NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 26 april 2016

Van 20 uur tot 21.50 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Albert Mees

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Jan Buysse en Tom Philips

Schepen met raadgevende stem:

Eddy Vranckx

Gemeenteraadsleden:

Ludo Croonenberghs, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Ken Geyns, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Roger De Muylder en Marc De Vlieger

Gemeentesecretaris:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Gemeenteraadslid:

Sonia Stiasteny

 

Gemeenteraadslid Marc De Vlieger vervoegt de vergadering vanaf punt 4.

 


Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 33 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige raadszitting goed.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 23 februari 2016.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 23 februari 2016 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

GEMEENTERAADSLEDEN. KENNISNAME ONTSLAG RAADSLID ANJA DE HERDT.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012.
  • Brief van 21 november 2012, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 in Bertem geldig heeft verklaard op 20 november 2012.
  • Eedaflegging van Anja De Herdt (N-VA) als gemeenteraadslid op 2 januari 2013.
  • E-mail van Anja De Herdt van 10 april 2016 waarin zij haar ontslag als gemeenteraadslid indient.

 

Juridische gronden

  • Artikel 15 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief na de ontvangst van de kennisgeving door de voorzitter van de gemeenteraad.
  • Artikel 16 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Het gemeenteraadslid dat ontslag genomen heeft, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig de het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
  • Artikel 169, §2, 5° van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
    De niet-verkozen kandidaten worden eerste, tweede, derde enzovoort opvolger verklaard in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben bekomen, na een nieuwe overdracht van de lijststemmen, te beginnen bij de eerste niet-effectief verkozen kandidaat.

 

Argumentatie

De voorzitter nam kennis van het ontslag van gemeenteraadslid Anja De Herdt op 11 april 2016. Door deze kennisname is het ontslag definitief. De raad kan hier enkel akte van nemen.

 

Uit het proces-verbaal van het gemeentelijk hoofdbureau blijkt dat Marc De Vlieger eerste opvolger voor de lijst N-VA is. Hij wordt uitgenodigd om het mandaat van gemeenteraadslid op te nemen.

 

Mededeling

De raad neemt kennis van het ontslag van raadslid Anja De Herdt (N-VA). Marc De Vlieger wordt als eerste opvolger van de lijst N-VA uitgenodigd om het mandaat van gemeenteraadslid op te nemen.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

GEMEENTERAADSLEDEN. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN MARC DE VLIEGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012.
  • Brief van 21 november 2012, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 in Bertem geldig heeft verklaard op 20 november 2012.
  • E-mail van Anja De Herdt van 10 april 2016 waarin zij haar ontslag als gemeenteraadslid indient.
  • Kennisname door de gemeenteraad van het ontslag van Anja De Herdt als gemeenteraadslid op 26 april 2016.

 

Feiten en context

  • Marc De Vlieger is eerste opvolger op de lijst N-VA.

 

Juridische gronden

  • Artikel 7, §3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozen gemeenteraadsleden.
  • Artikel 11 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Dit artikel omschrijft de onverenigbaarheden voor gemeenteraadsleden
  • Artikel 12 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het hem toegekende mandaat.
  • Artikelen 8-14 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
    Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn en zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing.
  • Artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
    Om tot gemeenteraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden behouden en mag men zich niet in een geval van schorsing of uitsluiting bevinden. Dit artikel omschrijft verder ook de situaties waarin personen niet verkiesbaar zijn als gemeenteraadslid.
  • Omzendbrief BB-2012/2 van 19 oktober 2012 – Start van de lokale en provinciale bestuursperiode
    Deze omzendbrief geeft o.a. toelichting bij het onderzoek van de geloofsbrieven.

 

Argumentatie

De geloofsbrieven omvatten de schriftelijke bewijsstukken die elke verkozene of opvolger, opgeroepen om de eed af te leggen, moet voorleggen en waaruit blijkt dat hij/zij op een wettige wijze is verkozen en dat er tegen zijn/haar verkiezing geen bezwaren zijn. De opvolger moet volgende stukken voorleggen:

  • een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister
  • een recent uittreksel uit het strafregister model 1
  • een verklaring op eer dat men zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 11 van het gemeentedecreet.

 

De geloofsbrieven van Marc De Vlieger werden behoorlijk en tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen.

 

Het doel van het onderzoek is om na te gaan of men nog aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt (artikel 11 van het gemeentedecreet):

1.     Belgische nationaliteit of EU-onderdaan (met actief stemrecht)

2.     Leeftijd van 18 jaar bereikt hebben

3.     Ingeschreven in bevolkings- of vreemdelingenregister (voor niet-Belgische EU-onderdanen)

4.     Geen uitsluiting/schorsing kiesrecht of veroordeling.

 

Uit het onderzoek van de geloofsbrieven door de gemeenteraad, blijkt dat Marc De Vlieger voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Hij heeft verklaard zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid te bevinden.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De geloofsbrieven van Marc De Vlieger (N-VA) worden goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

GEMEENTERAADSLEDEN. EEDAFLEGGING MARC DE VLIEGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012.
  • Brief van 21 november 2012, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 in Bertem geldig heeft verklaard op 20 november 2012.
  • Raadsbesluit van 26 april 2016 over de goedkeuring van de geloofsbrieven van Marc De Vlieger.

 

Juridische gronden

  • Artikel 16 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De eedaflegging gebeurt in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
  • Artikel 74bis van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De Vlaamse regering legt een databank aan die gegevens bevat over de mandatarissen van de gemeente. De databank bevat de voornaam, de achternaam, het geslacht, de geboortedatum, het rijksregisternummer, de naam van de lijst waarop de mandataris als gemeenteraadslid is verkozen, de naam van de fractie waartoe hij behoort of, in voorkomend geval, de melding dat hij als onafhankelijke zetelt, alsook, in voorkomend geval de bevoegdheden die hij toegewezen krijgt, en de begin- en einddatum van zijn mandaat.
  • Omzendbrief BB-2012/2 van 19 oktober 2012 – Start van de lokale en provinciale bestuursperiode
    Deze omzendbrief geeft o.a. toelichting bij de procedure voor de eedaflegging van de gemeenteraadsleden.

 

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van Marc De Vlieger in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

De gemeentesecretaris brengt de Vlaamse regering binnen de twintig dagen van de eedaflegging op de hoogte via de mandatendatabank.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

GEMEENTERAADSLEDEN. VASTSTELLING RANGORDE GEMEENTERAADSLEDEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Kennisname door de gemeenteraad van het ontslag van raadslid Anja De Herdt op 26 april 2016.
  • Eedaflegging van raadslid Marc De Vlieger op 26 april 2016.

 

Feiten en context

  • De rangorde wordt bepaald als volgt:
    • Anciënniteit als gemeenteraadslid (eventueel onderbroken)
    • In ondergeschikte orde (bij gelijke anciënniteit): het aantal naamstemmen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen
    • Bij gelijke anciënniteit en gelijk aantal naamstemmen: voorrang voor de kandidaat op de lijst die de meeste stemmen behaalde.
  • De mandaatperiodes als gemeenteraadslid en het aantal naamstemmen van de gemeenteraadsleden bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen zijn als volgt:
    Raadslid             Periodes GR-lid             Naamstemmen
    • Marc Morris03/01/1977-nu765
    • Albert Mees02/01/1989-nu957
    • Greet Goossens03/01/1995-nu493
    • Roger De Muylder03/01/1995-02/01/2013128
      16/12/2013-29/03/2014
      26/01/2016-nu
    • Ludo Croonenberghs04/01/1983-03/01/1995
      02/01/2013-nu140
    • Jan Buysse09/01/2001-nu398
    • Leonard Vranckx02/01/2007-nu499
    • Kristien Van Essche02/01/2007-nu298
    • Yvette Laes02/01/2007-nu283
    • Herman Ginis02/01/2007-nu247
    • Roos De Backer02/01/2007-02/01/2013252
      29/01/2013-nu
    • Sonia Stiasteny29/09/2009-nu197
    • Joël Vander Elst02/01/2013-nu588
    • Joery Verhoeven02/01/2013-nu316
    • Jan De Keyzer02/01/2013-nu312
    • Tom Philips02/01/2013-nu305
    • Joris Fonteyn02/01/2013-nu286
    • Ken Geyns             02/01/2013-nu282
    • Karin Baudemprez02/01/2013-nu160
    • Wouter Fock30/09/2014-nu  80
    • Marc De Vlieger26/04/2016-100

 

Juridische gronden

  • Artikel 125 van de Nieuwe Gemeentewet
    Dit artikel voorziet in de mogelijkheid dat een ambtenaar van de burgerlijke stand bij zijn verhindering tijdelijk vervangen wordt door de burgemeester, een schepen of een raadslid in de volgorde van hun benoeming.
  • Artikel 8, §4, 2e lid, 2° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Dit artikel regelt de vervanging van de voorzitter van de gemeenteraad als de voorzitter tijdelijk afwezig is of als hij bij een welbepaalde aangelegenheid betrokken partij is, en als hij geen vervanger heeft aangeduid. In dergelijk geval neemt het gemeenteraadslid met de meeste anciënniteit het voorzitterschap waar. Bij gelijke anciënniteit geniet het gemeenteraadslid dat bij de laatste volledige vernieuwing van de gemeenteraad het hoogste aantal naamstemmen heeft behaald, de voorkeur. Als het gemeenteraadslid met de meeste anciënniteit de voorzitter in die gevallen niet kan vervangen, wordt het voorzitterschap waargenomen door een ander gemeenteraadslid in volgorde van anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit wordt het mandaat waargenomen door het gemeenteraadslid dat bij de verkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald.
  • Artikel 50, §2 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Dit artikel regelt de vervanging van een schepen als hij tijdelijk afwezig is. In dergelijk geval kan hij worden vervangen door het gemeenteraadslid met de meeste anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit, geniet het gemeenteraadslid dat bij de laatste volledige vernieuwing van de gemeenteraad het hoogste aantal naamstemmen heeft behaald, de voorkeur. Als het gemeenteraadslid met de meeste anciënniteit de schepen in die gevallen niet kan vervangen, wordt het schepenmandaat waargenomen door een ander gemeenteraadslid in volgorde van hun anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit wordt het schepenmandaat waargenomen door het gemeenteraadslid dat bij de verkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald.Bij een gelijk aantal naamstemmen wordt het schepenmandaat waargenomen door het gemeenteraadslid van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen heeft behaald.
  • Omzendbrief BB-2012/2 van 19 oktober 2012 – Start van de lokale en provinciale bestuursperiode
    Deze omzendbrief adviseert om de ranglijst op te stellen, hoewel er geen expliciete verplichting tot opmaak ervan is opgenomen in het gemeentedecreet.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De rangorde van gemeenteraadsleden wordt als volgt vastgesteld:

1.     Marc Morris

2.     Albert Mees

3.     Greet Goossens

4.     Roger De Muylder

5.     Ludo Croonenberghs

6.     Jan Buysse

7.     Leonard Vranckx

8.     Kristien Van Essche

9.     Yvette Laes

10.Herman Ginis

11.Roos De Backer

12.Sonia Stiasteny

13.Joël Vander Elst

14.Joery Verhoeven

15.Jan De Keyzer

16.Tom Philips

17.Joris Fonteyn

18.Ken Geyns

19.Karin Baudemprez

20.Wouter Fock

21.Marc De Vlieger

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

POLITIEZONE. KENNISNAME AANVRAAG FUSIE POLITIEZONES DIJLELAND EN TERVUREN.

 

Voorgeschiedenis

  • Koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Vlaams-Brabant in politiezones.
  • Besluit van de gemeenteraad van Tervuren van 23 februari 2016 om een vrijwillige fusie aan te gaan met de politiezone Dijleland.
  • Besluit van de politieraad van de politiezone Dijleland van 24 februari 2016 om een vrijwillige fusie aan te gaan met de politiezone Tervuren.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 91/1 tot 91/10 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst
    Deze artikel handelen over de vrijwillige samensmelting van de politiezones.
  • Ministeriële omzendbrief van 31 maart 2010 m.b.t. de mogelijkheid tot schaalvergroting van de politiezone.

 

 

Bijlagen

  • Aanvraag fusie PZ 160226

 

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie van 26 februari 2016, tot vrijwillige fusie van de politiezones Dijleland en Tervuren.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

POLITIEZONE. BESLISSING TOT VERDAGING VERKIEZING POLITIERAADSLEDEN NIEUWE POLITIEZONE.

 

Voorgeschiedenis

  • Besluit van de gemeenteraad van Tervuren van 23 februari 2016 om een vrijwillige fusie aan te gaan met de politiezone Dijleland.
  • Besluit van de politieraad van de politiezone Dijleland van 24 februari 2016 om een vrijwillige fusie aan te gaan met de politiezone Tervuren.
  • Informatienota van de burgemeester van 1 april 2016 inzake de voordrachtsaktes voor de verkiezing van de leden van de politieraad, op 5 april 2016 bezorgd aan de gemeenteraadsleden.
  • Akte van voordracht van de kandidaat-effectieve leden en van de kandidaat-opvolgers voor de politieraad van de fractie N-VA, ingediend bij de burgemeester op 13 april 2016.
  • Akte van voordracht van de kandidaat-effectieve leden en van de kandidaat-opvolgers voor de politieraad van de fractie CD&V, ingediend bij de burgemeester op 13 april 2016.
  • Akte van voordracht van de kandidaat-effectieve leden en van de kandidaat-opvolgers voor de politieraad van de fractie GEMBEL - OPEN VLD, ingediend bij de burgemeester op 13 april 2016.

 

Feiten en context

  • De gemeenten Oud-Heverlee, Bertem, Huldenberg (voorheen politiezone Dijleland) en de gemeente Tervuren hebben bij de federale overheid een aanvraag ingediend om één politiezone te mogen vormen.
  • Het koninklijk besluit over de goedkeuring van de nieuwe politiezone is nog niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
  • De voorzitter van de gemeenteraad stelt voor om de verkiezing van de politieraadsleden te verdagen naar de volgende raadszitting.

 

Juridische gronden

  • Artikel 91/3 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst
    De verkiezing van de leden van de politieraad dient te gebeuren tijdens de eerste zitting van de gemeenteraad die volgt op de publicatie van het koninklijk besluit tot bepaling van het territoriaal ambtsgebied van de nieuwe politiezone.
  • Ministeriële omzendbrief van 31 maart 2010 m.b.t. de mogelijkheid tot schaalvergroting van de politiezone.
  • Ministeriële omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken van 14 november 2012 betreffende de verkiezing en de installatie van de politieraadsleden van een meergemeentezone
    Deze omzendbrief licht de procedures toe voor de verkiezing en de installatie van de leden van de politieraad in een meergemeentenzone.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad verdaagt de verkiezing van de politieraadsleden voor de politieraad van de nieuw te vormen politiezone 'Voer en Dijle' naar de volgende raadszitting.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING INTERLEUVEN 25 MEI 2016 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 25 maart 2016 voor de algemene vergadering van Interleuven van 25 mei 2016, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de dienstverlenende vereniging Interleuven.
  • Op 25 mei 2016 wordt een algemene vergadering van Interleuven gehouden met volgende agendapunten:
    1) Samenstelling van het bureau
    2) Goedkeuring verslag algemene vergadering en buitengewone vergadering d.d. 23/12/2015
    3) Verslag over de activiteiten 2015
    4) Jaarrekening per 31/12/2015 - verslag van de commissaris-revisor
    5) Verwerking van de resultaten krachtens art. 44 van de statuten
    6) Kwijting te verlenen aan de bestuurders en commissaris-revisor
    7) Provinciale bijdrage voor werkingskosten 2016 cfr. art. 14.1. van de statuten
    8) Vervanging leden raad van bestuur:
    - bestuurder met raadgevende stem. Aanduiding bestuurder met raadgevende stem binnen de groep van gemeentevennoten met meer dan 30 000 inwoners
    9) Diversen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 5 van het decreet van 1 juli 1987 betreffende de werkwijze van de controle op en de vaststelling van het ambtsgebied van intercommunales
    Elk lid van de bestuurs- en controleorganen van de intercommunale kan aan een lid van hetzelfde orgaan volmacht geven om het te vertegenwoordigen voor een welbepaalde, enkele vergadering van het orgaan.
  • Artikel 44 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking
    De algemene vergadering is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelnemers. Voor de gemeenten worden zij rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden. De vaststelling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger(s) moet voor elke algemene vergadering herhaald worden.
  • Artikel 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeentelijke bevoegdheden, vermeld in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zijn aan de gemeenteraad toegewezen en kunnen niet worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 25 mei 2016 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Interleuven van 25 mei 2016 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING IVERLEK 29 APRIL 2016 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 11 maart 2016 voor de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Iverlek van 29 april 2016, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging Iverlek.
  • Op 29 april 2016 wordt een algemene vergadering tevens jaarvergadering van Iverlek gehouden met volgende agendapunten:
    1) Verslagen van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2015
    2) Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 31 december 2015 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels)
    3) Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris met betrekking tot het boekjaar 2015
    4) Statutaire benoemingen
    5) Statutaire mededelingen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 5 van het decreet van 1 juli 1987 betreffende de werkwijze van de controle op en de vaststelling van het ambtsgebied van intercommunales
    Elk lid van de bestuurs- en controleorganen van de intercommunale kan aan een lid van hetzelfde orgaan volmacht geven om het te vertegenwoordigen voor een welbepaalde, enkele vergadering van het orgaan.
  • Artikel 44 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking
    De algemene vergadering is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelnemers. Voor de gemeenten worden zij rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden. De vaststelling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger(s) moet voor elke algemene vergadering herhaald worden.
  • Artikel 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeentelijke bevoegdheden, vermeld in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zijn aan de gemeenteraad toegewezen en kunnen niet worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 29 april 2016 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

 

Bijlagen

  • Eandis Assets AV 2016-04-29 Agp. 1 en 2 - Jaarverslag - jaarrekening
  • Eandis Assets AV 2016-04-29 Voorafgaande toelichtingsnota

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Iverlek van 29 april 2016 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING EANDIS ASSETS 29 APRIL 2016 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 11 maart 2016 voor de algemene vergadering van Eandis Assets van 29 april 2016, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging Eandis Assets.
  • Op 29 april 2016 wordt een algemene vergadering van Eandis Assets gehouden met volgende agendapunten:
    1) Verslagen van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2015 van de gefusioneerde distributienetbeheerders Gaselwest (Eandis Assets), IMEA, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas
    2) Goedkeuring van de jaarrekeningen van de gefusioneerde distributienetbeheerders Gaselwest (Eandis Assets), IMEA, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas afgesloten op 31 december 2015 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels)
    3) Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissarissen met betrekking tot het boekjaar 2015 van de gefusioneerde distributienetbeheerders Gaselwest (Eandis Assets), IMEA, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas
    4) Voorstel tot aanvaarding toetreding financieringsintercommunales als deelnemers van Eandis Assets (onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring van artikel 10 van het voorliggend ontwerp van het wijzigingsdecreet houdende de intergemeentelijke samenwerking)
    5) Statutaire benoemingen
    6) Statutaire mededelingen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 5 van het decreet van 1 juli 1987 betreffende de werkwijze van de controle op en de vaststelling van het ambtsgebied van intercommunales
    Elk lid van de bestuurs- en controleorganen van de intercommunale kan aan een lid van hetzelfde orgaan volmacht geven om het te vertegenwoordigen voor een welbepaalde, enkele vergadering van het orgaan.
  • Artikel 44 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking
    De algemene vergadering is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelnemers. Voor de gemeenten worden zij rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden. De vaststelling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger(s) moet voor elke algemene vergadering herhaald worden.
  • Artikel 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeentelijke bevoegdheden, vermeld in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zijn aan de gemeenteraad toegewezen en kunnen niet worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 29 april 2016 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

 

Bijlagen

  • Eandis Assets AV 2016-04-29 Agp. 1 en 2 - Jaarverslag - jaarrekening
  • Eandis Assets AV 2016-04-29 Agp. 3 - Kwijting
  • Eandis Assets AV 2016-04-29 Agp. 4 - Toetreding financieringsintercommunales
  • Eandis Assets AV 2016-04-29 Agp. 5 - Statutaire benoemingen
  • Eandis Assets AV 2016-04-29 Agp. 6 - Statutaire mededelingen
  • Eandis Assets AV 2016-04-29 Voorafgaande toelichtingsnota
  • Gaselwest - Activiteitenverslag 2015
  • Gaselwest - Financieel verslag 2015
  • IMEA - Activiteitenverslag 2015
  • IMEA - Financieel verslag 2015
  • Imewo - Activiteitenverslag 2015
  • Imewo - Financieel verslag 2015
  • Intergem - Activiteitenverslag 2015
  • Intergem - Financieel verslag 2015
  • Iveka - Activiteitenverslag 2015
  • Iveka - Financieel verslag 2015
  • Iverlek - Activiteitenverslag 2015
  • Iverlek - Financieel verslag 2015
  • Sibelgas - Activiteitenverslag 2015
  • Sibelgas - Financieel verslag 2015

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Eandis Assets van 29 april 2016 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

STRAATNAMEN. DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN EEN NIEUWE STRAATNAAM VOOR DE WEG IN PROJECT 'T BLOK TE BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 23 november 2015 over de principiële keuze voor de straatnaam voor de weg in huisvestingsproject 't Blok.
  • Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2015 over de principiële vaststelling van een nieuwe straatnaam 'Het Blok'.

 

Feiten en context

  • De verkaveling voorziet in de aanleg van een weg om de ontsluiting van de loten mogelijk te maken.
  • Deze weg wordt aangelegd door de gemeente Bertem en de VMSW op domein van de gemeente Bertem.

 

Juridische gronden

  • Decreet van 28 januari 1977 (laatst gewijzigd bij decreet van 29 november 2002) tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.
    Alleen de gemeenteraad is bevoegd om de naam van openbare wegen en pleinen vast te stellen of te wijzigen. Bij het vaststellen van de naam van openbare wegen en pleinen of het wijzigen van deze naam wordt bij voorkeur geput uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde.

 

Adviezen

  • Openbaar onderzoek van 12 januari tot en met 10 februari 2016 waarbij geen opmerkingen of klachten zijn ontvangen.
  • De cultuurraad heeft in de vergadering van 15 februari 2016 gunstig advies zonder opmerkingen gegeven.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad stelt de straatnaam 'Het Blok' definitief vast voor de nieuwe straat in het huisvestingsproject 't Blok gelegen tussen de Tervuursesteenweg en het Gemeenteplein.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING VOORWAARDEN VERKOOP RESTPERCEEL BLANKAART, AFDELING 3 SECTIE B NR 205H3.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebespreking van 23 november 2015 over de vraag van Benny Theyssens namens Jos Verdeyen over de overname van het restperceel in eigendom van de gemeente, afdeling 3 sectie B nr 205h3 (deel) om zo een verkaveling te kunnen realiseren met 2 loten op het perceel met nr 205c3.
  • Collegebespreking van 4 januari 2016 waarbij het college kennis neemt van het advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur over de vervreemding van een restperceeltje van 71 ca in eigendom van de gemeente langsheen de Blankaart in 3061 Leefdaal, sectie B nr 205h3 (deel) ter ontsluiting van het perceel van dhr. en mevr. Verdeyen-Morret en het realiseren van een verkaveling met twee bouwloten. Het college beslist een schattingsverslag aan te vragen.
  • Het schattingsverslag van 19 februari 2016, opgesteld door landmeter-expert Jean-Luc Smolders, met het oog op de verkoop van het perceel Blankaart, afdeling 3 sectie B nr 205h3.
  • Collegebespreking van 14 maart 2016 waarbij kennis wordt genomen van het schattingsverslag.
  • Brief van 16 maart 2016 waarbij schriftelijk akkoord wordt gevraagd aan dhr. en mevr. Verdeyen-Morret over de schattingsprijs, de kosten van het schattingsverslag en de kosten die de verkoop met zich meebrengen.

 

Feiten en context

  • Perceel grond, 3de afdeling sectie B nr 205h3 (deel), gelegen voor perceel 3de afdeling sectie B nr 205c3.
  • Het perceel is gelegen in woongebied.
  • Het restperceel heeft (volgens de kadastrale gegevens) een grootte van 71 ca.
  • Het recht van voorkoop is niet van toepassing.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, §2, 12° van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Omzendbrief van 12 februari 2010 betreffende de vervreemding van onroerende goederen door de provincies, gemeenten, OCMW's en besturen van de erkende erediensten.
    Deze omzendbrief bepaalt o.a. welke procedure moet worden gevolgd voor de verkoop van gemeentelijke eigendommen. Het vervreemden van onroerende goederen moet in de regel gebeuren via een openbare procedure. De minimale verkoopprijs is het bedrag van een recent schattingsverslag. Daar kan alleen maar van afgeweken worden om redenen van algemeen belang en mits goede motivering.

 

Adviezen

  • Citaat uit het advies van Agentschap Binnenlands Bestuur: "Wanneer goederen tot het privaat domein van de gemeente behoren, is een verkoop mogelijk zonder dat er eerst een desaffectatiebeslissing moet worden genomen.

In principe worden onroerende goederen openbaar verkocht. Aangezien het hier restpercelen betreft waar alleen de aangelanden baat bij hebben, is een onderhandse procedure in deze gerechtvaardigd.

Bij een verkoop van een onroerend goed is de schattingswaarde de minimumprijs. Enkel om reden van algemeen belang kan hiervan worden afgeweken."

 

Argumentatie

Op 28 mei 1974 werd een verkavelingsvergunning verleend voor drie loten. Bij deze verkaveling werd gratis grondafstand gevraagd tot op 10 m vanaf de oude rand van het openbaar domein aan de overzijde van de Blankaart. De akte van gratis grondafstand werd verleden op 18 september 1974. In deze akte en het bijgevoegde proces-verbaal van meting is uitdrukkelijk vermeld dat het perceel grond bestemd is om ingelijfd te worden in de openbare wegenis.

De bouwloten werden verkocht, 2 van de 3 loten werden samengevoegd waarna een woning werd gebouwd (perceelnr 205d3).

Op 18 oktober 1984 werd het rooilijnplan voor dit gedeelte van de Blankaart goedgekeurd bij ministerieel besluit. De totale breedte van de Blankaart is volgens deze rooilijn 6,50 m. De akten van afstand werden voor dit gedeelte van de werken verleden in 1984. Voor het derde lot van de verkaveling (achter het betreffende restperceel) werd geen akte verleden (was reeds eigendom van de gemeente maar ENKEL het gedeelte binnen de rooilijn werd opgenomen in het openbaar domein).

Hierdoor ontstond het wegoverschot waarvan nu sprake. Men heeft toen klaarblijkelijk over het hoofd gezien dat er niet enkel gratis grondafstand moest gebeuren door de privé-eigenaars aan de gemeente maar ook een wederafstand van de gemeente van de 'wegoverschotten' aan de aangelanden.

De gemeente wenst het restperceel voor perceel afdeling 3 sectie B 205c3 onderhands te verkopen aan dhr. en mevr. Verdeyen-Morret om zo een verkaveling te kunnen realiseren van 2 bouwloten. De keuze voor onderhandse verkoop wordt gemotiveerd vanuit het feit dat het een restperceel betreft waar alleen de aangelanden baat bij hebben. De kopers Henri Verdeyen en Arlette Morret hebben zich schriftelijk akkoord verklaard (6 april 2016) tot de aankoop van het restperceel voor de geschatte waarde van 18 000 euro, alsook de kosten van het schattingsverslag zijnde 200 euro (excl. btw) en de overige kosten van de aankoop.

 

Financiële gevolgen

Het krediet wordt ingeschreven bij de eerstvolgende budgetwijziging.

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

 

 

€ 18 000

€ 242 (schattingsverslag)

 

 

Bijlagen

  • plan_grondovername_Blankaart
  • verklaring tot aankoop restperceel Blankaart

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het restperceel Blankaart gelegen te Leefdaal, 3de afdeling sectie B nr 205h3 (deel), 71ca groot, eigendom van de gemeente, wordt via een onderhandse verkoop verkocht aan dhr. en mevr. Verdeyen-Morret.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad stelt de verkoopsprijs op 18 000 euro (schattingsbedrag).

 

Artikel 3:

De verkoop van het restperceel moet gebeuren volgens de volgende voorwaarden:

  • het perceel wordt verkocht in de staat zoals het is;
  • alle kosten (erelonen notaris, registratie- en zegelrechten, bodemattesten, schattingsverslag (200 euro excl. btw) en opmaak opmetingsplan...) verbonden aan deze verkoop zijn ten laste van de koper.

 

Artikel 4:

De voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen die voortvloeien uit deze beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING. VASTSTELLING GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING BETREFFENDE HET AANLEGGEN VAN PARKEERPLAATSEN EN FIETSENSTALLINGEN BUITEN DE OPENBARE WEG.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 23 februari 2016 over de vaststelling van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Feiten en context

  • Door de noodzakelijke verdichting van de woonkernen in onze gemeente bestaat de invulling uit kleinere entiteiten en neemt in bepaalde zones het oprichten van meergezinswoningen gestaag toe waardoor de parkeerdruk op het openbaar domein sterk vergroot.
  • De gemeente Bertem beschikt momenteel niet over een stedenbouwkundige verordening inzake parkeren buiten de openbare weg noch over een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat voor het gehele grondgebied van de gemeente geldt en waarin een parkeernorm buiten de openbare weg wordt opgelegd.
  • Het college van burgemeester en schepenen heeft een ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg voor het ganse grondgebied opgemaakt.

 

Juridische gronden

  • Artikel 2.3.2. §2. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De gemeenteraad kan stedenbouwkundige verordeningen vaststellen voor de materie omschreven in artikel 2.3.1[, in artikel 4.2.5 en in artikel 4.4.1, §3, tweede lid], voor het gehele grondgebied van de gemeente of voor een deel waarvan hij de grenzen bepaalt met naleving van de door de Vlaamse regering en de provincieraad vastgestelde stedenbouwkundige verordeningen.

Het college van burgemeester en schepenen is belast met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen en neemt de nodige maatregelen tot opmaak.

Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor advies voor aan [het departement] en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. [Het departement] geeft bindend advies over de verenigbaarheid met gewestelijke verordeningen. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Wanneer er geen advies is verleend binnen deze termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.

De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk na de definitieve vaststelling aan de deputatie ter goedkeuring toegezonden bij aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstbewijs.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijk stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid.
  • Artikel 42 §3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Onverminderd de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van politieverordeningen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies en op het inwendige bestuur van de gemeente.
  • Artikel 43, §2, 2° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: (...) het vaststellen van gemeentelijke reglementen en het bepalen van straffen en administratieve sancties op de overtreding van die reglementen.

 

Adviezen

  • De GECORO heeft op 3 november 2015 een gunstig advies verleend aan het ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
  • Ruimte Vlaanderen heeft op 6 januari 2016 volgend voorwaardelijk gunstig advies verleend.

"In antwoord op uw bovenvernoemd schrijven en overeenkomstig artikel 2.3.2 §2 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, deel ik u mee dat bovenvernoemde verordening vanuit het departement GUNSTIG geadviseerd wordt: de verordening bevat geen strijdigheid met een gewestelijke verordening.

Graag wil ik toch volgende opmerkingen formuleren betreffende de toepassing van deze verordening:

- Artikel 1: niet alle werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, zijn onderworpen aan deze verordening (o.a. zoals in artikel 4.2.1 7° of 8° van bovenvernoemde codex). Waarom werd deze beperking ingevoerd?

- Artikel 2 - 1°. "de bestaande parkeerplaats of fietsenstalling mag niet al in aanmerking genomen zijn voor het verkrijgen van een andere vergunning". Betekent dit concreet dat de parkeerplaatsen aangegeven zijn op de goedgekeurde bouwplannen? Of moet er expliciet in de vergunning melding van gemaakt zijn?

- Artikel 2 - 17°: vergunning: enkel de stedenbouwkundige vergunning wordt vermeld, in de vergunningsplichtige werken (artikel 2 - 18°) wordt via de bepalingen van de codex de link gelegd naar de 'meldingen'. In artikel 4 daarentegen worden de werken opgesomd waarvoor parkeerplaatsen en fietsenstallingen moeten worden aangelegd. Sommige van deze werken zijn meldingsplichtig. Dit betekent dat ook voor meldingen de verordening van toepassing is. Indien een aanvraag voor melding (bvb verbouwen van een woning in woongebied) niet in overeenstemming is met deze verordening, de melding niet correct is gebeurd en de werken eventueel kunnen worden stilgelegd. Voor de toepassing van deze verordening is het aan te bevelen de relatie tussen de verordening en de melding duidelijker te maken in deze verordening (cfr. artikel 3 de verhouding met de BPA's of RUP's werden gelegd).

- Artikel 2 - 19°: gelet op de hoogteverschillen in de gemeente: wanneer wordt een deels ondergrondse (bewoonbare) ruimte meegerekend als vloeroppervlakte?"

  • De mobiliteitsraad heeft op 11 januari 2016 een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
    "Volgende correcties op het ontwerp van verordening worden vermeld:
    • Titel: 2x het woord betreffende - 1x wegdoen
    • Art. 6 2°: bouwproject i.p.v. project
    • Art. 6 2°: goede plaatselijke ruimtelijke ordening
    • Art. 6 3°: personen met een beperking i.p.v. handicap
    • Screenen tekst op uniformiteit gebruik lang/breed.

De mobiliteitsraad geeft een positief advies betreffende de parkeerverordening mits het aanbrengen van de kleine correcties. Het is een eerste kapstok om afdwingbare afspraken te hebben rond verplichtte oprit én om parkeerdruk op openbare ruimte in te perken."

Beoordeling advies mobiliteitsraad

Personen met een beperking en personen met een handicap.

  • Personen met een beperking is een veel ruimer begrip dan personen met een handicap. Het zijn enkel de personen met een handicap die een erkenning hebben en die gemachtigd zijn een parkeerkaart aan te vragen en te gebruiken op de voorbehouden plaatsen. Personen met een beperking zijn niet allemaal in het bezit van een parkeerkaart.

Daarom is het college van oordeel dat het ontwerpbesluit op dit punt niet kan aangepast worden.

Het volledige document werd gescreend en de begrippen lengte en breedte werden correct gebruikt zodat ook hier geen aanpassingen nodig zijn.

  • De overige opmerkingen van de adviezen werden opgenomen in het ontwerp van verordening.
  • Ruimte Vlaanderen heeft op 11 april 2016 een gunstig advies verleend over de voorgestelde aanpassingen aan de verordening.

 

Argumentatie

Het schepencollege wenst normen op te leggen inzake parkeren voor woningbouwprojecten om te voorkomen dat de parkeerdruk van private projecten wordt afgewenteld op het openbaar domein.

 

Het is wenselijk om voor het volledige grondgebied te beschikken over een geschikt instrument dat juridisch afdwingbaar is om deze materie beter te sturen. Een stedenbouwkundige verordening is het instrument bij uitstek om deze doelstelling te bereiken.

 

De toepassing van deze verordening zal bijdragen tot een verhoogde leefbaarheid en mobiliteit in de dorpskernen.

 

De beschikbaarheid van parkeerplaatsen onder de vermelde voorwaarden wordt niet enkel op het moment van de bouw gegarandeerd, maar ook bij latere verkoop.

 

 

Bijlagen

  • Advies Ruimte Vlaanderen
  • Advies GECORO
  • Advies mobiliteitsraad

 

Besluit

 

19 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Jan Buysse, Tom Philips, Ludo Croonenberghs, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Ken Geyns, Karin Baudemprez, Roger De Muylder, Marc De Vlieger en Albert Mees

1 stem tegen: Wouter Fock

 

Artikel 1:

Het onderstaande ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg wordt definitief vastgesteld.

 

Ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg

 

Artikel 1. Algemeen

1° De vergunninghouder moet het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen, zoals bepaald in deze verordening, aanleggen bij het optrekken van nieuwe gebouwen, het uitvoeren van functiewijzigingen, het uitvoeren van herbouwingswerken, het uitvoeren van verbouwingswerken zoals bedoeld in artikel 4.2°, het opsplitsen van een woning of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigen, voor zover deze wijzigingen vergunningsplichtig of meldingsplichtig zijn.

2° Deze verordening is niet van toepassing op vergunningsplichtige en meldingsplichtige verbouwingswerken andere dan bedoeld in 4.2° op voorwaarde dat het aantal bestaande en aanwezige parkeerplaatsen niet verminderd wordt.

 

Artikel 2. Begrippen en definities

1° Aanleg van een parkeerplaats of fietsenstalling: Onder aanleg van een parkeerplaats of fietsenstalling wordt verstaan:

  • het bouwen van een nieuwe parkeerplaats of fietsenstalling
  • het in volle eigendom, in erfpacht of met recht van opstal (voor minimum 27 jaar) bezitten of verwerven van een bestaande parkeerplaats of fietsenstalling die voldoet aan de voorwaarden van deze verordening. De bestaande parkeerplaats of fietsenstalling mag niet al in aanmerking genomen zijn voor het verkrijgen van een andere vergunning waarbij deze verordening werd toegepast
  • het huren van een parkeerplaats of fietsenstalling voor een periode van minimum 27 jaar wordt eveneens aanvaard bij het oprichten van woonruimten (woning, appartement, studio) indien de parkeerplaats of fietsenstalling voldoet aan dezelfde voorwaarden als bij het verwerven van een bestaande parkeerplaats of fietsenstalling.

Indien na de periode van 27 jaar huur, erfpacht of recht van opstal de parkeerplaatsen nog niet in volle eigendom zijn gekomen dient deze periode verlengd te worden met opnieuw 27 jaar.

2° Bedrijfsoppervlakte: Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan: de som van de grondoppervlakte, ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in open lucht, en de vloeroppervlakte, gebruikt voor bedrijfsdoeleinden, in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren.

3° Bouwperceel: Het kadastraal perceel of de kadastrale percelen waarop de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft, binnen de bebouwingsmogelijkheden van het gewestplan, bijzonder plan van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan of verkavelingsplan.

4° Eengezinswoning: Elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, en waarin zich geen andere woningen bevinden.

5° Fietsenstalling: Een open of overdekte ruimte, voldoende uitgerust (bv. Klemmen, rekken, een steunmuur) voor het stallen van een fiets die voldoet aan de bepalingen van artikel 10.

6° Functiewijziging: Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed voor zover deze wijziging onderworpen is aan de vergunningsplicht.

7° Groepswoningbouw: Het gemeenschappelijk oprichten van woningen die een gemeenschappelijke werf hebben of fysisch of stedenbouwkundig met elkaar verbonden zijn.

8° Handelsruimte: Ruimte die in hoofdzaak gebruikt wordt voor het verkopen op gewone wijze, van goederen aan consumenten, zonder deze goederen een andere behandeling te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn.

9° Herbouwen: Een constructie volledig afbreken, of meer dan 40% van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande volume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructies een nieuwe constructie bouwen.

10° Meergezinswoning: Een gebouw waarin twee of meerdere woongelegenheden gelegen zijn, met uitzondering van woon- en zorgcentra, assistentiewoningen, enz.

11° Parkeerplaats: Een ruimte waar één autovoertuig kan worden geparkeerd, meer bepaald een gesloten garage, een garagebox of carport of een standplaats in een gesloten ruimte of in de open lucht daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en die voldoet aan de bepalingen van de artikelen 6 en 7 van deze verordening.

12° Assistentiewoning: Woongelegenheid met de mogelijkheid voor maximum twee bejaarde bewoners en/of bewoners met een handicap om beroep te doen op dienstverlening, en gelegen in een erkende groep van assistentiewoningen zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2012 betreffende de groepen van assistentiewoningen.

13° Sociale woning: Een sociale woning zoals bedoeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en latere wijzigingen.

14° Studio: Woonentiteit met een maximale bewoonbare vloeroppervlakte van 45 m2 waarin alle leeffuncties geïntegreerd zijn in één ruimte, behoudens het sanitair voor eigen gebruik, dat eventueel voorzien is in een aangrenzende aparte ruimte.

15° Uitbreiden: Het bestaand vergund of vergund geacht volume van een gebouw vergroten waarbij de uitbreiding fysisch één geheel vormt met het oorspronkelijk gebouw.

16° Verbouwen: Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden.

17° Vergunning: Stedenbouwkundige vergunning zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (of decreet omgevingsvergunning).

18° Vergunningsplichtige of meldingsplichtige werken: Handelingen zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald Titel 4 - Hoofdstuk 2 - Afdeling 1 (of decreet omgevingsvergunning).

19° Vloeroppervlakte: De vloeroppervlakte wordt berekend per bouwlaag, met inbegrip van de buitenmuren, met uitzondering van gemeenschappelijke traphallen, liften en technische ruimten, kelders, ondergrondse parkeergarages en overdekte buitenruimten. Vloeren onder het dak worden enkel meegerekend vanaf 1,80 m vrije hoogte begaanbare ruimte. Bijgebouwen worden niet meegerekend.

20° Woning / woongelegenheid: Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

21° Zorgwonen: Een vorm van wonen waarbij voldaan is aan de voorwaarden zoals omschreven in de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening (of decreet omgevingsvergunning).

 

Artikel 3. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Bertem. Wanneer voor een gebied binnen de gemeente een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan werd opgemaakt en deze andere normen opleggen, dan hebben deze voorrang op de bepalingen van deze verordening.

 

Artikel 4. Verplichting aanleg parkeerplaatsen en fietsenstallingen

De vergunninghouder is verplicht om het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen aan te leggen, zoals bepaald in deze verordening, en dit bij onderstaande vergunningsplichtige of meldingsplichtige werken:

1° Het bouwen of herbouwen van een gebouw

2° Het uitbreiden van een gebouw met meer dan 50 m² vloeroppervlakte.

3° Het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal woongelegenheden, tenzij het gaat om zorgwonen.

4° Het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging van een bebouwd onroerend goed.

De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de vergunning. Dit betekent dat de parkeerplaatsen en fietsenstallingen, nodig om te voldoen aan deze verordening, steeds aanwezig moeten blijven, ook na overdracht van de zakelijke rechten van de eigendom, en dit tot zolang de inrichting blijft bestaan waarvoor ze gelden. Ze mogen geen andere bestemming krijgen of voor iets anders gebruikt worden.

 

Artikel 5. Minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen en fietsenstallingen

1° Indien een gebouw opgesplitst wordt en/of een functiewijziging wordt uitgevoerd, gelden de minimumaantallen zoals in dit artikel bepaald voor het gehele gebouw.

2° Bij uitbreiding van een woning zijn de normen van toepassing voor het gehele gebouw.

3° Indien een niet-residentiële functie wordt uitgebreid met meer dan 50 m², gelden de normen voor het gehele gebouw.

4° Indien in een gebouw meerdere functies aanwezig zijn, wordt het minimaal vereiste aantal parkeerplaatsen bepaald per functie aan de hand van de oppervlakte ingenomen per functie. De som van het minimum aantal per functie geeft het totaal aantal te realiseren parkeerplaatsen.

5° Indien in een gebouw wonen en andere functies aanwezig zijn mag het minimaal vereiste aantal parkeerplaatsen voor het wonen verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen vereist voor de andere functies indien deze ook permanent opengesteld worden voor de bewoners.

6° De afmetingen en het aantal te voorziene parkeerplaatsen voor personen met een handicap moeten voldoen aan de bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid van 05/06/2009 en latere wijzigingen.

7° In onderstaande bepalingen worden de normen voor het minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen weergegeven. Hierbij moet steeds naar boven worden afgerond. Een parkeerplaats mag aanvullend als berging gebruikt worden, mits parkeren te allen tijde mogelijk blijft.

a) Eengezinswoningen:

  • 2 parkeerplaatsen voor een woning van maximum 200 m²
  • 1 bijkomende parkeerplaats voor een woning groter dan 200 m²
  • 1 bijkomende parkeerplaats ten behoeve van bezoekers voor een woning die gelegen is in een straat waar parkeren ter hoogte van de woning en over een lengte van 100 m voor en na de perceelsgrenzen van de woning niet mogelijk of niet toegestaan is.
  • minimum evenveel fietsenstallingen als aantal slaapkamers

b) Meergezinswoningen en groepswoningbouw, met uitzondering van studio’s:

  • woongelegenheid tot en met 200 m²:
    • 2 parkeerplaatsen per woongelegenheid
  • woongelegenheid > 200 m²:
    • 3 parkeerplaatsen per woongelegenheid
  • per begonnen schijf van 5 woongelegenheden is 1 bezoekersparking vereist
    0 -   4 woongelegenheden --> geen bezoekersparking
    5 -   9 woongelegenheden --> 1 bezoekersparking
    10 - 14 woongelegenheden --> 2 bezoekersparkings
    ...
  • minimum fietsenstallingen:
    • evenveel fietsenstallingen als aantal slaapkamers

c) Studio’s:

  • 1 parkeerplaats per studio
  • minimum fietsenstallingen:
    • 2 fietsenstallingen per studio

d) Sociale woningen:

  • 1,5 parkeerplaats per woongelegenheid
  • minimum fietsenstallingen:
    • 2 fietsenstallingen per woongelegenheid

e) Assistentiewoningen:

  • 1 parkeerplaats per 3 assistentiewoningen, vermeerderd met 1 parkeerplaats per schijf van 10 assistentiewoningen
  • minimum fietsenstallingen:
    • 1 fietsenstalling per 5 assistentiewoningen

f) Warenhuizen/supermarkten:

  • 1 parkeerplaats en 1 fietsenstalling per 20 m² vloeroppervlakte

g) Winkel/handel - cafés - kantoren - vrije beroepen:

  • 0 m² < 100 m²:
    • 3 parkeerplaatsen
  • > 100 m²:
    • 2 bijkomende parkeerplaatsen per begonnen schijf van 50 m²
  • minimum aantal fietsenstallingen:
    • 3 fietsenstallingen

h) Feestzalen, danszalen:

  • 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 5 m² vloeroppervlakte
  • minimum fietsenstallingen:
    • 1 fietsenstalling per begonnen schijf van 5 m² vloeroppervlakte

i) Autoherstelplaatsen, garages:

  • 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 25 m² bedrijfsoppervlakte

j) Kinderkribben:

  • 1 parkeerplaats en 1 fietsenstalling per begonnen schijf van 75 m²

 

Artikel 6. Locatie en inrichting van de parkeerplaatsen en fietsenstallingen

1° De te voorziene parkeerplaatsen en fietsenstallingen moeten worden aangelegd op het bouwperceel waarop het betreffende gebouw gelegen is. Autostaanplaatsen worden, waar dit technisch mogelijk en veilig is, bij voorkeur ondergronds aangelegd.

De fietsenstallingen moeten eenvoudig en veilig bereikbaar zijn vanaf de openbare weg en moeten bij voorkeur ingeplant worden op het gelijkvloerse niveau.

De aldus bestemde parkeerplaatsen kunnen geen andere bestemming krijgen zolang het hoofdgebouw niet op een andere wijze voldoet aan de opgelegde normen.

2° De parkeerplaatsen of fietsenstallingen moeten worden aangelegd op dat gedeelte van het bouwperceel dat, als gevolg van stedenbouwkundige of verkavelingsvoorschriften of de goede plaatselijke ruimtelijke ordening, voor bebouwing of verharding in aanmerking komt.

De goede plaatselijke ruimtelijke ordening mag niet in het gedrang worden gebracht.

Het bouwproject moet aangepast worden met het oog op de vermindering van de parkeerbehoefte wanneer men niet voldoende parkeerplaatsen kan inrichten zonder de goede plaatselijke ruimtelijke ordening te schaden.

3° Parkeerplaatsen voor personen met een handicap moeten zich zo dicht mogelijk bij de toegankelijke ingang van de constructie of bij de voetgangersuitgang van de parkeervoorziening bevinden.

Het oppervlak van de parkeerplaats voor personen met een handicap mag niet meer dan twee procent hellen.

Bij dwarsparkeren bedraagt de breedte van de aangepaste parkeerplaats minstens 3,50 m, bij langsparkeren bedraagt de lengte van de aangepaste parkeerplaats minstens 6 m en bij schuinparkeren wordt binnen de aangepaste parkeerplaats een rechthoek van minstens 3,50 m op minstens 6 m gegarandeerd.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is hier van toepassing.

 

Artikel 7. Minimale afmetingen en kenmerken parkeerplaatsen

Om in aanmerking te komen als parkeerplaats dient voldaan te worden aan volgende bepalingen:

  • een garage, een garagebox of carport met de volgende minimumafmetingen:
    • 5,25 m lang, 2,75 m breed en een minimum vrije hoogte van 2,10 m
  • een standplaats (overdekt of in open lucht) daartoe speciaal aangelegd en uitgerust:
    • overdekt:
      • 5,00 m lang op 2,50 m breed en een vrije hoogte van 2,10 m
    • open lucht:
      • 5,50 m lang en 2,50 m breed.

De standplaats dient minimaal verhard te worden met grind, zodat ze niet verzakt.

Elke parkeerplaats dient afgebakend te worden met duurzame materialen. De parkeerplaatsen in open lucht dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen.

 

Artikel 8. Kenmerken en minimale breedte in- en uitrit naar parkeerplaatsen

Alle parkeerplaatsen moeten langs een gemeenschappelijke toegang op de openbare weg uitmonden, zonder dat ze daarbij bestaande parkeerplaatsen die gelegen zijn langs de gemeenschappelijke toegang isoleren. Dit is niet vereist voor parkeerplaatsen die bij dezelfde woning horen. Daar is het toegelaten dat één of meer auto’s moeten verplaatst worden om een parkeerplaats in te nemen of te verlaten.

De vereiste minimale breedte van de in- en uitrit is afhankelijk van de hoek tussen de parkeerplaats en de in- en uitrit:

  • Bij een hoek van 90°:
    • 6 m
  • Bij een hoek van 60°:
    • 5 m
  • Bij een hoek van 45°:
    • 4 m
  • Bij een hoek van 30°:
    • 3,5 m
  • Bij een hoek van 0°:
    • 3 m

 

Artikel 9. Hellende in- en uitritten

Conform de ministeriële omzendbrief van 10 september 1965 zijn er geen hellingen toegelaten in openbaar domein.

De maximale hellingsgraad van in- en uitritten wordt bepaald door de lengte van de hellingsbaan zoals aangegeven in onderstaande tabel:

 

Lengte hellingsbaan

Hellingspercentage

 

Aanbevolen

Maximaal

5 m

14%

16%

10 m

14%

16%

15 m

13%

15%

20 m

12%

14%

25 m

11%

13%

30 m

10%

12%

35 m

9%

11%

40 m

8%

10%

45 m

8%

10%

 

Hellingen moeten voldoende stroef zijn. Hellingsbanen zijn bij voorkeur recht, maar kunnen ook in ronde bochtvorm worden aangelegd. Bij sterk gekromde bochten moet rekening gehouden worden met voldoende doorzicht voor de bestuurder en met de breedte van de rijbaan.

Hellingen moeten een rijbaanbreedte van minimum 3 m tussen de kantstrepen hebben.

 

Artikel 10. Minimale afmetingen en kenmerken fietsenstallingen

De te voorziene fietsenstallingen moeten minimaal volgende afmetingen hebben:

  • 1,80 m tot 2.00 m lang, 0,75 m breed en 1,25 m hoog.

De fietsenstalling moet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf het openbaar domein, d.w.z. zonder door woon- of kantoorgedeelten te gaan. De vrije breedte van de toegangsweg tot de fietsenstalling moet minimum 0,90 m bedragen.

Standplaatsen in open lucht moeten verhard worden met waterdoorlatende materialen en voorzien worden van fietsparkeervoorzieningen die het veilig stallen van de fietsen toelaten.

 

Artikel 11. Bepalen van het aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen

Ten einde de omvang van de verplichtingen van deze verordening te kunnen bepalen wordt volgende procedure gevolgd:

1° Plannen

Op basis van de ingediende plannen van de aanvraag wordt berekend hoeveel parkeerplaatsen en fietsenstallingen er volgens de verordening moeten voorzien worden.

Op de grondplannen die bij de vergunningsaanvraag zijn gevoegd, worden de parkeerplaatsen en fietsenstallingen aangegeven met het aantal genummerde rechthoeken die voldoen aan de minimale afmetingen opgenomen in deze verordening. Tevens worden de toegangen met hun afmetingen duidelijk aangeduid.

2° Vergunning

Het aantal te voorziene parkeerplaatsen en fietsenstallingen wordt in de vergunning opgenomen.

3° Verkoop - verhuur

Eengezinswoningen, woongelegenheden in meergezinswoningen, studio's en sociale woningen, zoals bedoeld in artikel 5., 7°, a), b), c) en d) van deze verordening, en die vergund zijn na de inwerkingtreding van deze verordening, mogen niet verkocht of verhuurd worden zonder het vereiste en eraan verbonden aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen.

Voor een sociale woning, zoals bedoeld in artikel 5., 7°, d) van deze verordening, geldt hierbij een minimum van 1 parkeerplaats en 2 fietsenstallingen per woongelegenheid.

 

Artikel 12. Afwijkingen

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om, in uitzonderlijke omstandigheden, een afwijking toe te staan op de bepalingen van deze verordening.

Deze uitzonderlijke omstandigheden moeten te maken hebben met de staat en de mogelijkheden van het bouwperceel en de goede plaatselijke ruimtelijke ordening. Een afwijking moet uitvoerig worden gemotiveerd.

 

Artikel 13. Strafbepalingen

De overtredingen op deze verordening worden behandeld overeenkomstig de handhavingsmaatregelen bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (Decreet Omgevingsvergunning).

 

Artikel 2:

Deze definitief vastgestelde stedenbouwkundige verordening wordt voor goedkeuring overgemaakt aan de deputatie van Vlaams-Brabant.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

HUISVESTINGPROJECT 'T BLOK. KENNISNAME TOEWIJZINGSVOORWAARDEN KOOPWONINGEN DOOR ELK ZIJN HUIS.

 

Mededeling

Op 16 maart 2016 besliste de raad van bestuur van Elk Zijn Huis om de 4 koopwoningen in huisvestingsproject 't Blok toe te wijzen volgens de algemene Vlabinvest-voorwaarden aangevuld met specifieke voorrangsregels.

 

Algemene voorwaarden

De kandidaten moeten aan de gebruikelijke Vlabinvest-voorwaarden met betrekking tot de maatschappelijke, socioculturele en/of economische band met Vlabinvest-werkgebied voldoen.

 

Basisvoorwaarden

         Meerderjarig zijn

         Ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister

         Aan de inkomensvoorwaarden voldoen

         Aan de eigendomsvoorwaarden voldoen.

 

Inkomensvoorwaarden

Voor Vlabinvest zijn andere (hogere) inkomensgrenzen dan deze voor sociale koopwoningen van toepassing.

Het inkomen dat in aanmerking wordt genomen, is de som van:

         de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten

         de niet-belastbare vervangingsinkomsten van alle gezinsleden van de kandidaat.

Er wordt daarbij gekeken naar het inkomen van het derde jaar vóór de toewijzing van de huurwoning of de ondertekening van de verkoopsovereenkomst.

Dat inkomen wordt vervolgens geïndexeerd. In 2016 wordt er bijvoorbeeld gekeken naar het inkomen van 2013, dat dan geïndexeerd wordt volgens de gezondheidsindex van 2016.

         Kopen

º         Alleenstaande zonder persoon ten laste: 44 498 euro

º         Alleenstaande met ernstige handicap: 48 543 euro

º         Anderen: 64 725 euro

º         Per persoon ten laste wordt de inkomensgrens verhoogd met 4045 euro

º         Kandidaten moeten een minimuminkomen hebben van 10 113 euro.

De hierboven vermelde bedragen zijn de geïndexeerde bedragen die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2016.

 

Eigendomsvoorwaarden

         Geen bouwgrond of woning 100% in volle eigendom hebben

         Geen woning of bouwgrond 100% in vruchtgebruik hebben

         Geen zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van een vennootschap zijn waarin een woning of bouwgrond is ingebracht

 

Specifieke voorrangsregeling EZH

         Er wordt een nieuw inschrijvingsregister geopend voor Vlabinvest kandidaat-kopers specifiek met betrekking tot het project 't Blok

         De opening van dit register wordt bekendgemaakt:

º         door publicatie op de website van de provincie Vlaams-Brabant, van Vlabinvest, van de gemeente Bertem en de direct aangrenzende gemeenten en van Elk zijn Huis cvba. Vervolgens door publicatie in de gemeentelijke en provinciale infobladen van voornoemde gemeenten.

º         bij de kandidaat-kopers vandaag ingeschreven in het algemeen Vlabinvest-register bij Elk zijn Huis cvba door middel van een aangetekend schrijven.

         Vervolgens eveneens bij de kandidaat-kopers geregistreerd voor sociale koop onder het overdrachtenbesluit door een schrijven.

         Bij toewijzing wordt voorrang verleend aan:

º         de kandidaten die een Vlabinvest erkenning met voorrang verkregen hebben van de daartoe bevoegde commissie

º         met voorrang in eerste rangorde voor die kandidaten die op het moment van toewijzing ofwel 10 jaar onafgebroken gewoond hebben in de gemeente Bertem ofwel drie jaar wonen in de gemeente Bertem. Beide voorwaarden krijgen een gelijk gewicht toebedeeld en geven hierdoor geen bijzondere voorrang aan de kandidaat-kopers die tegelijkertijd aan die voorwaarden voldoen.

º         Vervolgens wordt in tweede rangorde voorrang verleend aan die kandidaten die op het moment van toewijzing drie jaar wonen in de direct aanpalende buurgemeenten Huldenberg, Tervuren en Kortenberg.

º         in eenzelfde rangorde wordt voorrang verleend in chronologische volgorde van inschrijving zoals blijkt uit het Vlabinvest inschrijvingsnummer toegekend door de daartoe bevoegde commissie.

         Er wordt geen rangverhoging toegekend op basis van rationele bezetting, bv. voor gezinnen.

         De inschrijving is definitief na betaling van een inschrijvingsgeld van 50 euro.

Vlabinvest heeft zich op 10 maart 2016 akkoord verklaard met deze specifieke voorrangsregeling.

 

Verbintenissen en voorwaarden

         Persoonlijke bewoningsplicht van 20 jaar door de koper

         Vervreemdingsverbod en anti-speculatie beding gedurende 20 jaar

         Wederinkooprecht

         Contractueel voorkooprecht

         Hypothecair mandaat voor verkopers en verbod bezwaren woning met hypotheek gedurende 20 jaar door de koper

         Woningen hebben residentieel karakter

         Van rechtswege ontbinding overeenkomst bij niet-naleving voorwaarden

 

Huur sociale- en Vlabinvestwoningen

Volgens de gebruikelijke systemen die weergegeven zijn op de website van Elk Zijn Huis.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING AANGEPAST RETRIBUTIEREGLEMENT UITVOERING VAN WERKEN TEN LASTE VAN DERDEN.

 

Voorgeschiedenis

         De gemeenteraad keurde op 2 april 2013 een retributiereglement voor werken ten laste van derden goed.

         Brief van Agentschap voor Binnenlands Bestuur van 13 juni 2013 met opmerkingen over de goedgekeurde belastings- en retributiereglementen.

         De gemeenteraad keurde op 22 oktober 2013 een aangepast retributiereglement voor werken ten laste van derden goed.

         Brief van Agentschap voor Binnenlands Bestuur van 24 februari 2016 met opmerkingen over de administratiekost (in het bijzonder voor sluikstorting) opgenomen in het reglement van 22 oktober 2013.

 

Juridische gronden

  • Artikel 42 van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.
  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 170, §4 van de grondwet
    Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

 

Adviezen

         Gunstig advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 22 april 2016

 

Argumentatie

De gemeentediensten worden ingezet voor werken ten laste van derden o.m. bij beschadiging van het openbaar domein, veiligstellen van gevaarlijke toestanden ontstaan door derden of nalatigheid van derden, opruiming van verloren lading, wegnemen signalisatie, verwijderen overhangende takken op het openbaar domein, opruimen sluikstortingen, enz.

 

De kosten die de gemeente moet maken om dit soort problemen, meestal als gevolg van fouten, in gebreke blijven of nalatigheid van de veroorzaker, op te lossen, kunnen niet worden verhaald op de gemeenschap.

 

Voor een correcte berekening van onkostennota’s bij dat soort werken dient een vooropgestelde prijs gehanteerd te worden voor manuren, draaiuren met machines, verwerkingskosten, kosten klein materiaal, enz.

 

Het gemeentebestuur moet niet alleen technische, maar ook administratieve prestaties leveren om deze werken ten laste van derden te organiseren, zoals het uitvoeren van een plaatsbezoek, het nemen van foto's, het opvragen van offertes, het opmaken van een bestek, het opmaken van een bestelbon, het opmaken van een factuur...

 

Op 1 juli 2012 trad protocol nr. 7 bij het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden in werking. Artikel 4 van dit protocol formuleert het 'non bis in idem' beginsel: "Niemand wordt opnieuw berecht of gestraft in een strafrechtelijke procedure binnen de rechtsmacht van dezelfde Staat voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds onherroepelijk is vrijgesproken of veroordeeld overeenkomstig de wet van het Strafprocesrecht van die Staat."

Het 'non bis in idem' beginsel verzet zich niet tegen het bestaan van verschillende sanctioneringsmogelijkheden (strafrechtelijk en administratiefrechtelijk) naast elkaar, maar wel tegen de cumulatieve toepassing van deze sancties voor dezelfde feiten en eenzelfde persoon.

Alle kosten die de effectieve kosten voor bv. het opruimen van de gesluikstorte goederen te boven gaan, worden aanzien als een bijkomende sanctie en zullen dus niet getolereerd worden door de hogere overheid.

 

Het retributiereglement van 22 oktober 2013 wordt inhoudelijk hernomen, maar met weglating van alle kosten die de effectieve kosten te boven gaan.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Vanaf 27 april 2016 wordt ten bate van de gemeente een retributie geheven op het uitvoeren van werken ten laste van derden.

 

Artikel 2:

De retributie wordt als volgt vastgesteld:

         uurloon arbeiders: 40 euro/uur

         uurloon administratief bediende: 50 euro/uur

         voertuigen met bestuurder (bestelwagens, tractor met toebehoren, klepelmaaier, vrachtwagen, graaf/laadcombinatie....): 80 euro/uur

         klein materieel (luchtcompressor, waterpomp, stroomgroep...): 15 euro/uur

         stort-, verwerkings- en milieukosten: volgens de overeenkomst met de verwerker

         andere kosten: volgens kostprijs aangerekend door de leverancier aan de gemeente.

 

Artikel 3:

Voor elke tussenkomst wordt de reëel gepresteerde tijd aangerekend.

 

Artikel 4:

De retributie is verschuldigd door de aanvrager of door diegene die de oorzaak is van de noodzakelijke inzet van personeel en materieel.

 

Artikel 5:

De retributie is invorderbaar onmiddellijk na uitvoering van de werken en op voorlegging van een invorderingsstaat.

 

Artikel 6:

Het retributiereglement van 22 oktober 2013 voor werken ten laste van derden wordt opgeheven vanaf 27 april 2016.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

RETRIBUTIES. AANPASSING KOSTPRIJS VOOR AFGEVOERDE TITELS UIT DE BIBLIOTHEEKCOLLECTIE.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 24 juni 2014 over de goedkeuring van de kostprijs voor afgevoerde titels uit de bibliotheekcollectie.

 

Feiten en context

  • Boeken, tijdschriften en audiovisuele materialen die verouderd, beschadigd of overtallig zijn t.o.v. het aantal ontleningen, worden afgevoerd uit de collectie.
  • Deze uit de collectie verwijderde titels worden aan de inwoners te koop aangeboden.
  • Tot nu toe wordt in de bibliotheek als kostprijs voor afgevoerde werken 0,50 euro per titel gevraagd. Op advies van de bibliotheekraad wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om de verkoopprijs als volgt te differentiëren:

a)     nieuwe boeken of audiovisuele materialen (niet ingevoerd in de catalogus): 5 euro

b)     boeken of audiovisuele materialen in heel goede staat (geen scheuren/plekken, geen loszittende of ontbrekende bladen/kaft, geen krassen, geen aantekeningen): 1 euro

c)      alle andere werken (andere dan a of b): 0,50 euro.

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

  • Artikel 42 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belastings- en retributiereglementen, vast.

  • Artikel 43, §2, 15°van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Adviezen

  • Advies van de bibliotheekraad van 11 maart 2016: de bibliotheekraad adviseert om een hoger tarief in te stellen voor werken die niet afgevoerd werden wegens slijtage/voorbijgestreefd.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

0703/70200000

1419/002/001/010/001

€ 3500

€ 500

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De verkoopprijs voor afgevoerde werken in de bibliotheek wordt als volgt vastgesteld:

a)     nieuwe boeken of audiovisuele materialen (niet ingevoerd in de catalogus): 5 euro

b)     boeken of audiovisuele materialen in heel goede staat (geen scheuren/plekken, geen loszittende of ontbrekende bladen/kaft, geen krassen, geen aantekeningen): 1 euro

c)      alle andere werken (andere dan a of b): 0,50 euro.

 

Artikel 2:

De betaling gebeurt contant aan de kassa van het bibliotheekfiliaal.

 

Artikel 3:

Het retributiereglement van 24 juni 2014 over de vaststelling van de kostprijs voor afgevoerde titels uit de bibliotheekcollectie wordt opgeheven.

 

Artikel 4:

Dit retributiereglement treedt in werking vanaf 1 mei 2016.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING GEBRUIKSOVEREENKOMSTEN CHIROLOKALEN BERTEM EN JEUGDHUIS BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 28 april 2015 over de goedkeuring van de overname van de lening voor de jeugdlokalen Bertem.
  • Bespreking door het college op 26 mei 2015 van de akte overname jeugdlokalen.
  • Raadsbesluit van 23 juni 2015 over de goedkeuring van vervroegde beëindiging recht van opstal voor de jeugdlokalen Bertem.
  • Bespreking door het college op 8 september 2015 van het voorontwerp van de gebruiksreglementen Chirolokalen en Jeugdhuis Bertem.

 

Feiten en context

  • De Chirolokalen in Bertem en het Jeugdhuis in Bertem zijn overgedragen van de vzw Parochiale Werken naar de gemeente.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, §2, 12° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd aan het college.

 

Adviezen

  • Overleg op 10 augustus 2015 met het diensthoofd van de facilitaire dienst, de schepen van jeugd, de jeugdconsulente en de gebruikers van de Chirolokalen en het jeugdhuis in Bertem.
  • Gunstig advies van de jeugdraad op 1 december 2015 en op 10 maart 2016.

 

Argumentatie

De gemeente Bertem is eigenaar van de jeugdlokalen (Chirolokalen en Jeugdhuis) gelegen aan de Sint-Franciscusberg in Bertem. Deze jeugdlokalen worden deels ter beschikking gesteld aan vaste en losse gebruikers. Van de eigenaar wordt verwacht dat hij zijn eigendom als een goede huisvader beheert. Het is daarom nodig om de concrete richtlijnen over het gebruik van de Chirolokalen en het Jeugdhuis in gebruiksovereenkomsten op te nemen.

 

 

Bijlagen

  • Gebruiksovereenkomst Chirolokalen Bertem 26 april 2016
  • Gebruiksovereenkomst Jeugdhuis Bertem 26 april 2016

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de bijgevoegde gebruiksovereenkomsten van de Chirolokalen in Bertem en het Jeugdhuis in Bertem goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

PATRIMONIUM. AANPASSING HUISHOUDELIJK REGLEMENT CHIROLOKALEN LEEFDAAL.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2013 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement Chirolokalen Leefdaal

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, §2, 12° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd aan het college.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de jeugdraad op 10 maart 2016.

 

Argumentatie

Volgens het gelijkheidsbeginsel worden de bestaande huishoudelijke reglementen voor de Chirolokalen op elkaar afgestemd.

Volgende aanpassingen zijn nodig:

  • §2: De naam huishoudelijk reglement wordt aangepast naar gebruiksovereenkomst.
  • §3: Toevoeging 1: Er zal geen huurprijs aangerekend worden. Toevoeging 2: De kosten van water, verwarming en elektriciteit vallen volledig ten laste van de gebruiker.
  • §4: Volledige toevoeging van dit artikel over het onderverhuren van de Chirolokalen.
  • §14: Toevoeging: Schilderwerken mogen uitgevoerd worden met toestemming van en na overleg met de facilitaire dienst.

 

 

Bijlagen

  • Gebruiksovereenkomst Chirolokalen Leefdaal 26 april 2016

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de bijgevoegde gebruiksovereenkomst Chirolokalen Leefdaal goed.

 

Artikel 2:

Deze gebruiksovereenkomst vervangt het huishoudelijk reglement van de Chirolokalen Leefdaal.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

MOBILITEITSPLAN. DEFINITIEVE VASTSTELLING GEMEENTELIJK MOBILITEITSPLAN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 21 januari 2003 over de goedkeuring van het eerste gemeentelijk mobiliteitsplan.
  • Sneltoets ter evaluatie van het gemeentelijk mobiliteitsplan door de Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) op 4 mei 2010.
  • Goedkeuring door de provinciale auditcommissie (PAC) van de conclusie van de sneltoets op 24 augustus 2010.
  • Raadsbesluit van 25 januari 2011 over de goedkeuring van de koepelmodule en module 1 m.b.t. de actualisatie van het gemeentelijk mobiliteitsplan.
  • Collegebesluit van 2 mei 2011 waarbij de studieopdracht voor het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan wordt gegund aan Technum nv.
  • Raadsbesluit van 27 september 2011 over de goedkeuring van het participatiebeleid bij de actualisering van het mobiliteitsplan.
  • Goedgekeurde verkenningsnota, conform verklaard op de PAC van 17 april 2012.
  • Goedkeuring uitwerkinsnota in de GBC van 27 mei 2014.
  • Goedgekeurde uitwerkingsnota, conform verklaard op de RMC van 19 augustus 2014.
  • Goedkeuring beleidsnota in de GBC van 19 juni 2015.
  • Gemeenteraadsbesluit van 22 september 2015 waarbij het ontwerp van mobiliteitsplan voorlopig werd vastgesteld.
  • Open vergadering voor de mobiliteitsraad/Gecoro/milieuraad over de voorlopige versie van de beleidsnota op 9 november 2015.
  • Goedgekeurde beleidsnota, conform verklaard op de RMC van 8 maart 2016.

 

Feiten en context

  • De conform verklaarde beleidsnota door de RMC vervangt, na de definitieve aanvaarding door de gemeenteraad, het oorspronkelijke mobiliteitsplan.
  • Een mobiliteitsplan is een beleidsplan dat in hoofdlijnen de langetermijnvisie aangeeft op de duurzame mobiliteitsontwikkeling. Het mobiliteitsplan beoogt enerzijds samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen over duurzame mobiliteit, en anderzijds het mobiliteitsbeleid en de aanverwante beleidsdomeinen op elkaar af te stemmen. Binnen het mobiliteitsbeleid wordt naar consensus gezocht tussen de verschillende actoren op vlak van ruimte, mobiliteit en verkeer met betrekking tot het grondgebied van de gemeente. Het mobiliteitsplan vertaalt deze beleidsvisie in een door alle actoren gedragen actieprogramma met concrete maatregelen die uitgevoerd moeten worden op korte, middellange of lange termijn.

 

Juridische gronden

  • Artikel 6, §1, 2° van het decreet betreffende het mobiliteitsbeleid van 20 maart 2009
    Er wordt een gemeentelijk mobiliteitsplan opgemaakt voor het geheel van het grondgebied van de gemeente.
  • Artikel 16, §1 van het decreet betreffende het mobiliteitsbeleid van 20 maart 2009
    De gemeenteraad stelt een gemeentelijk mobiliteitsplan vast. Het gemeentelijk mobiliteitsplan geeft het kader aan voor het gewenste duurzame lokaal mobiliteitsbeleid. Het plan heeft een tijdshorizon van tien jaar en kan een doorkijkperiode van dertig jaar omvatten.
  • Artikel 19, §4 van het decreet betreffende het mobiliteitsbeleid van 20 maart 2009
    De gemeenteraad stelt het gemeentelijk mobiliteitsplan definitief vast binnen zestig dagen na de ontvangst van het gunstig advies van de kwaliteitsadviseur.
    Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die zijn gebaseerd op of voortvloeien uit de opmerkingen en bezwaren van het openbaar onderzoek en, in voorkomend geval, de wijzigingen die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit overige resultaten van de participatie en de uitgebrachte adviezen.
  • Artikel 19, §5 van het decreet betreffende het mobiliteitsbeleid van 20 maart 2009
    Het vaststellingsbesluit wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het gemeentelijk mobiliteitsplan treedt in werking 14 dagen na de bekendmaking ervan. Het college van burgemeester en schepenen geeft een ruime bekendheid aan het gemeentelijk mobiliteitsplan.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid
    Dit besluit bevat de nadere regels over de opmaak van een gemeentelijk mobiliteitsplan.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de mobiliteitsraad en de milieuraad over de voorlopige versie van de uitwerkingsnota op 13 januari 2014.
  • Gunstig advies van de mobiliteitsraad over de voorlopige versie van de beleidsnota op 12 januari 2015.
  • Openbaar onderzoek van 1 november 2015 t.e.m. 30 november 2015. Er zijn 3 schriftelijke bezwaren ontvangen.
    Bespreking van de belangrijkste bezwaren en van de wijze waarop hiermee rekening is gehouden bij het finaliseren van het mobiliteitsplan:
    • Missing link in het trage wegennet: Verbinding tussen de kleine Hollestraat en de Grote Hollestraat: deze is verdwenen, een herstel wordt gevraagd.
      De gemeente geeft aan dat hier nooit een trage verbinding is geweest.
    • Parkeerbeleid: er is te weinig aandacht voor transit parkings of overstapparkings aan de bushaltes van het openbaar vervoer. Het is wenselijk om aan alle opstapplaatsen van het openbaar vervoer fietsstallingen te voorzien.
      De gemeente zal nagaan aan welke haltes van het openbaar vervoer er onvoldoende fietsstallingen aanwezig zijn. Waar nodig worden bijkomende fietsstallingen voorzien.
    • Fietsnetwerk: aansluiting fietsnetwerk op fietssnelweg.
      De provincie heeft een procedure lopen voor een fietssnelweg. De gemeente wacht de beslissing van de provincie af. In Bertem is de N3 geselecteerd als hoofdroute binnen het provinciaal fietsroutenetwerk. Een aantal functionele fietsroutes zorgen voor de aansluiting naar deze hoofdroute. De gemeente Bertem heeft een procedure gestart voor de aanleg van fietspaden op de route Boskee – Neerijse steenweg.
    • Openbaar vervoer:
      • vraag naar bijkomend aanbod voor Korbeek-Dijle.
        Bijkomend busaanbod voor Korbeek-Dijle is tijdens het proces besproken met De Lijn. De Lijn ziet echter te weinig potentie in deze lijnvoering. De gemeente blijft echter vragende partij en zal de vraag in de toekomst ook meenemen bij overleg met De Lijn.
      • Betere afstemming van de bus op de trein.
        De gemeente neemt dit mee bij volgend overleg met De Lijn.
    • Snelheidsremmende maatregelen: plaatsen van Berlijnse kussen ter hoogte van de bestaande wegversmalling tussen Oud-Heverlee en Korbeek-Dijle in de Stationsstraat.
      Dit overstijgt het detailniveau van het mobiliteitsplan.
    • Effecten kilometerheffing: er wordt gevreesd dat de tolheffing sluipverkeer teweeg zal brengen op de grote verbindingsassen. Een nultelling is gewenst.
      AWV zal nultellingen uitvoeren om de effecten in beeld te brengen.
    • Kruisstraat:
      • Vraag om betere snelheidsremmende maatregelen in de Kruisstraat.
        De gemeente heeft in haar beleidsplan opgenomen om bijkomende maatregelen tegen sluipverkeer te realiseren in de Kruisstraat. De effectieve inrichtingsstudie overstijgt het detailniveau van het mobiliteitsplan.
      • Vraag om tonnagebeperking in de Kruisstraat.
        Een evaluatie van de vraag zal gebeuren in overleg met de buurgemeenten.
    • Sportpark Verona: vraag afbakening parkeerplaatsen in de Dorpstraat om foutparkeren te beperken.
      De noodzaak zal geëvalueerd worden na de ingebruikname van het sportpark.
  • Gunstig advies van de RMC op 8 maart 2016.

 

Argumentatie

Het bestaande mobiliteitsplan moet worden geactualiseerd conform de principes vastgesteld in het Vlaamse mobiliteitsdecreet.

Na de voorafgaande fases (sneltoets, verkenningsnota, uitwerkingsnota) en adviesronden worden alle nieuwe inzichten nu samengebald in een volledig nieuw mobiliteitsplan.

 

 

Bijlagen

  • Mobiliteitsplan Bertem - Beleidsplan

 

Besluit

 

15 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Jan Buysse, Tom Philips, Leonard Vranckx, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Ken Geyns, Wouter Fock, Roger De Muylder en Albert Mees

5 onthoudingen: Ludo Croonenberghs, Kristien Van Essche, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Marc De Vlieger

 

Motivatie onthouding Joris Fonteyn: Het mobiliteitsplan somt de problemen op, maar reikt weinig oplossingen aan:

- De voorrangsregeling van Blokkenstraat en Neerijsesteenweg t.o.v. de Dorpstraat bevordert sluipverkeer vanuit andere gemeenten.

- Het verkeer in de smalle straten in de dorpskernen  is onveilig voor fietsers en voetgangers, maar het plan bestendigt die bestaande toestand, zonder alternatieven te onderzoeken.

- Fietspaden zijn te smal, in slechte toestand en onveilig.

- Parkeerproblematiek: weinig parkeerplaatsen, o.a. voor handelaars, en onvoldoende signalisatie.

- Weinig controle.

 

Artikel 1:

Het bijgevoegde gemeentelijk mobiliteitsplan wordt definitief vastgesteld.

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het gemeentelijk mobiliteitsplan treedt in werking 14 dagen na de bekendmaking ervan.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

STUDIEOPDRACHT VOOR DE OPMAAK VAN DE STARTNOTA EN PROJECTNOTA, HET ONTWERP EN DE OPVOLGING VAN DE AANLEG FIETSPADEN BOSKEE. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, GUNNINGSWIJZE EN UIT TE NODIGEN FIRMA'S.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mailverkeer van 20 januari 2015 en 23 januari 2015 met de provincie Vlaams-Brabant over de kennisgeving van de opstart van het fietsfondsdossier voor de fietspaden Boskee.
  • Overleg van 6 mei 2015 tussen Albert Mees, Marc Morris en graaf de Liedekerke over het gebruiksrecht van de strook tussen Slagberg en de Tervuursesteenweg voor de aanleg van de fietspaden Boskee.
  • E-mailverkeer tussen 30 december 2015 en 13 januari 2016 met de provincie Vlaams-Brabant over de mogelijkheid van een gebruiksrecht op privaat domein voor de aanleg van fietspaden.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht “Aanstellen van studiebureau voor opmaak startnota en projectnota, ontwerp en opvolging van de aanleg fietspaden Boskee” werd een bestek met nr. T865.12/247 opgesteld door de dienst openbare werken.
  • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 35 900 euro excl. btw of 43 439 euro incl. 21% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
  • Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 2 juni 2016 om 12 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
  • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85 000,00 euro excl. btw niet overschreden).
  • Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 105.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, meer bepaald artikel 5, § 2.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.

 

Argumentatie

De aanleg van fietspaden in de Boskee komt in aanmerking voor subsidies van het fietsfonds. De provincie heeft een reglement uitgewerkt voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van fietsinfrastructuur op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Met dit reglement wil de provincie de aanleg van kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur stimuleren om te komen tot een samenhangend bovenlokaal fietsroutenetwerk voor functionele verplaatsingen.

De Boskee is, net als de Neerijse steenweg, gelegen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Ook in de Neerijse steenweg wordt werk gemaakt van de aanleg van nieuwe fietspaden. Door deze 2 dossiers wordt een missing link in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk weggewerkt.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1419/002/003/001/002

0200/22400007

€ 553 401,59

€ 553 401,59

€ 43 439

 

 

Bijlagen

  • Bestek fietspaden Boskee

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bestek met nr. T865.12/247 en de raming voor de opdracht “Aanstellen van studiebureau voor opmaak startnota en projectnota, ontwerp en opvolging van de aanleg fietspaden Boskee”, opgesteld door de dienst openbare werken, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 35 900 euro excl. btw of 43 439 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 2:

De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Artikel 3:

Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

         Tractebel, Ilgatlaan 23 te 3500 Hasselt;

         Quadrant, Dorpsstraat 202 te 3078 Kortenberg;

         Sweco Belgium NV, Arenbergstraat 13 bus 1 te 1000 Brussel;

         Stabo Cv, Tiensevest 132 te 3000 Leuven;

         Talboom bvba, A. Meermansdreef 1 te 2870 Puurs.

 

Artikel 4:

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 2 juni 2016 om 12 uur.

 

Artikel 5:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2016, op begrotingsartikel 1419/002/003/001/002 0200/22400007.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

KLACHTENMANAGEMENT. KENNISNAME RAPPORT MELDINGEN EN KLACHTEN 2015.

 

Juridische gronden

  • Artikel 197 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad organiseert bij reglement een systeem van klachtenbehandeling.
  • Artikel 198, §1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Het systeem van klachtenbehandeling moet worden georganiseerd op het ambtelijke niveau van de gemeente en maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben.
  • Hoofdstuk 2.3 (Jaarlijkse rapportering) van het raadsbesluit van 28 oktober 2008 over het reglement behandeling van klachten en meldingen
    De klachtencoördinator rapporteert voor 31 maart over de klachten en meldingen van het afgelopen kalenderjaar. In het rapport geeft de klachtencoördinator minstens een overzicht van de hoeveelheid en de aard van de klachten en meldingen, van de gemiddelde behandelingstermijn en van de geboden oplossingen en verbeteringen in de organisatie.

 

 

Bijlagen

         Rapport meldingen en klachten 2015

 

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van het rapport meldingen en klachten 2015.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 26 april 2016

 

VRAGENKWARTIERTJE.

 

Bespreking

 

  • Raadslid Leonard Vranckx vraagt of er iets voorzien is voor de vervanging van het slechte asfalt in de Molenstraat.
  • Schepen Marc Morris antwoordt bevestigend. Hij verwijst naar een recente bespreking in het college van burgemeester en schepenen over de aanwending van kredieten voor gewoon en buitengewoon onderhoud (zie nota bij het collegepunt). Er is nog budgettaire ruimte om een aantal dingen te doen. Aan de dienst openbare werken is gevraagd om hierrond een voorstel te formuleren. De Molenstraat is één van de voorziene projecten. Het gaat in de Molenstraat over een serieuze afstand. Bovendien heeft Infrax melding gemaakt van geplande werken in deze straat. Uit een bespreking tijdens het overleg met de nutsmaatschappijen bleek dat deze werken nog 5-6 jaar op zich kunnen laten wachten. Daarom zal er toch tussendoor een nieuwe asfaltlaag worden aangelegd. Bij eventuele werken door Infrax zal sleufherstel verplicht zijn.

 

  • Raadslid Ludo Croonenberghs maakt melding van een recente vaststelling dat een ziekenwagen met een dringende opdracht zich vastreed aan de paaltjes in de Vlieguit; de ambulance moest rondrijden via de Neerijse steenweg. Het raadslid vraagt zich af of dergelijke maatregelen worden doorgegeven aan de GPS-systemen.
  • Schepen Marc Morris antwoordt dat dit wordt nagekeken en dat deze vraag zal worden beantwoord in de volgende raadszitting.

 

  • Raadslid Joris Fonteyn vraagt naar de timing voor de herstellingen aan de Dorpstraat in Leefdaal. Tevens wenst hij te vernemen of de kosten ten laste zijn van de gemeente of van de aannemer.
  • Schepen Marc Morris licht toe dat de definitieve oplevering nog niet is doorgegaan. Blijkbaar heeft de hoofdaannemer problemen met een onderaannemer. De gemeente heeft tot 3x toe een bijeenkomst voor de definitieve oplevering niet laten doorgaan omdat er nog een aantal zaken niet in orde waren. Hoofdaannemer De Nul heeft een fikse som borg betaald, die hij nog tegoed heeft. De gemeente wil deze borg alleen terugbetalen als het werk in orde is. Het probleem was te wijten aan minderwaardig beton dat begon te korrelen. Bepaalde stukken voldoen niet aan de kwaliteitsnormen. De gemeente is hierin onverbiddellijk: deze stukken moeten er terug uit. Bovendien bleek na controle van de inspecteurs van de VMM aan bepaalde kruispunten (bv. Korbeekstraat, Kuipersberg) dat sommige koppelingen van de rioleringsstelsels niet correct uitgevoerd waren. De VMM dreigde subsidies niet uit te betalen.

 

  • Raadslid Roger De Muylder haalt opnieuw het probleem aan van de bushalte op de Tervuursesteenweg richting Leuven t.h.v. de Kuipersberg. Omdat er af en toe vrachtwagens geparkeerd staan, is de zichtbaarheid op het bushokje beperkt. Zo rijdt de bus soms door hoewel er passagiers staan te wachten. Het raadslid vraagt aan het college om contact op te nemen met De Lijn om hun chauffeurs erop te wijzen dat ze moeten uitkijken en dat ze niemand vergeten.
  • Burgemeester Joël Vander Elst deelt mee dat een aantal mensen bij hem zijn geweest i.v.m. dit probleem. Hij heeft hen aangeraden om een petitie over te maken aan AWV. De burgemeester heeft zelf ook een kopie van de petitie doorgestuurd naar AWV. De gemeente heeft reeds een positief antwoord van AWV ontvangen; zij gaan akkoord met een parkeerverbod. Het college stelt voor om enkel een parkeerverbod voor vrachtwagens in te stellen omdat geparkeerde personenwagens geen probleem opleveren voor de zichtbaarheid en omdat de carpoolparking dagelijks volledig bezet is. Het college maakt hier verder werk van.

 

  • Raadslid Kristien Van Essche vermeldt 2 aandachtspunten in de Bosstraat:
    • in één van de bloembakken staat veel onkruid
    • de laatste maand is er weer redelijk veel (zwaar) verkeer in de Bosstraat; zij vindt controle hierop nodig. Mogelijk is de toename te wijten aan de km-heffing.

 

  • Raadslid Joris Fonteyn verwijst naar een filmpje op een website over de herinrichting van Leefdaal. Raadslid Fonteyn vraagt of dit gebeurde met de medewerking van het schepencollege.
  • Schepen Marc Morris antwoordt dat er in het bewuste filmpje van 45 seconden een aantal algemeenheden aan bod zijn gekomen. Er is over deze reportage geen speciaal contact geweest.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.