Zitting van 28 april 2020
ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad keurt de notulen van de zitting van 18 februari 2020 goed.
Zitting van 28 april 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING DIGITAAL VERGADEREN. BEKRACHTIGING BESLUIT BURGEMEESTER 13 APRIL 2020 OVER HET DIGITAAL VERGADEREN VAN GEMEENTERAAD EN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN OP 28 APRIL 2020.
Voorgeschiedenis
• Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
• Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken
• Besluit van de burgemeester van 13 april 2020 over het digitaal vergaderen van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2020
• Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
Feiten en context
• De eerstvolgende zittingen van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn staan gepland op dinsdag 28 april 2020.
Juridische gronden
• Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet
De burgemeester is in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten.
Onverminderd de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken, van de gouverneur en van de bevoegde gemeentelijke instellingen, is de burgemeester de verantwoordelijke overheid inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.
• Artikel 133bis van de Nieuwe Gemeentewet
Zonder op enige wijze afbreuk te kunnen doen aan de aan de burgemeester toegekende bevoegdheden, heeft de gemeenteraad het recht geïnformeerd te worden door de burgemeester over de wijze waarop deze de bevoegdheden uitoefent die hem zijn verleend krachtens artikel 133, tweede en derde lid.
• Artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
• Artikel 135, §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd: (...)
het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.
• Artikelen 18 en 20 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing.
• Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19.
• Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
• Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.
• Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Argumentatie
Het coronavirus COVID-19 brengt een urgent en ernstig risico voor de volksgezondheid met zich mee. Het virus lijkt zich via de lucht over te dragen van mens tot mens, via alle mogelijke emissies via de mond en de neus. Om die reden vormen de bijeenkomsten van personen, in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, een bedreiging voor de volksgezondheid.
Het aantal deelnemers, de intensiteit van het contact, de duur van het contact, de beslotenheid van de ruimte en de leeftijdsmix van de bevolking zijn relevante factoren om al dan niet te beslissen over maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van infectieziekten en meer bepaald van het COVID-19 virus. De federale overheid legt diverse maatregelen op in het kader van "social distancing" als middel om het contact tussen besmette personen en niet-besmette personen te verminderen.
De burgemeester zag zich genoodzaakt bijkomende maatregelen te nemen in het kader van de openbare veiligheid en gezondheid teneinde de verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan en in de mate van het mogelijke in te perken.
De bijeenkomsten van de organen van het gemeentebestuur of het OCMW zijn niet verboden of geregeld door de federale maatregelen. De burgemeester vond het dan ook noodzakelijk om, teneinde de verspreiding van het virus te vertragen en te beperken, de fysieke samenkomst van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2020 te verbieden.
Het gemeentebestuur en het OCMW van Bertem beschikken over technologische mogelijkheden om een digitale of virtuele vergadering van de bestuursorganen te organiseren. Deze mogelijkheden, die uitzonderlijk en specifiek zijn voor tijdens de federale fase, genieten op dit moment de voorrang om de verspreiding van het Coronavirus COVID-19 te beperken.
De algemene principes uit het decreet over het lokaal bestuur (termijn van oproeping, inzage dossiers, tegensprekelijk debat...) blijven van toepassing.
De verordening van de burgemeester vervalt wanneer die niet op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad wordt bekrachtigd.
Bijlagen
• Besluit van de burgemeester van 13 april 2020 over het digitaal vergaderen van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2020.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 13 april 2020 over het digitaal vergaderen van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2020.
Zitting van 28 april 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING DIGITAAL VERGADEREN. BEKRACHTIGING BESLUIT BURGEMEESTER 2 APRIL 2020 DIGITAAL VERGADEREN BCSD 14 APRIL 2020.
Feiten en context
• De zitting van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) stond gepland op 14 april 2020.
Juridische gronden
• Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet
De burgemeester is in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten.
Onverminderd de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken, van de gouverneur en van de bevoegde gemeentelijke instellingen, is de burgemeester de verantwoordelijke overheid inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.
• Artikel 133bis van de Nieuwe Gemeentewet
Zonder op enige wijze afbreuk te kunnen doen aan de aan de burgemeester toegekende bevoegdheden, heeft de gemeenteraad het recht geïnformeerd te worden door de burgemeester over de wijze waarop deze de bevoegdheden uitoefent die hem zijn verleend krachtens artikel 133, tweede en derde lid.
• Artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
• Artikel 135, §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd: (...)
het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.
• Artikel 20 en 110 van het decreet lokaal bestuur
Het bijzonder comité voor de sociale dienst vergadert regelmatig, op de dagen en uren die het bepaalt, en zo dikwijls als de behandeling van de zaken het vereist.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing.
• Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19.
• Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
• Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.
• Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Argumentatie
Het coronavirus COVID-19 brengt een urgent en ernstig risico voor de volksgezondheid met zich mee. Het virus lijkt zich via de lucht over te dragen van mens tot mens, via alle mogelijke emissies via de mond en de neus. Om die reden vormen de bijeenkomsten van personen, in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, een bedreiging voor de volksgezondheid.
Het aantal deelnemers, de intensiteit van het contact, de duur van het contact, de beslotenheid van de ruimte en de leeftijdsmix van de bevolking zijn relevante factoren om al dan niet te beslissen over maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van infectieziekten en meer bepaald van het COVID-19 virus. De federale overheid legt diverse maatregelen op in het kader van "social distancing" als middel om het contact tussen besmette personen en niet-besmette personen te verminderen.
De burgemeester zag zich genoodzaakt bijkomende maatregelen te nemen in het kader van de openbare veiligheid en gezondheid teneinde de verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan en in de mate van het mogelijke in te perken.
De bijeenkomsten van de organen van het gemeentebestuur of het OCMW zijn niet verboden of geregeld door de federale maatregelen. De burgemeester vond het dan ook noodzakelijk om, teneinde de verspreiding van het virus te vertragen en te beperken, de fysieke samenkomst van het BCSD van 14 april 2020 te verbieden.
Het gemeentebestuur en het OCMW van Bertem beschikken over technologische mogelijkheden om een digitale of virtuele vergadering van de bestuursorganen te organiseren. Deze mogelijkheden, die uitzonderlijk en specifiek zijn voor tijdens de federale fase, genieten de voorrang om de verspreiding van het Coronavirus COVID-19 te beperken.
De algemene principes uit het decreet over het lokaal bestuur (termijn van oproeping, inzage dossiers, tegensprekelijk debat...) bleven van toepassing.
De verordening van de burgemeester vervalt wanneer die niet op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad wordt bekrachtigd.
Bijlagen
• Besluit van de burgemeester van 2 april 2020 over het digitaal vergaderen van het BCSD op 14 april 2020
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 2 april 2020 over het digitaal vergaderen van het BCSD op 14 april 2020.
Zitting van 28 april 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. BEKRACHTIGING BESLUIT BURGEMEESTER 24 MAART 2020 AFSLUITEN PARKINGS SPEELBOS 'T VOSSENHOL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
De lokale bewoners, die alleen, met een vriend of in gezinsverband wandelen, fietsen of lopen naar het bos, kunnen nog steeds een bezoek brengen aan het speelbos.
Het afsluiten van de parkings voor personenwagens aan speelbos 't Vossenhol is noodzakelijk om de toestroom aan bezoekers aan het (speel)bos in te dijken, in het bijzonder de bezoekers die niet-essentiële verplaatsingen per wagen maken om het speelbos te kunnen bezoeken.
Bijlagen
• Besluit van de burgemeester van 24 maart 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 24 maart 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol.
Zitting van 28 april 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. BEKRACHTIGING BESLUITEN BURGEMEESTER 9 APRIL 2020 EN 20 APRIL 2020 AFSLUITEN PARKINGS SPEELBOS 'T VOSSENHOL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Het afsluiten van de parkings voor personenwagens aan speelbos 't Vossenhol blijft noodzakelijk om de toestroom aan bezoekers aan het (speel)bos in te dijken, in het bijzonder de bezoekers die niet-essentiële verplaatsingen per wagen maken om het speelbos te kunnen bezoeken.
Bijlagen
• Besluiten van de burgemeester van 9 april 2020 en 20 april 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad bekrachtigt de besluiten van de burgemeester van 9 april 2020 en 20 april 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol.
Zitting van 28 april 2020
CORONAVIRUS COVID-19. KENNISNAME STAND VAN ZAKEN GEMEENTELIJKE AANPAK IN DE VOORKOMING VAN DE VERSPREIDING VAN HET CORONAVIRUS.
Besluit
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de burgemeester over de gemeentelijke aanpak in de voorkoming van de verspreiding van het coronavirus COVID-19.
Zitting van 28 april 2020
RETRIBUTIES. TIJDELIJKE VRIJSTELLING VAN DE RETRIBUTIE OP INNAMES OPENBAAR DOMEIN NAAR AANLEIDING VAN COVID-19.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Onder ingebruikname wordt ondermeer verstaan het plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, hoogtewerkers, bouwliften...
Juridische gronden
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
14° het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.
Argumentatie
De vrijstelling van de retributie op innames openbaar domein kan het verschil maken voor bedrijven in deze onzekere tijden. Heel wat bedrijven worden immers bedreigd in het voortbestaan van hun onderneming. Deze opschorting betekent een onmiddellijke ingreep in het verlichten van hun vaste kosten (die doorlopen) die zij momenteel niet vergoed krijgen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Tijdens de periode van de afkondiging van een federale fase van het noodplan ter voorkoming van de verspreiding van het COVID-19 virus door de minister van Binnenlandse Zaken, worden innames van het openbaar domein voor werken vrijgesteld van de gemeentelijke retributie op basis van het raadsbesluit van 29 augustus 2016.
Artikel 2:
Deze tijdelijke vrijstelling geldt niet wanneer er een retributie geheven wordt:
Zitting van 28 april 2020
RETRIBUTIES. AANPASSING TARIEF RESERVATIES BIBLIOTHEEK.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 20 december 2016 over de aanpassing van het gebruikersreglement van de bibliotheek.
• Raadsbesluit van 24 oktober 2017 over het uitleenreglement voor e-boeken en e-readers.
• Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19.
• Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
• Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
• Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.
• Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Feiten en context
• De minister van Binnenlandse Zaken heeft vanaf 13 maart 2020 beslist om de bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen te beperken om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te vertragen en te beperken. Daarom worden alle inrichtingen die tot de culturele sector behoren, waaronder bibliotheken, gesloten tot en met 3 mei 2020.
• In uitvoering van de dwingende beslissing van de minister heeft het college van burgemeester en schepenen op 13 maart 2020 beslist om:
º de uitleenpost van Leefdaal en de bibliotheek van Bertem te sluiten vanaf 13 maart 2020 om middernacht.
º de dienstverlening van de bibliotheek anders te organiseren vanaf 17 maart 2020. De gemeentelijke bibliotheek in Bertem wordt als gebouw gesloten maar de uitleen wordt verder verzekerd, onder een andere vorm. De gebruikers kunnen via telefoon of in de online webcatalogus de gewenste materialen reserveren. Het bibliotheekpersoneel verpakt de gevraagde materialen en legt dit pakket in een rek in de inkomsas. De gebruiker kan in die sas, zonder fysiek contact met de medewerkers, zijn pakket komen afhalen op een tijdstip naar keuze. De gebruikers leveren de materialen in via de inleverbox; ook hier is geen fysiek contact. De teruggebrachte materialen worden ontsmet.
• Het gebruikersreglement bepaalt dat de gebruiker een retributie van 1 euro moet betalen voor de reservatie van materialen.
Juridische gronden
• Artikel 170, §4 van de grondwet.
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
• Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Adviezen
• Gunstig advies van Kathleen Dubois, diensthoofd vrije tijd - bibliothecaris
Argumentatie
Het gemeentebestuur wenst de dienstverlening van de gemeentelijke bibliotheek, onder de vorm van de uitleen van (vnl.) boeken en dvd's, verder aan te bieden, ondanks de sluiting van de bibliotheek als publieke ruimte. Het is immers belangrijk om een zinvolle en culturele vrijetijdsbesteding te kunnen aanbieden aan alle burgers, jong en oud, die thuis moeten blijven als gevolg van de maatregelen voor de beheersing van de coronacrisis. Het uitlenen van materialen kan worden verdergezet zonder te raken aan de prioritaire doelstelling van de bescherming van de volksgezondheid; de gebruiker kan telefonisch en online (via de webcatalogus) de gewenste materialen reserveren. De materialen kunnen zonder fysiek contact worden opgehaald.
Het bestuur wenst deze tijdelijk gewijzigde dienstverlening maximaal te faciliteren door het kosteloos maken van de reservaties en dit voor de duur van de federale fase van het noodplan.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Aan artikel 14 van het gebruikersreglement bibliotheek Bertem, goedgekeurd op 20 december 2016, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Tijdens de periode van de afkondiging van een federale fase van het noodplan ter voorkoming van de verspreiding van het COVID-19 virus door de minister van Binnenlandse Zaken, wordt het tarief van de reservatie van materialen op 0 euro gezet."
Zitting van 28 april 2020
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING IVERLEK 12 JUNI 2020 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 12 juni 2020 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Door de maatregelen tegen de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19, staat het vandaag niet vast onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst, wordt gevraagd om een expliciete beslissing over alle voorliggende agendapunten. Op deze manier kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een schriftelijke algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de agenda van de algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek van 12 juni 2020:
Artikel 2:in geval van schriftelijke algemene vergadering
De gemeenteraad verleent zijn akkoord over elk van de voorliggende agendapunten. Dit geeft het standpunt van de gemeente weer, en dient in geval van een schriftelijke algemene vergadering als een bindend akkoord te worden beschouwd en dat opgenomen zal worden in een overzichtslijst ‘houdende ontvangen inhoudelijke goedkeuringen van de deelnemers’ die gevoegd zal worden bij de notulen van bovenvermelde algemene vergadering en waarbij de individuele gemeenteraadsbeslissingen via het digitaal loket zullen overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.
Artikel 3:in geval van een fysieke algemene vergadering
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek op 12 juni 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), wordt opgedragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van dit besluit.
Zitting van 28 april 2020
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING RIOBRA OP 22 JUNI 2020 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Riobra afgesloten op 31 december 2019 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 WVV - netto-actieftest (artikel 6:115 WVV).
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Riobra met betrekking tot het boekjaar 2019.
5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
6. Statutaire benoemingen.
7. Benoeming van een commissaris.
8. Statutaire mededelingen.
Juridische gronden
De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
Argumentatie
Voor de algemene vergadering van 22 juni 2020 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.
Door de maatregelen tegen de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19, staat het vandaag niet vast onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst, wordt gevraagd om een expliciete beslissing over alle voorliggende agendapunten. Op deze manier kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een schriftelijke algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de agenda van de algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra van 22 juni 2020:
1) Kennisneming verslagen van Riobra van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2019.
2) Goedkeuring van de jaarrekening van Riobra afgesloten op 31 december 2019 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3) Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 WVV - netto-actieftest (artikel 6:115 WVV).
4) Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Riobra met betrekking tot het boekjaar 2019.
5) Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
6) Statutaire benoemingen.
7) Benoeming van een commissaris.
8) Statutaire mededelingen.
Artikel 2: in geval van schriftelijke algemene vergadering
De gemeenteraad verleent zijn akkoord over elk van de voorliggende agendapunten. Dit geeft het standpunt van de gemeente weer, en dient in geval van een schriftelijke algemene vergadering als een bindend akkoord te worden beschouwd en dat opgenomen zal worden in een overzichtslijst ‘houdende ontvangen inhoudelijke goedkeuringen van de deelnemers’ die gevoegd zal worden bij de notulen van bovenvermelde algemene vergadering en waarbij de individuele gemeenteraadsbeslissingen via het digitaal loket zullen overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.
Artikel 3: in geval van een fysieke algemene vergadering
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra op 22 juni 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) wordt opgedragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van dit besluit.
Zitting van 28 april 2020
KLACHTENMANAGEMENT. KENNISNAME RAPPORT KLACHTENBEHANDELING 2019.
Juridische gronden
Bijlagen
• Klachtenrapport 2019
Besluit
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van het rapport klachtenbehandeling van 2019.
Zitting van 28 april 2020
INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING PREVENTIE. BEKRACHTIGING COLLEGEBESLUIT 30 MAART 2020 OVER DE GOEDKEURING VAN DE OPSTART INTERGEMEENTELIJKE PREVENTIEWERKING, CO-FINANCIERING EN DELEGATIE AAN LOGO OOST-BRABANT.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
• Dit systeem is gebaseerd op vrijwilligheid.
º Intergemeentelijke samenwerking van twee of meer gemeenten binnen een eerstelijnszone;
º gemeenten cofinancieren voor minstens hetzelfde bedrag als de Vlaamse financiering;
º Er wordt een 'beheerder' aangesteld voor de lokale preventiewerking. De gemeenten in het samenwerkingsverband bepalen autonoom waar de preventiewerker tewerkgesteld wordt. De gemeenten kunnen zelf het werkgeverschap opnemen of ze kunnen dit toewijzen aan een andere organisatie. Ook de standplaats van de preventiewerker wordt binnen het samenwerkingsverband overeengekomen. Gemeenten bepalen ook zelf welk profiel ze gebruiken in termen van opleiding en anciënniteit, zolang het gaat om personen met de nodige competenties op het gebied van preventie.
º Er wordt gewerkt rond preventiethema's die aansluiten bij het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid en de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en de bestaande Vlaamse preventiemethodieken worden toegepast. De gemeente kan zich hiervoor laten bijstaan door het LOGO uit de regio.
º Jaarlijks na begeleiding en ondersteuning van het LOGO summier rapporteren over de werking.
Juridische gronden
Argumentatie
Het opstarten van een intergemeentelijke preventiewerking tussen de gemeenten Herent, Kortenberg, Bertem, Huldenberg, Bierbeek en Lubbeek zal de bestuurskracht van de gemeente verhogen en biedt de gemeente een kans om de inspanningen van de voorbije jaren te verbreden, te verdiepen en te verzilveren om zo een nog Gezondere Gemeente te worden.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
BI 0985-00/649.806 BD2-AP11-A37 | € 3858 | € 3858 | € 3858 |
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
BI 0985-00/740900 BD2-AP11-A37 | € 3858 | € 1929 |
Bijlagen
• Collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de opstart intergemeentelijke preventiewerking, co-financiering en delegatie aan Logo Oost-Brabant.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad bekrachtigt het collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de opstart intergemeentelijke preventiewerking, co-financiering en delegatie aan Logo Oost-Brabant.
Zitting van 28 april 2020
AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. MAATREGELEN KERSTRAAT M.B.T. DE CIRCULATIE ROND DE TOEKOMSTIGE SPORTHAL EN SPORTTERREINEN - VERDAGING PUNT.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad verdaagt het agendapunt naar de volgende zitting.
Zitting van 28 april 2020
AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN VAN EEN PARKEERVERBOD VOOR VRACHTWAGENS MET EEN MTM VAN MEER DAN 3,5 TON OP DE PARKING AAN DE BLOKKENSTRAAT TEGENOVER HET ATLETIEKTERREIN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Adviezen
Argumentatie
Op de parking aan de Blokkenstraat ter hoogte van de woningen met nr. 297 tot en met 305 is het langdurig parkeren van lichte vrachtwagens verboden. Gezien de beperkte parkeermogelijkheden in de omgeving wordt parkeren voor lichte vrachtwagens tot 3,5 ton MTM mogelijk gemaakt.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
In de Blokkenstraat te 3060 Korbeek-Dijle wordt ter hoogte van de woningen met huisnummers 297 tot en met 305 (tegenover het atletiekterrein) een parkeerverbod voor vrachtwagens met een MTM van meer dan 3,5 ton, uitgezonderd laden en lossen, ingesteld.
Artikel 2:
De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door de verkeersborden E9a met vermelding "3,5t max" met onderborden type Xa en Xb, voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v., inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Artikel 3:
Het raadsbesluit van 27 juni 2017 tot instelling van een parkeerverbod voor vrachtwagens, uitgezonderd laden en lossen op de parking aan de Blokkenstraat ter hoogte van de woningen met nr. 297 tot en met 305 te 3060 Korbeek-Dijle, wordt opgeheven op 15 mei 2020.
Artikel 4:
Dit besluit treedt in werking op 15 mei 2020.
Zitting van 28 april 2020
HERAANLEG VOETPADEN IN DE KORBEEKSE KERKSTRAAT. GOEDKEURING VERREKENING 2 EN 3.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
• De financieel directeur verleende een visum op 7 april 2020.
Argumentatie
Tijdens de rondgang met de asfalteerder Grizaco bleek dat het rijwegprofiel van de Korbeekse Kerkstraat in dermate slechte staat is (golvend) dat het zeer moeilijk is om een nieuwe toplaag te voorzien zonder goot/kantstrook als referentie. Zowel in fase 1 (reeds uitgevoerd) als fase 2 vraagt de asfalteerder een goot/kantstrook om naartoe te werken om te voorkomen dat water op de rijweg kan blijven staan.
In fase 2 werd een kantstrook nog mee gestort samen met de ter plaatse vervaardigde boordsteen.
Voor fase 1 was de boordsteen reeds gestort. Tussen het kruispunt met de Stationsstraat en de bocht (Dam) wordt een bijkomende kantstrook gestort tegen de nieuwe boordsteen. Het gedeelte tussen Dam en de Nijvelsebaan heeft voldoende helling waardoor plasvorming op dit stuk niet mogelijk is.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
ACT 2.20.70 224707/0200-00 | € 150 000 (2020) | € 137 305,76 | € 55 693,62 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 2 (meerprijs kantstrook fase 2) van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” voor het totaal bedrag in meer van 24 874,15 euro excl. btw of 30 097,72 euro incl. 21% btw.
Artikel 2:
Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 3 (meerprijs kantstrook fase 1 en bijkomende aanpassingswerken) van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” voor het totaal bedrag in meer van 21 153,64 euro excl. btw of 25 595,90 euro incl. 21% btw.
Artikel 3:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op actie 2.20.70 224707/0200-00 (budget voetpaden).
Zitting van 28 april 2020
FIETSPADEN MEERBEEKSESTEENWEG. GOEDKEURING VAN DE OVEREENKOMST VOOR DE AANSTELLING VAN HET STUDIEBUREAU QUADRANT VOOR DE HERAANLEG VAN HET FIETSPAD MEERBEEKSESTEENWEG.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
• De financieel directeur verleende een visum op 9 april 2020.
Argumentatie
Zowel Kortenberg als Bertem willen deze legislatuur inzetten op de ontwikkeling van fietspaden. Voor de heraanleg van het fietspad Meerbeeksesteenweg is in het meerjarenplan een budget voorzien van 434 000 euro voor deze legislatuur (studiewerk en uitvoering).
Gemeente Kortenberg heeft in 2006 het studiebureau Quadrant bvba aangesteld na een overheidsopdracht. De gemeente heeft een studie laten opmaken voor de volledige vernieuwing van de Hulstbergstraat (rijweg inclusief fietspaden) vanaf de gemeentegrens. Het studiebureau werd op grondgebied Kortenberg recent opnieuw aan het werk gezet om terug alles op te meten en het ontwerp opnieuw te bekijken.
De aanleg van het fietspad Meerbeeksesteenweg is een opdracht die om conceptuele en uitvoeringstechnische redenen niet anders dan op een gezamenlijke en gecoördineerde manier dient te verlopen in overeenstemming met de aanleg van het fietspad Hulstbergstraat. Daarom is een uitbreiding van de lopende studieopdracht m.b.t. het fietspad Hulstbergstraat de meest aangewezen oplossing. Zo kan ingezet worden op uniformiteit in ontwerp en uitvoering. Ook voor het subsidiedossier is het beter als er met 1 startnota en 1 projectnota wordt gewerkt (bovenlokaal dossier, dezelfde termijnen na goedkeuring subsidie). Door een overeenkomst met Quadrant af te sluiten, kan ook tijd uitgespaard worden; de gemeente Bertem moet geen overheidsopdracht meer voeren, het studiebureau heeft reeds de terreinkennis.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
2.20.72 0200-00/224607 | €434 000 (2020-2025) | €434 000 (2020-2025) | €32 000 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt het bijgevoegde bestek nr. OW 2006 D1/865.1, opgemaakt door de gemeente Kortenberg, goed.
Artikel 2:
Het studiebureau Quadrant bvba, Dorpsstraat 202 te Kortenberg, wordt aangesteld onder dezelfde voorwaarden van het bijgevoegde bestek nr. OW 2006 D1/865.1 en de ingediende offerte van Quadrant met aanpassingscoëfficiënt van 0,90 op KVIV barema I, klasse 1.
Artikel 3:
De gemeenteraad keurt de bijgevoegde overeenkomst 'Studieovereenkomst voor de heraanleg van het fietspad langsheen te Meerbeeksesteenweg te Bertem' tussen de gemeente Bertem en Quadrant bvba goed.
Artikel 4:
De uitgaven ten laste van de gemeente worden voorzien in het investeringsbudget van 2020-2025 op budgetcode 2.20.72 0200-00/224607.
Zitting van 28 april 2020
AANSTELLEN ONTWERPER VOOR DE HERAANLEG VAN VOETPADEN EN HET VERNIEUWEN VAN BETONPLATEN IN 2020-2025. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, GUNNINGSWIJZE EN UIT TE NODIGEN FIRMA'S.
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het meerjarenplan voorziet de heraanleg van verschillende voetpaden in deze legislatuur (Paardenstraat, Kerkstraat, stukje rijweg Ferd. Vanlaerstraat, John Vanhaerenstraat, wijk Ter Klingen, Voerhoek, Elzenstraat, Bankblokstraat, wijk Kruiskouter, Bloemenwijk) en budget voor het vernieuwen van gebroken betonplaten.
Er wordt een studiebureau aangesteld voor de opmaak van de aanbestedingsdossiers voor deze werken. Voor het vernieuwen van de betonplaten wordt gezocht naar 1 aannemer voor de komende jaren. Voor de heraanleg van de voetpaden dient het studiebureau jaarlijks een aanbestedingsdossier uit te werken voor de uitvoering door een aannemer.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
ACT 2.20.70 224707/0200-00
ACT 2.25.89 224500/0200-00 | € 1 240 000 (2020-2025)
€ 165 000 (2020-2025) | € 1 227 305,76
€ 165 000 | € 110 110
€ 15 125 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het bestek met nr. T865.1/465 en de raming voor de opdracht “Aanstellen ontwerper voor de heraanleg van voetpaden en het vernieuwen van betonplaten in 2020-2025”, opgesteld door de dienst investeringsprojecten worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming voor de 2 percelen samen bedraagt 103 500 euro excl. btw of 125 235 euro incl. 21% btw.
Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3:
Volgende firma's worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
• Quadrant, Dorpsstraat 202 te 3078 Kortenberg;
• Talboom bvba, A. Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs;
• Hosbur bvba, Diestsestraat 175 te 3270 Scherpenheuvel-Zichem;
• Meso studiebureau bvba, Jan Mulsstraat 132 bus 0201 te 1853 Grimbergen.
Artikel 4:
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 22 mei 2020 om 11 uur.
Artikel 5:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en volgende jaren, op actie 2.20.70 224707/0200-00 (budget voetpaden) en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en volgende jaren, op actie 2.25.89 224500/0200-00 (budget betonherstellingen).
Zitting van 28 april 2020
PATRIMONIUM. GOEDKEURING GEBRUIKSOVEREENKOMST PARKING JOHN VANHAERENSTRAAT.
Voorgeschiedenis
• Besluit van de gemeenteraad van 24 juni 2014 over de goedkeuring van de gebruiksovereenkomst parking John Vanhaerenstraat
• Opzegging van de gebruiksovereenkomst door Jelly Van Noppen op 3 december 2019
Feiten en context
Juridische gronden
• Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor de daden van beschikking over onroerende goederen.
Adviezen
• Gunstig advies van Gwenda Van Noppen van 10 januari 2020.
Argumentatie
In de directe omgeving van de gemeentelijke loods en op het terrein van de loods zelf is onvoldoende parkeergelegenheid voor de wagens van de personeelsleden van de gemeentelijke technische diensten. Een aantal parkeerplaatsen in de directe omgeving van de loods wordt onderworpen aan een beperkte parkeerduur.
Om parkeeroverlast in de buurt van de gemeentelijke loods te vermijden, is het noodzakelijk dat de gemeente verder gebruik kan maken van de huidige parking in de John Vanhaerenstraat.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de bijgevoegde gebruiksovereenkomst tussen enerzijds het gemeentebestuur van Bertem en anderzijds Gerrit Van Uffel en Gwenda Van Noppen goed, voor het gebruik door de gemeente van een perceel grond, eigendom van Gerrit Van Uffel en Gwenda Van Noppen, kadastraal gekend als afdeling 1, sectie A, nr 568k, gelegen aan de John Vanhaerenstraat naast nr. 4 in 3060 Bertem.
Zitting van 28 april 2020
ONDERWIJS. BEKRACHTIGING COLLEGEBESLUIT 30 MAART 2020 OVER DE GOEDKEURING VAN DE SAMENWERKINGSAFSPRAKEN GEMEENTELIJKE BASISSCHOLEN BERTEM EN LEEFDAAL EN HET CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEIDING CLB N-BRUSSEL.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 18 december 2008 over de verlenging van het beleidscontract CLB.
• Collegebesluit van 2 februari 2009 over de goedkeuring van het beleidscontract gemeentescholen-CLB.
• Collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de samenwerkingsafspraken gemeentelijke basisscholen Bertem en Leefdaal en het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.
Feiten en context
• De school is de eerste actor binnen de leerlingenbegeleiding en moet dan ook de schoolinterne leerlingenbegeleiding op zich nemen.
• De school werkt hiervoor een geïntegreerd beleid op vlak van leerlingenbegeleiding uit. Dit geïntegreerd beleid moet ingevuld en uitgewerkt worden in alle fasen van het zorgcontinuüm op de 4 begeleidingsdomeinen:
º De onderwijsloopbaan
º Leren en studeren
º Psychisch en sociaal functioneren
º Preventieve gezondheidszorg
• De school is de eindverantwoordelijke van het beleid op leerlingenbegeleiding voor iedere fase van het zorgcontinuüm. Voor de uitvoering van haar taken wordt ze ondersteund door schoolexterne instanties.
• De school moet samenwerken met een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) en moet daarom het initiatief nemen tot het maken van samenwerkingsafspraken met een centrum.
• Het schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen die behoren tot het gesubsidieerd gewoon basisonderwijs samenwerkingsafspraken met een CLB maken om erkend te blijven.
Juridische gronden
• Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid.
• Artikel 14 van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
Het centrum en de school maken afspraken over de schoolspecifieke samenwerking en leggen die vast. De samenwerking tussen een centrum en een school loopt voor onbepaalde duur en start in het begin van een schooljaar. Op basis van een evaluatie van de samenwerking kunnen de samenwerkingsafspraken in onderling overleg worden bijgestuurd. Uiterlijk op 31 maart voorafgaand aan het schooljaar waarop een gewijzigde samenwerking ingaat, deelt elk centrum aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Regering mee met welke scholen het centrum zal samenwerken.
• Artikel 62, § 1, 10° van het decreet basisonderwijs
Een school kan erkend worden indien zij samenwerkingsafspraken maakt met een centrum voor leerlingenbegeleiding en een beleid op leerlingenbegeleiding voert.
• Artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2018 tot operationalisering van de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
De afspraken over de schoolspecifieke samenwerking tussen de school en het centrum zijn gebaseerd op het beleid op leerlingenbegeleiding van de school.
De school en het centrum maken minstens afspraken over:
1° de rol- en taakverdeling van de school en het centrum ter uitvoering van leerlingenbegeleiding;
2° de uitwisseling van relevante informatie tussen de school en het centrum;
3° de informatiemomenten voor leerlingen over de structuur en de organisatie van het Vlaamse onderwijs, het volledige onderwijsaanbod en, specifiek voor secundaire scholen, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt;
4° de wijze waarop de samenwerking tussen de school en het centrum wordt geëvalueerd en de wijze waarop de afspraken over de schoolspecifieke samenwerking bijgestuurd kunnen worden.
Adviezen
• Gunstig advies schoolraad GBS Bertem op 13 februari 2020
• Gunstig advies schoolraad GBS Leefdaal op 10 maart 2020
Argumentatie
Vanaf 1 september 2020 moeten alle basisscholen samenwerkingsafspraken hebben met een CLB. Dit is een erkenningsvoorwaarde voor elke school.
De gemeentescholen van Bertem doen reeds lang een beroep op de dienstverlening van het CLB N-Brussel, het vroegere 'CLB van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Brussel'.
De gemeenteraad wenst met ingang van 1 januari 2020 samenwerkingsafspraken te maken met het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.
Bijlagen
• Collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de samenwerkingsafspraken gemeentelijke basisscholen Bertem en Leefdaal en het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad bekrachtigt het collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de samenwerkingsafspraken gemeentelijke basisscholen Bertem en Leefdaal en het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.
Zitting van 28 april 2020
LEVEREN EN PLAATSEN VAN ZONNEWERING. GOEDKEURING RAMING, LASTVOORWAARDEN, GUNNINGSWIJZE EN AAN TE SCHRIJVEN FIRMA'S.
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Henri Grammet, preventieadviseur van de GD-PBW van Interleuven, bezorgde volgend advies op 14 april 2020:
Algemene veiligheidseisen:
Bij aankoop van verduisteringsgordijnen dienen deze aan het volgende te voldoen:
De certificaten dient de werkgever bij te houden in het brandpreventiedossier.
Argumentatie
Het is voor het welzijn van de gebruikers van de leslokalen noodzakelijk dat de lesmomenten verlopen in optimale omstandigheden. Voor de lessen op het smartboard is het noodzakelijk om de klaslokalen gedeeltelijk te verduisteren zodat de projectie op het scherm optimaal waarneembaar is. In beide gemeentelijke scholen zijn de huidige gordijnsystemen aan vervanging toe. Er wordt geopteerd voor een manueel bediende binnenzonnewering in de vorm van rolgordijnen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0800-00 221500 / BD1-AP10-A33 0800-01 221500 BD1-AP10-A33 | € 15 000
€ 30 000 | € €15 000
€ 30 000 | € 11 299,60
€ 33 686,80 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het bestek met nr. FA861.21/463 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van binnenzonnewering”, opgesteld door de dienst facilitair beheer worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 42 440 euro excl. btw of 44 986,40 euro incl. 6% btw.
Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3:
Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
Artikel 4:
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 20 mei 2020 om 13.30 uur.
Artikel 5:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2020, op budgetcode 221500/0800-00 en 221500/0800-01.
Roland Gustin Diane Vander Elst Marc Morris Karin Baudemprez Jimmy Geyns Tom Philips Maria Andries Dirk Stoffelen Wouter Fock Iris De Smet Peter Persyn Greet Goossens Pieter Sempels Jan De Keyzer Griet Verhenneman Joël Vander Elst Joery Verhoeven Albert Mees Yvette Laes Jenne Van Cortenberg Joris Fonteyn Eddy Vranckx Roland Gustin Diane Vander Elst Marc Morris Karin Baudemprez Jimmy Geyns Tom Philips Maria Andries Wouter Fock Iris De Smet Peter Persyn Greet Goossens Pieter Sempels Jan De Keyzer Griet Verhenneman Joël Vander Elst Joery Verhoeven Albert Mees Yvette Laes Jenne Van Cortenberg Joris Fonteyn Eddy Vranckx Tom Philips Greet Goossens Jimmy Geyns Jan De Keyzer Wouter Fock Pieter Sempels Maria Andries Griet Verhenneman Joery Verhoeven Yvette Laes Iris De Smet Jenne Van Cortenberg Joël Vander Elst Eddy Vranckx Roland Gustin Albert Mees Diane Vander Elst Marc Morris Karin Baudemprez Joris Fonteyn Peter Persyn aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Zitting van 28 april 2020
DESIGN AND BUILD SPORTHAL VERONA. GOEDKEURING VERREKENING 1 PU COATING EN POLIBETON EN VERREKENING 2A PAALFUNDERING.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Op vraag van de architect werd een voorstel ingediend om naar materiaalgebruik van de vloeren en de natte ruimtes af te wijken van het bestek. Hiervoor heeft de architect een nota/motivering opgemaakt die o.a. besproken is geweest op het college van burgemeester en schepenen van 4 november 2019. Als bijlage wordt de nota materialen van de architect bijgevoegd. Er is gekozen om het advies van de architect te volgen om polibeton te voorzien voor de vloeren en PU coating in de doucheruimtes en wc's. (Beeld 6/7 van de beelden binnenafwerking is als bijlage bij dit punt gevoegd.) Het gebruik van plinten wordt ook beperkt tot waar nodig (wel een plint in het droog gedeelte van de kleedkamers en de dansruimte). Het voorstel om afwasbaar schilderwerk aan te brengen, wordt niet gevolgd. De aannemer heeft hiervoor een wijzigingsaanvraag 1 opgemaakt die resulteert in een bedrag in meer van 25 994,65 euro excl. 21% btw.
Nadat de grond waar de sporthal wordt gebouwd eigendom werd van de gemeente heeft Cordeel bijkomende sonderingen uitgevoerd. Uit de resultaten van de bijkomende sonderingen en de stabiliteitsberekening volgt dat een paalfundering noodzakelijk is. De voorziene betonplaat moet vervangen worden door een paalfundering. De aannemer heeft een wijzigingaanvraag 2 opgemaakt. Na bespreking werd een aangepaste wijzigingsaanvraag 2A opgemaakt die resulteert in een bedrag in meer van 177 497,69 euro excl. 21% btw.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
1.5.13 0742-00/221007 | € 4 330 000 | € 324 059,57 | € 203 492,34 (excl. 21% btw) |
Bijlagen
Besluit
19 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns en Albert Mees
2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1: PU Coating en polibeton van de opdracht “Nieuwbouw sportpark en sporthal Verona” voor het totaal bedrag in meer van 25 994,65 euro excl. 21% btw.
Artikel 2:
Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 2A: Paalfundering van de opdracht “Nieuwbouw sportpark en sporthal Verona” voor het totaal bedrag in meer van 177 497,69 euro excl. 21% btw.
Artikel 3:
De termijnverlenging van 20 werkdagen voor verrekening 2A wordt goedgekeurd.
Artikel 4:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en 2021, op budgetcode 0742-00/221007.
Zitting van 28 april 2020
VERKAVELING MET WEGENIS. GOEDKEURING TRACÉ WEGENIS RONALD PROBST VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, BLANKAART 50, 50A, 52 EN 52A, SECTIE B 199E.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg. Het blijft de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De Blankaart ligt in een westelijk gelegen bebouwde uitloper van het centrum van Leefdaal. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen, het omliggend kouterlandschap en de groene Voerader.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
Juridische gronden
1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad.
2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009
Artikel 4.2.15, § 1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.
3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.
Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van
1° de gemeentelijke projecten
2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is.
§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:
1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;
2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.
§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.
Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.
Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag. Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.
De Vlaamse regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
Artikel 31/1
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53.
De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
4. Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid
Dit nooddecreet is diezelfde dag in werking getreden. Het machtigt o.a. de Vlaamse regering om maatregelen te treffen inzake allerhande geldende procedurebepalingen, zoals termijnen en verplichtingen. Hierbij kan gedacht worden aan het opschorten van openbare onderzoeken, informatievergaderingen, hoorzittingen, maar ook het opschorten van bepaalde beslissingstermijnen.
5. Besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 2020 tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Een aantal beslissingstermijnen, termijnen van openbaar onderzoek en termijnen waarbinnen beroep kan worden ingesteld, worden verlengd:
Adviezen
Deze klachten handelen niet over de wegenis.
Argumentatie
Het restperceeltje van 21,10 m² tussen de rooilijn en de huidige grens van het privéperceel zal afgestaan worden aan de gemeente vooraleer de verkaveling kan gerealiseerd worden.
Hierdoor wordt de rooilijn van de Blankaart in deze zone gerealiseerd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De raad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat de ingediende bezwaren niet handelen over de wegenis.
Artikel 2:
De voorgestelde grondafstand van 21,10 m² tussen de rooilijn van de Blankaart en de huidige grens van het privédomein, zoals voorgesteld door de aanvrager, wordt goedgekeurd.
Zitting van 28 april 2020
MEERJARENPLAN. KENNISNAME VASTSTELLINGEN TOEZICHTHOUDENDE OVERHEID OVER MEERJARENPLAN GEMEENTE EN OCMW BERTEM 2020-2025.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
Mededeling
De gemeenteraad neemt kennis van de brief van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 14 februari 2020 met zijn vaststellingen over het meerjarenplan gemeente en OCMW Bertem 2020-2025.
De raad neemt tevens kennis van het detail van de aanpassing van het gecumuleerd budgettair resultaat van 2019 en van schema T4 evolutie van de financiële schulden.
Zitting van 28 april 2020
RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN OP GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van een nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
• Brief van Fluvius van 24 oktober 2019 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein – verlenging vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022
• Raadsbesluit van 17 december 2019 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein.
• E-mail van de toezichthoudende overheid van 5 februari 2020 met het advies om de voorziene jaarlijkse indexering in het goedgekeurde reglement te verduidelijken.
Juridische gronden
• Artikel 170, §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
• Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen
Argumentatie
De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op het gemeentelijk grondgebied.
Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.
De gemeente heeft de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goedgekeurd; die Code heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, om de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.
Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.
De Code is geactualiseerd naar aanleiding van toegenomen aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...
Op 17 december 2019 keurde de gemeenteraad het huidige retributiereglement goed.
Een aanpassing dringt zich op om twee redenen:
1) in het modelreglement van Fluvius werd een uitzondering op de retributie voorzien indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente. Deze uitzondering is per vergissing niet opgenomen in het goedgekeurde reglement.
2) Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft in het kader van zijn bestuurlijk toezicht opgemerkt dat het model van retributiereglement in artikel 2 de volgende zin bevat: "Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast." Het is evenwel niet duidelijk welke indexatie toegepast wordt. De gemeente mag een indexatie opnemen bij de tarieven maar dan moet in het reglement duidelijk bepaald worden op basis van welke index en op basis van welke aanpassing het tarief wordt bepaald.
Recent heeft Fluvius - naar aanleiding van dezelfde opmerking bij andere gemeenten - aangegeven dat de jaarlijkse indexering van alle vermelde bedragen gebeurt (onder voorbehoud van goedkeuring VREG) volgens de gemiddelde geharmoniseerde consumentenindex voor diensten zoals vastgesteld in de maand oktober. Zij vermelden hierbij dat het aan de gemeente vrij staat om dit in het raadsbesluit op te nemen maar met vermelding dat deze indexering onder voorbehoud van goedkeuring door de VREG is.
Financiële gevolgen
• De geraamde jaarlijkse opbrengst van deze retributie is 20 957,36 euro.
Besluit
eenparig
Artikel 1 - Algemeen:
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn:
• alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,
• telecommunicatie,
• radiodistributie en kabeltelevisie,
• de transmissie van enigerlei data,ongeacht of een privégebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,
• alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken:
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 0,78 euro, voor werken in voetpaden 0,60 euro en voor werken in aardewegen 0,36 euro.
Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast, volgens de gemiddelde geharmoniseerde consumentenindex voor diensten zoals vastgesteld in de maand oktober (onder voorbehoud van goedkeuring VREG).
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen:
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast, volgens de gemiddelde geharmoniseerde consumentenindex voor diensten zoals vastgesteld in de maand oktober (onder voorbehoud van goedkeuring VREG).
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 4 - Inning:
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5 - Opheffing:
Het raadsbesluit van 17 december 2019 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein wordt opgeheven op 1 mei 2020.
Artikel 6 - Inwerkingtreding:
Dit retributiereglement gaat in vanaf 1 mei 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022.
Zitting van 28 april 2020
BUDGETHOUDERSCHAP. VASTSTELLING BEGRIP DAGELIJKS BESTUUR.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Door de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' door de gemeenteraad kunnen een aantal aankopen vlotter afgehandeld worden.
De bepalingen van het vorige besluit over de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' worden deels hernomen.
Voor het investeringsbudget wordt voorgesteld om de overheidsopdrachten tot 50 000 euro excl. btw (i.p.v. 20 000 euro excl. btw) te beschouwen als 'dagelijks bestuur' omdat dit de nodige flexibiliteit voor de aankoop van kleine materialen, voertuigen e.d. ten goede komt. Bovendien is in de wetgeving op de overheidsopdrachten de grens van de 'onderhandelingsprocedure via aanvaarde factuur' opgetrokken van 8500 euro excl. btw naar 30 000 euro excl. btw, waardoor de huidige grens van 20 000 euro voor 'dagelijks bestuur' achterhaald is. Bij de opdrachten met aanvaarde factuur geldt de factuur als bewijs dat de opdracht gesloten is. Deze overheidsopdrachten kunnen zonder specifieke documenten of procedures worden gegund en gesloten; bv. de opmaak van een bestek is voor deze aankopen met relatief beperkte waarde niet nodig. Deze opdrachten blijven echter wél onderworpen aan de algemene beginselen van de wetgeving overheidsopdrachten, zoals het eerbiedigen van de vrije mededinging en het gelijkheidsbeginsel.
Wat de aanvullende werken, leveringen of diensten betreft, worden de huidige relatieve en absolute bovengrenzen geschrapt, maar gelden twee andere voorwaarden, waaraan cumulatief moet worden voldaan, nl.:
1) de nodige kredieten voor deze aanvullende werken, leveringen of diensten moeten voorzien zijn als investeringskredieten van het meerjarenplan
2) de voorwaarden zoals voorzien in het KB Uitvoering, waaronder zowel inhoudelijke als budgettaire beperkingen.
De vaststelling van het begrip dagelijks bestuur houdt geen rechtstreeks verband met de drempelbedragen die gelden inzake overheidsopdrachten en bijgevolg ook niet met het drempelbedrag dat geldt voor de 'aanvaarde factuur'. Vele gemeenten leggen de grens voor opdrachten dagelijks bestuur (veel) hoger dan de grenzen in dit besluit. De voorgestelde bepaling van het begrip dagelijks bestuur is vooral gebaseerd op pragmatische overwegingen omdat heel wat kleinere investeringen die te maken hebben met de operationele werking van de gemeente (bepaalde machines, bestelwagen, telefooncentrale…) vaak flirten met de momenteel geldende grens van 20 000 euro exclusief btw. Bovendien bevinden zulke investeringen zich bij het lokaal bestuur Bertem in het detailoverzicht van de investeringskredieten van het meerjarenplan (hetgeen de meeste gemeenten niet doen) en heeft de gemeenteraad bijgevolg de mogelijkheid om n.a.v. de bespreking van het meerjarenplan te beslissen om bepaalde investeringen onder 50 000 euro exclusief btw toch te laten verlopen via de gemeenteraad indien de gemeenteraad meent dat die investering een beleidsmatige impact heeft.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeenteraad beslist het begrip 'dagelijks bestuur' als volgt vast te stellen:
1) alle uitgaven van het exploitatiebudget, inclusief meerjarige opdrachten
2) alle uitgaven van het investeringsbudget tot een maximum van 50 000 euro (exclusief btw)
3) het aankopen van aanvullende werken, leveringen of diensten op het investeringsbudget overeenkomstig artikel 38/1 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voor zover de nodige kredieten voor deze aanvullende werken, leveringen of diensten voorzien zijn in het goedgekeurd investeringsbudget.
Artikel 2:
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt opdracht gegeven om deze vaststelling van het begrip dagelijks bestuur na één jaar te evalueren en om deze evaluatie voor te leggen aan de gemeenteraad.
Artikel 3:
Het raadsbesluit van 2 april 2013 over de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' wordt opgeheven op 1 april 2020.
Artikel 4:
Dit besluit treedt in werking op 1 april 2020.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.