NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 24 april 2018

Van 20.07 uur tot 21.07 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Albert Mees

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Tom Philips en Joery Verhoeven

Schepen met raadgevende stem:

Eddy Vranckx

Gemeenteraadsleden:

Ludo Croonenberghs, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Herman Ginis, Roos De Backer, Sonia Stiasteny, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Marc De Vlieger en Diane Vander Elst

Gemeentesecretaris:

Dirk Stoffelen

 

Afwezig:

Gemeenteraadslid:

Wouter Fock

 


Overzicht punten

Zitting van 24 april 2018

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 33 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige raadszitting goed.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 20 maart 2018.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 20 maart 2018 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 april 2018

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING EN ALGEMENE VERGADERING INTERLEUVEN 23 MEI 2018 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 28 november 2017 over de aktename agenda bijzondere algemene vergadering Interleuven 29 november 2017 en vaststelling mandaat gemeentelijke vertegenwoordiger, waarbij de voorgestelde wijzigingen in de statuten werden goedgekeurd.
  • Uitnodiging van 22 februari 2018 voor de buitengewone algemene vergadering en algemene vergadering van Interleuven van 23 mei 2018, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de dienstverlenende vereniging Interleuven.
  • Op 23 mei 2018 wordt een buitengewone algemene vergadering en een algemene vergadering van Interleuven gehouden met volgende agendapunten:
    Buitengewone algemene vergadering:
    • Samenstelling van het bureau
    • Statutenwijziging

Algemene vergadering:

  • Samenstelling van het bureau
  • Goedkeuring verslag algemene vergadering van 29/11/2017
  • Aansluiting politiezones-hulpverleningszones
  • Verslag over de activiteiten 2017
  • Jaarrekening per 31/12/2017 - verslag van de commissaris-revisor
  • Verwerking van de resultaten krachtens art. 44 van de statuten
  • Kwijting te verlenen aan bestuurders en commissaris-revisor
  • Provinciale bijdrage voor werkingskosten 2018 cfr. art. 14.1. van de statuten
  • Vervanging leden raad van bestuur
  • Diversen.
  • In zitting van de raad van bestuur van 8 november 2017 werd het voorstel tot wijziging aan de statuten van Interleuven goedgekeurd. De gemeenteraad van Bertem keurde de voorgestelde statutenwijziging reeds goed in zitting van 28 november 2017;
    • In eerste instantie is het doel van de wijziging om toe te laten de dienstverlening aan politiezones van het arrondissement op een zelfde manier te benaderen als de behandeling van gemeenten/OCMW-vennoten. Daarvoor is het wenselijk dat politiezones kunnen toetreden tot de intergemeentelijke vereniging.
    • Tevens is gebruikgemaakt van de wijziging om een technische aanpassing te doen als gevolg van het KB met betrekking tot het beheerscomité voor de preventiedienst.
    • Tenslotte heeft deze statutenwijziging tot doel om de uittreding van vennoten duidelijker vast te stellen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 5 van het decreet van 1 juli 1987 betreffende de werkwijze van de controle op en de vaststelling van het ambtsgebied van intercommunales
    Elk lid van de bestuurs- en controleorganen van de intercommunale kan aan een lid van hetzelfde orgaan volmacht geven om het te vertegenwoordigen voor een welbepaalde, enkele vergadering van het orgaan.
  • Artikel 44 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking
    De algemene vergadering is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelnemers. Voor de gemeenten worden zij rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden. De vaststelling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger(s) moet voor elke algemene vergadering herhaald worden.
  • Artikel 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeentelijke bevoegdheden, vermeld in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zijn aan de gemeenteraad toegewezen en kunnen niet worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Voor de buitengewone algemene vergadering en algemene vergadering van 23 mei 2018 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering en op de algemene vergadering van Interleuven van 23 mei 2018 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 april 2018

 

PASTORIJ BERTEM. GOEDKEURING AKTE VESTIGING VAN ERFPACHT.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 22 februari 2005 over de goedkeuring van de gebruiksovereenkomst tussen het gemeentebestuur en de kerkfabriek Sint-Pieter.
  • Raadsbesluit van 26 februari 2008 over de goedkeuring van het addendum bij de gebruiksovereenkomst.
  • Bespreking van de visienota over de pastorij Bertem door de gemeenteraad op 26 januari 2010.
  • Bespreking van het ontwerp van huishoudelijk reglement voor de pastorij Bertem door de leden van de kerkraad Sint-Pieter Bertem op 16 augustus 2012.
  • Bespreking door het college van burgemeester en schepenen van het ontwerp van huishoudelijk reglement op 20 augustus 2012.
  • Bespreking van het ontwerp van huishoudelijk reglement door de kerkraad Sint-Pieter Bertem op 27 augustus 2012.
  • Bespreking door het college van burgemeester en schepenen van het ontwerp van huishoudelijk reglement op 17 juni 2013.
  • Bespreking van het ontwerp van huishoudelijk reglement door de kerkraad Sint-Pieter Bertem op 17 juni 2013.
  • Collegebesluit van 30 mei 2016 over de principiële goedkeuring van het pastorieplan Bertem.
  • Collegebesluit van 24 oktober 2016 over het indienen van een verzoek tot verlening van een erfpacht op de pastorij Bertem aan de gemeente Bertem.
  • Brief van de kerkraad Sint-Pieters-Banden Bertem van 30 december 2016 over hun principieel en voorwaardelijk akkoord om een erfpachtovereenkomst voor de pastorij Bertem af te sluiten voor een periode van 30 jaar.
  • Collegebesluit van 10 april 2017 over de aanstelling van een notaris voor de opmaak van de akte erfpacht pastorij Bertem.
  • Bespreking door het college op 29 januari 2018 van het ontwerp van erfpachtovereenkomst voor de pastorij van Bertem.
  • Goedkeuring van de ontwerpakte erfpacht door de kerkfabriek Sint-Pieters-Banden op 5 februari 2018.

 

Feiten en context

  • De pastorie van Sint-Pieter Bertem is eigendom van de kerkfabriek Sint-Pieters-Banden Bertem.
  • Via een gebruiksovereenkomst is de terbeschikkingstelling geregeld van het deel van de gelijkvloerse en de eerste verdieping, links van de centrale traphal, de zolderverdieping van het pastorijgebouw, de bijgebouwen en de hele pastorijtuin, aan de gemeente.
  • Ondanks de bestemming van het gebouw als pastorij, is het mogelijk dat de kerkfabriek en de canonieke pastoor een overeenkomst met derden afsluiten over het gebruik van (een deel van) de pastorij.

 

Juridische gronden

  • Wet over het recht van erfpacht van 10 januari 1824
    Het recht van erfpacht is het recht om het volle genot te hebben van een onroerend goed, dat aan iemand anders toebehoort, gedurende een periode van minimaal 27 jaar tot maximaal 99 jaar.
  • Artikel 43, §2, 12° van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen.

 

Adviezen

         Gunstig advies van de financieel beheerder van 15 februari 2018

 

Argumentatie

De pastorij van Bertem wordt te weinig benut in verhouding tot de geïnvesteerde publieke middelen in de restauratie ervan. Het gemeentebestuur wenst, in samenspraak met de eigenaar en de canonieke pastoor, het gebruik van de pastorij in Bertem door de lokale gemeenschap te verhogen en het beschermd monument beter toegankelijk te maken. Een mogelijkheid daartoe is het in erfpacht nemen van de volledige site (gebouw en tuin), zodat de gemeente als erfpachter zal (moeten) instaan voor het onderhoud van het onroerend goed, voor de uitvoering van de gewone herstellingswerken en voor het beheer van de site. Daarom verleent de eigenaar, de kerkfabriek Sint-Pieters-Banden Bertem, een erfpacht aan de gemeente Bertem via een notariële akte.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0790/61000200

1419/001/001/001/001

€ 15 300

€ 12 938,51

€ 30

 

 

Bijlagen

         Akte recht van erfpacht

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bijgevoegde akte tot vestiging van een recht van erfpacht voor de pastorij van Bertem tussen de kerkfabriek Sint-Pieters-Banden en het gemeentebestuur van Bertem goed.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad machtigt de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris om de bijgevoegde akte te ondertekenen.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 april 2018

 

GRONDINNEMING EN BUURTWEGEN. DEFINITIEVE AANVAARDING INNEMINGSPLAN BEKKEN A.E. VERBISTSTRAAT EN VERLEGGING BUURTWEG 59.

 

Voorgeschiedenis

  • Projectnota bufferbekken en langsgrachten A.E. Verbiststraat van Sweco van 2 november 2016.
  • Raadsbesluit van 30 januari 2018 over de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan voor het bekken aan de A.E. Verbiststraat, de verlegging van buurtweg 59 en het onteigeningsplan.
  • Op 12 februari 2018 werd door de gemeente Bertem de verklaring ondertekend tot verzoek om de verplaatsing van de buurtweg nr. 59 en de tenlasteneming van de kosten.

 

Juridische gronden

  • Wet van 10 april 1841 op de buurtwegen.
    • Artikel 27: de gemeenteraden zijn gehouden om, ten verzoeke van de deputatie van de provinciale raad, te beraadslagen over de opening, de afschaffing, de wijziging of de verlegging van een buurtweg en eventueel het bijhorende ontwerp van rooilijnplan.
    • Artikel 28: het voornemen tot opening, afschaffing, wijziging of verlegging van een buurtweg wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek. De gemeenteraad stelt hiertoe een ontwerp van rooilijnplan vast, behalve in het geval van een afschaffing.
    • Artikel 29: in geval van het schrappen of wijzigen van een buurtweg, kunnen de aangelanden van het stuk dat buiten gebruik geraakt is, beschikken over de volle eigendom over de grond die vrij geworden is, mits zich te verbinden tot de betaling van de eigendom of van de meerwaarde in het geval zij eigenaar van de grond zijn.
  • Artikelen 42, §1 en 43, §2, 12° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.

De gemeenteraad is bevoegd voor alle onderwerpen van gemeentelijk belang. De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking m.b.t. onroerende goederen.

  • Artikel 4 van het provinciaal reglement van 28 april 2009 op de buurtwegen.

De deputatie beslist over elke wijziging, verbreding, vernietiging en opening van een buurtweg. De provincie Vlaams-Brabant moet de goedgekeurde rooilijnplannen ontvangen.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 14 oktober 2011 inzake onteigeningen ten algemenen nutte ten behoeve van de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven, de OCMW's, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen.
  • Omzendbrief BB 2011/5 Besluit van de Vlaamse Regering inzake onteigeningen ten algemenen nutte ten behoeve van de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven, de O.C.M.W.'s, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen
  • Besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 2014 over de vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen.
  • Rondzendbrief van 23 oktober 2014 van de provincie Vlaams-Brabant over buurt- en voetwegen en rooilijnplannen in het kader van de nieuwe Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Adviezen

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft een openbaar onderzoek gevoerd van 22 februari 2018 tot en met 23 maart 2018. De eigenaars van de onroerende goederen die zich bevinden in het ontwerp van rooilijnplan, ontving een aangetekende brief verzonden op 9 februari 2018.
  • Het openbaar onderzoek werd op 6 februari 2018 aangekondigd in het Belgisch Staatsblad.
  • PV van sluiting van het openbaar onderzoek van 4 april 2018, waaruit blijkt dat geen enkele klacht of opmerking tijdens het openbaar onderzoek werd ingediend.

 

Argumentatie

De verlegging van de buurtweg is noodzakelijk voor de realisatie van een infiltratiebekken dat het hemelwater laat infiltreren of geleidelijk afvoeren zodat het debiet dat naar de riolering stroomt, wordt verminderd. Hierdoor wordt de kans op overstromingen verminderd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het voorstel van het nieuwe tracé van de buurtweg 59 (wijziging aan de Atlas der Buurtwegen Bertem) wordt goedgekeurd en het bijhorende ontwerp van rooilijnplan wordt definitief vastgesteld.

 

Artikel 2:

Het onteigeningsplan voor de aanleg van een infiltratiebekken in het verlengde van de A.E. Verbiststraat voor een totale oppervlakte van 85 are 73 ca aan grondinnemingen, wordt definitief goedgekeurd.

 

Artikel 3:

Aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant wordt voorgesteld om de voetweg 59 te verplaatsen zoals aangeduid op het rooilijnplan.

 

Artikel 4:

Er werd geen enkele klacht of opmerking tijdens het openbaar onderzoek ingediend.

 

Artikel 5:

De meerwaarde van de percelen werd door de Afdeling Vastgoedtransacties op 0 euro geschat.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 april 2018

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. VERVANGING LID BIBLIOTHEEKRAAD VOOR VERTEGENWOORDIGING POLITIEKE FRACTIE CD&V.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 30 april 2013 over de oprichting en samenstelling van de bibliotheekraad.
  • Collegebesluit van 24 september 2013 over de samenstelling van de bibliotheekraad.
  • Gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2014 over de goedkeuring van de statuten van de bibliotheekraad.
  • E-mail van Leslie Vanden Plas van 1 december 2017 waarin zij haar ontslag indient als lid van de bibliotheekraad.
  • Raadsbesluit van 17 december 2017 over de kennisname van het ontslag van Leslie Vanden Plas als vertegenwoordiger van de CD&V in de bibliotheekraad.
  • E-mail van Marc Morris van 5 april 2018 waarin hij kandidaat Jenne Van Cortenberg voorstelt als lid van de bibliotheekraad ter vervanging van Leslie Vanden Plas.

 

Feiten en context

  • Leslie Vanden Plas heeft ontslag genomen als lid van de bibliotheekraad. Zij zetelde voor de politieke fractie CD&V.

 

Juridische gronden

  • Artikel 200, §2 en §4 van het gemeentedecreet.
    Ten hoogste twee derde van de leden is van hetzelfde geslacht.
    Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn.
  • Artikel 5, §4 van de statuten van de bibliotheekraad van 25 maart 2014
    De leden van het beheersorgaan worden benoemd door de gemeenteraad.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de kandidatuur goed van Jenne Van Cortenberg als lid van de bibliotheekraad ter vervanging van Leslie Vanden Plas.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 april 2018

 

AFVAL. AANPASSING POLITIEREGLEMENT BEHEER VAN HUISHOUDELIJK AFVAL EN VERGELIJKBAAR BEDRIJFSAFVAL.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van een opdrachthoudende vereniging 'EcoWerf'.
    De gemeente doet beheersoverdracht voor de inzameling en verwerking van bepaalde afvalstoffen.
  • Raadsbesluit van 26 juni 2007 over de beheersoverdracht van de ophaling en verwerking van snoeihout naar EcoWerf.
  • Raadsbesluit van 24 mei 2016 over de aanpassing van het politiereglement over het beheer van huishoudelijk afval en vergelijkbaar bedrijfsafval.
  • Raadsbesluit van 29 augustus 2017 over de beheersoverdracht van plastics.
  • Raadsbesluit van 19 december 2017 over de goedkeuring van het contantbelastingreglement inzameling en verwerking huishoudelijk afval via huis-aan-huisinzameling en recyclagepark.
  • E-mail van EcoWerf van 8 februari 2018 met een voorbeeld van een ontwerpbeslissing.
  • Raadsbesluit van 30 maart 2018 over de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van 20 maart 2018.

 

Juridische gronden

  • Artikels 119, 119bis en 135, §2van de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen.
    De gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen.
    De gemeenten moeten voorzien in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
  • Artikelen 42 en 43, §2, 2° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast en bepaalt de straffen en administratieve sancties op de overtreding van die reglementen.
  • Artikels 26, 27 en 28 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
    Elke gemeente draagt er zorg voor dat de huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk worden voorkomen of hergebruikt, op regelmatige tijdstippen worden opgehaald of op een andere wijze worden ingezameld, en nuttig worden toegepast of verwijderd.

De gemeenten en verenigingen van gemeenten kunnen met de OVAM overeenkomsten sluiten om de organisatie van de selectieve ophaling of inzameling van huishoudelijke afvalstoffen te bevorderen of te begeleiden.
Als een gemeente of haar samenwerkingsverband de opgelegde verplichtingen niet nakomen, kan de Vlaamse regering, in de plaats treden van de gemeente of haar samenwerkingsverband.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
  • Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, alsook het verslag van de advies- en inspraakreacties bij dit plan, zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 16 september 2016.

 

Argumentatie

Er bestaat een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de afvalstoffen gedefinieerd in het VLAREMA artikel 3.1.1. Ook is er een terugnameplicht voor huishoudelijk verpakkingsafval. Minstens de afvalfracties papier en karton, hol glas en plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, snoeihout, gft-keukenafval en textiel moeten selectief worden ingezameld.

Ter bescherming van het leefmilieu is het noodzakelijk het huishoudelijk afval en het vergelijkbaar bedrijfsafval tot een minimum te beperken. Er dient prioriteit verleend te worden aan afvalvoorkoming en hergebruik van afvalstoffen. Er wordt ook best gestreefd om de inzameling van het huishoudelijk afval en het vergelijkbaar bedrijfsafval in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.

De gemeente wilt in overeenstemming met haar gemeentelijke zorgplicht zoals bepaald in artikel 26 van het decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, het niet aanbieden van huisvuil via de gemeentelijke inzamelkanalen en bijgevolg ontwijkgedrag (zoals sluikstorten, sluikstoken, afvaltoerisme naar buurgemeenten, afvaltoerisme naar de werkgever…) maximaal voorkomen. Inwoners mogen een huisvuilcontainer niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen.

 

Besluit

eenparig

 

Hoofdstuk I – Algemene bepalingen

 

Afdeling 1 – Definities en toepassingsgebied

 

Artikel 1:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder huishoudelijke afvalstoffen verstaan: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals bepaald in artikel 4.1.1 van het VLAREMA.

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, hierna vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen genoemd, verstaan: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54° van het VLAREMA.

 

Artikel 2:

§ 1. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden bij om het even welke selectieve inzameling (exclusief het recyclagepark):

  • huisvuil
  • grofvuil
  • gashouders en/of andere ontplofbare voorwerpen
  • krengen van dieren en slachtafval
  • oude en vervallen geneesmiddelen
  • niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

§ 2. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden op het recyclagepark:

  • huisvuil
  • groente- en fruitafval
  • gasflessen, met uitzondering van niet geperforeerde gasflessen voor eenmalig gebruik
  • krengen van dieren en slachtafval
  • oude en vervallen geneesmiddelen
  • asbestcement afkomstig van bedrijven.

 

§ 3. Het is verboden afvalstoffen afkomstig uit andere gemeenten met om het even welke (selectieve) inzameling van huishoudelijke of hiermee gelijkgestelde afvalstoffen of recycleerbare producten mee te geven behoudens het gebruik van het recyclagepark door inwoners, erkende verenigingen en ondernemingen van de gemeente Huldenberg.

 

Artikel 3:

§ 1. Alleen de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars, daartoe aangewezen bij dit reglement of door het college van burgemeester en schepenen, zijn gerechtigd om huishoudelijke afvalstoffen te aanvaarden of in te zamelen.

 

§ 2. Het is voor iedereen verboden om het even welke huishoudelijke afvalstof af te geven of voor inzameling aan te bieden aan andere geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars dan deze daartoe aangewezen bij dit reglement of door het college van burgemeester en schepenen.

 

§3. Dit geldt evenzeer voor inzameling ervan op privaat terrein.

 

Afdeling 2 – Verbranden en sluikstorten van afvalstoffen

 

Artikel 4:

Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om afvalstoffen te verbranden, zowel in open lucht als in gebouwen.

 

Artikel 5:

§ 1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op niet-reglementaire plaatsen, op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten en elke handeling strijdig met deze politieverordening en andere toepasselijke wettelijke bepalingen.

 

§ 2. Het is verboden modder, zand of afvalstoffen die zich voor of nabij de woning bevinden op de straten, in de greppels of in de rioolputten te vegen. Het is tevens verboden via de rioolputten of op enige andere wijze om het even welke afvalstoffen in de riolering te deponeren.

 

Afdeling 3 – Aanbieding van afvalstoffen

 

Artikel 6:

§ 1. De huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen dienen aangeboden te worden zoals voorzien in dit reglement. Afvalstoffen die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van dit reglement worden niet aanvaard. Bij de huis-aan-huis-inzameling dient de aanbieder de niet-aanvaarde afvalstoffen dezelfde dag nog terug te nemen. De niet terugname conform dit reglement wordt beschouwd als sluikstorten zoals vermeld in artikel 5.

 

§ 2. Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen wordt uitgevoerd door de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars die van het college van burgemeester en schepenen de toelating kregen afvalstoffen in te zamelen en door de parkwachter in geval van inzameling via het recyclagepark. Deze geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars en de parkwachter mogen de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op de foutieve aanbieding en de nodige richtlijnen verstrekken. Indien wordt vastgesteld dat de wijze van aanbieding niet conform de bepalingen van dit reglement geschiedt, worden de afvalstoffen aanvaard noch meegenomen.

 

Artikel 7:

§ 1. De afvalstoffen mogen slechts na 20 uur van de dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling van de afvalstoffen zal plaatsvinden buiten geplaatst worden, en moeten ten laatste om 7 uur op de dag van de ophaling buiten geplaatst worden.

 

§ 2. De huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden in de voorgeschreven recipiënten of wijze aangeboden aan de rand van de openbare weg en vóór het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dienen de voorgeschreven recipiënten te plaatsen langs de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg die bereikbaar is voor de ophaalwagens.

 

§ 3. De inwoners die het recipiënt buitenzetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel zwerfvuil dat hiervan afkomstig is en staan zelf in voor het opruimen ervan.

 

§ 4. Afval dat wordt aangeboden in door de gemeente of door de intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ter beschikking gestelde containers dient met een gesloten deksel te worden aangeboden. De inzamelaar heeft het recht de container te weigeren indien het deksel niet gesloten is.

 

§ 5. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie.

 

§ 6. De geledigde recipiënten alsook de geweigerde recipiënten dienen door de aanbieder op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de openbare weg.

 

Artikel 8:

§ 1. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen om een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, hun afval te laten verwijderen via een sorteerstraat. Een sorteerstraat is een combinatie van (ondergrondse) containerterminals ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, gft, pmd, papier en karton en eventueel glas.

 

§ 2. De sorteerstraat is alleen toegankelijk met een door de gemeente of intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ter beschikking gestelde kaart. Inwoners die door het college toegewezen zijn aan een bepaalde sorteerstraat, mogen hun de fracties die worden ingezameld in de sorteerstraat, niet meer aanbieden via de reguliere huis-aan-huis inzameling. Inwoners die niet door het college toegewezen zijn aan een bepaalde sorteerstraat, mogen hun afval niet in deze sorteerstraat deponeren met uitzondering van de fractie glas.

 

§ 3. De sorteerstraten zijn 24u per dag beschikbaar. De fractie glas mag niet worden aangeboden tussen 22 uur en 7 uur.

 

§ 4. Het deponeren in sorteerstraten van andere afvalstoffen dan de aangeduide fracties is verboden. Het is verboden om naast de sorteerstraten afvalstoffen achter te laten.

 

Afdeling 4 – Afval op standplaatsen

 

Artikel 9:

De uitbater van een private of openbare vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs de openbare weg die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden verbruikt (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien en in te staan voor een correcte verwijdering en verwerking van het afval.

 

Artikel 10:

De diverse vrijkomende afvalstoffen dienen gescheiden te worden ingezameld in hun respectievelijke recipiënten. Deze recipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen het betreft.

 

Artikel 11:

De opstellingsplaats en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen fracties kunnen door het gemeentebestuur worden bepaald.

 

Artikel 12:

De ambulante uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.

 

Afdeling 5 – Afval van huisdieren

 

Artikel 13:

§ 1. De eigenaars en houders van (huis)dieren zijn verplicht te beletten dat de voetpaden en aanpalende huizen, groene bermen tussen voetpad en rijweg, begraafplaatsen, openbare parken, bossen, tuinen, speelpleinen en andere voor het publiek toegankelijke zones alsmede de fiets- en rijwegen bevuild worden door hun dieren.

 

§ 2. Indien toch uitwerpselen terecht komen op voornoemde plaatsen, zijn de eigenaar of houders van de (huis)dieren verplicht deze uitwerpselen te verwijderen en te deponeren in een straatvuilcontainer of een speciaal voorzien recipiënt voor hondenpoep of moeten zij er voor zorgen dat deze uitwerpselen verwijderd worden en voldoende verpakt en gemengd met huisvuil meegegeven met de gewone huisvuilinzameling.

De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen verplichtingen inzake het rein houden van de openbare weg.

 

§ 3. De begeleiders van honden zijn verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op het eerste verzoek van de politie te worden getoond.

 

§ 4. De bepalingen van artikel 13, § 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op de honden die blinden en gehandicapten begeleiden.

 

Afdeling 6 – Reclamedrukwerk en gratis regionale pers

 

Artikel 14:

§ 1. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen vóór 7 uur en na 22 uur. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of achter te laten op andere plaatsen, inclusief het recyclagepark, dan de brievenbus.

 

§ 2. Door de gemeente wordt een zelfklever ter beschikking gesteld waarop wordt aangegeven dat reclamedrukwerk en/of gratis regionale pers niet gewenst zijn. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in brievenbussen die voorzien zijn van een dergelijke aanduiding.

 

§ 3. Klachten met betrekking tot de niet-naleving van artikel 13, § 1, 2 en 3 kunnen gericht worden aan de gemeentelijke dienst omgeving.

 

Hoofdstuk II – Inzameling van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 15:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval verstaan: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval of groenafval, plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd) en andere verplicht in te zamelen selectieve afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 16:

§ 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en op de app Recycle!.

 

§ 2. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet worden meegegeven met een inzameling anders dan deze van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 3. Het is verboden voor de verwijdering van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval gebruik te maken van een recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 17:

§ 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in een huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan

- 15 kg voor een container van 40 liter

- 50 kg voor een container van 120 liter

- 80 kg voor een container van 240 liter

- 500 kg voor een container van 1100 liter.

 

§ 3. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 4. Er mag geen afval naast de container worden aangeboden. Een uitzondering hierop zijn extra zakken die ten laatste 1 werkdag voor de inzameling bij de intergemeentelijke samenwerking EcoWerf werden aangevraagd. Inwoners die occasioneel te veel huisvuil hebben, kunnen maximum 3 maal per jaar van deze uitzondering gebruikmaken. Per keer kunnen maximum 6 extra zakken van maximum 60 liter worden aangevraagd. De zakken moeten toegebonden zijn en moeten makkelijk in de container passen. Bij 40-liter bakken kunnen geen extra zakken worden aangevraagd. Indien niet-tijdig aangevraagde zakken naast de container worden geplaatst, wordt dit aanzien als sluikstorten.

Er mag geen afval aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

 

Afdeling 4 - Gebruik van de huisvuilcontainer

 

Artikel 18:

De huisvuilcontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze huisvuilcontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Artikel 19:

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de huisvuilcontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de huisvuilcontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe huisvuilcontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 20:

De huisvuilcontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de huisvuilcontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 21:

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen huisvuilcontainer hebben, moeten bij de gemeente een huisvuilcontainer aanvragen.

 

Artikel 22:

Inwoners mogen een huisvuilcontainer niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen.

 

Hoofdstuk III – Inzameling van grofvuil

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 23:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder grofvuil verstaan: afvalstoffen die door hun omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden en die huis aan huis ingezameld worden alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding op het recyclagepark, met uitzondering van papier, karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval of groenafval, pmd-afval, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bouw- en sloopafval, houtafval, metalen gemengd, afvalbanden en andere verplicht selectief in te zamelen afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 24:

§ 1. Het grofvuil wordt zesmaal per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen. Het grofvuil wordt ook ingezameld op het recyclagepark. Herbruikbare goederen kunnen gratis worden aangeboden aan het kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten of op het recyclagepark.

 

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet ten minste 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf met vermelding van de in te zamelen materialen. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagd grofvuil wordt aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten . Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een inzameling, andere dan deze van het grofvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 25:

§ 1. Het grofvuil dient aangeboden te worden goed samengebonden in hanteerbare stukken. Het grofvuil mag niet in plastic zakken of andere plastic recipiënten of kartonnen dozen of papieren zakken aangeboden worden.

 

§ 2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet groter zijn dan 30 kg. Het grofvuil mag niet langer zijn dan 2 meter, niet groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

 

§ 3. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de inzamelaars van de afvalstoffen.

 

§ 4. Het grofvuil moet aangeboden worden in vaste vorm zonder vrije vloeistof en moet verkleinbaar zijn met een breekinstallatie. Recipiënten onder druk, evenals poedervormige materialen die stofexplosies kunnen veroorzaken, worden niet aanvaard.

 

Hoofdstuk IV – Selectieve inzameling van glas

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 26:

§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder glas verstaan: hol glas en vlakglas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen, kristal, opaal glas, plexiglas, gewapend glas, serreglas, rookglas, spiegelglas, autoruiten, ander hittebestendig glas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s, e.d.

 

§ 2. Hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen....

 

§ 3. Vlakglas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen...

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 27:

§ 1. Hol glas/vlakglas wordt ingezameld op het recyclagepark. Hol glas wordt ook ingezameld in de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Het gebruik van de containers is uitsluitend voorbehouden aan de inwoners van de gemeente.

 

§ 2. Hol glas/vlakglas mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van glas.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 28:

Het hol glas dient aangeboden te worden via de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Hol glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in de daartoe voorziene glascontainers te worden gedeponeerd. Hol glas dient bij de aanbieding ontdaan te zijn van deksels, stoppen en omwikkelingen en leeg en voldoende gereinigd te zijn.

 

Artikel 29:

§ 1. Het deponeren in glascontainers van andere afvalstoffen dan hol glas is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen achter te laten.

 

§ 2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 22 uur en 7 uur.

 

Hoofdstuk V – Selectieve inzameling van papier en karton

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 30:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder papier en karton verstaan: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, e.d.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 31:

§ 1. Papier en karton wordt drie wekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en op de app Recycle!. Papier en karton wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Papier en karton mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van papier en karton.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 32:

§ 1. Het papier en karton dient aangeboden te worden in een kartonnen doos of samengebonden met natuurkoord in een handelbare stapel/huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het gewicht van het recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg.

Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan

- 80 kg voor een container van 240 liter

- 500 kg voor een container van 1100 liter

 

§ 3. Per aansluitpunt en per inzameling mag gemiddeld maximaal 1 m³ aangeboden worden.

 

§ 4. Er mag geen afval naast de container worden aangeboden.

 

Afdeling 4 - Gebruik van de papiercontainer

 

Artikel 33:

De papiercontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze papiercontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het papier en karton.

 

Artikel 34:

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de papiercontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de papiercontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van papier en karton.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe papiercontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 35:

De papiercontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de papiercontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 36:

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen papiercontainer hebben moeten bij de gemeente een papiercontainer aanvragen.

 

 

Hoofdstuk VI – Selectieve inzameling van klein gevaarlijk afval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 37:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder Klein Gevaarlijk Afval, hierna kga genoemd, verstaan, de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 38:

§ 1. Kga wordt ingezameld in een daartoe voorziene inrichting op het recyclagepark, tijdens de openingsuren van het recyclagepark.

 

§ 2. Kga mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van kga.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 39:

§ 1. Het kga moet, afzonderlijk van andere afvalstoffen, aangeboden worden in een daartoe geschikt recipiënt, tenzij het fysisch onmogelijk is. Het aangeboden kga wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het kga op de verpakking aan. Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het kga te voorkomen.

 

§ 2. Injectienaalden moeten worden aangeboden in een naaldcontainer die voldoet aan de ADR-reglementering.

 

Artikel 40:

§ 1. Het kga dat wordt aangeboden op het recyclagepark wordt door de parkwachter in de inrichting aansluitend bij het recyclagepark gedeponeerd. De aanbieder van het kga mag dit niet zelf doen.

 

Hoofdstuk VII – Selectieve inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 41:

§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder groente- en fruitafval verstaan: aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, theebladeren en theezakjes, koffiedik en papieren koffiefilters, papier van de keukenrol, plantaardig keukenafval en etensresten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, alsook mest van kleine huisdieren (geen vleeseters). Het tuinafval omvat versnipperd snoeihout, haagscheersel, gazonmaaisel, bladeren, onkruid, resten van groente- en siertuin, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, zaagmeel en schaafkrullen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het groente-, fruit- en tuinafval wordt hierna gft-afval genoemd.

 

§ 2. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder organisch-biologisch bedrijfsafval verstaan: groenafval, gft-afval of organisch-biologische bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding;

 

§ 3. Andere afvalstoffen zoals bijvoorbeeld timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde, zand, saus, olie, vet, gekookte etenswaren, stof uit stofzuiger, as van open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal, blik, kattenbakvulling, uitwerpselen e.d. worden niet als gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval beschouwd.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 42:

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en op de app Recycle!.

 

§ 2. Gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafva mogen niet meegegeven worden met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§3. Verontreinigd gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 43:

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in gft-container met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het gevulde aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan

- 15 kg voor een container van 40 liter

- 50 kg voor een container van 120 liter

- 80 kg voor een container van 240 liter

- 500 kg voor een container van 1100 liter

 

Afdeling 4 - Gebruik van de gft-container

 

Artikel 44:

De gft-container wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze gft-container blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Artikel 45:

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de gft-container. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de gft-container uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies dient de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis te stellen met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe gft-container. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 46:

De gft-container blijft verbonden aan het adres waar hij is geleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de gft-container mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 47:

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen beschikking hebben over een gft-container kunnen bij de gemeente een gft-container aanvragen.

 

 

Hoofdstuk VIII – Selectieve inzameling van groenafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 48:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder groenafval verstaan: organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Snoeihout: alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter tot 10 cm), haagscheersel.

 

Gras- en bladafval: alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuin-onderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

 

Boomstronken: alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

 

Kerstbomen: natuurlijke kerstbomen zonder pot, kluit of versiering.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 49:

§ 1. Het snoeihout wordt minstens vier maal per jaar huis-aan-huis, met de mogelijkheid op afroep, ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Snoeihout wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2 . Voor de inzameling op afroep moet ten minsten 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagd snoeihout wordt aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten. Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Snoeihout mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van snoeihout.

 

§ 4. Verontreinigd groenafval wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

§ 5. Gras- en bladafval en boomstronken worden enkel ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 6. Voor kerstbomen wordt een aparte inzameling voorzien. Kerstbomen mogen tevens worden aangeboden bij de inzameling van snoeihout.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding voor inzameling van snoeihout aan huis

 

Artikel 50:

§ 1. Het snoeihout dient aangeboden te worden in bundels samengebonden met natuurtouw.

 

§ 2. Het gewicht van de bundel mag niet groter zijn dan 25 kg.

 

§ 3. Het snoeihout dient samengebonden te worden aangeboden en de takken moeten een lengte hebben van min. 50 cm en max. 2 meter. De maximale diameter per tak is 10 cm.

 

Hoofdstuk IX – Selectieve inzameling van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd)

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 51:

§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ook pmd genoemd, verstaan: afval van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons bestemd voor gebruik door huishoudens of vergelijkbaar bedrijfsmatig gebruik.

 

§ 2. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 52:

§ 1. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden 3-wekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf . De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een andere selectieve inzameling, andere dan deze van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons.

 

§ 3. Verontreinigde plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden niet aanvaard. De niet-conforme inhoud kan aangeduid worden met een sticker.

 

§ 4. Metalen verpakkingen die via de pmd-inzameling ingezameld worden zijn niet toegelaten bij de fractie metalen gemengd.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 53:

§ 1. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons dienen aangeboden te worden in de blauwe pmd-zak met logo van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf.

 

§ 2. De verschillende fracties van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden.

 

§ 3. Het gewicht van één recipiënt mag niet groter zijn dan 10 kg en dient gesloten aangeboden te worden.

 

§ 4. Het maximum volume van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, bedraagt 8 liter.

 

§ 5. Er mogen geen verpakkingen aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

 

§ 6. Per aansluitpunt mogen per inzameling gemiddeld 6 zakken aangeboden worden.

 

Hoofdstuk X – Selectieve inzameling van zachte plastics

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 54:

§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder zachte plastics verstaan zachte plastics zoals zakjes, draagtassen, blisters (zonder aluminiumfolie), (noppen)folies, kuipjes, vlootjes, (yoghurt)potjes, bloempotjes, plantentrays, speelgoed (zonder batterijen of elektronica) en harde plastics met een volume kleiner dan een emmer van 10 liter, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

§ 2. De aangeboden zachte plastics mogen geen plastic flessen en flacons (pmd), klein gevaarlijk afval (siliconentubes, bussen van detergenten, olievaten, verfpotten), piepschuim, (schuim)rubber, zwembandjes, zilverkleurige folies, pvc, touwen en netten bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 55:

§ 1. De zachte plastics worden 6-wekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf . De zachte plastics worden ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Verontreinigde zachte plastics worden niet aanvaard. De niet-conforme inhoud kan aangeduid worden met een sticker.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 56:

§ 1. De zachte plastics dienen aangeboden te worden in de roze zachte-plastics-zak met logo van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf.

 

§ 2. De verschillende fracties van de zachte plastics mogen gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden.

 

§ 3. Het gewicht van één recipiënt mag niet groter zijn dan 10 kg en dient gesloten aangeboden te worden.

 

Hoofdstuk XI - Selectieve inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (aeea)

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 57:

§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder aeea verstaan: apparaten die om naar behoren te werken, afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom en die onderworpen zijn aan de aanvaardingsplicht.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 58:

§ 1. De aeea worden ingezameld op het recyclagepark. Aeea kan gebracht worden naar of meegegeven worden met de eindverkoper of door andere inzamelkanalen opgezet door een producentof beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Herbruikbaar aeea kan worden ingezameld door een erkend kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. Voor heel klein aeea (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zonder buiten buitenafmetingen van meer dan 25 cm) kunnen, indien voldaan wordt aan de toepasselijke voorwaarden van VLAREM en VLAREMA, specifieke inzamelacties opgezet worden, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein.

 

§ 2. Rookdetectoren en gasontladingslampen moeten naar het recyclagepark gebracht worden en onbeschadigd in het daartoe geschikte recipiënt gedeponeerd worden.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 59:

§ 1. De aeea mag geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

 

§ 2. Alle aeea moet zodanig worden aangeboden dat ze geen gevaar oplevert voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

Hoofdstuk XII – Selectieve inzameling van metalen gemengd

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 60:

§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder metalen gemengd verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane soorten van metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met uitzondering van kga, metalen verpakkingen die met de pmd-fractie ingezameld worden en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 61:

§ 1. De metalen gemengd worden ingezameld via het recyclagepark. De metalen gemengd worden tot zesmaal per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen.

 

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet ten minsten 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagde metalen worden aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten. Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Metalen gemengd mogen niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van metalen gemengd.

 

§ 4. Aanvullend op de bepaling in § 1 mogen gemengde metalen aangeboden worden in de vergunde inrichtingen van verwerkers, inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars, op voorwaarde van:

  • het naleven van de sorteerverplichting (artikel 4.3.1 van het VLAREMA)
  • het rapporteren van de ingezamelde hoeveelheden aan de gemeente.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 62:

§ 1. De metalen gemengd moeten aangeboden worden op de afgesproken inzameldag.

 

§ 2. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet groter zijn dan 30 kg. De voorwerpen mogen niet langer zijn dan 2 meter, groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

 

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

Hoofdstuk XIII – Selectieve inzameling van textiel

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 63:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder textielafval verstaan: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, e.d., die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 64:

§ 1. Het textiel wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente of via de huis-aan-huisinzameling langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het textiel wordt eveneens ingezameld op het recyclagepark en door de OVAM erkende kringloopcentra.

 

§ 2. Alleen de organisaties die vermeld zijn op de door de OVAM gepubliceerde lijst van geregistreerde inzamelaars, handelaars en makelaars van textielafvalstoffen en die toelating hebben van het college van burgemeester en schepenen, waarmee ze een overeenkomst afgesloten hebben, zijn gemachtigd textielcontainers te plaatsen op zowel openbaar domein als op privéterrein toegankelijk voor het publiek of mogen huis-aan-huisinzamelingen organiseren.

 

§ 3. Het textiel mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van het textiel.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 65:

§ 1. Het textiel dient bij het deponeren in een container of bij inzameling aan huis in een degelijke en goed gesloten zak verpakt te zijn. Het aangeboden textiel mag niet nat of bevuild zijn.

 

Hoofdstuk XIV – Selectieve inzameling van herbruikbare goederen

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 66:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder herbruikbare goederen verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 67:

§ 1. Voor de inzameling van herbruikbare goederen kan een beroep gedaan worden op het door de OVAM erkend kringloopcentrum, werkzaam op het grondgebied van de gemeente. Deze gratis inzameling kan gebeuren op afroep. De contactgegevens van het kringloopcentrum zijn terug te vinden op de afvalkalender. Met herbruikbare goederen kan men ook op het recyclagepark en in het kringloopcentrum terecht.

 

§ 2. Het staat het kringloopcentrum vrij om aangeboden herbruikbare goederen te weigeren indien deze niet dienstig zijn voor het kringloopcentrum. In dit geval mogen de door het kringloopcentrum geweigerde herbruikbare goederen meegegeven worden met het huisvuil, het grofvuil of naar het recyclagepark worden gebracht (afhankelijk over welke fractie het gaat).

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 68:

§ 1. Voor de inzameling maakt de aanbieder een afspraak met het kringloopcentrum over de aanlevermodaliteiten.

 

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.

 

Hoofdstuk XV – Andere afvalstoffen

 

15.1Batterijen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 69:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder batterijen en accu’s verstaan: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen. De volgende batterijen vallen niet onder deze definitie: batterijen en accu's in apparatuur die bestemd is om de ruimte ingestuurd te worden, en batterijen en accu's in apparatuur die wordt aangewend in samenhang met de bescherming van wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de lidstaten, wapens, munitie, en oorlogsmateriaal, met uitzondering van producten die niet voor specifieke militaire doeleinden zijn bestemd.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 70:

De inzameling van afgedankte batterijen en accu's gebeurt via het recyclagepark en de eindverkopers die daarvoor geschikte recipiënten plaatsen in hun verkoopruimte en via andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht die daarvoor geschikte recipiënten ter beschikking stellen, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Samen met de afgedankte batterijen en accu's kunnen in deze recipiënten ook afgedankte zaklampen ingezameld worden.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 71:

§ 1. De batterijen mogen geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

 

15.2Gasflessen (butaan- en propaangasflessen)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 72:

Een gasfles is een vat waarin een gas, in dit geval vloeibaar gemaakt propaan (lpg) of butaan onder druk is of was opgeslagen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 73:

§ 1. De inzameling gebeurt via FEBUPRO op wiens website (www.febupro.be) de inzamelpunten terug te vinden zijn.

 

§ 2. De inzameling van niet-geperforeerde gasflessen voor eenmalig gebruik gebeurt ook via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 74:

§ 1. De gasflessen moeten onbeschadigd en met gesloten kraan aangeboden worden.

 

§ 2. Het is strikt verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de leverancier de merknaam van gasflessen te verwijderen, ze een andere bestemming te geven, ze onwettig op te slaan of te exporteren.

 

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

15.3Oude en vervallen Geneesmiddelen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 75:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder oude en vervallen geneesmiddelen verstaan: restanten van geneesmiddelen als vermeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, met uitzondering van artikel 1bis van die wet, die farmaceutische specialiteiten zijn, en die aan een particulier werden verstrekt en waarvan hij zich ontdoet, wil ontdoen of moet ontdoen. Een specialiteit is elk vooraf bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking in de handel wordt gebracht. Lege glazen flessen van geneesmiddelen horen bij het verpakkingsglasafval.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 76:

§ 1. De inzameling gebeurt via de apotheek.

 

§ 2. Lege doordrukverpakkingen, verbanden, compressen, pleisters, watten doekjes, incontinentiemateriaal en luiers, teststrookjes en -strips, horen bij het huisvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 77:

§ 1. De aanbieder moet het papieren verpakkingsafval en de bijsluiters verwijderen.

 

15.4Vuurwerk en munitie en andere ontplofbare stoffen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 78:

Voor toepassing van dit reglement wordt onder vuurwerk en munitie verstaan: restanten van vuurwerk en munitie als vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement op de springstoffen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 79:

Deze afvalstoffen mogen niet meegegeven worden met het huisafval (omwille van zware veiligheidsrisico's die deze afvalstoffen met zich meebrengen voor de ophalers/verwerkers). Daarnaast is het evenzeer van belang dat dergelijk afval niet wordt achtergelaten als zwerfvuil omwille van de risico's voor o.m. spelende kinderen.

Munitie moet steeds worden ingeleverd bij de politie.

Vuurwerk en andere ontplofbare stoffen van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong zijn niet toegelaten op het recyclagepark. Deze moeten aangeboden worden aan geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van deze afvalstoffen.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 80:

§ 1. Gescheiden van andere afvalstoffen en bij voorkeur in de originele verpakking om de identificatie te vereenvoudigen.

 

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

15.5Gebruikte frituurvetten en -oliën

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 81:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder gebruikte frituurvetten en -oliën verstaan: alle voor voedingsdoeleinden gebruikte oliën van dierlijke of plantaardige oorsprong afkomstig van huishoudelijk of vergelijkbaar gebruik.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 82:

§ 1. De inzameling van gebruikte frituurvetten en -oliën gebeurt via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 83:

§ 1. Het is verboden de gebruikte frituurvetten en -oliën te mengen met andere afvalstoffen of oliën van minerale oorsprong.

 

§ 2. De gebruikte frituurvetten en -oliën biedt men aan in een daartoe geschikte fles, bij voorkeur de oorspronkelijke verpakking of een ander type plastic fles.

 

15.6Bouw- en sloopafval

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 84:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder bouw- en sloopafval verstaan: materiaal afkomstig van bouw-, infrastructuur-, sloop-, ontmantelings- of renovatiewerken, waaronder zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit), cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

 

Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, …

 

Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein …, met uitzondering van steenafval.

 

Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt …

 

Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 85:

§ 1. De inzameling van bouw- en sloopafval gebeurt via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 86:

Op het recyclagepark wordt een onderscheid gemaakt tussen steenafval, keramiek, gips en kalk, cellenbeton en asbestcement. Het bouw- en sloopafval dient gesorteerd aangeboden te worden.

 

Artikel 87:

Bezoekers met gebonden asbestafval dienen deze zelf voorzichtig te deponeren in de hiervoor voorziene asbestzakken. Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden. Er mag op het recyclagepark geen enkele bewerking op het asbestafval worden uitgevoerd.

 

15.7Sloophout

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 88:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder sloophout verstaan: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 89:

§ 1. De inzameling van sloophout gebeurt via het recyclagepark.

 

15.8Geëxpandeerd polystyreen (eps)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 90:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder geëxpandeerd polystyreen (eps) verstaan: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten…

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 91:

§ 1. De inzameling van eps gebeurt via het recyclagepark.

 

15.9Harde plastics

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 92:

§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder harde plastics verstaan:

alle harde kunststoffen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, m.u.v. EPS, thermohardende kunststoffen (o.a. vezelversterkte polyester), geschuimde en samengestelde kunststoffen (o.a. koelboxen en fietshelmen), kunststofverpakkingen die resten van gevaarlijke stoffen bevatten of daarmee zijn verontreinigd en pmd-kunststoffen.

 

§ 2. De aangeboden harde plastics mogen geen verpakkingen van voedingswaren, plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, plastic blisters en straps, tuinslang, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval) bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 93:

§ 1. De inzameling van de harde plastics gebeurt via het recyclagepark.

 

15.10Kurk

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 94:

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder kurk verstaan: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 95:

§ 1. De inzameling van kurk gebeurt via het recyclagepark.

 

Hoofdstuk XVI – Het recyclagepark

 

Afdeling 1 - Algemeen

 

Artikel 96:

Het recyclagepark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen.

 

Artikel 97:

De intergemeentelijke recyclageparken zijn een netwerk van recyclageparken uitgerust met weegbruggen. Dit netwerk wordt in functie van de uitrol van het Masterplan Recyclageparken jaarlijks uitgebreid en beperkt binnen het werkingsgebied van EcoWerf.

 

Artikel 98:

Aanvullend kan de dienstverlening aangevuld worden met mobiele recyclageparken. De toegang tot deze parken kan door de gemeente worden beperkt tot bepaalde welomschreven doelgroepen (bijv. wijk of woonblok). De ingezamelde fracties zijn vaak beperkter dan op de normale recyclageparken.

 

Artikel 99:

§ 1. Het recyclagepark is enkel toegankelijk voor de particuliere inwoners van de gemeenten Bertem en Huldenberg en voor de erkende verenigingen en ondernemingen die op het grondgebied van deze gemeenten gevestigd zijn, voor zover de door hen aangevoerde afvalstoffen vergelijkbaar zijn overeenkomstig de definitie in artikel 1 van dit reglement.

 

§ 2. De parkwachter kan te allen tijde het identiteitsbewijs van de bezoekers opvragen om te verifiëren of de bezoeker een inwoner van de gemeente is, dan wel een onderneming is die op het grondgebied van de gemeente ie gevestigd. Indien de bezoeker dit niet kan aantonen, dan kan de toegang tot het recyclagepark ontzegd worden.

 

§ 3. Het recyclagepark is geopend op de door de opdrachthoudende vereniging EcoWerf bepaalde data en openingsuren. Buiten de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.

 

Afdeling 2 - Gebruik van het recyclagepark

 

Artikel 100:

§ 1. Op het recyclagepark mogen de hierna vermelde, vooraf maximaal gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangeboden worden. De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, enkel in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden.

1.Papier en karton

2.Hol glas (wit en gekleurd glas gescheiden)

3.Bouw- en sloopafval: inert bouwpuin

4.Gebonden asbesthoudend afval

5.Pmd

6.Textiel en lederwaren

7.Oude metalen (metalen gemengd)

8.Groenafval: snoeihout en haagscheersel, gras- en bladafval, boomstronken

9.Houtafval

10.Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (aeea)

11.Klein gevaarlijk afval (kga)

12.Grofvuil

13.Herbruikbare goederen

14. Eps (piepschuim)

15.Harde plastics

16. Zachte plastics

17.Vlak glas

18.Kurk

 

§ 2. De parkwachter heeft het recht alle maatregelen te nemen voor de controle van de aangeboden afvalstoffen en kan hiertoe de recipiënten laten openen en ledigen. Indien de parkwachter zijn/haar goedkeuring niet geeft aan de verwijdering van de aangeboden afvalstoffen via het recyclagepark, dient de aanbieder deze terug mee te nemen om ze op een andere verantwoorde manier te verwijderen.

 

Artikel 101:

Tijdens de openingsuren is het recyclagepark permanent onder toezicht van de parkwachter.

 

Artikel 102:

§ 1. Het is de parkwachter toegestaan de aanbrengers van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds teveel mensen op het recyclagepark bevinden, evenals in functie van een goede verkeersregeling op het recyclagepark.

 

§ 2. Kinderen jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te zijn door een volwassen begeleider.

 

§ 3. Het is verboden dieren te laten rondlopen op het recyclagepark met uitzondering van kippen als demonstratie van verwerkers van organisch-biologisch afval.

 

Artikel 103:

§ 1. De afvalstoffen dienen gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de verblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken. De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden de aanwijzingen van de parkwachter te volgen.

 

§ 2. Eens de afvalstoffen in de daartoe voorziene container worden gevoegd, mogen deze afvalstoffen niet meer opnieuw door een bezoeker van het recyclagepark worden meegenomen.

 

§ 3. Bezoekers met gebonden asbestafval dienen deze zelf voorzichtig te deponeren in de hiervoor voorziene asbestzakken. Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden. Er mag op het recyclagepark geen enkele bewerking op het asbestafval worden uitgevoerd.

 

Artikel 104:

§ 1. De gebruikers van het recyclagepark moeten de omgeving van de containers en de overige ruimte van het terrein steeds rein houden. Zij kunnen door de parkwachter verzocht worden het door hen bevuilde terrein te reinigen.

 

§ 2. Tijdens de sluitingsuren van het recyclagepark is het verboden om afval voor de toegangspoorten te deponeren of over de omheining op het recyclagepark te gooien. Dergelijke handelingen worden gelijkgesteld met sluikstorten.

 

Artikel 105:

§ 1. Op het recyclagepark is het verboden te roken (uitgezonderd in de aangeduide rokerszone) of om op enige andere wijze vuur te maken. Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers, gebouwen, beplantingen of uitrusting.

 

§ 2. Het publiek betreedt het recyclagepark op eigen verantwoordelijkheid. De gemeente of intergemeentelijke samenwerking is niet aansprakelijk voor eventuele beschadiging van persoonlijke goederen, diefstal of lichamelijke letsels.

 

Hoofdstuk XVII – Handhaving en Strafbepalingen

 

Artikel 106:

§ 1. Wanneer afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of op een plaats in strijd met dit reglement kan de burgemeester jegens de overtreder de onmiddellijke opruiming van de in artikel 5 § 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de overtreder bezorgd. De overtreder beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de overtreder weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

 

§ 2. Indien geen overtreder kan aangeduid worden, kan de burgemeester jegens de eigenaar van het perceel waarop afvalstoffen werden achtergelaten in strijd met dit reglement de onmiddellijke verwijdering van de in artikel 5 § 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de eigenaar bezorgd. De eigenaar beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de eigenaar weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de eigenaar, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

 

§ 3. Indien alsnog een overtreding wordt vastgelegd, kan de in artikel 7 § 3 bedoelde eigenaar de kosten van de verwijdering van de in artikel 5, § 1. bedoelde afvalstoffen verhalen op de overtreder.

 

§ 4. Ongeacht artikel 7 § 2 en 3 is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen, wanneer de afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of een plaats in strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen.

 

§ 5. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering, overeenkomstig artikel 7 § 2, § 3 en § 5, kan de burgemeester gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen.

 

Artikel 107:

§ 1. In geval van overtreding van dit reglement kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politie of een daartoe gemachtigd ambtenaar is bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in dit politiereglement.

 

§ 2. Een administratieve geldboete of een alternatieve maatregel, een administratieve intrekking en een administratieve sluiting van een inrichting kunnen opgelegd worden conform artikel 9.2 van de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van 20 maart 2018.

 

Hoofdstuk XVIII – Slotbepalingen

 

Artikel 108:

Dit reglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikels 186 en 187 van het gemeentedecreet.

 

Artikel 109:

Het raadsbesluit van 24 mei 2016 over de aanpassing van het politiereglement afvalstoffen wordt opgeheven vanaf 1 mei 2018.

 

Artikel 110:

Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2018.

 

Artikel 111:

De raad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 24 april 2018

 

VRAGENKWARTIERTJE.

 

Bespreking

 

  • Raadslid Kristien Van Essche meldt een toename van zwaar verkeer in de Bosstraat. Zij denkt dat dit te maken heeft met de werken in Everberg. Het bord met verbod voor voertuigen +7,5 ton heeft geen effect.
  • Burgemeester Joël Vander Elst antwoordt dat hij dit zal doorgeven aan de politie en aan de korpschef zal vragen om de controles op te voeren. Tot nu toe heeft hij geen andere klachten of meldingen in die zin gekregen.

 

  • Raadslid Ludo Croonenberghs vult aan dat een gelijkaardig probleem zich nog voordoet in het centrum van Korbeek-Dijle. Hij stelt dat vroeger werd verwezen naar de werken in Oud-Heverlee als oorzaak voor de toename van het (zwaar) verkeer, maar die werken zijn ondertussen voorbij. Volgens hem neemt het zwaar verkeer nog toe en is dat duidelijk sluipverkeer. Als een bestuurder merkt dat die route voordelig is, blijft hij die nemen.
  • Burgemeester Joël Vander Elst vraagt zich allereerst af of de bewering over sluipverkeer wel juist is; misschien wel, misschien niet. Ook deze melding zal hij aan de politie doorgeven om desgevallend de controles op te voeren. De burgemeester deelt mee dat de politie elke week snelheidscontroles uitvoert. Er komen regelmatig vragen van mensen om te komen flitsen. Soms gaat dat dan over de te hoge snelheid van de bewoners in hun eigen straat. Met zo'n acties moet je wel een beetje opletten omdat je er het probleem mee kan verplaatsen. Het is aan de verkeersdeskundige van de politie om dit te beoordelen, hij maakt de planning van de verkeerscontroles voor de vier gemeenten. Recent is nog aan de politie gevraagd om controles te houden in de Mezenstraat. Elke specifieke vraag gaat wel ten koste van een andere plaats.
  • Schepen Marc Morris benadrukt dat de werken in Oud-Heverlee slechts ten dele voorbij zijn; in Sint-Joris-Weert zijn er nog altijd werken en omleidingen. Hij deelt de raad ook mee dat er een maand geleden gedurende één week een toestel is geplaatst om het verkeer te meten in de Stationsstraat; de cijfers tonen inderdaad aan dat er druk verkeer is. De schepen schetst ook de historiek van de contacten met de gemeente Oud-Heverlee om gezamenlijk een verbod op verkeer van meer dan 7,5 ton in te voeren op de Stationsstraat. De eerste contacten daartoe waren reeds gelegd door zijn voorganger, Jan Buysse. De schepen heeft onmiddellijk de nieuwe schepen van Oud-Heverlee hierover aangesproken. Maar het schepencollege van Oud-Heverlee blijft er doof voor, het komt hen niet goed uit. Naar aanleiding van een krantenartikel met raadslid Ludo Croonenberghs heeft de schepen nogmaals de schepen van Oud-Heverlee attent gemaakt op onze vraag. Die schepen ontkende staalhard dat er hierover al contacten waren geweest, terwijl de bewijzen gewoon zwart-op wit op papier staan.
    De schepen beaamt dat het dorp van Korbeek-Dijle zeker niet geschikt is voor zwaar verkeer en dat dit moet worden vermeden. De mobiliteitscel heeft hier vrij uitvoerig over gepraat. Er is beslist om mobiele verkeerslichten als proefopstelling in de Dijlevallei ter hoogte van de brug te installeren. Deze toeritdosering heeft tot doel om het minder interessant te maken om deze weg te nemen. Het gebeurt maar zelden dat het verkeer richting Overijse afslaat; de helft volgt de Blokkenstraat, de andere helft richting Leuven. De schepen stelt dat het leuk zou zijn mocht je met de buurgemeente goede afspraken kunnen maken. Dat is niet zo en mede daardoor ligt de straat er slecht bij. Het college heeft dan ook beslist om een nieuwe asfaltlaag aan te leggen. De gemeente probeert te doen wat we kunnen.
  • Burgemeester Joël Vander Elst vult nog aan dat wat de schepen van Oud-Heverlee in de pers beweert, pertinente leugens zijn. De bewering van de schepen van Oud-Heverlee dat hij geen weet heeft van contacten met Bertem, vindt de burgemeester zeer frappant. Hij stelt dat er goed kan worden samengewerkt met de andere gemeenten van de politiezone, behalve met Oud-Heverlee. Een andere schepen van Oud-Heverlee heeft in de politieraad gezegd dat het politiereglement misschien wel goed is, maar gezien de verkiezingen niet opportuun. De burgemeester verklaart dat hij blij is dat hij geen voorzitter van een leugenpaleis moet zijn.
  • Raadslid Jan Buysse ten slotte stelt dat het aantal vrachtwagens op gemeentewegen overal in Vlaanderen toeneemt. Hij wijt dit aan het rekeningrijden voor vrachtwagens, waarvoor hij destijds als schepen heeft gewaarschuwd. Hij wijst erop dat de gemeenteraad daarover een motie heeft aangenomen, maar dat die niet door iedere fractie is gesteund.

 

  • Raadslid Joris Fonteyn haalt de slechte toestand van het wegdek van de Paardenstraat, Egenhovenstraat en Kerkstraat aan. De asfalteringswerken zouden plaatsvinden na de bouwwerken van de residentie, maar die is intussen afgewerkt. Wat is de timing voor de werken?
  • Schepen Marc Morris bevestigt dat de werken aan Corbie inderdaad gedaan zijn. In de vermelde straten zijn nog werken van De Watergroep uitgevoerd, we moesten hierop wachten. Die zijn intussen ook ten einde. Deze straten zaten in een aanbesteding voor Vanhoeyveld. De brief met bevel tot aanvang der werken is vorige week vertrokken. De aannemer krijgt een termijn tussen einde mei en het bouwverlof om de resterende werken te doen: de 3 reeds vermelde straten, een stuk Meerbeeksesteenweg en een stuk Slagberg. Er zijn nog andere asfalteringswerken, maar die zitten in een andere aanbesteding. Intussen is de gemeente ook een aannemer aan het zoeken om in de Kerkstraat ter hoogte van 1 of 2 huizen een verbetering van het voetpad te doen.
  • Raadslid Joris Fonteyn vraagt of de voetpaden in de Paardenstraat niet mee worden aangepakt. Op sommige plaatsen zijn die niet goed begaanbaar.
  • Schepen Marc Morris antwoordt dat er aan de voetpaden gewerkt is en dat er soms huizen tot op de rand van de straat staan.
  • Raadslid Joris Fonteyn merkte op bepaalde kruispunten, waar stukken vervangen moeten worden, groene fluo strepen op die intussen weer verdwenen zijn.
  • Schepen Marc Morris licht toe dat de dienst openbare werken een terreinbezoek heeft gehouden met Grizaco, dat is de andere aannemer van asfalteringswerken. De beslissing hierover zal het raadslid kunnen lezen in het collegeverslag van deze week.

 

  • Raadslid Sonia Stiasteny verwijst naar Het Bies, op de hoek waar een haag gestaan heeft. Daar is een voetpad aangelegd, maar dat is hoekig, waarom is dat niet rond aangelegd?
  • Schepen Marc Morris legt uit dat dit met de rooilijn te maken heeft, dat is de grens tussen het openbaar en privaat domein. Hij noemt dit detailkritiek en vindt dat de aangelegde voetpaden een ongelooflijke verbetering zijn.
  • Raadslid Sonia Stiasteny verwijst ook naar de hoek aan de andere kant: daar is men het beton aan het vernieuwen. Zij deelt mee dat het stuk ter hoogte van haar oprit ook slecht ligt en vraagt of dit mee wordt aangepakt.
  • Schepen Marc Morris bevestigt dat er nog herstellingen nodig zijn, deze zijn ingepland en zullen later gebeuren. Het is nu wachten op de fabricatie van de U-elementen voor de Vloetgracht. De aannemer is de opritten aan het aanpassen.

 

  • Raadslid Kristien Van Essche vraagt naar de stand van zaken van het nieuw sportcomplex; is de verwerving van de gronden nu al volledig rond?
  • Schepen Tom Philips bevestigt dat we inderdaad stappen aan het zetten zijn. Vorige week donderdag was het politieke werkgroep sporthal. Daar is een korte stand van zaken gegeven over de verwerving van de gronden. Voor één van de gronden zijn verregaande stappen gezet en is de akte in opmaak. Voor de andere grond vraagt de eigenaar om een ruil te kunnen doen. Voor alle zekerheid is de onteigeningsprocedure opgestart. Ten slotte moet er ook een ruiloperatie met De Watergroep gebeuren, hiervoor zijn we de de administratieve weg aan het afleggen.
    De gemeente heeft 3 ontwerpen voor de sporthal ontvangen, daar is een verslag van gemaakt. Het advies van de politieke werkgroep is om met één van de kandidaten verder te onderhandelen.
  • De burgemeester geeft blijk van zijn grote verbazing en teleurstelling over de afwezigheid van verschillende leden van de politieke werkgroep. Hij dringt erop aan om zich in de toekomst te laten vervangen door een fractiegenoot.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019