Zitting van 24 oktober 2017
ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 26 september 2017 goed.
Zitting van 24 oktober 2017
LEEGSTANDSREGISTER EN BELASTING LEEGSTAND. GOEDKEURING OPNAME VAN GEBOUWEN EN WONINGEN IN HET LEEGSTANDSREGISTER EN HEFFINGSREGLEMENT.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
artikel 42: de gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast
artikel 43, §2, 15°: de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen
artikel 186: reglementen en verordeningen worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website
artikel 187: de reglementen en verordeningen treden in werking de vijfde dag na de bekendmaking tenzij anders bepaald is
artikel 253: een kopie van besluiten van de gemeenteraad over belastingen en retributies worden binnen de 20 dagen na het besluit verzonden naar de provinciegouverneur
Volgens dit decreet zijn gemeenten vanaf 1 januari 2010 verplicht een register van leegstaande gebouwen en woningen bij te houden (leegstandsregister) en zijn de gemeenteraden autonoom gemachtigd tot het heffen van een leegstandsheffing op gebouwen en woningen die zijn opgenomen in het leegstandsregister.
Hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek zijn van toepassing voor zover dit niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreft.
Argumentatie
Het is wenselijk dat de beschikbare woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente ook als dusdanig worden gebruikt. De langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet worden voorkomen en bestreden omdat leegstaande woningen en gebouwen o.m. leiden tot verloedering.
De strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen zal een effect hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook leidt tot een effectieve belasting op langdurige leegstand. De belasting dient voldoende hoog en effectief te zijn om de eigenaars van leegstaande woningen en gebouwen aan te zetten tot het nemen van de nodige maatregelen om een einde te maken aan de leegstand.
Met het instellen van dit reglement wenst de gemeente Bertem een effectief instrument te creëren om langdurige leegstand te voorkomen en te bestrijden. Er zijn uitzonderingen voorzien waarbij rekening wordt gehouden met sociale omstandigheden en met bepaalde vormen van overmacht.
Tot op heden werd langdurige leegstand onderworpen aan een belasting met een vast tarief van 1250 euro.
Op basis van 6 opeenvolgende jaren van opnames in het leegstandsregister kan worden vastgesteld dat ongeveer 25 procent van de leegstaande woningen worden gesloopt of gerenoveerd om opnieuw op de huur- of verkoopmarkt aan te bieden. Het grootste deel van de woningen blijft echter in het leegstandsregister staan. Daarom wordt in dit belastingreglement gewerkt met gedifferentieerde tarieven waarbij de heffing wordt verhoogd naarmate de leegstand langer duurt.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/002/003/002/006 73740000/0020 | € 15 000 | € 15 000 |
Besluit
eenparig
Artikel 1: Begripsomschrijving
Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement het grond- en pandendecreet wordt genoemd.
In dit reglement wordt verstaan onder:
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2.2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Hoofdstuk 1. De opname in het leegstandsregister
Artikel 2: leegstandsregister
§ 1. de gemeente houdt een leegstandsregister bij.
Een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.
Een gebouw dat of een woning die is geïnventariseerd als verwaarloosd, kan eveneens worden opgenomen in het leegstandsregister, en omgekeerd.
Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.
§2. In het register worden de volgende gegevens opgenomen:
Artikel 3: Wijze van opname
§1. De door IGO div met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.
§3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van twee of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:
Artikel 4. Kennisgeving van de opname in het leegstandsregister
De zakelijk gerechtigde(n) wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:
Artikel 5. Beroep tegen de opname in het leegstandsregister
§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na de kennisgeving van de opname vermeld in artikel 4, kan de zakelijk gerechtigde bij het college beroep indienen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt ingediend per beveiligde zending. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal de volgende gegevens bevatten:
Als datum van indiening van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.
Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
§2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een nieuw of aangepast beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.
§3. Van het beroepschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van het beroepschrift.
§4. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:
§5. Het college onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een onderzoek ter plaatse, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaand belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het onderzoek ter plaatse.
§6. Het college doet uitspraak over het beroep en stelt de indiener per beveiligde zending in kennis van de uitspraak binnen een termijn van negentig dagen. Deze termijn gaat in op de dag na de ontvangst van het beroepschrift.
Als het college het beroep gegrond acht of nalaat binnen bovengenoemde termijn kennis te geven van de beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname.
§7. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.
Artikel 6. Schrapping uit het leegstandsregister
§1. IGO div schrapt het gebouw of de woning uit het leegstandsregister als deze volledig is gesloopt en alle puin van het perceel is verwijderd. Als datum van schrapping geldt de datum van ontvangst van het verzoek tot schrapping.
§2. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie.
De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik moet bewezen worden door o.a. de inschrijving in de bevolkingsregisters en/of na een onderzoek ter plaatse.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1 aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. IGO div stelt deze aanwending vast via administratieve data en/of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.
§3. Voor de schrapping richt de zakelijk gerechtigde een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan IGO div via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:
Als datum van het verzoek wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.
IGO div neemt een beslissing binnen een termijn van negentig dagen na de ontvangst van het verzoek en stelt de verzoeker schriftelijk in kennis van haar beslissing.
§4. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.
Hoofdstuk 2: De belasting
Artikel 7. Belasting op leegstaande woningen en gebouwen
§1. Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.
§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat het gebouw of de woning gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.
Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Artikel 8. Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.
§2. Als er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn deze hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld, dat wil zeggen dat het volledige bedrag van de belasting bij een van hen kan worden opgeëist.
§3. Bij overdracht van het zakelijk recht, moeten de overdrager en de notaris de verkrijger in kennis stellen van de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister. Daarnaast moet de overdrager van het zakelijk recht de gemeente per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen, en dit binnen één maand na het verlijden van deze akte.
De kopie bevat minstens de volgende gegevens:
Als de overdrager van het zakelijk recht nalaat deze kennisgeving te doen, wordt hij, in afwijking van §1 als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting na de overdracht.
Artikel 9. Tarief van de belasting
§1.
1250 euro voor een leegstaand gebouw of leegstaande woning
1250 euro voor een leegstaand gebouw of leegstaande woning
2500 euro voor een leegstaand gebouw of leegstaande woning
5000 euro voor een leegstaand gebouw of leegstaande woning
§2.
aanslagjaar 2017: 1250 euro volgens het reglement van 17 december 2013
aanslagjaar 2018: 1250 euro
aanslagjaar 2019: 2500 euro
vanaf 2020 en verder: 5000 euro.
Artikel 10. Vrijstellingen
§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij het college. De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 (persoonsgebonden vrijstellingen) of §4 (objectgebonden vrijstellingen), dient hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen bij het college.
§2. De vrijstelling dient te worden aangevraagd voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na de opnamedatum. Een vrijstelling kan worden toegekend vanaf de datum van aanvraag, tenzij anders aangegeven. Eens de verjaardag van de opnamedatum is verlopen, kan worden overgegaan tot het invorderen van de belasting. In dit stadium kan voor de voorbije termijn geen vrijstelling meer worden aangevraagd, maar kan er enkel nog bezwaar worden ingediend overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 13.
§3. Van de belasting zijn vrijgesteld:
§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning:
De zakelijk gerechtigde geeft toestemming om de werken ter plaatse te controleren. Het college kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om één jaar te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse Wooncode.
Deze vrijstelling geldt voor een periode van één jaar volgend op de startdatum van de werken en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar voor telkens één jaar. Een eerste en tweede verlenging dient te worden aangevraagd voor het verstrijken van de lopende vrijstelling. De aanvrager voegt bij de verlengingsaanvraag:
In geval het opgegeven tijdschema van uitvoering van de werken niet meer realiseerbaar is moet een verantwoording waaruit blijkt dat de werken niet konden worden afgerond en een aangepast tijdsschema worden voorgelegd.
§ 5. de vrijstelling voor 'renovatie of sloping met een stedenbouwkundige vergunning' kan niet gecumuleerd worden met de vrijstelling 'renovatie of sloping zonder stedenbouwkundige vergunning'. De zakelijk gerechtigde kan slechts één van deze twee vrijstellingen aanvragen.
§ 6. Uitsluitend de onder § 3 en § 4 genoemde vrijstellingen worden toegepast.
§ 7. De onder § 3 en § 4 genoemde vrijstellingen hebben geen invloed op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister. De anciënniteit van opname blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de belasting zal worden berekend op basis van de opnamedatum.
Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn en er aan één van de zakelijk gerechtigden een vrijstelling wordt verleend, geldt de vrijstelling voor alle zakelijk gerechtigden, zelfs al hebben deze anderen hiertoe geen aanvraag ingediend.
Artikel 11. Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college.
Artikel 12. Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 13. Bezwaar
De belastingplichtige kan per beveiligde zending bezwaar indienen tegen de aanslag bij het college.
Het bezwaar moet ondertekend zijn en moet minimaal de volgende gegevens bevatten:
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van het bezwaarschrift.
Artikel 14. Toepasselijke regelgeving
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 15. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2018.
Artikel 16. Opheffing
Het reglement van 24 april 2012 op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand en het reglement van 17 december 2013 over de heffing op gebouwen en woningen opgenomen in het leegstandsregister worden opgeheven op 1 januari 2018.
Zitting van 24 oktober 2017
STRAATNAMEN. PRINCIPIËLE BESLISSING TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN NIEUWE STRAATNAAM VOOR DE WEG ONTSTAAN DOOR EEN VERKAVELING LANGSHEEN DE BUURTWEG NR. 15 TUSSEN VLIEGUIT EN EKSTERENBERG.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
De nieuwe weg die door de verkavelaar aangelegd zal worden, zal toegang verschaffen tot verschillende bouwpercelen en zal een openbaar karakter krijgen. Daarom is het noodzakelijk om deze weg een straatnaam te verlenen.
Op basis van historisch onderzoek blijkt dat er voor de plaats van de verkaveling drie plaatsnamen in aanmerking kunnen komen: Haenselberch of Hoenselberch, Hulsterberch en Exter(en)bergh.
Momenteel zijn in de woonzone die begrensd wordt door Dorpstraat, Vlieguit, buurtweg 15 (Molswegel) en Eksterenberg, twee van deze drie plaatsnamen reeds in gebruik als straatnaam, nl. Hulsterberg en Eksterenberg.
Door het derde toponiem, Haanselberg, in een moderne spelling te gebruiken in die woonzone, worden de drie in aanmerking komende historische toponiemen verenigd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad verleent principieel zijn akkoord om de naam 'Haanselberg' te geven aan de nieuwe verkavelingsweg tussen Vlieguit en Eksterenberg die aansluiting zal geven op de Eksterenberg.
Artikel 2:
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het instellen van het openbaar onderzoek en het voeren van de procedure overeenkomstig het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.
Artikel 3:
De raad verzoekt het college van burgemeester en schepenen om advies te vragen aan de gemeentelijke cultuurraad.
Zitting van 24 oktober 2017
BIBLIOTHEEKREGLEMENT. AANVULLING ROND UITLENEN VAN E-BOEKEN EN E-READERS.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
De bibliotheeksector bevindt zich in een wijzigende context. Dit voorjaar heeft de bibliotheekregio Leuven, waartoe bib Bertem behoort, gezamenlijk beslist om, na het mislukte e-boekenproject van Cultuurconnect, een eigen e-boekenproject op te starten. Er werd een projectaanvraag ingediend bij de provincie Vlaams Brabant om dit financieel te ondersteunen. Dit werd op 9 februari 2017 goedgekeurd door de deputatie. Sinds 1 juli 2017 biedt de bibliotheek een 50-tal e-boeken en 5 e-readers aan de bibliotheekgebruikers aan. Aangezien het uitlenen en gebruik van e-boeken en e-readers momenteel niet opgenomen is in het bestaande uitleenreglement, dient er een aanpassing te gebeuren. Vooral op het vlak van auteursrechten (verspreiden van e-boeken) zou de ontlener moeten gewezen kunnen worden op zijn verantwoordelijkheid.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het uitleenreglement voor e-boeken en e-readers, zoals vermeld in artikel 2, wordt goedgekeurd.
Artikel 2:
Algemene voorwaarden
1. Om een e-reader of e-boeken te ontlenen, moet je lid zijn van de bibliotheek van Bertem.
2. De lener ondertekent een kopie van dit uitleenreglement de eerste maal dat hij een e-boek of een e-reader uitleent van de bibliotheek van Bertem en verbindt zich daarmee tot het naleven van dit reglement elke keer dat hij gebruik maakt van deze service.
3. De lener krijgt bij de eerste ontlening een kopie van dit uitleenreglement.
Uitleenvoorwaarden e-reader
4. Voor het reserveren van een e-reader van de bib, betaal je de gewone reservatiekost van € 1.
5. Het afhalen en terugbrengen van een e-reader kan enkel aan de onthaalbalie.
6. De e-reader mag nooit in de inleverbus gestoken worden. Bij het terugbrengen zal een medewerker de e-reader controleren op schade en ongeoorloofd gebruik (zie gebruiksvoorwaarden).
7. De uitleentermijn is dezelfde als alle andere materialen van de bibliotheek en bedraagt 4 weken of 28 dagen. De uitleentermijn kan één keer verlengd worden, maar enkel als er geen reservaties zijn.
8. Bij verlies of beschadiging van de e-reader en/of beschermhoes wordt het volledige aankoopbedrag van deze materialen aan de lener aangerekend.
Uitleenvoorwaarden e-boeken
9. Een e-boek kan, net zoals een gewoon boek, gereserveerd worden via de catalogus en Mijn Bibliotheek, of aan de onthaalbalie.
10. Een e-boek kan uitgeleend worden op een toestel van de bibliotheek (indien beschikbaar), ofwel op een e-reader van de bibliotheekgebruiker.
11. De bibliotheekmedewerker zet de gewenste e-boeken, indien ze beschikbaar zijn, op de e-reader van de bibliotheek of op die van de klant.
12. Het uitlenen van e-boeken valt onder het normale uitleenreglement van de bibliotheek.
13. Het afhalen en terugbrengen van e-boeken kan enkel aan de onthaalbalie.
14. E-boeken die ontleend werden met een persoonlijke e-reader worden, zoals de normale boeken, teruggebracht binnen de toegestane uitleentermijn en op de e-reader waarop ze ontleend werden. Ze zullen dan verwijderd worden door het bibliotheekpersoneel. Enkel dan kunnen ze van de kaart van de klant afgeboekt worden.
15. Bij het te laat inleveren van de e-boeken worden de normale boetetarieven van de boeken gehanteerd (zie uitleenreglement bibliotheek).
16. Het kopiëren en verwijderen van e-boeken van de bibliotheek van Bertem op de persoonlijke e-reader van de gebruiker, is niet toegestaan.
Gebruiksvoorwaarden e-reader bibliotheek Bertem
17. De lener ontvangt de e-reader volledig opgeladen en in goede staat. De e-reader wordt steeds uitgeleend in een hoes en blijft tijdens de hele leenperiode in deze hoes, om schade te voorkomen.
18. Het is niet toegestaan om de e-reader door te geven aan derden. De lener blijft verantwoordelijk voor de e-reader.
19. De lener behandelt de e-reader met zorg.
20. De geleende e-reader mag enkel gebruikt worden voor het lezen van e-boeken die door bibliotheek van Bertem op het toestel werden gezet.
De lener verbindt er zich toe dit reglement na te leven, door zich hieraan te houden, respecteert hij de regelingen rond auteursrechten en leenrechten.
De lener krijgt bij ondertekening van dit reglement een kopie.
Zitting van 24 oktober 2017
PARTICIPATIE BURGER. KENNISNAME ONTSLAG EN VERVANGING LID BIBLIOTHEEKRAAD.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 30 april 2013 over de oprichting en samenstelling van de bibliotheekraad
• Raadsbesluit van 24 december 2013 over de kennisname van de kandidaten en de goedkeuring van de samenstelling van de bibliotheekraad
• E-mail van 4 mei 2017 van Linda Vanderstappen waarin zij haar ontslag, omwille van pensionering, uit de bibliotheekraad meedeelt.
• E-mail van 13 september 2017 van Tine Devriese, directeur van GBS 't Zonneveld, waarin zij Lies Van Rossen voorstelt als vervangster.
Feiten en context
• De bibliotheekraad is volgens optie 9b van het Cultuurpact samengesteld, wat impliceert dat er zowel een vertegenwoordiging van de inrichtende macht als een afvaardiging van de gebruikers in zetelt.
• De vertegenwoordiging van de inrichtende macht gebeurt op basis van het aantal leden dat elke fractie telde op het ogenblik van de installatievergadering van de gemeenteraad.
• Linda Vanderstappen zetelde namens de gebruikersgroep voor GBS 't Zonneveld in de bibliotheekraad.
• Linda Vanderstappen neemt ontslag als lid van de bibliotheekraad.
• GBS 't Zonneveld draagt Lies Van Rossen voor als vervangster.
Juridische gronden
• Artikel 43, §2, 14° van het gemeentedecreet
De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd
• Artikel 200 van het gemeentedecreet
Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren. De gemeenteraad stelt de nadere voorwaarden vast voor de representativiteit en regelt de samenstelling, de werkwijze en de procedures van de hier bedoelde raden en overlegstructuren. Daarbij wordt uitdrukkelijk bepaald op welke wijze het gevolg dat aan de adviezen wordt gegeven, zal worden meegedeeld. Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de hier bedoelde raden en overlegstructuren.
• Artikelen 3, 6, 7 en 9 van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact.
Vertegenwoordiging van het werkveld of de representatieve verenigingen
• Titel 4 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid: organisatie van het overleg en de advisering van het gemeentelijk cultuurbeleid
• Artikel 5, §3 van de statuten van de bibliotheekraad
Dit artikel bepaalt dat wanneer aan een lidmaatschap vroegtijdig een einde komt, er zo spoedig mogelijk in de opvolging ervan moet voorzien worden.
Besluit
Artikel 1:
De gemeenteraad van Bertem neemt kennis van het ontslag als lid in de bibliotheekraad van Linda Vanderstappen als vertegenwoordiger van de gebruikersgroep.
Artikel 2:
De gemeenteraad neemt kennis van onderstaande kandidaat om lid te worden van de bibliotheekraad namens de gebruikersgroep:
Naam | Woonplaats |
Lies Van Rossen | A.E. Verbiststraat 3 - 3060 Bertem |
Artikel 3:
De gemeenteraad aanvaardt Lies Van Rossen als nieuw lid van de bibliotheekraad.
Zitting van 24 oktober 2017
NIEUWBOUW SPORTPARK EN SPORTHAL VERONA. GOEDKEURING GUNNINGSLEIDRAAD, LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Omwille van deze belangrijke eigen inbreng van de inschrijver / opdrachtnemer is het voor de aanbestedende overheid onmogelijk om bij de aanvang van de procedure de globale waarde van de uit te voeren werken te bepalen. Dit betekent dan ook dat de aanbestedende overheid met de inschrijvers over de uitvoering van de opdracht moet kunnen onderhandelen. Een groot aantal technische parameters bij de uitvoering van de opdracht zal op het ogenblik van het verspreiden van het bestek nog niet gekend zijn. Dit toont dan ook aan dat het voor de aanbestedende overheid onmogelijk zal zijn om zelf vóór de indiening van de offertes de globale prijs voor de opdracht vast te stellen. De keuzes die de inschrijver / de opdrachtnemer zal hebben gemaakt voor de concrete uitvoering van de bouwwerken van de infrastructuur zullen immers rechtstreeks invloed hebben op de uiteindelijke globale prijs van de opdracht.
Gelet op deze onzekere omstandigheden voor de in het kader van een DB-formule te verrichten complexe werken is de aanbestedende overheid dan ook genoodzaakt om de opdracht te gunnen middels een onderhandelingsprocedure met bekendmaking op grond van artikel 38, §1, 1°, b) en c) van de Wet Overheidsopdrachten.
Adviezen
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0740/22103007 1419/002/001/009/001 | € 50 000 (2017) € 1 300 000 (2019) | € 45 889,61 (2017) € 1 300 000 (2019) | € 3 396 630,91 (excl. honoraria) |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het gunningsbestek en bijlagen met nr. 1655003 en de raming voor de opdracht “Nieuwbouw sportpark en sporthal Verona”, opgesteld door de projectmanager Sweco Belgium, Herkenrodesingel 8B te 3500 Hasselt, wordt goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 2 810 530,01 euro excl. btw of 3 396 630,91 euro incl. 21% btw (excl. honoraria).
Artikel 2:
Het gunningsbestek wordt overgemaakt aan de geselecteerde kandidaten:
Artikel 3:
Deze overheidsopdracht wordt gegund bij middel van een mededingingsprocedure met onderhandeling.
Artikel 4:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2017 en 2019 op registratiesleutel 1419/002/001/009/001 0740/22103007. Via een aanpassing van het meerjarenplan zullen de nodige budgetten voorzien worden.
Artikel 5:
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 15 januari 2018 om 13.30 uur.
Zitting van 24 oktober 2017
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING RIOBRA 24 NOVEMBER 2017 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Wordt behandeld samen met agendapunt 2
2. Bespreking strategie en activiteiten 2018 + Goedkeuring begroting boekjaar 2018
3. Diversen/Rondvraag.
Juridische gronden
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 24 november 2017 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Riobra van 24 november 2017 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Zitting van 24 oktober 2017
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING ECOWERF 22 NOVEMBER 2017 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
2. Goedkeuring verslag vorige vergadering d.d. 21/06/2017
3. Budgetten 2018
4. Werkingsbijdragen 2018
5. Opvraging gemeentelijke en provinciale bijdrage werkingskosten 2018 – cf. artikel 15.2 van de statuten
6. Benoeming van nieuw lid in de Raad van Bestuur – gemeente Geetbets
7. Diversen.
Juridische gronden
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 22 november 2017 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van 22 november 2017 van EcoWerf wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Zitting van 24 oktober 2017
VRAGENKWARTIERTJE.
Bespreking
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.