voor subsidiëring in aanmerking te komen en met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdbeleid, inzonderheid in het kader van het meerjarenplan, richt de gemeenteraad een jeugdraad op of erkent de gemeenteraad een al bestaande jeugdraad.

 

Argumentatie

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren moeten na de algemene vernieuwing van de gemeenteraad opnieuw worden opgericht en samengesteld. Om een eerste bijeenkomst van deze organen te kunnen organiseren voor de zomervakantie 2013, is een beslissing nodig over de oprichting en de samenstelling van de jeugdraad.

 

De jeugdraad heeft zijn vaste waarde als adviesorgaan al bewezen in het verleden. Buiten advies geven, organiseert de jeugdraad in samenwerking met de dienst vrije tijd en communicatie ook nog activiteiten en vormingsmomenten.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad van Bertem richt een jeugdraad op. Deze heeft tot doel om adviezen uit te brengen op vraag van het gemeentebestuur of op eigen initiatief over alle aangelegenheden die te maken hebben met het jeugdbeleid. Met jeugdbeleid wordt zowel bedoeld het jeugdwerkbeleid, namelijk de beleidsmaatregelen naar kinderen en jongeren in hun vrije tijd, als het jeugdwelzijnsbeleid, namelijk alle beleidsmaatregelen naar kinderen en jongeren in alle levenssituaties.

 

Eveneens heeft de jeugdraad de mogelijkheid over alle andere beleidsdossiers waarvan hij vindt dat er jeugdbelangen in het geding zijn, op eigen initiatief een advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.

 

De jeugdraad heeft daarnaast als opdracht om, al dan niet samen met het gemeentebestuur:

         initiatieven te nemen om de samenwerking en het overleg tussen het gemeentebestuur, het jeugdwerk, de betrokkenen bij het jeugdwelzijn en de jeugd zelf te bevorderen;

         sociale en culturele activiteiten en voorzieningen voor de jeugd, eventueel georganiseerd door de jeugd, aan te moedigen of zelf initiatieven te nemen als er een leemte is;

         bij zo veel mogelijk kinderen en jongeren de interesse voor het gemeentebeleid te bevorderen alsook de inspraak en participatie te stimuleren.

 

Artikel 2:

De jeugdraad wordt als volgt samengesteld:

         twee afgevaardigden van de geïnteresseerde plaatselijke jeugdwerkinitiatieven die een actieve werking of rekrutering kunnen aantonen ten aanzien van kinderen en jongeren uit de gemeente;

         geïnteresseerde jongeren uit de gemeente, gecoöpteerd door de jeugdraad.

 

Artikel 3:

Kandidaturen voor de jeugdraad worden opgevraagd via de Jeugdklets.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING EN SAMENSTELLING BIBLIOTHEEKRAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking door het college van de nota en het advies van het managementteam over de oprichting van adviesraden, overlegstructuren en werkgroepen op 4 februari 2013
  • Collegebesluit van 2 april 2013 over de goedkeuring van de principes voor de oprichting van adviesraden en overlegstructuren

 

Feiten en context

  • Nadat een nieuwe gemeenteraad wordt samengesteld op basis van de verkiezingsuitslagen, zal deze het beheersorgaan - de bibliotheekraad genoemd - voor de openbare bibliotheek opnieuw samenstellen.
  • De bibliotheekraad heeft inspraak- en adviesrecht over alle aspecten van het beheer van de openbare bibliotheek en in het bijzonder over de beleidsplanning met betrekking tot de bibliotheek.
  • Bij het samenstellen van deze bibliotheekraad zal de gemeenteraad rekening houden met de normen en principes die vastgelegd zijn in het cultuurpact.
  • Dit cultuurpact wil bij de voorbereiding en het uitvoeren van het cultuurbeleid, de democratische principes vrijwaren door alle ideologische en filosofische strekkingen aan bod te laten komen.
  • Daarom wordt voor de werking van de openbare bibliotheek een bibliotheekraad samengesteld waarin deze democratische principes toegepast worden.
  • Het cultuurpact stelt bij de samenstelling van een beheersorgaan, drie mogelijke vormen van vertegenwoordiging voor.
  • De bibliotheekraad is volgens één van deze opties (optie 9b van het cultuurpact) samengesteld uit een afvaardiging van de inrichtende macht en een vertegenwoordiging van de gebruikers.
    • De berekening van het aantal afgevaardigden per politieke fractie gebeurt op basis van het aantal leden dat elke politieke fractie telde op het ogenblik van de installatievergadering van de gemeenteraad;
    • De gemeenteraad bepaalt eventuele criteria waaraan de afgevaardigden van gebruikers en filosofische en ideologische strekkingen moeten beantwoorden en de manier waarop de kandidaturen ingediend worden.

 

Juridische gronden

  • Artikel 3 van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact.
    De overheid moet de gebruikers en alle ideologische en filosofische strekkingen betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid, overeenkomstig de modaliteiten van dit decreet.
    • filosofische en ideologische strekkingen: op basis van een levensbeschouwing of een maatschappijvisie;
      • de vertegenwoordiging van de strekkingen steunt op hun aanwezigheid in de vertegenwoordigende vergadering van de overeenstemmende overheid;
      • de vertegenwoordiging van de gebruikers steunt op het bestaan van erkende representatieve verenigingen binnen het territoriaal gebied en binnen de bevoegdheid van de overheid of van de culturele instelling.
      • In de praktijk kan ook, via een open oproep, iedere inwoner de kans krijgen om zich kandidaat te stellen.
      • Voor de toepassing van dit decreet mag geen enkele persoon, geen enkele organisatie, geen enkele instelling zonder zijn instemming beschouwd worden als te behoren tot een bepaalde ideologische of filosofische strekking.
  • Artikel 9 van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact.
    De wetgever verplicht een overheid om, voor de culturele infrastructuren, instellingen en diensten, opgericht door of ressorterend onder haar, één van de drie mogelijke vormen van vertegenwoordiging die hij bepaalt, voor haar beheers- of bestuursorgaan, aan te nemen.
    Deze drie mogelijke vormen worden achtereenvolgens opgesomd.
  • Artikel 9, punt b van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact.
    Hieronder definieert de overheid een beheersorgaan als een vereniging van afgevaardigden van de betrokken overheid of overheden met de vertegenwoordigers van de gebruikers en van de strekkingen.
    In dit geval moet bij deze samenstelling
    • het beginsel van evenredige vertegenwoordiging in acht genomen worden bij het aanduiden van de afgevaardigden van de overheden;
    • en de bepalingen van artikel 3 van dit decreet wat de gebruikers en de strekkingen betreft;
  • Artikel 10, §1, 7° van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid
    Om erkend te zijn, moet een gemeentelijke openbare bibliotheek beschikken over een beheersorgaan voor de bibliotheek conform de bepalingen van de cultuurpactwet.
  • Artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid.
    Het beheersorgaan van een openbare bibliotheek heeft een adviserende bevoegdheid ten aanzien van de inrichtende overheid voor alle aspecten van het bibliotheekwerk.
  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 gemeentedecreet
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
    De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.

 

Argumentatie

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren moeten na de algemene vernieuwing van de gemeenteraad opnieuw worden opgericht en samengesteld. Om een eerste bijeenkomst van deze organen te kunnen organiseren voor de zomervakantie 2013, is een beslissing nodig over de oprichting en de samenstelling van de bibliotheekraad.

 

De samenstelling van de bibliotheekraad weerspiegelt de principes en de regels van de democratie.

Daarom is ze samengesteld uit twee grote groepen vertegenwoordigers:

  • enerzijds een vertegenwoordiging van de inrichtende overheid;
  • anderzijds een afvaardiging van de gebruikers.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad van Bertem richt een bibliotheekraad op. Deze heeft tot doel om de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen bij te staan bij het beheer van de gemeentelijke openbare bibliotheek.

 

Artikel 2:

De bibliotheekraad wordt als volgt samengesteld:

  • A. Vertegenwoordigers aangeduid door de gemeenteraad:
    • GB-Open VLD: 3
    • CD&V: 2
    • N-VA: 2
    • sp.a: 1
    • Groen: 1
  • B. Vertegenwoordigers van de gebruikers:
    • 9 vertegenwoordigers

 

Artikel 3:

Kandidaturen voor de bibliotheekraad worden opgevraagd via Info Bertem.

 

Artikel 4:

Ingeval er teveel kandidaten zijn, doet het college van burgemeester en schepenen een gemotiveerd voorstel aan de gemeenteraad.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING EN SAMENSTELLING MILIEURAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2008 over de goedkeuring van de statuten van de milieuraad
  • Bespreking door het college van de nota en het advies van het managementteam over de oprichting van adviesraden, overlegstructuren en werkgroepen op 4 februari 2013
  • Collegebesluit van 2 april 2013 over de goedkeuring van de principes voor de oprichting van adviesraden en overlegstructuren

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 gemeentedecreet
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
    De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.
  • Artikel 4.1 van de Samenwerkingsovereenkomst Gemeente Bertem met de Vlaamse overheid 2008-2013, goedgekeurd door de gemeenteraad op 29 april 2008
    De gemeente beschikt ten laatste 6 maanden na het ondertekenen van deze overeenkomst over een gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur, hierna milieuraad genoemd.

 

Adviezen

         Gunstig advies van de milieuraad van 23 april 2013

º         De milieuraad adviseert het bestuur om 3 in plaats van 2 vertegenwoordigers met expertise of ervaring in de landbouwsector op te nemen en het aantal plaatsen voor milieu- of natuurverenigingen te verhogen van 5 naar 6.

º         Om misverstanden te vermijden, stelt de raad voor om "met betrokkenheid in milieu en natuur" te wijzigen in "met interesse in milieu".

 

Argumentatie

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren moeten na de algemene vernieuwing van de gemeenteraad opnieuw worden opgericht en samengesteld. Om een eerste bijeenkomst van deze organen te kunnen organiseren voor de zomervakantie 2013, is een beslissing nodig over de oprichting en de samenstelling van de milieuraad.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad van Bertem richt een milieuraad op. Deze heeft tot doel de gemeente te adviseren over het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid.

 

Artikel 2:

De milieuraad wordt als volgt samengesteld:

         6 vertegenwoordigers van milieu- en natuurverenigingen actief in de gemeente Bertem

         1 inwoner geïnteresseerd in milieu en natuur uit Korbeek-Dijle

         2 inwoners geïnteresseerd in milieu en natuur uit Leefdaal

         2 inwoners geïnteresseerd in milieu en natuur uit Bertem

         3 vertegenwoordigers met expertise of ervaring in de landbouwsector

         1 vertegenwoordiger met expertise of ervaring in plaatselijke handel of KMO's

         2 vertegenwoordigers jonger dan 30 jaar of betrokken bij jeugdwerking of scholen.

 

Artikel 3:

De schepen van leefmilieu en de milieuambtenaar maken van rechtswege deel uit van de milieuraad.

 

Artikel 4:

Kandidaturen voor de milieuraad worden opgevraagd via Info Bertem, met uitzondering van de vertegenwoordigers van de milieu- en natuurverenigingen.

 

Artikel 5:

Indien er meer kandidaten zijn dan aangegeven in artikel 2, beslist het college op basis van:

1)     betrokkenheid, ervaring en expertise

2)     evenwichtige verdeling van de leeftijden en geslachten

3)     lottrekking.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING EN SAMENSTELLING MOBILITEITSRAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 25 september 2007 waarbij de samenstelling van de verkeerscommissie wordt erkend
  • Gemeenteraadsbesluit van 26 april 2011 waarbij de samenstelling van de verkeerscommissie wordt aangepast
  • Bespreking door het college van de nota en het advies van het managementteam over de oprichting van adviesraden, overlegstructuren en werkgroepen op 4 februari 2013
  • Collegebesluit van 2 april 2013 over de goedkeuring van de principes voor de oprichting van adviesraden en overlegstructuren

 

Feiten en context

  • De mobiliteitsraad geeft advies over het mobiliteitsbeleid.
  • De schepen van mobiliteit, de mobiliteitsambtenaar en een afvaardiging van de politie maken van rechtswege deel uit van de mobiliteitsraad.
  • Op voorstel van de mobiliteitsraad benoemt het college een voorzitter.
  • Kandidaturen voor de mobiliteitsraad worden opgevraagd via Info Bertem en de website, de vertegenwoordigers van de scholen worden opgevraagd bij de schooldirecties.
  • Bij een overaanbod aan kandidaten beslist het college op basis van:
    • de affiniteit met de materie, ervaring en expertise
    • evenwichtige verdeling van de leeftijden en geslachten
    • lottrekking
  • De verkeerscommissie onder de samenstelling van de gemeenteraad van 25 september 2007 en aangepast in zitting van 26 april 2011 wordt ontbonden.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 gemeentedecreet
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
    De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.

 

Argumentatie

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren moeten na de algemene vernieuwing van de gemeenteraad opnieuw worden opgericht en samengesteld. Om een eerste bijeenkomst van deze organen te kunnen organiseren voor de zomervakantie 2013, is een beslissing nodig over de oprichting en de samenstelling van de mobiliteitsraad.

 

Uit de evaluatie van de adviesraden volgt dat er geen algemeen gevoel van tevredenheid over de werking bestaat. Qua samenstelling is er een vrij grote unanimiteit om vertegenwoordigers van politieke fracties en andere adviesraden niet langer op te nemen. Naast vertegenwoordigers van belangrijke organisaties in het sectorale domein, wordt vooral gemikt op inwoners met sterke ervaring of interesse. Er moet hierbij aandacht zijn voor een goede mix van leeftijd en deelgemeenten.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad van Bertem richt een mobiliteitsraad op. Deze heeft tot doel om advies uit te brengen over het mobiliteitsbeleid van de gemeente.

 

Artikel 2:

De mobiliteitsraad wordt als volgt samengesteld:

         2 inwoners met affiniteit voor verkeer en mobiliteit uit Korbeek-Dijle

         4 inwoners met affiniteit voor verkeer en mobiliteit uit Leefdaal

         4 inwoners met affiniteit voor verkeer en mobiliteit uit Bertem

         1 vertegenwoordiger met expertise of ervaring in de landbouwsector

         1 vertegenwoordiger met expertise of ervaring in de plaatselijke handel of KMO

         3 vertegenwoordigers namens ouders of personeel uit de lagere scholen gelegen op het grondgebied

         burgemeester

         schepen van mobiliteit

         mobiliteitsambtenaar

         afvaardiging van de politie.

 

Artikel 3:

De schepen van mobiliteit, de mobiliteitsambtenaar en een afvaardiging van de politie maken van rechtswege deel uit van de mobiliteitsraad.

 

Artikel 4:

Kandidaturen voor de mobiliteitsraad worden opgevraagd via Info Bertem.

 

Artikel 5:

Indien er meer kandidaten zijn dan aangegeven in artikel 2, beslist het college op basis van:

1) affiniteit, ervaring en expertise

2) evenwichtige verdeling van de leeftijden en geslachten

3) lottrekking.

 

Artikel 6:

De verkeerscommissie onder de samenstelling van de gemeenteraad van 25 september 2007 en aangepast in zitting van 26 april 2011 wordt ontbonden.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING EN SAMENSTELLING SENIORENADVIESRAAD

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking door het college van de nota en het advies van het managementteam over de oprichting van adviesraden, overlegstructuren en werkgroepen op 4 februari 2013
  • Collegebesluit van 2 april 2013 over de goedkeuring van de principes voor de oprichting van adviesraden en overlegstructuren

 

Feiten en context

  • De ouderenraad werd voor het eerst opgericht opgericht als adviesorgaan door de gemeenteraad tijdens haar zitting van 28 mei 2002.
  • De huidige ouderenraad beschikt over het document met als titel 'statuten ouderenraad'. Deze worden na oprichting van de seniorenadviesraad aangepast en opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 gemeentedecreet
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
    De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.

 

Argumentatie

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren moeten na de algemene vernieuwing van de gemeenteraad opnieuw worden opgericht en samengesteld. Om een eerste bijeenkomst van deze organen te kunnen organiseren voor de zomervakantie 2013, is een beslissing nodig over de oprichting en de samenstelling van de seniorenadviesraad.

 

De seniorenadviesraad is een vast waarde in Bertem. Buiten advies geven, organiseert de seniorenadviesraad jaarlijks het seniorenfeest, organiseert een uitstap voor de Bertemse senioren en biedt vormingen aan, aan de 55+ers.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad van Bertem richt een seniorenadviesraad op. Deze heeft tot doel om adviezen uit te brengen op vraag van het gemeentebestuur of op eigen initiatief over alle aangelegenheden die te maken hebben met het ouderenbeleid. Hiernaast organiseert de seniorenadviesraad jaarlijks het seniorenfeest, organiseert een uitstap voor de Bertemse senioren en biedt vormingen aan, aan de 55+ers.

 

Artikel 2:

De seniorenadviesraad wordt als volgt samengesteld:

  • twee afgevaardigden per Bertemse seniorenverenigingen (één man en één vrouw)
  • twee afgevaardigden van het woon- en zorgcentrum en/of dienstencentrum
  • één inwoner van de serviceflats
  • één werknemer van het OCMW
  • drie onafhankelijke leden (één lid per deelgemeente)
  • schepen van ouderenbeleid
  • ambtenaar van ouderenbeleid

 

Artikel 3:

De schepen van ouderenbeleid en de ambtenaar van ouderenbeleid maken van rechtswege deel uit van de seniorenadviesraad.

 

Artikel 4:

Kandidaturen voor de seniorenadviesraad worden opgevraagd via Info Bertem.

 

Artikel 5:

Indien er meer kandidaten zijn dan aangegeven in artikel 2, beslist het college op basis van:

1) betrokkenheid, ervaring en expertise

2) evenwichtige verdeling van de leeftijden en geslachten

3) lottrekking.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 30 april 2013

 

VRAGENKWARTIERTJE.

 

Bespreking

  • Vraag van raadslid Maria Andries en van Joris Fonteyn: vraag naar agendering sportraad en LOKO
  • Antwoord van burgemeester Albert Mees: dit zal de volgende gemeenteraad gebeuren.

 

  • Vraag van raadslid Roos De Backer: melding van loslopende honden op veld- en wandelwegen; wat wordt hieraan gedaan?
  • Antwoord van burgemeester Albert Mees: bewoners spreken mekaar er wel onderling wel over aan, maar deze problemen worden niet gemeld bij de politie. Er zal een bericht worden geplaatst in Info Bertem.

 

  • Vraag van raadslid Kristien Van Essche: in de Bosstraat, t.h.v. de houthandel, wordt een huis verbouwd. De aannemers parkeren hun voertuigen op de straat, aan de bloembakken.
  • Antwoord van burgemeester Albert Mees: er zal worden bekeken of de bloembakken kunnen worden verplaatst.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: er ligt veel afval op speelplein 't Blok, kunnen er meer vuilnisbakken worden geplaatst?
  • Antwoord van schepen Jan Buysse: dit zal worden onderzocht.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: er wordt geparkeerd op de hoek Dorpstraat-Kerkstraat, terwijl er paaltjes om dit te voorkomen; wat wordt hieraan gedaan?
  • Antwoord van schepen Jan Buysse: dit is reeds besproken in de mobiliteitscel; er zal een globale oplossing komen als alle werken klaar zijn.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: vraag naar plaatsing spiegels op de volgende punten:
    • Dorpstraat-Kerkstraat
    • Dorpstraat-Paardenstraat
    • J. Ginisstraat-Tervuursesteenweg
  • Antwoord van schepen Jan Buysse: dit zal worden besproken in de mobiliteitscel.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: waarom staat er geen bushokje aan het rond punt van de Egenhovenstraat (terminus De Lijn)?
  • Antwoord van burgemeester Albert Mees: dit is vroeger reeds bestudeerd n.a.v. de mogelijke heraanleg van het rond punt, waarbij de plaats van de elektriciteitscabine een probleem was.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: vraag naar evolutie rijkswachtkazerne
  • Antwoord van burgemeester Albert Mees: de instorting is gebeurd bij de plaatsing van één van de laatste funderingspalen. De kazerne zal heropgebouwd en verder gerenoveerd worden.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: vraag naar stand van zaken klachten kapotte banden werken Dorpstraat
  • Antwoord van schepen Marc Morris: de gemeente heeft 4 klachten ontvangen.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: er is een talud afgegraven in de Dorpstraat
  • Antwoord van schepen Marc Morris: dit is een geschil tussen de aannemer en de eigenaar.

 

  • Vraag van raadslid Karin Baudemprez: vraag naar timing toplaag Dorpstraat
  • Antwoord van schepen Marc Morris: nu vrijdag. De inwoners worden per brief geïnformeerd.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: vraag over meerkost Blokkenstraat en over goot tussen fietspad en rijbaan
  • Antwoord van schepen Marc Morris: sinds de goedkeuring van het bestek zijn bijkomende platen beschadigd door de strenge winters. Er is ook vastgesteld dat er geen fundering onder de betonplaten lag. De grond moest uitgegraven, gestockeerd en afgevoerd worden. Dit leverde een meerkost op. De goot zal hersteld worden door onze eigen dienst. Een haag vergt te veel onderhoud.

 

  • Vraag van raadslid Yvette Laes: melding over te hoge snelheden op de Hoogveldbaan tijdens de spitsuren
  • Antwoord van voorzitter Tom Philips: dit zal onderzocht worden.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: vraag over deelname gay Pride Week: zijn er nog initiatieven?
  • Antwoord van voorzitter Tom Philips: dit zal beantwoord worden door bevoegde schepen Goossens.

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: opmerking over verschillende documenten naar de leden van de milieuraad
  • Antwoord van schepen Jan Buysse: er is inderdaad een fout gebeurd bij de administratie, hij excuseert zich hiervoor

 

  • Vraag van raadslid Joris Fonteyn: opmerking over de laattijdige bedeling van poststukken in de Dorpstraat in Leefdaal
  • Antwoord van voorzitter Tom Philips: er is een klacht ingediend bij De Post.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.