BESLUITENLIJST VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 28 januari 2020

Van 20 uur tot 21 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Albert Mees

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Yvette Laes, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin en Peter Persyn

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Marc Morris

Raadslid:

Jimmy Geyns

 

Raadslid Wouter Fock verlaat de vergadering vanaf punt 8.

 


Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2020

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
  • Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
    De gemeenteraad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
  • Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
    Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de gemeenteraad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 17 december 2019.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 17 december 2019 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2020

 

VERKAVELEN VAN GRONDEN. GOEDKEURING GEWIJZIGDE ZATE AANVRAAG VAN GEERT D'UNION NAMENS NUBRIX VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, SECTIE B NRS. 193C2, 193E2 EN 193D2.

 

Voorgeschiedenis

  • Aanvraag van 29 oktober 2008 voor het verkavelen van een perceel in 18 loten voor halfopen bebouwing en 1 lot voor open bebouwing langsheen de Nijvelsebaan en Veeweide, ingetrokken naar aanleiding van de negatieve adviezen van het Agentschap Wegen en Verkeer van 19 december 2008 en van het Agentschap voor Natuur en Bos van 23 december 2008.
  • Aanvraag van 15 april 2009 voor het verkavelen van een perceel in 20 loten voor halfopen bebouwing langsheen de Nijvelsebaan en Veeweide ingetrokken naar aanleiding van de negatieve adviezen van het Agentschap Wegen en Verkeer van 30 juni 2009 en van het Agentschap voor Natuur en Bos van 18 juni 2009.
  • Aanvraag van 14 december 2009 voor het verkavelen van een perceel in 6 loten voor halfopen bebouwing langsheen de Veeweide. Voor deze aanvraag werd een weigering afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 25 mei 2010.
  • Verkavelingsvergunning van 18 oktober 2010 voor het verkavelen van een deel van de percelen in 4 bouwloten voor het oprichten van open eengezinswoningen langsheen de Veeweide.
  • Op 9 september 2013 werd een stilzwijgende weigering afgeleverd door het college voor het verkavelingsvoorstel met de realisatie van een ventweg langsheen de Nijvelsebaan. Deze weigering werd bevestigd door de deputatie van Vlaams-Brabant.
  • Aanvraag van 27 mei 2014 voor het verkavelen van de percelen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan, sectie B nr 193l en 193y. Volgens het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer moest er een ventweg worden aangelegd parallel met de Nijvelsebaan. De gemeenteraad heeft in zitting van 17 december 2013 naar aanleiding van de vorige aanvraag met een ventweg volgend standpunt ingenomen:

"De gemeenteraad is van mening dat deze ventweg op het gebied van veiligheid en bereikbaarheid geen meerwaarde biedt aan de ontwikkeling van deze zone. De Nijvelsebaan is ter hoogte van het project heel overzichtelijk en voldoende veilig om een rechtstreekse ontsluiting te realiseren. Door de aanleg van een parallelweg worden de lasten van de bewoners van de eerste fase langsheen de Veeweide (verkavelingsvergunning 18 oktober 2010) verhoogd. Door het sterk afhellend karakter van het terrein zal voor de aanleg van de ventweg een sterke ophoging nodig zijn. Deze ophoging kan voor heel wat wateroverlast zorgen voor de omliggende percelen. Door de aanleg van deze ventweg wordt ook het natuurgebied kleiner."

  • Op 12 november 2014 heeft het college een vergunning afgeleverd zonder aanleg van een ventweg.
  • Het Agentschap Wegen en Verkeer en een aangrenzende eigenaar hebben beroep aangetekend tegen deze beslissing. De deputatie van Vlaams-Brabant heeft op 12 februari 2015 dit beroep ingewilligd.
  • Op 16 december 2015 heeft Geert D'Union namens Nubrix een aanvraag ingediend voor het verkavelen van een perceel gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan 41, 43, 45, 47, 49, 51, 53, 55 en 57, sectie B nr 193b2 en 193c2. Deze aanvraag werd vergund door het college op 6 juni 2016. Er werd beroep aangetekend bij de deputatie. Dit beroep werd niet ingewilligd en er werd een vergunning afgeleverd door de deputatie op 6 oktober 2016.
  • In het verlengde van de vergunde verkaveling van Nubrix van 6 oktober 2016 wordt een nieuwe verkaveling aangelegd waardoor de wegenis, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 mei 2016, gewijzigd wordt; de vergunde ventweg wordt doorgetrokken naar het project Patriso - Alfa Omega en aangesloten op de Veeweide.
  • Op 6 augustus 2019 heeft Geert D'Union namens Nubrix een bijstelling van verkaveling aangevraagd.

 

Feiten en context

  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
  • De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven vanaf de rooilijnen van de Nijvelsebaan en de Veeweide gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het achterliggende gedeelte is gelegen in natuurgebied. Het gedeelte van het perceel gelegen in natuurgebied maakt geen deel uit van de vergunde verkaveling van 6 oktober 2016.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  • De percelen zijn gelegen langsheen de gewestweg Nijvelsebaan.

De omgeving wordt gekenmerkt door de zuidelijk gelegen zeer waardevolle Dijlevallei en het noordelijk hoger gelegen kouterlandschap van het plateau van Duisburg dat langsheen de Nijvelsebaan sporadisch bebouwd is. De Nijvelsebaan loopt van oost naar west op de noordelijke valleirand van de Dijle tussen de aangrenzende gemeenten Huldenberg en Leuven. Richting Leuven is er een vrij dense bebouwing die aansluit bij bebouwing van Leuven en de Ormendaal. Richting Huldenberg zijn het nog resterende open woonuitbreidingsgebied Veeweide en het centrum van Korbeek-Dijle beeldbepalend. Op het kruispunt van de Nijvelsebaan en de Veeweide, die diep in de Dijlevallei dringt, staat een zeer goed bewaard gebleven Mariakapelletje. Langsheen de Veeweide werd eerder een verkavelingsvergunning verleend voor 4 loten en zijn reeds een aantal woningen gebouwd.

  • Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
  • Het project omvat het bijstellen van de ligging van de wegenis van de verkaveling van 6 oktober 2016. Het wegenisdossier wordt uit de verkaveling genomen. Er werd een overkoepelend wegenisdossier opgemaakt voor de volledige uitrusting van deze ventweg.

 

Juridische gronden

1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

  • Artikel 41

Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad.

2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009

  • Artikel 4.2.15, § 1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

  • Artikel 4.2.17

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.

3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

  • Artikel 6

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.

  • Artikel 15

Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen

1° de gemeentelijke projecten

2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is.

  • Artikel 17

§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:

1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;

2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.

§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.

  • Artikel 20

Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.

  • Artikel 23

Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag.

Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.

  • Artikel 24

De Vlaamse Regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

  • Artikel 31

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

  • Onderafdeling 2/1 Beroep tegen de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg

Artikel 31/1

§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

Adviezen

  • 1. Op 12 september 2019 heeft De Watergroep, afdeling waterbronnen en milieu, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

2. Op 23 september 2019 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een gunstig advies uitgebracht.

3. Op 28 september 2019 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies uitgebracht.

4. Op 28 september 2019 heeft de Provincie, dienst Waterlopen, een gunstig advies uitgebracht.

5. Op 11 oktober 2019 heeft Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

 

  • Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 14 september 2019 tot 13 oktober 2019. Tijdens dit openbaar onderzoek werd één klacht ingediend.

Deze klacht handelt niet over de zate van de weg en/of het wegenisdossier.

 

Argumentatie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord. Het wegenisdossier wordt in een aparte aanvraag besproken.

 

 

Bijlagen

  • nieuwe verkavelingsplannen

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Joël Vander Elst, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin en Albert Mees

2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek, waarin geen klachten over het tracé of de wegenis zijn ingediend.

 

Artikel 2:

Het aangepaste wegentracé in de verkaveling 'Nubrix' gelegen in Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan, sectie B nr 193c2, 193e2 en 193d2, zoals voorzien op het bijgevoegde verkavelingsplan 'nieuwe toestand', wordt goedgekeurd.

 

Artikel 3:

Het overkoepelende wegenisdossier voor deze verkaveling en voor de verkaveling Patriso - Alfa Omega wordt behandeld in de huidige zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2020

 

VERKAVELING MET WEGENIS. GOEDKEURING TRACÉ WEGENIS VAN PATRISO EN ALFA OMEGA VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, SECTIE B NRS. 193H.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 6 augustus 2019 hebben Patriso en Alfa Omega een aanvraag ingediend voor het verkavelen van een perceel in 7 bouwloten in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan, sectie B nr 193h.

 

Feiten en context

  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
  • De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven vanaf de rooilijnen van de Nijvelsebaan en de Veeweide gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het achterliggende gedeelte is gelegen in natuurgebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  • De percelen zijn gelegen langsheen de gewestweg Nijvelsebaan.

De omgeving wordt gekenmerkt door de zuidelijk gelegen zeer waardevolle Dijlevallei en het noordelijk hoger gelegen kouterlandschap van het plateau van Duisburg dat langsheen de Nijvelsebaan sporadisch bebouwd is. De Nijvelsebaan loopt van oost naar west op de noordelijke valleirand van de Dijle tussen de aangrenzende gemeenten Huldenberg en Leuven. Richting Leuven is er een vrij dense bebouwing die aansluit bij bebouwing van Leuven en de Ormendaal. Richting Huldenberg zijn het nog resterende open woonuitbreidingsgebied Veeweide en het centrum van Korbeek-Dijle beeldbepalend. Langsheen de Veeweide werd eerder een verkavelingsvergunning verleend voor 4 loten en aanpalend aan de aanvraag werd een verkaveling vergund voor 9 loten langsheen de Nijvelsebaan. Deze laatste verkaveling wordt bijgesteld wat de wegenis betreft.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

  • Het project omvat een nieuwe verkaveling van 6 loten in halfopen bebouwing langsheen de Nijvelsebaan en 1 lot in open bebouwing langsheen de Putstraat. De loten 7b, 8 en 9 worden uit de verkaveling gesloten en lot 10 is in te lijven bij het openbaar domein.

 

Juridische gronden

1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

  • Artikel 41

Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad

2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009

  • Artikel 4.2.15, § 1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

  • Artikel 4.2.17

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.

3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

  • Artikel 6

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.

  • Artikel 15

Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen

1° de gemeentelijke projecten

2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is

  • Artikel 17

§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:

1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;

2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.

§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.

  • Artikel 20

Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.

  • Artikel 23

Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag.

Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.

  • Artikel 24

De Vlaamse Regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

  • Artikel 31

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

  • Onderafdeling 2/1 Beroep tegen de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg

Artikel 31/1

§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepsschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepsschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepsschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

Adviezen

  • 1. Op 9 september 2019 heeft De Watergroep, afdeling waterbronnen en milieu, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

2. Op 23 september 2019 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een gunstig advies uitgebracht.

3. Op 28 september 2019 heeft de Provincie, dienst Waterlopen, een gunstig advies uitgebracht.

4. Op 1 oktober 2019 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

 

  • Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 14 september 2019 tot 13 oktober 2019 en van 1 november 2019 en 30 november 2019. Tijdens dit openbaar onderzoek werd één klacht ingediend.

bezwaar voorziene wegenis:

Het kruispunt tussen de Putstraat en de Nijvelsebaan is nu al onoverzichtelijk en zal bij de nieuwe geplande verkeerssituatie bij het uitrijden van de Putstraat nog gevaarlijker worden. De huizen die er gebouwd zullen worden, zullen het zicht belemmeren naar de linkerkant van de Nijvelsebaan deels doordat de Putstraat zich veel lager bevindt dan de Nijvelsebaan.

bespreking:

De gemeente sluit zich aan bij deze opmerking maar deze aansluiting is het gevolg van de standpunten van het Agentschap Wegen en Verkeer waar men als gemeente geen enkele zeggenschap in heeft. Zie historiek verkavelingsdossier Nubrix, Nijvelsebaan, sectie B nr 193e2. Blijkbaar zou het Agentschap het voornemen hebben om via de Putstraat de ventweg te laten inrijden en hem via de Veeweide te laten verlaten.

Deze opmerking wordt niet aanvaard.

 

Argumentatie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord. Het wegenisdossier wordt in een aparte aanvraag besproken.

 

 

Bijlagen

  • verkavelingsplan

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Joël Vander Elst, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin en Albert Mees

2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek. De klacht over het tracé wordt niet aanvaard.

 

Artikel 2:

Het tracé van de voorziene wegenis in de verkaveling Patriso en Alfa Omega, Nijvelsebaan sectie B nr 193h, zoals voorzien op het bijgevoegde verkavelingsplan, wordt goedgekeurd.

 

Artikel 3:

Het overkoepelend wegenisdossier voor beide verkavelingen wordt behandeld in de huidige zitting.

 

Artikel 4:

Het college zal met de verkavelaar een overeenkomst afsluiten over de uitrusting van deze verkaveling. Deze overeenkomst wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2020

 

VERKAVELING MET WEGENIS. GOEDKEURING TRACÉ WEGENIS HOSBUR VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, NIJVELSEBAAN SECTIE B NR 193H (AANVRAAG VERKAVELEN VAN GRONDEN ALFA OMEGA) EN SECTIE B NR 193E (BIJSTELLEN VAN VERKAVELING NUBRIX).

 

Voorgeschiedenis

  • Op 16 december 2015 heeft Geert D'Union namens Nubrix een aanvraag ingediend voor het verkavelen van een perceel gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan 41, 43, 45, 47, 49, 51, 53, 55 en 57, sectie B nr 193e2. Deze aanvraag werd vergund door het college op 6 juni 2016. Er werd beroep aangetekend bij de deputatie. Dit beroep werd niet ingewilligd en er werd een vergunning afgeleverd door de deputatie op 6 oktober 2016.
  • Op 6 augustus 2019 heeft Geert D'Union namens Nubrix een bijstelling van verkaveling aangevraagd. Het wegenisdossier in de vergunning van 6 oktober 2016 wordt gewijzigd.
  • Op 6 augustus 2019 hebben Patriso en Alfa Omega een aanvraag tot verkavelen van gronden ingediend voor een perceel gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan sectie B nr 193h.
  • Op 6 augustus 2019 heeft de bvba Hosbur namens Nubrix, Alfa Omega en Patriso een gezamenlijk wegenisdossier ingediend voor de verkavelingen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan, sectie B nr 193e (Nubrix) en Nijvelsebaan - Putstraat, sectie B nr 193h (Patriso - Alfa Omega).
  • Collegebesluit van 27 januari 2020 over de principiële goedkeuring van de overeenkomst over de verkaveling Nijvelsebaan met Patriso en Alfa Omega.

 

Feiten en context

  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
  • De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven vanaf de rooilijnen van de Nijvelsebaan en de Veeweide gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het achterliggende gedeelte is gelegen in natuurgebied. Het gedeelte van het perceel gelegen in natuurgebied maakt geen deel uit van de vergunde verkaveling van 6 oktober 2016 (Nubrix) en de nieuwe verkaveling van Patriso - Alfa Omega.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  • De percelen zijn gelegen langsheen de gewestweg Nijvelsebaan tussen de Veeweide en de Putstraat.

De omgeving wordt gekenmerkt door de zuidelijk gelegen zeer waardevolle Dijlevallei en het noordelijk hoger gelegen kouterlandschap van het plateau van Duisburg dat langsheen de Nijvelsebaan sporadisch bebouwd is. De Nijvelsebaan loopt van oost naar west op de noordelijke valleirand van de Dijle tussen de aangrenzende gemeenten Huldenberg en Leuven. Richting Leuven is er een vrij dense bebouwing die aansluit bij bebouwing van Leuven en de Ormendaal. Richting Huldenberg zijn het nog resterende open woonuitbreidingsgebied Veeweide en het centrum van Korbeek-Dijle beeldbepalend. Op het kruispunt van de Nijvelsebaan en de Veeweide, die diep in de Dijlevallei dringt, staat een zeer goed bewaard gebleven Mariakapelletje. Langsheen de Veeweide werd eerder een verkavelingsvergunning verleend voor 4 loten en langsheen de Nijvelsebaan werd reeds een vergunning afgeleverd voor 9 loten. Deze verkavelingsvergunning wordt bijgesteld wat de goedgekeurde wegenis betreft.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

  • Het project omvat de aanleg van de wegenis voor zowel het project Nubrix, Nijvelsebaan, sectie B nr 193e2 als het project Patriso - Alfa Omega, Nijvelsebaan, sectie B nr 193h.

 

Juridische gronden

1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

  • Artikel 41

Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad.

2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009

  • Artikel 4.2.15, § 1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

  • Artikel 4.2.17

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.

3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

  • Artikel 6

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.

  • Artikel 15

Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen

1° de gemeentelijke projecten

2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is.

  • Artikel 17

§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:

1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;

2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.

§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.

  • Artikel 20

Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.

  • Artikel 23

Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag.

Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.

  • Artikel 24

De Vlaamse Regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

  • Artikel 31

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

  • Onderafdeling 2/1 Beroep tegen de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg

Artikel 31/1

§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

 

Adviezen

  • 1. Op 12 september 2019 heeft De Watergroep, afdeling waterbronnen en milieu, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

2. Op 23 september 2019 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

3. Op 28 september 2019 heeft de provincie, dienst Waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

4 Op 24 oktober 2019 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

5. nota 21 november 2019 in het kader van de toepassing van de pesticidentoets (gemeentelijke dienst openbare werken)

  • Pesticidentoets

Bij de aanleg van de wegenis (parallelweg, fietspad, voetpad...) dient ermee rekening gehouden te worden dat er geen scherpe hoeken gevormd worden om het machinaal onderhouden te vergemakkelijken. Hoeken moeten afgerond worden.

In de gehele bestrating mogen zo min mogelijk onnodige voegen voorkomen. Dit wil zeggen:

  • weggoten en greppels mogen niet in klinkers aangelegd worden
  • lijnvormige elementen worden bij voorkeur in een betonnen glijbekisting aangelegd
  • advies:

De dienst openbare werken brengt een positief advies uit voor het wegenisdossier 201971, exclusief de riolering en aanhorigheden, mits volgende voorwaarden in acht genomen worden:

  • rekening houdend met de opgemaakte pesticidetoets dient de voorziene bestrating in onbehandelde betonstraatstenen veranderd te worden in een KWS-verharding (asfalt).
  • de onverharde berm die zich bevindt tussen de nieuwe rooilijn en de ventweg aangelegd wordt in betonstraatstenen, afgeboord met lijnvormige elementen, ter hoogte van de opritten van de percelen en dit met een minimale breedte van 3,5 m.

Bespreking:

In het advies van de provincie, dienst Waterlopen, van 28 september 2019, dossier aanvraag tot verkavelen van gronden door Nubrix, Nijvelsebaan, 3060 Korbeek-Dijle sectie B nr 193h, wordt als voorwaarde opgelegd dat alle verhardingen dienen te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede weg. Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen toegelaten (max 30 m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is.

Het project voldoet aan dit advies.

Het advies van de dienst openbare werken kan wat betreft de aanleg van de bestrating in een KWS-verharding niet worden toegepast.

 

  • Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 14 september 2019 tot 13 oktober 2019. Tijdens dit openbaar onderzoek werd één klacht ingediend.

bezwaar voorziene wegenis:

Het kruispunt tussen de Putstraat en de Nijvelsebaan is nu al onoverzichtelijk en zal bij de nieuwe geplande verkeerssituatie bij het uitrijden van de Putstraat nog gevaarlijker worden. De huizen die er gebouwd zullen worden, zullen het zicht belemmeren naar de linkerkant van de Nijvelsebaan deels doordat de Putstraat zich veel lager bevindt dan de Nijvelsebaan.

bespreking:

De gemeente sluit zich aan bij deze opmerking maar deze aansluiting is het gevolg van de standpunten van het Agentschap Wegen en Verkeer waar men als gemeente geen enkele zeggenschap in heeft. Zie historiek verkavelingsdossier Nubrix, Nijvelsebaan, sectie B nr 193e2. Blijkbaar zou het Agentschap het voornemen hebben om via de Putstraat de ventweg te laten inrijden en hem via de Veeweide te laten verlaten.

Deze opmerking wordt niet aanvaard.

 

Argumentatie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

Het overkoepelende wegenisdossier voor beide verkavelingen heeft het voordeel van een uniforme en gelijktijdige uitvoering van deze wegenis.

 

 

Bijlagen

  • wegenisdossier

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Joël Vander Elst, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin en Albert Mees

2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn

 

Artikel 1:

De raad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek waarbij één klacht is ingekomen. Deze klacht wordt niet aanvaard.

 

Artikel 2:

Het gezamenlijke wegenisdossier ingediend door de bvba Hosbur voor de realisatie van een ventweg en aanhorigheden ter uitrusting van de verkavelingen Nubrix en Patriso - Alfa Omega gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan - Veeweide, sectie B nr 193e (Nubrix) en Nijvelsebaan - Putstraat, sectie B nr 193h (Patriso - Alfa Omega) wordt goedgekeurd.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2020

 

DORPSDICHTER. GOEDKEURING REGLEMENT AANSTELLING DORPSDICHTER.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebesluit van 16 december 2019 over de principiële goedkeuring van het reglement aanstelling dorpsdichter.

 

Feiten en context

         De gemeente maakt nu bij sommige feestelijkheden en evenementen gebruik van de diensten van een dichter, zoals bij de inschrijving van de 10 000ste inwoner of bij de herdenking van 11 november.

         In de toekomst zou de gemeente voor speciale evenementen vaker een beroep willen doen op een dichter. Daarom is het beter dit op een gestructureerde wijze aan te pakken, via een officiële aanstelling en met een gepaste vergoeding.

         Een voorstel van reglement voor het aanstellen van een dorpsdichter werd uitgewerkt door de dienst vrije tijd naar voorbeelden bij gelijkaardige gemeenten.

 

Juridische gronden

         Artikel 13 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt
In de sector van de kunst, de letteren en de wetenschappen steunt elke aanmoediging of elke tegemoetkoming van de overheden uitsluitend op esthetische, wetenschappelijke en kunstcriteria. De rechtsgelijkheid tussen de burgers, ongeacht hun overtuiging, moet worden gewaarborgd, wat betreft onder meer de toekenning van prijzen, beurzen, leningen en om het even welke toelagen, de deelneming aan sportwedstrijden en aan culturele activiteiten en de aanmoediging van de navorsing.

         Artikel 14 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt
Iedere overheid die toelagen en aanmoedigingen verleent aan enkelingen, organisaties of instellingen voor hun culturele activiteiten, moet ieder jaar als bijlage bij haar begroting de omstandige lijst van de beneficianten publiceren met opgave van de toegekende sommen en voordelen.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.

 

Adviezen

         Positief advies van de bibliotheekraad van 27 november 2019

         Positief advies van de cultuurraad op 3 december 2019

 

Financiële gevolgen

BD1 AP9 A29

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

643700/0703-00

€ 4500

€ 4500

€ 200

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeente Bertem organiseert vanaf 2020 driejaarlijks de verkiezing van een dorpsdichter.

 

Artikel 2:

Iedereen die 16 jaar of ouder is en inwoner van de gemeente, kan deelnemen. De deelname is gratis.

 

Artikel 3:

De vrijetijdsdienst van Bertem lanceert vanaf 1 januari van het desbetreffende jaar een oproep tot deelname aan deze wedstrijd. Deelnemen (door het indienen van zijn/haar kandidatuur) kan tot 31 maart van dat jaar. Voor 31 mei van dat jaar heeft de jurering plaatsgevonden. De winnaar wordt bekendgemaakt op de viering van de sportkampioenen en cultureel verdienstelijke personen van dat jaar.

De winnaar mag zich voor de rest van de periode ‘Dorpsdichter van Bertem’ noemen.

 

Artikel 4:

Iedere deelnemer stuurt:

- Een Nederlandstalig gedicht over de gemeente Bertem

- Een Nederlandstalig gedicht over een zelfgekozen onderwerp

- Een motivatie waarom men het dorpsdichterschap ambieert.

 

Artikel 5:

Het deelnemingsformulier en reglement zijn te downloaden via de gemeentelijke website www.bertem.be.

 

Artikel 6:

Op de bladen met de gedichten en op de motivatienota mag geen deelnemersnaam noch schuilnaam vermeld worden. De identiteit (naam, adres, e-mail en/of telefoonnummer, leeftijd) van de dichter wordt in een bijgevoegde gesloten enveloppe ingeleverd. De gedichten mogen niet langer zijn dan één A4-pagina. Onleesbare gedichten worden niet aanvaard.

 

Artikel 7:

Deelnemers die plagiaat plegen, die onder andere namen inschrijven of zich op een andere manier aan onregelmatigheden schuldig maken, worden uitgesloten.

 

Artikel 8:

De winnaar van de wedstrijd wordt dorpsdichter van Bertem voor een periode van 3 jaar.

 

Artikel 9:

De dorpsdichter mag zijn/haar titel dragen tot de officiële aanstelling van de volgende dorpsdichter. In deze periode (3 jaar) schrijft hij/zij minimum 3 gedichten per jaar en maximum 15 gedichten over onze gemeente, waarvan een aantal in opdracht. De dorpsdichter kan ook gevraagd worden om aanwezig te zijn op feestelijkheden van de gemeente om daar zijn/haar gedicht voor te dragen dat verband houdt met die gelegenheid.

 

Artikel 10:

De laureaat ontvangt een oorkonde van aanstelling als dorpsdichter en ontvangt jaarlijks 200 euro netto, als tegenprestatie.

 

Artikel 11:

De gemeente heeft het recht de gedichten te publiceren, te bewerken voor muziek en tentoon te stellen, zonder dat hiervoor een vergoeding kan geëist worden. De artistieke eigendom van de gedichten blijft bij de dorpsdichter.

 

Artikel 12:

De inzendingen worden door een onafhankelijke jury beoordeeld, die zelf van deelname is uitgesloten. De uitspraak van de jury kan door de deelnemers niet herroepen worden. Over de uitspraak wordt geen briefwisseling noch discussie gevoerd.

 

Artikel 13:

De samenstelling van de jury bestaat uit de schepen van cultuur, de voorzitter van de vrijetijdsraad, de bibliothecaris en een externe woordkunstenaar.

 

Artikel 14:

Ingezonden gedichten worden anoniem gejureerd, dit wil zeggen dat de persoonsgegevens van de dichters niet bekend zijn bij de juryleden. De jury dient een beslissing bij meerderheid van stemmen te nemen.

 

Artikel 15:

Indien de inzendingen van ontoereikende kwaliteit blijken, heeft de jury het recht de titel van dorpsdichter niet toe te kennen aan een nieuwe kandidaat. De vorige dorpsdichter blijft daardoor langer in functie.

 

Artikel 16:

Het college van burgemeester en schepenen stelt de dorpsdichter officieel aan voor een periode van 3 jaar.

 

Artikel 17:

Door deel te nemen, verklaart de deelnemer zich akkoord met het reglement.

 

Artikel 18:

De organisator is de gemeente Bertem.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2020

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. OPRICHTING VRIJETIJDSRAAD EN GOEDKEURING VAN DE STATUTEN.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebeslissing van 13 januari 2020 over het principieel akkoord met de oprichting van een gemeentelijke vrijetijdsraad en bijhorende statuten.

 

Feiten en context

         Een bredere adviesvorming over de vrijetijdssectoren heen biedt meer opportuniteiten voor gestructureerde samenwerkingen. Een vrijetijdsraad komt ook meer tegemoet aan een overkoepelende visie die ook zijn weerslag vindt in de organisatie van de gemeentelijke diensten.

         De bibliotheekraad, de cultuurraad, de seniorenraad en de sportraad zullen ontbonden worden en samengevoegd worden tot een vrijetijdsraad.

         De nieuwe vrijetijdsraad draagt als advies- en overlegorgaan bij tot de verbetering van een integraal vrijetijdsbeleid en -aanbod in het belang van alle inwoners van de gemeente.

         Via de gemeentelijke communicatiekanalen zal een oproep gebeuren tot kandidatuurstelling voor de vrijetijdsraad. Via een gemotiveerde voordracht door het schepencollege zullen de kandidaten bepaald worden.

         De vrijetijdsraad beschikt over statuten waarin haar doelstellingen, samenstelling en werking worden geconcretiseerd.

         In een huishoudelijk reglement kan de vrijetijdsraad verder alles concretiseren wat niet door de statuten wordt bepaald.

 

Juridische gronden

         Artikel 3 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt
De overheidsinstanties moeten de gebruikers en alle ideologische en filosofische strekkingen betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid, overeenkomstig de modaliteiten van deze wet en op voorwaarde dat zij de principes en de regels van de democratie aanvaarden en naleven.

         Hoofdstuk III 'Deelneming aan de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid'
Elke overheid moet alle erkende representatieve verenigingen en alle ideologische en filosofische strekkingen betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid. Met dit doel zullen zij een beroep doen op passende, bestaande of op te richten organen en structuren, met het oog op inspraak of advies.
Deze organen van advies worden zo samengesteld dat de vertegenwoordiging van de ideologische en filosofische strekkingen alsmede van de gebruikersgroeperingen wordt verzekerd en dat een onrechtmatig overwicht van één der strekkingen of van een geheel van organisaties van de gebruikers die beweren tot éénzelfde strekking te behoren, vermeden wordt.

         Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

         Artikel 304, §3 van het decreet lokaal bestuur

Onder voorbehoud van de wettelijke en decretale bepalingen die op dit gebied gelden, kan alleen de gemeenteraad overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die al opdracht hebben op regelmatige systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren. Ten hoogste twee derde van de leden van de raden en de overlegstructuren is van hetzelfde geslacht. Als dit niet het geval is, kan niet op rechtsgeldige wijze advies gevraagd worden.

Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn van de raden en de overlegstructuren.

         Decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid

De gemeente moet de volgende culturele actoren bij de organisatie van inspraak en participatie betrekken:

1° alle culturele organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die het Nederlandstalige culturele leven bevorderen, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten en die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente;

2° deskundigen op het vlak van cultuur die het Nederlandstalige culturele leven bevorderen en die in de gemeente wonen.

         Decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal sportbeleid

Dit decreet is niet meer van toepassing sinds de inkanteling van de sectorale middelen van sport in het gemeentefonds vanaf 2016.

         Artikel 5, §1 van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid

Om voor subsidiëring in aanmerking te komen en met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdwerk, inzonderheid in het kader van het meerjarenplan, richt de gemeenteraad een jeugdraad op of erkent de gemeenteraad een al bestaande jeugdraad.

         Decreet van 7 december 2012 betreffende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen.

De Vlaamse regering stimuleert lokale besturen of ouderen op het terrein van een lokaal inclusief ouderenbeleid en voor het nemen van initiatieven die de inspraak van ouderen in dat beleid realiseren of versterken.

         De cultuurpactwet van 16 juli 1973, waarbij de gemeentebesturen een beroep moeten doen op bestaande of op te richten organen en structuren met het oog op inspraak en advies van de gebruikersgroeperingen en de ideologische en filosofische strekkingen bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid

 

Adviezen

         Gunstig advies uitgebracht door de bibliotheekraad op 25 november 2019

         Gunstig advies uitgebracht door de jeugdraad op 27 november 2019

         Gunstig advies uitgebracht door de cultuurraad op 3 december 2019

         Gunstig advies uitgebracht door de seniorenraad op 8 januari 2020

         Gunstig advies uitgebracht door de sportraad op 21 januari 2020

 

Argumentatie

Dit besluit draagt bij tot de verbetering van een integraal vrijetijdsaanbod in het belang van alle inwoners van de gemeente. Een vrijetijdsraad biedt kansen om adviezen meer te laten aansluiten bij het integraal beleid van de gemeente.

 

Besluit

eenparig

 

VERENIGINGENFORUM

Artikel 1: oprichting en doelstelling

De gemeente Bertem organiseert één keer per jaar het 'verenigingenforum'. Het verenigingenforum heeft tot doel om alle erkende Bertemse verenigingen en deskundigen in de sector vrije tijd te informeren en te bevragen over het vrijetijdsbeleid en –aanbod in Bertem.

Het verenigingenforum fungeert als algemene vergadering van het adviesorgaan voor de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid, zoals bepaald door het Cultuurpact en het decreet lokaal cultuurbeleid.

 

Artikel 2: samenstelling en werking

Elke erkende Bertemse vereniging mag maximaal 2 vertegenwoordigers afvaardigen naar het verenigingenforum. Ook inwoners van de gemeente Bertem met een specifieke deskundigheid op het domein van cultuur en/of vrijetijdsbesteding, kunnen aanwezig zijn mits voorafgaandelijke inschrijving met een motivering van hun relevante en specifieke deskundigheid.

Politieke mandatarissen van de gemeente of het OCMW kunnen als waarnemer aanwezig zijn, evenwel zonder stemrecht.

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de nadere regels voor de organisatie van het verenigingenforum.

 

De vrijetijdsraad brengt verslag uit over de werking van het vorige werkjaar en blikt vooruit op de werking van het komende werkjaar.

De bevoegde schepenen brengen een algemeen verslag uit over de belangrijkste beslissingen en beleidsplannen op het vlak van vrije tijd.

 

VRIJETIJDSRAAD

Artikel 3: oprichting en doelstelling

De 'vrijetijdsraad' vormt het bestuur van het verenigingenforum en wordt erkend als gemeentelijk advies- en overlegorgaan. De vrijetijdsraad draagt bij tot de verbetering van een integraal vrijetijdsbeleid en –aanbod in het belang van alle inwoners van de gemeente Bertem.

Deze adviesraad moet op het vlak van samenstelling en taken voldoen aan de wettelijke verplichtingen van het Cultuurpact, het decreet lokaal cultuurbeleid en het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 4: taken

De vrijetijdsraad heeft volgende taken:

         op vraag van het lokaal bestuur of op eigen initiatief, adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende het gemeentelijke vrijetijdsbeleid, met name over de beleidsdomeinen jeugd, senioren, sport en cultuur (incl. bibliotheek) en erfgoed;

         het beheer opvolgen van de culturele en sportieve infrastructuur en instellingen en het lokaal bestuur hierover adviseren;

         overleg en uitwisseling tot stand brengen tussen verenigingen, instellingen en/of organisatoren met het oog op een goede samenwerking en coördinatie van het vrijetijdsaanbod;

         indien gewenst thematische participatie organiseren zoals bevragingen, informatiemomenten…;

         het verenigingenforum voorbereiden.

 

Artikel 5: zetel

De maatschappelijke zetel van de vrijetijdsraad is gevestigd in Bertem, Tervuursesteenweg 178 te 3060 Bertem.

 

Artikel 6: samenstelling

De vrijetijdsraad is pluralistisch samengesteld en bestaat uit effectieve leden, waarnemende leden, een secretaris en deskundigen.

 

De vrijetijdsraad telt minimum 17 en maximum 25 leden en is samengesteld uit de volgende effectieve leden:

         minimum 2 leden vanuit culturele of socio-culturele verenigingen actief in de gemeente

         minimum 2 leden vanuit sportverenigingen actief in de gemeente

         minimum 3 leden met affiniteit met senioren

         1 afgevaardigde uit de jeugdraad

         1 afgevaardigde uit de sector erfgoed

         minimum 3 gebruikers van de bibliotheek

         1 vertegenwoordiger van het lokaal dienstencentrum

         minimum 4 leden met een deskundigheid in het werkterrein. Deze leden zijn niet noodzakelijk verbonden aan het verenigingsleven.

 

Leden moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

         minstens 16 jaar oud zijn;

         leden die worden afgevaardigd door een vereniging of organisatie, moeten actief betrokken zijn bij de werking ervan;

         in de gemeente wonen of werken.

 

Artikel 7: procedure samenstelling vrijetijdsraad

Iedereen die beantwoordt aan de voorwaarden, kan zich schriftelijk kandidaat stellen op de maatschappelijke zetel van de vrijetijdsraad. Elke kandidaatstelling moet gemotiveerd zijn. Het college kan nadere regels bepalen over de wijze waarop en de termijn waarbinnen de kandidaturen moeten worden ingediend.

 

Voor elke voordracht van een kandidaat - effectief lid moet een vaste plaatsvervanger worden voorgedragen die de vergadering bijwoont indien het respectievelijk lid verontschuldigd is. De plaatsvervanger van een afgevaardigde uit een vereniging hoeft niet noodzakelijk tot dezelfde vereniging te behoren.

De plaatsvervanger heeft spreek-, stem- en inzagerecht voor de vergadering waaraan hij/zij deelneemt. De plaatsvervanger moet voldoen aan de voorwaarden voor effectieve leden.

 

Indien er meer kandidaat-leden zijn dan er kunnen worden aanvaard conform de artikelen 3 en 6 van deze statuten, doet het college van burgemeester en schepenen een gemotiveerd voorstel van samenstelling aan het verenigingenforum.

 

Het verenigingenforum verkiest de leden van de vrijetijdsraad. Elke aanwezige vereniging en elke aanwezige deskundige beschikt over 1 stem.

 

De gemeenteraad keurt de samenstelling van de vrijetijdsraad goed.

 

Artikel 8: begin en einde lidmaatschap

De effectieve en plaatsvervangende leden van de vrijetijdsraad worden voor de duur van de legislatuur verkozen. Na de eerste samenstelling wordt de vrijetijdsraad binnen de 12 maanden na de installatie van een nieuwe gemeenteraad opnieuw samengesteld. Zolang de nieuwe vrijetijdsraad niet is samengesteld, blijft de uittredende vrijetijdsraad in functie.

 

Het effectief lid dat voortijdig zijn mandaat stopzet, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger tot een nieuw lid is benoemd. Het lid dat ontslag wil nemen, deelt dit schriftelijk mee aan de secretaris. Vervangingen van leden worden door de secretaris ter kennisname aan het schepencollege meegedeeld en éénmaal per jaar ter bekrachtiging geagendeerd op de gemeenteraad.

 

Aan het lidmaatschap van de vrijetijdsraad komt statutair een einde door drie opeenvolgende niet-gemotiveerde afwezigheden.

 

Het lidmaatschap van de vrijetijdsraad is hernieuwbaar.

 

Artikel 9: waarnemende leden en waarnemers

De bevoegde leden van het schepencollege kunnen aan de vergadering deelnemen als waarnemend lid. Zij kunnen deelnemen aan de toelichtingen en besprekingen. Zij kunnen de formulering van een advies en de eventuele stemming daarover niet bijwonen.

Andere politieke mandatarissen van de gemeente of het OCMW kunnen geen waarnemend lid zijn. Zij kunnen wel als waarnemer de vergadering bijwonen. Zij kunnen op passieve wijze de besprekingen en toelichtingen bijwonen, maar er niet aan deelnemen. Zij kunnen de formulering van een advies en de eventuele stemming daarover niet bijwonen.

 

Artikel 10: secretaris

Een niet-stemgerechtigde secretaris ondersteunt de vrijetijdsraad op administratief en logistiek vlak. Hij/zij wordt aangeduid door het college van burgemeester en schepenen. De secretaris heeft de volgende taken:

         in overleg met het dagelijks bestuur de vergaderingen en activiteiten van de vrijetijdsraad voorbereiden. De secretaris adviseert de voorzitter en verzamelt alle stukken die nodig zijn voor een optimale werking van de adviesraad;

         opmaken en verzenden van de uitnodiging, de agenda en het verslag van de vergaderingen;

         logistieke ondersteuning van de werking en activiteiten van de vrijetijdsraad.

 

Artikel 11: deskundigen

Personeelsleden van het lokaal bestuur Bertem kunnen als niet-stemgerechtigde deskundigen de vergaderingen bijwonen of ad hoc uitgenodigd worden om toelichting te geven bij de agendapunten. De deskundigen kunnen deelnemen aan de toelichtingen en besprekingen. Zij kunnen de formulering van een advies en de eventuele stemming daarover wel bijwonen, maar er niet aan deelnemen.

 

Artikel 12: voorzitter en ondervoorzitter

De gemeenteraad benoemt de voorzitter en ondervoorzitter op voordracht van de vrijetijdsraad. De taken van de voorzitter zijn:

         in overleg met het dagelijks bestuur de agenda opstellen;

         de leden uitnodigen voor de vergadering;

         de vergaderingen openen, leiden en sluiten en de besprekingen leiden met oog voor een evenwichtige deelname van alle geledingen en leden.

De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij afwezigheid.

 

Artikel 13: dagelijks bestuur

De vrijetijdsraad verkiest een dagelijks bestuur dat bestaat uit minimum 2 en maximum 4 effectieve leden (waaronder de voorzitter en de ondervoorzitter) en de secretaris. Het schepencollege duidt een politiek verantwoordelijke aan om deel te nemen aan de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan deskundigen van het lokaal bestuur ad hoc uitnodigen voor de vergaderingen.

 

Artikel 14: werking

§1 vergaderfrequentie

De vrijetijdsraad wordt door de voorzitter bijeengeroepen wanneer het lokaal bestuur advies vraagt of wanneer 1/3 van de leden hierom verzoekt en telkens indien het uitoefenen van zijn bevoegdheden dit vereist. De vrijetijdsraad komt minstens tweemaal per jaar samen.

 

§2 werkgroepen

De vrijetijdsraad kan voor het onderzoeken van specifieke vragen of noden een ad hoc werkgroep oprichten om een thema of advies concreet voor te bereiden of uit te werken.

De werkgroep kan hiervoor andere belanghebbende, gebruikers, deskundigen en geïnteresseerde burgers betrekken met het oog op een bredere consultatie en participatie. Een werkgroep heeft geen eigen advies- of beslissingsbevoegdheid; hij werkt enkel ter voorbereiding van een initiatief of advies dat genomen wordt door de vrijetijdsraad.

 

Artikel 15: statuten en huishoudelijk reglement

De statuten van de vrijetijdsraad worden goedgekeurd door de gemeenteraad. De vrijetijdsraad is gemachtigd wijzigingen aan de statuten voor te stellen aan de gemeenteraad.

De vrijetijdsraad kan in een huishoudelijk reglement verder alles concretiseren wat niet door de statuten wordt bepaald en wat niet tot de bevoegdheid van een ander orgaan behoort.

 

OPHEFFINGSBEPALINGEN

Artikel 16:

Het gemeenteraadsbesluit van 27 september 2005 over de statuten van de seniorenraad wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2020.

 

Artikel 17:

Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2013 over de statuten van de cultuurraad wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2020.

 

Artikel 18:

Het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2014 over de statuten van de bibliotheekraad wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2020.

 

Artikel 19:

Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2014 over de statuten van de sportraad wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 januari 2020

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
    Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
  • Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
    Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.
  • Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
    Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Mondelinge vragen

 

  • De vooraf ingediende vraag van raadslid Joris Fonteyn over het klimaatplan wordt uitgesteld naar de volgende zitting omdat de bevoegde schepen niet aanwezig is.

 

  • Naar aanleiding van de mistige periode de afgelopen week, meldt raadslid Joris Fonteyn dat er in de Egenhovenstraat, in het stuk van aan het rondpunt tot Egenhoven, een driehoek in nadars staat, midden op de weg, rond een putdeksel. Als het licht is, is dit goed zichtbaar, maar bij mist is het al moeilijker te zien. Dat staat er ook al langer dan een jaar. Kan die riolering of put niet gemaakt worden zodat die nadarhekken eindelijk weg kunnen?
  • Burgemeester Joël Vander Elst antwoordt dat het er inderdaad in de weg staat. Dit is een zaak van de rioolbeheerder, wat de gemeente niet is. Het blijkt niet zo eenvoudig te zijn om dat te herstellen. Ze zijn er al een paar keer langsgeweest en zelfs in de put gaan kijken, maar het blijkt niet zo eenvoudig te zijn, ze zijn er blijkbaar nog altijd op aan het dubben. Het probleem is dat de mensen die er recht tegenover wonen, wel wat last hebben als er zwaar verkeer over rijdt. Dat zijn niet zozeer personenwagens, maar wel vooral de lijnbussen. Er zijn op dit moment nog 3 stadslijnen die langs daar passeren tot aan het rondpunt op de Egenhovenstraat. Eén van de oplossingen waar het college op hoopt, is dat De Lijn heeft laten weten dat ze van de 3 stadslijnen er nog één zouden willen behouden. Dat zou al een drastische vermindering zijn aan lijnbussen en aan dat zwaar verkeer. Voor Bertem is dat ook niet zo’n groot drama, want die stadsbussen rijden ook maar een paar honderd meter op ons grondgebied. De bussen rijden maar tot aan het rondpunt. We hebben trouwens ook aan De Lijn gevraagd om die ene stadslijn zelfs nog door te trekken, maar daar hebben we nog geen antwoord op gekregen. Op dat vlak zou dat al een stuk van de oplossing kunnen zijn. Dit is niet het enige wat we gaan doen. Samen met de verkeerskundige van de politiezone is dit ter plaatse bekeken. Het voorstel is om in een aantal delen van de Egenhovenstraat, die tamelijk breed is, een aantal parkeervakken te maken, afgeschermd door eventueel een paaltje of een bloembak, maar het zal eerder een paaltje zijn. Dan wordt dat op die manier ook aangegeven en zullen de lijnbussen een stuk moeten uitwijken, zodanig dat die nadars weg kunnen.
  • De burgemeester erkent dat er misschien wel voor een stuk een gevaarlijke situatie is als het mistig is, maar hij gaat er ook van uit dat, als het mistig is, de automobilist dubbel zo voorzichtig is. De nadar is ook afgezet met een aantal knipperlichten. Maar het oogt niet, het staat daar lelijk in de weg en we maken daar werk van. Maar deze periode van het jaar is het nogal moeilijk om te gaan schilderen op de straat. Dus dat zal er nog een aantal weken, zoniet maanden, blijven staan. Als het weer beter wordt, gaan de schilderwerken terug aanvangen. We hebben een raamcontract met een bedrijf dat schildert op onze straten en dat is één van de dingen die prioritair zullen aangepakt worden.
  • Daarmee samenhangend, herinnert raadslid Joris Fonteyn zich dat voormalig schepen Jan Buysse ooit eens een plan voor de heraanleg van het rondpunt heeft getekend, met parkeervakken voor bussen enz. Maar daar hebben we al 5 jaar niets meer van gehoord. Hoe zit dat met die plannen? Zit dat er nog aan te komen of is dat definitief van de baan?
  • De burgemeester bevestigt dat Jan Buysse destijds heeft voorgesteld om dat rondpunt aan te pakken zodanig dat er een plaats voorzien is voor de bussen die daar blijven staan, omdat dat met de buurt voor nogal wat problemen zorgde. Ondertussen hebben we natuurlijk andere vooruitzichten, in die zin dat het best zou kunnen dat de bussen – en dat is wat we hopen en willen en ook gevraagd hebben – zouden doorrijden tot aan de carpoolparking, wat o.i. toch als stadsbus kan dienen. Als je van aan die carpoolparking een stadsbus zou hebben tot in de stad Leuven, dan zou ons dat ook op weg kunnen helpen om ook de mensen in het dorp te kunnen bedienen. Die bus zou dan eventueel via de Dorpstraat of via de Slangenpoel kunnen rijden, dat moet dan op dat moment nog bekeken worden. Dan is dat probleem aan het rondpunt vanzelf opgelost. Maar we wachten dus nog even op De Lijn maar het is niet eenvoudig om met de Vlaamse administraties en agentschappen afspraken te maken. Ze hebben het al lang aangekondigd, maar wat de voortgang is van dat rapport, weten we op dit moment zelf ook niet.
  • Raadslid Maria Andries vraagt om de bussen toch niet via de Slangenpoel te laten rijden, want dan moeten ze via de school daar naartoe; men gaat toch niet alle bussen via de Paardenstraat sturen?
  • De burgemeester stelt dat het niet over àlle bussen gaat. Twee: de gemeente heeft dat niet volledig in de hand. We weten niet wat De Lijn daar van plan is op dit moment. We hebben enkel gevraagd of die ene stadslijn die blijft, kan worden doorgetrokken tot aan de carpoolparking. We gaan nu zien wat hun oplossing is en dan hopen we dat we nog in discussie kunnen gaan en dat we kunnen bijsturen. Maar de Vlaamse agentschappen kunnen soms zeer koppig zijn.

 

  • Raadslid Joris Fonteyn stelt dat het vuurwerk met oudejaarsavond verboden was in Bertem, maar hij heeft toch redelijk wat horen knallen. Hij vraagt of er vaststellingen van overtredingen zijn gedaan, hoe ziet de burgemeester de handhaving? Het raadslid meent dat het praktisch moeilijk realiseerbaar is om overtredingen vast te stellen. Heeft het dan nog wel zin en hoe wordt dat geëvalueerd door de politie, door het bestuur en door buurtbewoners?
  • De burgemeester antwoordt dat het raadslid al een stuk van het antwoord heeft gegeven. Hij bevestigt dat het vuurwerk dit jaar verboden was, dat was de eerste keer. Voordien was het vuurwerk hier verboden tenzij men een toestemming van de burgemeester had. We hebben ons politiereglement aangepast, we hebben ondertussen regelgeving vanuit Vlaanderen meegekregen en eigenlijk is het vuurwerk overàl verboden. De minister van dierenwelzijn heeft dat aangekondigd of afgekondigd. Dat is natuurlijk allemaal heel mooi op papier, maar je moet dat ook nog in de praktijk kunnen omzetten. We zijn dat een klein beetje gewoon van de hogere overheid; ze leggen ons wel regeltjes op maar de middelen om dat dan te handhaven, die blijven meestal wel achterwege of daar hebben ze meestal dan niet aan gedacht. De burgemeester zegt het met opzet omdat dat uit de Vlaamse regering komt en ook zijn partij zit in de Vlaamse regering. We moeten regelmatig vaststellen dat men de gemeenten een aantal regels oplegt maar dat men niet voorziet hoe we dat dan moeten doen. Handhaving voor vuurwerk op oudejaarsavond is zo goed als ondoenbaar. Een fictief voorbeeld: de interventieploeg staat ergens in Vossem, wordt opgebeld voor vuurwerk op de Begijnenstraat. Vooraleer ze daar zijn, is het vuurwerk dat daar afgeschoten wordt, gedaan want bij de meesten duurt dat maar 10 minuten, een kwartier, hoop en al 20 minuten. Bovendien moet je weten dat de interventieploeg tussen het vuurwerk door naar die plaats is moeten komen, dus die worden allemaal gerustgelaten want alleen voor zij die gebeld hebben, daar zouden ze dan staan. Daar komt nog eens bij dat het vuurwerk meestal in de tuin wordt afgeschoten en dat – als er geen huiszoekingsbevel is – de politie nog niet eens het recht heeft, als de eigenaar weigert, om de woning te betreden, laat staan om in de tuin even te gaan zien van waar het vuurwerk nu specifiek komt.
    Waarom hebben we dat dan gedaan? Eén: we hebben een politiereglement met drie gemeenten en we hebben dat willen afstemmen zodanig dat voor alle gemeenten dezelfde maatregelen uitgevaardigd zijn. Twee: omdat het nationaal opgelegd is. Als de hogere overheid zegt: “Het mag niet”, dan is het nogal gek dat wij een politiereglement zouden maken waarin we zeggen: “Het is niet omdat de hogere overheid het zo wil, dat wij dat moeten doen en we gaan dat dus niet doen.” Drie: er waren een aantal gemeenten die vroeger in hun reglement al een verbod hadden en die wilden– begrijpelijk – daar niet van afwijken omdat dat een verkeerd signaal zou zijn: “Wij hebben het tot nu toe al verboden en dan zouden we ineens moeten zeggen dat het wél kan.” Handhaving is effectief bijzonder moeilijk. De politie heeft ook beslist om daar geen prioriteit van te maken. We hebben de voorbije maanden prioriteit gemaakt van diefstalpreventie. Daarvoor zijn meerdere ploegen op de baan gezet en dat heeft ook geresulteerd in goede resultaten; wij hebben vorig jaar in onze gemeente 51 diefstallen gehad. Als je ziet dat dat in 2015 99 diefstallen was, dan mogen we spreken van een succes. We hebben nu wel een grotere zone, maar we zijn nog altijd beperkt in onze mogelijkheden en dat zijn de dingen waar we prioritair, naar het eindejaar toe, op hebben ingezet, waardoor er ook beslist is om hier in eerste instantie geen prioriteit van te maken omdat het bijzonder moeilijk is om dat te handhaven. Maar dat neemt niet weg dat we toch van plan zijn om dat er te laten in staan, dat is ondertussen ook al besproken. Het is ook niet mogelijk om in een straat waar bv. de maximum snelheid 50 is, iedereen te verplichten om maar 50 te doen; ook daar zijn er die door de mazen van het net glippen maar dat is geen reden om te zeggen dat we dat dan zullen optrekken naar 120. Dus op die manier willen we het handhaven in ons reglement en wie weet dat er op een bepaald moment wel eens gezegd wordt: we zetten daarop in, we maken daar prioriteit van maar de burgemeester is dan wel benieuwd om dat plan van aanpak eens te lezen want hij zou niet weten wat hij moet adviseren om dat te doen.

 

  • Het valt raadslid Pieter Sempels op dat bij mist de reflecterende banden op de groene paaltjes bij de vele wegversmallingen niet meer zichtbaar zijn; kan daar iets aan gedaan worden?
  • De burgemeester vindt deze opmerking volledig terecht. Dat is ook in de mobiliteitscel besproken en daar wordt werk van gemaakt.

 

  • Raadslid Maria Andries stelt dat er in de zomer bloembakken staan in de Bosstraat. Die worden in de winter opzijgezet omdat het glad kan zijn als het sneeuwt. Ze staan al maanden opzij maar men rijdt daar soms wel duidelijk te snel en eigenlijk is het nog niet glad geweest. Kan men niet beter wachten totdat men sneeuw voorspelt om die bloembakken opzij te zetten? Want men rijdt daar nu wel te snel.
  • De burgemeester antwoordt dat het een combinatie van twee dingen is: die bakken zijn daar enerzijds opzijgezet voor de werken van Proximus die daar zijn aangekondigd. Tweede reden is effectief voor op het moment dat er moet gestrooid worden. We hebben deze winter nog maar één keer moeten uitrijden om te strooien omdat er toen voorspeld werd dat het glad ging zijn maar dat is toen nog meegevallen. De opwarming van de aarde is op dat vlak misschien nog positief, in die zin dat we kosten voor zout de laatste jaren niet echt hebben moeten uitgeven. Dat is natuurlijk één van de moeilijkheden . We zetten die bakken opzij om effectief te kunnen strooien als het nodig is. De laatste jaren hebben we dikwijls moeten wachten tot in februari om sneeuw te krijgen dus we zouden nu kunnen zeggen dat we ze terugzetten maar dan hebben we binnen twee weken misschien een probleem. De burgemeester stelt dat hij niet op de sneeuw zit te wachten maar we kunnen dat op dit moment nog niet uitsluiten. We gaan de bloembakken terugzetten omdat – dat wordt ook bewezen, die overdreven snelheid kan je ook zien op de website van de politie – er in Bertem snel wordt gereden omdat we een aantal toegangswegen naar onze gemeente hebben die voor een stuk wel een beetje uitnodigen om te snel te rijden, noem maar Bosstraat, Meerbeeksesteenweg, Everbergsesteenweg (nog altijd een topper, daar wordt het snelst gereden), Kruisstraat, Neerijse steenweg, Blokkenstraat… zijn allemaal brede straten, rechttoe rechtaan, waardoor er heel veel zicht is en waardoor de automobilist dikwijls al eens op de gaspedaal gaat. Het bestuur is zich ook aan het beraden of de bloembakken wel de juiste oplossing zijn omdat meer en meer wordt vastgesteld dat wanneer men heel veel zicht heeft, de automobilist juist nog gas bijgeeft om er nog door te geraken als hij een tegenligger ziet. Er zijn politiemensen die ons adviseren om er eens goed over na te denken want soms drijft dat de snelheid nog voor een stuk op ook. We flitsen nog altijd één keer per week in onze gemeente. Het is heel moeilijk om het overal in te dijken en dat is de reden waarom we daar toch nog voor een stuk aan vasthouden. De maartse buien moeten we misschien nog even afwachten en dan komen de bloembakken terug. We zijn ook van plan om een flitspaal te plaatsen op de Bosstraat.
  • Raadslid Maria Andries stelt dat ze ook niet vóór die bloembakken is, maar wel tegen de overdreven snelheid. Dus het mag ook op een andere manier aangepakt worden.

 

  • Raadslid Joris Fonteyn komt terug op de tarieven van EcoWerf. Er is toen gezegd dat alle gemeenten binnen EcoWerf best dezelfde tarieven zouden hanteren. Maar hij meent begrepen te hebben dat ze in Herent afwijkende tarieven beslist hebben; hoe zit het dan voor het geheel van EcoWerf? Zijn tweede vraag gaat over de papiercontainers die tot nog toe gratis zijn; het is blijkbaar de bedoeling om die betalend te maken.
  • De burgemeester antwoordt dat – aangezien de bevoegde schepen er niet is – het antwoord wordt meegegeven in het verslag van de vergadering.
    • Herent had wel de intentie om de huurprijs voor de restafvalcontainer ten laste te nemen van het gemeentelijk budget, maar na overleg met EcoWerf heeft de gemeente beslist om de huurprijs van 10 euro/jaar ten laste van de burger toch te behouden. De gemeente overweegt wel om de inwoners een geschenkcheque van 10 euro te geven als compensatie. Alle vennoten volgen de uniforme tarieven van EcoWerf voor wat betreft de huis-aan-huisophaling.
      Voor wat de recyclageparken betreft, zijn er 2 grote afwijkingen:
      1) Glabbeek hanteert geen toegangstarief, maar deze afwijking heeft wel een aanzuigeffect van afval uit de buurgemeenten tot gevolg;
      2/ Boutersem heeft beslist om het toegangstarief niet te verhogen.
      Voor het overige zijn er hier en daar vrijstellingen voor bepaalde fracties of doelgroepen verleend, wat ook altijd mogelijk is geweest.
    • De intentie van het college om een huurprijs in te voeren voor de gele papiercontainers en de motivering daarvoor, wordt aan de raad voorgelegd in februari.

 

  • Raadslid Karin Baudemprez verwijst naar werken op de steenweg. Met de lichten die daar staan en de twee zijstraten, zou het verkeer er deze morgen nogal chaotisch verlopen zijn.
  • De burgemeester antwoordt dat hij daar deze morgen om 8 uur in de file heeft gestaan. Wat is problematisch? Hij heeft even moeten wachten en was te laat op een afspraak. Hij erkent dat het druk was deze morgen. Hij heeft geen chaos gemerkt, maar heeft in de file gestaan en heeft ook gezien dat men vanuit de richting van Leuven tot aan de Alsemberg in de file stond. Of er echt problemen waren met de zijstraten, is hem niet gesignaleerd en hij heeft dat ook zelf niet gemerkt. Er staan geen lichten aan de zijstraten, maar hij heeft zelf iemand laten invoegen die uit de Jozef Ginisstraat kwam. Als iedereen dat zo doet, is er geen probleem.
  • Raadslid Maria Andries meldt dat zij uit de Gebrs. Jourandstraat komt en dan is het moeilijk om ertussen te geraken, maar OK, het is maar tijdelijk.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/02/2020