Zitting van 28 januari 2020
ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 17 december 2019 goed.
Diane Vander Elst Jan De Keyzer Joery Verhoeven Yvette Laes Eddy Vranckx Greet Goossens Karin Baudemprez Roland Gustin Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Albert Mees Wouter Fock Tom Philips Dirk Stoffelen Iris De Smet Jenne Van Cortenberg Pieter Sempels Maria Andries Peter Persyn Diane Vander Elst Jan De Keyzer Joery Verhoeven Yvette Laes Eddy Vranckx Greet Goossens Karin Baudemprez Roland Gustin Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Albert Mees Wouter Fock Tom Philips Iris De Smet Jenne Van Cortenberg Pieter Sempels Maria Andries Peter Persyn Wouter Fock Karin Baudemprez Griet Verhenneman Albert Mees Joery Verhoeven Diane Vander Elst Roland Gustin Eddy Vranckx Jan De Keyzer Joël Vander Elst Pieter Sempels Tom Philips Iris De Smet Jenne Van Cortenberg Greet Goossens Maria Andries Yvette Laes Peter Persyn Joris Fonteyn aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 28 januari 2020
VERKAVELEN VAN GRONDEN. GOEDKEURING GEWIJZIGDE ZATE AANVRAAG VAN GEERT D'UNION NAMENS NUBRIX VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, SECTIE B NRS. 193C2, 193E2 EN 193D2.
Voorgeschiedenis
"De gemeenteraad is van mening dat deze ventweg op het gebied van veiligheid en bereikbaarheid geen meerwaarde biedt aan de ontwikkeling van deze zone. De Nijvelsebaan is ter hoogte van het project heel overzichtelijk en voldoende veilig om een rechtstreekse ontsluiting te realiseren. Door de aanleg van een parallelweg worden de lasten van de bewoners van de eerste fase langsheen de Veeweide (verkavelingsvergunning 18 oktober 2010) verhoogd. Door het sterk afhellend karakter van het terrein zal voor de aanleg van de ventweg een sterke ophoging nodig zijn. Deze ophoging kan voor heel wat wateroverlast zorgen voor de omliggende percelen. Door de aanleg van deze ventweg wordt ook het natuurgebied kleiner."
Feiten en context
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De omgeving wordt gekenmerkt door de zuidelijk gelegen zeer waardevolle Dijlevallei en het noordelijk hoger gelegen kouterlandschap van het plateau van Duisburg dat langsheen de Nijvelsebaan sporadisch bebouwd is. De Nijvelsebaan loopt van oost naar west op de noordelijke valleirand van de Dijle tussen de aangrenzende gemeenten Huldenberg en Leuven. Richting Leuven is er een vrij dense bebouwing die aansluit bij bebouwing van Leuven en de Ormendaal. Richting Huldenberg zijn het nog resterende open woonuitbreidingsgebied Veeweide en het centrum van Korbeek-Dijle beeldbepalend. Op het kruispunt van de Nijvelsebaan en de Veeweide, die diep in de Dijlevallei dringt, staat een zeer goed bewaard gebleven Mariakapelletje. Langsheen de Veeweide werd eerder een verkavelingsvergunning verleend voor 4 loten en zijn reeds een aantal woningen gebouwd.
Juridische gronden
1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad.
2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.
3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.
Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen
1° de gemeentelijke projecten
2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is.
§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:
1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;
2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.
§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.
Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.
Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag.
Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.
De Vlaamse Regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
Artikel 31/1
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
Adviezen
2. Op 23 september 2019 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een gunstig advies uitgebracht.
3. Op 28 september 2019 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies uitgebracht.
4. Op 28 september 2019 heeft de Provincie, dienst Waterlopen, een gunstig advies uitgebracht.
5. Op 11 oktober 2019 heeft Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
Deze klacht handelt niet over de zate van de weg en/of het wegenisdossier.
Argumentatie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord. Het wegenisdossier wordt in een aparte aanvraag besproken.
Bijlagen
Besluit
17 stemmen voor: Joël Vander Elst, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin en Albert Mees
2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek, waarin geen klachten over het tracé of de wegenis zijn ingediend.
Artikel 2:
Het aangepaste wegentracé in de verkaveling 'Nubrix' gelegen in Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan, sectie B nr 193c2, 193e2 en 193d2, zoals voorzien op het bijgevoegde verkavelingsplan 'nieuwe toestand', wordt goedgekeurd.
Artikel 3:
Het overkoepelende wegenisdossier voor deze verkaveling en voor de verkaveling Patriso - Alfa Omega wordt behandeld in de huidige zitting.
Diane Vander Elst Jan De Keyzer Joery Verhoeven Yvette Laes Eddy Vranckx Greet Goossens Karin Baudemprez Roland Gustin Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Albert Mees Wouter Fock Tom Philips Dirk Stoffelen Iris De Smet Jenne Van Cortenberg Pieter Sempels Maria Andries Peter Persyn Diane Vander Elst Jan De Keyzer Joery Verhoeven Yvette Laes Eddy Vranckx Greet Goossens Karin Baudemprez Roland Gustin Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Albert Mees Wouter Fock Tom Philips Iris De Smet Jenne Van Cortenberg Pieter Sempels Maria Andries Peter Persyn Eddy Vranckx Jan De Keyzer Jenne Van Cortenberg Diane Vander Elst Albert Mees Joery Verhoeven Griet Verhenneman Pieter Sempels Karin Baudemprez Wouter Fock Yvette Laes Iris De Smet Tom Philips Roland Gustin Greet Goossens Maria Andries Joël Vander Elst Joris Fonteyn Peter Persyn aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 28 januari 2020
VERKAVELING MET WEGENIS. GOEDKEURING TRACÉ WEGENIS VAN PATRISO EN ALFA OMEGA VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, SECTIE B NRS. 193H.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De omgeving wordt gekenmerkt door de zuidelijk gelegen zeer waardevolle Dijlevallei en het noordelijk hoger gelegen kouterlandschap van het plateau van Duisburg dat langsheen de Nijvelsebaan sporadisch bebouwd is. De Nijvelsebaan loopt van oost naar west op de noordelijke valleirand van de Dijle tussen de aangrenzende gemeenten Huldenberg en Leuven. Richting Leuven is er een vrij dense bebouwing die aansluit bij bebouwing van Leuven en de Ormendaal. Richting Huldenberg zijn het nog resterende open woonuitbreidingsgebied Veeweide en het centrum van Korbeek-Dijle beeldbepalend. Langsheen de Veeweide werd eerder een verkavelingsvergunning verleend voor 4 loten en aanpalend aan de aanvraag werd een verkaveling vergund voor 9 loten langsheen de Nijvelsebaan. Deze laatste verkaveling wordt bijgesteld wat de wegenis betreft.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
Juridische gronden
1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad
2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.
3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.
Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen
1° de gemeentelijke projecten
2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is
§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:
1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;
2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.
§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.
Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.
Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag.
Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.
De Vlaamse Regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
Artikel 31/1
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepsschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepsschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepsschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
Adviezen
2. Op 23 september 2019 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een gunstig advies uitgebracht.
3. Op 28 september 2019 heeft de Provincie, dienst Waterlopen, een gunstig advies uitgebracht.
4. Op 1 oktober 2019 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
bezwaar voorziene wegenis:
Het kruispunt tussen de Putstraat en de Nijvelsebaan is nu al onoverzichtelijk en zal bij de nieuwe geplande verkeerssituatie bij het uitrijden van de Putstraat nog gevaarlijker worden. De huizen die er gebouwd zullen worden, zullen het zicht belemmeren naar de linkerkant van de Nijvelsebaan deels doordat de Putstraat zich veel lager bevindt dan de Nijvelsebaan.
bespreking:
De gemeente sluit zich aan bij deze opmerking maar deze aansluiting is het gevolg van de standpunten van het Agentschap Wegen en Verkeer waar men als gemeente geen enkele zeggenschap in heeft. Zie historiek verkavelingsdossier Nubrix, Nijvelsebaan, sectie B nr 193e2. Blijkbaar zou het Agentschap het voornemen hebben om via de Putstraat de ventweg te laten inrijden en hem via de Veeweide te laten verlaten.
Deze opmerking wordt niet aanvaard.
Argumentatie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord. Het wegenisdossier wordt in een aparte aanvraag besproken.
Bijlagen
Besluit
17 stemmen voor: Joël Vander Elst, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin en Albert Mees
2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek. De klacht over het tracé wordt niet aanvaard.
Artikel 2:
Het tracé van de voorziene wegenis in de verkaveling Patriso en Alfa Omega, Nijvelsebaan sectie B nr 193h, zoals voorzien op het bijgevoegde verkavelingsplan, wordt goedgekeurd.
Artikel 3:
Het overkoepelend wegenisdossier voor beide verkavelingen wordt behandeld in de huidige zitting.
Artikel 4:
Het college zal met de verkavelaar een overeenkomst afsluiten over de uitrusting van deze verkaveling. Deze overeenkomst wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Diane Vander Elst Jan De Keyzer Joery Verhoeven Yvette Laes Eddy Vranckx Greet Goossens Karin Baudemprez Roland Gustin Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Albert Mees Wouter Fock Tom Philips Dirk Stoffelen Iris De Smet Jenne Van Cortenberg Pieter Sempels Maria Andries Peter Persyn Diane Vander Elst Jan De Keyzer Joery Verhoeven Yvette Laes Eddy Vranckx Greet Goossens Karin Baudemprez Roland Gustin Griet Verhenneman Joris Fonteyn Joël Vander Elst Albert Mees Wouter Fock Tom Philips Iris De Smet Jenne Van Cortenberg Pieter Sempels Maria Andries Peter Persyn Joël Vander Elst Jenne Van Cortenberg Roland Gustin Pieter Sempels Greet Goossens Jan De Keyzer Griet Verhenneman Karin Baudemprez Maria Andries Yvette Laes Joery Verhoeven Iris De Smet Diane Vander Elst Eddy Vranckx Tom Philips Wouter Fock Albert Mees Peter Persyn Joris Fonteyn aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 28 januari 2020
VERKAVELING MET WEGENIS. GOEDKEURING TRACÉ WEGENIS HOSBUR VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, NIJVELSEBAAN SECTIE B NR 193H (AANVRAAG VERKAVELEN VAN GRONDEN ALFA OMEGA) EN SECTIE B NR 193E (BIJSTELLEN VAN VERKAVELING NUBRIX).
Voorgeschiedenis
Feiten en context
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De omgeving wordt gekenmerkt door de zuidelijk gelegen zeer waardevolle Dijlevallei en het noordelijk hoger gelegen kouterlandschap van het plateau van Duisburg dat langsheen de Nijvelsebaan sporadisch bebouwd is. De Nijvelsebaan loopt van oost naar west op de noordelijke valleirand van de Dijle tussen de aangrenzende gemeenten Huldenberg en Leuven. Richting Leuven is er een vrij dense bebouwing die aansluit bij bebouwing van Leuven en de Ormendaal. Richting Huldenberg zijn het nog resterende open woonuitbreidingsgebied Veeweide en het centrum van Korbeek-Dijle beeldbepalend. Op het kruispunt van de Nijvelsebaan en de Veeweide, die diep in de Dijlevallei dringt, staat een zeer goed bewaard gebleven Mariakapelletje. Langsheen de Veeweide werd eerder een verkavelingsvergunning verleend voor 4 loten en langsheen de Nijvelsebaan werd reeds een vergunning afgeleverd voor 9 loten. Deze verkavelingsvergunning wordt bijgesteld wat de goedgekeurde wegenis betreft.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
Juridische gronden
1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad.
2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.
3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.
Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen
1° de gemeentelijke projecten
2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is.
§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:
1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;
2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.
§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.
Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.
Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag.
Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.
De Vlaamse Regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
Artikel 31/1
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
Adviezen
2. Op 23 september 2019 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
3. Op 28 september 2019 heeft de provincie, dienst Waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
4 Op 24 oktober 2019 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
5. nota 21 november 2019 in het kader van de toepassing van de pesticidentoets (gemeentelijke dienst openbare werken)
Bij de aanleg van de wegenis (parallelweg, fietspad, voetpad...) dient ermee rekening gehouden te worden dat er geen scherpe hoeken gevormd worden om het machinaal onderhouden te vergemakkelijken. Hoeken moeten afgerond worden.
In de gehele bestrating mogen zo min mogelijk onnodige voegen voorkomen. Dit wil zeggen:
De dienst openbare werken brengt een positief advies uit voor het wegenisdossier 201971, exclusief de riolering en aanhorigheden, mits volgende voorwaarden in acht genomen worden:
Bespreking:
In het advies van de provincie, dienst Waterlopen, van 28 september 2019, dossier aanvraag tot verkavelen van gronden door Nubrix, Nijvelsebaan, 3060 Korbeek-Dijle sectie B nr 193h, wordt als voorwaarde opgelegd dat alle verhardingen dienen te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede weg. Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen toegelaten (max 30 m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is.
Het project voldoet aan dit advies.
Het advies van de dienst openbare werken kan wat betreft de aanleg van de bestrating in een KWS-verharding niet worden toegepast.
bezwaar voorziene wegenis:
Het kruispunt tussen de Putstraat en de Nijvelsebaan is nu al onoverzichtelijk en zal bij de nieuwe geplande verkeerssituatie bij het uitrijden van de Putstraat nog gevaarlijker worden. De huizen die er gebouwd zullen worden, zullen het zicht belemmeren naar de linkerkant van de Nijvelsebaan deels doordat de Putstraat zich veel lager bevindt dan de Nijvelsebaan.
bespreking:
De gemeente sluit zich aan bij deze opmerking maar deze aansluiting is het gevolg van de standpunten van het Agentschap Wegen en Verkeer waar men als gemeente geen enkele zeggenschap in heeft. Zie historiek verkavelingsdossier Nubrix, Nijvelsebaan, sectie B nr 193e2. Blijkbaar zou het Agentschap het voornemen hebben om via de Putstraat de ventweg te laten inrijden en hem via de Veeweide te laten verlaten.
Deze opmerking wordt niet aanvaard.
Argumentatie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Het overkoepelende wegenisdossier voor beide verkavelingen heeft het voordeel van een uniforme en gelijktijdige uitvoering van deze wegenis.
Bijlagen
Besluit
17 stemmen voor: Joël Vander Elst, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin en Albert Mees
2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn
Artikel 1:
De raad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek waarbij één klacht is ingekomen. Deze klacht wordt niet aanvaard.
Artikel 2:
Het gezamenlijke wegenisdossier ingediend door de bvba Hosbur voor de realisatie van een ventweg en aanhorigheden ter uitrusting van de verkavelingen Nubrix en Patriso - Alfa Omega gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan - Veeweide, sectie B nr 193e (Nubrix) en Nijvelsebaan - Putstraat, sectie B nr 193h (Patriso - Alfa Omega) wordt goedgekeurd.
Zitting van 28 januari 2020
DORPSDICHTER. GOEDKEURING REGLEMENT AANSTELLING DORPSDICHTER.
Voorgeschiedenis
• Collegebesluit van 16 december 2019 over de principiële goedkeuring van het reglement aanstelling dorpsdichter.
Feiten en context
• De gemeente maakt nu bij sommige feestelijkheden en evenementen gebruik van de diensten van een dichter, zoals bij de inschrijving van de 10 000ste inwoner of bij de herdenking van 11 november.
• In de toekomst zou de gemeente voor speciale evenementen vaker een beroep willen doen op een dichter. Daarom is het beter dit op een gestructureerde wijze aan te pakken, via een officiële aanstelling en met een gepaste vergoeding.
• Een voorstel van reglement voor het aanstellen van een dorpsdichter werd uitgewerkt door de dienst vrije tijd naar voorbeelden bij gelijkaardige gemeenten.
Juridische gronden
• Artikel 13 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt
In de sector van de kunst, de letteren en de wetenschappen steunt elke aanmoediging of elke tegemoetkoming van de overheden uitsluitend op esthetische, wetenschappelijke en kunstcriteria. De rechtsgelijkheid tussen de burgers, ongeacht hun overtuiging, moet worden gewaarborgd, wat betreft onder meer de toekenning van prijzen, beurzen, leningen en om het even welke toelagen, de deelneming aan sportwedstrijden en aan culturele activiteiten en de aanmoediging van de navorsing.
• Artikel 14 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt
Iedere overheid die toelagen en aanmoedigingen verleent aan enkelingen, organisaties of instellingen voor hun culturele activiteiten, moet ieder jaar als bijlage bij haar begroting de omstandige lijst van de beneficianten publiceren met opgave van de toegekende sommen en voordelen.
• Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.
Adviezen
• Positief advies van de bibliotheekraad van 27 november 2019
• Positief advies van de cultuurraad op 3 december 2019
Financiële gevolgen
BD1 AP9 A29
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
643700/0703-00 | € 4500 | € 4500 | € 200 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeente Bertem organiseert vanaf 2020 driejaarlijks de verkiezing van een dorpsdichter.
Artikel 2:
Iedereen die 16 jaar of ouder is en inwoner van de gemeente, kan deelnemen. De deelname is gratis.
Artikel 3:
De vrijetijdsdienst van Bertem lanceert vanaf 1 januari van het desbetreffende jaar een oproep tot deelname aan deze wedstrijd. Deelnemen (door het indienen van zijn/haar kandidatuur) kan tot 31 maart van dat jaar. Voor 31 mei van dat jaar heeft de jurering plaatsgevonden. De winnaar wordt bekendgemaakt op de viering van de sportkampioenen en cultureel verdienstelijke personen van dat jaar.
De winnaar mag zich voor de rest van de periode ‘Dorpsdichter van Bertem’ noemen.
Artikel 4:
Iedere deelnemer stuurt:
- Een Nederlandstalig gedicht over de gemeente Bertem
- Een Nederlandstalig gedicht over een zelfgekozen onderwerp
- Een motivatie waarom men het dorpsdichterschap ambieert.
Artikel 5:
Het deelnemingsformulier en reglement zijn te downloaden via de gemeentelijke website www.bertem.be.
Artikel 6:
Op de bladen met de gedichten en op de motivatienota mag geen deelnemersnaam noch schuilnaam vermeld worden. De identiteit (naam, adres, e-mail en/of telefoonnummer, leeftijd) van de dichter wordt in een bijgevoegde gesloten enveloppe ingeleverd. De gedichten mogen niet langer zijn dan één A4-pagina. Onleesbare gedichten worden niet aanvaard.
Artikel 7:
Deelnemers die plagiaat plegen, die onder andere namen inschrijven of zich op een andere manier aan onregelmatigheden schuldig maken, worden uitgesloten.
Artikel 8:
De winnaar van de wedstrijd wordt dorpsdichter van Bertem voor een periode van 3 jaar.
Artikel 9:
De dorpsdichter mag zijn/haar titel dragen tot de officiële aanstelling van de volgende dorpsdichter. In deze periode (3 jaar) schrijft hij/zij minimum 3 gedichten per jaar en maximum 15 gedichten over onze gemeente, waarvan een aantal in opdracht. De dorpsdichter kan ook gevraagd worden om aanwezig te zijn op feestelijkheden van de gemeente om daar zijn/haar gedicht voor te dragen dat verband houdt met die gelegenheid.
Artikel 10:
De laureaat ontvangt een oorkonde van aanstelling als dorpsdichter en ontvangt jaarlijks 200 euro netto, als tegenprestatie.
Artikel 11:
De gemeente heeft het recht de gedichten te publiceren, te bewerken voor muziek en tentoon te stellen, zonder dat hiervoor een vergoeding kan geëist worden. De artistieke eigendom van de gedichten blijft bij de dorpsdichter.
Artikel 12:
De inzendingen worden door een onafhankelijke jury beoordeeld, die zelf van deelname is uitgesloten. De uitspraak van de jury kan door de deelnemers niet herroepen worden. Over de uitspraak wordt geen briefwisseling noch discussie gevoerd.
Artikel 13:
De samenstelling van de jury bestaat uit de schepen van cultuur, de voorzitter van de vrijetijdsraad, de bibliothecaris en een externe woordkunstenaar.
Artikel 14:
Ingezonden gedichten worden anoniem gejureerd, dit wil zeggen dat de persoonsgegevens van de dichters niet bekend zijn bij de juryleden. De jury dient een beslissing bij meerderheid van stemmen te nemen.
Artikel 15:
Indien de inzendingen van ontoereikende kwaliteit blijken, heeft de jury het recht de titel van dorpsdichter niet toe te kennen aan een nieuwe kandidaat. De vorige dorpsdichter blijft daardoor langer in functie.
Artikel 16:
Het college van burgemeester en schepenen stelt de dorpsdichter officieel aan voor een periode van 3 jaar.
Artikel 17:
Door deel te nemen, verklaart de deelnemer zich akkoord met het reglement.
Artikel 18:
De organisator is de gemeente Bertem.
Zitting van 28 januari 2020
PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING VRIJETIJDSRAAD EN GOEDKEURING VAN DE STATUTEN.
Voorgeschiedenis
• Collegebeslissing van 13 januari 2020 over het principieel akkoord met de oprichting van een gemeentelijke vrijetijdsraad en bijhorende statuten.
Feiten en context
• Een bredere adviesvorming over de vrijetijdssectoren heen biedt meer opportuniteiten voor gestructureerde samenwerkingen. Een vrijetijdsraad komt ook meer tegemoet aan een overkoepelende visie die ook zijn weerslag vindt in de organisatie van de gemeentelijke diensten.
• De bibliotheekraad, de cultuurraad, de seniorenraad en de sportraad zullen ontbonden worden en samengevoegd worden tot een vrijetijdsraad.
• De nieuwe vrijetijdsraad draagt als advies- en overlegorgaan bij tot de verbetering van een integraal vrijetijdsbeleid en -aanbod in het belang van alle inwoners van de gemeente.
• Via de gemeentelijke communicatiekanalen zal een oproep gebeuren tot kandidatuurstelling voor de vrijetijdsraad. Via een gemotiveerde voordracht door het schepencollege zullen de kandidaten bepaald worden.
• De vrijetijdsraad beschikt over statuten waarin haar doelstellingen, samenstelling en werking worden geconcretiseerd.
• In een huishoudelijk reglement kan de vrijetijdsraad verder alles concretiseren wat niet door de statuten wordt bepaald.
Juridische gronden
• Artikel 3 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt
De overheidsinstanties moeten de gebruikers en alle ideologische en filosofische strekkingen betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid, overeenkomstig de modaliteiten van deze wet en op voorwaarde dat zij de principes en de regels van de democratie aanvaarden en naleven.
• Hoofdstuk III 'Deelneming aan de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid'
Elke overheid moet alle erkende representatieve verenigingen en alle ideologische en filosofische strekkingen betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid. Met dit doel zullen zij een beroep doen op passende, bestaande of op te richten organen en structuren, met het oog op inspraak of advies.
Deze organen van advies worden zo samengesteld dat de vertegenwoordiging van de ideologische en filosofische strekkingen alsmede van de gebruikersgroeperingen wordt verzekerd en dat een onrechtmatig overwicht van één der strekkingen of van een geheel van organisaties van de gebruikers die beweren tot éénzelfde strekking te behoren, vermeden wordt.
• Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
• Artikel 304, §3 van het decreet lokaal bestuur
Onder voorbehoud van de wettelijke en decretale bepalingen die op dit gebied gelden, kan alleen de gemeenteraad overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die al opdracht hebben op regelmatige systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren. Ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren is van hetzelfde geslacht. Als dit niet het geval is, kan niet op rechtsgeldige wijze advies gevraagd worden.
Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de raden en de overlegstructuren.
• Decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid
De gemeente moet de volgende culturele actoren bij de organisatie van inspraak en participatie betrekken:
1° alle culturele organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die het Nederlandstalige culturele leven bevorderen, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten en die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente;
2° deskundigen op het vlak van cultuur die het Nederlandstalige culturele leven bevorderen en die in de gemeente wonen.
• Decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal sportbeleid
Dit decreet is niet meer van toepassing sinds de inkanteling van de sectorale middelen van sport in het gemeentefonds vanaf 2016.
• Artikel 5, §1 van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid
Om voor subsidiëring in aanmerking te komen en met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdwerk, inzonderheid in het kader van het meerjarenplan, richt de gemeenteraad een jeugdraad op of erkent de gemeenteraad een al bestaande jeugdraad.
• Decreet van 7 december 2012 betreffende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen.
De Vlaamse regering stimuleert lokale besturen of ouderen op het terrein van een lokaal inclusief ouderenbeleid en voor het nemen van initiatieven die de inspraak van ouderen in dat beleid realiseren of versterken.
• De cultuurpactwet van 16 juli 1973, waarbij de gemeentebesturen een beroep moeten doen op bestaande of op te richten organen en structuren met het oog op inspraak en advies van de gebruikersgroeperingen en de ideologische en filosofische strekkingen bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid
Adviezen
• Gunstig advies uitgebracht door de bibliotheekraad op 25 november 2019
• Gunstig advies uitgebracht door de jeugdraad op 27 november 2019
• Gunstig advies uitgebracht door de cultuurraad op 3 december 2019
• Gunstig advies uitgebracht door de seniorenraad op 8 januari 2020
• Gunstig advies uitgebracht door de sportraad op 21 januari 2020
Argumentatie
Dit besluit draagt bij tot de verbetering van een integraal vrijetijdsaanbod in het belang van alle inwoners van de gemeente. Een vrijetijdsraad biedt kansen om adviezen meer te laten aansluiten bij het integraal beleid van de gemeente.
Besluit
eenparig
VERENIGINGENFORUM
Artikel 1: oprichting en doelstelling
De gemeente Bertem organiseert één keer per jaar het 'verenigingenforum'. Het verenigingenforum heeft tot doel om alle erkende Bertemse verenigingen en deskundigen in de sector vrije tijd te informeren en te bevragen over het vrijetijdsbeleid en –aanbod in Bertem.
Het verenigingenforum fungeert als algemene vergadering van het adviesorgaan voor de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid, zoals bepaald door het Cultuurpact en het decreet lokaal cultuurbeleid.
Artikel 2: samenstelling en werking
Elke erkende Bertemse vereniging mag maximaal 2 vertegenwoordigers afvaardigen naar het verenigingenforum. Ook inwoners van de gemeente Bertem met een specifieke deskundigheid op het domein van cultuur en/of vrijetijdsbesteding, kunnen aanwezig zijn mits voorafgaandelijke inschrijving met een motivering van hun relevante en specifieke deskundigheid.
Politieke mandatarissen van de gemeente of het OCMW kunnen als waarnemer aanwezig zijn, evenwel zonder stemrecht.
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de nadere regels voor de organisatie van het verenigingenforum.
De vrijetijdsraad brengt verslag uit over de werking van het vorige werkjaar en blikt vooruit op de werking van het komende werkjaar.
De bevoegde schepenen brengen een algemeen verslag uit over de belangrijkste beslissingen en beleidsplannen op het vlak van vrije tijd.
VRIJETIJDSRAAD
Artikel 3: oprichting en doelstelling
De 'vrijetijdsraad' vormt het bestuur van het verenigingenforum en wordt erkend als gemeentelijk advies- en overlegorgaan. De vrijetijdsraad draagt bij tot de verbetering van een integraal vrijetijdsbeleid en –aanbod in het belang van alle inwoners van de gemeente Bertem.
Deze adviesraad moet op het vlak van samenstelling en taken voldoen aan de wettelijke verplichtingen van het Cultuurpact, het decreet lokaal cultuurbeleid en het decreet lokaal bestuur.
Artikel 4: taken
De vrijetijdsraad heeft volgende taken:
• op vraag van het lokaal bestuur of op eigen initiatief, adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende het gemeentelijke vrijetijdsbeleid, met name over de beleidsdomeinen jeugd, senioren, sport en cultuur (incl. bibliotheek) en erfgoed;
• het beheer opvolgen van de culturele en sportieve infrastructuur en instellingen en het lokaal bestuur hierover adviseren;
• overleg en uitwisseling tot stand brengen tussen verenigingen, instellingen en/of organisatoren met het oog op een goede samenwerking en coördinatie van het vrijetijdsaanbod;
• indien gewenst thematische participatie organiseren zoals bevragingen, informatiemomenten…;
• het verenigingenforum voorbereiden.
Artikel 5: zetel
De maatschappelijke zetel van de vrijetijdsraad is gevestigd in Bertem, Tervuursesteenweg 178 te 3060 Bertem.
Artikel 6: samenstelling
De vrijetijdsraad is pluralistisch samengesteld en bestaat uit effectieve leden, waarnemende leden, een secretaris en deskundigen.
De vrijetijdsraad telt minimum 17 en maximum 25 leden en is samengesteld uit de volgende effectieve leden:
• minimum 2 leden vanuit culturele of socio-culturele verenigingen actief in de gemeente
• minimum 2 leden vanuit sportverenigingen actief in de gemeente
• minimum 3 leden met affiniteit met senioren
• 1 afgevaardigde uit de jeugdraad
• 1 afgevaardigde uit de sector erfgoed
• minimum 3 gebruikers van de bibliotheek
• 1 vertegenwoordiger van het lokaal dienstencentrum
• minimum 4 leden met een deskundigheid in het werkterrein. Deze leden zijn niet noodzakelijk verbonden aan het verenigingsleven.
Leden moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
• minstens 16 jaar oud zijn;
• leden die worden afgevaardigd door een vereniging of organisatie, moeten actief betrokken zijn bij de werking ervan;
• in de gemeente wonen of werken.
Artikel 7: procedure samenstelling vrijetijdsraad
Iedereen die beantwoordt aan de voorwaarden, kan zich schriftelijk kandidaat stellen op de maatschappelijke zetel van de vrijetijdsraad. Elke kandidaatstelling moet gemotiveerd zijn. Het college kan nadere regels bepalen over de wijze waarop en de termijn waarbinnen de kandidaturen moeten worden ingediend.
Voor elke voordracht van een kandidaat - effectief lid moet een vaste plaatsvervanger worden voorgedragen die de vergadering bijwoont indien het respectievelijk lid verontschuldigd is. De plaatsvervanger van een afgevaardigde uit een vereniging hoeft niet noodzakelijk tot dezelfde vereniging te behoren.
De plaatsvervanger heeft spreek-, stem- en inzagerecht voor de vergadering waaraan hij/zij deelneemt. De plaatsvervanger moet voldoen aan de voorwaarden voor effectieve leden.
Indien er meer kandidaat-leden zijn dan er kunnen worden aanvaard conform de artikelen 3 en 6 van deze statuten, doet het college van burgemeester en schepenen een gemotiveerd voorstel van samenstelling aan het verenigingenforum.
Het verenigingenforum verkiest de leden van de vrijetijdsraad. Elke aanwezige vereniging en elke aanwezige deskundige beschikt over 1 stem.
De gemeenteraad keurt de samenstelling van de vrijetijdsraad goed.
Artikel 8: begin en einde lidmaatschap
De effectieve en plaatsvervangende leden van de vrijetijdsraad worden voor de duur van de legislatuur verkozen. Na de eerste samenstelling wordt de vrijetijdsraad binnen de 12 maanden na de installatie van een nieuwe gemeenteraad opnieuw samengesteld. Zolang de nieuwe vrijetijdsraad niet is samengesteld, blijft de uittredende vrijetijdsraad in functie.
Het effectief lid dat voortijdig zijn mandaat stopzet, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger tot een nieuw lid is benoemd. Het lid dat ontslag wil nemen, deelt dit schriftelijk mee aan de secretaris. Vervangingen van leden worden door de secretaris ter kennisname aan het schepencollege meegedeeld en éénmaal per jaar ter bekrachtiging geagendeerd op de gemeenteraad.
Aan het lidmaatschap van de vrijetijdsraad komt statutair een einde door drie opeenvolgende niet-gemotiveerde afwezigheden.
Het lidmaatschap van de vrijetijdsraad is hernieuwbaar.
Artikel 9: waarnemende leden en waarnemers
De bevoegde leden van het schepencollege kunnen aan de vergadering deelnemen als waarnemend lid. Zij kunnen deelnemen aan de toelichtingen en besprekingen. Zij kunnen de formulering van een advies en de eventuele stemming daarover niet bijwonen.
Andere politieke mandatarissen van de gemeente of het OCMW kunnen geen waarnemend lid zijn. Zij kunnen wel als waarnemer de vergadering bijwonen. Zij kunnen op passieve wijze de besprekingen en toelichtingen bijwonen, maar er niet aan deelnemen. Zij kunnen de formulering van een advies en de eventuele stemming daarover niet bijwonen.
Artikel 10: secretaris
Een niet-stemgerechtigde secretaris ondersteunt de vrijetijdsraad op administratief en logistiek vlak. Hij/zij wordt aangeduid door het college van burgemeester en schepenen. De secretaris heeft de volgende taken:
• in overleg met het dagelijks bestuur de vergaderingen en activiteiten van de vrijetijdsraad voorbereiden. De secretaris adviseert de voorzitter en verzamelt alle stukken die nodig zijn voor een optimale werking van de adviesraad;
• opmaken en verzenden van de uitnodiging, de agenda en het verslag van de vergaderingen;
• logistieke ondersteuning van de werking en activiteiten van de vrijetijdsraad.
Artikel 11: deskundigen
Personeelsleden van het lokaal bestuur Bertem kunnen als niet-stemgerechtigde deskundigen de vergaderingen bijwonen of ad hoc uitgenodigd worden om toelichting te geven bij de agendapunten. De deskundigen kunnen deelnemen aan de toelichtingen en besprekingen. Zij kunnen de formulering van een advies en de eventuele stemming daarover wel bijwonen, maar er niet aan deelnemen.
Artikel 12: voorzitter en ondervoorzitter
De gemeenteraad benoemt de voorzitter en ondervoorzitter op voordracht van de vrijetijdsraad. De taken van de voorzitter zijn:
• in overleg met het dagelijks bestuur de agenda opstellen;
• de leden uitnodigen voor de vergadering;
• de vergaderingen openen, leiden en sluiten en de besprekingen leiden met oog voor een evenwichtige deelname van alle geledingen en leden.
De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij afwezigheid.
Artikel 13: dagelijks bestuur
De vrijetijdsraad verkiest een dagelijks bestuur dat bestaat uit minimum 2 en maximum 4 effectieve leden (waaronder de voorzitter en de ondervoorzitter) en de secretaris. Het schepencollege duidt een politiek verantwoordelijke aan om deel te nemen aan de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan deskundigen van het lokaal bestuur ad hoc uitnodigen voor de vergaderingen.
Artikel 14: werking
§1 vergaderfrequentie
De vrijetijdsraad wordt door de voorzitter bijeengeroepen wanneer het lokaal bestuur advies vraagt of wanneer 1/3 van de leden hierom verzoekt en telkens indien het uitoefenen van zijn bevoegdheden dit vereist. De vrijetijdsraad komt minstens tweemaal per jaar samen.
§2 werkgroepen
De vrijetijdsraad kan voor het onderzoeken van specifieke vragen of noden een ad hoc werkgroep oprichten om een thema of advies concreet voor te bereiden of uit te werken.
De werkgroep kan hiervoor andere belanghebbende, gebruikers, deskundigen en geïnteresseerde burgers betrekken met het oog op een bredere consultatie en participatie. Een werkgroep heeft geen eigen advies- of beslissingsbevoegdheid; hij werkt enkel ter voorbereiding van een initiatief of advies dat genomen wordt door de vrijetijdsraad.
Artikel 15: statuten en huishoudelijk reglement
De statuten van de vrijetijdsraad worden goedgekeurd door de gemeenteraad. De vrijetijdsraad is gemachtigd wijzigingen aan de statuten voor te stellen aan de gemeenteraad.
De vrijetijdsraad kan in een huishoudelijk reglement verder alles concretiseren wat niet door de statuten wordt bepaald en wat niet tot de bevoegdheid van een ander orgaan behoort.
OPHEFFINGSBEPALINGEN
Artikel 16:
Het gemeenteraadsbesluit van 27 september 2005 over de statuten van de seniorenraad wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2020.
Artikel 17:
Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2013 over de statuten van de cultuurraad wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2020.
Artikel 18:
Het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2014 over de statuten van de bibliotheekraad wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2020.
Artikel 19:
Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2014 over de statuten van de sportraad wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2020.
Zitting van 28 januari 2020
MONDELINGE VRAGEN.
Juridische gronden
Mondelinge vragen
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.