BESLUITENLIJST VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 28 april 2020

Van 20 uur tot 21 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Albert Mees

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Yvette Laes, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn en Jimmy Geyns

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
  • Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
    De gemeenteraad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
  • Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
    Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de gemeenteraad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 18 februari 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 18 februari 2020 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING DIGITAAL VERGADEREN. BEKRACHTIGING BESLUIT BURGEMEESTER 13 APRIL 2020 OVER HET DIGITAAL VERGADEREN VAN GEMEENTERAAD EN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN OP 28 APRIL 2020.

 

Voorgeschiedenis

         Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

         Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken

         Besluit van de burgemeester van 13 april 2020 over het digitaal vergaderen van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2020

         Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Feiten en context

         De eerstvolgende zittingen van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn staan gepland op dinsdag 28 april 2020.

 

Juridische gronden

         Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet
De burgemeester is in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten.
Onverminderd de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken, van de gouverneur en van de bevoegde gemeentelijke instellingen, is de burgemeester de verantwoordelijke overheid inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.

         Artikel 133bis van de Nieuwe Gemeentewet
Zonder op enige wijze afbreuk te kunnen doen aan de aan de burgemeester toegekende bevoegdheden, heeft de gemeenteraad het recht geïnformeerd te worden door de burgemeester over de wijze waarop deze de bevoegdheden uitoefent die hem zijn verleend krachtens artikel 133, tweede en derde lid.

         Artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

         Artikel 135, §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd: (...)
het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.

         Artikelen 18 en 20 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing.

         Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19.

         Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

         Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.

         Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Argumentatie

Het coronavirus COVID-19 brengt een urgent en ernstig risico voor de volksgezondheid met zich mee. Het virus lijkt zich via de lucht over te dragen van mens tot mens, via alle mogelijke emissies via de mond en de neus. Om die reden vormen de bijeenkomsten van personen, in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, een bedreiging voor de volksgezondheid.

 

Het aantal deelnemers, de intensiteit van het contact, de duur van het contact, de beslotenheid van de ruimte en de leeftijdsmix van de bevolking zijn relevante factoren om al dan niet te beslissen over maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van infectieziekten en meer bepaald van het COVID-19 virus. De federale overheid legt diverse maatregelen op in het kader van "social distancing" als middel om het contact tussen besmette personen en niet-besmette personen te verminderen.

 

De burgemeester zag zich genoodzaakt bijkomende maatregelen te nemen in het kader van de openbare veiligheid en gezondheid teneinde de verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan en in de mate van het mogelijke in te perken.

 

De bijeenkomsten van de organen van het gemeentebestuur of het OCMW zijn niet verboden of geregeld door de federale maatregelen. De burgemeester vond het dan ook noodzakelijk om, teneinde de verspreiding van het virus te vertragen en te beperken, de fysieke samenkomst van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2020 te verbieden.

 

Het gemeentebestuur en het OCMW van Bertem beschikken over technologische mogelijkheden om een digitale of virtuele vergadering van de bestuursorganen te organiseren. Deze mogelijkheden, die uitzonderlijk en specifiek zijn voor tijdens de federale fase, genieten op dit moment de voorrang om de verspreiding van het Coronavirus COVID-19 te beperken.

 

De algemene principes uit het decreet over het lokaal bestuur (termijn van oproeping, inzage dossiers, tegensprekelijk debat...) blijven van toepassing.

 

De verordening van de burgemeester vervalt wanneer die niet op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad wordt bekrachtigd.

 

 

Bijlagen

         Besluit van de burgemeester van 13 april 2020 over het digitaal vergaderen van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 13 april 2020 over het digitaal vergaderen van gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Punt bijlagen/links Besluit burgemeester 15 april 2020 digitale GR en RMW april 2020.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING DIGITAAL VERGADEREN. BEKRACHTIGING BESLUIT BURGEMEESTER 2 APRIL 2020 DIGITAAL VERGADEREN BCSD 14 APRIL 2020.

 

Feiten en context

         De zitting van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) stond gepland op 14 april 2020.

 

Juridische gronden

         Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet
De burgemeester is in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten.
Onverminderd de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken, van de gouverneur en van de bevoegde gemeentelijke instellingen, is de burgemeester de verantwoordelijke overheid inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.

         Artikel 133bis van de Nieuwe Gemeentewet
Zonder op enige wijze afbreuk te kunnen doen aan de aan de burgemeester toegekende bevoegdheden, heeft de gemeenteraad het recht geïnformeerd te worden door de burgemeester over de wijze waarop deze de bevoegdheden uitoefent die hem zijn verleend krachtens artikel 133, tweede en derde lid.

         Artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

         Artikel 135, §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd: (...)
het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.

         Artikel 20 en 110 van het decreet lokaal bestuur
Het bijzonder comité voor de sociale dienst vergadert regelmatig, op de dagen en uren die het bepaalt, en zo dikwijls als de behandeling van de zaken het vereist.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing.

         Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19.

         Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

         Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.

         Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Argumentatie

Het coronavirus COVID-19 brengt een urgent en ernstig risico voor de volksgezondheid met zich mee. Het virus lijkt zich via de lucht over te dragen van mens tot mens, via alle mogelijke emissies via de mond en de neus. Om die reden vormen de bijeenkomsten van personen, in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, een bedreiging voor de volksgezondheid.

 

Het aantal deelnemers, de intensiteit van het contact, de duur van het contact, de beslotenheid van de ruimte en de leeftijdsmix van de bevolking zijn relevante factoren om al dan niet te beslissen over maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van infectieziekten en meer bepaald van het COVID-19 virus. De federale overheid legt diverse maatregelen op in het kader van "social distancing" als middel om het contact tussen besmette personen en niet-besmette personen te verminderen.

 

De burgemeester zag zich genoodzaakt bijkomende maatregelen te nemen in het kader van de openbare veiligheid en gezondheid teneinde de verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan en in de mate van het mogelijke in te perken.

 

De bijeenkomsten van de organen van het gemeentebestuur of het OCMW zijn niet verboden of geregeld door de federale maatregelen. De burgemeester vond het dan ook noodzakelijk om, teneinde de verspreiding van het virus te vertragen en te beperken, de fysieke samenkomst van het BCSD van 14 april 2020 te verbieden.

 

Het gemeentebestuur en het OCMW van Bertem beschikken over technologische mogelijkheden om een digitale of virtuele vergadering van de bestuursorganen te organiseren. Deze mogelijkheden, die uitzonderlijk en specifiek zijn voor tijdens de federale fase, genieten de voorrang om de verspreiding van het Coronavirus COVID-19 te beperken.

 

De algemene principes uit het decreet over het lokaal bestuur (termijn van oproeping, inzage dossiers, tegensprekelijk debat...) bleven van toepassing.

 

De verordening van de burgemeester vervalt wanneer die niet op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad wordt bekrachtigd.

 

 

Bijlagen

         Besluit van de burgemeester van 2 april 2020 over het digitaal vergaderen van het BCSD op 14 april 2020

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 2 april 2020 over het digitaal vergaderen van het BCSD op 14 april 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. BEKRACHTIGING BESLUIT BURGEMEESTER 24 MAART 2020 AFSLUITEN PARKINGS SPEELBOS 'T VOSSENHOL.

 

Voorgeschiedenis

  • Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Feiten en context

  • Het coronavirus COVID-19 lijkt zich via de lucht over te dragen van mens op mens; de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus. Om die reden vormen de bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, een specifieke bedreiging voor de volksgezondheid.
  • De minister van Binnenlandse Zaken heeft in verschillende ministeriële besluiten een verbod op samenscholingen en een sluiting van de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve, sportieve en horecasector opgelegd.
  • De burgers zijn ertoe gehouden thuis te blijven. Het is verboden om zich op de openbare weg en in openbare plaatsen te bevinden, behalve in geval van noodzakelijkheid en omwille van de redenen zoals vermeld in artikel 8 van voormeld MB. Een buitenwandeling met de leden van de familie die onder hetzelfde dak wonen vergezeld met een andere persoon, de beoefening van een individuele fysieke activiteit of met de familieleden die onder hetzelfde dak wonen of telkens een zelfde vriend, zijn wel toegestaan, dit alles met respect van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.
  • De politiezone Voer & Dijle stelt vast dat het speelbos 't Vossenhol, gelegen in het Eikenbos te Bertem, veel bezoekers aantrekt waardoor er samenscholingen ontstaan en waardoor de verplichte afstand van 1,5 meter tussen personen niet nageleefd kan worden.

 

Juridische gronden

  • Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet
    In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
  • Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
  • Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
  • Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de politiezone Voer & Dijle van 24 maart 2020

 

Argumentatie

De lokale bewoners, die alleen, met een vriend of in gezinsverband wandelen, fietsen of lopen naar het bos, kunnen nog steeds een bezoek brengen aan het speelbos.

Het afsluiten van de parkings voor personenwagens aan speelbos 't Vossenhol is noodzakelijk om de toestroom aan bezoekers aan het (speel)bos in te dijken, in het bijzonder de bezoekers die niet-essentiële verplaatsingen per wagen maken om het speelbos te kunnen bezoeken.

 

 

Bijlagen

         Besluit van de burgemeester van 24 maart 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 24 maart 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. BEKRACHTIGING BESLUITEN BURGEMEESTER 9 APRIL 2020 EN 20 APRIL 2020 AFSLUITEN PARKINGS SPEELBOS 'T VOSSENHOL.

 

Voorgeschiedenis

  • Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
  • Besluit van de burgemeester van 24 maart 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol.
  • Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.
  • Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Feiten en context

  • Het coronavirus COVID-19 lijkt zich via de lucht over te dragen van mens op mens; de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus. Om die reden vormen de bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, een specifieke bedreiging voor de volksgezondheid.
  • De minister van Binnenlandse Zaken heeft in verschillende ministeriële besluiten een verbod op samenscholingen en een sluiting van de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve, sportieve en horecasector opgelegd.
  • De burgers zijn ertoe gehouden thuis te blijven. Het is verboden om zich op de openbare weg en in openbare plaatsen te bevinden, behalve in geval van noodzakelijkheid en omwille van de redenen zoals vermeld in artikel 8 van voormeld MB. Buitenwandelingen met de leden van de familie die onder hetzelfde dak wonen in gezelschap van een andere persoon, alsook de beoefening van een individuele fysieke activiteit dan wel met de familieleden die onder hetzelfde dak wonen of telkens met een zelfde vriend, en dit alles met respect van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, zijn wel toegestaan. De personen die onder hetzelfde dak wonen, moeten de regel van social distancing van 1,5 meter niet respecteren.
  • De politiezone Voer & Dijle stelt vast dat het speelbos 't Vossenhol, gelegen in het Eikenbos te Bertem, veel bezoekers aantrekt waardoor er samenscholingen ontstaan en waardoor de verplichte afstand van 1,5 meter tussen personen niet nageleefd kan worden.

 

Juridische gronden

  • Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet
    In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
  • Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
  • Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.
  • Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de politiezone Voer & Dijle van 24 maart 2020

 

Argumentatie

Het afsluiten van de parkings voor personenwagens aan speelbos 't Vossenhol blijft noodzakelijk om de toestroom aan bezoekers aan het (speel)bos in te dijken, in het bijzonder de bezoekers die niet-essentiële verplaatsingen per wagen maken om het speelbos te kunnen bezoeken.

 

 

Bijlagen

         Besluiten van de burgemeester van 9 april 2020 en 20 april 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt de besluiten van de burgemeester van 9 april 2020 en 20 april 2020 over het afsluiten van de parkings aan speelbos 't Vossenhol.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

CORONAVIRUS COVID-19. KENNISNAME STAND VAN ZAKEN GEMEENTELIJKE AANPAK IN DE VOORKOMING VAN DE VERSPREIDING VAN HET CORONAVIRUS.

 

Besluit

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de burgemeester over de gemeentelijke aanpak in de voorkoming van de verspreiding van het coronavirus COVID-19.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

RETRIBUTIES. TIJDELIJKE VRIJSTELLING VAN DE RETRIBUTIE OP INNAMES OPENBAAR DOMEIN NAAR AANLEIDING VAN COVID-19.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de aanpassing van het retributiereglement ingebruikname openbaar domein in het kader van het uitvoeren van werken.
  • Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
  • E-mail van Jurgen Hamelryck namens de Confederatie Bouw Vlaams-Brabant van 25 maart 2020.
  • Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.
  • Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Feiten en context

  • Het raadsbesluit van 29 augustus 2016 vestigt een gemeentelijke retributie op het privaat gebruik van het openbaar domein voor het uitvoeren van bepaalde werken zoals het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten, schilderen, tuinaanleg,..

Onder ingebruikname wordt ondermeer verstaan het plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, hoogtewerkers, bouwliften...

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

  • Artikel 40, §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

  • Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur

De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:

14° het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.

  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.

 

Argumentatie

De vrijstelling van de retributie op innames openbaar domein kan het verschil maken voor bedrijven in deze onzekere tijden. Heel wat bedrijven worden immers bedreigd in het voortbestaan van hun onderneming. Deze opschorting betekent een onmiddellijke ingreep in het verlichten van hun vaste kosten (die doorlopen) die zij momenteel niet vergoed krijgen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Tijdens de periode van de afkondiging van een federale fase van het noodplan ter voorkoming van de verspreiding van het COVID-19 virus door de minister van Binnenlandse Zaken, worden innames van het openbaar domein voor werken vrijgesteld van de gemeentelijke retributie op basis van het raadsbesluit van 29 augustus 2016.

 

Artikel 2:

Deze tijdelijke vrijstelling geldt niet wanneer er een retributie geheven wordt:

  • voor de inname van het openbaar domein zonder de schriftelijke toelating van het gemeentebestuur;
  • voor de overschrijding van de toegelaten duur en/of oppervlakte van de inname van het openbaar domein zonder voorafgaandelijke nieuwe toelating van het gemeentebestuur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

RETRIBUTIES. AANPASSING TARIEF RESERVATIES BIBLIOTHEEK.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 20 december 2016 over de aanpassing van het gebruikersreglement van de bibliotheek.

         Raadsbesluit van 24 oktober 2017 over het uitleenreglement voor e-boeken en e-readers.

         Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19.

         Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

         Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

         Ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken.

         Ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Feiten en context

         De minister van Binnenlandse Zaken heeft vanaf 13 maart 2020 beslist om de bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen te beperken om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te vertragen en te beperken. Daarom worden alle inrichtingen die tot de culturele sector behoren, waaronder bibliotheken, gesloten tot en met 3 mei 2020.

         In uitvoering van de dwingende beslissing van de minister heeft het college van burgemeester en schepenen op 13 maart 2020 beslist om:

º         de uitleenpost van Leefdaal en de bibliotheek van Bertem te sluiten vanaf 13 maart 2020 om middernacht.

º         de dienstverlening van de bibliotheek anders te organiseren vanaf 17 maart 2020. De gemeentelijke bibliotheek in Bertem wordt als gebouw gesloten maar de uitleen wordt verder verzekerd, onder een andere vorm. De gebruikers kunnen via telefoon of in de online webcatalogus de gewenste materialen reserveren. Het bibliotheekpersoneel verpakt de gevraagde materialen en legt dit pakket in een rek in de inkomsas. De gebruiker kan in die sas, zonder fysiek contact met de medewerkers, zijn pakket komen afhalen op een tijdstip naar keuze. De gebruikers leveren de materialen in via de inleverbox; ook hier is geen fysiek contact. De teruggebrachte materialen worden ontsmet.

         Het gebruikersreglement bepaalt dat de gebruiker een retributie van 1 euro moet betalen voor de reservatie van materialen.

 

Juridische gronden

         Artikel 170, §4 van de grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Adviezen

         Gunstig advies van Kathleen Dubois, diensthoofd vrije tijd - bibliothecaris

 

Argumentatie

Het gemeentebestuur wenst de dienstverlening van de gemeentelijke bibliotheek, onder de vorm van de uitleen van (vnl.) boeken en dvd's, verder aan te bieden, ondanks de sluiting van de bibliotheek als publieke ruimte. Het is immers belangrijk om een zinvolle en culturele vrijetijdsbesteding te kunnen aanbieden aan alle burgers, jong en oud, die thuis moeten blijven als gevolg van de maatregelen voor de beheersing van de coronacrisis. Het uitlenen van materialen kan worden verdergezet zonder te raken aan de prioritaire doelstelling van de bescherming van de volksgezondheid; de gebruiker kan telefonisch en online (via de webcatalogus) de gewenste materialen reserveren. De materialen kunnen zonder fysiek contact worden opgehaald.

 

Het bestuur wenst deze tijdelijk gewijzigde dienstverlening maximaal te faciliteren door het kosteloos maken van de reservaties en dit voor de duur van de federale fase van het noodplan.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan artikel 14 van het gebruikersreglement bibliotheek Bertem, goedgekeurd op 20 december 2016, wordt de volgende zin toegevoegd:

"Tijdens de periode van de afkondiging van een federale fase van het noodplan ter voorkoming van de verspreiding van het COVID-19 virus door de minister van Binnenlandse Zaken, wordt het tarief van de reservatie van materialen op 0 euro gezet."

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING IVERLEK 12 JUNI 2020 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 30 maart 2020 voor de algemene vergadering van Iverlek van 12 juni 2020, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging Iverlek.
  • Op 12 juni 2020 wordt een algemene vergadering van Iverlek gehouden met volgende agendapunten:
    1. Kennisneming verslagen van Iverlek van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2019.
    2. Goedkeuring van de jaarrekening van Iverlek afgesloten op 31 december 2019 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
    3. Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 WVV - netto-actieftest (artikel 6:115 WVV).
    4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Iverlek met betrekking tot het boekjaar 2019.
    5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
    6. Statutaire benoemingen.
    7. Benoeming van een commissaris.
    8. Statutaire mededelingen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
    De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur
    De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
  • Statuten van Iverlek, laatst gewijzigd op 17 december 2019.

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 12 juni 2020 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

Door de maatregelen tegen de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19, staat het vandaag niet vast onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden. 

Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst, wordt gevraagd om een expliciete beslissing over alle voorliggende agendapunten. Op deze manier kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een schriftelijke algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.

 

 

Bijlagen

  • Agp 1 - Jaarverslag 2019
  • Agp 1 en 2 - Jaarverslag - jaarrekening
  • Agp 2 - Jaarrekening 2019
  • Agp 3 - Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig art 6 114 WVV netto-actieftest
  • Agp 4 - Kwijting
  • Agp 5 - Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten
  • Agp 6 - Statutaire benoemingen
  • Agp 7 - Benoeming van commissaris
  • Agp 8 - Statutaire mededelingen - Voorblad

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de agenda van de algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek van 12 juni 2020:

  • Kennisneming verslagen van Iverlek van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2019.
  • Goedkeuring van de jaarrekening van Iverlek afgesloten op 31 december 2019 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
  • Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 WVV - netto-actieftest (artikel 6:115 WVV).
  • Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Iverlek met betrekking tot het boekjaar 2019.
  • Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
  • Statutaire benoemingen.
  • Benoeming van een commissaris.
  • Statutaire mededelingen.

 

Artikel 2:in geval van schriftelijke algemene vergadering

De gemeenteraad verleent zijn akkoord over elk van de voorliggende agendapunten. Dit geeft het standpunt van de gemeente weer, en dient in geval van een schriftelijke algemene vergadering als een bindend akkoord te worden beschouwd en dat opgenomen zal worden in een overzichtslijst ‘houdende ontvangen inhoudelijke goedkeuringen van de deelnemers’ die gevoegd zal worden bij de notulen van bovenvermelde algemene vergadering en waarbij de individuele gemeenteraadsbeslissingen via het digitaal loket zullen overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 3:in geval van een fysieke algemene vergadering

De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek op 12 juni 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), wordt opgedragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van dit besluit.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING RIOBRA OP 22 JUNI 2020 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 1 april 2020 voor de algemene vergadering van 22 juni 2020, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging Riobra.
  • Op 22 juni 2020 wordt een algemene vergadering van Riobra gehouden met volgende agendapunten:
    1. Kennisneming verslagen van Riobra van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2019.

2. Goedkeuring van de jaarrekening van Riobra afgesloten op 31 december 2019 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).

3. Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 WVV - netto-actieftest (artikel 6:115 WVV).

4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Riobra met betrekking tot het boekjaar 2019.

5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

6. Statutaire benoemingen.

7. Benoeming van een commissaris.

8. Statutaire mededelingen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

  • Statuten van Riobra, laatst gewijzigd op 22 juni 2018

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 22 juni 2020 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

Door de maatregelen tegen de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19, staat het vandaag niet vast onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden. 

Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst, wordt gevraagd om een expliciete beslissing over alle voorliggende agendapunten. Op deze manier kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een schriftelijke algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.

 

 

Bijlagen

  • Riobra - Agp 1 - Activiteitenverslag 2019
  • Riobra - Agp 1 en 2 - Jaarverslag - jaarrekening - Voorblad
  • Riobra - Agp 2 - Financieel verslag 2019
  • Riobra - Agp 3 - Vaststelling van de uitkeringen - netto-actieftest
  • Riobra - Agp 4 - Kwijting
  • Riobra - Agp 5 - Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten
  • Riobra - Agp 6 - Statutaire benoemingen
  • Riobra - Agp 7 - Benoeming van commissaris
  • Riobra - Agp 8 - Statutaire mededelingen - Voorblad

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de agenda van de algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra van 22 juni 2020:

1)     Kennisneming verslagen van Riobra van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2019.

2)     Goedkeuring van de jaarrekening van Riobra afgesloten op 31 december 2019 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).

3)     Vaststelling van de uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 WVV - netto-actieftest (artikel 6:115 WVV).

4)     Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Riobra met betrekking tot het boekjaar 2019.

5)     Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

6)     Statutaire benoemingen.

7)     Benoeming van een commissaris.

8)     Statutaire mededelingen.

 

Artikel 2: in geval van schriftelijke algemene vergadering

De gemeenteraad verleent zijn akkoord over elk van de voorliggende agendapunten. Dit geeft het standpunt van de gemeente weer, en dient in geval van een schriftelijke algemene vergadering als een bindend akkoord te worden beschouwd en dat opgenomen zal worden in een overzichtslijst ‘houdende ontvangen inhoudelijke goedkeuringen van de deelnemers’ die gevoegd zal worden bij de notulen van bovenvermelde algemene vergadering en waarbij de individuele gemeenteraadsbeslissingen via het digitaal loket zullen overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 3: in geval van een fysieke algemene vergadering

De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra op 22 juni 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) wordt opgedragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van dit besluit.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

KLACHTENMANAGEMENT. KENNISNAME RAPPORT KLACHTENBEHANDELING 2019.

 

Juridische gronden

  • Artikel 302 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad organiseert bij reglement een systeem van klachtenbehandeling.
  • Artikel 303, §1 en §3 van het decreet lokaal bestuur
    Het systeem van klachtenbehandeling wordt georganiseerd op het ambtelijke niveau van de gemeente en is maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben.
    De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad over de klachten ingediend tegen de gemeente.
  • Hoofdstuk 2.3 (Jaarlijkse rapportering) van het raadsbesluit van 28 oktober 2008 over het reglement behandeling van klachten en meldingen
    De klachtencoördinator rapporteert voor 31 maart over de klachten en meldingen van het afgelopen kalenderjaar. In het rapport geeft de klachtencoördinator minstens een overzicht van de hoeveelheid en de aard van de klachten en meldingen, van de gemiddelde behandelingstermijn en van de geboden oplossingen en verbeteringen in de organisatie.

 

 

Bijlagen

         Klachtenrapport 2019

 

Besluit

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van het rapport klachtenbehandeling van 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING PREVENTIE. BEKRACHTIGING COLLEGEBESLUIT 30 MAART 2020 OVER DE GOEDKEURING VAN DE OPSTART INTERGEMEENTELIJKE PREVENTIEWERKING, CO-FINANCIERING EN DELEGATIE AAN LOGO OOST-BRABANT.

 

Voorgeschiedenis

  • Brief van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, van 24 april 2019 aan het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de ondersteuning van lokale preventiewerkingen.
  • Collegebesluit van 13 mei 2019 over de goedkeuring van de intentieverklaring lokale preventiewerking.
  • Collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de opstart intergemeentelijke preventiewerking, co-financiering en delegatie aan Logo Oost-Brabant.

 

Feiten en context

  • Veel lokale besturen ondernemen acties en projecten om hun inwoners te stimuleren tot een gezonde leefstijl en hen te beschermen tegen gezondheidsrisico's. In kleine besturen ontbreekt het vaak aan personeel en middelen om deze preventiewerking structureel te voeren in het lokale beleid. Daarom heeft de Vlaamse regering beslist om lokale besturen te ondersteunen met een subsidie voor lokale preventiewerking.
  • De gemeente kan een forfaitaire subsidie van 3000 euro krijgen en een subsidie per inwoner van 0,08 euro (waarbij personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming voor het RIZIV dubbel tellen). De gemeenten moeten zelf ook bijdragen om het lokale preventiewerk uit te bouwen. Dat biedt de mogelijkheid om extra in te zetten op deze specifieke doelgroepen en om de lokale preventiewerking uit te bouwen.
  • In ruil voor die subsidie zijn gemeenten verplicht om samen te werken met minstens één andere, aanpalende gemeente in hun eerstelijnszone en om extra personeel in te zetten voor preventiewerk. Hoeveel subsidies in totaal worden toegekend, is afhankelijk van het aantal deelnemende gemeenten maar wordt geraamd op 1,5 miljoen euro. Alle gemeenten kunnen voor hun preventieve werking vrijblijvend een beroep blijven doen op ondersteuning van de LOGO's (Lokaal gezondheidsoverleg) en het aanbod van andere organisaties binnen het preventieve gezondheidsbeleid.

         Dit systeem is gebaseerd op vrijwilligheid.

  • Aan de intergemeentelijke preventiewerking zijn enkele voorwaarden verbonden:

º         Intergemeentelijke samenwerking van twee of meer gemeenten binnen een eerstelijnszone;

º         gemeenten cofinancieren voor minstens hetzelfde bedrag als de Vlaamse financiering;

º         Er wordt een 'beheerder' aangesteld voor de lokale preventiewerking. De gemeenten in het samenwerkingsverband bepalen autonoom waar de preventiewerker tewerkgesteld wordt. De gemeenten kunnen zelf het werkgeverschap opnemen of ze kunnen dit toewijzen aan een andere organisatie. Ook de standplaats van de preventiewerker wordt binnen het samenwerkingsverband overeengekomen. Gemeenten bepalen ook zelf welk profiel ze gebruiken in termen van opleiding en anciënniteit, zolang het gaat om personen met de nodige competenties op het gebied van preventie.

º         Er wordt gewerkt rond preventiethema's die aansluiten bij het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid en de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en de bestaande Vlaamse preventiemethodieken worden toegepast. De gemeente kan zich hiervoor laten bijstaan door het LOGO uit de regio.

º         Jaarlijks na begeleiding en ondersteuning van het LOGO summier rapporteren over de werking.

 

Juridische gronden

  • Decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
  • Decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018.
  • De gezondheidsdoelstelling 'De Vlaming leeft gezonder in 2025' werd op 8 september 2017 goedgekeurd door de Vlaamse regering en op 10 januari 2018 aangenomen door het Vlaams parlement.

 

Argumentatie

Het opstarten van een intergemeentelijke preventiewerking tussen de gemeenten Herent, Kortenberg, Bertem, Huldenberg, Bierbeek en Lubbeek zal de bestuurskracht van de gemeente verhogen en biedt de gemeente een kans om de inspanningen van de voorbije jaren te verbreden, te verdiepen en te verzilveren om zo een nog Gezondere Gemeente te worden.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI 0985-00/649.806 BD2-AP11-A37

€ 3858

€ 3858

€ 3858

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

BI 0985-00/740900

BD2-AP11-A37

€ 3858

€ 1929

 

 

Bijlagen

         Collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de opstart intergemeentelijke preventiewerking, co-financiering en delegatie aan Logo Oost-Brabant.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de opstart intergemeentelijke preventiewerking, co-financiering en delegatie aan Logo Oost-Brabant.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. MAATREGELEN KERSTRAAT M.B.T. DE CIRCULATIE ROND DE TOEKOMSTIGE SPORTHAL EN SPORTTERREINEN - VERDAGING PUNT.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad verdaagt het agendapunt naar de volgende zitting.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN VAN EEN PARKEERVERBOD VOOR VRACHTWAGENS MET EEN MTM VAN MEER DAN 3,5 TON OP DE PARKING AAN DE BLOKKENSTRAAT TEGENOVER HET ATLETIEKTERREIN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 27 juni 2017 tot instelling van een parkeerverbod voor vrachtwagens, uitgezonderd laden en lossen op de parking aan de Blokkenstraat ter hoogte van de woningen met nr. 297 tot en met 305 te 3060 Korbeek-Dijle.

 

Feiten en context

  • Momenteel geldt er op de parking aan de Blokkenstraat ter hoogte van de woningen met huisnummers 297 tot en met 305 (tegenover het atletiekterrein) te 3060 Korbeek-Dijle een parkeerverbod voor vrachtwagens, uitgezonderd laden en lossen, aangeduid door de verkeersborden E9b ( parkeren uitsluitend voor motorfietsen, personenauto's, auto's voor dubbelgebruik en minibussen) met onderborden type Xa en Xb.
  • Het moet mogelijk worden gemaakt dat er ook bestelwagens tot 3,5 ton MTM kunnen parkeren.

 

Juridische gronden

  • Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
  • MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • Artikel 119 van de nieuwe gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis. Deze reglementen en verordeningen mogen niet in strijd zijn met de wetten, de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissies, de provincieraad en de bestendige deputatie van de provincieraad.
    De raad zendt hiervan achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad. Een afschrift van die reglementen en politieverordeningen wordt dadelijk toegezonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank, waar zij in een daartoe bestemd register worden ingeschreven. Van die reglementen en verordeningen wordt melding gemaakt in het Bestuursmemoriaal van de provincie.
  • Artikel 40, §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

  • Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de mobiliteitscel van de gemeente Bertem van 19 februari 2020.
  • Gunstig advies van de politiezone Voer en Dijle - wijk Bertem van 6 april 2020.

 

Argumentatie

Op de parking aan de Blokkenstraat ter hoogte van de woningen met nr. 297 tot en met 305 is het langdurig parkeren van lichte vrachtwagens verboden. Gezien de beperkte parkeermogelijkheden in de omgeving wordt parkeren voor lichte vrachtwagens tot 3,5 ton MTM mogelijk gemaakt.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

In de Blokkenstraat te 3060 Korbeek-Dijle wordt ter hoogte van de woningen met huisnummers 297 tot en met 305 (tegenover het atletiekterrein) een parkeerverbod voor vrachtwagens met een MTM van meer dan 3,5 ton, uitgezonderd laden en lossen, ingesteld.

 

Artikel 2:

De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door de verkeersborden E9a met vermelding "3,5t max" met onderborden type Xa en Xb, voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v., inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

 

Artikel 3:

Het raadsbesluit van 27 juni 2017 tot instelling van een parkeerverbod voor vrachtwagens, uitgezonderd laden en lossen op de parking aan de Blokkenstraat ter hoogte van de woningen met nr. 297 tot en met 305 te 3060 Korbeek-Dijle, wordt opgeheven op 15 mei 2020.

 

Artikel 4:

Dit besluit treedt in werking op 15 mei 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

HERAANLEG VOETPADEN IN DE KORBEEKSE KERKSTRAAT. GOEDKEURING VERREKENING 2 EN 3.

 

Voorgeschiedenis

  • Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 1 juli 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” aan Liema bvba, Ambachtenlaan 42 te 3300 Tienen tegen het nagerekende offertebedrag van 139 970,60 euro excl. btw of 169 364,43 euro incl. 21% btw.
  • Verrekening 1 (bijkomende wachtbuis met trekdraad) voor een bedrag van 6794,03 euro incl. 21% btw werd goedgekeurd via bestelbon en opgenomen in vorderingsstaat 1.
  • Collegebesluit van 17 februari 2020 waarbij verrekening 2 (uitvoeren van een bijkomende kantstrook in fase 2) voor een bedrag van 30 097,72 euro incl. 21% btw principieel werd goedgekeurd. Er werd een termijnsverlenging van 20 werkdagen aanvaard en goedgekeurd.
  • Collegebesluit van 23 maart 2020 waarbij verrekening 3 (meerprijs kantstrook fase 1 en bijkomende aanpassingswerken) voor een bedrag van 25 595,90 euro incl. 21% btw principieel werd goedgekeurd. Er werd een termijnsverlenging van 25 werkdagen aanvaard en goedgekeurd.

 

Feiten en context

  • Tijdens de rondgang met de asfalteerder Grizaco op 5 februari 2020 bleek dat het noodzakelijk is om in de Korbeekse Kerkstraat, zowel in fase 1 (Stationsstraat tot Nijvelsebaan - zijde Bertem) als in fase 2 (Stationsstraat tot Nijvelsebaan - zijde Neerijse), een kantstrook/goot te voorzien om te vermijden dat, na het aanbrengen van de toplaag asfalt, water op de rijweg blijft staan bij regenweer.
  • Aan aannemer Liema, die in die periode de voetpaden fase 1 heeft aangelegd en fase 2 aan het aanleggen is, is op 6 februari 2020 gevraagd om een voorstel op te maken om een bijkomende goot te voorzien.
  • Voor de bijkomende kantstrook in fase 2 werd op 11 februari 2020 een verrekeningsvoorstel ontvangen. Dit is verrekening nr. 2 voor een totaalbedrag van 30 097,72 euro incl. 21% btw. Dit werk kon onmiddellijk mee uitgevoerd worden. Er werd een termijnsverlenging van 20 werkdagen goedgekeurd.
  • Voor de goot in fase 1 is bijkomend overleg en afstemming geweest met aannemers Liema en Grizaco (aannemer asfalteringswerken) en de gemeente. Er is afgesproken om een betonnen kantstrook te storten tegen de nieuwe boordsteen vanaf het kruispunt met de Stationsstraat tot in de bocht (Dam). Aannemer Liema diende op 17 maart 2020 een verrekeningsvoorstel in voor het uitvoeren van een bijkomende kantstrook in fase 1 en enkele aanpassingswerken. Dit is verrekening nr. 3 voor een totaalbedrag van 25 595,90 euro incl. 21% btw. Er werd een termijnsverlenging van 25 werkdagen goedgekeurd.
  • Deze 2 verrekeningen en de vorige reeds goedgekeurde verrekening 1 overschrijden het bestelbedrag met 36,90%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu 191 613,29 euro excl. btw of 231 852,08 euro incl. 21% btw bedraagt.
  • Om stilstand van de werken te vermijden, werden de verrekeningen principieel goedgekeurd door het college in afwachting van goedkeuring door de gemeenteraad.
  • De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. TD865.1/424.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144 000 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Adviezen

         De financieel directeur verleende een visum op 7 april 2020.

 

Argumentatie

Tijdens de rondgang met de asfalteerder Grizaco bleek dat het rijwegprofiel van de Korbeekse Kerkstraat in dermate slechte staat is (golvend) dat het zeer moeilijk is om een nieuwe toplaag te voorzien zonder goot/kantstrook als referentie. Zowel in fase 1 (reeds uitgevoerd) als fase 2 vraagt de asfalteerder een goot/kantstrook om naartoe te werken om te voorkomen dat water op de rijweg kan blijven staan.

In fase 2 werd een kantstrook nog mee gestort samen met de ter plaatse vervaardigde boordsteen.

Voor fase 1 was de boordsteen reeds gestort. Tussen het kruispunt met de Stationsstraat en de bocht (Dam) wordt een bijkomende kantstrook gestort tegen de nieuwe boordsteen. Het gedeelte tussen Dam en de Nijvelsebaan heeft voldoende helling waardoor plasvorming op dit stuk niet mogelijk is.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

ACT 2.20.70

224707/0200-00

€ 150 000 (2020)

€ 137 305,76

€ 55 693,62

 

 

Bijlagen

  • Meerwerken aannemer
  • Verrekeningsvoorstel 2 en 3

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 2 (meerprijs kantstrook fase 2) van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” voor het totaal bedrag in meer van 24 874,15 euro excl. btw of 30 097,72 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 2:

Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 3 (meerprijs kantstrook fase 1 en bijkomende aanpassingswerken) van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” voor het totaal bedrag in meer van 21 153,64 euro excl. btw of 25 595,90 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 3:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op actie 2.20.70 224707/0200-00 (budget voetpaden).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

FIETSPADEN MEERBEEKSESTEENWEG. GOEDKEURING VAN DE OVEREENKOMST VOOR DE AANSTELLING VAN HET STUDIEBUREAU QUADRANT VOOR DE HERAANLEG VAN HET FIETSPAD MEERBEEKSESTEENWEG.

 

Voorgeschiedenis

  • Opstartvergadering december 2017 en 26 september 2019 met gemeente Kortenberg, Quadrant, provincie en Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
  • Collegebespreking van 7 oktober 2019 waarbij de aanstelling van een gezamenlijk studiebureau wordt besproken.

 

Feiten en context

  • Het fietspad Meerbeeksesteenweg ligt op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk en loopt van de Meerbeeksesteenweg over naar de Hulstbergstraat op grondgebied Kortenberg. Op grondgebied Bertem zijn er fietspaden in slechte staat aanwezig, op grondgebied Kortenberg zijn nog geen fietspaden aanwezig.
  • De gemeente Kortenberg heeft in 2006, na een overheidsopdracht, een studieopdracht voor de aanleg van de Hulstbergstraat en andere fietspaden gegund aan Quadrant bvba.
  • Om de uniformiteit in ontwerp en later in uitvoering te waarborgen en de subsidieprocedure gelijktijdig te doorlopen, wenst de gemeente Bertem hetzelfde studiebureau Quadrant bvba aan te stellen onder dezelfde voorwaarden van het bijgevoegde bestek nr. OW 2006 D1/865.1 en de toen ingediende offerte van Quadrant met aanpassingscoëfficiënt van 0,90 op het KVIV barema I, klasse 1.
  • Er wordt een overeenkomst met het studiebureau Quadrant opgesteld voor de aanstelling van de ontwerper voor het gedeelte op grondgebied Bertem.

 

Juridische gronden

  • Artikel 130 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.
    Twee of meer aanbestedende entiteiten kunnen overeenkomen bepaalde specifieke opdrachten gezamenlijk te plaatsen. Wanneer een volledige plaatsingsprocedure gezamenlijk wordt uitgevoerd namens en voor rekening van alle betrokken aanbestedende entiteiten, zijn zij gezamenlijk verantwoordelijk voor het nakomen van hun verplichtingen. Dit geldt ook wanneer een aanbestedende entiteit de plaatsingsprocedure beheert en optreedt voor rekening van zichzelf en voor rekening van de andere betrokken aanbestedende entiteiten.
  • Artikel 162 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 over de overheidsopdrachten van beperkte waarde met aanvaarde factuur waarbij het ramingsbedrag excl. btw onder 30 000 euro blijft.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Adviezen

         De financieel directeur verleende een visum op 9 april 2020.

 

Argumentatie

Zowel Kortenberg als Bertem willen deze legislatuur inzetten op de ontwikkeling van fietspaden. Voor de heraanleg van het fietspad Meerbeeksesteenweg is in het meerjarenplan een budget voorzien van 434 000 euro voor deze legislatuur (studiewerk en uitvoering).

 

Gemeente Kortenberg heeft in 2006 het studiebureau Quadrant bvba aangesteld na een overheidsopdracht. De gemeente heeft een studie laten opmaken voor de volledige vernieuwing van de Hulstbergstraat (rijweg inclusief fietspaden) vanaf de gemeentegrens. Het studiebureau werd op grondgebied Kortenberg recent opnieuw aan het werk gezet om terug alles op te meten en het ontwerp opnieuw te bekijken.

 

De aanleg van het fietspad Meerbeeksesteenweg is een opdracht die om conceptuele en uitvoeringstechnische redenen niet anders dan op een gezamenlijke en gecoördineerde manier dient te verlopen in overeenstemming met de aanleg van het fietspad Hulstbergstraat. Daarom is een uitbreiding van de lopende studieopdracht m.b.t. het fietspad Hulstbergstraat de meest aangewezen oplossing. Zo kan ingezet worden op uniformiteit in ontwerp en uitvoering. Ook voor het subsidiedossier is het beter als er met 1 startnota en 1 projectnota wordt gewerkt (bovenlokaal dossier, dezelfde termijnen na goedkeuring subsidie). Door een overeenkomst met Quadrant af te sluiten, kan ook tijd uitgespaard worden; de gemeente Bertem moet geen overheidsopdracht meer voeren, het studiebureau heeft reeds de terreinkennis.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

2.20.72

0200-00/224607

€434 000 (2020-2025)

€434 000 (2020-2025)

€32 000

 

 

Bijlagen

  • Bestek OW 2006 D1 865.1
  • inschrijvingsformulier Quadrant
  • Overeenkomst Bertem-Quadrant

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het bijgevoegde bestek nr. OW 2006 D1/865.1, opgemaakt door de gemeente Kortenberg, goed.

 

Artikel 2:

Het studiebureau Quadrant bvba, Dorpsstraat 202 te Kortenberg, wordt aangesteld onder dezelfde voorwaarden van het bijgevoegde bestek nr. OW 2006 D1/865.1 en de ingediende offerte van Quadrant met aanpassingscoëfficiënt van 0,90 op KVIV barema I, klasse 1.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad keurt de bijgevoegde overeenkomst 'Studieovereenkomst voor de heraanleg van het fietspad langsheen te Meerbeeksesteenweg te Bertem' tussen de gemeente Bertem en Quadrant bvba goed.

 

Artikel 4:

De uitgaven ten laste van de gemeente worden voorzien in het investeringsbudget van 2020-2025 op budgetcode 2.20.72 0200-00/224607.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

AANSTELLEN ONTWERPER VOOR DE HERAANLEG VAN VOETPADEN EN HET VERNIEUWEN VAN BETONPLATEN IN 2020-2025. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN, GUNNINGSWIJZE EN UIT TE NODIGEN FIRMA'S.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht “Aanstellen ontwerper voor de heraanleg van voetpaden en het vernieuwen van betonplaten in 2020-2025” werd een bestek met nr. T865.1/465 opgesteld door de dienst investeringsprojecten.
  • Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
    • Perceel 1 (Heraanleg voetpaden 2020-2025), raming: 91 000 euro excl. btw of 110 110 euro incl. 21% btw;
    • Perceel 2 (Vernieuwen betonplaten 2020-2025), raming: 12 500 euro excl. btw of 15 125 euro incl. 21% btw.
  • De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 103 500 euro excl. btw of 125 235 euro incl. 21% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
  • Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 22 mei 2020 om 11 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139 000 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

Het meerjarenplan voorziet de heraanleg van verschillende voetpaden in deze legislatuur (Paardenstraat, Kerkstraat, stukje rijweg Ferd. Vanlaerstraat, John Vanhaerenstraat, wijk Ter Klingen, Voerhoek, Elzenstraat, Bankblokstraat, wijk Kruiskouter, Bloemenwijk) en budget voor het vernieuwen van gebroken betonplaten.

Er wordt een studiebureau aangesteld voor de opmaak van de aanbestedingsdossiers voor deze werken. Voor het vernieuwen van de betonplaten wordt gezocht naar 1 aannemer voor de komende jaren. Voor de heraanleg van de voetpaden dient het studiebureau jaarlijks een aanbestedingsdossier uit te werken voor de uitvoering door een aannemer.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

ACT 2.20.70

224707/0200-00

 

ACT 2.25.89 224500/0200-00

€ 1 240 000 (2020-2025)

 

€ 165 000 (2020-2025)

€ 1 227 305,76

 

 

€ 165 000

€ 110 110

 

 

€ 15 125

 

 

Bijlagen

  • Bestek

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bestek met nr. T865.1/465 en de raming voor de opdracht “Aanstellen ontwerper voor de heraanleg van voetpaden en het vernieuwen van betonplaten in 2020-2025”, opgesteld door de dienst investeringsprojecten worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming voor de 2 percelen samen bedraagt 103 500 euro excl. btw of 125 235 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3:

Volgende firma's worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

         Quadrant, Dorpsstraat 202 te 3078 Kortenberg;

         Talboom bvba, A. Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs;

         Hosbur bvba, Diestsestraat 175 te 3270 Scherpenheuvel-Zichem;

         Meso studiebureau bvba, Jan Mulsstraat 132 bus 0201 te 1853 Grimbergen.

 

Artikel 4:

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 22 mei 2020 om 11 uur.

 

Artikel 5:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en volgende jaren, op actie 2.20.70 224707/0200-00 (budget voetpaden) en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en volgende jaren, op actie 2.25.89 224500/0200-00 (budget betonherstellingen).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING GEBRUIKSOVEREENKOMST PARKING JOHN VANHAERENSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Besluit van de gemeenteraad van 24 juni 2014 over de goedkeuring van de gebruiksovereenkomst parking John Vanhaerenstraat

         Opzegging van de gebruiksovereenkomst door Jelly Van Noppen op 3 december 2019

 

Feiten en context

  • Gerrit Van Uffel en Gwenda Van Noppen bezitten een onbebouwd perceel grond, kadastraal gekend als afdeling 1, sectie A, nr 568k, gelegen aan de John Vanhaerenstraat naast nr. 4 in 3060 Bertem. Dit perceel is gelegen tegenover een poort die toegang geeft tot het terrein van de gemeentelijke loods.
  • Op dit perceel zijn nu reeds parkeerplaatsen voor de personeelsleden van de gemeentelijke technische dienst ingericht op basis van een gebruiksovereenkomst met de vorige eigenaar van het perceel, Jelly Van Noppen. Zij heeft de overeenkomst op 3 december 2019 opgezegd. De opzegtermijn bedraagt 3 maanden.
  • De nieuwe eigenaars van het perceel zijn bereid om het terrein verder ter beschikking te stellen van de gemeente voor onbepaalde duur.
  • Voor de aanleg van deze parking heeft het gemeentebestuur Bertem op 15 mei 2014 een stedenbouwkundige vergunning verkregen, verleend door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. De vergunning is geldig voor maximum 10 jaar.

 

Juridische gronden

         Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor de daden van beschikking over onroerende goederen.

 

Adviezen

         Gunstig advies van Gwenda Van Noppen van 10 januari 2020.

 

Argumentatie

In de directe omgeving van de gemeentelijke loods en op het terrein van de loods zelf is onvoldoende parkeergelegenheid voor de wagens van de personeelsleden van de gemeentelijke technische diensten. Een aantal parkeerplaatsen in de directe omgeving van de loods wordt onderworpen aan een beperkte parkeerduur.

Om parkeeroverlast in de buurt van de gemeentelijke loods te vermijden, is het noodzakelijk dat de gemeente verder gebruik kan maken van de huidige parking in de John Vanhaerenstraat.

 

 

Bijlagen

  • Gebruiksovereenkomst

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bijgevoegde gebruiksovereenkomst tussen enerzijds het gemeentebestuur van Bertem en anderzijds Gerrit Van Uffel en Gwenda Van Noppen goed, voor het gebruik door de gemeente van een perceel grond, eigendom van Gerrit Van Uffel en Gwenda Van Noppen, kadastraal gekend als afdeling 1, sectie A, nr 568k, gelegen aan de John Vanhaerenstraat naast nr. 4 in 3060 Bertem.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

ONDERWIJS. BEKRACHTIGING COLLEGEBESLUIT 30 MAART 2020 OVER DE GOEDKEURING VAN DE SAMENWERKINGSAFSPRAKEN GEMEENTELIJKE BASISSCHOLEN BERTEM EN LEEFDAAL EN HET CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEIDING CLB N-BRUSSEL.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 18 december 2008 over de verlenging van het beleidscontract CLB.

         Collegebesluit van 2 februari 2009 over de goedkeuring van het beleidscontract gemeentescholen-CLB.

         Collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de samenwerkingsafspraken gemeentelijke basisscholen Bertem en Leefdaal en het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.

 

Feiten en context

         De school is de eerste actor binnen de leerlingenbegeleiding en moet dan ook de schoolinterne leerlingenbegeleiding op zich nemen.

         De school werkt hiervoor een geïntegreerd beleid op vlak van leerlingenbegeleiding uit. Dit geïntegreerd beleid moet ingevuld en uitgewerkt worden in alle fasen van het zorgcontinuüm op de 4 begeleidingsdomeinen:

º         De onderwijsloopbaan

º         Leren en studeren

º         Psychisch en sociaal functioneren

º         Preventieve gezondheidszorg

         De school is de eindverantwoordelijke van het beleid op leerlingenbegeleiding voor iedere fase van het zorgcontinuüm. Voor de uitvoering van haar taken wordt ze ondersteund door schoolexterne instanties.

         De school moet samenwerken met een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) en moet daarom het initiatief nemen tot het maken van samenwerkingsafspraken met een centrum.

         Het schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen die behoren tot het gesubsidieerd gewoon basisonderwijs samenwerkingsafspraken met een CLB maken om erkend te blijven.

 

Juridische gronden

         Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid.

         Artikel 14 van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
Het centrum en de school maken afspraken over de schoolspecifieke samenwerking en leggen die vast. De samenwerking tussen een centrum en een school loopt voor onbepaalde duur en start in het begin van een schooljaar. Op basis van een evaluatie van de samenwerking kunnen de samenwerkingsafspraken in onderling overleg worden bijgestuurd. Uiterlijk op 31 maart voorafgaand aan het schooljaar waarop een gewijzigde samenwerking ingaat, deelt elk centrum aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Regering mee met welke scholen het centrum zal samenwerken.

         Artikel 62, § 1, 10° van het decreet basisonderwijs
Een school kan erkend worden indien zij samenwerkingsafspraken maakt met een centrum voor leerlingenbegeleiding en een beleid op leerlingenbegeleiding voert.

         Artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2018 tot operationalisering van de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
De afspraken over de schoolspecifieke samenwerking tussen de school en het centrum zijn gebaseerd op het beleid op leerlingenbegeleiding van de school.
De school en het centrum maken minstens afspraken over:
1° de rol- en taakverdeling van de school en het centrum ter uitvoering van leerlingenbegeleiding;
2° de uitwisseling van relevante informatie tussen de school en het centrum;
3° de informatiemomenten voor leerlingen over de structuur en de organisatie van het Vlaamse onderwijs, het volledige onderwijsaanbod en, specifiek voor secundaire scholen, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt;
4° de wijze waarop de samenwerking tussen de school en het centrum wordt geëvalueerd en de wijze waarop de afspraken over de schoolspecifieke samenwerking bijgestuurd kunnen worden.

 

Adviezen

         Gunstig advies schoolraad GBS Bertem op 13 februari 2020

         Gunstig advies schoolraad GBS Leefdaal op 10 maart 2020

 

Argumentatie

Vanaf 1 september 2020 moeten alle basisscholen samenwerkingsafspraken hebben met een CLB. Dit is een erkenningsvoorwaarde voor elke school.

De gemeentescholen van Bertem doen reeds lang een beroep op de dienstverlening van het CLB N-Brussel, het vroegere 'CLB van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Brussel'.

De gemeenteraad wenst met ingang van 1 januari 2020 samenwerkingsafspraken te maken met het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.

 

 

Bijlagen

         Collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de samenwerkingsafspraken gemeentelijke basisscholen Bertem en Leefdaal en het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het collegebesluit van 30 maart 2020 over de goedkeuring van de samenwerkingsafspraken gemeentelijke basisscholen Bertem en Leefdaal en het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

LEVEREN EN PLAATSEN VAN ZONNEWERING. GOEDKEURING RAMING, LASTVOORWAARDEN, GUNNINGSWIJZE EN AAN TE SCHRIJVEN FIRMA'S.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van binnenzonnewering” werd een bestek met nr. FA861.21/463 opgesteld door de dienst facilitair beheer.
  • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 42 440 euro excl. btw of 44 986,40 euro incl. 6% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
  • Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 20 mei 2020 om 13.30 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139 000 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Adviezen

Henri Grammet, preventieadviseur van de GD-PBW van Interleuven, bezorgde volgend advies op 14 april 2020:

 

Algemene veiligheidseisen:

  • Verticaal hangende verduisteringsgordijnen mogen geen deuren of uitgangen aan het zicht onttrekken of het gebruik ervan bemoeilijken.
  • Horizontaal aangebrachte doeken zijn verboden.
  • Gemakkelijk brandbare materialen als rietmatten, stro, karton, boomschors, papier, evenals gemakkelijk brandbare textiel en kunststoffen mogen niet als versiering worden aangewend.
  • Indien er versiering wordt aangebracht, moet tussen het vloeroppervlak en de versiering een vrije hoogte van min. 2,5 meter overblijven. De versieringsmaterialen mogen niet gemakkelijk ontvlambaar zijn, noch giftige gassen afgeven bij brand. Materialen die bij lage temperatuur smelten zijn verboden.

 

Bij aankoop van verduisteringsgordijnen dienen deze aan het volgende te voldoen:

  • De gordijnstof moet voldoen aan de klasse 1 volgens het classificatieschema vermeld in de Europese norm EN 13773 inzake het verbeterd brandgedrag van gordijnen en draperieën.
  • Het soort vezel verwerkt in de stoffen zijn blijvend brandvrij, ook na veelvuldig wassen.
  • De leverancier levert in de Nederlandse taal een document af dat het onderhoud en gebruik beschrijft van de stof tijdens zijn levensduur.
  • De leverancier levert een testcertificaat af of minstens een positief proefrapport, afgeleverd door een geaccrediteerde instelling.

De certificaten dient de werkgever bij te houden in het brandpreventiedossier.

 

Argumentatie

Het is voor het welzijn van de gebruikers van de leslokalen noodzakelijk dat de lesmomenten verlopen in optimale omstandigheden. Voor de lessen op het smartboard is het noodzakelijk om de klaslokalen gedeeltelijk te verduisteren zodat de projectie op het scherm optimaal waarneembaar is. In beide gemeentelijke scholen zijn de huidige gordijnsystemen aan vervanging toe. Er wordt geopteerd voor een manueel bediende binnenzonnewering in de vorm van rolgordijnen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0800-00 221500 / BD1-AP10-A33

0800-01 221500

BD1-AP10-A33

€ 15 000

 

€ 30 000

€ €15 000

 

€ 30 000

€ 11 299,60

 

€ 33 686,80

 

 

Bijlagen

  • Bestek

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bestek met nr. FA861.21/463 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van binnenzonnewering”, opgesteld door de dienst facilitair beheer worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 42 440 euro excl. btw of 44 986,40 euro incl. 6% btw.

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3:

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • Louvers Belgium Company, Hermesstraat 8a te 1930 Zaventem;
  • Paul Thiry Decor, Brusselsesteenweg 10 te 3020 Herent;
  • BOFLEX NV, Genkersteenweg 313 te 3500 Hasselt;
  • HUNTER DOUGLAS BELGIUM NV, Dijkstraat 26 te 9160 Lokeren.

 

Artikel 4:

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 20 mei 2020 om 13.30 uur.

 

Artikel 5:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2020, op budgetcode 221500/0800-00 en 221500/0800-01.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

DESIGN AND BUILD SPORTHAL VERONA. GOEDKEURING VERREKENING 1 PU COATING EN POLIBETON EN VERREKENING 2A PAALFUNDERING.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 8 mei 2017 over de aanstelling van Sweco Belgium als projectmanager voor de bouw van een nieuwe sporthal.
  • De gemeenteraad verleende in zitting van 27 juni 2017 goedkeuring aan de selectievereisten, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de mededingingsprocedure met onderhandeling.
  • Collegebesluit van 18 september 2017 waarbij de kandidaten werden geselecteerd.
  • Gemeenteraadsbesluit van 24 oktober 2017 waarbij de gunningsleidraad, lastvoorwaarden en gunningswijze werden goedgekeurd.
  • Collegebeslissing van 4 februari 2019 waarbij het ontwerp en de bouw van de sporthal Verona wordt gegund aan THV CORDEEL ZETEL HOESELT NV - BEL ARCHITECTEN BVBA, Industrielaan 18 te 3730 Hoeselt tegen het nagerekende en verbeterde BAFO-bedrag van 2 726 278,01 excl. 21% btw of 3 298 796,39 euro incl. 21% btw. De optielijst is mee goedgekeurd maar zit nog niet vervat in het bedrag.
  • Kennisname gunning sporthal in de gemeenteraad van 18 februari 2019.
  • Besprekingen tussen gemeente en CORDEEL-BEL over de vergunningsaanvraag, het uitvoeringsdossier, de overeenkomst.
  • Collegebesluit van 7 oktober 2019 waarbij de omgevingsvergunning verleend wordt aan CORDEEL-BEL voor de bouw van de sporthal.
  • Collegebesluit van 4 november 2019 over de principiële goedkeuring van het materiaal- en kleurgebruik en de optielijst.
  • Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 waarbij de overeenkomst en de BAFO-offerte met de te lichten opties (definitieve offerte) wordt goedgekeurd.

 

Feiten en context

  • Cordeel heeft een wijzigingsaanvraag ingediend om naar materiaalgebruik af te wijken van enkele bepalingen uit het bestek, uit esthetische en praktische overwegingen. In de kleedkamers, spelersgang en bergingen wordt de vloer in keramische tegels vervangen door polibeton. De wanden en vloeren in keramische tegels in de sanitaire ruimtes en doucheruimtes worden vervangen door een PU coating.
  • Hiervoor werd een wijzigingsaanvraag nr. 1 ontvangen op 11 februari 2020. Het totaalbedrag in meer bedraagt 25 994,65 euro excl. btw.
  • Cordeel heeft een wijzigingsaanvraag ingediend voor uitvoering van een paalfundering in plaats van een betonplaat. Bijkomende sonderingen toonden aan dat dit noodzakelijk is om de stabiliteit te garanderen. Na bespreking werd hiervoor een wijzigingsaanvraag 2A opgemaakt die werd ontvangen op 6 maart 2020. Het totaalbedrag in meer bedraagt 177 497,69 euro excl. 21% btw. De aannemer vraagt voor deze aangepaste uitvoering een termijnverlenging van 20 werkdagen.
  • Deze 2 wijzigingsaanvragen overschrijden het bestelbedrag met 5,08%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu 4 209 432,77 euro excl. 21% btw bedraagt.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 38/2 (Onvoorzienbare omstandigheden in hoofde van de aanbesteder) en artikel 38/5 (Niet-wezenlijke wijziging).
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 38, § 1, 1° c) (voorafgaande onderhandelingen noodzakelijk wegens specifieke omstandigheden).
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 over de plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en artikel 269, betreffende dwingende en onvoorziene omstandigheden..
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Adviezen

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft op 4 november 2019 haar principiële goedkeuring gegeven voor het aangepaste materiaalgebruik naar polibeton en PU coating.
  • Gunstig advies van De Watergroep van 20 december 2019 over het gebruik van de grondverdringende techniek met schroefpalen.
  • De financieel directeur verleende een visum op 8 april 2020.

 

Argumentatie

Op vraag van de architect werd een voorstel ingediend om naar materiaalgebruik van de vloeren en de natte ruimtes af te wijken van het bestek. Hiervoor heeft de architect een nota/motivering opgemaakt die o.a. besproken is geweest op het college van burgemeester en schepenen van 4 november 2019. Als bijlage wordt de nota materialen van de architect bijgevoegd. Er is gekozen om het advies van de architect te volgen om polibeton te voorzien voor de vloeren en PU coating in de doucheruimtes en wc's. (Beeld 6/7 van de beelden binnenafwerking is als bijlage bij dit punt gevoegd.) Het gebruik van plinten wordt ook beperkt tot waar nodig (wel een plint in het droog gedeelte van de kleedkamers en de dansruimte). Het voorstel om afwasbaar schilderwerk aan te brengen, wordt niet gevolgd. De aannemer heeft hiervoor een wijzigingsaanvraag 1 opgemaakt die resulteert in een bedrag in meer van 25 994,65 euro excl. 21% btw.

 

Nadat de grond waar de sporthal wordt gebouwd eigendom werd van de gemeente heeft Cordeel bijkomende sonderingen uitgevoerd. Uit de resultaten van de bijkomende sonderingen en de stabiliteitsberekening volgt dat een paalfundering noodzakelijk is. De voorziene betonplaat moet vervangen worden door een paalfundering. De aannemer heeft een wijzigingaanvraag 2 opgemaakt. Na bespreking werd een aangepaste wijzigingsaanvraag 2A opgemaakt die resulteert in een bedrag in meer van 177 497,69 euro excl. 21% btw.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1.5.13

0742-00/221007

€ 4 330 000

€ 324 059,57

€ 203 492,34 (excl. 21% btw)

 

 

Bijlagen

  • Wijzigingsaanvraag 1 Cordeel
  • Wijzigingsaanvraag 2A Cordeel
  • Overzicht verrekening 1
  • Overzicht verrekening 2A
  • Beelden binnenafwerking architect
  • Nota materialen architect

 

Besluit

 

19 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns en Albert Mees

2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1: PU Coating en polibeton van de opdracht “Nieuwbouw sportpark en sporthal Verona” voor het totaal bedrag in meer van 25 994,65 euro excl. 21% btw.

 

Artikel 2:

Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 2A: Paalfundering van de opdracht “Nieuwbouw sportpark en sporthal Verona” voor het totaal bedrag in meer van 177 497,69 euro excl. 21% btw.

 

Artikel 3:

De termijnverlenging van 20 werkdagen voor verrekening 2A wordt goedgekeurd.

 

Artikel 4:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en 2021, op budgetcode 0742-00/221007.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

VERKAVELING MET WEGENIS. GOEDKEURING TRACÉ WEGENIS RONALD PROBST VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, BLANKAART 50, 50A, 52 EN 52A, SECTIE B 199E.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 25 oktober 2019 heeft Ronald Probst een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden ingediend voor een perceel gelegen in 3061 Leefdaal, Blankaart 50, 50a, 52 en 52a, sectie B 199e.

 

Feiten en context

  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg. Het blijft de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

  • De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanaf de rooilijn van de Blankaart gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  • De percelen zijn gelegen langsheen de Blankaart.

De Blankaart ligt in een westelijk gelegen bebouwde uitloper van het centrum van Leefdaal. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen, het omliggend kouterlandschap en de groene Voerader.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

  • Het project omvat het verkavelen van het eigendom in 4 loten voor het oprichten van een halfopen bebouwing. De strook tussen de eigendomsgrens en de rooilijn wordt afgestaan aan de gemeente.

 

Juridische gronden

1. Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

  • Artikel 41

Dit artikel regelt de bevoegdheden van de gemeenteraad.

2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009

Artikel 4.2.15, § 1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

  • Artikel 4.2.17

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie.

3. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

  • Artikel 6

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.

  • Artikel 15, §1

Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van

1° de gemeentelijke projecten

2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is.

  • Artikel 17

§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:

1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;

2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.

§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.

  • Artikel 20

Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.

  • Artikel 23

Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag. Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.

  • Artikel 24

De Vlaamse regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

  • Artikel 31

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

  • Onderafdeling 2/1 Beroep tegen de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg

Artikel 31/1

§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53.

De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van  het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

4. Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid

Dit nooddecreet is diezelfde dag in werking getreden. Het machtigt o.a. de Vlaamse regering om maatregelen te treffen inzake allerhande geldende procedurebepalingen, zoals termijnen en verplichtingen. Hierbij kan gedacht worden aan het opschorten van openbare onderzoeken, informatievergaderingen, hoorzittingen, maar ook het opschorten van bepaalde beslissingstermijnen.

5. Besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 2020 tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

Een aantal beslissingstermijnen, termijnen van openbaar onderzoek en termijnen waarbinnen beroep kan worden ingesteld, worden verlengd:

  • de lopende openbare onderzoeken worden opgeschort op 24 maart en verder gezet na 24 april 2020
  • nog niet gestarte openbare onderzoeken worden pas gestart na 24 april 2020
  • de beslissingstermijn in de vereenvoudigde procedure wordt met 30 dagen verlengd (van 60 naar 90 dagen)
  • de beslissingstermijn in de gewone procedure wordt met 60 dagen verlengd (van 105 of 120 dagen naar 165 of 180 dagen)
  • de beslissingstermijn in beroep wordt verlengd met 60 dagen
  • de periode waarbinnen beroep kan worden ingesteld wordt ook met 30 dagen verlengd, van 30 naar 60.

 

Adviezen

  • Op 12 december 2019 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
  • Op 24 december 2019 heeft Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
  • Op 9 januari 2020 heeft de provinciale dienst waterlopen een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
  • Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 20 december 2019 tot 18 januari 2020. Tijdens dit openbaar onderzoek werden 3 klachten ingediend.

Deze klachten handelen niet over de wegenis.

 

Argumentatie

Het restperceeltje van 21,10 m² tussen de rooilijn en de huidige grens van het privéperceel zal afgestaan worden aan de gemeente vooraleer de verkaveling kan gerealiseerd worden.

Hierdoor wordt de rooilijn van de Blankaart in deze zone gerealiseerd.

 

 

Bijlagen

  • plannen
  • motivatie
  • foto's

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat de ingediende bezwaren niet handelen over de wegenis.

 

Artikel 2:

De voorgestelde grondafstand van 21,10 m² tussen de rooilijn van de Blankaart en de huidige grens van het privédomein, zoals voorgesteld door de aanvrager, wordt goedgekeurd.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

MEERJARENPLAN. KENNISNAME VASTSTELLINGEN TOEZICHTHOUDENDE OVERHEID OVER MEERJARENPLAN GEMEENTE EN OCMW BERTEM 2020-2025.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 17 december 2020 over de goedkeuring van het meerjarenplan gemeente en OCMW Bertem 2020-2025
  • Brief van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 14 februari 2020

 

Juridische gronden

  • Artikel 332, §1, derde lid van het decreet lokaal bestuur
    Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

Bijlagen

  • Brief gouverneur
  • Aanpassing van het gecumuleerd budgettair resultaat van 2019
  • schema T4 evolutie van de financiële schulden

 

Besluit

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van de brief van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 14 februari 2020 met zijn vaststellingen over het meerjarenplan gemeente en OCMW Bertem 2020-2025.

De raad neemt tevens kennis van het detail van de aanpassing van het gecumuleerd budgettair resultaat van 2019 en van schema T4 evolutie van de financiële schulden.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN OP GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van een nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.

         Brief van Fluvius van 24 oktober 2019 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein – verlenging vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022

         Raadsbesluit van 17 december 2019 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein.

         E-mail van de toezichthoudende overheid van 5 februari 2020 met het advies om de voorziene jaarlijkse indexering in het goedgekeurde reglement te verduidelijken.

 

Juridische gronden

         Artikel 170, §4 van de grondwet

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Argumentatie

De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op het gemeentelijk grondgebied.

 

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

 

De gemeente heeft de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goedgekeurd; die Code heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, om de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

 

Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

 

De Code is geactualiseerd naar aanleiding van toegenomen aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...

 

Op 17 december 2019 keurde de gemeenteraad het huidige retributiereglement goed.

 

Een aanpassing dringt zich op om twee redenen:

 

1)     in het modelreglement van Fluvius werd een uitzondering op de retributie voorzien indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente. Deze uitzondering is per vergissing niet opgenomen in het goedgekeurde reglement.

 

2)     Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft in het kader van zijn bestuurlijk toezicht opgemerkt dat het model van retributiereglement in artikel 2 de volgende zin bevat: "Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast." Het is evenwel niet duidelijk welke indexatie toegepast wordt. De gemeente mag een indexatie opnemen bij de tarieven maar dan moet in het reglement duidelijk bepaald worden op basis van welke index en op basis van welke aanpassing het tarief wordt bepaald.

Recent heeft Fluvius - naar aanleiding van dezelfde opmerking bij andere gemeenten - aangegeven dat de jaarlijkse indexering van alle vermelde bedragen gebeurt (onder voorbehoud van goedkeuring VREG) volgens de gemiddelde geharmoniseerde consumentenindex voor diensten zoals vastgesteld in de maand oktober. Zij vermelden hierbij dat het aan de gemeente vrij staat om dit in het raadsbesluit op te nemen maar met vermelding dat deze indexering onder voorbehoud van goedkeuring door de VREG is.

 

Financiële gevolgen

         De geraamde jaarlijkse opbrengst van deze retributie is 20 957,36 euro.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1 - Algemeen:

Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen zijn:

         alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,

         telecommunicatie,

         radiodistributie en kabeltelevisie,

         de transmissie van enigerlei data,ongeacht of een privégebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,

         alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken:

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 0,78 euro, voor werken in voetpaden 0,60 euro en voor werken in aardewegen 0,36 euro.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast, volgens de gemiddelde geharmoniseerde consumentenindex voor diensten zoals vastgesteld in de maand oktober (onder voorbehoud van goedkeuring VREG).

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen:

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast, volgens de gemiddelde geharmoniseerde consumentenindex voor diensten zoals vastgesteld in de maand oktober (onder voorbehoud van goedkeuring VREG).

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 4 - Inning:

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

 

Artikel 5 - Opheffing:

Het raadsbesluit van 17 december 2019 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein wordt opgeheven op 1 mei 2020.

 

Artikel 6 - Inwerkingtreding:

Dit retributiereglement gaat in vanaf 1 mei 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 april 2020

 

BUDGETHOUDERSCHAP. VASTSTELLING BEGRIP DAGELIJKS BESTUUR.

 

Voorgeschiedenis

  • Besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 over de vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

Juridische gronden

  • Artikel 38/1 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten
    Een wijziging mag zonder nieuwe plaatsingsprocedure worden doorgevoerd, voor door de oorspronkelijke opdrachtnemer te verrichten aanvullende werken, leveringen of diensten die noodzakelijk zijn geworden en die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen, indien de verandering van opdrachtnemer:
    1° niet mogelijk is om economische of technische redenen, zoals wanneer de aanvullende goederen of diensten uitwisselbaar of interoperabel moeten zijn met bestaande uitrusting, diensten of installaties die in het kader van de oorspronkelijke opdracht zijn verworven; en
    2° tot aanzienlijk ongemak of een aanzienlijke kostenstijging zou leiden voor de aanbesteder.
    De prijsverhoging die het gevolg is van de wijziging mag evenwel niet hoger zijn dan vijftig procent van de waarde van de oorspronkelijke opdracht. Indien er verscheidene opeenvolgende wijzigingen worden doorgevoerd, geldt deze beperking voor de waarde van elke wijziging. Dergelijke opeenvolgende wijzigingen mogen niet worden gebruikt om de wetgeving inzake overheidsopdrachten te omzeilen.
  • Artikel 41, 2e lid, 8° van het decreet lokaal bestuur
    Het vaststellen van wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan, is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
  • Artikel 41, 2e lid, 10° van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur', waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is.
  • Artikel 56, §3, 5° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de financieel directeur en van de algemeen directeur

 

Argumentatie

Door de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' door de gemeenteraad kunnen een aantal aankopen vlotter afgehandeld worden.

 

De bepalingen van het vorige besluit over de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' worden deels hernomen.

 

Voor het investeringsbudget wordt voorgesteld om de overheidsopdrachten tot 50 000 euro excl. btw (i.p.v. 20 000 euro excl. btw) te beschouwen als 'dagelijks bestuur' omdat dit de nodige flexibiliteit voor de aankoop van kleine materialen, voertuigen e.d. ten goede komt. Bovendien is in de wetgeving op de overheidsopdrachten de grens van de 'onderhandelingsprocedure via aanvaarde factuur' opgetrokken van 8500 euro excl. btw naar 30 000 euro excl. btw, waardoor de huidige grens van 20 000 euro voor 'dagelijks bestuur' achterhaald is. Bij de opdrachten met aanvaarde factuur geldt de factuur als bewijs dat de opdracht gesloten is. Deze overheidsopdrachten kunnen zonder specifieke documenten of procedures worden gegund en gesloten; bv. de opmaak van een bestek is voor deze aankopen met relatief beperkte waarde niet nodig. Deze opdrachten blijven echter wél onderworpen aan de algemene beginselen van de wetgeving overheidsopdrachten, zoals het eerbiedigen van de vrije mededinging en het gelijkheidsbeginsel.

 

Wat de aanvullende werken, leveringen of diensten betreft, worden de huidige relatieve en absolute bovengrenzen geschrapt, maar gelden twee andere voorwaarden, waaraan cumulatief moet worden voldaan, nl.:

1)     de nodige kredieten voor deze aanvullende werken, leveringen of diensten moeten voorzien zijn als investeringskredieten van het meerjarenplan

2)     de voorwaarden zoals voorzien in het KB Uitvoering, waaronder zowel inhoudelijke als budgettaire beperkingen.

 

De vaststelling van het begrip dagelijks bestuur houdt geen rechtstreeks verband met de drempelbedragen die gelden inzake overheidsopdrachten en bijgevolg ook niet met het drempelbedrag dat geldt voor de 'aanvaarde factuur'. Vele gemeenten leggen de grens voor opdrachten dagelijks bestuur (veel) hoger dan de grenzen in dit besluit. De voorgestelde bepaling van het begrip dagelijks bestuur is vooral gebaseerd op pragmatische overwegingen omdat heel wat kleinere investeringen die te maken hebben met de operationele werking van de gemeente (bepaalde machines, bestelwagen, telefooncentrale…) vaak flirten met de momenteel geldende grens van 20 000 euro exclusief btw. Bovendien bevinden zulke investeringen zich bij het lokaal bestuur Bertem in het detailoverzicht van de investeringskredieten van het meerjarenplan (hetgeen de meeste gemeenten niet doen) en heeft de gemeenteraad bijgevolg de mogelijkheid om n.a.v. de bespreking van het meerjarenplan te beslissen om bepaalde investeringen onder 50 000 euro exclusief btw toch te laten verlopen via de gemeenteraad indien de gemeenteraad meent dat die investering een beleidsmatige impact heeft.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het begrip 'dagelijks bestuur' als volgt vast te stellen:

1)     alle uitgaven van het exploitatiebudget, inclusief meerjarige opdrachten

2)     alle uitgaven van het investeringsbudget tot een maximum van 50 000 euro (exclusief btw)

3)     het aankopen van aanvullende werken, leveringen of diensten op het investeringsbudget overeenkomstig artikel 38/1 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voor zover de nodige kredieten voor deze aanvullende werken, leveringen of diensten voorzien zijn in het goedgekeurd investeringsbudget.

 

Artikel 2:

Aan het college van burgemeester en schepenen wordt opdracht gegeven om deze vaststelling van het begrip dagelijks bestuur na één jaar te evalueren en om deze evaluatie voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Artikel 3:

Het raadsbesluit van 2 april 2013 over de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' wordt opgeheven op 1 april 2020.

 

Artikel 4:

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/04/2020