Zitting van 26 april 2016
ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 23 februari 2016 goed.
Zitting van 26 april 2016
GEMEENTERAADSLEDEN. KENNISNAME ONTSLAG RAADSLID ANJA DE HERDT.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Argumentatie
De voorzitter nam kennis van het ontslag van gemeenteraadslid Anja De Herdt op 11 april 2016. Door deze kennisname is het ontslag definitief. De raad kan hier enkel akte van nemen.
Uit het proces-verbaal van het gemeentelijk hoofdbureau blijkt dat Marc De Vlieger eerste opvolger voor de lijst N-VA is. Hij wordt uitgenodigd om het mandaat van gemeenteraadslid op te nemen.
Mededeling
De raad neemt kennis van het ontslag van raadslid Anja De Herdt (N-VA). Marc De Vlieger wordt als eerste opvolger van de lijst N-VA uitgenodigd om het mandaat van gemeenteraadslid op te nemen.
Zitting van 26 april 2016
GEMEENTERAADSLEDEN. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN MARC DE VLIEGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
De geloofsbrieven omvatten de schriftelijke bewijsstukken die elke verkozene of opvolger, opgeroepen om de eed af te leggen, moet voorleggen en waaruit blijkt dat hij/zij op een wettige wijze is verkozen en dat er tegen zijn/haar verkiezing geen bezwaren zijn. De opvolger moet volgende stukken voorleggen:
De geloofsbrieven van Marc De Vlieger werden behoorlijk en tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen.
Het doel van het onderzoek is om na te gaan of men nog aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt (artikel 11 van het gemeentedecreet):
1. Belgische nationaliteit of EU-onderdaan (met actief stemrecht)
2. Leeftijd van 18 jaar bereikt hebben
3. Ingeschreven in bevolkings- of vreemdelingenregister (voor niet-Belgische EU-onderdanen)
4. Geen uitsluiting/schorsing kiesrecht of veroordeling.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven door de gemeenteraad, blijkt dat Marc De Vlieger voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Hij heeft verklaard zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid te bevinden.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De geloofsbrieven van Marc De Vlieger (N-VA) worden goedgekeurd.
Zitting van 26 april 2016
GEMEENTERAADSLEDEN. EEDAFLEGGING MARC DE VLIEGER.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van Marc De Vlieger in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
De gemeentesecretaris brengt de Vlaamse regering binnen de twintig dagen van de eedaflegging op de hoogte via de mandatendatabank.
Zitting van 26 april 2016
GEMEENTERAADSLEDEN. VASTSTELLING RANGORDE GEMEENTERAADSLEDEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De rangorde van gemeenteraadsleden wordt als volgt vastgesteld:
1. Marc Morris
2. Albert Mees
3. Greet Goossens
4. Roger De Muylder
5. Ludo Croonenberghs
6. Jan Buysse
7. Leonard Vranckx
8. Kristien Van Essche
9. Yvette Laes
10.Herman Ginis
11.Roos De Backer
12.Sonia Stiasteny
13.Joël Vander Elst
14.Joery Verhoeven
15.Jan De Keyzer
16.Tom Philips
17.Joris Fonteyn
18.Ken Geyns
19.Karin Baudemprez
20.Wouter Fock
21.Marc De Vlieger
Zitting van 26 april 2016
POLITIEZONE. KENNISNAME AANVRAAG FUSIE POLITIEZONES DIJLELAND EN TERVUREN.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Bijlagen
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie van 26 februari 2016, tot vrijwillige fusie van de politiezones Dijleland en Tervuren.
Zitting van 26 april 2016
POLITIEZONE. BESLISSING TOT VERDAGING VERKIEZING POLITIERAADSLEDEN NIEUWE POLITIEZONE.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad verdaagt de verkiezing van de politieraadsleden voor de politieraad van de nieuw te vormen politiezone 'Voer en Dijle' naar de volgende raadszitting.
Zitting van 26 april 2016
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING INTERLEUVEN 25 MEI 2016 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 25 mei 2016 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Interleuven van 25 mei 2016 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Zitting van 26 april 2016
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING IVERLEK 29 APRIL 2016 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 29 april 2016 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Iverlek van 29 april 2016 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Zitting van 26 april 2016
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING EANDIS ASSETS 29 APRIL 2016 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 29 april 2016 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Eandis Assets van 29 april 2016 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Zitting van 26 april 2016
STRAATNAMEN. DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN EEN NIEUWE STRAATNAAM VOOR DE WEG IN PROJECT 'T BLOK TE BERTEM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad stelt de straatnaam 'Het Blok' definitief vast voor de nieuwe straat in het huisvestingsproject 't Blok gelegen tussen de Tervuursesteenweg en het Gemeenteplein.
Zitting van 26 april 2016
PATRIMONIUM. GOEDKEURING VOORWAARDEN VERKOOP RESTPERCEEL BLANKAART, AFDELING 3 SECTIE B NR 205H3.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
In principe worden onroerende goederen openbaar verkocht. Aangezien het hier restpercelen betreft waar alleen de aangelanden baat bij hebben, is een onderhandse procedure in deze gerechtvaardigd.
Bij een verkoop van een onroerend goed is de schattingswaarde de minimumprijs. Enkel om reden van algemeen belang kan hiervan worden afgeweken."
Argumentatie
Op 28 mei 1974 werd een verkavelingsvergunning verleend voor drie loten. Bij deze verkaveling werd gratis grondafstand gevraagd tot op 10 m vanaf de oude rand van het openbaar domein aan de overzijde van de Blankaart. De akte van gratis grondafstand werd verleden op 18 september 1974. In deze akte en het bijgevoegde proces-verbaal van meting is uitdrukkelijk vermeld dat het perceel grond bestemd is om ingelijfd te worden in de openbare wegenis.
De bouwloten werden verkocht, 2 van de 3 loten werden samengevoegd waarna een woning werd gebouwd (perceelnr 205d3).
Op 18 oktober 1984 werd het rooilijnplan voor dit gedeelte van de Blankaart goedgekeurd bij ministerieel besluit. De totale breedte van de Blankaart is volgens deze rooilijn 6,50 m. De akten van afstand werden voor dit gedeelte van de werken verleden in 1984. Voor het derde lot van de verkaveling (achter het betreffende restperceel) werd geen akte verleden (was reeds eigendom van de gemeente maar ENKEL het gedeelte binnen de rooilijn werd opgenomen in het openbaar domein).
Hierdoor ontstond het wegoverschot waarvan nu sprake. Men heeft toen klaarblijkelijk over het hoofd gezien dat er niet enkel gratis grondafstand moest gebeuren door de privé-eigenaars aan de gemeente maar ook een wederafstand van de gemeente van de 'wegoverschotten' aan de aangelanden.
De gemeente wenst het restperceel voor perceel afdeling 3 sectie B 205c3 onderhands te verkopen aan dhr. en mevr. Verdeyen-Morret om zo een verkaveling te kunnen realiseren van 2 bouwloten. De keuze voor onderhandse verkoop wordt gemotiveerd vanuit het feit dat het een restperceel betreft waar alleen de aangelanden baat bij hebben. De kopers Henri Verdeyen en Arlette Morret hebben zich schriftelijk akkoord verklaard (6 april 2016) tot de aankoop van het restperceel voor de geschatte waarde van 18 000 euro, alsook de kosten van het schattingsverslag zijnde 200 euro (excl. btw) en de overige kosten van de aankoop.
Financiële gevolgen
Het krediet wordt ingeschreven bij de eerstvolgende budgetwijziging.
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
|
| € 18 000 € 242 (schattingsverslag) |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het restperceel Blankaart gelegen te Leefdaal, 3de afdeling sectie B nr 205h3 (deel), 71ca groot, eigendom van de gemeente, wordt via een onderhandse verkoop verkocht aan dhr. en mevr. Verdeyen-Morret.
Artikel 2:
De gemeenteraad stelt de verkoopsprijs op 18 000 euro (schattingsbedrag).
Artikel 3:
De verkoop van het restperceel moet gebeuren volgens de volgende voorwaarden:
Artikel 4:
De voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen die voortvloeien uit deze beslissing.
Karin Baudemprez Leonard Vranckx Jan De Keyzer Ludo Croonenberghs Albert Mees Joris Fonteyn Herman Ginis Wouter Fock Greet Goossens Joery Verhoeven Ken Geyns Joël Vander Elst Eddy Vranckx Roos De Backer Yvette Laes Tom Philips Dirk Stoffelen Jan Buysse Kristien Van Essche Roger De Muylder Marc Morris Marc De Vlieger Karin Baudemprez Leonard Vranckx Jan De Keyzer Ludo Croonenberghs Albert Mees Joris Fonteyn Herman Ginis Wouter Fock Greet Goossens Joery Verhoeven Ken Geyns Joël Vander Elst Roos De Backer Yvette Laes Tom Philips Jan Buysse Kristien Van Essche Roger De Muylder Marc Morris Marc De Vlieger Joris Fonteyn Ludo Croonenberghs Herman Ginis Marc Morris Roger De Muylder Jan De Keyzer Kristien Van Essche Albert Mees Greet Goossens Joël Vander Elst Tom Philips Joery Verhoeven Karin Baudemprez Jan Buysse Leonard Vranckx Marc De Vlieger Ken Geyns Roos De Backer Yvette Laes Wouter Fock aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 1 Goedgekeurd
Zitting van 26 april 2016
STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING. VASTSTELLING GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING BETREFFENDE HET AANLEGGEN VAN PARKEERPLAATSEN EN FIETSENSTALLINGEN BUITEN DE OPENBARE WEG.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad kan stedenbouwkundige verordeningen vaststellen voor de materie omschreven in artikel 2.3.1[, in artikel 4.2.5 en in artikel 4.4.1, §3, tweede lid], voor het gehele grondgebied van de gemeente of voor een deel waarvan hij de grenzen bepaalt met naleving van de door de Vlaamse regering en de provincieraad vastgestelde stedenbouwkundige verordeningen.
Het college van burgemeester en schepenen is belast met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen en neemt de nodige maatregelen tot opmaak.
Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor advies voor aan [het departement] en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. [Het departement] geeft bindend advies over de verenigbaarheid met gewestelijke verordeningen. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Wanneer er geen advies is verleend binnen deze termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk na de definitieve vaststelling aan de deputatie ter goedkeuring toegezonden bij aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstbewijs.
Adviezen
"In antwoord op uw bovenvernoemd schrijven en overeenkomstig artikel 2.3.2 §2 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, deel ik u mee dat bovenvernoemde verordening vanuit het departement GUNSTIG geadviseerd wordt: de verordening bevat geen strijdigheid met een gewestelijke verordening.
Graag wil ik toch volgende opmerkingen formuleren betreffende de toepassing van deze verordening:
- Artikel 1: niet alle werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, zijn onderworpen aan deze verordening (o.a. zoals in artikel 4.2.1 7° of 8° van bovenvernoemde codex). Waarom werd deze beperking ingevoerd?
- Artikel 2 - 1°. "de bestaande parkeerplaats of fietsenstalling mag niet al in aanmerking genomen zijn voor het verkrijgen van een andere vergunning". Betekent dit concreet dat de parkeerplaatsen aangegeven zijn op de goedgekeurde bouwplannen? Of moet er expliciet in de vergunning melding van gemaakt zijn?
- Artikel 2 - 17°: vergunning: enkel de stedenbouwkundige vergunning wordt vermeld, in de vergunningsplichtige werken (artikel 2 - 18°) wordt via de bepalingen van de codex de link gelegd naar de 'meldingen'. In artikel 4 daarentegen worden de werken opgesomd waarvoor parkeerplaatsen en fietsenstallingen moeten worden aangelegd. Sommige van deze werken zijn meldingsplichtig. Dit betekent dat ook voor meldingen de verordening van toepassing is. Indien een aanvraag voor melding (bvb verbouwen van een woning in woongebied) niet in overeenstemming is met deze verordening, de melding niet correct is gebeurd en de werken eventueel kunnen worden stilgelegd. Voor de toepassing van deze verordening is het aan te bevelen de relatie tussen de verordening en de melding duidelijker te maken in deze verordening (cfr. artikel 3 de verhouding met de BPA's of RUP's werden gelegd).
- Artikel 2 - 19°: gelet op de hoogteverschillen in de gemeente: wanneer wordt een deels ondergrondse (bewoonbare) ruimte meegerekend als vloeroppervlakte?"
De mobiliteitsraad geeft een positief advies betreffende de parkeerverordening mits het aanbrengen van de kleine correcties. Het is een eerste kapstok om afdwingbare afspraken te hebben rond verplichtte oprit én om parkeerdruk op openbare ruimte in te perken."
Beoordeling advies mobiliteitsraad
Personen met een beperking en personen met een handicap.
Daarom is het college van oordeel dat het ontwerpbesluit op dit punt niet kan aangepast worden.
Het volledige document werd gescreend en de begrippen lengte en breedte werden correct gebruikt zodat ook hier geen aanpassingen nodig zijn.
Argumentatie
Het schepencollege wenst normen op te leggen inzake parkeren voor woningbouwprojecten om te voorkomen dat de parkeerdruk van private projecten wordt afgewenteld op het openbaar domein.
Het is wenselijk om voor het volledige grondgebied te beschikken over een geschikt instrument dat juridisch afdwingbaar is om deze materie beter te sturen. Een stedenbouwkundige verordening is het instrument bij uitstek om deze doelstelling te bereiken.
De toepassing van deze verordening zal bijdragen tot een verhoogde leefbaarheid en mobiliteit in de dorpskernen.
De beschikbaarheid van parkeerplaatsen onder de vermelde voorwaarden wordt niet enkel op het moment van de bouw gegarandeerd, maar ook bij latere verkoop.
Bijlagen
Besluit
19 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Jan Buysse, Tom Philips, Ludo Croonenberghs, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Ken Geyns, Karin Baudemprez, Roger De Muylder, Marc De Vlieger en Albert Mees
1 stem tegen: Wouter Fock
Artikel 1:
Het onderstaande ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg wordt definitief vastgesteld.
Ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg
Artikel 1. Algemeen
1° De vergunninghouder moet het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen, zoals bepaald in deze verordening, aanleggen bij het optrekken van nieuwe gebouwen, het uitvoeren van functiewijzigingen, het uitvoeren van herbouwingswerken, het uitvoeren van verbouwingswerken zoals bedoeld in artikel 4.2°, het opsplitsen van een woning of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigen, voor zover deze wijzigingen vergunningsplichtig of meldingsplichtig zijn.
2° Deze verordening is niet van toepassing op vergunningsplichtige en meldingsplichtige verbouwingswerken andere dan bedoeld in 4.2° op voorwaarde dat het aantal bestaande en aanwezige parkeerplaatsen niet verminderd wordt.
Artikel 2. Begrippen en definities
1° Aanleg van een parkeerplaats of fietsenstalling: Onder aanleg van een parkeerplaats of fietsenstalling wordt verstaan:
Indien na de periode van 27 jaar huur, erfpacht of recht van opstal de parkeerplaatsen nog niet in volle eigendom zijn gekomen dient deze periode verlengd te worden met opnieuw 27 jaar.
2° Bedrijfsoppervlakte: Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan: de som van de grondoppervlakte, ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in open lucht, en de vloeroppervlakte, gebruikt voor bedrijfsdoeleinden, in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren.
3° Bouwperceel: Het kadastraal perceel of de kadastrale percelen waarop de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft, binnen de bebouwingsmogelijkheden van het gewestplan, bijzonder plan van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan of verkavelingsplan.
4° Eengezinswoning: Elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, en waarin zich geen andere woningen bevinden.
5° Fietsenstalling: Een open of overdekte ruimte, voldoende uitgerust (bv. Klemmen, rekken, een steunmuur) voor het stallen van een fiets die voldoet aan de bepalingen van artikel 10.
6° Functiewijziging: Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed voor zover deze wijziging onderworpen is aan de vergunningsplicht.
7° Groepswoningbouw: Het gemeenschappelijk oprichten van woningen die een gemeenschappelijke werf hebben of fysisch of stedenbouwkundig met elkaar verbonden zijn.
8° Handelsruimte: Ruimte die in hoofdzaak gebruikt wordt voor het verkopen op gewone wijze, van goederen aan consumenten, zonder deze goederen een andere behandeling te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn.
9° Herbouwen: Een constructie volledig afbreken, of meer dan 40% van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande volume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructies een nieuwe constructie bouwen.
10° Meergezinswoning: Een gebouw waarin twee of meerdere woongelegenheden gelegen zijn, met uitzondering van woon- en zorgcentra, assistentiewoningen, enz.
11° Parkeerplaats: Een ruimte waar één autovoertuig kan worden geparkeerd, meer bepaald een gesloten garage, een garagebox of carport of een standplaats in een gesloten ruimte of in de open lucht daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en die voldoet aan de bepalingen van de artikelen 6 en 7 van deze verordening.
12° Assistentiewoning: Woongelegenheid met de mogelijkheid voor maximum twee bejaarde bewoners en/of bewoners met een handicap om beroep te doen op dienstverlening, en gelegen in een erkende groep van assistentiewoningen zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2012 betreffende de groepen van assistentiewoningen.
13° Sociale woning: Een sociale woning zoals bedoeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en latere wijzigingen.
14° Studio: Woonentiteit met een maximale bewoonbare vloeroppervlakte van 45 m2 waarin alle leeffuncties geïntegreerd zijn in één ruimte, behoudens het sanitair voor eigen gebruik, dat eventueel voorzien is in een aangrenzende aparte ruimte.
15° Uitbreiden: Het bestaand vergund of vergund geacht volume van een gebouw vergroten waarbij de uitbreiding fysisch één geheel vormt met het oorspronkelijk gebouw.
16° Verbouwen: Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden.
17° Vergunning: Stedenbouwkundige vergunning zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (of decreet omgevingsvergunning).
18° Vergunningsplichtige of meldingsplichtige werken: Handelingen zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald Titel 4 - Hoofdstuk 2 - Afdeling 1 (of decreet omgevingsvergunning).
19° Vloeroppervlakte: De vloeroppervlakte wordt berekend per bouwlaag, met inbegrip van de buitenmuren, met uitzondering van gemeenschappelijke traphallen, liften en technische ruimten, kelders, ondergrondse parkeergarages en overdekte buitenruimten. Vloeren onder het dak worden enkel meegerekend vanaf 1,80 m vrije hoogte begaanbare ruimte. Bijgebouwen worden niet meegerekend.
20° Woning / woongelegenheid: Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.
21° Zorgwonen: Een vorm van wonen waarbij voldaan is aan de voorwaarden zoals omschreven in de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening (of decreet omgevingsvergunning).
Artikel 3. Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Bertem. Wanneer voor een gebied binnen de gemeente een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan werd opgemaakt en deze andere normen opleggen, dan hebben deze voorrang op de bepalingen van deze verordening.
Artikel 4. Verplichting aanleg parkeerplaatsen en fietsenstallingen
De vergunninghouder is verplicht om het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen aan te leggen, zoals bepaald in deze verordening, en dit bij onderstaande vergunningsplichtige of meldingsplichtige werken:
1° Het bouwen of herbouwen van een gebouw
2° Het uitbreiden van een gebouw met meer dan 50 m² vloeroppervlakte.
3° Het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal woongelegenheden, tenzij het gaat om zorgwonen.
4° Het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging van een bebouwd onroerend goed.
De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de vergunning. Dit betekent dat de parkeerplaatsen en fietsenstallingen, nodig om te voldoen aan deze verordening, steeds aanwezig moeten blijven, ook na overdracht van de zakelijke rechten van de eigendom, en dit tot zolang de inrichting blijft bestaan waarvoor ze gelden. Ze mogen geen andere bestemming krijgen of voor iets anders gebruikt worden.
Artikel 5. Minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen en fietsenstallingen
1° Indien een gebouw opgesplitst wordt en/of een functiewijziging wordt uitgevoerd, gelden de minimumaantallen zoals in dit artikel bepaald voor het gehele gebouw.
2° Bij uitbreiding van een woning zijn de normen van toepassing voor het gehele gebouw.
3° Indien een niet-residentiële functie wordt uitgebreid met meer dan 50 m², gelden de normen voor het gehele gebouw.
4° Indien in een gebouw meerdere functies aanwezig zijn, wordt het minimaal vereiste aantal parkeerplaatsen bepaald per functie aan de hand van de oppervlakte ingenomen per functie. De som van het minimum aantal per functie geeft het totaal aantal te realiseren parkeerplaatsen.
5° Indien in een gebouw wonen en andere functies aanwezig zijn mag het minimaal vereiste aantal parkeerplaatsen voor het wonen verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen vereist voor de andere functies indien deze ook permanent opengesteld worden voor de bewoners.
6° De afmetingen en het aantal te voorziene parkeerplaatsen voor personen met een handicap moeten voldoen aan de bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid van 05/06/2009 en latere wijzigingen.
7° In onderstaande bepalingen worden de normen voor het minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen weergegeven. Hierbij moet steeds naar boven worden afgerond. Een parkeerplaats mag aanvullend als berging gebruikt worden, mits parkeren te allen tijde mogelijk blijft.
a) Eengezinswoningen:
b) Meergezinswoningen en groepswoningbouw, met uitzondering van studio’s:
c) Studio’s:
d) Sociale woningen:
e) Assistentiewoningen:
f) Warenhuizen/supermarkten:
g) Winkel/handel - cafés - kantoren - vrije beroepen:
h) Feestzalen, danszalen:
i) Autoherstelplaatsen, garages:
j) Kinderkribben:
Artikel 6. Locatie en inrichting van de parkeerplaatsen en fietsenstallingen
1° De te voorziene parkeerplaatsen en fietsenstallingen moeten worden aangelegd op het bouwperceel waarop het betreffende gebouw gelegen is. Autostaanplaatsen worden, waar dit technisch mogelijk en veilig is, bij voorkeur ondergronds aangelegd.
De fietsenstallingen moeten eenvoudig en veilig bereikbaar zijn vanaf de openbare weg en moeten bij voorkeur ingeplant worden op het gelijkvloerse niveau.
De aldus bestemde parkeerplaatsen kunnen geen andere bestemming krijgen zolang het hoofdgebouw niet op een andere wijze voldoet aan de opgelegde normen.
2° De parkeerplaatsen of fietsenstallingen moeten worden aangelegd op dat gedeelte van het bouwperceel dat, als gevolg van stedenbouwkundige of verkavelingsvoorschriften of de goede plaatselijke ruimtelijke ordening, voor bebouwing of verharding in aanmerking komt.
De goede plaatselijke ruimtelijke ordening mag niet in het gedrang worden gebracht.
Het bouwproject moet aangepast worden met het oog op de vermindering van de parkeerbehoefte wanneer men niet voldoende parkeerplaatsen kan inrichten zonder de goede plaatselijke ruimtelijke ordening te schaden.
3° Parkeerplaatsen voor personen met een handicap moeten zich zo dicht mogelijk bij de toegankelijke ingang van de constructie of bij de voetgangersuitgang van de parkeervoorziening bevinden.
Het oppervlak van de parkeerplaats voor personen met een handicap mag niet meer dan twee procent hellen.
Bij dwarsparkeren bedraagt de breedte van de aangepaste parkeerplaats minstens 3,50 m, bij langsparkeren bedraagt de lengte van de aangepaste parkeerplaats minstens 6 m en bij schuinparkeren wordt binnen de aangepaste parkeerplaats een rechthoek van minstens 3,50 m op minstens 6 m gegarandeerd.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is hier van toepassing.
Artikel 7. Minimale afmetingen en kenmerken parkeerplaatsen
Om in aanmerking te komen als parkeerplaats dient voldaan te worden aan volgende bepalingen:
De standplaats dient minimaal verhard te worden met grind, zodat ze niet verzakt.
Elke parkeerplaats dient afgebakend te worden met duurzame materialen. De parkeerplaatsen in open lucht dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen.
Artikel 8. Kenmerken en minimale breedte in- en uitrit naar parkeerplaatsen
Alle parkeerplaatsen moeten langs een gemeenschappelijke toegang op de openbare weg uitmonden, zonder dat ze daarbij bestaande parkeerplaatsen die gelegen zijn langs de gemeenschappelijke toegang isoleren. Dit is niet vereist voor parkeerplaatsen die bij dezelfde woning horen. Daar is het toegelaten dat één of meer auto’s moeten verplaatst worden om een parkeerplaats in te nemen of te verlaten.
De vereiste minimale breedte van de in- en uitrit is afhankelijk van de hoek tussen de parkeerplaats en de in- en uitrit:
Artikel 9. Hellende in- en uitritten
Conform de ministeriële omzendbrief van 10 september 1965 zijn er geen hellingen toegelaten in openbaar domein.
De maximale hellingsgraad van in- en uitritten wordt bepaald door de lengte van de hellingsbaan zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Lengte hellingsbaan | Hellingspercentage | |
| Aanbevolen | Maximaal |
5 m | 14% | 16% |
10 m | 14% | 16% |
15 m | 13% | 15% |
20 m | 12% | 14% |
25 m | 11% | 13% |
30 m | 10% | 12% |
35 m | 9% | 11% |
40 m | 8% | 10% |
45 m | 8% | 10% |
Hellingen moeten voldoende stroef zijn. Hellingsbanen zijn bij voorkeur recht, maar kunnen ook in ronde bochtvorm worden aangelegd. Bij sterk gekromde bochten moet rekening gehouden worden met voldoende doorzicht voor de bestuurder en met de breedte van de rijbaan.
Hellingen moeten een rijbaanbreedte van minimum 3 m tussen de kantstrepen hebben.
Artikel 10. Minimale afmetingen en kenmerken fietsenstallingen
De te voorziene fietsenstallingen moeten minimaal volgende afmetingen hebben:
De fietsenstalling moet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf het openbaar domein, d.w.z. zonder door woon- of kantoorgedeelten te gaan. De vrije breedte van de toegangsweg tot de fietsenstalling moet minimum 0,90 m bedragen.
Standplaatsen in open lucht moeten verhard worden met waterdoorlatende materialen en voorzien worden van fietsparkeervoorzieningen die het veilig stallen van de fietsen toelaten.
Artikel 11. Bepalen van het aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen
Ten einde de omvang van de verplichtingen van deze verordening te kunnen bepalen wordt volgende procedure gevolgd:
1° Plannen
Op basis van de ingediende plannen van de aanvraag wordt berekend hoeveel parkeerplaatsen en fietsenstallingen er volgens de verordening moeten voorzien worden.
Op de grondplannen die bij de vergunningsaanvraag zijn gevoegd, worden de parkeerplaatsen en fietsenstallingen aangegeven met het aantal genummerde rechthoeken die voldoen aan de minimale afmetingen opgenomen in deze verordening. Tevens worden de toegangen met hun afmetingen duidelijk aangeduid.
2° Vergunning
Het aantal te voorziene parkeerplaatsen en fietsenstallingen wordt in de vergunning opgenomen.
3° Verkoop - verhuur
Eengezinswoningen, woongelegenheden in meergezinswoningen, studio's en sociale woningen, zoals bedoeld in artikel 5., 7°, a), b), c) en d) van deze verordening, en die vergund zijn na de inwerkingtreding van deze verordening, mogen niet verkocht of verhuurd worden zonder het vereiste en eraan verbonden aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen.
Voor een sociale woning, zoals bedoeld in artikel 5., 7°, d) van deze verordening, geldt hierbij een minimum van 1 parkeerplaats en 2 fietsenstallingen per woongelegenheid.
Artikel 12. Afwijkingen
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om, in uitzonderlijke omstandigheden, een afwijking toe te staan op de bepalingen van deze verordening.
Deze uitzonderlijke omstandigheden moeten te maken hebben met de staat en de mogelijkheden van het bouwperceel en de goede plaatselijke ruimtelijke ordening. Een afwijking moet uitvoerig worden gemotiveerd.
Artikel 13. Strafbepalingen
De overtredingen op deze verordening worden behandeld overeenkomstig de handhavingsmaatregelen bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (Decreet Omgevingsvergunning).
Artikel 2:
Deze definitief vastgestelde stedenbouwkundige verordening wordt voor goedkeuring overgemaakt aan de deputatie van Vlaams-Brabant.
Zitting van 26 april 2016
HUISVESTINGPROJECT 'T BLOK. KENNISNAME TOEWIJZINGSVOORWAARDEN KOOPWONINGEN DOOR ELK ZIJN HUIS.
Mededeling
Op 16 maart 2016 besliste de raad van bestuur van Elk Zijn Huis om de 4 koopwoningen in huisvestingsproject 't Blok toe te wijzen volgens de algemene Vlabinvest-voorwaarden aangevuld met specifieke voorrangsregels.
Algemene voorwaarden
De kandidaten moeten aan de gebruikelijke Vlabinvest-voorwaarden met betrekking tot de maatschappelijke, socioculturele en/of economische band met Vlabinvest-werkgebied voldoen.
Basisvoorwaarden
• Meerderjarig zijn
• Ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister
• Aan de inkomensvoorwaarden voldoen
• Aan de eigendomsvoorwaarden voldoen.
Inkomensvoorwaarden
Voor Vlabinvest zijn andere (hogere) inkomensgrenzen dan deze voor sociale koopwoningen van toepassing.
Het inkomen dat in aanmerking wordt genomen, is de som van:
• de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten
• de niet-belastbare vervangingsinkomsten van alle gezinsleden van de kandidaat.
Er wordt daarbij gekeken naar het inkomen van het derde jaar vóór de toewijzing van de huurwoning of de ondertekening van de verkoopsovereenkomst.
Dat inkomen wordt vervolgens geïndexeerd. In 2016 wordt er bijvoorbeeld gekeken naar het inkomen van 2013, dat dan geïndexeerd wordt volgens de gezondheidsindex van 2016.
• Kopen
º Alleenstaande zonder persoon ten laste: 44 498 euro
º Alleenstaande met ernstige handicap: 48 543 euro
º Anderen: 64 725 euro
º Per persoon ten laste wordt de inkomensgrens verhoogd met 4045 euro
º Kandidaten moeten een minimuminkomen hebben van 10 113 euro.
De hierboven vermelde bedragen zijn de geïndexeerde bedragen die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2016.
Eigendomsvoorwaarden
• Geen bouwgrond of woning 100% in volle eigendom hebben
• Geen woning of bouwgrond 100% in vruchtgebruik hebben
• Geen zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van een vennootschap zijn waarin een woning of bouwgrond is ingebracht
Specifieke voorrangsregeling EZH
• Er wordt een nieuw inschrijvingsregister geopend voor Vlabinvest kandidaat-kopers specifiek met betrekking tot het project 't Blok
• De opening van dit register wordt bekendgemaakt:
º door publicatie op de website van de provincie Vlaams-Brabant, van Vlabinvest, van de gemeente Bertem en de direct aangrenzende gemeenten en van Elk zijn Huis cvba. Vervolgens door publicatie in de gemeentelijke en provinciale infobladen van voornoemde gemeenten.
º bij de kandidaat-kopers vandaag ingeschreven in het algemeen Vlabinvest-register bij Elk zijn Huis cvba door middel van een aangetekend schrijven.
• Vervolgens eveneens bij de kandidaat-kopers geregistreerd voor sociale koop onder het overdrachtenbesluit door een schrijven.
• Bij toewijzing wordt voorrang verleend aan:
º de kandidaten die een Vlabinvest erkenning met voorrang verkregen hebben van de daartoe bevoegde commissie
º met voorrang in eerste rangorde voor die kandidaten die op het moment van toewijzing ofwel 10 jaar onafgebroken gewoond hebben in de gemeente Bertem ofwel drie jaar wonen in de gemeente Bertem. Beide voorwaarden krijgen een gelijk gewicht toebedeeld en geven hierdoor geen bijzondere voorrang aan de kandidaat-kopers die tegelijkertijd aan die voorwaarden voldoen.
º Vervolgens wordt in tweede rangorde voorrang verleend aan die kandidaten die op het moment van toewijzing drie jaar wonen in de direct aanpalende buurgemeenten Huldenberg, Tervuren en Kortenberg.
º in eenzelfde rangorde wordt voorrang verleend in chronologische volgorde van inschrijving zoals blijkt uit het Vlabinvest inschrijvingsnummer toegekend door de daartoe bevoegde commissie.
• Er wordt geen rangverhoging toegekend op basis van rationele bezetting, bv. voor gezinnen.
• De inschrijving is definitief na betaling van een inschrijvingsgeld van 50 euro.
Vlabinvest heeft zich op 10 maart 2016 akkoord verklaard met deze specifieke voorrangsregeling.
Verbintenissen en voorwaarden
• Persoonlijke bewoningsplicht van 20 jaar door de koper
• Vervreemdingsverbod en anti-speculatie beding gedurende 20 jaar
• Wederinkooprecht
• Contractueel voorkooprecht
• Hypothecair mandaat voor verkopers en verbod bezwaren woning met hypotheek gedurende 20 jaar door de koper
• Woningen hebben residentieel karakter
• Van rechtswege ontbinding overeenkomst bij niet-naleving voorwaarden
Huur sociale- en Vlabinvestwoningen
Volgens de gebruikelijke systemen die weergegeven zijn op de website van Elk Zijn Huis.
Zitting van 26 april 2016
RETRIBUTIES. GOEDKEURING AANGEPAST RETRIBUTIEREGLEMENT UITVOERING VAN WERKEN TEN LASTE VAN DERDEN.
Voorgeschiedenis
• De gemeenteraad keurde op 2 april 2013 een retributiereglement voor werken ten laste van derden goed.
• Brief van Agentschap voor Binnenlands Bestuur van 13 juni 2013 met opmerkingen over de goedgekeurde belastings- en retributiereglementen.
• De gemeenteraad keurde op 22 oktober 2013 een aangepast retributiereglement voor werken ten laste van derden goed.
• Brief van Agentschap voor Binnenlands Bestuur van 24 februari 2016 met opmerkingen over de administratiekost (in het bijzonder voor sluikstorting) opgenomen in het reglement van 22 oktober 2013.
Juridische gronden
Adviezen
• Gunstig advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 22 april 2016
Argumentatie
De gemeentediensten worden ingezet voor werken ten laste van derden o.m. bij beschadiging van het openbaar domein, veiligstellen van gevaarlijke toestanden ontstaan door derden of nalatigheid van derden, opruiming van verloren lading, wegnemen signalisatie, verwijderen overhangende takken op het openbaar domein, opruimen sluikstortingen, enz.
De kosten die de gemeente moet maken om dit soort problemen, meestal als gevolg van fouten, in gebreke blijven of nalatigheid van de veroorzaker, op te lossen, kunnen niet worden verhaald op de gemeenschap.
Voor een correcte berekening van onkostennota’s bij dat soort werken dient een vooropgestelde prijs gehanteerd te worden voor manuren, draaiuren met machines, verwerkingskosten, kosten klein materiaal, enz.
Het gemeentebestuur moet niet alleen technische, maar ook administratieve prestaties leveren om deze werken ten laste van derden te organiseren, zoals het uitvoeren van een plaatsbezoek, het nemen van foto's, het opvragen van offertes, het opmaken van een bestek, het opmaken van een bestelbon, het opmaken van een factuur...
Op 1 juli 2012 trad protocol nr. 7 bij het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden in werking. Artikel 4 van dit protocol formuleert het 'non bis in idem' beginsel: "Niemand wordt opnieuw berecht of gestraft in een strafrechtelijke procedure binnen de rechtsmacht van dezelfde Staat voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds onherroepelijk is vrijgesproken of veroordeeld overeenkomstig de wet van het Strafprocesrecht van die Staat."
Het 'non bis in idem' beginsel verzet zich niet tegen het bestaan van verschillende sanctioneringsmogelijkheden (strafrechtelijk en administratiefrechtelijk) naast elkaar, maar wel tegen de cumulatieve toepassing van deze sancties voor dezelfde feiten en eenzelfde persoon.
Alle kosten die de effectieve kosten voor bv. het opruimen van de gesluikstorte goederen te boven gaan, worden aanzien als een bijkomende sanctie en zullen dus niet getolereerd worden door de hogere overheid.
Het retributiereglement van 22 oktober 2013 wordt inhoudelijk hernomen, maar met weglating van alle kosten die de effectieve kosten te boven gaan.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Vanaf 27 april 2016 wordt ten bate van de gemeente een retributie geheven op het uitvoeren van werken ten laste van derden.
Artikel 2:
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
• uurloon arbeiders: 40 euro/uur
• uurloon administratief bediende: 50 euro/uur
• voertuigen met bestuurder (bestelwagens, tractor met toebehoren, klepelmaaier, vrachtwagen, graaf/laadcombinatie....): 80 euro/uur
• klein materieel (luchtcompressor, waterpomp, stroomgroep...): 15 euro/uur
• stort-, verwerkings- en milieukosten: volgens de overeenkomst met de verwerker
• andere kosten: volgens kostprijs aangerekend door de leverancier aan de gemeente.
Artikel 3:
Voor elke tussenkomst wordt de reëel gepresteerde tijd aangerekend.
Artikel 4:
De retributie is verschuldigd door de aanvrager of door diegene die de oorzaak is van de noodzakelijke inzet van personeel en materieel.
Artikel 5:
De retributie is invorderbaar onmiddellijk na uitvoering van de werken en op voorlegging van een invorderingsstaat.
Artikel 6:
Het retributiereglement van 22 oktober 2013 voor werken ten laste van derden wordt opgeheven vanaf 27 april 2016.
Zitting van 26 april 2016
RETRIBUTIES. AANPASSING KOSTPRIJS VOOR AFGEVOERDE TITELS UIT DE BIBLIOTHEEKCOLLECTIE.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
a) nieuwe boeken of audiovisuele materialen (niet ingevoerd in de catalogus): 5 euro
b) boeken of audiovisuele materialen in heel goede staat (geen scheuren/plekken, geen loszittende of ontbrekende bladen/kaft, geen krassen, geen aantekeningen): 1 euro
c) alle andere werken (andere dan a of b): 0,50 euro.
Juridische gronden
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belastings- en retributiereglementen, vast.
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
Adviezen
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
0703/70200000 1419/002/001/010/001 | € 3500 | € 500 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De verkoopprijs voor afgevoerde werken in de bibliotheek wordt als volgt vastgesteld:
a) nieuwe boeken of audiovisuele materialen (niet ingevoerd in de catalogus): 5 euro
b) boeken of audiovisuele materialen in heel goede staat (geen scheuren/plekken, geen loszittende of ontbrekende bladen/kaft, geen krassen, geen aantekeningen): 1 euro
c) alle andere werken (andere dan a of b): 0,50 euro.
Artikel 2:
De betaling gebeurt contant aan de kassa van het bibliotheekfiliaal.
Artikel 3:
Het retributiereglement van 24 juni 2014 over de vaststelling van de kostprijs voor afgevoerde titels uit de bibliotheekcollectie wordt opgeheven.
Artikel 4:
Dit retributiereglement treedt in werking vanaf 1 mei 2016.
Zitting van 26 april 2016
PATRIMONIUM. GOEDKEURING GEBRUIKSOVEREENKOMSTEN CHIROLOKALEN BERTEM EN JEUGDHUIS BERTEM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
De gemeente Bertem is eigenaar van de jeugdlokalen (Chirolokalen en Jeugdhuis) gelegen aan de Sint-Franciscusberg in Bertem. Deze jeugdlokalen worden deels ter beschikking gesteld aan vaste en losse gebruikers. Van de eigenaar wordt verwacht dat hij zijn eigendom als een goede huisvader beheert. Het is daarom nodig om de concrete richtlijnen over het gebruik van de Chirolokalen en het Jeugdhuis in gebruiksovereenkomsten op te nemen.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de bijgevoegde gebruiksovereenkomsten van de Chirolokalen in Bertem en het Jeugdhuis in Bertem goed.
Zitting van 26 april 2016
PATRIMONIUM. AANPASSING HUISHOUDELIJK REGLEMENT CHIROLOKALEN LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Volgens het gelijkheidsbeginsel worden de bestaande huishoudelijke reglementen voor de Chirolokalen op elkaar afgestemd.
Volgende aanpassingen zijn nodig:
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de bijgevoegde gebruiksovereenkomst Chirolokalen Leefdaal goed.
Artikel 2:
Deze gebruiksovereenkomst vervangt het huishoudelijk reglement van de Chirolokalen Leefdaal.
Karin Baudemprez Leonard Vranckx Jan De Keyzer Ludo Croonenberghs Albert Mees Joris Fonteyn Herman Ginis Wouter Fock Greet Goossens Joery Verhoeven Ken Geyns Joël Vander Elst Eddy Vranckx Roos De Backer Yvette Laes Tom Philips Dirk Stoffelen Jan Buysse Kristien Van Essche Roger De Muylder Marc Morris Marc De Vlieger Karin Baudemprez Leonard Vranckx Jan De Keyzer Ludo Croonenberghs Albert Mees Joris Fonteyn Herman Ginis Wouter Fock Greet Goossens Joery Verhoeven Ken Geyns Joël Vander Elst Roos De Backer Yvette Laes Tom Philips Jan Buysse Kristien Van Essche Roger De Muylder Marc Morris Marc De Vlieger Jan De Keyzer Yvette Laes Herman Ginis Greet Goossens Ken Geyns Joël Vander Elst Roger De Muylder Wouter Fock Jan Buysse Leonard Vranckx Marc Morris Albert Mees Joery Verhoeven Roos De Backer Tom Philips Marc De Vlieger Karin Baudemprez Ludo Croonenberghs Joris Fonteyn Kristien Van Essche aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 26 april 2016
MOBILITEITSPLAN. DEFINITIEVE VASTSTELLING GEMEENTELIJK MOBILITEITSPLAN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Het bestaande mobiliteitsplan moet worden geactualiseerd conform de principes vastgesteld in het Vlaamse mobiliteitsdecreet.
Na de voorafgaande fases (sneltoets, verkenningsnota, uitwerkingsnota) en adviesronden worden alle nieuwe inzichten nu samengebald in een volledig nieuw mobiliteitsplan.
Bijlagen
Besluit
15 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Jan Buysse, Tom Philips, Leonard Vranckx, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Ken Geyns, Wouter Fock, Roger De Muylder en Albert Mees
5 onthoudingen: Ludo Croonenberghs, Kristien Van Essche, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Marc De Vlieger
Motivatie onthouding Joris Fonteyn: Het mobiliteitsplan somt de problemen op, maar reikt weinig oplossingen aan:
- De voorrangsregeling van Blokkenstraat en Neerijsesteenweg t.o.v. de Dorpstraat bevordert sluipverkeer vanuit andere gemeenten.
- Het verkeer in de smalle straten in de dorpskernen is onveilig voor fietsers en voetgangers, maar het plan bestendigt die bestaande toestand, zonder alternatieven te onderzoeken.
- Fietspaden zijn te smal, in slechte toestand en onveilig.
- Parkeerproblematiek: weinig parkeerplaatsen, o.a. voor handelaars, en onvoldoende signalisatie.
- Weinig controle.
Artikel 1:
Het bijgevoegde gemeentelijk mobiliteitsplan wordt definitief vastgesteld.
Artikel 2:
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het gemeentelijk mobiliteitsplan treedt in werking 14 dagen na de bekendmaking ervan.
Zitting van 26 april 2016
STUDIEOPDRACHT VOOR DE OPMAAK VAN DE STARTNOTA EN PROJECTNOTA, HET ONTWERP EN DE OPVOLGING VAN DE AANLEG FIETSPADEN BOSKEE. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, GUNNINGSWIJZE EN UIT TE NODIGEN FIRMA'S.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
De aanleg van fietspaden in de Boskee komt in aanmerking voor subsidies van het fietsfonds. De provincie heeft een reglement uitgewerkt voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van fietsinfrastructuur op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Met dit reglement wil de provincie de aanleg van kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur stimuleren om te komen tot een samenhangend bovenlokaal fietsroutenetwerk voor functionele verplaatsingen.
De Boskee is, net als de Neerijse steenweg, gelegen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Ook in de Neerijse steenweg wordt werk gemaakt van de aanleg van nieuwe fietspaden. Door deze 2 dossiers wordt een missing link in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk weggewerkt.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
1419/002/003/001/002 0200/22400007 | € 553 401,59 | € 553 401,59 | € 43 439 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het bestek met nr. T865.12/247 en de raming voor de opdracht “Aanstellen van studiebureau voor opmaak startnota en projectnota, ontwerp en opvolging van de aanleg fietspaden Boskee”, opgesteld door de dienst openbare werken, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 35 900 euro excl. btw of 43 439 euro incl. 21% btw.
Artikel 2:
De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Artikel 3:
Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
• Tractebel, Ilgatlaan 23 te 3500 Hasselt;
• Quadrant, Dorpsstraat 202 te 3078 Kortenberg;
• Sweco Belgium NV, Arenbergstraat 13 bus 1 te 1000 Brussel;
• Stabo Cv, Tiensevest 132 te 3000 Leuven;
• Talboom bvba, A. Meermansdreef 1 te 2870 Puurs.
Artikel 4:
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 2 juni 2016 om 12 uur.
Artikel 5:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2016, op begrotingsartikel 1419/002/003/001/002 0200/22400007.
Zitting van 26 april 2016
KLACHTENMANAGEMENT. KENNISNAME RAPPORT MELDINGEN EN KLACHTEN 2015.
Juridische gronden
Bijlagen
• Rapport meldingen en klachten 2015
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van het rapport meldingen en klachten 2015.
Zitting van 26 april 2016
VRAGENKWARTIERTJE.
Bespreking
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.