Zitting van 25 november 2025
ZITTINGEN GEMEENTERAAD. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
Bijlagen
● Notulen van de zitting van 21 oktober 2025.
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 21 oktober 2025 goed.
Zitting van 25 november 2025
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING IGS HOFHEIDE VAN 17 DECEMBER 2025 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
● Raadsbesluit van 28 januari 2025 over de aanduiding van de vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van IGS Hofheide.
● Uitnodiging van 23 oktober 2025 voor de bijzondere algemene vergadering van 17 december 2025, met bijhorende agenda en bijlagen.
Feiten en context
● De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging IGS Hofheide.
Op 17 december 2025 wordt een buitengewone algemene vergadering van IGS Hofheide gehouden met volgende agendapunten:
1. Goedkeuring van het verslag van de gewone algemene vergadering van 25 juni 2025
2. Budget 2026 en meerjarenplanning
3. Statutenwijziging
4. Varia
Juridische gronden
● Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
● Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
● Statuten van Hofheide, laatst gewijzigd op 26 maart 2019.
Argumentatie
Voor de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2025 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgesteld.
Raadslid Jana Vandenplas werd ingevolge het raadbesluit van 28 januari 2025 aangesteld als gemeentelijke vertegenwoordiger, samen met raadslid Merel Van Neck als plaatsvervanger.
Bijlagen
● Uitnodiging BAV Hofheide en bijlage
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeentelijke vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering van IGS Hofheide van 17 december 2025 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Zitting van 25 november 2025
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. GOEDKEURING AGENDA ALGEMENE VERGADERING IGO 19 DECEMBER 2025 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
● Raadsbesluit van 28 januari 2025 over de aanstelling van de vertegenwoordiger voor de algemene vergadering.
● Uitnodiging van 20 oktober 2025 voor de algemene vergadering van IGO van 19 december 2025, met bijhorende agenda en bijlagen.
Feiten en context
● De gemeente Bertem neemt deel aan de dienstverlenende vereniging IGO.
● Op 19 december 2025 om 17.30 uur wordt een algemene vergadering van IGO gehouden met volgende agendapunten:
1. Goedkeuring verslag Algemene Vergadering van 27/6/2025
2. Benoeming commissaris-revisor voor boekjaren 2026-2027-2028: Foederer DFK Bedrijfsrevisoren (document 1)
3. Indexering van de presentievergoedingen voor bestuurders (document 2)
4. Opheffing van beleidsgroep en kredietcomité van Energiehuis IGO (document 3)
5. Goedkeuring begroting 2026 en jaarprogramma IGO div (document 4)
6. Aanstelling leden voor de Algemene Vergadering:
Voor gemeente Kortenberg: Effectief lid: Chloë Vierin (document 5)
Voor OCMW Kortenberg Effectief lid: Chloë Vierin (document 6)
7. Aanstelling leden voor het Algemeen Comité
Voor gemeente Keerbergen Effectief lid: Leen Van Dun (document 7)
8. Varia
Juridische gronden
● Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
● Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
● Statuten van IGO, goedgekeurd door de algemene vergadering van 17 december 2021.
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 19 december 2025 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Raadslid Yvette Laes werd op de gemeenteraad van 28 januari 2025 verkozen als gemeentelijke vertegenwoordiger, met Joke Himpens als plaatsvervanger.
Bijlagen
● Uitnodiging en bijlagen
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van IGO van 19 december 2025 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.
Zitting van 25 november 2025
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING CREAT SERVICES DV VAN 16 DECEMBER 2025 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
● Raadsbesluit van 25 februari 2025 over toetreding tot Creat Services dv en de aanduiding van de vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Creat Services dv.
● Uitnodiging van 13 oktober 2025 voor de bijzondere algemene vergadering van 16 december 2025, met bijhorende agenda en bijlagen.
Feiten en context
● De gemeente Bertem neemt deel aan Creat Services dv sinds 1 maart 2025.
Op 16 december 2025 wordt een buitengewone algemene vergadering van Creat Services dv gehouden met volgende agendapunten:
1. Wijziging van vermogen
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen
3. Evaluatieverslag met betrekking tot de werking van de dienstverlenende vereniging, het ondernemingsplan 2025-2030, de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2026 (overeenkomstig art. 432 en 459 Decreet over het Lokaal Bestuur)
4. Begroting 2026 (overeenkomstig artikel 432 Decreet over het Lokaal Bestuur)
5. Statutaire benoemingen
6. Varia
Juridische gronden
● Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
● Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
● Statuten van Creat Services dv, laatst gewijzigd op de BAV van 12 december 2023 en het MB van 8 maart 2024, gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 15 mei 2024
Argumentatie
Voor de buitengewone algemene vergadering van 16 december 2025 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgesteld.
Schepen Tom Philips werd ingevolge het raadbesluit van 25 februari 2025 aangesteld als gemeentelijke vertegenwoordiger.
Bijlagen
● Uitnodiging BAV Creat Services dv en bijlage
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering Creat Services dv van 16 december 2025 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:
Artikel 2:
De gemeenteraad draagt de aangeduide vertegenwoordiger, Schepen Tom Philips, op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de Buitengewone Algemene Vergadering van Creat Services dv vastgesteld op 16 december 2025, te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde Buitengewone Algemene Vergadering.
Artikel 3:
Een afschrift van dit besluit zal verzonden worden:
● hetzij bij voorkeur per elektronische post naar het e-mailadres avcreatservices@creat.be.
● hetzij per post t.a.v. Creat Services dv, p/a Intercommunaal Beheer, Stropstraat 1
te 9000 Gent.
Zitting van 25 november 2025
ONDERWIJS. GOEDKEURING FIETSBELEID EN INTENTIEVERKLARING.
Voorgeschiedenis
● Collegebesluit van 6 oktober 2025 om toe treden tot het raamcontract fietslease voor het onderwijzend personeel bij DOKO VZW
● Positief advies van het college van 20 oktober 2025 voor het fietsbeleid en de intentieverklaring van onderwijzend personeel.
Feiten en context
● Een lid van het onderwijzend personeel kan enkel gebruikmaken van fietsleasing als het schoolbestuur hiervoor een beleid heeft uitgewerkt.
● Het schoolbestuur kan daarbij bepaalde voorwaarden opleggen, zoals een minimumtewerkstellingspercentage binnen het bestuur en een vereiste mate van vastbenoeming (bijvoorbeeld enkel voor personeelsleden die voor een bepaald percentage vastbenoemd zijn).
● Het fietsleasebeleid bepaalt bovendien:
○ wat er gebeurt wanneer het flexbudget te groot of onvoldoende is om de gewenste fietsleasing aan te gaan;
○ de te volgen procedure bij het einde van de aanstelling;
○ de gevolgen van langdurige afwezigheid (zoals ziekte of loopbaanonderbreking).
● Een personeelslid dat gebruik wil maken van de fietsleasing, dient een intentieverklaring in bij het schoolbestuur. Daarin maakt het zijn wens kenbaar om in het volgende kalenderjaar een fiets te leasen.
● De intentieverklaring vermeldt het concrete bruto bedrag uit de eindejaarstoelage dat men wil inzetten.
● De intentieverklaring dient uiterlijk op 15 december te gebeuren voor vastbenoemden en uiterlijk op 31 augustus voor personeelsleden met uitgestelde bezoldiging indien zij in juli of augustus nog een uitgestelde bezoldiging ontvangen.
Juridische gronden
● Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
● Omzendbrief fietsleasing PERS/2024/03 van 18 oktober 2024
Adviezen
● Het college gaf op 20 oktober positief advies over het fietsbeleid en de intentieverklaring voor onderwijzend personeel.
● De representatieve vakorganisaties gaven positief advies op 18 november 2025.
Bijlagen
● Fietsbeleid
● Intentieverklaring
● Verslag Hoger Overlegcomité
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt het reglement 'fietslease gemeentelijk onderwijs' in bijlage voor het onderwijzend personeel goed.
Artikel 2:
De gemeenteraad keurt het model van intentieverklaring in bijlage voor het onderwijzend personeel goed.
Artikel 3:
Het reglement 'fietslease gemeentelijk onderwijs' wordt overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Algemene directie op de sociale wetten, Directie Leuven.
Artikel 4:
Het reglement 'fietslease gemeentelijk onderwijs' wordt bezorgd aan het onderwijzend personeel, aan IDEWE, aan de gewestelijke secretarissen van de representatieve werknemersorganisaties, aan de gemeenschappelijke dienst PBW van Interleuven en aan de Functionaris voor gegevensbescherming.
Zitting van 25 november 2025
ARBEIDSREGLEMENT. GOEDKEURING REGLEMENT FIETSLEASING ALS BIJLAGE BIJ HET ARBEIDSREGLEMENT LOKAAL BESTUUR BERTEM.
Voorgeschiedenis
● Raadsbesluit van 22 oktober 2024 over goedkeuring van het reglement fietsleasing als bijlage arbeidsreglement 18.
● E-mail van 3 juni 2025 van Interleuven met een update over hun project fietslease.
● E-mails van 28 augustus 2025, 2 september 2025 en 16 oktober 2025 van Jens Tembuyser namens o2o over de mogelijkheid om partner te blijven van o2o Bicycle Leasing.
● Raadsbesluit van 30 september 2025, opgemaakt door facilitaire zaken, om toe te treden tot de aankoopcentrale Opdrachtencentrale vzw.
● Collegebesluit van 20 oktober 2025, opgemaakt door financiën, om toe te treden tot de raamovereenkomst "Fietsleasing" van Opdrachtencentrale vzw.
● E-mail van 5 november 2025 van o2o Customer Support om de overstap naar o2o Bicycle Leasing compleet te maken.
Feiten en context
● Lokaal bestuur Bertem heeft gekozen om te blijven samenwerken met o2o voor fietslease en is ingestapt op de raamovereenkomst "Fietslease" via Opdrachtencentrale vzw.
● Zo behouden we het overzicht over alle orders via hetzelfde myo2o Fleet & HR account en kunnen orders op exact dezelfde manier verwerkt worden als ervoor.
● Om de overstap compleet te maken, is het wel noodzakelijk om het fietsbeleid aan te passen volgens de nieuwe contractafspraken.
Juridische gronden
● Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen
● Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
● Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
● Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
● Lokale besturen kunnen sinds de goedkeuring van het besluit van de Vlaamse regering van 12 maart 2021 fietslease aanbieden aan hun medewerkers. Dit besluit regelt de mogelijkheid voor lokale besturen om hun personeelsleden vrijwillig vakantiedagen, eindejaarstoelagen en/of fietsvergoeding te laten inruilen tegen voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit (meer bepaald fietsleasing). Het aanbieden van fietslease mag enkel gebeuren op vrijwillige basis:
○ Het lokaal bestuur (de werkgever) beslist vrijwillig over het al dan niet aanbieden van fietslease én over de voordelen die kunnen worden ingeruild;
○ Het personeelslid (de werknemer) beslist vrijwillig om al dan niet bestaande voordelen om te zetten naar fietslease.
Adviezen
● Advies van het managementteam van 20 november 2025
● Advies van de vakbonden:
○ e-mail Katia Poels namens ACOD van 13 november 2025: vraagt volgende toevoeging in het reglement: Bij overlijden de mogelijkheid tot het verder zetten van het contract door familie (partner, kinderen,...)
○ e-mail Sven De Guise namens ACV van 16 november 2025 met positief advies maar wel volgende opmerkingen voor verduidelijking
■ Artikel 2:
● contract bepaalde duur waarvan de duurtijd op het moment van de bestelling minstens gelijk is aan de te verwachten levertermijn en de vooropgestelde leasetermijn van de leasefiets. Technisch onmogelijk volgens mij, dus beter te verwijderen om geen verwachtingen te creëren.
● Onderworpen zijn aan alle takken van de Belgische sociale zekerheid voor werknemers. Verduidelijken: aan alle takken die van toepassing zijn op de werknemer. Statutaire medewerkers zijn namelijk niet onderworpen aan de tak werkloosheid.
● Personeelsleden die binnen een periode van 3 jaar met pensioen gaan, dienen op voorhand toestemming te krijgen van de algemeen directeur. Wie kan vandaag nog zeggen wanneer die met pensioen KAN gaan, laat staan wanneer ze op pensioen zullen gaan. Weinig werkbare bepaling dus. Suggestie: Werknemers die in de loop van de drie volgende kalenderjaren na het keuzemoment de pensioengerechtigde leeftijd zullen bereiken dienen op voorhand toestemming te krijgen van de algemeen directeur.
■ Artikel 4: afstand van de eindejaarstoelage. Toevoegen dat dit geheel of gedeeltelijk kan zijn. Ook toevoegen dat het saldo dan uitbetaald wordt als een gewone premie (andere fiscale en parafiscale behandeling voor statutairen!)
Argumentatie
Op 22 oktober 2024 is door de raad een reglement fietsleasing goedgekeurd om op 1 januari 2025 te kunnen starten met een aanbod aan fietsleasing voor het personeel.
Via het raamcontract met Interleuven wordt samengewerkt met o2o als fietsleasingpartner.
Op 3 juni 2025 laat Interleuven weten dat door het grote succes van het fietsleasingproject het maximale ramingsbedrag van hun overheidsopdracht bereikt werd. Interleuven is daarom verplicht om de samenwerking met o2o voor nieuwe bestellingen stop te zetten en een nieuwe overheidsopdracht uit te schrijven. De huidige leasingcontracten met o2o kunnen wel blijven doorlopen.
Op 30 september 2025 keurde de raad de toetreding tot de aankoopcentrale 'Opdrachtencentrale vzw' goed. Als lid van aankoopcentrale Opdrachtencentrale vzw is gemeente Bertem ingestapt op de raamovereenkomst "Fietsleasing" waarbij o2o de fietsleasingpartner is. Op die manier kan de gemeente blijven samenwerken met o2o voor hun fietsleasing.
Via Opdrachtencentrale vzw zijn er enkele verschillen in de contractafspraken dan via Interleuven.
Specifieke opdrachtencentrale voorwaarden zijn: restwaarde 16%, pechbijstand: inbegrepen, vroegtijdige verbreking: verbrekingsvergoeding bij onvoorzien einde: degressief, duurtijd leasecontracten: 36 of 48 maanden, geen administratieve kost van € 121 bij vroegtijdige beëindiging van het contract.
Daarom dient een ander fietsbeleid te worden opgesteld en goedgekeurd.
Dit reglement beschrijft op een duidelijke en transparante wijze de rechten en plichten die verbonden zijn aan het beheer en gebruik van de leasefiets door de medewerkers. Het reglement fietsleasing maakt deel uit van het arbeidsreglement en dient hieraan als bijlage te worden toegevoegd. De raad wordt gevraagd dit goed te keuren.
Bijlagen
● Reglement fietsleasing voor het personeel van lokaal bestuur Bertem
● advies ACOD e-mail 13 november 2025
● advies ACV e-mail 16 november 2025
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt het bijgevoegde reglement fietsleasing als bijlage bij het arbeidsreglement (bijlage 18 bis) voor het personeel van lokaal bestuur Bertem goed.
Artikel 2:
De bijlage aan het arbeidsreglement wordt overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten, Directie Leuven.
Artikel 3:
Deze bijlage aan het arbeidsreglement wordt bezorgd aan alle personeelsleden, aan IDEWE, aan de gewestelijke secretarissen van de drie representatieve werknemersorganisaties, aan de gemeenschappelijke dienst PBW van Interleuven en aan de Functionaris voor Gegevensbescherming.
Artikel 4:
Dit reglement treedt in werking op de datum van goedkeuring door de raad en geldt voor alle nieuwe fietsleaseovereenkomsten die worden afgesloten via de opdrachtencentrale.
Voor personeelsleden die vóór de inwerkingtreding van dit reglement reeds een leasefiets hebben via o2o op basis van het vorige reglement (in samenwerking met Interleuven), blijven de bepalingen van het vroegere fietsreglement (bijlage 18) van kracht tot het einde van hun lopende leaseovereenkomst.
Zodra deze bestaande overeenkomsten aflopen, worden eventuele nieuwe fietsleaseovereenkomsten automatisch beheerd volgens de bepalingen van dit reglement (bijlage 18 bis), tenzij nieuwe gunning en dientengevolge nieuw reglement.
Zitting van 25 november 2025
RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN ELEKTRICITEIT EN GAS OP GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN.
Voorgeschiedenis
● Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van een nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
● Raadsbeluit van 28 april 2020 over de goedkeuring van een retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 december 2022.
● Brief van Fluvius van 14 oktober 2022 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein – verlenging vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025.
● Raadsbeluit van 29 november 2022 over de goedkeuring van een retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025.
● Brief van Fluvius van 25 september 2025 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein – verlenging vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028.
Juridische gronden
● Artikel 170, §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
● Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
● Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
● Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Argumentatie
De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op het gemeentelijk grondgebied.
Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.
De gemeente heeft de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goedgekeurd; die Code heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, om de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden. Deze werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten.
Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.
De Code is in 2017 geactualiseerd naar aanleiding van toegenomen aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...
Financiële gevolgen
● De geraamde jaarlijkse opbrengst van deze retributie bedraagt 17.442,10 euro (elektriciteit: 13.560,08 euro, gas: 3.882,02 euro).
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1 - Algemeen:
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn:
● alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof.
● alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
De retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2026 voor een termijn eindigend op 31 december 2028.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken:
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen:
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 4 - Inning:
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. De nutsmaatschappij bezorgt vóór 15 december van ieder jaar een overzicht van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 5 - Definitief karakter:
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Zitting van 25 november 2025
BELASTINGEN. GOEDKEURING CONTANTBELASTINGREGLEMENT VOOR DE INZAMELING EN VERWERKING VAN HET HUISHOUDELIJK AFVAL EN GELIJKAARDIG BEDRIJFSAFVAL DIT ZOWEL VOOR DE HUIS-AAN-HUIS INZAMELING, INZAMELING VIA SORTEERSTRATEN, INZAMELING OP AFROEP ALS DE INZAMELING OP HET RECYCLAGEPARK - AANSLAGJAREN 2026-2031.
Voorgeschiedenis
● Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van een opdrachthoudende vereniging 'EcoWerf'.
De gemeente doet beheersoverdracht voor de inzameling en verwerking van bepaalde afvalstoffen.
● Raadsbesluit van 26 juni 2007 over de beheersoverdracht van de ophaling en verwerking van snoeihout naar EcoWerf.
● Raadsbesluit van 29 augustus 2017 over de beheersoverdracht van plastics.
● Raadsbesluit van 24 juni 2025 over de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties.
● Raadsbesluit van 15 december 2020 houdende de politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.
● Raadsbesluit van 15 december 2020 houdende de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark.
● Raadsbesluit van 25 mei 2021 houdende goedkeuring tot verlenging van de samenwerking met opdrachthoudende vereniging Ecowerf
● Raadsbesluit van 28 september 2023 houdende de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark.
● Raadsbesluit van 17 december 2024 over de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark.
feiten en context
Het lokaal bestuur Bertem maakt deel uit van EcoWerf, intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant en is toegetreden tot het DifTar-systeem van huis-aan-huisinzameling in containers alsook voor de brengmethode naar het recyclagepark.
De kosten voor inzameling van afval wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën. De kosten voor de huis-aan-huis inzameling en de inzameling op het recyclagepark zullen verhaald worden op de aanbieders via een contantbelasting.
De invoering van een gedifferentieerde contantbelasting laat het lokaal bestuur toe om het principe van “de vervuiler betaalt” toe te passen, om alzo prioriteit te verlenen aan afvalvoorkoming en slechts in tweede instantie het hergebruik en tenslotte de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te stimuleren.
Juridische gronden
● De wet van 29 juli 1991 over de motivering van beslissingen
● Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelasting.
● Decreet van 23 december 2011 het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
● Besluit Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
● Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbare bedrijfsafval van 16 september 2016.
● Het decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Omzendbrief KB-ABB 19/2 van 15 februari 2019 over de gemeentelijke fiscaliteit.
Argumentatie
De toename van de energiekosten en de aanhoudende inflatie nopen tot de aanpassing van een aantal tarieven.
Financiële gevolgen
De beschikbare kredieten worden voorzien in het meerjarenplan.
Bijlagen
● begeleidende_brief
● besluit_RVB_groot_selectief_afval
● tarievenlijst
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1
§ 1. Er wordt een contantbelasting gevestigd voor:
§ 2. Definities algemeen:
Aansluitpunt (ASP):
Aorta: de databank waarin Ecowerf per gezin of per onderneming registreert:
de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming;
de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.
Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is maximaal één registratie mogelijk.
Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer en het EcoWerf-klantnummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf (met een ander verzendadres), een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid.
Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer/gsm-nummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.
Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.
De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen t.a.v. de referentiepersoon.
Wanneer niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de afvalcontainers blokkeren, de toegangskaart blokkeren of niet langer een toegangsmachtiging aan de identiteitskaart verlenen. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.
DifTar-rekening: de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:
de volgens dit reglement verschuldigde contantbelasting;
de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting;
De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.
Gebruikersgroep: een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangskaart toegewezen krijgen (of via eID) en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).
Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening.
Referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:
voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank. Dit kan afwijken op vraag van de betrokken inwoner of op vraag van de gemeente;
voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.
Recyclagepark: een bij toepassing van VLAREMA vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht van op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.
Sorteerstraat: een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton. Dit zowel ter vervanging als aanvullend aan de reguliere huis-aan-huis inzameling.
Toegangskaart: een elektronische kaart die wordt uitgereikt aan onderstaande doelgroepen:
niet-particulieren: op naam van de referentiepersoon;
in de gemeente gedomicilieerde inwoners die niet over een elektronische identiteitskaart beschikken: op naam van de referentiepersoon;
particulieren met een tweede verblijf in de gemeente die geen rijksregisternummer hebben: op naam van de referentiepersoon;
particulieren die gebruik maken van een ondergrondse sorteerstraat/afvalcontainer: op naam van de referentiepersoon.
Particulieren die gebruik wensen te maken van het recyclagepark: op naam van de referentiepersoon
§ 3. Definities afvalfracties:
● hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...;
● vlak glas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen…
Artikel 2
De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang van de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huis-inzameling, de inzameling via het recyclagepark en de sorteerstraten.
Artikel 3
§ 1. Huis-aan-huisinzameling
De contantbelasting voor de huis-aan-huis inzameling in functie van de fractie en het volume/gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.
Inzameling en verwerking
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
Per kg gewogen huisvuil | 0,32 | 0,32 |
Per aanbieding 40 L-container | 0,66 | 0,66 |
Per aanbieding 120 L-container | 0,66 | 0,66 |
Per aanbieding 240 L-container | 1,32 | 1,32 |
Per aanbieding 360 L-container[1] | 1,99 | 1,99 |
Per aanbieding 1100 L-container | 6,72 | 6,72 |
Gebruiksrecht container per maand
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
40 L-container | 0,71 | 1,93 |
120 L-container | 0,71 | 1,93 |
240 L-container | 1,43 | 2,59 |
360 L-container | 2,10 | 2,77 |
1100 L-container | 3,90 | 7,43 |
Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro (niet mogelijk op een 40 L container)
Inzameling en verwerking
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
Per kg gewogen gft | 0,21 | 0,21 |
Gebruiksrecht container per maand
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
40 L-container | 0,71 | - |
120 L-container | 0,71 | 1,93 |
240 L-container | 1,43 | 2,59 |
Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
Per zak van 60 L | 0,15 | 0,15 |
Per zak van 90 L | 0,20 | 0,20 |
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
Voorrijkost | 20,00 | 30,00 |
|
|
|
Per begonnen 0,5 m³ | 10,50 | 10,50 |
1-persoonsbed | 10,50 | 10,50 |
2-persoonsbed | 21,00 | 21,00 |
Zetel: 1-zit | 10,50 | 10,50 |
Zetel: 2-zit | 21,00 | 21,00 |
Zetel: 3-zit | 31,50 | 31,50 |
Stoel (2 stuks) | 10,50 | 10,50 |
(Tuin-)tafel | 10,50 | 10,50 |
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
Per bussel | 2,50 | 2,50 |
Gebruiksrecht container per maand
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
40 L-container | 0,88 | 2,59 |
120 L-container[2] | 0,88 | - |
240 L-container | 0,88 | 2,59 |
500 L-container[3] | 2,19 | 3,37 |
1100 L-container | 4,81 | 7,43 |
§ 2. Inzameling via sorteerstraat op gewicht
De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen in een sorteerstraat wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5kg nauwkeurig.
| Particulier (euro) | KMO (euro) |
Huisvuil (kg) | 0,32 | 0,32 |
gft (kg) | 0,21 | 0,21 |
Beheerskost (maand) | 3,39 | 6,79 |
§3. Inzameling via DifTar recyclagepark op volume
De contantbelasting in functie van volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven.
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
Bezoek aan het reyclagepark | ||
- Auto, voetganger, fiets | 3,15 | 6,30 |
- Aanhangwagen | 9,46 | 18,91 |
- Bestelwagen | 25,21 | 37,82 |
Vrijgestelde afvalfracties van toegangstarief | Een voertuig dat enkel asbestcement, kga, aeea, autobanden, kurk, papier en karton en/of matrassen aanlevert | Een voertuig dat enkel asbestcement, kga, aeea, autobanden, kurk, papier en karton en/of matrassen aanlevert |
Gratis toegangsbeurten per jaar | - 4 toegangsbeurten per aansluitpunt - Een personenwagen, fietser of voetganger wordt verrekend als 1 gratis toegangsbeurt - Een bestelwagen kan geen gebruik maken van de gratis beurten - Een aanhangwagen wordt geteld als 3 toegangsbeurten |
|
Landbouwfolie[4] |
| 4,00 per begonnen 0,5m³ |
Tarief grote hoeveelheden | Vanaf het 19e bezoek binnen hetzelfde kalenderjaar worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulier |
|
Bijkomend tarief voor grofvuil:
| Particulieren (euro) | KMO (euro) |
Verwerking per begonnen 0,5 m³ | 8,40 | 8,40 |
of per stuk: |
|
|
1-persoonsbed | 8,40 | 8,40 |
2-persoonsbed | 16,80 | 16,80 |
Zetel: 1-zit | 8,40 | 8,40 |
Zetel: 2-zit | 16,80 | 16,80 |
Zetel: 3-zit | 25,20 | 25,20 |
Stoel (2 stuks) | 8,40 | 8,40 |
(Tuin-)tafel | 8,40 | 8,40 |
Art 4
§1 De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:
k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15
waarbij:
P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023
p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1
C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023
c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1
x= aanslagjaar
Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte
De herziene bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgelegde maximumtarief gehanteerd.
De tarieven die voor indexering in aanmerking komen zijn de basistarieven. De tarieven van gebruiksrecht en aanbieding worden pro rata berekend aan de hand van het volume van de betrokken container.
● voor de huis-aan-huisinzameling betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, aanbieding huisvuil en gebruiksrecht voor de fracties huisvuil, gft en papier en karton.
● voor de sorteerstraten betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, gebruiksrecht
● voor het recyclagepark betreft het de tarieven
○ Volume grofvuil (per 0,5m³) en stukprijzen op het volumepark
○ Volumetarieven volumepark (voetganger, auto, auto-aanhangwagen, bestelwagen…)
§2 Voor de inzameling van het groot selectief afval wordt de startindex vastgelegd op 1 januari 2026 en wordt de indexering als volgt toegepast op volgende onderdelen:
● Voorrijkost
● Tarief per 0,5m³
De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:
k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15
waarbij:
P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023
p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1
C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2026
c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1
x= aanslagjaar
Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte
Artikel 5
Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.
Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.
Artikel 6
§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kiepbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd. De contantbelasting betreffende het gebruik van de container is maandelijks verschuldigd.
§ 2. De gebruiker van de sorteerstraat is de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking van afvalstoffen verschuldigd op het ogenblik dat de gebruiker afvalstoffen aanbiedt aan de ondergrondse afvalcontainer en de elektronische toegangskaart van de gebruiker deze beweging registreert. De contantbelasting betreffende het gebruik van de sorteerstraat is maandelijks verschuldigd.
§ 3. Iedere gebruiker van een container/sorteerstraat dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit op basis van de ter beschikking staande containers:
Aantal en type containers | Voorschot (euro) |
1 of meerdere 40 L-. of 120 L-containers of een particuliere gebruiker van een sorteerstraat en een 240L papier en karton-container | 50,00 |
per container van 240 L of een niet-particuliere gebruiker van een sorteerstraat | 100,00 |
per container van 1.100 L of per set van 3 360 L containers | 500,00 |
per 240L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is | 25,00 |
per 1100L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is | 75,00 |
§ 4. Bij elke registratie van een kiepbeweging en het gewicht van het meegegeven afval of in geval van sorteerstraat bij een gewichtsmeting, zal de contantbelasting, in mindering worden gebracht van het vooraf betaald bedrag. De contantbelasting zal worden afgerond tot op 2 cijfers na de decimaal.
Artikel 7
§ 1. Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.
Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 euro wordt een betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.
Volgende betalingstermijnen worden gehanteerd:
● Betalingsuitnodiging: 20 kalenderdagen.
● Herinnering: 12 kalenderdagen + 5 dagen betalingsmarge.
De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.
Indien de niet geledigde container niet tijdig wordt binnengehaald, kan die door of in opdracht van de gemeente worden geledigd aan het tarief vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement betreffende ambtshalve opruimen van sluikstorten.
Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.
§ 2. Voor de personen die gebruik maken van de voorgeschreven pmd-zakken is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).
§ 3. Bij een DifTar gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).
Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.
Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.
§ 4. Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en/of gestolen toegangskaart of een extra toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van 5,00 euro. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.
Niet-inwoners of toekomstige inwoners van de gemeente kunnen, voor het aanbrengen van afval afkomstig vanuit de gemeente, een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur. De kaarten worden uitgeleend voor een periode van maximum 6 maand, tegen een waarborg van 100 euro.
Artikel 8
De contantbelastingen worden zonder uitstel geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contantbelasting niet zonder uitstel geïnd kan worden, wordt ze ingekohierd en volgt ze de regels voor een kohierbelasting.
De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.
Artikel 9
De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 10
Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.
Artikel 11
Het contantbelastingreglement op de inzameling van huishoudelijk afval huis-aan-huis en op het recyclagepark van 17 december 2024 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van dit reglement.
Artikel 12
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026.
Artikel 13
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
[1]360 L-containers worden enkel geleverd per set van 3 en alleen na goedkeuring door of op aanraden van EcoWerf.
[2] Alleen voor containers die reeds aanwezig zijn, niet voor nieuwe containers
[3]Dit formaat wordt enkel in zeer specifieke gevallen en alleen na goedkeuring door EcoWerf, toegekend.
[4]De gemeente schrijft de land- en tuinbouwers aan. Met dit schrijven kan men zich tijdens de gecommuniceerde periodes aanbieden op het recyclagepark van de eigen gemeente. Deze inzameling is optioneel op te nemen door het lokaal bestuur.
Zitting van 25 november 2025
RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP DE DEELNAME AAN THEMA- EN SPORTKAMPEN.
Voorgeschiedenis
● Raadsbesluit van 24 november 2020 over het retributiereglement op de deelname aan een thema- en sportkamp.
● Raadsbesluit van 25 januari 2022 over het retributiereglement op de deelname aan een thema- en sportkamp en initiatielessen.
Feiten en context
De dienst vrije tijd en evenementen organiseert elk jaar op vier momenten een sport- en themakamp:
● 1 week tijdens de Krokusvakantie
● 2 weken tijdens de zomervakantie: in de laatste 2 weken van augustus, wanneer er geen speelplein Katte-stroof doorgaat
● 1 week tijdens de Herfstvakantie
Juridische gronden
● Artikel 173 van de grondwet
Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.
● Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.
● Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.
Argumentatie
De organisatie van sport- en themakampen tijdens vakantieperiodes is een belangrijke dienst die het lokaal bestuur levert naar de burgers. De organisatie hiervan brengt kosten en inkomsten met zich mee. Voor de deelname van kinderen aan deze kampen is het nodig een retributiereglement goed te keuren en actueel te houden.
De kost van deze kampen zijn de afgelopen jaren gestegen. Het inschrijvingsgeld is sinds 2022 niet meer verhoogd. Om er voor te zorgen dat de kosten en inkomsten de komende jaren evenredig blijven, is een aanpassing van het retributiereglement nodig.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
643711/0741-00 | € 27.000 | € 27.000 | € 27.178 |
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
701006/0741-00 | € 27.000 | € 27.200 |
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
Met ingang van 1 januari 2026 wordt een retributie geheven op de deelname van kinderen aan de sport- en themakampen die door het gemeentebestuur worden georganiseerd.
Artikel 2:
De retributie is verschuldigd door de persoon die de inschrijving van het kind vraagt of door de persoon die aan het sport- en themakamp deelneemt.
Artikel 3:
De tarieven worden vanaf 1 januari 2026 als volgt vastgesteld:
● Deelname door een kind gedomicilieerd in de gemeente Bertem: € 100 per kamp.
● Deelname door een kind gedomicilieerd buiten de gemeente Bertem: € 115 per kamp.
● Vanaf de tweede deelnemer in eenzelfde gezin aan hetzelfde kamp wordt een korting van € 10 verrekend.
Artikel 4:
Het bedrag van de retributie wordt op volgende wijze geïnd: online betaling via de vrijetijdswinkel. In uitzonderlijke gevallen kan er aan de onthaalbalie in het gemeentehuis contant (cash of debetkaart) betaald worden.
Artikel 5:
Er wordt geen terugbetaling gedaan in geval het kind niet deelneemt aan het sport- en themakamp, tenzij na voorlegging van een medisch attest.
Artikel 6:
Het retributiereglement van 25 januari 2022 op de deelname aan een thema- en sportkamp wordt opgeheven vanaf 1 januari 2026.
Artikel 7:
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026.
Zitting van 25 november 2025
BESLUIT. GOEDKEURING VERDERZETTING CONVENANT SAMENWERKING ERFGOEDSTICHTING VLAAMS-BRABANT (ERF).
Voorgeschiedenis
● Toetreding tot Erfgoedstichting Vlaams-Brabant, gemeenteraadsbesluit van 31 augustus 2021
Feiten en context
● De Erfgoedstichting Vlaams-Brabant gaat vandaag verder onder de naam ERF. Er is de afgelopen jaren reeds een samenwerking ontwikkeld tussen lokaal bestuur Bertem en Erfgoedstichting Vlaanderen.
● ERF stelt een hernieuwing van het convenant voor, voor een periode van 6 jaar: van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031
● ERF is een stichting van Openbaar Nut, onder de vleugels van de provincie Vlaams-Brabant. Het motto van ERF luidt 'Erfgoed van iedereen, voor altijd.' Ze zijn gericht op het ondersteunen van lokale besturen op vier vlakken:
○ bij restauratie
○ bij herwaardering/herbestemming
○ bij het beheer van onroerend erfgoed
○ bij het verwerven van erfgoedpanden of landschappen
● Het beslissingsniveau wordt bij ERF gevormd door het bestuursorgaan, bijgestaan door een structurele adviescommissie (= burgemeesters of schepenen van de aangesloten lokale besturen). De voorzitter van ERF is de gedeputeerde voor erfgoed van provincie Vlaams-Brabant. De beleidsvoorbereiding en -uitvoering gebeurt door medewerkers van ERF.
● Een aansluiting bij de Erfgoedstichting Vlaams-Brabant, d.m.v. ondertekening van het Convenant, betekent een engagement van het lokale bestuur in getrapte vorm:
○ Het lokaal bestuur stemt in met een jaarlijkse solidariteitsbijdrage vanaf 2026 aan ERF van 0,20 euro per inwoner op basis van zijn inwonersaantal van 1.1.2025 voor de periode 2026-2031, namelijk 2067 euro.
○ De burgemeester wordt dan uitgenodigd tot de structurele adviescommissie van Erfgoedstichting Vlaams-Brabant waar hij de belangen van zijn lokale bestuur kan vertegenwoordigen.
○ Minimale bijdrage voor projecten
■ Behoudens andersluidende overeenkomst staat het lokaal bestuur financieel garant voor de werken aan het onroerend erfgoed, waar het beheer van de site wordt overgedragen aan ERF. De kosten die gepaard gaan met de werkzaamheden worden ofwel door middel van een vooraf bepaalde bijdrage aan ERF betaald, ofwel rechtstreeks door het lokaal bestuur betaald. Dit kan inhouden dat het lokaal bestuur de volledige financiering of een deel van de kosten die betrekking hebben op de erfgoedaspecten van de werken op zich neemt, ofwel dat het lokaal bestuur garandeert dat ERF de noodzakelijke fondsen ter beschikking krijgt om de werkzaamheden uit te voeren.
■ Tevens wordt overeengekomen in een aanvullend avenant welke verplichtingen rusten op de Partijen en op welke wijze Partijen overleggen – buiten de structurele adviescommissie van ERF - inzake het specifieke goed.
○ Minimale bijdrage voor verwerving
■ Principieel draagt het lokaal bestuur bij aan de verwerving van onroerend erfgoed, zodat zij een minimale bijdrage levert aan de gezamenlijke aankoop van het goed. De minimale bijdrage van het lokaal bestuur bedraagt 30% van de totale aankoopprijs van het onroerend erfgoed gelegen op haar grondgebied, waarvoor een aankoopakte wordt verleden door ERF, zodat de betrokkenheid van het lokale bestuur wordt geaccentueerd. In een aanvullend avenant wordt overeengekomen welke verplichtingen rusten op de Partijen.
○ Connectie met het meerjarenplan:
■ Het volledig benodigde budget voor de jaarlijkse solidariteitsbijdrage op grond van artikel 7 en de specifieke bijdragen op grond van artikel 8 en 9 wordt verankerd in het meerjarenplan van het lokaal bestuur, als onderdeel van de gemeentelijke begroting. De gemeenteraad neemt de financiering van de jaarlijkse bijdragen en de bijdragen voor specifieke erfgoedprojecten op in de financiële nota van het meerjarenplan.
■ Er geldt een rapporteringsverplichting namens het lokaal bestuur inzake het meerjarenplan. Bij elk specifiek erfgoedproject maakt het lokaal bestuur het geactualiseerde en goedgekeurde meerjarenplan voorafgaand aan de werkzaamheden, respectievelijk de verwerving over aan ERF. Tevens zal het lokaal bestuur ERF op de hoogte brengen van elke wijziging aan het meerjarenplan die een effect zou kunnen hebben op de financiering van het erfgoedproject.
■ Indien voor de werkzaamheden aan, respectievelijk de verwerving van onroerend erfgoed premies kunnen worden bekomen, zal het lokaal bestuur het volledige benodigde budget voor de werkzaamheden, respectievelijk de aankoopprijs, zonder aftrek van het premiebedrag, vastleggen in de meerjarenplanning van het lokaal bestuur en voorafgaand aan de werkzaamheden aan ERF overmaken. Na ontvangst van de aangevraagde premies, maakt ERF deze premiebedragen over aan het lokaal bestuur. Onder voorbehoud van uitdrukkelijke goedkeuring door ERF, kan het lokaal bestuur een voorstel doen om het volledig benodigde budget op te delen in schijven.
Juridische gronden
● Artikel 41, 2e lid, 4° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen. Deze bevoegdheid kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
Advies
● Gunstig visum van de financieel directeur van 6 november 2025
Argumentatie
De Erfgoedstichting Vlaams-Brabant werd officieel opgericht op 1 januari 2021 in de schoot van de provincie Vlaams-Brabant. Aanleiding was de vaststelling dat het in onze provincie ontbreekt aan een instantie die gericht, samen met lokale besturen, onroerend erfgoed kan verwerven met oog op restauratie en herbestemming. In onze regio, net als elders, staat heel wat bouwkundig erfgoed onder druk: de kosten zijn hoog, de regelgeving complex, de procedures omslachtig.
De ambitie van de erfgoedstichting is om zoveel mogelijk van dat onroerend erfgoed te bewaren, te herbestemmen en toegankelijk te maken. De erfgoedstichting profileert zich als een professionele partner die in deze vraagstukken een helpende hand kan reiken, en ook een belangrijke financiële injectie kan leveren bij een eventuele aankoop.
Dit initiatief wordt in de nieuwe beleidsperiode verdergezet en via deze convenant kan als lokaal bestuur opnieuw ingetekend worden. De convenant geldt voor een periode van 6 jaar: van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
649801/0720-03 | € 1522 | € 1522 | € 2067 |
Bijlagen
● Convenant samenwerking erfgoedstichting Vlaams-Brabant ERF
● Folder: wat kan ERF voor uw gemeente betekenen?
● Visum financieel directeur
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad stemt in met de toetreding tot Erfgoedstichting Vlaams-Brabant vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Artikel 2:
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur zijn gemachtigd om het convenant te ondertekenen.
Zitting van 25 november 2025
BESLUIT. GOEDKEURING VERNIEUWING EN VERDERZETTING CONVENANT TOERISME VLAAMS-BRABANT VZW 2026-2031.
Voorgeschiedenis
● Raadsbesluit van 30 maart 2004 over de goedkeuring van het convenant met Toerisme Vlaams-Brabant vzw.
● Raadsbesluit van 24 juni 2008 over de goedkeuring van het convenant Toerisme en Recreatie 2008-2013.
● Raadsbesluit van 26 mei 2015 over de goedkeuring van het convenant met Toerisme Vlaams-Brabant vzw 2015-2019.
● Raadsbesluit van 26 november 2019 over de goedkeuring van het convenant Toerisme Vlaams-Brabant Groene Gordel 2020-2025
Feiten en context
● Toerisme Vlaams-Brabant vzw vraagt om het convenant tussen Toerisme Vlaams-Brabant en de gemeente te hernieuwen en dit voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
● Deze convenant is een juridisch bindende samenwerkingsovereenkomst tussen het lokaal bestuur Bertem en toerisme Vlaams-Brabant vzw om samen bovenlokaal toerisme te versterken en meer bezoekers te trekken naar Vlaams-Brabant.
● Door het convenant af te sluiten blijft de gemeente ook vanaf 2026 vertegenwoordigd in de algemene vergadering of het bestuursorgaan van Toerisme Vlaams-Brabant vzw.
● De bijdrage van dit convenant bedraagt voor elke gemeente € 0,35 per inwoner, gebaseerd op het inwonersaantal van 1 januari 2024 voor de periode van 2026 tot en met 2031. Dit bedrag zal jaarlijks geïndexeerd worden met 2% vanaf 2027. Voor de gemeente Bertem bedraagt de bijdrage € 3.584,70 voor 2026. (10.242 inwoners op 1/1/2024 x € 0,35), te indexeren met 2% vanaf 2027.
● Het doel van de samenwerking is om als regio verder te groeien als toeristisch-recreatieve bestemming. Dit doen ze aan de hand van 4 bouwstenen:
○ Sprekende landschappen als toeristisch kernproduct
○ Landschap beleven met erfgoed
○ Vertoeven in het landschap (wandelen-fietsen-waterrecreatie)
○ Proeven van het landschap (land-toog-tafel)
Hiervoor vertrekt VISIT Vlaams-Brabant vanuit 8 sprekende landschappen, verdeeld over Vlaams-Brabant. Bertem maakt deel uit van het sprekend landschap 'Brabantse wouden'.
Juridische gronden
● Artikel 41, 2e lid, 4° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen. Deze bevoegdheid kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
Adviezen
● Gunstig visum financieel directeur verleend op 6 november 2025
Argumentatie
De convenant VISIT Vlaams-Brabant heeft tot doel een toeristische bovenlokale samenwerking mogelijk te maken met de gemeenten en steden in Vlaams-Brabant om zo meer bezoekers naar Vlaams-Brabant aan te trekken. Convenanteren betekent dat het lokaal bestuur kan genieten van de expertise en promotiekracht van VISIT Vlaams-Brabant en een reeks voordelen.
De nieuwe convenant gaat van start op 1 januari 2026 en zal lopen tot 31 december 2031. Door het convenant af te sluiten blijft de gemeente ook vanaf 2026 vertegenwoordigd in de algemene vergadering of het bestuursorgaan van Toerisme Vlaams-Brabant vzw.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
649803/0520-00 | € 3585 | € 3585 | € 3584.70 |
Bijlagen
● Convenant: overeenkomst tussen Toerisme Vlaams-Brabant vzw en lokaal bestuur Bertem betreffende de toeristische werking
● Presentatie met meer informatie over het convenant, de sprekende landschappen en de werkwijzen en voordelen
● Visum financieel directeur
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad stemt in met de toetreding tot het convenant rond toeristische werking met Toerisme Vlaams-Brabant vzw vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Artikel 2:
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur zijn gemachtigd om het convenant te ondertekenen.
Zitting van 25 november 2025
STRATEGISCH PROJECT WALDEN. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN WOONSTUDIE EN RAAMCONTRACT PLANOLOGISCHE INSTRUMENTEN.
Voorgeschiedenis
● Op 30 april 2024 ging de gemeenteraad akkoord met het indienen van een nieuwe aanvraag voor de periode 2025-2028 voor het Strategisch Project Walden en nam de gemeenteraad kennis van de geïntegreerde visie en gebiedsprogramma als output van de eerste projectperiode van Walden. Binnen de nieuwe werkingsperiode wordt prioritair ingezet op 2 grote verhaallijnen, met name de open ruimte aan de rivieren ("riviervalleien als groene verbindende aders") en (landelijk) wonen ("landschap laat onze dorpen floreren").
Feiten en context
● Binnen het SP Walden spraken de deelnemende gemeentes de ambitie uit om vanuit het deeltraject landelijk wonen een gezamenlijke woonbehoeftestudie te realiseren, die vervolgens kan voortvloeien naar planologische initiatieven zoals de realisatie van een gemeentelijk beleidsplan ruimte en eventuele ruimtelijke uitvoeringsplannen, masterplannen en verordeningen. Er werd een werkgroep opgericht onder begeleiding van de Dienst Wonen van de Provincie Vlaams-Brabant om de mogelijkheden verder te onderzoeken. Op 23 juni en 15 september werd de stand van zaken teruggekoppeld naar het college.
● Op 15 oktober 2025 besliste de stuurgroep SP Walden om in het kader van de gedifferentieerde invulling van het wonen:
● De voorliggende samenwerkingsovereenkomst voor 'de opmaak van een intergemeentelijke woonstudie met actieplan en het instrumentarium voor de doorwerking' regelt de samenwerking tussen de partijen in het kader van de aanbesteding van de raamovereenkomst. Er wordt geopteerd voor een raamovereenkomst met één enkele opdrachthouder om voldoende flexibiliteit en continuïteit in te bouwen voor de uitwerking van het woon- en ruimtelijk beleid. De aanbestedende overheid is de provincie Vlaams-Brabant. De raamovereenkomst omvat verschillende mogelijke deelopdrachten:
○ intergemeentelijke woonstudie met actieplan;
○ gemeentelijke Beleidsplannen Ruimte inclusief milieubeoordeling en met minimaal volgende thematische beleidskaders:
■ beleidskader wonen waarin de resultaten van de intergemeentelijke woonstudie opgenomen worden;
■ beleidskader open ruimte;
○ intergemeentelijke of gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) met mogelijk hieraan gekoppeld gemeentelijke verordeningen, inclusief plan-MER, die opgenomen werden in het actieplan en/of die verder bouwen op de resultaten van de intergemeentelijke woonstudie;
○ masterplannen die opgenomen werden in het actieplan en/of die verder bouwen op de resultaten van de intergemeentelijke woonstudie.
● Er wordt voor de mededingingsprocedure met onderhandeling gekozen omdat de opdracht niet kan worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico’s. Het provinciebestuur van Vlaams-Brabant treedt op als aankoopcentrale.
● De gemeentes beslissen autonoom of zij gebruik maken van deze raamovereenkomst. Middels het sluiten van een deelopdracht, sluit de klant een overeenkomst rechtstreeks met de opdrachtnemer.
● De eerste deelopdracht betreft de opmaak van een ruimtelijk gedifferentieerde intergemeentelijke woonstudie met actieplan voor de gemeenten Bertem, Huldenberg en Oud-Heverlee. De samenwerking tussen de drie gemeentes wordt geregeld in de tweede voorliggende samenwerkingsovereenkomst. Andere mogelijke deelopdrachten in een later stadium bouwen voort op de woonstudie.
○ Het doel van een woonbehoeftestudie is het inschatten van de woonbehoefte in de gemeentes om gerichte beleidskeuzes voor de toekomst te kunnen maken.
○ Een dergelijke studie vormt de basis voor de opmaak van een gemeentelijk beleidsplan ruimte.
○ De beleidskeuzes kunnen zich uiten in handvaten voor vergunningenbeleid, reglementen, beleidsvisies, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verordeningen.
Juridische gronden
● Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Argumentatie
● Met betrekking tot de globale raamovereenkomst: Er wordt geopteerd voor een raamovereenkomst met één enkele opdrachthouder. Deze werkwijze kan voldoende flexibiliteit en continuïteit inbouwen voor de verdere uitwerking van het woonbeleid en het ruimtelijk beleid. Doordat de deelopdrachten door eenzelfde opdrachthouder worden uitgevoerd, wordt er een sterke kennis opgebouwd, worden de verschillende deelopdrachten maximaal op elkaar afgestemd, boekt men financiële winst en ontstaat een sterke affiniteit in de samenwerking met de partijen. De (gezamenlijke) raamovereenkomst ontzorgt de gemeente voor wat betreft de aanbesteding van deelopdrachten en levert een tijdswinst op, zonder de gemeente exclusief te verbinden aan één opdrachthouder of te verplichten tot afname.
● Met betrekking tot de eerste deelopdracht, de intergemeentelijke woonstudie: Het doel van een woonbehoeftestudie is het inschatten van de woonbehoefte in een bepaalde gemeente of regio om gerichte beleidskeuzes voor de toekomst te kunnen maken. Op basis van een vergelijking tussen het aantal huishoudens en de evolutie hiervan in de tijd, kan de vertaling naar huisvesting gemaakt worden. Hiervoor wordt een demografische analyse uitgevoerd van de bestaande situatie en vervolgens worden verschillende prognoses gemaakt van de evolutie voor de komende jaren. De beleidskeuzes kunnen zich uiten in handvaten voor vergunningenbeleid, reglementen, beleidsvisies, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verordeningen. Een dergelijke studie vormt tevens een basis voor de opmaak van een gemeentelijk beleidsplan ruimte, één van de ambities van de gemeente voor de komende legislatuur.
Financiële gevolgen
● In het meerjarenplan werden de nodige middelen voorzien voor de opmaak van een Gemeentelijk Beleidsplan Ruimte, dat eveneens een woon(behoefte)studie impliceert. Er werd voorzien in 175.000 euro.
● Met betrekking tot de opmaak van een intergemeentelijke woonstudie wordt een maximaal bedrag van 160.000 euro (inclusief BTW) in het vooruitzicht gesteld. Binnen de samenwerkingsovereenkomst wordt de kostenverdeling tussen de partijen als volgt geregeld:
○ Provincie Vlaams-Brabant: 50%
○ Gemeente Bertem: 16,67% ofwel een maximum van 26.672 euro.
○ Gemeente Huldenberg: 16,67%
○ Gemeente Oud-Heverlee : 16,67%
Bijlagen
● 251029_Samenwerkingsovereenkomst raamovereenkomst
● 251029_Samenwerkingsovereenkomst woonstudie
● 251029_Selectieleidraad Walden
● 251029_Bestek Walden
● 251029_Bestek Walden_bijlage 2
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst met de provincie Vlaams-Brabant, de stad Leuven en de gemeentes Oud-Heverlee en Huldenberg, voor de aanbesteding van een raamovereenkomst voor ‘De opmaak van een intergemeentelijke woonstudie met actieplan en het instrumentarium voor de doorwerking’, goed.
Artikel 2:
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst ‘Ruimtelijk gedifferentieerde intergemeentelijke woonstudie met actieplan voor de gemeenten Bertem, Huldenberg en Oud-Heverlee’ goed.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt samen met de ondertekende samenwerkingsovereenkomsten overgemaakt aan projectcoördinator SP Walden: els.vanloon@vlaamsbrabant.be.
Zitting van 25 november 2025
BRABANTSE WOUDEN. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST BRABANTSE WOUDEN 2025-2031.
Voorgeschiedenis
● Op 19 april 2021 lanceerde de Vlaamse overheid de oproep voor kandidaat Nationale Parken en Landschapsparken.
● Op 2 augustus 2021 besliste het college om akkoord te gaan met de indiening van de conceptnota Brabantse Wouden en met de actieve deelname aan de masterplanfase bij selectie door Vlaanderen. Vervolgens werd Brabantse Wouden geselecteerd door een onafhankelijke jury voor indiening van een finale kandidatuur in een tweede ronde.
● Op 15 september 2021 werd een kandidatuur voor het Nationaal Park Brabantse Wouden ingediend onder de vorm van een conceptnota.
● Medio 2022 selecteerde minister van Omgeving Zuhal Demir de Brabantse Wouden als één van de zes kandidaten en kent een projectsubsidie toe voor de uitwerking van de kandidatuur tot een masterplan en samenwerkingsovereenkomst.
● Op 30 mei 2023 werd de samenwerkingsovereenkomst Brabantse Wouden voor het jaar 2024 tot de officiële oprichting van het Nationaal Park, door de gemeenteraad goedgekeurd.
● Op 31 mei 2023 werd het masterplan ingediend.
● Op 31 augustus 2023 werd positief advies over de Brabantse Wouden uitgebracht door de onafhankelijke jury.
● Op 13 oktober 2023 werd het Nationaal Park Brabantse Wouden officieel erkend door de Vlaamse regering, voor onbepaalde duur, met principiële toezegging van de volledige subsidie door Vlaanderen (i.c. maximaal 608 000 €/jaar).
● Op 27 februari 2024 werden de statuten van de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden, de voordracht van de vertegenwoordigers en samenwerkingsovereenkomst 2024-2025 door de gemeenteraad goedgekeurd.
● Op 21 maart 2024 werd het Nationaal Park Brabantse Wouden formeel opgericht.
● Op 19 september 2025 werd de samenwerkingsovereenkomst 2026-2031 (opgesteld op basis van de voorgaande samenwerkingsovereenkomst 2024-2025) door de Algemene Vergadering van de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen goedgekeurd.
Feiten en context
De regio tussen Halle en Leuven wordt gekenmerkt door een gordel van bossen (Hallerbos, Zoniënwoud, Meerdaalwoud en Heverleebos) en plateaus, aan elkaar geregen door valleien (Zenne, IJse, Laan, Voer en Dijle). Het projectgebied Brabantse Wouden omvat circa 33.000 ha, volledig gelegen op Vlaams grondgebied en wordt onderverdeeld in een zone 'natuurkern' van circa 10.000 ha en een 'landschappelijke zone' van circa 23.000 ha. De natuurkernzone vormt het hart van het nationaal park. Deze zone vormt het eigenlijk Nationaal Park in juridische betekenis waarvoor de erkenning werd verkregen. Deze zone bestaat uit meerdere verspreide deelkernen gelegen in volgens Gewestplan groene gebieden. De landschappelijke zone bestaat voornamelijk uit landbouwgebied en bewoond weefsel en fungeert als buffer voor de natuurkern. Binnen de landschappelijke zone bevinden zich tevens zoekzones voor natuurontwikkeling en verbindende landschappen. Deze zone behoort niet tot het nationaal park in juridische zin en heeft niet het statuut van nationaal park.
Met betrekking tot de gemeente Bertem beperkt de zone van het nationaal park, oftewel de natuurkernzone, zich tot Weebergbos, Bertembos, Eikenbos en een deel van de Dijlevallei. De landschappelijke zone, gelegen buiten de strikte perimeter van het nationaal park, omvat het ganse grondgebied van Bertem en de andere gemeenten. Nabij Bertembos en Eikenbos bevindt zich eveneens een zoekzone verbindend landschap (nr. 1). Zie detailkaart in bijlage van het Nationaal Park Brabantse Wouden.
Onze gemeente onderschrijft de ambitie om deze regio verder uit te bouwen tot het Nationaal Park Brabantse Wouden. Daartoe ondersteunde Bertem in 2021 de kandidatuur van de Brabantse Wouden in het kader van de oproep van de Vlaamse overheid.
De kandidatuur werd geselecteerd, en een gebiedscoalitie werkte deze verder uit tot een masterplan voor definitieve selectie in de tweede stap. Deze coalitie bestaat uit de provincie Vlaams-Brabant, het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid, de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud vzw, de Koninklijke Schenking en twaalf gemeenten, waaronder de gemeente Bertem. Dit zijn de stichtende leden.
Een intensief proces van in totaal 300 vergaderingen en participatiemomenten leidden tot een masterplan en een operationeel plan. Deze plannen vormen evenwel geen beslist beleid noch beleidsmatig gewenste ontwikkeling. Na een positief juryverslag over het masterplan en operationeel plan werden de Brabantse Wouden als Nationaal Park erkend door de Vlaamse Regering op 13 oktober 2023.
Zoals in het parkendecreet en uitvoeringsbesluit voorzien, dient binnen de 6 maanden na erkenning een rechtspersoon zonder winstoogmerk opgericht te worden aan wie het parkbeheer door de bevoegde Minister zal worden toegewezen. Dat is de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen.
Op de gemeenteraad van 30 mei 2023 werd een samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd tussen de stichtende leden. Deze voorzag o.a. in de cofinanciering door de provincie en de 12 lokale besturen voor het jaar 2024. Deze overeenkomst verviel bij oprichting van de vzw en werd dan ook vervangen door een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met een looptijd van 2 jaar (2024-2025), waarna een volgende 6-jarige overeenkomst wordt voorgelegd die is afgestemd op de beleidscyclus (BBC). Deze is het onderwerp van dit gemeenteraadsbesluit.
In de periode november 2023 - februari 2024 werd een oprichtingscoalitie bijeengebracht met politieke en ambtelijke vertegenwoordigers van alle stichtende leden. Deze oprichtingscoalitie stelde de statuten van vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen en de nieuwe samenwerkingsovereenkomst 2024-2025 op.
Op 27 februari 2024 werden de statuten van de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen en de samenwerkingsovereenkomst 2024-2025 door de gemeenteraad goedgekeurd.
De statuten voorzien dat de Algemene Vergadering (verder AV), die minstens 4 x per jaar vergadert, de volledige inhoudelijke sturing waarneemt. De AV is met andere woorden exclusief bevoegd voor de inhoudelijke besluitvorming over de doelstellingen en de projecten van de vzw. De lokale besturen hebben in deze AV, statutair verankerd, minstens de helft van de stemmen. Op het moment van stichting heeft elk lokaal bestuur 1 stem via één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger. Voor Bertem zijn dit momenteel respectievelijk Tom Philips en Marc Morris.
De statuten voorzien dat het Bestuursorgaan (verder BO), dat frequent vergadert, ertoe gehouden is te werken binnen het inhoudelijke en budgettaire kader dat door de Algemene Vergadering wordt uitgezet voor de inhoudelijke doelstellingen en projecten.
Het BO wordt beperkt tot 12 effectieve bestuurders waarvan 6 bestuurders namens de gemeenten. Daartoe stelt elk van de 12 gemeenten een kandidaat bestuurder voor. Volgens art. 4 van de samenwerkingsovereenkomst wordt bepaald dat de 12 gemeenten in onderling overleg de effectieve voordracht van 6 bestuurders namens de gemeenten doen aan de AV. De gemeenten zijn, in onderling overleg en ten allen tijde, ook bevoegd om te voorzien in de voordracht aan de AV van één of meerdere nieuwe bestuurders ter vervanging van zittende bestuurders. Op deze wijze kan door de gemeenten zelf, desgewenst, in een rotatie van gemeentelijke bestuurders worden voorzien binnen het bestuursorgaan. Volgens de huidige afspraak tussen Kortenberg en Bertem is tijdens de eerste 3 jaar Harold Vanheel (Kortenberg) aangeduid als bestuurder waarna die opgevolgd wordt door Tom Philips (Bertem) tijdens de laatste 3 jaar.
De kandidaat bestuurders vanuit de gemeenten die niet voorgedragen worden als bestuurder ontvangen bovendien alle vergaderstukken (agenda, stukken, verslag) van de vergaderingen van het bestuursorgaan net zoals de aangestelde bestuurders. Zij hebben ook het recht om, op uitnodiging van het bestuursorgaan, als waarnemer de vergaderingen van het bestuursorgaan bij te wonen. Op deze wijze blijft voor elke gemeente ten allen tijde een hoge betrokkenheid bij het bestuursorgaan gegarandeerd en kan een voldoende slank bestuursorgaan worden gecreëerd. Volgens het parkendecreet dienen de gemeentelijke vertegenwoordigers in de AV en de gemeentelijke bestuurders in het BO gemeenteraadsleden te zijn.
Op 19 september 2025 werd de nieuwe samenwerkingsovereenkomst 2026-2031 (opgesteld op basis van de voorgaande samenwerkingsovereenkomst 2024-2025 en afgestemd op de 6-jarige BBC), goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen.
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst omvat de volgende artikelen:
● 1 Voorwerp van de overeenkomst
Regelen van de samenwerking tussen de partijen en vervanging van de vorige overeenkomst.
● 2 Hoofddoelstellingen voor Brabantse Wouden en werkwijze
● 3 Budgettair engagement en inspanningsverbintenissen van partijen
De gemeentelijke cofinanciering van Bertem bedraagt € 5.100 per kalenderjaar. Verder werd er aan de partnergemeenten gevraagd een projectbudget binnen de BBC 2026-2031 te voorzien voor financiering van projecten van het Nationaal Park die de gemeente aanbelangen. De beslissing tot deelname en al dan niet spenderen van het projectbudget ligt volledig bij de gemeente. Het resterende projectbudget blijft aan het einde van de legislatuur uiteraard bij de gemeente.
● 4 Afspraken over het bestuursorgaan
● 5 Duurtijd en omzetting van de overeenkomst
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst loopt tot uiterlijk 31 december 2031.
● 6 Te goeder trouw
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst, inclusief conceptkaart en oplijsting hoofddoelstellingen van het Nationaal Park, is in bijlage toegevoegd.
Uiterlijk 1 december 2025 wenst het parkteam alle gemeenteraadsbeslissingen over de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst te ontvangen. Op 12 december 2025 tijdens de volgende AV wordt deze dan plechtig ondertekend.
Juridische gronden
● Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
● Decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg.
● Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken.
● Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van het Nationaal Park Vlaanderen ‘Brabantse Wouden’ conform artikel 7 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.
Argumentatie
De gemeente Bertem sluit zich aan bij de ambities zoals gesteld binnen het project Nationaal Park Brabantse Wouden. Het project ambieert een positieve invloed op de globale klimaatdoelstelling en het behoud en de versterking van de aanwezige groene structuur binnen en rondom de gemeente. Het project focust zich in zijn kern op de reeds aanwezige natuurgebieden.
Brabantse Wouden benadrukt de intrinsieke kernkwaliteiten, met name eeuwenoude en grote bossen, monumentale bomen, meanderende rivieren, holle wegen, rijke landbouw en een gelaagde landschapsgeschiedenis. Brabantse Wouden zet zich in de markt via haar drie 'unique selling points': eeuwenoude natuur, grenzeloos genieten en avontuurlijk landschap. De Brabantse Wouden heeft een meervoudige focus met een visie op: biodiversiteit en klimaat, ruimte en omgeving, landschap en erfgoed, toerisme en beleving, landbouw.
Het project Brabantse Wouden respecteert expliciet de gemeentelijke bevoegdheden, autonomie en opdrachten wat expliciet wordt benadrukt binnen artikel 2.3 van de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst.
De betrokkenheid van de landbouwsector is binnen artikel 2.10 expliciet opgenomen in de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst gezien de belangrijke positie van de landbouw binnen de Brabantse Wouden en in het bijzonder binnen onze landelijke gemeente. Daarom zal er ook een waarnemend vertegenwoordiger vanuit de landbouwsector, meer bepaald uit de vzw Boeren met Ambitie, uitgenodigd worden voor alle vergaderingen van het Bestuursorgaan.
Door goedkeuring van de voorgelegde, nieuwe samenwerkingsovereenkomst (her)bevestigt onze gemeente haar engagement en ambitie ten aanzien van het Nationaal Park Brabantse Wouden.
Financiële gevolgen
Een erkenning als Nationaal Park door de Vlaamse overheid impliceert een Vlaamse financiering van 80% van het budget voor het parkteam. Het masterplan begroot de gevraagde subsidie door de Vlaamse overheid op € 608 000. Dit bedrag werd als maximum principieel toegezegd via de Beslissing van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2023.
De overige 20% komt van de provincie en gemeenten. De verdeelsleutel over de gemeenten is bepaald o.b.v. oppervlakte-aandeel en totaal inwonersaantal. Voor Bertem komt dit neer op een gemeentelijke cofinanciering van € 5.100 per jaar waarbij het voorliggend budgettair engagement zich beperkt tot de BBC 2026-2031.
Daarnaast is er een vrijblijvende gemeentelijke projectfinanciering. Dit houdt in dat de gemeente projectbudget vrijhoudt om desgewenst in te stappen en financieel bij te dragen tot interessante projecten binnen de Brabantse Wouden. In de nieuwe meerjarenbegroting is er een strategisch budget voor dergelijke projecten dat ook aangewend kan worden voor het Strategisch project Walden of andere strategisch ruimtelijke projecten binnen de gemeente.
Bijlagen
● Samenwerkingsovereenkomst Nationaal Park Brabantse Wouden 2026-2031, inclusief:
○ Bijlage I: de conceptkaart van het Nationaal Park.
○ Bijlage II: de hoofddoelstellingen van het Nationaal Park.
● Detailkaart van het Nationaal Park Brabantse Wouden.
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst betreffende het Nationaal Park Brabantse Wouden goed en gelast het college van burgemeester en schepenen met de verdere uitvoering ervan.
Artikel 2:
De gemeenteraad gaat akkoord met het in de samenwerkingsovereenkomst vervatte engagement tot gemeentelijke cofinanciering van € 5.100 per jaar.
Artikel 3:
De samenwerkingsovereenkomst in bijlage wordt ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur waarna deze samen met het gemeenteraadsbesluit worden overgemaakt aan coördinator van het Parkteam Steven Vanonckelen (steven.vanonckelen@brabantsewouden.be).
Zitting van 25 november 2025
LUCHTVERONTREINIGING. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST PROJECT PURE CITIES METING LUCHTKWALITEIT.
Voorgeschiedenis
● Op 6 oktober 2025 valideerde het college de deelname van Bertem aan het project Pure Cities.
● Op 20 oktober 2025 werd er een introductie gegeven van het project door Marie Godard van Airscan aan de gemeentelijke administratie.
Feiten en context
● Pure Cities is een door Belfius gesponsord onderzoeksproject in samenwerking met de firma Airscan BV om de luchtkwaliteit in Belgische steden en gemeenten te meten en te bekijken hoe deze verbeterd kan worden. Deelname aan het project is geheel gratis voor lokale besturen.
● In iedere deelnemende stad of gemeente worden 3 intelligente sensoren geplaatst die in realtime de luchtverontreiniging (fijn stof, NO2) alsook de temperatuur, luchtdruk en luchtvochtigheid waarmee een gedetailleerd beeld van de luchtkwaliteit op lokaal vlak opgesteld wordt. Deze gegevens worden geanalyseerd door artificiële intelligentie en via een dashboard ter beschikking gesteld aan de gemeente. Ook de burgers kunnen een deel van de data raadplegen door integratie van een widget op de gemeentelijke website. Zie bijlage voor een document met technische informatie over deze sensors.
● Voorwaarde voor deelname aan het project is de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en Airscan. Zie bijlage voor deze overeenkomst.
Juridische gronden
● Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Samenwerkingsovereenkomsten behoren tot de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Argumentatie
Bertem staat gekend als een landelijke gemeente met nog vrij veel resterende open ruimte en nauwelijks industrie. Desondanks lopen er drukke verkeersaders zoals de autosnelweg E40, Tervuursesteenweg en Nijvelsebaan door de gemeente die een negatieve impact hebben op de luchtkwaliteit. Bovendien is er sprake van sterke lintbebouwing langs onder meer de Tervuursesteenweg, Nijvelsebaan en Dorpstraat waardoor luchtvervuiling langer blijft hangen; het zogenaamde 'street canyon-effect'. Ook de nabijheid van Brussel en Leuven kan de lokale luchtkwaliteit nadelig beïnvloeden.
Ook voor onze gemeente is een beter beeld van de luchtkwaliteit dus geen overbodige luxe. Dankzij de gegevens uit dit project kunnen mogelijke bronnen van verontreiniging aangeduid worden en kunnen er diagnoses worden gesteld. Deze analyse zit expliciet vervat in het project. Het betreft dus niet enkel meten, maar ook het opstellen van rapporten en een eventueel actieplan voor de luchtkwaliteit.
Concreet bestaat de output van het project uit 4 onderdelen:
Het project heeft een looptijd van één jaar met een gefaseerde aanpak:
Deelname voor de gemeente is volledig gratis dankzij sponsoring door Belfius. Als enige voorwaarde vraagt men om vanuit de gemeente minstens driemaal naar de burgers te communiceren over het project met vermelding van de samenwerking tussen de gemeente, Airscan en Belfius. Verder zijn er geen andere verplichtingen of voorwaarden. Tot nu toe hebben 43 Belgische steden en gemeenten zich aangemeld voor deelname aan het project.
Zie ook bijlage met introductie-presentatie van het project Pure Cities voor meer informatie.
Bijlagen
● Samenwerkingsovereenkomst gemeente Bertem en Airscan voor project Pure Cities.
● Introductie-presentatie project Pure Cities.
● Document met technische informatie over de luchtkwaliteitssensors.
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst betreffende het project Pure Cities goed en gelast het college van burgemeester en schepenen met de verdere uitvoering ervan.
Artikel 2:
De samenwerkingsovereenkomst in bijlage wordt ondertekend en samen met het ondertekende gemeenteraadsbesluit overgemaakt aan de dienst omgeving voor administratieve afhandeling.
Zitting van 25 november 2025
ENERGIE. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST KLIMAATALLIANTIE DRUIVENSTREEK 2026
Voorgeschiedenis
● De gemeente Bertem heeft het Burgemeestersconvenant 2020 (CoM2020) ondertekend op 25 juni 2014, waarbij ze zich engageerde tot een besparing van 20% op hun CO2-uitstoot tegen 2020 (referentiejaar 2011).
● Het gemeentelijk klimaatactieplan (SEAP) in het kader van het CoM2020 werd in zitting van 17 november 2015 van de gemeenteraad goedgekeurd.
● In het Burgemeestersconvenant 2030 voor Klimaat en Energie wordt gestreefd naar een reductie van 40% CO2-uitstoot op het grondgebied van de gemeente tegen 2030 en om de veerkracht tegen de klimaatverandering te verhogen (adaptatie).
● De gemeente Bertem ondertekende (GR 24/11/2020) het Burgemeestersconvenant 2030.
● De samenwerkingsovereenkomst Klimaatalliantie Druivenstreek 2022-2025 werd in zitting van 26 april 2022 van de gemeenteraad goedgekeurd.
● Het gemeentelijk klimaatactieplan (SECAP) in het kader van het CoM2030 werd in zitting van 25 juni 2024 van de gemeenteraad goedgekeurd.
● De gemeente Bertem heeft het Lokale Energie- en KlimaatPact LEKP 1.0 en 2.0 (respectievelijk GR 26 oktober 2021 en GR 24 september 2024) ondertekend.
● Besprekingspunt schepencollege d.d. 20 oktober 2025 betreffende de verderzetting van de samenwerkingsovereenkomst Klimaatalliantie Druivenstreek 2026-2031.
● Het schepencollege heeft kennis genomen van het schrijven van AAB d.d. 3/11/2025 dat toelichting geeft bij het ontwerp van programmadecreet bij de begroting 2026 van de Vlaamse overheid. Het volgende is daarbij voorzien:
○ de opheffing van het LEKP-decreet op 1 januari 2027
○ een overgangsbepaling voor de uitbetaling van de laatste LEKP 1.0 subsidie
○ een bepaling dat de doelstellingen uit LEKP 2.0 en 2.1 vanaf 1 januari 2026 niet meer moeten nageleefd worden omdat de financiële ondersteuning van deze doelstellingen is afgelopen.
Feiten en context
Alle 5 gemeenten hebben het Burgemeestersconvenant ondertekend en een gemeentelijke klimaatactieplan opgemaakt. Daaruit bleek dat de grootste uitstoot van CO2 afkomstig is van de particuliere huishoudens. Aangezien deze doelgroep een specifieke aanpak vraagt, werd in 2022 een samenwerkingsverband namelijk Klimaatalliantie Druivenstreek opgericht.
De Klimaatalliantie Druivenstreek is een samenwerking tussen de gemeenten Bertem, Hoeilaart, Huldenberg, Overijse en Tervuren, met als doel hun inwoners te ondersteunen bij duurzaam wonen en energiebesparing. De coördinatie van dit project wordt verzorgd door IGO.
Juridische gronden
● Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 over de bevoegdheden van het college.
● Het agendapunt van het college van 30 juni 2025 ter bespreking van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst Klimaatalliantie Druivenstreek 2026-2031.
Adviezen
● Er dienen geen (externe) adviezen aangevraagd te worden.
Argumentatie
Bertem, Hoeilaart, Huldenberg, Overijse en Tervuren ondertekenden het burgemeestersconvenant, waarmee ze zich engageren om 40% minder CO2 uit te stoten tegen 2030. Elk van deze gemeenten stelde een Klimaatactieplan op en tekende ook in op het Lokaal Klimaat- en EnergiePact (LEKP) van Vlaanderen.
Aangezien een groot deel van de CO2 uitstoot afkomstig is van residentiële verwarming (12,6%), werd in eerste instantie gekozen te focussen op energetisch renoveren en het plaatsen van zonnepanelen bij burgers.
Als kleine gemeente hebben we niet voldoende personeel en draagkracht om dit alleen te kunnen realiseren. Bovendien stopt de CO2-uitstoot niet aan de gemeentegrens. De gemeenten van de Druivenstreek werken al op meerdere vlakken samen.
Ze willen een samenwerking organiseren, waarbij IGO als externe partner dit project actief zal trekken en zal managen om de overeengekomen doelstellingen te realiseren.
De Klimaatalliantie Druivenstreek ondersteunt zowel de inwoners als hun gemeente in de transitie naar een klimaatneutralere regio. De Klimaatalliantie helpt inwoners met onafhankelijk renovatieadvies en advies over zonnepanelen, richting lagere energiekosten, maar ook meer wooncomfort.
Gezien het definitief verdwijnen van werkingssubsidies LEKP vanaf 2027 wordt voorgesteld om de samenwerking met de Klimaatalliantie Druivenstreek enkel op te zetten voor het dienstjaar 2026. De Klimaatalliantie werd op 13/11/2025 op de hoogte gesteld van de gewijzigde context en externe financiering en onderzoekt hoe ze hiermee zullen omgaan in het kader van de samenwerkingsovereenkomst.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
649810/0350-00 | € 19.619 | € 19.619 | € 24.253 |
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
| € | € |
Het schrijven van 3/11/2025 van het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft verregaande gevolgen voor de lokale en interlokale financiering van energie- en klimaatprojecten. In concreto gaat het voor Bertem over een verdwijnen van de volgende structurele subsidies:
€ 13.019,- vanaf 2026 voor LEKP 2.0
€ 38.038,- vanaf 2027 voor LEKP 1.0
Deze structurele subsidies werden aangewend voor de financiering van het lidmaatschap bij de Klimaatalliantie.
Bijlagen
● Samenwerkingsovereenkomst Klimaatalliantie Druivenstreek 2026
● Motivering verhoging budget Klimaatalliantie.
● Brief ABB 3/11/2025 over de uitfasering van het LEKP
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst Klimaatalliantie Druivenstreek tussen IGO div. en de gemeenten Huldenberg, Bertem, Tervuren, Overijse en Hoeilaart goed en gelast het college van burgemeester en schepenen met de verdere uitvoering ervan.
Artikel 2:
De samenwerkingsovereenkomst wordt ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur waarna deze samen met het gemeenteraadsbesluit worden overgemaakt aan coördinator van het samenwerkingsverband (IGO div).
Zitting van 25 november 2025
INL SAMENWERKINGSOVEREENKOMST. GOEDKEURING DEELNAME VAN DE GEMEENTE AAN DE ‘SAMENWERKINGSOVEREENKOMST BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN INTERGEMEENTELIJKE NATUUR- EN LANDSCHAPSPLOEGEN (INL) IN HET KADER VAN EEN DIENST ALGEMEEN ECONOMISCH BELANG (DAEB) VOOR DE PERIODE 2026 – 2031 UITGEVOERD DOOR IGO DIV’.
Voorgeschiedenis
Collegebeslissing van 23 juni 2025, de principiële goedkeuring voor deelname in een intergemeentelijke meerjarenovereenkomst (2026-2031) voor natuur- en landschapsploegen (INL) zonder de samenwerking met of de tussenkomst van de provincie Vlaams-Brabant.
Feiten en context
INL betreft een dienstverlening van IGO div en heeft als doel het lokale biodiversiteit-, landschaps- en klimaatbeleid concreet op het terrein vorm te geven. Om dit te realiseren zet INL hoofdzakelijk werknemers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in en draagt zo bij aan de duurzame tewerkstelling van deze kwetsbare doelgroep.
IGO div werkt samen met het collectieve maatwerkbedrijf IGO-W vzw voor de uitvoering van de werkzaamheden en stelt in hoofdzaak werknemers te werk die een erkenning hebben om in het collectieve maatwerkbedrijf te werken.
Via deze samenwerkingsovereenkomst wordt jaarlijks een vooraf afgesproken jaarprogramma uitgevoerd op basis van een gegarandeerd urenpakket.
Juridische gronden
● Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 41 betreffende de bevoegdheden de gemeenteraad.
● Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
● Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0119-01/614680 | € 55 800 | € 55 800 | € 55 796 |
Bijlagen
● CBS_23-06-2025_1430_Uittreksel_Schepencollege_(PDF)_Meerjarenovereenkomst_2026-2031_INL_(1)
● 20251002_Presentatie_Samenwerkingsovereenkomst_INL_infomoment_Schoonhoven
● 20251002_Samenwerkingsovereenkomst_INL_2026-2031_met_bijlagen
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad beslist deel te nemen aan de ‘Samenwerkingsovereenkomst betreffende de organisatie van Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen (INL) in het kader van een Dienst Algemeen Economisch Belang (DAEB) voor de periode 2026 – 2031 uitgevoerd door IGO div’
Artikel 2:
De gemeente neemt deel aan de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen met 1450 uren (min. 725 uren) waarbij 1450 uren = 1 VTE, met als kostprijs een maximale bijdrage (vrijstelling BTW mits exclusiviteit) van 55.796 euro per VTE voor 2026. Dit bedrag wordt automatisch gekoppeld aan de overschrijding van de spilindex.
Artikel 3:
Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan IGO div.
Zitting van 25 november 2025
GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET PROVINCIE VLAAMS-BRABANT BETREFFENDE GAS OVERLAST (GAS 1-2-3) EN GAS STILSTAAN EN PARKEREN (GAS 4).
Voorgeschiedenis
● Besluit van het college van Burgemeester en Schepenen van 8 april 2019: Principiële beslissing tot toetreding tot het provinciaal systeem voor de afhandeling van overtredingen betreffende stilstaan, parkeren en de verkeersborden C3 en F103.
● Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2025: Politiereglement. Goedkeuring algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties.
● Provincieraadsbesluit van Vlaams-Brabant van 16 september 2025 waarbij de kostprijs werd vastgesteld en waarbij beslist werd de dossierkost jaarlijks te verhogen met 2,5% conform de verhoging die gehanteerd wordt voor de berekening van de loonkost, en dit met ingang van 1 januari 2027.
● Besluit van de deputatie Vlaams-Brabant van 9 oktober 2025 tot vaststelling van een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst met steden/gemeenten betreffende de afhandeling van GAS;
● E-mail op 14 oktober 2025 van Greet Van Eygen van de juridische dienst van provincie Vlaams-Brabant met in bijlage een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst gemeente Bertem en provincie Vlaams-Brabant betreffende GAS overlast (gas 1-2-3) en GAS stilstaan en parkeren (GAS 4).
Feiten en context
● Bij de start van de nieuwe legislatuur vroeg de deputatie om extra aandacht te besteden aan de afspraken die in het verleden werden gemaakt betreffende het (half) kostendekkend karakter van de dossiervergoeding voor de provinciale dienstverlening in het kader van de GAS-werking.
● Uit een evaluatie bleek dat de gehanteerde tarieven voor GAS-stilstaan en parkeren en GAS-snelheid kostendekkend zijn. Het gehanteerde tarief voor GAS-overlast bleek echter niet meer half kostendekkend te zijn.
● Het tarief van GAS-overlast werd in november 2013 vastgelegd op €65 per geregistreerd dossier. Sindsdien werd dit tarief niet meer aangepast. De standaardboete die we opleggen voor een eerste inbreuk ging intussen wel omhoog en bedraagt momenteel €100.
● De provincieraad besliste op 16 september 2025 de dossierkost voor GAS-overlast vast te stellen op €83 voor dossiers die geregistreerd worden vanaf 1 januari 2026.
● De tarieven van GAS-stilstaan en parkeren en GAS-snelheid blijven onveranderd.
● Voor GAS-stilstaan en parkeren betekent dit dat voor het eerste jaar van aansluiting een dossierkost wordt betaald van €30 per geregistreerd dossier en voor ieder volgend jaar dat de stad/gemeente beroep doet op de provinciale dienstverlening €15.
● Voor GAS-snelheid bedraagt de kostprijs €7 per geregistreerd dossier.
● Alle tarieven zullen jaarlijks met ingang van 1 januari 2027 verhoogd worden met 2,5% dit is conform de verhoging die binnen de provincie gehanteerd wordt voor de berekening van de loonkost.
● Teneinde deze nieuwe tarieven te kunnen toepassen verzoekt de provincie de volgende samenwerkingsovereenkomsten vóór 1.01.2026 goed te keuren en hen daarvan onverwijld een ondertekend exemplaar te bezorgen.
● Indien het nieuwe tarief van GAS-overlast niet is goedgekeurd op 1 januari as. zal de provincie deze dossiers voorlopig niet kunnen behandelen.
● De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur, te allen tijde opzegbaar mits het in acht nemen van een opzegperiode van één jaar.
Juridische gronden
● Artikel 119 en 119bis van de Nieuwe Gemeentewet. De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen. De gemeente moet een afschrift hiervan bezorgen aan de deputatie van de provincieraad en aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.
● Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2025: Algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties.
● Artikel 6, §§2 en 3 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
● Artikelen 1, §2 en 2, §1 van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Argumentatie
Door gebruik te maken van het provinciaal systeem voor de administratieve afhandeling van overtredingen betreffende overlast (GAS 1-2-3) en GAS stilstaan en parkeren (GAS 4) kan de gemeente een effectief en efficiënt overlast-, parkeer- en verkeersbeleid voeren dat de veiligheid en leefbaarheid van iedereen ten goede komt.
Om na 31 december 2025 gebruik te kunnen maken van deze dienst is het van belang dat de samenwerkingsovereenkomsten goedgekeurd worden.
Bijlagen
● 251125 Samenwerkingsovereenkomst gemeente Bertem en provincie Vlaams-Brabant betreffende GAS overlast (GAS 1-2-3)
● 251125 Samenwerkingsovereenkomst gemeente Bertem en provincie Vlaams-Brabant betreffende GAS stilstaan en parkeren (GAS 4)
Besluit
Stemming punt
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomsten tussen de gemeente Bertem en provincie Vlaams-Brabant betreffende GAS overlast (GAS 1-2-3) en GAS stilstaan en parkeren (GAS 4) goed.
Artikel 2:
Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, aan de juridische dienst van de provincie Vlaams-Brabant, aan de voorzitter van het politiecollege en aan de procureur des Konings te Leuven.
Zitting van 25 november 2025
MONDELINGE VRAGEN.
Juridische gronden
• Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
• Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.
• Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.
Mondelinge vragen
● Raadslid Jurgen Gyns (N-VA) stelt de volgende mondelinge vraag:
"Voetweg “Dehertoc” te Leefdaal ligt er in schandalige toestand bij. De voetweg ligt grotendeels op eigendom van de aanpalende begrafenisondernemer en deels van de overbuur. Voornoemde wou op eigen kosten de voetweg heraanleggen. Helaas, omwille van “omstandigheden” werd de vergunning, welke door het gemeentebestuur verleend werd, in beroep bij de deputatie geweigerd. De oorspronkelijke kasseien zouden hiervoor moeten hergebruikt worden.
Kunnen we als gemeente hier geen bemiddeling voeren tussen, enerzijds de buren, en enerzijds de deputatie? Het is in ieders belang dat er een oplossing gevonden wordt voor de voetweg."
● Schepen Philips antwoordt dat de gemeente effectief het initiatief ondersteunde via een toegekende omgevingsvergunning die door een beroep bij de bestendige deputatie werd ingetrokken. We zijn altijd bereid om mensen samen te brengen maar de sleutel ligt helaas bij de deputatie voor de behandeling van een beroep tegen de omgevingsvergunning of het vredegerecht voor een regeling van de burgerlijke aangelegenheid.
● Raadslid Jurgen Gyns (N-VA) stelt de volgende mondelinge vraag:
"De Vrijetijdsraad is hét forum waar onze verenigingen hun stem kunnen laten horen. Het is een belangrijke schakel in ons gemeentebestuur. Wanneer kwam deze de laatste keer samen en wanneer zal deze de volgende keer samenkomen?"
● Schepen Mathias Haesaerts antwoordt dat de laatste vrijetijdsraad plaats vond op 18/06/2024. In het voorjaar was er dan via de Info Bertem een oproep voor enkele nieuwe kandidaten, aangevuld met een extra oproep afgelopen week wegens weinig reactie. De planning is om de installatie te voorzien in het schepencollege eind december, waarna de vrijetijdsraad vanaf 2026 opnieuw 2 a 3 keer per jaar kan samenkomen.
● Raadslid Jurgen Gyns (N-VA) stelt de volgende mondelinge vraag:
"Inwoners melden mij dat er in de Gebroeders Jourandstraat auto's werden weggesleept voor wegenwerken. Dit desondanks dat er geen signalisatie van verbodsborden geplaatst werd. In opdracht van wie werden deze auto's weggesleept en wie was verantwoordelijk voor het plaatsen van de correcte signalisatie?"
● Burgemeester Joël Vander Elst is ervan overtuigd dat er niets is misgelopen. Op 14/11 werd juiste signalisatie geplaatst op de rijbaan met ingang van het parkeerverbod op 17/11. De politie werd op 17/11 om 9u02 in kennis gebracht van een verkeerd geparkeerd voertuig. Het voertuig stond er reeds geparkeerd voor de plaatsing van de signalisatie op 14/11. Om 9u10 heeft de politie kunnen vaststellen dat de signalisatie op de rijbaan stond. Er werd volgens het politieverslag maar 1 voertuig gesleept. Er werd eerst gepoogd om de eigenaar van het voertuig te contacteren, fysiek en telefonisch, tevergeefs. Om 9u22 werd de sleepdienst gevorderd en de wagen werd om 9u40 effectief gesleept.
● Raadslid Karolien Schoenaerts (N-VA) stelt de volgende mondelinge vraag:
"Buien tijdens weekend van 15 november en de impact op de Korbeekstraat en de Leefdaalse Heideweg.
Waarom hebben de bestaande bekkens tijdens de buien in het weekend van 15 november opnieuw onvoldoende wateropvang geboden, waardoor modder en puin op de Korbeekstraat en Leefdaalse Heideweg terechtkwamen?
In welke mate voldoen de huidige bekkens aan de normen voor veiligheid en effectiviteit, rekening houdend met de toegenomen intensiteit van neerslag door klimaatverandering?
Zijn er reeds beslissingen genomen door het bekkenbestuur Dijle-Zennebekken met betrekking tot de verbetering van de capaciteit, het onderhoud en de werking van de bekkens die wateroverlast in Bertem kunnen voorkomen?
Op welke manier voorziet het huidige meerjarenplan van de gemeente in een visie, middelen en budgetten om de problemen met wateroverlast in Bertem structureel en duurzaam aan te pakken?
Op welke wijze zal de gemeente de inwoners informeren en geruststellen dat er daadwerkelijk werk wordt gemaakt van deze problematiek? "
● Raadslid Wouter Fock (Groen) stelde een soortgelijke mondelinge vraag:
"Wat is er gebeurd in de Korbeekstraat op 15-16 november?
We vernamen dat een wachtbekken zou overstroomd zijn. Het wachtbekken zou daarbij beschadigd zijn door een grondverzakking.
Is dit effectief wat er gebeurde? Was dit te voorkomen? Is de schade aan het wachtbekken al ingeschat en wordt een reparatie voorzien?"
● Burgemeester Vander Elst antwoordt op de vragen van raadsleden Schoenaerts en Fock. Er is inderdaad wateroverlast geweest op 15 en 16/11. Op zondagmorgen was er effectief overlast vanwege modder aan de benedenkant van de Korbeekstraat. De brandweer is toen efficiënt tussengekomen. De modder is er gekomen omdat het water over de kuip van het bufferbekken is gestroomd. Er waren ook 2 gaten in het wachtbekken veroorzaakt door knaagdieren. Door de druk van het water zijn de gaten groter geworden en is er te snel en te veel water doorgegaan. De steenslag is zo op de Leefdaalse Heideweg meegesleurd en heeft de roosters versperd. Zonder de gaten in het wachtbekken zou dit probleem er niet zijn gebeurd.
De erosiecoördinator is woensdag 19/11 ter plaatse geweest voor een analyse en overleg met de diensten werken in eigen beheer in functie van een herstelling van het wachtbekken. Er werd toelating gegeven om de oever te verhogen met het slib van in het wachtbekken. Hiervoor moet het evenwel droger worden en aangezien de bekkens vlakbij bewerkte landbouwpercelen liggen moeten we ook in overleg gaan met de pachters.
Volgende maand lichten we het meerjarenplan 2026 - 2031 toe, en we kunnen alvast meegeven dat we hard zullen werken aan waterbeheermaatregelen en de erosieproblematiek. We hebben op korte termijn beslist om geen steenslag meer in te voeren in de Leefdaalse Heideweg, omdat deze zich nu niet kan vastzetten en de lagergelegen roosters verspert. Door versperde roosters kan het water niet afvloeien via de voorziene riolering. Wanneer de regen weg is, hopen we met de erosiecoördinator de weg te kunnen verbeteren.
● Raadslid Karolien Schoenaerts (N-VA) stelt de volgende mondelinge vraag:
"Graag ontvang ik een update van de zomerschool."
● Schepen Marc Morris geeft een update. Het schepencollege van 20 oktober heeft op basis van een uitvoerige nota een opdrachtomschrijving voor een coördinator zomerschool goedgekeurd. Op 24 november heeft het college dan het lastenboek goedgekeurd in het kader van de wettelijke mededingsprocedure. Offertes worden verwacht tegen 16 januari 2026. Het project is dus lopende en half januari gaan we weten welke biedingen er zijn en kunnen we verder gaan.
● Raadslid Wouter Fock (Groen) stelt de volgende mondelinge vraag:
"Ik kreeg een melding van iemand die aan een graf een nota vond dat het graf van de partner zou geruimd worden. Er was vooraf geen melding per brief gebeurd.
Kan de procedure hiervoor zorgvuldig nagekeken worden en met de grootste zorg gevolgd worden?"
● Burgemeester Joël Vander Elst verduidelijkt dat concessie graven aangeplakt worden na 30 jaar en niet-concessie graven na 20 jaar. De wetgeving voorziet dat we een bordje moeten plaatsen voor de betreffende grafzerk, en dit voor minstens 1 jaar. Hier wordt ook een foto van gemaakt. Er gebeurt ook aanplakking aan het portiek/ingang van de kerkhoven. We proberen er voor te zorgen dat er 2 keer in de periode rond Allerheiligen aanplakborden zichtbaar (dus soms 2 jaar op voorhand) zijn zodat nabestaanden kennis kunnen nemen van het einde van een grafconcessie en de mogelijkheid tot verlenging van de concessie. We spreken nooit over een ruiming. De wetgever verplicht niet om mensen aan te schrijven en we doen dit ook niet om de reden dat we vaak geen gegevens hebben van de erfgenamen. Een extra reden is om de gelijkheid tussen familieleden te waarborgen. We behouden wel het recht om het graf te verplaatsen, en dit in het kader van de vergroening van de begraafplaatsen.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.