NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 20 maart 2018

Van 20 uur tot 21.45 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Albert Mees

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Tom Philips en Joery Verhoeven

Schepen met raadgevende stem:

Eddy Vranckx

Gemeenteraadsleden:

Ludo Croonenberghs, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock en Diane Vander Elst

Gemeentesecretaris:

Dirk Stoffelen

Waarnemend secretaris:

Danny Sterckx

 

Verontschuldigd:

Gemeenteraadsleden:

Roos De Backer en Marc De Vlieger

 

Gemeentesecretaris Dirk Stoffelen verlaat de vergadering vanaf punt 1.

Danny Sterckx is Waarnemend gemeentesecretaris vanaf punt 1.

Gemeentesecretaris Dirk Stoffelen vervoegt de vergadering vanaf punt 4.

Waarnemend secretaris Danny Sterckx verlaat de vergadering vanaf punt 4.

 


Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 33 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige raadszitting goed.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 30 januari 2018.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 30 januari 2018 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

FINANCIEEL DIRECTEUR. AANSTELLING VAN RECHTSWEGE VAN KRIS PHILIPS ALS FINANCIEEL DIRECTEUR.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 20 oktober 2015 over de aanpassing van de beheersovereenkomst gemeente-OCMW m.b.t. de gemeenschappelijke financiële dienst onder leiding van een gemeenschappelijke financieel beheerder.
  • Raadsbesluit van 24 oktober 2017 over de vaste benoeming van de financieel beheerder.

 

Feiten en context

  • Het decreet lokaal bestuur voorziet dat er in elke gemeente één financieel directeur is die zowel de gemeente als het OCMW bedient, waarbij het ambt wordt uitgeoefend door een personeelslid van de gemeente. Het ambt van financieel beheerder wordt opgeheven door het nieuwe decreet lokaal bestuur.
  • De financieel directeur oefent de taken uit die door of krachtens de wet of het decreet aan de gemeenteontvanger, aan de financieel beheerder van de gemeente, aan de ontvanger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en aan de financieel beheerder van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zijn toevertrouwd.

 

Juridische gronden

  • Artikel 176, §5 van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, laatst goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 juni 2017
    Het jaarsalaris van de financieel beheerder die ook de functie van financieel beheerder van het OCMW uitoefent, wordt verhoogd met 25%.
  • Artikel 162, §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 februari 2018
    Er zijn in elke gemeente een algemeen directeur en een financieel directeur die zowel van de gemeente als van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, ten dienste staan. Deze ambten worden uitgeoefend door personeelsleden van de gemeente.
  • Artikel 581 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    Als het ambt van financieel beheerder van de gemeente en het ambt van financieel beheerder van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient door dezelfde persoon worden uitgeoefend, wordt deze persoon met behoud van zijn dienstverband van rechtswege aangesteld als financieel directeur bij de gemeente.
  • Artikel 588, §2 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    De financieel directeur wordt met behoud van zijn geldelijke anciënniteit ingeschaald in de salarisschaal van financieel directeur zoals die door de gemeenteraad wordt vastgesteld. De salarisschaal van de financieel directeur is gelijk aan de salarisschaal van de financieel beheerder verhoogd met 30%.
  • Artikel 609 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    Artikel 581 treedt in werking op de tiende dag na de datum van bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad.

 

Argumentatie

De aanstelling ‘van rechtswege’ betekent dat de aanstelling zich voltrekt zodra artikel 581 van het decreet lokaal bestuur in werking treedt, nl. op 25 februari 2018. De gemeenteraad heeft in dit geval geen beslissings- of aanstellingsbevoegdheid. De gemeenteraad kan hoogstens kennis nemen van de aanstelling van rechtswege.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de aanstelling van rechtswege van Kris Philips als financieel directeur bij de gemeente Bertem vanaf 25 februari 2018.

 

Artikel 2:

De verhoging van het jaarsalaris van de financieel beheerder met 25%, in toepassing van artikel 176, §5 van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, wordt stopgezet vanaf de aanstelling van rechtswege.

 

Artikel 3:

De financieel directeur wordt overeenkomstig artikel 588 DLB met behoud van zijn geldelijke anciënniteit ingeschaald in de salarisschaal van financieel directeur en dit vanaf de aanstelling van rechtswege. Deze salarisschaal is gelijk aan de salarisschaal van de financieel beheerder van de gemeente verhoogd met 30% en wordt, met behoud van artikel 178 van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, als volgt vastgesteld:

 

Minimum: 37 016,16 euro

Maximum: 54 671,90 euro

 

Periodieke verhogingen

1 x 1 x 1177,18

14 x 1 x 1177,04

 

037 016,16 euro

138 193,34 euro

239 370,38 euro

340 547,42 euro

441 724,46 euro

542 901,50 euro

644 078,54 euro

745 255,58 euro

846 432,62 euro

947 609,66 euro

1048 786,70 euro

1149 963,74 euro

1251 140,78 euro

1352 317,82 euro

1453 494,86 euro

1554 671,90 euro

 

Artikel 4:

De vigerende rechtspositieregeling van de financieel beheerder is van toepassing op de financieel directeur.

 

Artikel 5:

De financieel directeur wordt geacht de proefperiode te hebben volbracht.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

ALGEMEEN DIRECTEUR. OPROEP TITULARISSEN MET HET OOG OP KANDIDAATSTELLING VOOR HET AMBT VAN ALGEMEEN DIRECTEUR.

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking door het college van burgemeester en schepenen op 3 januari 2018 van de overgangsmaatregelen en procedure aanstelling algemeen directeur.

 

Feiten en context

  • Het decreet lokaal bestuur voorziet dat er in elke gemeente één algemeen directeur is die zowel de gemeente als het OCMW bedient, waarbij het ambt wordt uitgeoefend door een personeelslid van de gemeente. De ambten van gemeentesecretaris en OCMW-secretaris worden opgeheven door het nieuwe decreet lokaal bestuur.
  • De algemeen directeur oefent de taken en bevoegdheden uit die overeenkomstig het Gemeentedecreet en het OCMW-decreet of overeenkomstig andere wettelijke of decretale bepalingen aan de gemeentesecretaris en aan de OCMW-secretaris zijn toevertrouwd.
  • Het decreet lokaal bestuur bevat een bijzondere overgangsregeling om tijdig en uiterlijk tegen 1 augustus 2018 tot invulling van het ambt van algemeen directeur te komen. Daarbij wordt het belang van een tijdige, vlotte en transparante invulling benadrukt.

 

Juridische gronden

  • Artikel 27, §1 van het gemeentedecreet
    Het is voor een gemeenteraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben.
  • Artikel 88, §3 van het gemeentedecreet
    Artikel 27, §1 is van overeenkomstige toepassing op de gemeentesecretaris.
  • Artikel 162, §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 februari 2018
    Er zijn in elke gemeente een algemeen directeur en een financieel directeur die zowel van de gemeente als van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, ten dienste staan. Deze ambten worden uitgeoefend door personeelsleden van de gemeente.
  • Artikel 583, §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    Als de titularis van het ambt van gemeentesecretaris en de titularis van het ambt van secretaris van het OCMW dat de gemeente bedient verschillende personen zijn, kan de gemeenteraad de titularissen oproepen om zich binnen dertig dagen kandidaat te stellen voor het ambt van algemeen directeur. Na het verstrijken van de termijn stelt het college van burgemeester en schepenen vast wie zich tijdig en ontvankelijk kandidaat heeft gesteld.
  • Artikel 589, §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    De persoon die niet wordt aangesteld als algemeen directeur, wordt op persoonlijke titel en met behoud van de aard van zijn dienstverband en geldelijke anciënniteit aangesteld hetzij als adjunct-algemeendirecteur bij de gemeente, hetzij in een passende functie van niveau A bij de gemeente, het OCMW dat de gemeente bedient of bij een verzelfstandigde entiteit van de gemeente of vereniging van het OCMW dat de gemeente bedient. Hij wordt aangesteld met behoud van de salarisschaal die hij kreeg als secretaris, zolang het salaris op basis daarvan gunstiger is dan het salaris dat hij zou krijgen na de inschaling in de passende functie.
  • Artikel 589, §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    Tot en met 31 december 2023 wordt de persoon die niet wordt aangesteld als algemeen directeur, geacht te voldoen aan de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden die door de gemeenteraad worden vastgesteld voor respectievelijk de functie van algemeen directeur. De gemeenteraad kan bepalen dat de persoon die niet wordt aangesteld als algemeen directeur, wordt opgenomen in een wervingsreserve.
  • Artikelen 581-589 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    De overgangsbepalingen inzake de ambtelijke organisatie van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn treden in werking op de tiende dag na de datum van bekendmaking van het decreet in het Belgisch Staatsblad.

 

Argumentatie

Binnen de gemeente en het OCMW van Bertem wordt het ambt van gemeentesecretaris en het ambt van secretaris van het OCMW door verschillende personen ingevuld.

 

Het decreet lokaal bestuur voorziet de mogelijkheid om de zittende functiehouders op te roepen om zich kandidaat te stellen, ofwel kan het bestuur ervoor opteren om onmiddellijk de nieuwe functie van algemeen directeur open te stellen voor andere kandidaten en deze in te vullen bij wijze van aanwerving en/of bevordering.

 

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen acht de gemeenteraad het aangewezen om voor de invulling van het ambt van algemeen directeur in eerste instantie voorrang te verlenen aan de zittende functiehouders en hen op te roepen om zich hiervoor kandidaat te stellen.

 

Het is immers aangewezen om de huidige ervaring en expertise in de rol als leidinggevende ambtenaar te benutten. Hierdoor kan ook maximaal de continuïteit van de dienstverlening worden gegarandeerd. Voorts kan ook vanuit het zuinigheidsbeginsel moeilijk worden verantwoord dat een nieuwe algemeen directeur zou worden aangesteld terwijl de huidige functiehouders vervolgens met behoud van salaris in een adjunct- of passende functie in de organisatie dienen te worden aangesteld. De decreetgever voorziet met deze overgangsregeling om zo vlot en transparant mogelijk tot de invulling van de gemeenschappelijke algemeen directeur te komen.

 

De huidige secretarissen zijn het best geplaatst om het ambt van algemeen directeur in te vullen, gezien hun kennis en ervaring binnen de gemeente en het OCMW. De nieuwe algemeen directeur zal immers zowel de gemeente als het OCMW moeten bedienen.

 

De continuïteit en kwaliteit van de openbare dienstverlening op het hoogste ambtelijke niveau moet gegarandeerd worden, des te meer in een verkiezingsjaar. Dit vormt ook de bezorgdheid van de decreetgever.

 

Deze doelstellingen kunnen bereikt worden door in eerste instantie de zittende functiehouders op te roepen en hen de mogelijkheid te bieden zich kandidaat te stellen voor de invulling van de functie van algemeen directeur.

 

Omdat de functie van algemeen directeur een nieuwe functie is, moet hiervoor een functiebeschrijving worden goedgekeurd.

 

 

Bijlagen

  • Functiebeschrijving

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bijgevoegde functiebeschrijving van algemeen directeur goed.

 

Artikel 2:

De salarisschaal van de algemeen directeur is gelijk aan de salarisschaal van de gemeentesecretaris van de gemeente, zoals vastgesteld op basis van artikel 122 en artikel 124 van het BVR RPR van 7 december 2007, verhoogd met 30%.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad besluit om de huidige secretarissen overeenkomstig artikel 583, §1 van het decreet lokaal bestuur op te roepen om zich kandidaat te stellen binnen een termijn van dertig dagen na oproeping voor het ambt van algemeen directeur.

 

Artikel 4:

De gemeenteraad bepaalt volgende beoordelingscriteria voor de eventuele vergelijking van titels en verdiensten:

- opleiding (diploma's en navorming): 20%

- evaluatieresultaten: 20%

- ervaring in de materie: 20%

- leidinggevende capaciteiten: 20%

- inzet en initiatief: 20%.

 

Artikel 5:

De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de functiehouders bedoeld in artikel 3 schriftelijk uit te nodigen zich kandidaat te stellen, om de tijdigheid en ontvankelijkheid van de kandidatuur of kandidaturen vast te stellen en om - in geval er 2 kandidaturen zijn - deze aan de gemeenteraad voor te leggen.

Bij de oproeping dient de functiebeschrijving meegedeeld te worden.

 

Artikel 6:

Er wordt geen wervingsreserve voor algemeen directeur aangelegd.

 

Artikel 7:

De secretaris die niet wordt aangesteld als algemeen directeur, zal worden aangesteld in een passende functie bij het gemeentebestuur.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

POLITIEREGLEMENT. GOEDKEURING ALGEMENE POLITIEVERORDENING MET GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES.

 

Voorgeschiedenis

  • Algemeen politiereglement vastgesteld door de gemeenteraad van 24 februari 1988, gewijzigd/aangevuld door de gemeenteraden van 30 mei 1989, 17 december 1991, 25 februari 1992, 15 december 1992, 28 september 1993, 25 januari 1994, 27 november 2001, 18 december 2001 en 24 juni 2003
  • Besluit van de gemeenteraad van Leuven van 23 april 2007 waarbij de overeenkomst tussen de federale staat en de stad Leuven in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale overheid m.b.t. de jeugdcriminaliteit is goedgekeurd en waardoor een herstelbemiddelaar voor het gerechtelijk arrondissement Leuven is aangeworven door de stad Leuven
  • Raadsbesluit van 26 februari 2008 over de goedkeuring van het reglement bemiddeling gemeentelijke administratieve sancties
  • Raadsbesluit van 30 september 2008 over de goedkeuring van de algemene politieverordening - GAS-reglement
  • Raadsbesluit van 26 mei 2009 over de vaststelling van de wijze van kennisgeving in het kader van gemeentelijke administratieve geldboetes
  • Raadsbesluit van 25 maart 2014 tot aanwijzing van de provinciale ambtenaren belast met het opleggen van administratieve geldboetes zoals voorzien in artikel 6, §3 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
  • Raadsbesluit van 25 maart 2014 over de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst herstelbemiddeling stad Leuven - gemeente Bertem in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties
  • Collegebesluit van 11 december 2017 over de principiële goedkeuring van het nieuw uniform politiereglement Politiezone Voer en Dijle
  • Bespreking door het college op 29 januari 2018 van het uniform politiereglement en de bemiddeling

 

Feiten en context

  • Een intergemeentelijke werkgroep bereidde een uniform politiereglement voor de politiezone Voer en Dijle voor.

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 en 119bis van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen. De gemeente moet een afschrift hiervan bezorgen aan de deputatie van de provincieraad en aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
  • Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet
    De burgemeester is in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten. Hij kan echter onder zijn verantwoordelijkheid zijn bevoegdheid geheel of ten dele overdragen aan een van de schepenen.
  • Artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet
    Dit artikel bepaalt dat de gemeenten tot taak hebben het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
  • Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade
    Deze wet bepaalt onder meer dat aan minderjarigen een administratieve sanctie kan worden opgelegd indien de minderjarige de volle leeftijd van veertien jaar heeft bereikt op het ogenblik van de feiten.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI "Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen"
  • Artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet
    De reglementen en verordeningen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop ze werden aangenomen als de datum waarop ze op de website bekendgemaakt worden.
    De reglementen en verordeningen treden in werking de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.
  • Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
  • Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
  • Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij artikel 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
  • Koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties;
  • Omzendbrief nummer I/2006 van 2 juli 2014 van het College van Procureurs-Generaal bij de Hoven van Beroep, herziene versie van 30 januari 2014
  • Ministeriële omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de gemeentelijke jeugdraad van 1 maart 2018 over het ontwerp van algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties.

 

Argumentatie

De gemeente moet, ten behoeve van de inwoners, waken over de openbare orde met name de openbare rust, de openbare veiligheid, de openbare gezondheid, de openbare overlast en de zindelijkheid op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen.

Een daadwerkelijk gemeentelijk handhavingsbeleid kan de gemeente meer armslag bieden bij het afdwingbaar maken van plaatselijke politiereglementen en verordeningen.

De handhaving van administratief strafbaar gestelde overtredingen biedt de gemeente de mogelijkheid sneller te reageren op problemen van lokale aard.

 

 

Bijlagen

  • Algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties

 

Besluit

 

18 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Tom Philips, Joery Verhoeven, Ludo Croonenberghs, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Yvette Laes, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst en Albert Mees

1 onthouding: Kristien Van Essche

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties goed. Deze politieverordening met bijlagen maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

Artikel 2:

Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet en de wet van 24 juni 2013, meer specifiek artikel 15 met betrekking tot minderjarigen.

 

Artikel 3:

De in de volgende reglementen opgesomde inbreuken waarop een politiestraf werd bepaald, kunnen, voor zover door wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen sancties zijn voorzien, gestraft worden met een administratieve geldboete van maximaal 175 of 350 euro, naargelang de overtreder minderjarig is of niet:

         Politiereglement bestrijding eikenprocessierupsen vastgesteld door de gemeenteraad van 24 juni 2008;

         Politieverordening op de begraafplaatsen vastgesteld door de gemeenteraad van 29 juni 2010;

         Politiereglement over het beheer van huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval van 24 mei 2016.

 

Artikel 4:

De volgende reglementen en verordeningen worden opgeheven op 1 mei 2018:

  • Algemeen politiereglement vastgesteld door de gemeenteraad van 24 februari 1988, gewijzigd/aangevuld door de gemeenteraden van 30 mei 1989, 17 december 1991, 25 februari 1992, 15 december 1992, 28 september 1993, 25 januari 1994, 27 november 2001, 18 december 2001 en 24 juni 2003;
  • Raadsbesluit van 30 september 2008 over de goedkeuring van de algemene politieverordening - GAS-reglement;
  • Raadsbesluit van 26 februari 2008 over de goedkeuring van het reglement bemiddeling gemeentelijke administratieve sancties.

 

Artikel 5:

Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2018.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

ANPR-NETWERK. ADVIES VAN DE GEMEENTERAAD VOOR HET AANWENDEN VAN ANPR-CAMERA’S OP HET GRONDGEBIED VAN BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Het politiecollege van de politiezone Voer en Dijle besliste op 18 april 2017 tot het uitvoeren van een netwerkstudie.
  • Bespreking op de zitting van de politieraad van 12 juni 2017
  • Bespreking op de zitting van het politiecollege van 18 december 2017
  • Goedkeuring van het aankoopdossier in de zitting van de politieraad van 4 januari 2018

 

Feiten en context

  • De politiezone Voer en Dijle wenst een vast ANPR-netwerk te plaatsen in een niet-besloten plaats op het grondgebied van de gemeenten Tervuren, Bertem, Huldenberg en Oud-Heverlee.
  • De verschillende locaties op het grondgebied van Bertem zijn:
    • Tervuursesteenweg t.h.v. E40 op- en afrittencomplex (2 sites)
    • Blokkenstraat – Nijvelsebaan.
  • De politiezone zal gebruikmaken van een raamcontract dat de Vlaamse regering als opdrachtencentrale heeft gegund voor het leveren van een ANPR-netwerk voor gemeenten en politiezones.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen
  • Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens
  • Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur
  • Gemeentedecreet van 15 juli 2005
  • Artikel 5 van de wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s van 21 maart 2007
    De beslissing tot het plaatsen van een of meer bewakingscamera's in een niet-besloten plaats wordt genomen door de verantwoordelijke voor de verwerking. Deze beslissing wordt genomen nadat de gemeenteraad van de gemeente waar de plaats zich bevindt, een positief advies heeft gegeven. De gemeenteraad verstrekt zijn advies na voorafgaandelijk de korpschef van de politiezone waar die plaats zich bevindt, te hebben geraadpleegd.
  • Ministeriële omzendbrief van 10 december 2009 betreffende de wet van 21 maart 2007
  • Koninklijk besluit van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de korpschef van 22 januari 2018 inzake de plaatsing van vaste ANPR-camera’s op niet-besloten plaatsen

 

Argumentatie

Uit de analyse van verschillende beschikbare bronnen zoals de zonale veiligheidsplannen, de jaarverslagen, de meldingen en vaststellingen door het politiepersoneel… blijkt dat de diefstal- en verkeersproblematieken steeds weerkerende fenomenen zijn waarmee onze politiezone wordt geconfronteerd. Niet enkel de objectieve bronnen zoals meldingen en vaststellingen, maar ook de subjectieve bronnen tonen aan dat voor deze fenomenen een belangrijke plaats in het veiligheidsbeleid is weggelegd.

Door nummerplaatherkenning is het mogelijk om verdachte bewegingen van voertuigen te volgen. In het kader van de misdaadbestrijding moet de politie in staat zijn om daders en verdachten van misdrijven a posteriori te kunnen identificeren. Het gebruik van ANPR past in het actieplan ‘Inbraken’ van de politiezone, gebaseerd op het zonale veiligheidsplan. ANPR biedt daartoe de mogelijkheid.

Alle voorgestelde locaties passen in dit veiligheidsbeleid en betreffen een niet-besloten plaats.

Conform de camerawet van 21 maart 2007 kunnen ANPR-camera’s op niet-besloten plaatsen enkel geplaatst worden na positief advies van de gemeenteraad. De gemeenteraad is wettelijk verplicht om voorafgaandelijk de korpschef van de politiezone te raadplegen.

 

 

Bijlagen

  • Advies van korpschef Peter Vanhoyland inzake ANPR-camerabewaking op het grondgebied van de gemeenten Tervuren, Bertem, Huldenberg en Oud-Heverlee van 22 januari 2018

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad verleent gunstig advies voor het aanwenden van ANPR-camera’s voor verkeerskundige doeleinden op het grondgebied van de gemeente Bertem, de voorkoming van misdrijven en de identificatie a posteriori van daders van misdrijven op het grondgebied van de gemeente Bertem.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

STRAATNAMEN. DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN DE NIEUWE STRAATNAAM "HAANSELBERG" VOOR DE WEG ONTSTAAN DOOR EEN VERKAVELING LANGSHEEN DE BUURTWEG NR. 15 TUSSEN VLIEGUIT EN EKSTERENBERG.

 

Voorgeschiedenis

  • Brief van 10 maart 2017 aan de Erfgoedkamer Bertem met verzoek tot gemotiveerd voorstel van naamgeving voor de nieuwe verkavelingsweg aan de Eksterenberg.
  • E-mail van 9 mei 2017 van Rob Parisis, voorzitter Erfgoedkamer, met voorstel van naamgeving.
  • E-mail van 28 augustus 2017 van Rob Parisis waarbij de raad van bestuur van de Erfgoedkamer bevestigt bij zijn advies van naamgeving te blijven.
  • Gemeenteraadsbesluit van 24 oktober 2017 over de principiële vaststelling van een nieuwe straatnaam "Haanselberg".

 

Feiten en context

  • De verkavelingsaanvraag van Quadrant op perceel 3de afdeling sectie B nr 227v2 voorziet in de aanleg van een weg om de ontsluiting van de loten mogelijk te maken.
  • Deze weg zal worden aangelegd door de verkavelaar en zal bij de voorlopige oplevering kosteloos aan de gemeente overgedragen worden. Op dat ogenblik wordt de weg voor het verkeer opengesteld.

 

Juridische gronden

  • Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.
    Dit decreet bepaalt de bevoegdheden, voorwaarden en procedures voor de naamgeving van openbare wegen en pleinen.

 

Adviezen

  • Openbaar onderzoek van 14 november 2017 tot en met 13 december 2017 waarbij geen opmerkingen of klachten zijn ontvangen.
  • De cultuurraad heeft in de vergadering van 13 november 2017 gunstig advies gegeven zonder opmerkingen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad stelt de straatnaam 'Haanselberg' definitief vast voor de nieuwe verkavelingsweg tussen Vlieguit en Eksterenberg die aansluiting zal geven op de Eksterenberg.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

STRAATNAMEN. DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN DE NIEUWE STRAATNAAM "DORPSPLEIN" VOOR HET DORPSPLEIN IN LEEFDAAL.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 19 december 2017 over de principiële beslissing om het plein de naam "Dorpsplein" te geven.
  • Op 19 maart 2018 diende gemeenteraadslid Joris Fonteyn namens de N-VA fractie een amendement in: voorstel om de naam "Kerkplein" te geven aan het plein ter hoogte van het kruispunt van de Dorpstraat en de Neerijsesteenweg te Leefdaal
    • Motivering:
      • Het plein is gelegen tegenover de kerk, wat een visuele ondersteuning geeft voor de naam "Kerkplein".
      • De bushalte aan de kerk heet "Leefdaal Kerk", terwijl de bushalte "Leefdaal Centrum" ter hoogte van de sporthal ligt.
      • In de teksten van Willy Brumagne wordt ook verwezen naar kerkplein (zie o.a. de pagina "Het H.-Hartbeeld op het dorpsplein in Leefdaal" op www.leefdaal.be): "Op 2 september 1928 wijdde kardinaal Van Roey het H.Hartbeeld in op het kerkplein. Het werd een groot feest met zelfs een duur nachtvuurwerk en een nog duurdere geluidsinstallatie.
        Het witgeverfde Christusbeeld is levensgroot en staat op een bol die zweeft op een wolk. Op de bol komen lijdensattributen voor: een kelk, een doornenkroon, een geselroede. Het geheel wordt gedragen door een achthoekige bakstenen sokkel met een arduinen grond- en dekplaat. De Christusfiguur draagt het hart uitwendig op de borst en houdt de armen opengespreid naar het kerkplein toe. ...
        Een voorontwerp voor de herinrichting van het kerkplein stelt voor de strakke lijn van de kerkhofmuur te herstellen en het H.-Hartbeeld elders een plaats te bezorgen."
      • Bij navraag blijkt het plein ook algemeen bekend te zijn als kerkplein.
      • De benaming "Dorpsplein" kan verwarrend werken met het "Gemeenteplein" in Bertem. Dorp en gemeente kunnen immers als synoniemen aanzien worden. Door het plein in Leefdaal "Kerkplein" te noemen, is meteen het onderscheid duidelijk, daar het plein in Bertem niet aan de kerk is gelegen.

 

Feiten en context

  • Het plein in Leefdaal op perceel 3de afdeling sectie F nr 177L is eigendom van de gemeente.
  • Dit plein heeft een openbaar karakter en zal bij de heraanleg van centrum Leefdaal ook volledig worden heraangelegd.
  • De eigenaars van de bouwgronden rond het plein hebben de intentie om een woonproject met meergezinswoningen en commerciële ruimten te realiseren rond het plein.

 

Juridische gronden

  • Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.
    Dit decreet bepaalt de bevoegdheden, voorwaarden en procedures voor de naamgeving van openbare wegen en pleinen.

 

Adviezen

  • Openbaar onderzoek van 18 januari 2018 tot en met 16 februari 2018 waarbij geen opmerkingen of klachten zijn ontvangen.
  • De cultuurraad heeft in de vergadering van 15 februari 2018 gunstig advies zonder opmerkingen gegeven.

 

Argumentatie

Bij een projectontwikkeling rond het dorpsplein wordt best een nieuwe straatnaam gegeven. De naam "Dorpsplein" is algemeen gekend en wordt ook gebruikt door de bevolking. Deze naam wordt traditioneel gegeven als benoeming van een plein in het centrum van een dorp. Het plein ligt effectief in het centrum van het dorp: tegenover de kerk, vlakbij het oude gemeentehuis en midden in een cluster van handelszaken.

 

De naam "Dorpsplein" is dan ook een logische keuze om te geven aan het plein in het centrum van Leefdaal.

 

Besluit

 

Stemming amendement N-VA fractie

 

3 stemmen voor: Ludo Croonenberghs, Joris Fonteyn en Karin Baudemprez

15 stemmen tegen: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Tom Philips, Joery Verhoeven, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Yvette Laes, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Jan De Keyzer, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst en Albert Mees

1 onthouding: Kristien Van Essche

 

Stemming agendapunt

 

16 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Tom Philips, Joery Verhoeven, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Jan De Keyzer, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst en Albert Mees

1 stem tegen: Ludo Croonenberghs

2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Karin Baudemprez

 

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt de naam "Dorpsplein" definitief vast voor het plein in het centrum van Leefdaal, aan het kruispunt Dorpstraat - Neerijse steenweg.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN AANGEPASTE VERKEERSSITUATIE DORPSTRAAT, DEEL GRENS MET LEUVEN TOT BLOKKENSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 29 april 1997 over het instellen van verkeersmaatregelen in de Dorpstraat.

         Raadsbesluit van 24 november 2009 over het instellen van een gewijzigde voorrangsregeling in de Dorpstraat ter hoogte van het kruispunt Dorpstraat - Blokkenstraat.

         Raadsbesluit van 19 november 2013 over het instellen van een parkeerverbod in een deel van de Dorpstraat tussen Fr. Dottermansstraat en Groenendaal.

         Raadsbesluit van 28 januari 2014 over het instellen van een parkeerverbod in een deel van de Dorpstraat tussen Paardenstraat en Fr. Dottermansstraat.

         Raadsbesluit van 27 juni 2017 over het instellen van een parkeerreglementering met beperkte tijdsduur in de Dorpstraat ter hoogte van huisnummers 76-80.

 

Feiten en context

         De Dorpstraat, deel tussen de grens met Leuven en Blokkenstraat, werd deels heraangelegd.

         In de Dorpstraat,

º         tussen Blokkenstraat en Kerkstraat, werd een fietspad aangelegd.

º         tussen Blokkenstraat en Jozef Ginisstraat, werden twee verhoogde inrichtingen en oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers aangelegd.

º         tussen huisnummer 157 en 193, werd een zone met een snelheidsbeperking ingesteld.

º         tussen de grens met Leuven en de Blokkenstraat, werd een parkeerreglementering ingesteld hetzij door een asmarkering op de rijbaan, hetzij door een gele onderbroken lijn op de rand van de rijbaan of door het afbakenen van parkeerplaatsen.

º         tussen de Kerkstraat en de Jozef Ginisstraat, werd een parkeerreglementering ingesteld met beperkte tijdsduur.

         Een parkeerverbod zal worden ingesteld ter hoogte van huisnummer 16 aan beide zijden van de rijweg.

         Een parkeerreglementering zal worden ingesteld ter hoogte van huisnummers 175, 177 en 179.

 

Juridische gronden

         Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.

         MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

         Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

         Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

 

Adviezen

         Gunstig advies van de mobiliteitscel van 19 december 2017.

         Gunstig advies van politiezone Voer en Dijle van 17 januari 2018.

 

Argumentatie

Om de verkeersveiligheid te garanderen ter hoogte van Dorpstraat 16 is het noodzakelijk om een parkeerverbod in te stellen aan beide zijden van de rijweg.

Om de veiligheid voor de voetgangers en het doorgaand verkeer te garanderen, is het noodzakelijk om een overzichtelijk verkeerssituatie te creëren in de omgeving van het kruispunt Dorpstraat - Fr. Dottermansstraat ter hoogte van huisnummers 175, 177 en 179. Dit zal gebeuren aan de hand van beugels en afgebakende parkeervakken.

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Tom Philips, Joery Verhoeven, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Jan De Keyzer, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst en Albert Mees

3 stemmen tegen: Ludo Croonenberghs, Joris Fonteyn en Karin Baudemprez

 

Artikel 1:

In de Dorpstraat, deel tussen de grens met Leuven en Blokkenstraat, wordt ingesteld:

 

1)     Fietspaden:

vanaf het kruispunt met de Kerkstraat tot het kruispunt met de Blokkenstraat wordt in beide rijrichtingen een verhoogd fietspad ingericht.

2)     Oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen:

op het kruispunt met de Smisstraat, naar of komende van de Smisstraat.

3)     Oversteekplaatsen voor voetgangers:

a)     ter hoogte van de woning met huisnummer 37;

b)     ter hoogte van de woning met huisnummer 163;

c)      ter hoogte van de woning met huisnummer 206.

4)     Overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden (onderbroken witte streep die de rijbaan in rijstroken verdeelt):

a)     van het kruispunt met de Jozef Ginisstraat tot de woning met huisnummer 45;

b)     van de woning met huisnummer 82 tot de woning met huisnummer 122A;

5)     Overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden (onderbroken gele streep op de werkelijke rand van de rijbaan of op de boordsteen van het voetpad of de verhoogde berm):

a)     ter hoogte van de woning met huisnummer 16 aan beide zijden van de rijweg;

b)     recht tegenover de woning met huisnummer 64 met een lengte van 10 meter;

c)      recht tegenover de woningen met huisnummer 192 tot en met huisnummer 198.

6)     Verhoogde inrichtingen op de openbare weg:

a)     op het kruispunt met de Rotspoelstraat;

b)     op het kruispunt met de Begijnenstraat.

7)     Overlangse markeringen die een denkbeeldige rand van de rijbaan aanduiden (witte doorlopende streep - het aan de andere kant van deze streep gelegen deel van de openbare weg is voorbehouden voor het stilstaan en parkeren):

a)     van de woning met huisnummer 43 tot de woning met huisnummer 45;

b)     van de woning met huisnummer 103 tot en met de woning met huisnummer 105.

8)     Dwarsmarkeringen die een plaats aanduiden waar een bestuurder, zo nodig, moet stoppen om voorrang te verlenen ingevolge een verkeersbord B1 (witte driehoeken)

voor het kruispunt met de Blokkenstraat

9)     Parkeerreglementering met beperkte tijdsduur:

a)     van de woning met huisnummer 76 tot en met de woning met huisnummer 80;

b)     vanaf het kruispunt met de Paardenstraat tot en met de woning met huisnummer 180a aan de zijde met even huisnummers.

10)Parkeerzone van 2 afgebakende parkeervakken:

op het plein grenzend aan het perceel van huisnummer 175.

11)Parkeerzone van 7 afgebakende parkeervakken:

a)     recht tegenover de woningen met huisnummer 47 tot en met huisnummer 51;

b)     van de woning met huisnummer 177 tot en met de woning met huisnummer 179.

12)Parkeerzone voor beurtelings parkeren:

van de woning met huisnummer 124 tot en met de woning met huisnummer 162.

13)Parkeerverbod:

van het kruispunt met de Paardenstraat tot de woning met huisnummer 173.

14)Verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de richting door de pijl aangegeven, uitgezonderd fietsers:

voor het kruispunt van de Paardenstraat.

15)Verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de richting door de pijl aangegeven, uitzonderlijk plaatselijk verkeer en een tonnagebeperking:

voor het kruispunt van de Rotspoelstraat.

16)Zone met geldende snelheidsbeperking van 30 km/u:

van de woning met huisnummer 157 tot en met de woning met huisnummer 193.

 

Artikel 2:

De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door:

         met betrekking tot artikel 1.1, overlangse markeringen die een fietspad aanduiden (artikel 74);

         met betrekking tot artikel 1.2, dwarsmarkeringen van witte vierkanten of parallellogrammen die de oversteekplaatsen voor fietsers en tweewielige bromfietsen aanduiden (artikel 76.4);

         met betrekking tot artikel 1.3, dwarsmarkeringen van witte banden, evenwijdig met de as van de rijbaan, die de oversteekplaatsen voor voetgangers aanduiden (artikel 76.3);

         met betrekking tot artikel 1.4, overlangse markeringen die de rijstroken aanduiden, een onderbroken witte streep in de as van de rijbaan (artikel 72.3);

         met betrekking tot art. 1.5, overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden, een gele onderbroken streep (artikel 75.1.2°);

         met betrekking tot artikel 1.6, het bord F87 (artikel 22.ter.1);

         met betrekking tot artikel 1.7, overlangse markeringen die de denkbeeldige rand van de rijbaan aanduiden, een brede witte doorlopende streep (artikel 75.2);

         met betrekking tot artikel 1.8, dwarsmarkeringen van witte driehoeken (artikel 76.2);

         met betrekking tot artikel 1.9, het bord E9a met onderborden type Xa, Xb en Xd + blauw onderbord met tekst "VAN 8.00 uur TOT 18.30 uur MAX. 30 min." en blauw onderbord met tekst "MAX. 30 min.";

         met betrekking tot artikel 1.10 en 1.11, markering (witte strepen) die de parkeervakken afbakenen, de strepen kunnen beperkt worden tot de hoeken van deze parkeerplaatsen (artikel 77.5);

         met betrekking tot artikel 1.12, de borden E5 en E7 met onderborden type Xa, Xb en Xd (artikel 70.2.1.2°);

         met betrekking tot artikel 1.13, het bord E1 met onderborden type Xa, Xb en Xd (artikel 70.2.1.1°);

         met betrekking tot artikel 1.14, het bord C31 met onderbord M2 (artikel 9.5.6°);

         met betrekking tot artikel 1.15, het bord C31 met blauw onderbord met tekst "+3,5t" conform type VIIa van bijlage II en het blauw onderbord met tekst "uitgezonderd plaatselijk verkeer" conform type IV van bijlage II (artikel 9.2);

         met betrekking tot artikel 1.16, de borden F4a en F4b (artikel 22quater),

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

 

Artikel 3:

Alle vorige raadsbesluiten over aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer met betrekking tot de Dorpstraat, deel tussen de grens met Leuven en Blokkenstraat, worden opgeheven op 30 april 2018.

 

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 30 april 2018.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING LEIDRAAD VOOR DE VERKOOP VAN DE SITES RAPID BERTEM EN ‘T BLOK.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 7 februari 2011 over het voorstel van lijst van verkoopbare bouwgronden en woningen.
  • Op 4 september 2013 heeft landmeter Johan Artois een schattingsverslag opgesteld voor het perceel aan Het Blok.
  • Op 9 november 2015 heeft landmeter Jan Bogaerts een schattingsverslag opgesteld voor het voetbalterrein "Rapid Bertem".
  • Bespreking door het college op 31 juli 2017 van het plan van aanpak voor de verkoop van de gronden 't Blok en voetbalterrein Rapid Bertem.
  • Collegebesluit van 7 augustus 2017 over de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de gunningswijze en de uit te nodigen firma's voor het stedenbouwkundig onderzoek projectzones Bertem.
  • Collegebesluit van 5 september 2017 over de gunning van de opdracht “Stedenbouwkundig onderzoek projectzones Bertem” aan Creosum bvba.
  • Eindrapport van Creosum bvba over het stedenbouwkundig onderzoek projectzones Bertem van 22 december 2017.
  • Raadsbesluit van 30 januari 2018 over de principiële goedkeuring van de leidraad voor de verkoop van de sites Rapid Bertem en ‘t Blok.

 

Feiten en context

  • In het strategisch meerjarenplan van de gemeente Bertem is de verkoop van een aantal gronden voorzien, waaronder:
    • het perceel op de hoek van het Gemeenteplein en de nieuwe straat Het Blok
    • het voetbalterrein in Bertem, tussen de Tervuursesteenweg en de Sint-Medardusstraat (voorheen "Rapid Bertem").
  • De opbrengsten van de verkoop zullen worden gebruikt voor de financiering van nieuwe investeringsprojecten van het gemeentebestuur.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen
  • Artikel 43, §2, 12° van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Omzendbrief van 12 februari 2010 betreffende de vervreemding van onroerende goederen door de provincies, gemeenten, OCMW's en besturen van de erkende erediensten.
    Deze omzendbrief bepaalt o.a. welke procedure moet worden gevolgd voor de verkoop van gemeentelijke eigendommen. Het vervreemden van onroerende goederen moet in de regel gebeuren via een openbare procedure. De minimale verkoopprijs is het bedrag van een recent schattingsverslag. Daar kan alleen maar van afgeweken worden om redenen van algemeen belang en mits goede motivering.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de Gecoro van 27 februari 2018
  • Informatievergadering voor de omwonenden van de projectsites op 5 maart 2018

 

Argumentatie

De gemeente heeft de betrokken percelen niet nodig voor de realisatie van eigen projecten of doelstellingen. De verkoop van deze percelen kadert in het meerjarenplan van het gemeentebestuur en in de rationalisatie van eigendommen zonder rechtstreeks nut voor het gemeentebestuur, met het oog op de herinvestering van de verkoopopbrengsten in nieuwe investeringsprojecten.

 

De ligging van beide percelen in het centrum van de deelgemeente Bertem maakt dat de stedenbouwkundige invulling in brede zin en de architecturale kwaliteit van de op te richten gebouwen zeer belangrijk zijn. Onder 'stedenbouwkundige invulling' horen niet alleen de strikt stedenbouwkundige normen zoals de inplanting, densiteit, bouwhoogte enz. maar ook de organisatie van de mobiliteit en de ontsluiting, de groen- en omgevingsaanleg, het parkeren, de publieke voorzieningen...

 

Gezien het gemeentebestuur de architecturale en/of stedenbouwkundige invulling van de beide percelen mee wil beoordelen, kan er niet worden gewerkt met een klassieke openbare verkoop waarbij de hoogste bieder het perceel krijgt toegewezen. Anderzijds moeten de percelen wel - conform de regelgeving - openbaar worden aangeboden zodat ieder in de gelegenheid wordt gesteld om een offerte in te dienen voor aankoop van het perceel. Een verkoop op basis van vooraf gekende verkoopsvoorwaarden, op basis van een transparante procedure en met een openbare bekendmaking is dus noodzakelijk. Daarom wordt gewerkt met een leidraad voor de verkoop van de percelen, waarin de verkoopprocedure staat beschreven. De offertes worden beoordeeld op basis van twee beoordelingscriteria: enerzijds de kwaliteit van het schetsontwerp en anderzijds de voorgestelde prijs voor de aankoop van de gronden.

 

Het college wordt gemachtigd om de volledige verkoopprocedure te organiseren, inclusief de toewijzing van de verkoop na ontvangst en beoordeling van de offertes.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

0110/22000020

1419/002/005/001/002

€ 2 850 000

€ 2 850 000

 

 

Bijlagen

  • Leidraad voor de verkoop van de sites Rapid Bertem en ‘t Blok

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Tom Philips, Joery Verhoeven, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Jan De Keyzer, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst en Albert Mees

3 onthoudingen: Ludo Croonenberghs, Joris Fonteyn en Karin Baudemprez

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de "Leidraad voor de verkoop van de sites Rapid Bertem en ‘t Blok" in bijlage bij dit besluit goed.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de bekendmaking van de verkoopleidraad en met het verdere procedureverloop.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

RECHTSPOSITIE PERSONEEL GEMEENTELIJK ONDERWIJS. AANPASSING REGLEMENT TERUGBETALING VERVOERSKOSTEN OPENBAAR VERVOER EN TOEKENNING FIETSVERGOEDING ONDERWIJSPERSONEEL.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 26 april 2011 over het reglement terugbetaling vervoerskosten openbaar vervoer en toekenning fietsvergoeding onderwijzend personeel

 

Feiten en context

  • De federale regering heeft in 2017 beslist om de fietsvergoeding ook toe te kennen voor snelle elektrische fietsen met een trapondersteuning tot 45 km/u ('speedpedelec'). Om deze regeling ook van toepassing te maken op het onderwijspersoneel, heeft de Vlaamse regering op 8 december 2017 beslist om de definitie van 'fiets' in het betrokken besluit van de Vlaamse regering te wijzigen.
  • Een fiets wordt voortaan als volgt gedefinieerd:
    • fiets: een vervoermiddel met twee of meer wielen dat voortbewogen wordt door op pedalen te trappen;
    • een elektrische fiets: een vervoermiddel met twee of meer wielen dat voortbewogen wordt door op pedalen te trappen en waarvan de trapondersteuning wegvalt boven de 25 kilometer per uur;
    • een speedpedelec: een vervoermiddel met twee of meer wielen dat voortbewogen wordt door op pedalen te trappen met een maximaal vermogen van 4 kW en een ondersteuning tot maximaal 45 kilometer per uur, waarbij de motor alleen werkt als je zelf trapt.

 

Juridische gronden

  • Artikel 17septies van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding
    Dit artikel handelt over de terugbetaling van de kosten die onderwijspersoneelsleden maken in opdracht van de inrichtende macht, met hun eigen wagen, moto of bromfiets of met het openbaar vervoer.
  • Omzendbrief 13AC/CR/JVM/JS van 22 december 2000 "Volledige tenlasteneming door de werkgever van de vervoerskosten voor het openbaar vervoer naar en van het werk. Toekenning van een fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer"
  • Artikel 42, §3 en artikel 43, §2, 2° van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.
    Het vaststellen van gemeentelijke reglementen andere dan over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties op de overtreding van die reglementen, is een bevoegdheid van de gemeenteraad en kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel V.60 van het besluit van 28 oktober 2016 van de Vlaamse regering betreffende codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs
    Dit artikel omschrijft de groepen personeelsleden die in aanmerking komen voor de terugbetaling van hun vervoerskosten.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2011 betreffende de volledige tenlasteneming door de werkgever in de onderwijssector van de vervoerskosten voor het openbaar vervoer naar en van het werk en de toekenning van een fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer, laatst aangepast op 1 januari 2018
    Dit besluit voorziet in de volledige terugbetaling van de kosten verbonden aan het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en/of met de fiets vanaf de wettelijke woonplaat of vanaf de verblijfplaats als het personeelslid in het onderwijs.

 

Adviezen

  • Akkoord van het ABOC onderwijs van 12 maart 2018.

 

Argumentatie

Het gemeentelijk reglement moet worden aangepast aan de gewijzigde Vlaamse regelgeving.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Met ingang van 1 april 2018 worden de kosten verbonden aan het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en/of met de fiets terugbetaald aan de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs.

 

Artikel 2:

Dit reglement is van toepassing op de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs van de gemeente Bertem, zoals bepaald in artikel V.60 van het besluit van 28 oktober 2016 van de Vlaamse regering betreffende codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs.

 

Openbaar vervoer

 

Artikel 3:

 

3.1 Rechthebbenden

De personeelsleden hebben recht op de volledige terugbetaling van de kosten verbonden aan het woon-werkverkeer.

De vervoersmiddelen die in aanmerking komen voor de terugbetaling in het kader van het woon-werkverkeer zijn de trein, de tram, de bus en de metro.

Verplaatsingen tussen vestigingsplaatsen komen eveneens in aanmerking voor terugbetaling in het kader van het woon-werkverkeer.

Vervoerskosten worden bijgevolg nooit uitbetaald voor:

- het gebruik van de wagen

- de toeslag voor het meenemen van de fiets op de trein.

Het personeelslid dient bij voorkeur steeds het meest aangewezen openbaar vervoermiddel te gebruiken. De terugbetaling is beperkt tot de prijs van het goedkoopste vervoerbewijs voor het woon-werktraject dat beschikbaar is bij het gebruikte openbaar vervoermiddel of bij de combinatie van deze vervoermiddelen. Bij het gebruik van de trein wordt enkel het gebruik van het vervoersbewijs 2e klasse terugbetaald.

Er dient - bij het afleggen van trajecten naar verschillende scholen van en naar het werk - gezocht te worden naar een zo voordelig mogelijke combinatie van vervoermiddel, respectievelijk vervoersbewijs.

Vervoerskosten voor activiteiten waarvoor aparte werkingstoelagen bestaan (bv. nascholing, GON-begeleiding...) ressorteren niet onder het woon-werkverkeer.

 

3.2 Afstanden

Minimumafstanden

Er zijn geen minimumafstandsgrenzen van toepassing.

Maximumafstanden

De maximale afstand voor een enkele rit tussen de wettelijke woonplaats of de verblijfplaats en de plaats van tewerkstelling bedraagt 250 kilometer. Is deze afstand kleiner of gelijk aan 250 kilometer dan worden de vervoerskosten volledig terugbetaald zelfs indien de afstand van het woon-werktraject via het openbaar vervoer groter is dan 250 kilometer.

Is de afstand tussen de wettelijke woonplaats of de verblijfplaats en de plaats van tewerkstelling groter dan 250 kilometer, dan geldt een pro rata regeling. In dat geval wordt de terugbetaling van de vergoeding beperkt tot het werkelijk bedrag van de onkosten vermenigvuldigd met 250 en gedeeld door de afstand tussen de wettelijke woonplaats of de verblijfplaats en de plaats van tewerkstelling.

De terugbetaling is beperkt tot een afstand per enkele rit van 250 kilometer tussen de wettelijke woonplaats of de verblijfplaats en de plaats van tewerkstelling.

 

3.3 Terugbetalingsmodaliteiten

De terugbetaling van de kosten voor het openbaar vervoer naar en van het werk gebeurt door het schoolbestuurop het einde van de maand die volgt op de maand waarin de geldigheidsduur van het vervoersbewijs verstreken is.

 

Als het personeelslid in meer dan één school, instelling en/of centrum voor leerlingenbegeleiding fungeertwerkt, kan het de terugbetaling vorderen in één van de scholen, instellingen en/of centra voor leerlingenbegeleiding indien het woon-werktraject met één vervoersbewijs wordt afgelegd. Indien het woon-werktraject naar de scholen, instellingen en/of centra voor leerlingenbegeleiding met verschillende vervoersbewijzen wordt afgelegd, vordert het personeelslidmet de afzonderlijke vervoersbewijzen, de vervoerskosten terug bij de respectievelijke scholen/centra voor leerlingenbegeleiding.

Deze uitbetaling gebeurt tegen afgifte van het vervoersbewijs uitgereikt door de maatschappijen die het gemeenschappelijk openbare vervoer organiseren.

 

De terugbetaling van de kosten voor het openbaar vervoer kan ook geschieden bij wijze van 'derdebetalersregeling' waarbij het schoolbestuur de kosten van een abonnement op het openbaar vervoer rechtstreeks betaalt aan de vervoermaatschappij.

 

3.4 Uitdiensttreding of niet-gebruik van het vervoersbewijs

Het personeelslid dat uit dienst treedt of het vervoersbewijs om een andere reden niet meer gebruikt (bv. verhuizing, langere afwezigheid), is verplicht dit bewijs onmiddellijk (binnen de twee werkdagen) in te leveren tegen ontvangstbewijs, bij de vervoermaatschappij die het heeft uitgereikt.

 

Fietsvergoeding

 

Artikel 4:

 

4.1 Rechthebbenden

Elkvoornoemdpersoneelslid dat de fiets gebruikt voor:

het volledige woon-werktraject;

een gedeelte van het woon-werktraject (voor of nadat een ander transportmiddel wordt gebruikt).

Met fiets wordt een vervoermiddel met twee of meer wielen bedoeld dat voortbewogen wordt door:

  • op pedalen te trappen (fiets)
  • op pedalen te trappen en waarvan de trapondersteuning wegvalt boven de 25 kilometer per uur (elektrische fiets)
  • op pedalen te trappen met een maximaal vermogen van 4 kW en een ondersteuning tot maximaal 45 kilometer per uur, waarbij de motor alleen werkt als je zelf trapt (speedpedelec).

Onder volledig woon-werktraject wordt verstaan: de verplaatsing met de fiets van de woonplaats of verblijfplaats tot aan de werkplaats, zonder dat een ander transportmiddel wordt gebruikt.

Onder gedeelte van het woon-werktraject wordt verstaan: de verplaatsing met de fiets vanaf de werkplaats, woonplaats of verblijfplaats tot op een plaats van waaruit het openbaar vervoer of een ander transportmiddel (bv. bij carpooling) wordt gebruikt voor de verdere woon-werkverplaatsing, of de verplaatsing met de fiets vanaf een halte van het openbaar vervoer of de plaats waar een ander transportmiddel wordt verlaten, tot aan de werkplaats, woonplaats of verblijfplaats.

 

4.2 Voorwaarde

Het personeelslid heeft recht op een maandelijkse fietsvergoeding voor de effectief gewerkte dagen waarop hij/zij de fiets gebruikt voor het woon-werkverkeer. De kortst mogelijke weg wordt aangerekendvergoed.

De minimale afstand waarvoor de fiets wordt gebruikt bedraagt 1 kilometer per enkele rit. Bovendien wordt per dag slechts één traject, heen en terug, vergoed per school, instelling of centrum waar het personeelslid werkt. Verplaatsingen naar huis tijdens lesvrije momenten komen bijgevolg niet in aanmerking voor terugbetaling.

Een begonnen kilometer wordt aangerekendgeteld als volledige kilometer (bv. weg naar huis is 1,6 km, men zal vergoed worden voor 2 km).

 

4.3 Bedrag waarop het personeelslid recht heeft

De fietsvergoeding bedraagt 0,15 europer kilometer is gelijk aan het bedrag dat op grond van de fiscale wetgeving en de socialezekerheidswetgeving is vrijgesteld van belasting en sociale bijdragen. Bij de uitbetaling zal rekening gehouden worden met de effectieve dagen waarop de fiets werd gebruikt.

Per dag kan de fietsvergoeding voor het volledige traject niet gecumuleerd worden met de vergoeding voor de kosten van het openbaar vervoer.

 

4.4 Regeling tussen personeelslid en werkgever

Aanvraag van de vergoeding: de fietsvergoeding wordt de laatste dag van de maand waarop de prestaties verricht zijn, aangevraagd door middel van een verklaring op eer. De aanvraag moet bij het schoolbestuur worden ingediend. Als het personeelslid in meer dan één school, instelling en/of centrum voor leerlingenbegeleiding fungeert, moet voor elk(e) school, instelling en/of centrum voor leerlingenbegeleiding een afzonderlijke aanvraag worden ingediend.

Uitbetaling: de fietsvergoeding wordt uitbetaald op het einde van de maand volgend op de maand waarin de fiets werd gebruikt en waarvoor vergoeding werd aangevraagd.

 

Artikel 5:

Het raadsbesluit van 26 april 2011 over het reglement terugbetaling vervoerskosten openbaar vervoer en toekenning fietsvergoeding onderwijzend personeel wordt opgeheven op 1 april 2018.

 

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2018.

 

Artikel 7:

Het college wordt belast met de praktische uitvoering van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

LEVERING EN PLAATSEN VAN SPEELTOESTELLEN MET VALBODEM OP HET SPEELTERREIN KLEUTERSCHOOL LEEFDAAL. GOEDKEURING BESTEK EN LASTVOORWAARDEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking door het college op 18 september 2017 'voorstel herinrichting speelterrein kleuterschool Leefdaal'.
  • Voorstel voor de speeltoestellen van de school Leefdaal ontvangen op 19 februari 2018.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van speeltoestellen en valbodem op het speelterrein van de gemeentelijke kleuterschool te Leefdaal” werd een bestek met nr. T861.21/393 opgesteld door de dienst openbare werken.
  • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 45 283,02 euro excl. btw of 48 000 euro incl. 6% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
  • Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 19 april 2018 om 12 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
  • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (limiet van euro 144 000 excl. btw niet bereikt).
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90 1°.

 

Argumentatie

De huidige houten toestellen zijn versleten en dienen vervangen te worden. In overleg met de school wordt er gekozen voor een combinatietoestel met glijbanen, een rekstok, loopbrug en klimstructuren voor de kleuters en de peuters. Ook enkele huisjes voor rustmomenten worden voorzien. Als materiaal valt de keuze op metaal en kunststof en eventueel enkele houten onderdelen. Op de speelplaats van de lagere school werden reeds zulke type speeltoestellen geplaatst en deze zijn duurzaam en onderhoudsvriendelijk. Ook de valbodem zal vervangen worden in kunstgras. Dit materiaal voldoet aan de gevraagde eisen van de school, is onderhoudsvriendelijk en past het meest in de groene omgeving.

De leverancier dient een ontwerp in te dienen dat beantwoordt aan de behoeften, een eenheid vormt, een hoge speel- en belevingswaarde heeft en past in de omgeving.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

080002/23000000

1419/001/001/001/001

€ 58 000

€ 58 000

€ 48 000

 

 

Bijlagen

  • Bestek prijsvraag speeltoestellen T861.21-393

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bestek met nr. T861.21/393 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van speeltoestellen en valbodem op het speelterrein van de gemeentelijke kleuterschool te Leefdaal”, opgesteld door de dienst openbare werken, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 45 283,02 euro excl. btw of 48 000 euro incl. 6% btw.

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3:

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

- GOEDE SPEELPROJECTEN BVBA, Brusselstraat 51 te 2018 Antwerpen 1;

- KOMPAN NV, Bosstraat 15 te 8780 Oostrozebeke;

- EUROPLAY NV, Eegene 9 te 9200 Dendermonde;

- ROBINIA INT BVBA, Schippersdijk 101 te 9200 Dendermonde;

- SPERECO BVBA, Weertersteenweg 383 te 3640 Kinrooi;

- LIBRAPLAY NV, Steenweg Op Deinze 191 te 9810 Nazareth;

- PROLUDIC B.V., Postbus 14 te 8790 Waregem.

 

Artikel 4:

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 19 april 2018 om 12 uur.

 

Artikel 5:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2018, op budgetcode 080002/23000000.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 20 maart 2018

 

VRAGENKWARTIERTJE.

 

Bespreking

 

  • Raadslid Griet Verhenneman verwijst naar het klimrek op het speelterrein aan de Grauwe Steenberg, dat beschadigd is door een brandstichting. Wat gaat daarmee gebeuren?
  • Schepen Greet Goossens antwoordt dat we aan het bekijken zijn waar de speelpleintjes moeten aangepast worden. Het speelplein aan de Grauwe Steenberg ligt afgelegen, is weinig zichtbaar en er gebeuren af en toe vandalenstreken. We bekijken of dat wat meer opengemaakt kan worden bv. door beplanting weg te nemen, waardoor er wat meer sociale controle zou zijn.

 

  • Raadslid Joris Fonteyn stelt vast dat er na de asfaltering van het kruispunt Dorpstraat-Blokkenstraat nog geen wegmarkeringen zijn aangebracht. Voor sommige automobilisten is het daardoor nog niet duidelijk wie voorrang heeft.
  • Burgemeester Joël Vander Elst antwoordt dat er in de winter geen wegmarkeringen worden geschilderd. Bij de eerste schilderwerken zal dit kruispunt aangepakt worden. Hij erkent dat dit af en toe voor ongemakken of onduidelijkheid kan zorgen, vooral voor mensen die hier niet wonen. Mensen van hier weten wie voorrang heeft op dit kruispunt.

 

  • Raadslid Joris Fonteyn vraagt naar de cijfers bij de start van de inschrijvingen aan de gemeentescholen.
  • Schepen Greet Goossens deelt volgende cijfers mee. Vorige donderdag werden aan de GBS Leefdaal 24 kindjes ingeschreven, aan de GBS 't Zonneveld (Bertem) 25 kindjes. Er zijn nog genoeg open plaatsen. Voor het geboortejaar 2016 zijn er in de GBS Leefdaal nog 6 plaatsen open, in de GBS Bertem nog 25.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019