NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 17 december 2013

Van 20 uur tot 22.30 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Tom Philips

Burgemeester:

Albert Mees

Schepenen:

Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens en Jan Buysse

Schepen met raadgevende stem:

Eddy Vranckx

Gemeenteraadsleden:

Roger De Muylder, Ludo Croonenberghs, Maria Andries, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Ken Geyns, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

Gemeentesecretaris:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 33 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige raadszitting goed.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 19 november 2013.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 19 november 2013 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

GEMEENTERAADSLEDEN. KENNISNAME VERHINDERING RAADSLID GRIET VERHENNEMAN.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012
  • Brief van 21 november 2012, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 in Bertem geldig heeft verklaard op 20 november 2012.
  • Eedaflegging van Griet Verhenneman (sp.a) als gemeenteraadslid op 2 januari 2013
  • Brief van Griet Verhenneman van 22 oktober 2013 waarin zij haar verhindering als gemeenteraadslid meedeelt voor de periode van 16 december 2013 tot en met 29 maart 2014 wegens opname van ouderschapsverlof.

 

Feiten en context

  • Uit het proces-verbaal van het gemeentelijk hoofdbureau blijkt dat Pieter Sempels en Roger De Muylder resp. eerste en tweede opvolger zijn voor de lijst sp.a.
  • Op 23 oktober 2013 werd Pieter Sempels uitgenodigd om gemeenteraadslid Griet Verhenneman tijdelijk te vervangen tijdens haar verhindering.
  • Op 23 oktober 2013 heeft Pieter Sempels laten weten dat hij het raadslid niet wenst te vervangen.
  • Op 23 oktober 2013 werd Roger De Muylder uitgenodigd om gemeenteraadslid Griet Verhenneman tijdelijk te vervangen tijdens haar verhindering.
  • Op 24 oktober 2013 heeft Roger De Muylder laten weten dat hij bereid is om tijdelijk het mandaat van raadslid Griet Verhenneman over te nemen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 14 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad neemt akte van de verhindering van het gemeenteraadslid dat ouderschapsverlof wil nemen voor de geboorte van een kind. Dat gemeenteraadslid wordt op haar schriftelijke verzoek, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad, vervangen, op zijn vroegst vanaf de zesde week voor de vermoedelijke datum van de geboorte, tot het einde van de negende week na de adoptie of geboorte.
  • Artikel 16 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Het gemeenteraadslid dat als verhinderd wordt beschouwd, wordt vervangen door haar opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig de het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
  • Artikel 169, §2, 5° van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
    De niet-verkozen kandidaten worden eerste, tweede, derde enzovoort opvolger verklaard in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben bekomen, na een nieuwe overdracht van de lijststemmen, te beginnen bij de eerste niet-effectief verkozen kandidaat.

 

Artikel 1:

De raad neemt kennis van de verhindering wegens ouderschapsverlof van raadslid Griet Verhenneman (sp.a) vanaf 16 december 2013. Roger De Muylder wordt als tweede opvolger van de lijst sp.a uitgenodigd om het mandaat van gemeenteraadslid tijdelijk op te nemen.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

GEMEENTERAADSLEDEN. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN ROGER DE MUYLDER.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012
  • Brief van 21 november 2012, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 in Bertem geldig heeft verklaard op 20 november 2012.
  • Brief van Griet Verhenneman van 22 oktober 2013 waarin zij haar verhindering als gemeenteraadslid meedeelt voor de periode van 16 december 2013 tot en met 29 maart 2014 wegens opname van ouderschapsverlof.
  • E-mail van Roger De Muylder van 24 oktober 2013 waarin hij laat weten dat hij bereid is om tijdelijk het mandaat van raadslid Griet Verhenneman over te nemen.
  • Kennisname door de gemeenteraad van de verhindering van Griet Verhenneman als gemeenteraadslid op 17 december 2013.

 

Juridische gronden

  • Artikel 7, §3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozen gemeenteraadsleden.
  • Artikel 11 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Dit artikel omschrijft de onverenigbaarheden voor gemeenteraadsleden
  • Artikel 12 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het hem toegekende mandaat.
  • Artikelen 8-14 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
    Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn en zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing.
  • Artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
    Om tot gemeenteraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden behouden en mag men zich niet in een geval van schorsing of uitsluiting bevinden. Dit artikel omschrijft verder ook de situaties waarin personen niet verkiesbaar zijn als gemeenteraadslid.
  • Omzendbrief BB-2012/2 van 19 oktober 2012 – Start van de lokale en provinciale bestuursperiode
    Deze omzendbrief geeft o.a. toelichting bij het onderzoek van de geloofsbrieven.

 

Argumentatie

De geloofsbrieven omvatten de schriftelijke bewijsstukken die elke verkozene of opvolger, opgeroepen om de eed af te leggen, moet voorleggen en waaruit blijkt dat hij/zij op een wettige wijze is verkozen en dat er tegen zijn/haar verkiezing geen bezwaren zijn. De opvolger moet volgende stukken voorleggen:

  • een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister
  • een recent uittreksel uit het strafregister model 1
  • een verklaring op eer dat men zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 11 van het gemeentedecreet.

 

De geloofsbrieven van Roger De Muylder werden behoorlijk en tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen.

 

Het doel van het onderzoek is om na te gaan of men nog aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt (artikel 11 van het gemeentedecreet):

1.     Belgische nationaliteit of EU-onderdaan (met actief stemrecht)

2.     Leeftijd van 18 jaar bereikt hebben

3.     Ingeschreven in bevolkings- of vreemdelingenregister (voor niet-Belgische EU-onderdanen)

4.     Geen uitsluiting/schorsing kiesrecht of veroordeling.

 

Uit het onderzoek van de geloofsbrieven door de gemeenteraad, blijkt dat Roger De Muylder voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Hij heeft verklaard zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid te bevinden.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De geloofsbrieven van Roger De Muylder (sp.a) worden goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

GEMEENTERAADSLEDEN. EEDAFLEGGING ROGER DE MUYLDER.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012
  • Brief van 21 november 2012, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 in Bertem geldig heeft verklaard op 20 november 2012.
  • Raadsbesluit van 17 december 2013 over de goedkeuring van de geloofsbrieven van Roger De Muylder.

 

Juridische gronden

  • Artikel 16 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De eedaflegging gebeurt in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
  • Artikel 74bis van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De Vlaamse regering legt een databank aan die gegevens bevat over de mandatarissen van de gemeente. De databank bevat de voornaam, de achternaam, het geslacht, de geboortedatum, het rijksregisternummer, de naam van de lijst waarop de mandataris als gemeenteraadslid is verkozen, de naam van de fractie waartoe hij behoort of, in voorkomend geval, de melding dat hij als onafhankelijke zetelt, alsook, in voorkomend geval de bevoegdheden die hij toegewezen krijgt, en de begin- en einddatum van zijn mandaat.
  • Omzendbrief BB-2012/2 van 19 oktober 2012 – Start van de lokale en provinciale bestuursperiode
    Deze omzendbrief geeft o.a. toelichting bij de procedure voor de eedaflegging van de gemeenteraadsleden.
  • Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 januari 2013 tot nadere uitvoering van de mandatendatabank, vermeld in artikel 74bis en 274, § 5, van het Gemeentedecreet, artikel 72bis van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en artikel 73/1 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
    Wanneer een gemeenteraadslid als verhinderd wordt beschouwd, brengt de gemeente de Vlaamse regering binnen een termijn van twintig kalenderdagen op de hoogte van de einddatum van het mandaat door middel van het elektronisch invullen van de mandatendatabank.
    De gemeente is er niet toe gehouden de Vlaamse regering op de hoogte te brengen van de gegevens, vermeld in artikel 74bis van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, van de personen die het mandaat gedurende een periode van niet meer dan dertien weken waarnemen wegens een verhindering.

 

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van Roger De Muylder in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

De gemeentesecretaris brengt de Vlaamse regering binnen de twintig dagen van de eedaflegging op de hoogte via de mandatendatabank.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

GEMEENTERAADSLEDEN. VASTSTELLING RANGORDE GEMEENTERAADSLEDEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012
  • Raadsbesluit van 2 januari 2013 over de rangorde van de gemeenteraadsleden
  • Kennisname door de gemeenteraad van de verhindering van raadslid Griet Verhenneman op 17 december 2013
  • Eedaflegging van raadslid Roger De Muylder op 17 december 2013

 

Feiten en context

  • De rangorde wordt bepaald als volgt:
    • Anciënniteit als gemeenteraadslid (eventueel onderbroken)
    • In ondergeschikte orde (bij gelijke anciënniteit): het aantal naamstemmen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen
    • Bij gelijke anciënniteit en gelijk aantal naamstemmen: voorrang voor de kandidaat op de lijst die de meeste stemmen behaalde.
  • De mandaatperiodes als gemeenteraadslid en het aantal naamstemmen van de gemeenteraadsleden bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen zijn als volgt:

    Raadslid             Periodes GR-lid             Naamstemmen
    • Marc Morris03/01/1977-nu765
    • Albert Mees02/01/1989-nu957
    • Greet Goossens03/01/1995-nu493
    • Roger De Muylder03/01/1995-02/01/2013128
    • Ludo Croonenberghs04/01/1983-03/01/1995
      02/01/2013-nu140
    • Jan Buysse09/01/2001-nu398
    • Maria Andries09/01/2001-nu134
    • Leonard Vranckx02/01/2007-nu499
    • Kristien Van Essche02/01/2007-nu298
    • Yvette Laes02/01/2007-nu283
    • Herman Ginis02/01/2007-nu247
    • Roos De Backer02/01/2007-02/01/2013252
      29/01/2013-nu
    • Sonia Stiasteny29/09/2009-nu197
    • Joël Vander Elst02/01/2013-nu588
    • Joery Verhoeven02/01/2013-nu316
    • Jan De Keyzer02/01/2013-nu312
    • Tom Philips02/01/2013-nu305
    • Joris Fonteyn02/01/2013-nu286
    • Ken Geyns             02/01/2013-nu282
    • Karin Baudemprez02/01/2013-nu160
    • Anja De Herdt02/01/2013-nu148

 

Juridische gronden

  • Artikel 125 van de Nieuwe Gemeentewet
    Dit artikel voorziet in de mogelijkheid dat een ambtenaar van de burgerlijke stand bij zijn verhindering tijdelijk vervangen wordt door de burgemeester, een schepen of een raadslid in de volgorde van hun benoeming.
  • Artikel 8, §4, 2e lid, 2° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Dit artikel regelt de vervanging van de voorzitter van de gemeenteraad als de voorzitter tijdelijk afwezig is of als hij bij een welbepaalde aangelegenheid betrokken partij is, en als hij geen vervanger heeft aangeduid. In dergelijk geval neemt het gemeenteraadslid met de meeste anciënniteit het voorzitterschap waar. Bij gelijke anciënniteit geniet het gemeenteraadslid dat bij de laatste volledige vernieuwing van de gemeenteraad het hoogste aantal naamstemmen heeft behaald, de voorkeur. Als het gemeenteraadslid met de meeste anciënniteit de voorzitter in die gevallen niet kan vervangen, wordt het voorzitterschap waargenomen door een ander gemeenteraadslid in volgorde van anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit wordt het mandaat waargenomen door het gemeenteraadslid dat bij de verkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald.
  • Artikel 50, §2 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    Dit artikel regelt de vervanging van een schepen als hij tijdelijk afwezig is. In dergelijk geval kan hij worden vervangen door het gemeenteraadslid met de meeste anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit, geniet het gemeenteraadslid dat bij de laatste volledige vernieuwing van de gemeenteraad het hoogste aantal naamstemmen heeft behaald, de voorkeur. Als het gemeenteraadslid met de meeste anciënniteit de schepen in die gevallen niet kan vervangen, wordt het schepenmandaat waargenomen door een ander gemeenteraadslid in volgorde van hun anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit wordt het schepenmandaat waargenomen door het gemeenteraadslid dat bij de verkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald.Bij een gelijk aantal naamstemmen wordt het schepenmandaat waargenomen door het gemeenteraadslid van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen heeft behaald.
  • Omzendbrief BB-2012/2 van 19 oktober 2012 – Start van de lokale en provinciale bestuursperiode
    Deze omzendbrief adviseert om de ranglijst op te stellen, hoewel er geen expliciete verplichting tot opmaak ervan is opgenomen in het gemeentedecreet.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De rangorde van gemeenteraadsleden wordt als volgt vastgesteld:

1.     Marc Morris

2.     Albert Mees

3.     Greet Goossens

4.     Roger De Muylder

5.     Ludo Croonenberghs

6.     Jan Buysse

7.     Maria Andries

8.     Leonard Vranckx

9.     Kristien Van Essche

10.Yvette Laes

11.Herman Ginis

12.Roos De Backer

13.Sonia Stiasteny

14.Joël Vander Elst

15.Joery Verhoeven

16.Jan De Keyzer

17.Tom Philips

18.Joris Fonteyn

19.Ken Geyns

20.Karin Baudemprez

21.Anja De Herdt

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

STRATEGISCHE MEERJARENPLANNING. GOEDKEURING STRATEGISCH MEERJARENPLAN 2014-2019 GEMEENTEBESTUUR BERTEM.

 

Feiten en context

  • Dit strategisch meerjarenplan (SMJP) werd opgesteld conform de richtlijnen betreffende de beleids- en beheerscyclus opgelegd door de Vlaamse overheid.
    Deze nieuwe aanpak moet ervoor zorgen dat de financiën van de lokale besturen onder controle zijn en dat uiterlijk in 2019 een positieve autofinancieringsmarge wordt bereikt.
    Dit SMJP is tegelijk ambitieus en realistisch:
    • Ambitieus omdat het, naast het verderzetten en verbeteren van de bestaande dienstverlening, een aantal uitdagende nieuwe doelstellingen voor de komende 6 jaar bevat;
    • Realistisch omdat de realisatie van dit alles haalbaar en betaalbaar is.

De Vlaamse gemeenten hebben het momenteel niet gemakkelijk, in het bijzonder op financieel vlak. Door de economische en financiële crisis zijn een aantal inkomstenbronnen verdwenen, en stijgen de inkomsten trager dan pakweg 5 à 10 jaar geleden. Dit is ook voor Bertem zo en daarmee is rekening gehouden.
De afgelopen paar jaar werd er in onze gemeente ook al flink geïnvesteerd: o.m. de bouw van het Sociaal Huis en van het gemeenschapscentrum Vlieg-In, en de wegen- en rioleringswerken in de Dorpstraat in Bertem en Leefdaal zijn daar belangrijke voorbeelden van.
Toch kan een SMJP voorgesteld worden met een positieve autofinancieringsmarge in 2019.
Dit wordt bereikt met drie belangrijke maatregelen:

a)     Een reeks van structurele maatregelen die zowel besparingen bevatten als aanpassingen van diverse retributietarieven, waarvan de meeste inmiddels door de gemeenteraad al zijn goedgekeurd, en verkoop van eigendommen die niet meer nuttig zijn voor het uitvoeren van het voorgenomen beleid. Deze maatregelen zijn terug te vinden op pagina 47 van het SMJP.

b)     Het maken van duidelijke keuzes bij de investeringen. Dit impliceert natuurlijk dat niet alles kan.

c)      Werken aan een efficiënter en effectiever bestuur door doorgedreven informatisering, een verbeterde communicatie, een vereenvoudiging van de werkprocessen en een structurele samenwerking tussen gemeente en OCMW.

In dit plan is lang niet alles opgenomen waar dit gemeentebestuur dagelijks mee bezig is. Indien dit wel zou gebeuren, dan zou dit SMJP een onleesbare turf zijn.
Er wordt met dit plan gefocust op de nieuwe accenten die het gemeentebestuur de komende jaren wilt leggen, vertaald in te bereiken doelstellingen, met het hoofdaccent op deze doelstellingen die een financiële weerslag hebben.
De aanpak en voortgang van deze doelstellingen wil het gemeentebestuur sterk monitoren en opvolgen. Indien omstandigheden of gehanteerde parameters in de toekomst zouden wijzigen, dan zullen die bijgestuurd worden.
De doelstellingen die zich situeren binnen de beleidsdomeinen cultuur, jeugd en sport, zijn uitvoeriger weergegeven.
Dit is een verplichting, opgelegd door de Vlaamse overheid ter verantwoording van de subsidies die de gemeente ontvangt.
Dit betekent echter niet dat de andere beleidsvoornemens en vooral de dagelijkse werkzaamheden in andere beleidsdomeinen niet even belangrijk zouden zijn. Voor de uitvoering van dit constant beleid is eveneens budget voorzien onder de rubrieken overig beleid.
De gemaakte keuzes zijn volledig conform met de beleidsverklaring die dit college voor deze gemeenteraad heeft afgelegd begin 2013.
Enkele van de voornaamste krachtlijnen zijn:

  • De twee voornaamste belastingen de personenbelasting (7,5% sinds 1996) en de onroerende voorheffing (1050 opc sinds 2001) worden niet verhoogd.
  • Het SMJP bevat de volgende grote investeringen:
    • Het atletiekpark in Korbeek-Dijle wordt momenteel aangelegd en de jeugdlokalen worden gerealiseerd
    • De herinrichting van centrum Leefdaal is het grootste investeringsproject van deze legislatuur
    • Voor het fiets- en voetpadenplan wordt over 4 jaren een bedrag van
      1 000 000 euro voorzien
    • Op de grens van Leefdaal en Bertem wordt een nieuwe sporthal gepland
    • Er wordt geïnvesteerd in het grote onderhoud van beide gemeentescholen en van diverse straten en landbouwwegen. Het Bies wordt in 2014 samen met Aquafin heraangelegd.
    • De Romaanse St.-Pieterskerk te Bertem wordt gerestaureerd.
    • Een aantal bijkomende projecten ter bestrijding van overstroming en erosie worden gerealiseerd
    • Het voetbalterrein van het sportpark krijgt kunstgras
    • Het bestuur investeert verder in informatica en in een tijdige vervanging van de voertuigen.

Deze keuzes zijn onderbouwd door de missie van onze gemeente, door de bevindingen zoals die blijken uit de omgevingsanalyse, door het voorbereidend werk van de gemeentelijke administratie via zelfevaluatie en risicoanalyse, door informeel en formeel overleg met de belanghebbenden en door grondig cijferwerk.

Het zijn de keuzes die door de bestuursploeg gezamenlijk zijn gemaakt en die zij wenst te realiseren tijdens deze bestuursperiode.

De visie over wat het gemeentebestuur wil doen, staat compact neergeschreven op pagina’s 60-63 van het SMJP. De hoofdlijnen van deze visie zijn:

  • Landelijk en natuurlijk Bertem bewaren en versterken
  • Bovenal aangenaam wonen
  • Aangenaam wonen betekent ook veel te beleven
  • Iedereen hoort erbij
  • Een kleine gemeente, efficiënt beheerd.

Het is de bedoeling om oud en nieuw te combineren. De oude charme van de dorpen met voorzieningen voor veilig verkeer. Ouderwetse gezelligheid in de buurt met moderne communicatie en efficiënt besturen. Het eeuwenoude landschap en onze monumenten met vernieuwde sportinfrastructuur.

Het gemeentebestuur wil dit meerjarenplan waarmaken samen en in dialoog met de gemeenteraad, de adviesraden, de burgers, de verenigingen, en met wie beroepshalve actief is in de gemeente.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, §2, 3° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van het meerjarenplan, is een bevoegdheid van de gemeenteraad en is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 87, §4 van het gemeentedecreet
    De gemeentesecretaris zorgt in overleg met het managementteam voor het opstellen van het voorontwerp van de strategische nota van het meerjarenplan.
  • Artikel 93 van het gemeentedecreet
    De financieel beheerder staat onder de functionele leiding van de gemeentesecretaris in voor het opstellen, in overleg met het managementteam, van het voorontwerp van de financiële nota van het meerjarenplan.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
    Dit besluit bevat de inhoud van de beleidsrapporten (meerjarenplan, budget en jaarrekening), evenals de regels voor de boekhouding.
  • Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
    Dit besluit handelt over de vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de OCMW's.
  • Decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd
  • Omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 over de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus
  • Ministerieel besluit van 9 juli 2013 over de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
    Dit besluit regelt o.a. de digitale rapportering aan Afdeling Binnenlands Bestuur.
  • Omzendbrief BB 2013/7 van 6 september 2013 betreffende "Digitale rapportering over de beleids- en beheerscyclus"
    Deze omzendbrief geeft toelichting bij de verplichte digitale rapportering over de BBC-beleidsrapporten. Alle besturen die de BBC-regels toepassen, moeten daar ook onmiddellijk digitaal over rapporteren.
  • Omzendbrief BB 2013/8 van 18 oktober 2013 over de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus
    Deze omzendbrief gaat in op de veralgemeende invoering van de BBC vanaf financieel boekjaar 2014 en geeft toelichting bij de beperkte wijziging aan het BBC-besluit wat betreft de definitie van het financieel evenwicht. Daarnaast worden ook enkele tips gegeven voor het realistisch ramen.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de mobiliteitsraad van 29 oktober 2013
  • Gunstig advies van de milieuraad van 5 november 2013
  • Gunstig advies van de bibliotheekraad van 8 november 2013
  • Gunstig advies van de jeugdraad van 26 november 2013
  • Gunstig advies van de cultuurraad van 27 november 2013
  • Gunstig advies van de seniorenraad van 27 november 2013
  • Gunstig advies van het Lokaal Overleg Kinderopvangvan 28 november 2013
  • Gunstig advies van de sportraad van 2 december 2013
  • Gunstig advies van het managementteam van 2 december 2013
  • Gunstig advies van de schoolraad Leefdaal van 3 december 2013
  • Gunstig advies van de schoolraad Bertem van 11 december 2013

 

 

Bijlagen

  • Strategisch meerjarenplan 2014-2019
  • Bijlage 1 - Vragenlijst zelfevaluatie
  • Bijlage 2 - Risicoanalyse
  • Bijlage 3 - Advies Mobiliteitsraad 29-10-2013
  • Bijlage 4 - Advies milieuraad 5-11-2013
  • Bijlage 5 - Advies bibliotheekraad 08-11-2013
  • Bijlage 6 - Advies jeugdraad 26-11-2013
  • Bijlage 7 - Advies cultuurraad 27-11-2013
  • Bijlage 8 - Advies seniorenraad 27-11-2013
  • Bijlage 9 - Advies LOK 28-11-2013
  • Bijlage 10 - Advies sportraad 2-12-2013
  • Bijlage 11 - Advies schoolraad Leefdaal 3-12-2013
  • Bijlage 13 - Organogram
  • Bijlage 14 - jaarrapport ICS 2012

 

Besluit

 

15 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips, Ken Geyns en Roger De Muylder

6 onthoudingen: Ludo Croonenberghs, Maria Andries, Kristien Van Essche, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

 

Motivatie onthouding Kristien Van Essche: Raadslid Kristien Van Essche wenst zich te onthouden omdat er in het plan een aantal punten staan die rechtstreeks gevolgen kunnen hebben voor haar bedrijf. Zij wenst te voorkomen dat een stem voor de integrale goedkeuring van het meerjarenplan haar zou beletten om steeds neutraal te kunnen onderhandelen. Voor de rest krijgt de coalitie al haar steun.

 

Artikel 1:

De raad keurt het strategisch meerjarenplan 2014-2019 van het gemeentebestuur Bertem goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

BUDGET. GOEDKEURING BUDGET 2014 GEMEENTEBESTUUR BERTEM.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, §2, 3° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van het budget, is een bevoegdheid van de gemeenteraad en is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 87, §4 van het gemeentedecreet
    De gemeentesecretaris zorgt in overleg met het managementteam voor het opstellen van het voorontwerp van de beleidsnota van het budget.
  • Artikel 93 van het gemeentedecreet
    De financieel beheerder staat onder de functionele leiding van de gemeentesecretaris in voor het opstellen, in overleg met het managementteam, van het voorontwerp van de financiële nota van het jaarlijkse budget.
  • Artikel 148 van het gemeentedecreet
    Voor het begin van ieder financiële boekjaar stelt de gemeenteraad op basis van het meerjarenplan het budget van de gemeente vast.
    De gemeenteraad stemt over het budget in zijn geheel. Elk gemeenteraadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen van het budget die hij aanwijst. In dat geval mag over het geheel pas gestemd worden na de stemming over een of meer onderdelen die aldus zijn aangewezen. De stemming over het geheel heeft dan betrekking op de onderdelen waarover geen enkel gemeenteraadslid afzonderlijk wil stemmen, en op de onderdelen die al bij een afzonderlijke stemming zijn aangenomen.
    Het ontwerp van budget wordt op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.
  • Artikel 149 en 150 van het gemeentedecreet
    Het budget van de gemeente omvat een beleidsnota en een financiële nota. De beleidsnota verwoordt het beleid dat de gemeente gedurende het financiële boekjaar zal voeren en concretiseert de beleidsdoelstellingen. De beleidsnota omvat een toelichting omtrent de financiële toestand van de gemeente en verwoordt de aansluiting met de financiële nota.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
    Dit besluit bevat de inhoud van de beleidsrapporten (meerjarenplan, budget en jaarrekening), evenals de regels voor de boekhouding.
  • Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
    Dit besluit handelt over de vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de OCMW's.
  • Omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 over de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus
  • Ministerieel besluit van 9 juli 2013 over de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
    Dit besluit regelt o.a. de digitale rapportering aan Afdeling Binnenlands Bestuur.
  • Omzendbrief BB 2013/7 van 6 september 2013 betreffende "Digitale rapportering over de beleids- en beheerscyclus"
    Deze omzendbrief geeft toelichting bij de verplichte digitale rapportering over de BBC-beleidsrapporten. Alle besturen die de BBC-regels toepassen, moeten daar ook onmiddellijk digitaal over rapporteren.
  • Omzendbrief BB 2013/8 van 18 oktober 2013 over de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus
    Deze omzendbrief gaat in op de veralgemeende invoering van de BBC vanaf financieel boekjaar 2014 en geeft toelichting bij de beperkte wijziging aan het BBC-besluit wat betreft de definitie van het financieel evenwicht. Daarnaast worden ook enkele tips gegeven voor het realistisch ramen.

 

Adviezen

  • Advies van het managementteam van 2 december 2013

 

 

Bijlagen

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips, Ken Geyns en Roger De Muylder

5 onthoudingen: Ludo Croonenberghs, Maria Andries, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het budget 2014 goed met een batig resultaat van 404 228 euro en met een negatieve autofinancieringsmarge van -48.960 euro.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

BELASTINGEN. VASTSTELLING OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING AANSLAGJAREN 2014-2018.

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet
    Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
  • Artikel 42 van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Onverminderd de federale wetgeving over de bevoegdheid van de gemeenteraad tot vaststelling van politieverordeningen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies en op het inwendig bestuur van de gemeente.
  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen
  • Artikel 464-1° van het wetboek van de inkomstenbelasting van 1992
    De gemeenten zijn gemachtigd om opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing.

 

Financiële gevolgen

  • De Vlaamse overheid bezorgde aan de gemeente een raming van de te verwachten inkomsten voor de gemeente Bertem voor het jaar 2014: 2 650 443 euro.

 

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Voor de aanslagjaren 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 vestigt de gemeenteraad 1050 opcentiemen op de onroerende voorheffing.

 

Artikel 2:

Deze gemeentelijke opcentiemen worden ingevorderd door het Vlaams Gewest overeenkomstig de regels bepaald voor de gewestbelastingen.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

BELASTINGEN. GOEDKEURING AANVULLENDE BELASTING OP DE PERSONENBELASTING AANSLAGJAREN 2014 TOT EN MET 2018.

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet
    Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
  • Artikel 42 van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.
  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Financiële gevolgen

  • De Vlaamse overheid bezorgde aan de gemeente een raming van de te verwachten inkomsten voor de gemeente Bertem voor het jaar 2014: 4 391 708 euro.

 

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Voor de aanslagjaren 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 wordt een aanvullende gemeentebelasting vastgesteld op de belasting op de natuurlijke personen die op 1 januari van het betrokken aanslagjaar in de gemeente gedomicilieerd zijn.

 

Artikel 2:

Het percentage van de belasting voor al de belastingplichtigen wordt vastgesteld op 7,5 % van het gedeelte van de personenbelasting dat voor hetzelfde aanslagjaar aan de Staat verschuldigd is. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Artikel 3:

De vaststelling en de inning van de gemeentebelasting zal door toedoen van het bestuur van de directe belastingen gebeuren zoals bepaald in artikel 469 van het wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

BELASTINGEN. GOEDKEURING HEFFINGSREGLEMENT GEBOUWEN EN WONINGEN OPGENOMEN IN HET LEEGSTANDSREGISTER.

 

Voorgeschiedenis

  • Bespreking door het college op 21 oktober 2013 van het voorstel van heffingsreglement op leegstand.

 

Feiten en context

  • Het leegstandsregister voor de gemeente Bertem werd opgemaakt in 2010 en geactualiseerd in 2012 en 2013. Momenteel staan er 30 woningen geregistreerd op deze lijst.
  • Tot op heden werden er geen gemeentelijke belastingen geheven op de woningen en/of gebouwen opgenomen in het leegstandsregister.

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet
    Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
  • Artikel 42 van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.
  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Wetboek van de inkomstenbelastingen
    Hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek zijn van toepassing voor zover dit niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreft.
  • Het decreet van 27 maart 2009 over het grond- en pandenbeleid
    Volgens dit decreet zijn gemeenten vanaf 1 januari 2010 verplicht een register van leegstaande gebouwen en woningen bij te houden (leegstandsregister) en zijn de gemeenteraden autonoom gemachtigd tot het heffen van een leegstandsheffing op gebouwen en woningen die zijn opgenomen in het leegstandsregister.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels over het leegstandsregister
    Dit besluit wijzigt ook het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 over de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen.
  • Raadsbesluit van 29 juni 2010 over het reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand.
  • Raadsbesluit van 24 april 2012 over de herziening van het reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand.

 

Argumentatie

De gemeente wenst leegstand van woningen en gebouwen te ontmoedigen door het opleggen van een belasting. Er zijn uitzonderingen voorzien waarbij rekening wordt gehouden met sociale omstandigheden en met bepaalde vormen van overmacht.

 

Voor de opmaak van een leegstandsregister legt het grond- en pandenbeleid bepaalde voorwaarden op. Het minimumbedrag van de heffing bedraagt 990 euro gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index. De gemeenteraad opteert voor een vast bedrag van 1250 euro.

De heffing is verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de eerste verjaardag (datum van opname in het leegstandsregister).

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/002/003/002/006/73740000/0020

€ 7500

€ 7500 in 2014

€ 12 500 vanaf 2015

 

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1: definities

         inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning op de inventaris wordt opgenomen. Dit is tevens de datum van de akte en referentiepunt om de verjaardag te bepalen.

         verjaardag: het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden sinds de inventarisatiedatum.

         zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
- de volle eigendom
- het recht van opstal of van erfpacht
- het vruchtgebruik

         Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van de bedrijfsruimten. Een bedrijfsruimte wordt in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten als volgt gedefinieerd: de verzameling van alle percelen met een oppervlakte van minstens 5 are, waarop zich minstens 1 bedrijfgsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en waar de economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt.

         woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

         eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.

         pand: een gebouw of een woning.

         beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
- een aangetekend schrijven
- een afgifte tegen ontvangstbewijs
- elke andere door de Vlaamse regering toegelaten betekeningswijze waarbij
  de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld

 

Artikel 2: algemeen

Er wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, waarvan de nadere regels zijn vastgelegd in de gemeenteraadsbeslissing van 29 juni 2010, herzien op 24 april 2012, over de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstand.

 

Artikel 3: de belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van inventarisatiedatum.

Als er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn deze hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld, dit wil zeggen dat het volledige bedrag van de belasting bij één van hen kan worden opgeëist.

Bij overdracht van het zakelijk recht, bijvoorbeeld bij een verkoop, moet de overdrager de verkrijger op de hoogte brengen van de opname van het pand in het leegstandsregister. Daarnaast moet de overdrager van het zakelijk recht de gemeente per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen, en dit binnen twee maanden na het verlijden van deze akte.

De kopie bevat minstens de volgende gegevens:

         naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel en de aard van het zakelijk recht dat wordt overgedragen;

         datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

         nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, dit wil zeggen: het adres en kadastraal nummer van het overgedragen goed en de oppervlakte.

Als de overdrager van het zakelijk recht nalaat deze kennisgevingen te doen, wordt hij als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting na de overdracht.

 

Artikel 4: de belasting

De belasting bedraagt 1250 euro voor een gebouw of eengezinswoning.

De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is de eerste maal verschuldigd op het moment dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister. Hierbij wordt vertrokken van de datum van de akte.

Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister werd geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd telkens een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt na datum van opname in het leegstandsregister.

 

Artikel 5: woningen of gebouwen die voor 1 januari 2014, de inwerkingtreding van dit reglement, opgenomen zijn in het leegstandsregister

De zakelijk gerechtigden van de woningen of gebouwen, opgenomen in het leegstandsregister voor 1 januari 2014, krijgen tot de verjaardag van de inventarisatiedatum in 2014 de mogelijkheid om een vrijstelling van belasting aan te vragen.

De gemeentelijke leegstandsbelasting zal in 2014 volgens artikel 6 van het reglement op de inventarisatiedatum geheven worden.

 

Artikel 6: vrijstelling van belasting

1. Persoonsgebonden vrijstellingen:

         de heffingsplichtige die volle eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning;

         de heffingsplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of zich in een gelijkaardige situatie bevindt waarbij overmacht kan worden bewezen.
Een bewijs van verblijf moet worden afgeleverd door de instelling waar de belastingsplichtige verblijft of bij overmacht een relevant bewijsstuk;

         de heffingsplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;

         de heffingsplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.

2. Objectgebonden vrijstellingen

         het gebouw of de woning is gelegen binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

         het gebouw of de woning kan geen voorwerp meer uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

         het gebouw of de woning werd vernield ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

         het gebouw of de woning kan onmogelijk daadwerkelijk gebruikt worden door een verzegeling in het kader van een strafrechterlijk onderzoek of door een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

         het gebouw of de woning wordt gerenoveerd blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning;

         het gebouw of de woning wordt gerenoveerd zonder dat er een stedenbouwkundige vergunning is vereist of het gebouw of de woning maakt deel uit van een overeenkomst met het oog op renovatie, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2 van de Vlaamse Wooncode In dit geval moet er een renovatiedossier worden voorgelegd dat minstens volgende elementen bevat:

a. een plan of tekening en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;

b. een plan of tekening van de toestand na renovatie als deze verschillend is van a;

c. een overzicht van de niet stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken die worden uitgevoerd;

d. een raming van de kosten, vergezeld van offertes en / of facturen van reeds uitgevoerde werken;

e. een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken worden uitgevoerd.

De aanvrager geeft toelating om het pand en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. De bevoegde overheid kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om 1 jaar te duren en / of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse wooncode.

Deze vrijstelling geldt voor een periode van 1 jaar en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar voor telkens 1 jaar. De aanvraag voor een eerste en tweede verlenging dient te gebeuren voor het verstrijken van de lopende vrijstelling. De aanvrager voegt bij de verlengingsaanvraag:

a. één of meer facturen van maximum 1 jaar oud voor een bedrag van minstens 2500 euro inclusief btw die betrekking heeft of hebben op de uitgevoerde renovatiewerken;

b. in geval punt e. van bovenstaande paragraaf niet meer realiseerbaar is: een verantwoording waaruit blijkt dat de werken niet konden worden afgerond en een aangepast tijdsschema.

         het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, zoals bedoeld in artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

 

Indien de heffingsplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de heffingsplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

De vrijstelling van heffing heeft geen impact op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister. De anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de heffing zal worden berekend op basis van de inventarisatiedatum. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn van een woning of gebouw en er aan één van de zakelijk gerechtigden een vrijstelling wordt toegekend, geldt de vrijstelling voor alle zakelijk gerechtigden, zelfs al hebben deze anderen geen aanvraag tot vrijstelling ingediend.

Vrijstellingen en schorsingen die door Wonen Vlaanderen werden toegestaan vervallen. De zakelijk gerechtigde kan een nieuwe vrijstelling aanvragen binnen het kader van dit reglement.

 

Artikel 7: aanvragen van een vrijstelling

De aanvraag tot vrijstelling van heffing dient te gebeuren voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in het leegstandsregister. Eens de verjaardag van de inventarisatiedatum is verlopen, kan de gemeente overgaan tot het invorderen van de heffing. In dit stadium kan voor de voorbije termijn geen vrijstelling van heffing meer worden aangevraagd, maar kan er enkel nog bezwaar tegen de belasting worden ingediend zoals beschreven in artikel 8. Een aanvraag tot vrijstelling van heffing mag niet verward worden met een beroep tegen opname of met een aanvraag tot schrapping uit het leegstandsregister.

Aanvragen tot vrijstelling worden, vergezeld van de nodige bewijsstukken, via beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen. 

 

Artikel 8: inkohiering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen en dit ten laatste op 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarvoor de belasting is verschuldigd.

 

Artikel 9:

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10: bezwaar tegen belasting

De belastingplichtige kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, en moet ondertekend en gemotiveerd zijn. Het bezwaar moet via aangetekende zending of door afgifte van het bezwaar aan de balie van het gemeentehuis worden ingediend binnen drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Hierbij geldt de postdatum als bewijs. Bij afgifte van het bezwaar aan de balie van het gemeentehuis, geldt de datumstempel inkomende post als bewijs.

Het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat door dit college hiervoor werd aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingschuldige. De belastingschuldige zal worden uitgenodigd op een hoorzitting als hij dit heeft aangevraagd in zijn bezwaarschrift.

 

Artikel 11:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2014.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN OP GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 27 november 2001 over de onderschrijving van de code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
  • Brief van Iverlek van 26 september 2013 over de goedkeuring van het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein.

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet
    Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
  • Artikel 42 van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.
  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op het gemeentelijk grondgebied.

 

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

 

De gemeente heeft de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goedgekeurd; die code heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, om de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

 

Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/001/001/001/001/

73699000/0020

€ 26 022

€ 26 022

 

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Dit retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2014 voor een termijn eindigend op 31 december 2016.

 

Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen zijn:

         alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,

         telecommunicatie,

         radiodistributie en kabeltelevisie,

         de transmissie van enigerlei data,
ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,

         alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Artikel 2:

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2 euro, voor werken in voetpaden 1,50 euro en voor werken in aardewegen 0,90 euro.

Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen, bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60 % van hoger vermeld(e) bedrag(en).

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

Artikel 3:

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 4:

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

BELASTINGEN. GOEDKEURING BELASTINGREGLEMENT HUIS-AAN-HUISINZAMELING.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 18 december 2001 over het retributiereglement voor de verkoop van pmd-zakken
  • Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van een opdrachthoudende vereniging 'EcoWerf'
  • Raadsbesluit van 22 maart 2005 over de retributie op de verkoop van huisvuilzelfklevers voor de ophaling van grof huisvuil
  • Raadsbesluit van 26 juni 2007 over de beheersoverdracht van de ophaling en verwerking van snoeihout naar EcoWerf
  • Raadsbesluit van 29 januari 2008 over de aanpassing van het retributiereglement ophaling en verwerking gewoon huisvuil en GFT
  • Goedkeuring door de Raad van Bestuur van EcoWerf van het ontwerp van belastingreglement op 19 juni 2013
  • E-mail van EcoWerf van 25 september 2013 over de afvalbegroting 2014
  • Brief van EcoWerf van 1 oktober 2013 over de actualisering van contantbelastingreglementen
  • Raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de huis-aan-huisophaling

 

Juridische gronden

  • Artikel 42 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.
  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 170, §4 van de grondwet
    Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
  • Uitvoeringsplan ‘Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen’ van de Vlaamse regering van 14 december 2007
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
  • Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA)

 

Argumentatie

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 voor het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema) heeft nieuwe spelregels vastgelegd voor het berekenen en doorrekenen van de afvalkost aan de inwoners. Er werd nu gekozen voor contantbelastingen en niet voor retributies omdat de vergoeding die wordt gevraagd niet kostendekkend is, omdat het geen dienst is waar de burger vrijwillig om vraagt en omdat een contantbelasting het signaal wil geven dat het afval maar kan en mag worden aangeboden binnen het reglementaire kader dat de gemeente daarvoor heeft opgesteld.

 

Dit ontwerp is er gekomen na overleg binnen EcoWerf met de deelnemende gemeenten en werd afgetoetst met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM).

 

De huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil en gft (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) werd met ingang van 1 april 2005 geautomatiseerd. Deze automatisering impliceert dat deze afvalfracties dienen te worden aangeboden in daartoe ter beschikking gestelde containers, voorzien van een elektronische gegevensdrager die toelaat de aanbieder te identificeren, en dat het aangeboden afval wordt gewogen en geregistreerd.

 

De kosten voor de huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil, het grofvuil, gft, pmd, (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën.

 

De gemeentelijke inkomsten en uitgaven dienen in evenwicht te zijn. Daarom worden de kosten voor de huis-aan-huisinzameling best verhaald op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting. Deze contantbelasting wordt gedifferentieerd in functie van de fractie en het volume of het gewicht van de aangeboden afvalstoffen. Dergelijke gedifferentieerde contantbelasting laat de gemeente toe om het principe van 'de vervuiler betaalt' toe te passen, om alzo prioriteit te verlenen aan afvalvoorkoming en slechts in tweede instantie het hergebruik en tenslotte de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te stimuleren. Deze contantbelasting is, in combinatie met de basisfinanciering vanuit de algemene middelen van de gemeente, een optimale invulling van het principe van 'de vervuiler betaalt'.

 

Er wordt naar gestreefd om de contantbelasting op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0301/61290200

0301/61360600

0301/64920600

€ 497 584,75

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

0301/73324000

€ 367 048

 

De kredieten voor 2014-2019 moeten nog voorzien worden bij de goedkeuring van de budgetten.

 

 

Besluit

 

16 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens, Jan Buysse, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips, Ken Geyns en Roger De Muylder

5 onthoudingen: Ludo Croonenberghs, Maria Andries, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

 

Motivatie onthouding Joris Fonteyn: De N-VA fractie onthoudt zich omdat het principe van "De vervuiler betaalt" onvoldoende wordt toegepast in dit reglement.

 

Artikel 1:

Het raadsbesluit van 19 november 2013 over het belastingreglement op de huis-aan-huisinzameling van afval wordt ingetrokken.

 

Artikel 2:

Met ingang van 1 januari 2014 wordt in de gemeente Bertem een contantbelasting gevestigd voor:

         de huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil, het vergelijkbaar bedrijfsafval, het grofvuil, het pmd-afval, het gft-afval en het snoeihout

         de verkoop van geventileerde keukenafvalbakjes en composteerbare zakken van 8, 40 en 120 liter.

 

Voor de toepassing van onderhavig reglement wordt verstaan onder:

 

Huishoudelijk afval: Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Groente-, Fruit- en Tuinafval (gft): Organisch composteerbaar afval zoals aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, theebladeren en theezakjes, koffiedik en papieren koffiefilters, papier van keukenrol, plantaardig keukenafval en etensresten, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, versnipperd snoeihout, haagscheersel, zaagmeel en schaafkrullen, gazonmaaisel in kleine hoeveelheden, bladeren, onkruid en resten uit groente- en siertuin en die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.

 

Grofvuil: Alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

 

Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (PMD): Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Papier en karton: Alle dag-, week-, en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeizakken e.d.

 

Herbruikbare goederen: Alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, …

 

Textiel: Alle niet-verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Frituurolie en afgelaten motorolie: Alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.

 

Klein Gevaarlijk Afval (kga): De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA.

 

Glas: Hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen, e.d.

 

Hol glas: Betreft alle flessen en bokalen.

 

Vlak glas: Alle glazen voorwerpen zoals vensterglas ontdaan van inlijstingen, serreglas, niet-gewapend glas, die geen hol glas zijn.

 

Groenafval: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon- en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Snoeihout: Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

 

Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

 

Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

 

Oude Metalen: Alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

 

Bouwafval: Zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbestcementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

 

Steenafval: Zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, …

 

Keramiek: Alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein, …, met uitzondering van steenafval.

 

Gips en kalk: Bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt, …

 

Cellenbeton: Alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Asbestcement: Alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …

 

Sloophout: Alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

 

E.P.S.: Zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…

 

Plastic folies: Alle folies gemengd en ontdaan van onzuiverheden. Zuivere, transparante en gekleurde folies en zakken ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van noppenfolies, plastic straps, plastic blisters, isomo, landbouwfolie, bigbags, flessen, verpakkingen van voedingswaren, ...

 

Harde plastics: Alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedingswaren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval), ...

 

Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: Apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.

 

Kurk: Alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking, …

 

Containerpark: Een bij toepassing van titel I van het VLAREM vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare afvalstoffen bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.

 

Artikel 2:

De contantbelasting op de huis-aan-huisophaling is verschuldigd in functie van de fractie en het gewogen gewicht en/of het volume bij de huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil, het vergelijkbaar bedrijfsafval, het grofvuil, gft, pmd en het snoeihout.

 

Artikel 3:

De contantbelasting in functie van de fractie en het gewogen gewicht en het volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen bedraagt:

 

 

Fractie

Contantbelasting particulieren

Contantbelasting KMO

Huisvuil

 

 

- ophaling en verwerking

 

 

   - per kg gewogen gewicht

€ 0,25/kg

€ 0,25/kg

   - aanbieding 40 l container

€ 0,50/ aanbieding

-

   - aanbieding 120 l container

€ 0,50/aanbieding

€ 0,50/aanbieding

   - aanbieding 240 l container

€ 1,00/aanbieding

€ 1,00/aanbieding

   - aanbieding 1100 l container

€ 5,00/aanbieding

€ 5,00/aanbieding

   - voorrijkost op afroep (1)

€ 75,00/inzameling op afroep

€ 75,00/inzameling op afroep

- gebruiksrecht container

 

 

   - container 40 l

€ 0,84/maand

-

   - container 120 l

€ 0,84/maand

€ 1,84/maand

   - container 240 l

€ 1,66/maand

€ 2,47/maand

   - container 1100 l

€ 4,58/maand

€ 7,07/maand

- aankoop slot

€ 25,00/slot

€ 25,00/slot

 

(1) Inwoners die uitzonderlijk een hoeveelheid huisvuil wensen aan te bieden die groter is dan de gebruikte container, kunnen tot 3 maal per jaar, mits een aanvraag minimaal 1 werkdag voor de ophaaldag, maximaal 6 zakken (maximaal 60 l) aanbieden naast de container. Wanneer dit ontoereikend is, kan men kiezen voor inzameling op afroep waarbij de voorrijkost wordt aangerekend. In beide gevallen wordt het huisvuil gewogen en aangerekend.

 

 

Fractie

Contantbelasting particulieren

Contantbelasting KMO

GFT

 

 

- ophaling en verwerking

€ 0,18/kg

€ 0,18/kg

   - per kg gewogen gewicht

 

 

- gebruiksrecht container

 

 

   - container 40 l

€ 0,84/maand

-

   - container 120 l

€ 0,84/maand

€ 1,84/maand

   - container 240 l

€ 1,66/maand

€ 2,47/maand

   - container 1100 l

€ 4,58/maand

€ 7,07/maand

- aankoop slot

€ 25,00/slot

€ 25,00/slot

 

 

Fractie

Contantbelasting particulieren

Contantbelasting KMO

Grofvuil

 

 

- voorrijkost op afroep

€ 25,00/aanleveringsbeurt

€ 25,00/aanleveringsbeurt

- verwerking per pakket

€ 5,00/begonnen 0,5 m³

€ 5,00/begonnen 0,5 m³

of

 

 

- 1-persoonsmatras

€ 5,00

€ 5,00

- 1-persoonsbed

€ 5,00

€ 5,00

- 2-persoonsmatras

€ 10,00

€ 10,00

- 2-persoonsbed

€ 10,00

€ 10,00

- zetel: 1-zit

€ 5,00

€ 5,00

- zetel: 2-zit

€ 10,00

€ 10,00

- zetel: 3-zit

€ 15,00

€ 15,00

- stoel (2 stuks)

€ 5,00

€ 5,00

- (tuin)tafel

€ 5,00

€ 5,00

 

 

Fractie

Contantbelasting particulieren

Contantbelasting KMO

PMD (60 l zak)

€ 0,25/zak

€ 0,25/zak

 

 

Fractie

Contantbelasting particulieren

Contantbelasting KMO

Groenafval

- bussel snoeihout

€ 2,50/bussel

€ 2,50/bussel

 

 

Artikel 4:

§ 1. De personen die gebruikmaken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting over de ophaling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen worden geregistreerd.

 

De contantbelasting over het gebruik van de containers is maandelijks verschuldigd in de helft van de maand.

 

Iedere gebruiker van een container dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit in functie van de gebruikte containers.

 

Aantal en type containers

Voorschot

1 of meerdere containers van 40 en 120 liter

€ 50,00

Per container van 240 l

€ 100,00

Per container van 1100 l

€ 500,00

 

Bij elke registratie van een kipbeweging en het gewicht van het meegegeven afval zal de contantbelasting, zoals bepaald in artikel 2, in mindering worden gebracht van het vooraf betaalde bedrag. De contantbelasting voor het meegegeven gewicht zal afgerond worden tot op 2 cijfers na de decimaal.

 

Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10 euro, wordt door de financieel beheerder een nieuwe betalingsuitnodiging gestuurd. De containers worden niet meer geledigd van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.

Indien de niet-geledigde containers niet tijdig worden binnengehaald, kunnen ze worden geledigd aan het tarief vastgesteld in het gemeentelijk retributiereglement van 22 oktober 2013 over het uitvoeren van werken ten laste van derden.

 

Bij afmelding (verhuis, overlijden…) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag door de financieel beheerder teruggestort op het rekeningnummer van de begunstigde. Een eindafrekening wordt afgeleverd.

 

§ 2. De personen die gebruikmaken van de door de gemeente voorgeschreven pmd-zakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).

 

§ 3. Voor personen die gebruikmaken van de gemeentelijke dienstverlening inzake inzameling van grofvuil en snoeihout op afroep en die aangesloten zijn bij DifTar huis-aan-huis wordt de contantbelasting aangerekend via de DifTar-rekening. Personen die niet aangesloten zijn bij DifTar huis-aan-huis krijgen een betalingsuitnodiging met daarop de verschuldigde contantbelasting.

 

Artikel 5:

Bij ontstentenis van betaling wordt de belasting een kohierbelasting.

Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 6:

Het bedrag van de contantbelasting voor de verkoop van geventileerde keukenafvalbakjes en composteerbare zakken wordt vastgesteld op:

         2,50 euro per keukenafvalbakje

         3 euro per rol van 50 composteerbare zakjes van 8 liter

         3 euro per rol van 10 zakken van 40 liter

         5 euro per rol van 10 zakken van 120 liter.

Deze contantbelasting dient contant te worden betaald bij afhaling van de bakjes of zakjes bij de technische dienst van de gemeente.

 

Artikel 7:

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

 

Artikel 8:

De volgende raadsbesluiten worden opgeheven vanaf 1 januari 2014:

         raadsbesluit van 18 december 2001 over het retributiereglement voor de verkoop van pmd-zakken.

         raadsbesluit van 22 maart 2005 over de retributie op de verkoop van huisvuilzelfklevers voor de ophaling van grof huisvuil.

         raadsbesluit van 29 januari 2008 over de aanpassing van het retributiereglement ophaling en verwerking gewoon huisvuil en gft.

 

Artikel 9:

De raad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

POLITIEZONE. GOEDKEURING GEMEENTELIJKE DOTATIE 2014.

 

Feiten en context

  • De politiebegroting 2014 werd goedgekeurd in de politieraadszitting van 17 december 2013.
  • Op artikelnummer 33050/485-48 van de politiebegroting staat een bedrag ingeschreven van 849 991 euro.

 

Juridische gronden

  • De wet van 7 december 1998, artikel 40 derde en zesde lid en artikel 71 eerste lid, bepaalt de organisatie van een geïntegreerde politiedienst die gestructureerd is op twee niveaus
  • Het koninklijk besluit van 7 april 2005 bepaalt de regels voor de berekening en verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentepolitiezone.

 

Argumentatie

De gemeentebesturen moeten de financiële middelen van de zones van de lokale politie aanvullen met een gemeentelijke dotatie. Dit bedrag moet minimaal volstaan om de zone waar de gemeente deel van uitmaakt haar wettelijk verplichte opdrachten te laten vervullen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1419/001/001/001/001/

64920800/0400

€ 849 991

€ 849 991

€ 849 991

 

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens, Jan Buysse, Maria Andries, Leonard Vranckx, Kristien Van Essche, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips, Ken Geyns en Roger De Muylder

4 onthoudingen: Ludo Croonenberghs, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez en Anja De Herdt

 

Motivatie onthouding Joris Fonteyn: De N-VA fractie wenst zich conform haar stemgedrag in de politieraad te onthouden.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist een dotatie van 849 991 euro aan de politiezone Bertem-Huldenberg-Oud-Heverlee goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING VOORWAARDEN VERKOOP PERCEEL GROND TERVUURSESTEENWEG 145.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 7 februari 2011 over het voorstel van lijst van verkoopbare bouwgronden en woningen.
  • Het schattingsverslag van 31 december 2012 en het opmetingsplan van 15 mei 2013, opgesteld door landmeter-expert Johan Artois, met het oog op de verkoop van het perceel Tervuursesteenweg 145.
  • Gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2013 over de goedkeuring van de voorwaarden voor verkoop van het perceel grond in de Oude Baan en de Tervuursesteenweg 145.
  • Arrest nr. 144/2013 van het Grondwettelijk Hof van 7 november 2013.
  • Collegebesluit van 18 november 2013 over de stopzetting van de procedure openbare verkoop gronden Tervuursesteenweg 145 en Oude Baan.

 

Feiten en context

  • De gemeente bezit een perceel bouwgrond gelegen te Bertem, 1ste afdeling, sectie C, nummers 214/02 M (deel) en 214/02 N (deel).
  • Het perceel dat voor verkoop in aanmerking komt, is op het opmetingsplan van de landmeter aangeduid als lot 1.
  • Het perceel is gelegen in woongebied.
  • Het perceel heeft een oppervlakte van 5a 53ca.
  • Het perceel bevat een erfdienstbaarheid van doorgang aan de rechterzijde en dit over een breedte van 3 m voor de bocht en 2,5 m voorbij de bocht. De aangelanden mogen deze doorgang benutten om zo hun garage en de achterkant van hun perceel te bereiken.
  • De stedenbouwkundige voorschriften van het RUP 'Centrum' zijn van toepassing op dit perceel.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, §2, 12° van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Omzendbrief van 12 februari 2010 betreffende de vervreemding van onroerende goederen door de provincies, gemeenten, OCMW's en besturen van de erkende erediensten.
    Deze omzendbrief bepaalt o.a. welke procedure moet worden gevolgd voor de verkoop van gemeentelijke eigendommen. Het vervreemden van onroerende goederen moet in de regel gebeuren via een openbare procedure. De minimale verkoopprijs is het bedrag van een recent schattingsverslag. Daar kan alleen maar van afgeweken worden om redenen van algemeen belang en mits goede motivering.

 

Adviezen

  • Advies van Nicole Pijpops, afdelingshoofd Vlaams-Brabant van de Administratie voor Binnenlands Bestuur van 13 november 2013 om de verkoopsvoorwaarden aan te passen.

 

Argumentatie

De gemeente heeft dit perceel niet nodig voor de realisatie van eigen projecten of doelstellingen. Door de verkoop van dit perceel wordt aan kandidaat-bouwers de kans geboden om in onze gemeente een eigen woning op te richten.

 

Het Grondwettelijk Hof heeft in een arrest over het Vlaamse decreet over het Grond- en Pandenbeleid (DGP) geoordeeld dat een aantal fundamentele vrijheden (vrijheid van dienstverlening, van kapitaal, van verkeer en van vestiging) werden beperkt door de regeling van het 'wonen in eigen streek' in het DGP. De verkoopsvoorwaarden voor het perceel aan de Tervuursesteenweg 145 waren gelijkaardig aan die van de regeling 'wonen in eigen streek'. Bijgevolg zijn ook die verkoopsvoorwaarden niet meer wettelijk en is de procedure van de openbare verkoop stopgezet door het college van burgemeester en schepenen.

 

Om het perceel Tervuursesteenweg 145 te kunnen verkopen, moeten nieuwe verkoopsvoorwaarden worden vastgesteld.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/002/005/001/002/

22000020/0110

€ 214 000

€ 214 000 (Tervuursesteenweg en Oude Baan samen)

 

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het perceel bouwgrond gelegen te Bertem, 1ste afdeling, sectie C, nrs 214/02 M (deel) en 214/02 N (deel), 5a 53ca groot, eigendom van de gemeente, wordt verkocht via openbare verkoop.

 

Artikel 2:

De verkoop moet gebeuren volgens de volgende bijzondere voorwaarden:

  • het perceel wordt verkocht in de staat zoals het is;
  • de prijs mag niet lager zijn dan de schattingsprijs bepaald door de landmeter-expert Johan Artois (Geoscoop);
  • alle kosten (erelonen notaris, registratie- en zegelrechten, bodemattesten, schattingsverslag en opmetingsplan...) verbonden aan deze verkoop zijn ten laste van de koper.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om tot de aanstelling van een notaris over te gaan die belast wordt met de openbare verkoop van het perceel.

 

Artikel 4:

De voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen die voortvloeien uit deze beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING VOORWAARDEN VERKOOP PERCEEL GROND OUDE BAAN.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 7 februari 2011 over het voorstel van een lijst van verkoopbare bouwgronden en woningen.
  • Het schattingsverslag en opmetingsplan van 13 november 2012, opgesteld door landmeter-expert Johan Artois, met het oog op de verkoop van het perceel aan de Oude Baan.
  • Stedenbouwkundig attest van 9 januari 2013, opgemaakt door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, voor het bouwen van een eengezinswoning op het betreffende perceel.
  • Gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2013 over de goedkeuring van de voorwaarden voor verkoop van het perceel grond in de Oude Baan en de Tervuursesteenweg 145.
  • Arrest nr. 144/2013 van het Grondwettelijk Hof van 7 november 2013.
  • Collegebesluit van 18 november 2013 over de stopzetting van de procedure openbare verkoop gronden Tervuursesteenweg 145 en Oude Baan.
  • Het aangepaste opmetings- en afpalingsplan van 29 november 2013, opgesteld door landmeter-expert Johan Artois, met het oog op de verkoop van het perceel.
  • E-mail van landmeter-expert Johan Artois van 29 november 2013 waarin hij bevestigt dat de schattingswaarde van 13 november 2012 dezelfde blijft.

 

Feiten en context

  • De gemeente bezit een perceel bouwgrond gelegen te Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nummer 484 A.
  • Het perceel is gedeeltelijk gelegen in woongebied en gedeeltelijk in natuurgebied.
  • Op het perceel is aan de noordelijke zijde een losweg gelegen.
  • Het perceel vertoont een helling in oostelijke richting.
  • Door een betwisting van de eigenaar van een aanpalend perceel van het perceel Oude Baan heeft landmeter-expert Johan Artois het opmetingsplan van 21 februari 2012 aangepast op 29 november 2013. Deze aanpassing heeft echter geen invloed op de schattingsprijs.
  • Er rust een pacht op het perceel. Voor er kan worden overgegaan tot een openbare verkoop, moet een procedure voor kennisgeving aan de pachter worden gevolgd.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, §2, 12° van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Omzendbrief van 12 februari 2010 betreffende de vervreemding van onroerende goederen door de provincies, gemeenten, OCMW's en besturen van de erkende erediensten.
    Deze omzendbrief bepaalt o.a. welke procedure moet worden gevolgd voor de verkoop van gemeentelijke eigendommen. Het vervreemden van onroerende goederen moet in de regel gebeuren via een openbare procedure. De minimale verkoopprijs is het bedrag  van een recent schattingsverslag. Daar kan alleen maar van afgeweken worden om redenen van algemeen belang en mits goede motivering.

 

Adviezen

  • Advies van Nicole Pijpops, afdelingshoofd Vlaams-Brabant van de Administratie voor Binnenlands Bestuur van 13 november 2013 om de verkoopsvoorwaarden aan te passen.
  • Advies van Philippe Van Wichelen, jurist en deskundige authentieke akten, van 14 november 2014 over het voorkooprecht van pachters bij een openbare verkoop.

 

Argumentatie

De gemeente heeft dit perceel niet nodig voor de realisatie van eigen projecten of doelstellingen. Door de verkoop van dit perceel wordt aan kandidaat-bouwers de kans geboden om in onze gemeente een eigen woning op te richten.

 

Het Grondwettelijk Hof heeft in een arrest over het Vlaamse decreet over het Grond- en Pandenbeleid (DGP) geoordeeld dat een aantal fundamentele vrijheden (vrijheid van dienstverlening, van kapitaal, van verkeer en van vestiging) werden beperkt door de regeling van het 'wonen in eigen streek' in het DGP. De verkoopsvoorwaarden voor het perceel aan de Tervuursesteenweg 145 waren gelijkaardig aan die van de regeling 'wonen in eigen streek'. Bijgevolg zijn ook die verkoopsvoorwaarden niet meer wettelijk en is de procedure van de openbare verkoop stopgezet door het college van burgemeester en schepenen.

 

Door de betwisting van het opmetingsplan van 13 november 2012 en het niet-respecteren van de procedure tot kennisgeving van de pachter van het perceel, moet een nieuwe procedure van openbare verkoop worden opgestart.

 

Om het perceel Tervuursesteenweg 145 te kunnen verkopen, moeten nieuwe verkoopsvoorwaarden worden vastgesteld. Rekening houdend met de unieke ligging van het perceel wenst de gemeente het perceel bouwgrond te verkopen voor een minimumprijs van 100 000 euro.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/002/005/001/002/

22000020/0110

€ 214 000

€ 214 000 (Tervuursesteenweg en Oude Baan samen)

 

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het perceel bouwgrond gelegen te Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nr 484 A, eigendom van de gemeente, wordt verkocht via openbare verkoop.

 

Artikel 2:

Het perceel zal worden verkocht voor een minimumprijs van 100 000 euro en volgens de volgende bijzondere voorwaarden:

  • het perceel wordt verkocht in de staat zoals het is;
  • alle kosten (erelonen notaris, registratie- en zegelrechten, bodemattesten, schattingsverslag en opmetingsplan...) verbonden aan deze verkoop zijn ten laste van de koper.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om tot de aanstelling van een notaris over te gaan die belast wordt met de openbare verkoop van de grond, rekening houdende met de vastgestelde minimumprijs van 100 000 euro.

 

Artikel 4:

De voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen die voortvloeien uit deze beslissing.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

ERFGOEDCONVENANT. GOEDKEURING VERLENGING CONVENANT MET DE ERFGOEDKAMER BERTEM VZW.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 7 december 2009 over de goedkeuring van de visienota over de inhoudelijke invulling van de pastorij.
  • Raadsbesluit van 26 januari 2010 over de visienota van de pastorij.
  • Raadsbesluit van 31 januari 2012 over de goedkeuring van het convenant met de Erfgoedkamer Bertem vzw met als ingangsdatum 1 januari 2012 en als einddatum 31 december 2013.
  • Raadsbesluit van 31 januari 2012 over de goedkeuring van de gebruiksovereenkomst voor de pastorij Bertem.
  • Raadsbesluit van 24 september 2013 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement voor de pastorij Bertem.
  • Collegebesluit van 18 november 2013 over de principiële goedkeuring van de verlenging van het convenant met de Erfgoedkamer Bertem vzw.

 

Feiten en context

  • Het convenant met de Erfgoedkamer Bertem vzw loopt af op 31 december 2013.
  • De Erfgoedkamer Bertem vzw heeft op 12 november 2013 haar meerjarenplan 2014-2019, het jaarverslag 2012 en de begroting 2013 ingediend bij het gemeentebestuur.

 

Juridische gronden

  • Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

Ieder trekker van een gemeentelijke toelage moet deze gebruiken voor het doel waarvoor zij is toegekend en moet het gebruik ervan rechtvaardigen. Elke beslissing tot verlening van een toelage moet bepalen: de aard, de omvang en de aanwendingsvoorwaarden van de toelage, welke verantwoording van de toelagetrekker wordt geëist en de termijnen waarbinnen die verantwoording dient te worden overgelegd.

Ieder verstrekker heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende toelage te doen controleren.

 

Adviezen

  • De stuurgroep erfgoedconvenant heeft op 30 augustus 2013 het convenant geëvalueerd. Het huidig convenant vroeg om een tekstuele aanpassing onder de rubriek terbeschikkingstelling lokalen. De zin 'De andere ruimtes - zowel de bestaande als de nog te bouwen ruimtes - in de pastorij kunnen door de Erfgoedkamer worden gebruikt na reservatie bij de gemeente klopt niet meer. Het deel 'zowel de bestaande als de nog te bouwen ruimtes' werd geschrapt. Inhoudelijk werden er geen aanpassingen geformuleerd.
  • De financieel beheerder verleende een visum op 22 november 2013.

 

Argumentatie

De Erfgoedkamer Bertem vzw heeft een meerjarenplan 2014-2019 opgemaakt. Op basis van dit meerjarenplan kan de Erfgoedkamer Bertem vzw aantonen dat ze ruimschoots aan de hoofddoelstelling van het convenant met de gemeente voldoet nl. inwoners van Bertem en de bezoekers aan onze gemeente laten genieten van de historische, culturele, toeristische en ecologische waarde van de pastorij van Bertem, zowel het gebouw als de tuin. Uit het meerjarenplan, jaarverslag 2012 en begroting 2013 blijkt eveneens dat de Erfgoedkamer Bertem vzw voldoende werkingskosten kan aantonen en voldoende uitgaven voorziet voor de komende jaren.

Hun visie 'vinden, bewaren en tonen' met doelstellingen voor 2014-2019 toont opnieuw de nodige ambitie om hun rol als Erfgoedkamer te vervullen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1419/001/001/001/001

64900500/0529

€ 5000

€ 5000

€ 5000

 

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad beslist om het bijgevoegde convenant tussen het gemeentebestuur en de Erfgoedkamer Bertem vzw goed te keuren met als ingangsdatum 1 januari 2014 en als einddatum 31 december 2019.

 

Artikel 2:

De raad keurt de verderzetting van de 'stuurgroep erfgoedconvenant' goed, die bestaat uit 3 leden aangeduid door het college van burgemeester en schepenen (2 leden van het college van burgemeester en schepenen + 1 personeelslid van de gemeente) en 3 leden aangeduid door de raad van bestuur van de Erfgoedkamer.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

RESTAURATIE KERK SINT-PIETER. GOEDKEURING ONTWERP, RAMING, LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 juni 2004 over de principiële beslissing inzake onderhoud en restauratie van de kerk en goedkeuring van de lastvoorwaarden voor een studieopdracht.
  • Collegebesluit van 20 augustus 2005 over de aanstelling van ir. architect Piet Stevens, Mastellestraat 37 te 3020 Veltem-Beisem als ontwerper.
  • Collegebesluit van 3 april 2006 waarbij opdracht wordt gegeven aan de architect om de toegangsweg vanuit de Groenendaallaan naar de kerk te verbeteren.
  • Raadsbesluit van 17 oktober 2006 waarbij het bouwprogramma van de voorziene restauratiewerken en vooronderzoeken, geraamd op 1 302 856 euro incl. 21% btw, wordt goedgekeurd. De vooronderzoeken zijn gebaseerd op nota's van L. De Clercq en Triconsult.
  • Collegebesluit van 24 oktober 2011 waarbij opdracht wordt gegeven aan de architect om de door hem voorgestelde werken over de buitenaanleg van de kerk op te nemen in het restauratiedossier.
  • Collegebesluit van 26 juni 2012 over de goedkeuring van het voorontwerp en de geactualiseerde raming voor de restauratie van de kerk en de buitenaanleg (fase 1) en het dodenhuisje en kerkhofmuur (fase 2).
  • Collegebesluit van 20 augustus 2012 waarbij een termijnverlenging tot 150 dagen wordt toegestaan voor opmaak van het ontwerpdossier.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht "Restauratie parochiekerk Sint-Pieter en kerhof te Bertem, fase 1: Restauratie parochiekerk en buitenaanleg" werd een bijzonder bestek opgesteld door de ontwerper, ir. architect Piet Stevens, Mastellestraat 37 te 3020 Veltem-Beisem.
  • De totale uitgave voor deze opdracht (fase 1) wordt geraamd op 997 040,32 euro excl. btw of 1 208 689,49 euro incl. 21% btw. Het subsidieerbaar gedeelte bedraagt 921 154,82 euro excl. btw of 1 206 418,79 euro incl. 21% btw. Het aandeel voor de gemeente Bertem bedraagt 75 885,50 euro excl. btw of 91 821,46 euro incl. 21% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van open aanbesteding.
  • Na goedkeuring door de gemeenteraad wordt het dossier voor pre-advies ingediend bij het provinciale team Onroerend Erfgoed t.a.v. Dieter Nuytten.
  • Na gunstig advies zal het dossier bij de provincie worden ingediend voor aanvraag van de restauratiepremie.

 

Juridische gronden

  • Het koninklijk besluit van 1 februari 1937 waarbij de Sint-Pieterskerk als monument werd geklasseerd.
  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het ministerieel besluit van 28 oktober 1999 waarbij de kerkhofmuur van de Sint-Pieterskerk met inbegrip van het dodenhuisje als monument werd geklasseerd.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 betreffende de vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten.
  • Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
  • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 24.
  • Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, meer bepaald artikel 5, § 2.

 

Adviezen

  • Advies van 12 augustus 2010 van afdeling Ruimte en Onroerend Erfgoed waarbij akkoord wordt gegaan met de voorgestelde restauratieopties voor exterieur en interieur.
  • Advies van 1 september 2011 van afdeling Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant waarbij de voorwaarden worden opgesomd waaraan de geplande omgevingswerken moeten voldoen.

 

Argumentatie

Het ontwerpdossier voor fase 1, de restauratie van de kerk Sint-Pieter en de omgevingsaanleg, werd afgewerkt door architect Piet Stevens. Na goedkeuring van het dossier door de gemeenteraad wordt het voor pre-advies ingediend bij Onroerend Erfgoed. Na gunstig advies kan het dossier bij de provincie worden ingediend voor aanvraag van de restauratiepremie. Vervolgens is het wachten op de premie alvorens tot aanbesteding kan worden overgegaan.

 

Financiële gevolgen

Begrotingsartikel

Begrotingskrediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1419/002/002/002/001/

22103500/0790

€ 200 000

€ 200 000

€ 91 821,46 (fase 1)

 

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bijzonder bestek en de raming voor de opdracht "Restauratie parochiekerk Sint-Pieter en kerkhof te Bertem, fase 1: Restauratie parochiekerk en buitenaanleg", opgesteld door de ontwerper, ir. architect Piet Stevens, Mastellestraat 37 te 3020 Veltem-Beisem worden goedgekeurd, waarbij de gemeenteraad de volgende opmerkingen wenst te formuleren:

 

1. Toegankelijkheid

Voor de toegang tot de kerk vanuit de Groenendaal wordt in het ontwerpdossier het (her)gebruik van witte bolvormige kasseien voorzien.

Dit is zeer onvriendelijk voor rolstoelgebruikers, kinderwagens, iedereen die moeilijk te been is.

 

Het handboek toegankelijkeid gepromoot door de Vlaamse Overheid stelt:

"Een gebouw of omgeving moet vandaag meer dan ooit antwoord kunnen bieden op de verschillende noden en behoeften van een grote groep gebruikers. Hoge eisen worden gesteld aan het realiseren van onze bebouwde omgeving. Uit een reeks van vele criteria is 'toegankelijkheid' er slechts één. Het is er echter wel één met grote relatie tot het gebruik van het gebouw.

Een toegankelijke leefomgeving en dienstverlening zijn vandaag uitgegroeid tot een basisrecht. Zij vormen bovendien de sleutel tot een volwaardige maatschappelijke integratie en participatie van iedereen.

'Toegankelijkheid' in (voor het publiek toegankelijke) gebouwen betekent o.m. dat gebouwen en hun omgeving bereikbaar, betreedbaar en bruikbaar moeten zijn. Dit opdat iedereen deze op een onafhankelijke en gelijkwaardige manier kan gebruiken.

De gemeenteraad is van oordeel dat dit onderdeel van het dossier herbekeken wordt teneinde de restauratie van het monument beter te verzoenen met de toegankelijkheid van onze kerk.

 

2. Herbepleistering achter het altaar

Sinds zeer vele jaren is een gedeelte van de muren achter het altaar van de kerk niet bepleisterd. Dit oogt mooi.

De gemeenteraad is van oordeel dat het bepleisteren van deze muren kostenverhogend is, geen meerwaarde betekent en dus beter ongewijzigd zou blijven.

 

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. Het aandeel voor de gemeente Bertem bedraagt 75 885,50 euro excl. btw of 91 821,46 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open aanbesteding.

 

Artikel 3:

Het goedgekeurde dossier wordt voor pre-advies overgemaakt aan de erfgoedconsulent bij het provinciale team Onroerend Erfgoed.

 

Artikel 4:

Na gunstig advies wordt aan de ontwerper opdracht gegeven om het aanvraagdossier voor de restauratiepremie op te stellen voor indiening bij de provincie.

 

Artikel 5:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het budget van 2018, op artikel 1419/002/002/002/001/22103500/0790 van het investeringsbudget.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

VERKAVELINGEN. BESLISSING WEGENIS VERKAVELING NUBRIX TE 3060 KORBEEK-DIJLE, NIJVELSEBAAN.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 26 februari 2012 heeft Geert D'Union namens Nubrix nv een aanvraag ingediend voor het verkavelen van een perceel in 9 loten in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan, sectie B deel van 193l en 193n. Deze aanvraag omvat ook de aanvraag voor de aanleg van wegenis. In het voorstel wordt een ventweg parallel aangelegd met de Nijvelsebaan.
  • Collegebesluit van 18 februari 2013 over de principiële goedkeuring van de overeenkomst tussen de gemeente en verkavelaar Nubrix nv.
  • Op 9 september 2013 heeft het college van burgemeester en schepenen kennis genomen van de stilzwijgende weigering van de vergunning.
  • Nubrix nv heeft op 4 oktober 2013 bij de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant beroep aangetekend tegen de stilzwijgende weigering.
  • Op 5 november 2013 heeft de deputatie aan de gemeenteraad van Bertem gevraagd een beslissing te nemen over de wegenis.

 

Feiten en context

  • In voorafgaande besprekingen heeft het Agentschap voor Wegen en Verkeer uitdrukkelijk gevraagd om een ventweg aan te leggen parallel met de Nijvelsebaan met 1 toegang en 1 uitgang. Alle vergunningsaanvragen die betekend zijn voor 31 december 2013, zijn onderworpen aan een bindende advisering door de wegbeheerder. Nubrix nv heeft deze ventweg opgenomen is zijn wegenisdossier, maar is nooit vragende partij geweest voor de aanleg van deze parallelweg.
  • De gemeenteraad heeft nog geen beslissing genomen over de wegenis.

 

Juridische gronden

  • Artikel 4.2.17 § 2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    Indien de verkavelings wegeniswerken omvat waaromtrent de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de verkavelingsvergunning van zijnentwege kan worden verleend, dan neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de verkavelingsaanvraag. Overeenkomstig dit artikel kan de deputatie alleen een beslissing (in beroep) nemen over een verkavelingsaanvraag met wegenis waarover de gemeenteraad de beslissingsbevoegdheid heeft, nadat de gemeenteraad een beslissing heeft genomen over de zaak van de wegen.
  • Artikel 7.5.9. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    Alle vergunningsaanvragen die betekend zijn voor 31 december 2013 zijn onderworpen aan een bindende advisering door de wegbeheerder.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 over de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen.

 

Adviezen

  • Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 4 april 2013 tot 3 mei 2013. Tijdens dit openbaar onderzoek werden 4 klachten ingediend.
    • Bezwaarschrift 1:
      • de aanvraag is onontvankelijk en onvolledig. De aanvraag voldoet niet aan art. 3 § 1 en art. 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 mei 2009 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een verkavelingsvergunning. De zoneringsgegevens vermeld in de aanvraag wijken af van deze vermeld op de plannen en op het kadastraal plan. Bovendien ontbreekt de bestaande toestand en de rooilijnen van de wegenis;
      • de aanvraag is in strijd met de gewestplanbestemming. De woningen situeren zich voor meer dan 15 m in het achtergelegen natuurgebied;
      • de aanvraag is in strijd met de goede ruimtelijke ordening. De aanvraag brengt reliëfwijzigingen met zich mee, de draagkracht van het gebied wordt overschrijden en veroorzaakt hinder voor de tuin en woning van de bezwaarindieners;
      • lot 1 van de verkavelingsvergunning van 18 oktober 2010 is technisch onbebouwbaar;
      • er is geen MER-screening uitgevoerd. Hiervoor wordt verwezen naar de omzendbrief van 22 juli 2011 LNE 2011/1.
    • Bezwaarschrift 2:
      • de aanvraag heeft nadelige gevolgen voor de bestaande verkaveling Veeweide (vergunning van 18 oktober 2010). De niveauverschillen hebben volgende nadelige gevolgen voor de bestaande verkaveling:
        • afwateringsproblemen en wateroverlast voor de lager gelegen percelen;
        • verstoring van de privacy door permanente inkijk in tuin en woning;
      • de aanvraag heeft nadelige gevolgen voor het natuurgebied. Het natuurgebied wordt ingekrimpt;
      • onstabiele bodem in combinatie met beperkte funderingsmogelijkheden door de ligging in beschermingszone II van een waterwinning;
      • in de aanvraag werd informatie over de kwaliteit van grond onthouden ondanks de voorkennis bij de verkoper.
    • Bezwaarschrift 3:
      • inkrimping van het natuurgebied;
      • nadelige gevolgen voor het perceel van de klachtindiener en de onmiddellijke omgeving nl. wateroverlast, te dichte bebouwing, hinder voor fauna en flora, watervervuiling, extra druk en belasting van de extra wegenis, verstoring van de privacy;
      • onstabiele bodem van het te verkavelen perceel;
      • schadelijke gevolgen van toekomstige werven op de woning van de klachtindiener;
      • negatieve ervaringen met de verkooppraktijken van de aanvrager.
    • Bezwaarschrift 4: aanhangsel bij bezwaarschrift 3
      • er worden volgens de aanvraag geen profielwijzigingen, reliëfwijzigingen uitgevoerd. Het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer legt echter op dat de voortuinstrook zal aangelegd worden met een minimum oplopende helling van 2% vertrekkende van het voorliggende ontworpen voetpad. Het huidig terrein loopt sterk af wat een gigantische ophoging van het terrein inhoudt voor de aanleg van de nieuwe parallelweg en de te realiseren woningen;
      • de topografie/helling van het terrein met weergave van hoogtelijnen en hoogtecijfers ontbreken in de aanvraag.

 

Argumentatie

De gemeenteraad is van mening dat deze ventweg op het gebied van veiligheid en bereikbaarheid geen meerwaarde biedt aan de ontwikkeling van deze zone. De Nijvelsebaan is ter hoogte van het project heel overzichtelijk en voldoende veilig om een rechtstreekse ontsluiting te realiseren. Door de aanleg van een parallelweg worden de lasten van de bewoners van de eerste fase langsheen de Veeweide (verkavelingsvergunning 18 oktober 2010) verhoogd. Door het sterk afhellend karakter van het terrein zal voor de aanleg van de ventweg een sterke ophoging nodig zijn. Deze ophoging kan voor heel wat wateroverlast zorgen voor de omliggende percelen. Door de aanleg van deze ventweg wordt ook het natuurgebied kleiner.

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De overeenkomst tussen de verkavelaars en het college van burgemeester en schepenen van 18 februari 2013 over de uitrusting van deze verkaveling wordt door de raad niet bekrachtigd.

 

Artikel 2:

De raad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat er 4 klachten zijn ingekomen.

 

Artikel 3:

Het tracé van de voorziene wegenis in deze verkavelingsaanvraag en zoals voorgesteld op het wegenisdossier van Architectuurwerkplaats Patrick Morren wordt niet goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

SPEELPLEINWERKING KATTESTROOF. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 28 februari 2012 over het retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking Kattestroof met als eindtermijn 31 december 2013.

 

Feiten en context

  • De dienst vrije tijd en communicatie organiseert tijdens de paasvakantie 2 weken speelpleinwerking en tijdens de zomervakantie 6 weken speelpleinwerking.

 

Juridische gronden

  • Artikel 170, §4 van de grondwet
    Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
  • Artikel 42 van het gemeentedecreet

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen, vast.

  • Artikel 43, §2, 15° van het gemeentedecreet

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de werkgroep hoofdanimatoren op 30 september 2013
  • De jeugdraad wenst de volgende bemerkingen, geformuleerd tijdens haar vergadering van 26 november 2013, bij het voorstel van retributiereglement voor de speelpleinwerking ter advies over te maken:

Bemerking 1

De jeugdraad kan zich vinden in een verhoging van de dagprijzen om zo de verschillen met de omliggende gemeenten weg te werken. Er zou zelfs nog een groter verschil mogen zijn tussen de dagprijs voor kinderen van inwoners binnen de gemeente en buiten de gemeente.

Bemerking 2

De opvangtarieven zouden gelijkgesteld worden met de tarieven van de voor- en naschoolse opvang. De jeugdraad heeft hier geen problemen mee. Alleen vinden ze de 5 euro per begonnen kwartier, die zou gevraagd worden als boete wanneer ouders hun kinderen later dan 18 uur komen ophalen, overdreven. Men is bang om boze reacties van de ouders te krijgen als ze bijvoorbeeld 3 minuten te laat zijn omdat ze in de file stonden. De jeugdraad zou liever de oude boete behouden nl. de vaste prijs van 2,50 euro bij afhaling na 18 uur.

  • Gunstig advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang van 28 november 2013

 

Argumentatie

Het huidige retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking Kattestroof eindigt op 31 december 2013. De tarieven zijn niet meer aangepast sinds 2006. De organisatie van de speelpleinwerking brengt uitgaven en inkomsten met zich mee. De uitgaven zijn gestegen, terwijl de inkomsten niet mee zijn geëvolueerd sinds 2006.

 

Een verhoging van de tarieven is aangewezen. De nieuwe voorstellen van tarieven zijn gebaseerd op een vergelijking met de omliggende gemeenten. De meeste omliggende gemeenten vragen gemiddeld 2 euro meer voor een dagdeelname.

 

De korting die toegestaan wordt vanaf drie kinderen of meer valt weg omdat de deelnameprijs zeer betaalbaar blijft en omdat de kosten voor kinderopvang fiscaal aftrekbaar zijn (11,20 euro per opvangdag en per kind jonger dan 12 jaar). Ook mutualiteiten geven een tussenkomst in de deelname aan speelpleinwerking.

 

De opvangtarieven worden best gelijkgesteld aan de tarieven van de voor- en naschoolse opvang in de scholen.

 

Een vereenvoudiging in de prijzen voor de speciale activiteiten is eveneens wenselijk.

Momenteel wordt de prijs van de speciale activiteiten telkens individueel bepaald. Een opdeling in twee prijscategorieën (activiteiten ter plaatse en activiteiten met busverplaatsing) maakt het betaalsysteem eenvoudiger.

 

Op de verkoop van T-shirts en sweaters moet een kleine prijsverhoging worden toegepast om de stijgende kosten op te vangen.

 

Door de variërende prijzen van vormingsactiviteiten en jeugdinfrastructuur is het aangewezen dat het college van burgemeester en schepenen de deelnameprijs voor een vormingsactiviteit of vormingsweekend apart vastlegt. De gemeenteraad kan het vaststellen van het tarief en de bepaling van de wijze van inning delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2018 wordt een retributie geheven op de deelname van kinderen aan de activiteiten van de gemeentelijke speelpleinwerking en op de deelname aan de animatorenwerking van de gemeentelijke speelpleinwerking.

 

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de persoon die de inschrijving van het kind voor de gemeentelijke speelpleinwerking vraagt of door de persoon die deelneemt aan de animatorenwerking van de gemeentelijke speelpleinwerking.

 

Artikel 3:

De tarieven worden als volgt vastgesteld:

SPEELPLEINWERKING

Dagdeelname

  • Volledige of halve dagdeelname door kinderen gedomicilieerd in de gemeente Bertem: 6 euro
  • Volledige of halve dagdeelname door kinderen gedomicilieerd buiten de gemeente Bertem: 8 euro

 

Speciale activiteiten

  • Activiteit ter plaatse, met lijnbus of lage toegangsprijs voor kinderen gedomicilieerd in de gemeente: 10 euro
  • Activiteit ter plaatse, met lijnbus of lage toegangsprijs voor kinderen gedomicilieerd buiten de gemeente: 12 euro
  • Activiteit met busverplaatsing of hoge toegangsprijs voor kinderen gedomicilieerd in de gemeente Bertem: 15 euro
  • Activiteit met busverplaatsing of hoge toegangsprijs voor kinderen gedomicilieerd buiten de gemeente Bertem: 17 euro

Het college wordt gemachtigd om de activiteiten in te delen in hetzij de categorie "Activiteit ter plaatse, met lijnbus of lage toegangsprijs" hetzij de categorie "Activiteit met busverplaatsing of hoge toegangsprijs".

De retributie voor deelname aan een speciale activiteit wordt niet gecumuleerd met de retributie voor dagdeelname.

 

Drank

  • 0,50 euro voor een frisdrank

 

Opvang

  • 1 euro per kind voor de opvang tussen 7.30 en 8 uur, ongeacht de duurtijd van de opvang
  • 1 euro per kind voor de opvang tussen 17 en 18 uur, ongeacht de duurtijd van de opvang
  • 5 euro per kind per begonnen kwartier voor uitzonderlijke noodopvang na 18 uur.

 

Kledij

  • 7 euro voor een T-shirt.

 

ANIMATORENWERKING

Kledij

  • 0 euro voor het eerste T-shirt
  • 5 euro voor een extra T-shirt
  • 6 euro voor een sweater.

 

Artikel 4:

Voor de volgende activiteiten machtigt de gemeenteraad het college van burgemeester en schepenen tot het bepalen van het tarief van de retributies:

  • Animatorenwerking: deelname aan een vormingsactiviteit of weekend.

 

Artikel 5:

Het bedrag van de retributie wordt op volgende wijze geïnd:

SPEELPLEINWERKING

  • De dagvergoeding, het frisdrankgeld en het opvanggeld zijn contant betaalbaar op het speelplein zelf.
  • De speciale activiteiten en uitstappen zijn contant betaalbaar bij inschrijving aan de balie van de dienst vrije tijd en communicatie tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Er wordt geen terugbetaling gedaan ingeval het kind niet deelneemt aan de speciale activiteit of uitstap, tenzij na voorlegging van een medisch attest.
  • De T-shirts voor kinderen zijn contant betaalbaar aan de balie van de dienst vrije tijd en communicatie of ter plaatse op het speelplein.

ANIMATORENWERKING

  • De T-shirts en sweaters zijn contant betaalbaar aan de balie van de dienst vrije tijd en communicatie of ter plaatse op het speelplein.
  • De vormingsactiviteiten zijn contant betaalbaar bij inschrijving aan de balie van de dienst vrije tijd en communicatie.

 

Artikel 6:

Dit besluit wordt binnen de 20 dagen voor kennisgeving overgemaakt aan de provinciegouverneur.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. GOEDKEURING STATUTEN JEUGDRAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 30 april 2013 over de oprichting en samenstelling van de gemeentelijke jeugdraad.
  • Collegebesluit van 22 juli over de kennisname van de kandidaturen en de goedkeuring van de samenstelling van de gemeentelijke jeugdraad.
  • Collegebesluit van 5 augustus 2013 over de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden.

 

Feiten en context

  • De jeugdraad werd voor het eerst opgericht en erkend als adviesraad door de gemeenteraad op 28 mei 2002.
  • Tijdens de algemene vergadering van de jeugdraad op 26 september 2013 werden de vernieuwde statuten van de jeugdraad en de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden besproken.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° van het gemeentedecreet

De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

  • Artikel 200 van het gemeentedecreet

Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.

  • Artikel 5, § 1 van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepalingen van het provinciaal jeugdbeleid.

Om voor subsidiëring in aanmerking te komen en met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdbeleid, inzonderheid in het kader van het meerjarenplan, richt de gemeenteraad een jeugdraad op of erkent de gemeenteraad een al bestaande jeugdraad.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de jeugdraad op 26 september 2013 over de statuten van de gemeentelijke jeugdraad en de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden.

 

Argumentatie

De statuten van de jeugdraad zijn sinds 2002 niet gewijzigd.

Bij de vernieuwing van de jeugdraad hoort het actualiseren en het conform maken van de statuten aan de huidige regelgeving.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt onderstaande statuten van de jeugdraad goed.

 

STATUTEN GEMEENTELIJKE JEUGDRAAD

 

ERKENNING

Artikel 1

De jeugdraad wordt erkend als adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepalingen van het provinciaal jeugdbeleid, conform de bepalingen van dit nieuwe decreet en volgens de voorwaarden bepaald in het gemeenteraadsbesluit van 30 april 2013.

 

De jeugdraad heeft zijn administratieve zetel op de dienst vrije tijd en communicatie in het gemeentehuis, Tervuursesteenweg 178, 3060 Bertem.

 

DOELSTELLINGEN

Artikel 2

De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen de jeugdraad betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk jeugdbeleid. Via overleg, inspraak, participatie en samenwerking tussen het gemeentebestuur, de jeugdraad, de jeugdwerkverenigingen en de individuele jeugd zal de jeugdraad meewerken aan het gemeentelijk jeugdbeleid in een zo breed mogelijke zin van het woord. De jeugdraad zal om advies gevraagd worden over alle aangelegenheden die te maken hebben met het jeugdbeleid. Met jeugdbeleid is zowel bedoeld het jeugdwerkbeleid, namelijk de beleidsmaatregelen naar kinderen en jongeren in hun vrije tijd als het jeugdwelzijnsbeleid, namelijk alle beleidsmaatregelen naar kinderen en jongeren in alle levenssituaties.

 

Eveneens heeft de jeugdraad de mogelijkheid over alle andere beleidsdossiers waarvan hij vindt dat er jeugdbelangen in het geding zijn op eigen initiatief een advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.

 

De jeugdraad heeft daarnaast als opdracht om, al dan niet samen met het gemeentebestuur:

  • initiatieven te nemen om de samenwerking en het overleg tussen het gemeentebestuur, het jeugdwerk, de betrokkenen bij het jeugdwelzijn en de jeugd zelf te bevorderen;
  • sociale en culturele activiteiten en voorzieningen voor de jeugd, eventueel georganiseerd door de jeugd, aan te moedigen of zelf initiatieven te nemen als er een leemte is;
  • bij zo veel mogelijk kinderen en jongeren de interesse voor het gemeentebeleid te bevorderen alsook de inspraak en participatie te stimuleren.

 

STRUCTUUR

Artikel 3

De jeugdraad heeft de volgende structuur:

  • een algemene vergadering
  • een dagelijks bestuur
  • eventuele werkgroepen.

 

SAMENSTELLING ALGEMENE VERGADERING

Artikel 4

De algemene vergadering van de jeugdraad bestaat uit volgende stemgerechtigde leden:

  • twee afgevaardigden van geïnteresseerde plaatselijke jeugdwerkinitiatieven die een actieve werking of rekrutering kunnen aantonen ten aanzien van kinderen en jongeren in de gemeente;
  • geïnteresseerde jongeren uit de gemeente, gecoöpteerd door de jeugdraad volgens de procedure vermeld in artikel 5.

 

Politieke mandatarissen kunnen geen lid zijn van de jeugdraad.

 

Het dagelijks bestuur kan een beroep doen op personen met een bijzondere bekwaamheid bij de bespreking van bepaalde punten van de agenda van de algemene vergadering. Deze deskundigen zijn raadgevend.

 

PROCEDURE SAMENSTELLING ALGEMENE VERGADERING

Artikel 5

De algemene vergadering van de gemeentelijke jeugdraad wordt samengesteld volgens volgende procedure:

  • Om de zes jaar wordt bij het begin van het werkjaar, dat loopt van 1 september tot 31 augustus, een oproep gedaan naar alle verenigingen en organisaties die in aanmerking komen met de vraag om hun afgevaardigden aan te duiden.

Deze afgevaardigden worden door de betrokken vereniging of organisatie aangeduid en moeten voldoen aan volgende voorwaarden:

  • minimum 16 jaar en maximum 35 jaar zijn;
  • actief betrokken zijn bij de werking van de vereniging waardoor ze werden aangeduid;
  • geen politiek mandaat uitoefenen;
  • achter de doelstellingen van de jeugdraad staan.

 

80% van de leden van de jeugdraad moet in de gemeente wonen. De leden van het dagelijks bestuur moeten allemaal in de gemeente wonen.

 

  • Om de zes jaar wordt bij het begin van het werkjaar, dat loopt van 1 september tot 31 augustus, via informatiekanalen een oproep gedaan in de gemeente opdat geïnteresseerde jongeren uit de gemeente zich kandidaat zouden stellen als lid van de gemeentelijke jeugdraad.

Kandidaten moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

  • minimum 16 jaar en maximum 35 jaar zijn;
  • geen politiek mandaat uitoefenen;
  • de specifieke motivatie voor hun kandidaatstelling bekendmaken;
  • achter de doelstellingen van de jeugdraad staan.

 

Het aantal gecoöpteerde leden mag niet meer dan 1/4 van het totale aantal leden van de jeugdraad bedragen. De overige kandidaten worden opgenomen als waarnemende leden.

 

Een vereniging die na de oprichtingsvergadering lid van de jeugdraad wenst te worden, dient een schriftelijke aanvraag te richten aan het dagelijks bestuur van de jeugdraad. Indien ze beantwoordt aan de gestelde normen van erkenning kan ze toetreden tot de algemene vergadering. Na de erkenning wordt de organisatie stemgerechtigd.

 

ENGAGEMENT

Artikel 6

Alle stemgerechtigde leden van de jeugdraad zijn gehouden aan de volgende rechten en plichten:

1. Plichten van het stemgerechtigde lid:

  • onderschrijven van de doelstellingen van de jeugdraad en er zich toe verbinden om actief mee te werken aan de verwezenlijking ervan;
  • het bijwonen van de vergadering van de jeugdraad;
  • zich op gepaste wijze informeren over het jeugdbeleid bv. door lectuur, bijscholing en vorming, contacten met organisaties en andere betrokkenen bij het jeugdbeleid;
  • zich engageren voor de werkzaamheden van de gemeentelijke jeugdraad door actief te participeren in minstens één werkgroep;
  • hun achterban grondig informeren over de werkzaamheden van de jeugdraad en ook geregeld overleg te plegen in functie van het opsporen van behoeften, ideeën en verwachtingen betreffende jeugdbeleid bij de eigen organisatie.

 

2. Rechten van het stemgerechtigde lid:

  • spreek- en stemrecht op alle vergaderingen van de jeugdraad;
  • inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt van de jeugdraad.

 

EINDE MANDAAT

Artikel 7

Het mandaat van de stemgerechtigde leden wordt beëindigd:

  • door de intrekking van hun opdracht door de organisatie of vereniging die zij vertegenwoordigen. Deze intrekking moet schriftelijk en gemotiveerd aan het dagelijks bestuur worden toegezonden;
  • door het ontslag van de betrokkene zelf uit de jeugdraad of uit de organisatie. Dit ontslag moet schriftelijk worden meegedeeld door de betrokkene of de organisatie;
  • vanaf het moment dat het lid niet meer voldoet aan de voorwaarden tot lidmaatschap zoals bepaald in artikel 5;
  • door drie opeenvolgende onwettige afwezigheden. De algemene vergadering zal de afwezigheden vaststellen en het ontslag meedelen aan het betrokken lid en desgevallend aan de organisatie door wie het lid was afgevaardigd. De organisatie kan een nieuw lid aanduiden.

 

Artikel 8

De algemene vergadering kan steeds waarnemende leden met raadgevende stem aanduiden. De waarnemende leden hebben geen stemrecht.

Volgende personen zijn steeds waarnemend lid:

  • de schepen voor jeugd
  • de jeugdconsulent.

 

SAMENSTELLING DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 9

De algemene vergadering kiest om de zes jaar, bij het begin van een nieuw werkjaar dat loopt van 1 september tot 31 augustus, een dagelijks bestuur van minstens 4 personen waaronder een voorzitter en ondervoorzitter. Samen met de jeugdconsulent en schepen van jeugd vormen zij het dagelijks bestuur.

 

Het dagelijks bestuur bereidt de algemene vergadering administratief, praktisch en inhoudelijk voor. Ze formuleert eveneens de adviezen en doet de voorbereidingen van de adviezen aan het gemeentebestuur. Ze voert de taken uit die voortvloeien uit beslissingen van het bestuur.

 

Als het dagelijks bestuur het nodig acht of op vraag van de algemene vergadering kan zij werkgroepen opstarten.

 

VERGADEREN

Artikel 10

De algemene vergadering komt minstens tweemaal per jaar samen of op verzoek van het dagelijks bestuur of wanneer 1/3 van de leden erom vraagt. De vergaderingen zijn openbaar. De uitnodigingen worden digitaal verstuurd.

 

De algemene vergadering heeft de volgende bevoegdheden:

  • benoemen van de leden van het dagelijks bestuur;
  • voordragen van nieuwe leden;
  • wijzigen van de statuten en het huishoudelijke reglement;
  • plannen, controleren en evalueren van het jeugdbeleid in het strategisch meerjarenplan;
  • formuleren en goedkeuren van adviezen.

 

Verslagen en adviezen zijn ter inzage op de dienst vrije tijd en communicatie en worden via verschillende kanalen bekendgemaakt in de gemeente. De verslagen worden aan de leden toegestuurd via mail.

 

GELDIGE BESLISSINGEN NEMEN

Artikel 11

De algemene vergadering streeft bij alle beslissingen naar een zo groot mogelijke eensgezindheid. Er wordt enkel gestemd indien er een duidelijke consensus ontbreekt.

Om geldig te kunnen stemmen tijdens de algemene vergadering moet minstens 1/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

 

Indien er moet worden gestemd over aspecten van het huishoudelijk reglement en de statuten dient 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig te zijn.

 

Indien het nodige aantal stemgerechtigde deelnemers niet wordt bereikt, dan wordt het agendapunt verdaagd naar de volgende algemene vergadering. Ongeacht het aantal aanwezigen wordt er dan beslist over het agendapunt. Bij een staking van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

 

WERKGROEPEN

Artikel 12

De algemene vergadering kan steeds werkgroepen oprichten van tijdelijke of permanente aard. Elk lid van de jeugdraad en ook andere geïnteresseerde jongeren kunnen hiervan lid worden.

 

Deze jongeren moeten voldoen aan volgende voorwaarden:

  • minimum 16 jaar en maximum 35 jaar zijn;
  • geen politiek mandaat uitoefenen;
  • de specifieke motivatie voor hun kandidaatstelling bekend maken;
  • achter de doelstellingen van de jeugdraad staan.

 

Ook deskundigen kunnen deel uitmaken van de werkgroepen.

 

ONDERSTEUNING

Artikel 13

De gemeente biedt administratieve en logistieke ondersteuning aan de jeugdraad en stelt een ambtenaar ter beschikking voor het bijwonen van de vergaderingen en het secretariaatswerk.

 

AFSPRAKENNOTA EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Artikel 14

De jeugdraad respecteert de afsprakennota die met betrekking tot de werking van de adviesraden in relatie met het gemeentebestuur werd opmaakt. In de afsprakennota wordt de adviesfunctie geconcretiseerd.

 

In een huishoudelijk reglement kan de jeugdraad verder alles concretiseren wat niet door de statuten wordt bepaald.

 

HEROPRICHTING JEUGDRAAD

Artikel 15

Uiterlijk binnen de zes maanden volgend op de installatie van een nieuwe gemeenteraad moet de raad opnieuw opgericht en erkend worden.

De statuten van de gemeentelijke jeugdraad worden goedgekeurd door de gemeenteraad. De jeugdraad is gemachtigd wijzigingen aan de statuten aan de gemeenteraad voor te stellen.

Deze statuten vervangen alle voorgaande.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. GOEDKEURING STATUTEN CULTUURRAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 30 april 2013 over de oprichting en samenstelling van de gemeentelijke cultuurraad.
  • Collegebesluit van 22 juli 2013 over de kennisname van de kandidaturen en de goedkeuring van de samenstelling van de gemeentelijke cultuurraad.
  • Collegebesluit van 5 augustus 2013 over de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden.

 

Feiten en context

  • De cultuurraad werd voor het eerst opgericht en erkend als adviesraad door de gemeenteraad op 25 september 2001.
  • Tijdens de algemene vergadering van de cultuurraad op 17 oktober 2013 werden de vernieuwde statuten van de cultuurraad en de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden besproken.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° van het gemeentedecreet
    De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 200 van het gemeentedecreet
    Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.
  • Artikel 58 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid.
    De gemeenteraad bepaalt de nadere voorwaarden van de werking van de adviesorganen van de cultuur.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de cultuurraad op 17 oktober 2013 over de statuten van de gemeentelijke cultuurraad en de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden.

 

Argumentatie

De statuten van de cultuurraad zijn sinds 2002 niet gewijzigd.

Bij de vernieuwing van de cultuurraad hoort het actualiseren en het conform maken van de statuten aan de huidige regelgeving.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de statuten van de cultuurraad goed.

 

Statuten van de gemeentelijke cultuurraad

 

ERKENNING

Artikel 1:

De gemeente organiseert een gemeentelijk adviesorgaan voor cultuur, de cultuurraad, in uitvoering van het decreet van 6/7/2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, volgens de nadere voorwaarden bepaald in dit organiek reglement.

 

DOELSTELLINGEN

Artikel 2:

De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen de cultuurraad betrekken bij de voorbereidingen en de uitvoering van het gemeentelijke cultuurbeleid.

Het adviesorgaan zal bijgevolg in het kader van de beleidsvoorbereiding en evaluatie om advies gevraagd worden over alle aangelegenheden, bedoeld in artikel 4, 1° tot en met 10° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, met uitzondering van 7° (jeugdbeleid) en 9° (sport). De cultuurraad zal ook om

advies worden gevraagd bij de opmaak en de uitvoering van het strategische meerjarenplan.

 

Daarnaast heeft de cultuurraad de mogelijkheid om over alle hierboven genoemde aangelegenheden en over alle andere beleidsdossiers, waarvan zij vindt dat er culturele belangen in het geding zijn, advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 3:

De cultuurraad heeft daarnaast als opdracht om het lokale culturele werk te stimuleren door overleg, coördinatie en samenwerking tot stand te brengen tussen enerzijds de culturele verenigingen en anderzijds niet-georganiseerde cultureel geïnteresseerde en geëngageerde inwoners.

 

INFORMATIEUITWISSELING EN OVERLEG

Artikel 4:

Om de adviesfunctie van de cultuurraad mogelijk te maken, kan de raad de agenda en het verslag (van de openbare zitting) van de gemeenteraad raadplegen op de gemeentelijke website.

 

De schepen bevoegd voor cultuur deelt aan de cultuurraad de agendapunten mee van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen die te maken hebben met de beleidsmateries waarover de cultuurraad adviesbevoegdheid heeft.

 

Artikel 5:

Wanneer het gemeentebestuur de cultuurraad om advies vraagt, zal het bij de adviesvraag alle nodige informatie voegen. Ook hebben de leden van de cultuurraad het recht om inzage te nemen in alle documenten en dossiers die betrekking hebben op het dossier tenzij er wettelijke bezwaren zijn. Dit inzagerecht kan uitgeoefend worden via de gemeentesecretaris.

 

Wanneer de cultuurraad op eigen initiatief een advies wenst uit te brengen, kan hij steeds informatie opvragen aan het college van burgemeester en schepenen. Het college zal de informatie ter beschikking stellen tenzij er wettelijke bezwaren zijn. De schriftelijke verzoeken om informatie vanwege de adviesraad zullen binnen de dertig werkdagen beantwoord worden door de gevraagde informatie ter beschikking te stellen ofwel door de wettelijke bezwaren tegen de informatieverstrekking mee te delen.

 

Artikel 6:

De cultuurraad schenkt de nodige aandacht aan de informatie-uitwisseling op het gebied van culturele aangelegenheden of wat hiermee verband houdt, tussen de verschillende bestaande adviesraden en participatieorganen in de gemeente:

  • Schoolraden
  • Bibliotheekraad
  • Seniorenadviesraad
  • Mobiliteitsraad
  • Milieuadviesraad
  • Jeugdraad
  • Sportraad
  • Lokaal overleg kinderopvang
  • Gecoro

Deze raden behouden vanzelfsprekend de hun bij wet, decreet of andere gemeenteraadsbeslissingen toegekende advies- of beheersbevoegdheden.

 

ADVIES VRAGEN

Artikel 7:

Het gemeentebestuur zal de adviesvragen steeds schriftelijk stellen met:

  • een duidelijke omschrijving van de concrete vraag;
  • opgave van de wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de adviesgever rekening moet houden;
  • opgave van de uiterste datum van inlevering van het advies bij het gemeentebestuur.

 

Het gemeentebestuur geeft de cultuurrraad steeds minimaal een termijn van dertig werkdagen, te rekenen vanaf de datum van aankomst van de adviesvraag bij de adviesraad. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoogdringendheid kan het gemeentebestuur deze termijn gemotiveerd inkorten. In onderlinge afspraak tussen adviesraad en gemeentebestuur kan de termijn ook met de helft worden verlengd. De maanden juli en augustus worden bij het berekenen van de termijn buiten beschouwing gelaten.

 

ADVIES UITBRENGEN

Artikel 8:

De cultuurraad zal de adviezen die hij uitbrengt steeds schriftelijk bezorgen aan het gemeentebestuur en in de adviezen melding maken van:

  • de wijze waarop het advies tot stand kwam met duidelijke opgave welke betrokkenen op welke manier geconsulteerd werden;
  • de argumentatie die geleid heeft tot de standpuntbepaling in het advies;
  • duidelijke weergave van het standpunt van de adviesraad met vermelding van afwijkende meningen of minderheidsstandpunten.

Deze tekst van de adviezen maakt steeds deel uit van het desbetreffende dossier dat wordt voorgelegd aan het college, de gemeenteraad of de hogere overheid.

 

Als de cultuurraad geen advies uitbrengt binnen de afgesproken termijn mag het advies als gunstig worden beschouwd.

 

BEANTWOORDING VAN ADVIEZEN

Artikel 9:

Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van dertig werkdagen te rekenen vanaf de datum dat het advies bij het gemeentebestuur toekwam, een schriftelijk gemotiveerd antwoord op het advies bezorgen aan de erkende adviesraad als de beslissing van het gemeentebestuur afwijkt van het advies.

 

Als de verdere behandeling van het dossier langere tijd vraagt, zal het gemeentebestuur binnen de dertig dagen een antwoord bezorgen met melding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de opgave van de datum waarop een definitief antwoord aan de cultuurraad zal worden bezorgd. De maanden juli en augustus worden bij het berekenen van de termijn buiten beschouwing gelaten.

 

ONDERSTEUNING

Artikel 10:

Het gemeentebestuur biedt de cultuurraad administratieve en logistieke ondersteuning door een ambtenaar ter beschikking te stellen voor het bijwonen van de vergaderingen van de raad en om de secretariaatswerkzaamheden waar te nemen.

 

SAMENSTELLING EN WERKING VAN DE RAAD

De cultuurraad stelt een huishoudelijk reglement op dat de samenstelling en werking ervan bepaalt.

 

Artikel 11:

Het adviesorgaan voor cultuur wordt samengesteld uit stemgerechtigde leden en waarnemers: alle culturele organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten en die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente;

 

Stemgerechtigde leden zijn:

a) één afgevaardigde van alle culturele organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente. Op de samenkomsten van het adviesorgaan kan de effectieve afgevaardigde zich laten vervangen door zijn plaatsvervanger.

b) één afgevaardigde van alle culturele organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die werken met professionele beroepskrachten en een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente. Op de samenkomsten van het adviesorgaan kan de effectieve afgevaardigde zich laten vervangen door zijn plaatsvervanger.

c) deskundigen op vlak van cultuur, woonachtig in de gemeente.

 

Waarnemers zijn:

a) de schepen bevoegd voor cultuur;

b) de medewerker aangeduid door de gemeente ter ondersteuning van het adviesorgaan;

c) de fractieleiders van de politieke partijen.

 

Externe deskundigen kunnen gehoord worden in het kader van de adviesverlening over een specifiek item.

 

Artikel 12:

De cultuurraad respecteert de afsprakennota die met betrekking tot de werking van de adviesraden in relatie met het gemeentebestuur werd opmaakt. In de afsprakennota wordt de adviesfunctie geconcretiseerd.

 

In het huishoudelijk reglement kan de cultuurraad verder alles concretiseren wat niet door de statuten wordt bepaald. Het huishoudelijke reglement zal minimaal de volgende elementen bevatten die conform moeten zijn met de bepalingen van het decreet Lokaal Cultuurbeleid van 6 juli 2012:

  • regels over de aanduiding van de stemgerechtigde leden van de adviesraad;
  • regels over het vervallen van waarnemende leden van de adviesraad;
  • regels over het vervallen van het lidmaatschap van de stemgerechtigde en waarnemende leden van de adviesraad;
  • regels waarbij de openbaarheid van vergaderingen en documenten van de adviesraad gewaarborgd zijn.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. GOEDKEURING STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2013 over de oprichting en samenstelling van het Lokaal Overleg Kinderopvang.
  • Collegebesluit van 5 augustus 2013 over de afsprakennota voor de gemeentelijke adviesraden.
  • Collegebesluit van 18 november 2013 over de kennisname van de kandidaturen en de goedkeuring van de samenstelling van het Lokaal Overleg Kinderopvang.

 

Feiten en context

  • Het lokaal bestuur heeft een taak inzake de lokale regie van de kinderopvang in samenspraak met Kind en Gezin. Om deze taak te realiseren, werkt het lokaal bestuur een lokaal beleid kinderopvang uit op basis van een lokaal beleidsplan en laat zich daarbij adviseren door het Lokaal Overleg Kinderopvang.
  • Het Lokaal Overleg Kinderopvang werd voor het eerst opgericht en erkend als adviesorgaan over de gemeenteraad op 18 december 2007.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet

De bevoegdheid tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

  • Artikel 200 gemeentedecreet

Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.

  • Artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid kinderopvang.

Dit besluit regelt de oprichting, de opdracht en de organisatie van het Lokaal Overleg Kinderopvang.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang op 28 november 2013 over de statuten van het Lokaal Overleg Kinderopvang en de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden.

 

Argumentatie

De statuten van het Lokaal Overleg Kinderopvang zijn sinds 2007 niet gewijzigd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt onderstaande statuten van het Lokaal Overleg Kinderopvang goed.

 

Statuten van het lokaal overleg kinderopvang

 

ERKENNING

Artikel 1

Het Lokaal Overleg Kinderopvang wordt door de gemeenteraad erkend als adviesorgaan volgens de voorwaarden bepaald in het gemeenteraadsbesluit van 30 april 2013.

 

Het Lokaal Overleg Kinderopvang heeft haar administratieve zetel op de dienst vrije tijd en communicatie in het gemeentehuis, Tervuursesteenweg 178, 3060 Bertem.

 

DOELSTELLINGEN

Artikel 2

De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen het Lokaal Overleg Kinderopvang betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk kinderopvangbeleid. Via overleg, inspraak, participatie en samenwerking tussen het gemeentebestuur en de leden van het Lokaal Overleg Kinderopvang zal de adviesraad meewerken aan het gemeentelijk kinderopvangbeleid in een zo breed mogelijke zin van het woord. Het Lokaal Overleg Kinderopvang zal om advies gevraagd worden over alle aangelegenheden die te maken hebben met het kinderopvangbeleid.

 

Eveneens heeft het Lokaal Overleg Kinderopvang de mogelijkheid over alle andere beleidsdossiers (waarvan zij vindt dat de belangen rond kinderopvang in het gedrang zijn) op eigen initiatief een advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepen.

 

SAMENSTELLING EN VERTEGENWOORDIGING

Artikel 4

De algemene vergadering van het Lokaal Overleg Kinderopvang wordt samengesteld volgens volgende procedure:

  • Om de zes jaar wordt een oproep gedaan naar gebruikers, schooldirecties, oudercomités, externe deskundigen en lokale actoren.

De kandidaten moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

  • 2/3 moet in Bertem gedomicilieerd zijn
  • geen politiek mandaat uitoefenen
  • achter de doelstellingen van het lokaal overleg kinderopvang staan

Een organisatie of persoon die na de oprichtingsvergadering lid van het Lokaal Overleg Kinderopvang wenst te worden dient een schriftelijke aanvraag te richten aan de voorzitter van het Lokaal Overleg Kinderopvang. Indien ze beantwoordt aan de gestelde normen om erkend te worden door het gemeentebestuur, kan ze toetreden tot de algemene vergadering. Na erkenning door het gemeentebestuur is deze persoon stemgerechtigd.

 

Artikel 5

Het Lokaal Overleg Kinderopvang is samengesteld uit:

Stemgerechtigde leden

  • maximum zes vertegenwoordigers van lokale actoren
  • maximum drie inwoners die gebruik maken van kinderopvang in Bertem
  • de directeurs of plaatsvervangers van de Bertemse scholen
  • de voorzitters of vertegenwoordigers van de Bertemse oudercomités

Waarnemende leden

  • één vertegenwoordiger van Kind & Gezin
  • één deskundige kinderopvang
  • schepen voor kinderopvang
  • ambtenaar voor kinderopvang
  • de fractieleiders of een afgevaardigde van de politieke partijen

 

ENGAGEMENT

Artikel 6

Alle stemgerechtigde leden van het Lokaal Overleg Kinderopvang zijn gehouden aan de volgende rechten en plichten:

  • plichten van het stemgerechtigde lid:
    • zich scharen achter de doelstellingen van het Lokaal Overleg Kinderopvang en er zich toe verbinden om actief mee te werken aan de verwezenlijking ervan
    • het bijwonen van de algemene vergadering
    • zich op gepaste wijze informeren over het kinderopvangbeleid vb. door lectuur, bijscholing en vorming, contacten met organisaties en andere betrokkenen bij het kinderopvangbeleid
  • rechten van het stemgerechtigde lid:
    • spreek- en stemrecht op alle vergaderingen van het Lokaal Overleg Kinderopvang
    • inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt.

 

VERGADEREN

Artikel 7

De algemene vergadering komt minstens één keer per jaar samen of op verzoek van het dagelijks bestuur of wanneer 1/3 van de leden erom vraagt. De uitnodigingen worden digitaal of op aanvraag per post verzonden.

 

De algemene vergadering heeft de volgende bevoegdheden:

  • benoemen van de leden van het dagelijks bestuur
  • aanvaarden van nieuwe leden
  • ontslagen van leden
  • wijzigen van de statuten en het huishoudelijk reglement
  • plannen, controleren en evalueren van het kinderopvangbeleid in het strategisch meerjarenplan
  • formuleren en goedkeuren van adviezen

 

Verslagen en adviezen zijn ter inzage op de dienst vrije tijd en communicatie en worden via verschillende kanalen bekendgemaakt in de gemeente. De verslagen worden aan de leden digitaal of op aanvraag per post bezorgd.

 

Artikel 8

De algemene vergadering kiest om de zes jaar tijdens de oprichtingsvergadering een dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit 4 personen: de voorzitter, een door de algemene vergadering aangeduid lid dat fungeert als ondervoorzitter, de ambtenaar van lokaal overleg kinderopvang en de schepen van kinderopvang.

 

Het dagelijks bestuur bereidt de algemene vergadering administratief, praktisch en inhoudelijk voor. Ze formuleert eveneens de adviezen en doet de voorbereidingen van de adviezen aan het gemeentebestuur. Ze voert de taken uit die voortvloeien uit de beslissingen van het bestuur.

 

Artikel 9

Het dagelijks bestuur kan zelf of op vraag van de algemene vergadering een werkgroep oprichten van tijdelijke of permanente aard. Elk lid van het lokaal overleg kinderopvang kan hiervan lid worden.

 

De niet-leden moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

  • geen politiek mandaat uitoefenen
  • de specifieke motivatie voor hun kandidatuurstelling bekendmaken

 

Ook deskundigen kunnen deel uitmaken van een werkgroep.

 

GELDIGE BESLISSINGEN NEMEN

Artikel 10

De algemene vergadering streeft bij alle beslissingen naar een zo groot mogelijke eensgezindheid. Er wordt enkel gestemd indien er een duidelijke consensus ontbreekt. Om geldig te kunnen stemmen tijdens de algemene vergadering moet minstens 1/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

 

Indien er moet worden gestemd over aspecten van het huishoudelijk reglement en de statuten dient 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig te zijn.

 

Indien het nodige aantal stemgerechtigde deelnemers niet wordt bereikt, dan wordt het agendapunt uitgesteld naar de volgende algemene vergadering. Ongeacht het aantal aanwezigen wordt er dan beslist over het agendapunt. Bij een staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

 

ADVIES VRAGEN

Artikel 11

Het gemeentebestuur zal de adviesvragen altijd schriftelijk bezorgen met:

  • een duidelijke omschrijving van de concrete vraag
  • opgave van de wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de algemene vergadering rekening moet houden
  • vermelding van de uiterste datum van inlevering van het advies aan het gemeentebestuur.

 

Het gemeentebestuur geeft het Lokaal Overleg Kinderopvang minimaal dertig werkdagen, te rekenen vanaf de datum van aankomst bij de secretaris van de adviesraad. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoogdringendheid kan het gemeentebestuur de termijn inkorten. In samenspraak tussen het gemeentebestuur en het Lokaal Overleg Kinderopvang kan de termijn ook met de helft verlengd worden. De maanden juli en augustus worden bij de berekening van de termijn niet meegerekend.

 

ADVIES UITBRENGEN

Artikel 12

Het Lokaal Overleg Kinderopvang zal de adviezen die ze uitbrengt altijd schriftelijk bezorgen aan het gemeentebestuur met:

  • de wijze waarop het advies tot stand kwam met duidelijke opgave welke betrokkenen op welke manier geconsulteerd werden
  • de argumentatie die geleid heeft tot het bepalen van een standpunt in het advies
  • duidelijke vermelding van het standpunt  met vermelding van afwijkende standpunten

 

Het advies zal steeds deel uitmaken van het dossier dat wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad of een hogere overheid.

 

BEANTWOORDING VAN HET ADVIES

Artikel 13

Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van dertig werkdagen, te rekenen vanaf de datum waarop het advies bij het gemeentebestuur toekwam, een schriftelijk en gemotiveerd antwoord bezorgen als de beslissing afwijkt van het advies.

 

Als de verdere afhandeling van het dossier langere tijd vraagt, kan het gemeentebestuur binnen de dertig dagen een antwoord bezorgen met vermelding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de datum waarop een definitief antwoord aan het lokaal overleg kinderopvang wordt bezorgd.

 

De maanden juli en augustus worden bij de berekening van de termijn niet meegerekend.

 

ONDERSTEUNING

Artikel 14

Het gemeentebestuur biedt administratieve en logistieke ondersteuning aan het Lokaal Overleg Kinderopvang en stelt een ambtenaar ter beschikking om de vergaderingen bij te wonen en de taak van secretaris waar te nemen.

 

AFSPRAKENNOTA EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Artikel 15

Het Lokaal Overleg Kinderopvang respecteert de afsprakennota die met betrekking tot de werking van de adviesraden en in relatie met het college van burgemeester en schepen werd opgemaakt. In de afsprakennota wordt de adviesfunctie geconcretiseerd.

 

In een huishoudelijk reglement kan het Lokaal Overleg Kinderopvang verder alles concretiseren wat niet door de statuten wordt bepaald. Dit reglement wordt door de algemene vergadering bij gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden goedgekeurd.

 

EINDE MANDAAT

Artikel 16

Het mandaat van de stemgerechtigde leden wordt beëindigd:

  • door intrekking van hun opdracht door de organisatie die zij vertegenwoordigen. Deze intrekking moet schriftelijk en gemotiveerd aan het dagelijks bestuur worden meegedeeld
  • door het ontslag van de betrokkene zelf of de organisatie. Dit ontslag moet schriftelijk en gemotiveerd aan het dagelijks bestuur worden meegedeeld
  • vanaf het moment dat het lid niet meer voldoet aan de voorwaarden tot lidmaatschap zoals bepaald in artikel 4.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

PARTICIPATIE DOOR DE BURGER. GOEDKEURING STATUTEN SENIORENADVIESRAAD.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 30 april 2013 over de oprichting en samenstelling van de gemeentelijke seniorenadviesraad.
  • Collegebesluit van 22 juli 2013 over de kennisname van de kandidaten en de goedkeuring van de samenstelling van de gemeentelijke seniorenadviesraad.
  • Collegebesluit van 5 augustus 2013 over de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden.

 

Feiten en context

  • De seniorenadviesraad werd voor het eerst opgericht als adviesorgaan door de gemeenteraad tijdens haar zitting van 28 mei 2002.
  • Tijdens de algemene vergadering van de seniorenadviesraad op 27 november 2013 werden de vernieuwde statuten van de gemeentelijke seniorenadviesraad en de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden besproken.

 

Juridische gronden

  • Artikel 43, § 2, 14° gemeentedecreet

De bevoegdhied tot het inrichten van adviesraden en overlegstructuren kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

  • Artikel 200 van het gemeentedecreet

Alleen de gemeenteraad kan overgaan tot de organisatie van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op regelmatig en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de seniorenadviesraad op 27 november 2013 over de statuten van de gemeentelijke seniorenadviesraad en de afsprakennota voor gemeentelijke adviesraden.

 

Argumentatie

Bij de vernieuwing van de seniorenadviesraad hoort een actualisering van de statuten.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt onderstaande statuten van de seniorenadviesraad goed.

 

Statuten van de gemeentelijke seniorenadviesraad

 

ERKENNING

Artikel 1

De seniorenadviesraad wordt door de gemeenteraad erkend als adviesorgaan volgens de voorwaarden bepaald in het gemeenteraadsbesluit van 30 april 2013.

 

De seniorenadviesraad heeft haar administratieve zetel op de dienst vrije tijd en communicatie in het gemeentehuis, Tervuursesteenweg 178, 3060 Bertem.

 

DOELSTELLINGEN

Artikel 2

De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen de seniorenadviesraad betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk ouderenbeleid. Via overleg, inspraak, participatie en samenwerking tussen het gemeentebestuur, de seniorenadviesraad, de seniorenverenigingen en de individuele senioren zal de seniorenadviesraad meewerken aan het gemeentelijk ouderenbeleid in een zo breed mogelijke zin van het woord. De seniorenadviesraad zal om advies gevraagd worden over alle aangelegenheden die te maken hebben met het ouderenbeleid.

 

Eveneens heeft de seniorenadviesraad de mogelijkheid over alle andere beleidsdossiers (waarvan zij vindt dat de belangen van de senioren in het gedrang zijn) op eigen initiatief een advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 3

De seniorenadviesraad heeft daarnaast als opdracht om het lokaal seniorenwerk te stimuleren door overleg, coördinatie en samenwerking tot stand te brengen tussen enerzijds de seniorenverenigingen en anderzijds de niet-georganiseerde senioren.

 

SAMENSTELLING EN VERTEGENWOORDIGING

Artikel 4

De algemene vergadering van de gemeentelijke seniorenadviesraad wordt samengesteld volgens volgende procedure:

  • Om de zes jaar wordt een oproep gedaan naar alle seniorenverenigingen en niet-georganiseerde, geïnteresseerde senioren om hun kandidatuur in te dienen.

De kandidaten moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

  • 55 jaar of ouder zijn
  • in Bertem gedomicilieerd zijn
  • geen politiek mandaat uitoefenen
  • achter de doelstellingen van de seniorenadviesraad staan

Een seniorenvereniging die na de oprichtingsvergadering lid van de seniorenadviesraad wenst te worden dient een schriftelijke aanvraag te richten aan de voorzitter van de seniorenadviesraad. Indien ze beantwoordt aan de gestelde normen om erkend te worden door het gemeentebestuur, kan ze toetreden tot de algemene vergadering van de seniorenadviesraad. Na erkenning door het gemeentebestuur is deze vereniging stemgerechtigd.

 

Artikel 5

De seniorenadviesraad is samengesteld uit:

Stemgerechtigde leden

  • twee afgevaardigden per Bertemse seniorenvereniging
  • twee afgevaardigden van het woon- en zorgcentrum en/of dienstencentrum
  • één inwoner van de serviceflats
  • één werknemer van het OCMW
  • drie onafhankelijke leden

Waarnemende leden

  • de schepen van ouderenbeleid
  • de ambtenaar van ouderenbeleid
  • de fractieleiders of een afgevaardigde van de politieke partijen

 

Externe deskundigen kunnen gehoord worden in het kader van de adviesverlening over een specifiek onderwerp.

 

ENGAGEMENT

Artikel 6

Alle stemgerechtigde leden van de seniorenadviesraad zijn gehouden aan de volgende rechten en plichten:

plichten van het stemgerechtigde lid:

  • zich scharen achter de doelstellingen van de seniorenadviesraad en er zich toe verbinden om actief mee te werken aan de verwezenlijking ervan
  • het bijwonen van de algemene vergadering van de seniorenadviesraad
  • de achterban grondig informeren over de werkzaamheden van de seniorenadviesraad en ook geregeld overleg te plegen in functie van het opsporen van behoefte, ideeën en verwachtingen betreffende ouderenbeleid bij de eigen organisatie
  • zich op gepaste wijze informeren over het ouderenbeleid vb. door lectuur, bijscholing en vorming, contacten met organisaties en andere betrokkenen bij het ouderenbeleid

rechten van het stemgerechtigde lid:

  • spreek- en stemrecht op alle vergaderingen van de seniorenadviesraad
  • inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt van de senioren

 

VERGADEREN

Artikel 7

De algemene vergadering komt minstens tweemaal per jaar samen of op verzoek van het dagelijks bestuur of wanneer 1/3 van de leden erom vraagt. De uitnodigingen worden digitaal of op aanvraag per post verzonden.

 

De algemene vergadering heeft de volgende bevoegdheden:

  • benoemen van de voorzitter en de ondervoorzitter
  • aanvaarden van nieuwe leden
  • ontslagen van leden
  • wijzigen van de statuten en het huishoudelijk reglement
  • plannen, controleren en evalueren van het ouderenbeleid in het strategisch meerjarenplan
  • formuleren en goedkeuren van adviezen

 

Verslagen en adviezen zijn ter inzage op de dienst vrije tijd en communicatie en worden via verschillende kanalen bekendgemaakt in de gemeente. De verslagen worden aan de leden digitaal of op aanvraag per post bezorgd.

 

Artikel 8

De algemene vergadering kiest om de zes jaar tijdens de oprichtingsvergadering een voorzitter en een ondervoorzitter. Deze beide vormen samen met de schepen van ouderenbeleid en de ambtenaar van ouderenbeleid het dagelijks bestuur.

 

Het dagelijks bestuur bereidt de algemene vergadering administratief, praktisch en inhoudelijk voor. Ze formuleert eveneens de adviezen en doet de voorbereidingen van de adviezen aan het gemeentebestuur. Ze voert de taken uit die voortvloeien uit de beslissingen van het bestuur.

 

Artikel 9

Het dagelijks bestuur kan zelf of op vraag van de algemene vergadering een werkgroep oprichten van tijdelijke of permanente aard. Elk lid van de seniorenadviesraad en ook andere geïnteresseerde senioren kunnen hiervan lid worden.

 

De niet-leden moeten aan volgende voorwaarden voldoen:

  • 55 jaar of ouder zijn
  • in Bertem gedomicilieerd zijn
  • geen politiek mandaat uitoefenen
  • de specifieke motivatie voor hun kandidatuurstelling bekend maken

 

Ook deskundigen kunnen deel uitmaken van een werkgroep.

 

GELDIGE BESLISSINGEN NEMEN

Artikel 10

De algemene vergadering streeft bij alle beslissingen naar een zo groot mogelijke eensgezindheid. Er wordt enkel gestemd indien er een duidelijke consensus ontbreekt. Om geldig te kunnen stemmen tijdens de algemene vergadering moet minstens 1/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

 

Indien er moet worden gestemd over aspecten van het huishoudelijk reglement en de statuten dient 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig te zijn.

 

Indien het nodige aantal stemgerechtigde deelnemers niet wordt bereikt, dan wordt het agendapunt uitgesteld naar de volgende algemene vergadering. Ongeacht het aantal aanwezigen wordt er dan beslist over het agendapunt. Bij een staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

 

ADVIES VRAGEN

Artikel 11

Het gemeentebestuur zal de adviesvragen altijd schriftelijk bezorgen met:

  • een duidelijk omschrijving van de concrete vraag
  • opgave van de wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de algemene vergadering rekening moet houden
  • vermelding van de uiterste datum van inlevering van het advies aan het gemeentebestuur

 

Het gemeentebestuur geeft de seniorenadviesraad minimaal dertig werkdagen, te rekenen vanaf de datum van aankomst bij de secretaris van de adviesraad. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoogdringendheid kan het gemeentebestuur de termijn inkorten. In samenspraak tussen het gemeentebestuur en de seniorenadviesraad kan de termijn ook met de helft verlengd worden. De maanden juli en augustus worden bij de berekening van de termijn niet meegerekend.

 

ADVIES UITBRENGEN

Artikel 12

De seniorenadviesraad zal de adviezen die ze uitbrengt altijd schriftelijk bezorgen aan het gemeentebestuur met:

  • de wijze waarop het advies tot stand kwam met duidelijke opgave welke betrokkenen op welke manier geconsulteerd werden
  • de argumentatie die geleid heeft tot het bepalen van een standpunt in het advies
  • duidelijke vermelding van het standpunt van de seniorenadviesraad met vermelding afwijkende standpunten

 

Het advies zal steeds deel uitmaken van het dossier dat wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad of een hogere overheid.

 

BEANTWOORDING VAN HET ADVIES

Artikel 13

Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van dertig werkdagen, te rekenen vanaf de datum waarop het advies bij het gemeentebestuur toekwam, een schriftelijk en gemotiveerd antwoord bezorgen als de beslissing afwijkt van het advies.

 

Als de verdere afhandeling van het dossier langere tijd vraagt, kan het gemeentebestuur binnen de dertig dagen een antwoord bezorgen met vermelding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de datum waarop een definitief antwoord aan de seniorenadviesraad wordt bezorgd.

 

De maanden juli en augustus worden bij de berekening van de termijn niet meegerekend.

 

ONDERSTEUNING

Artikel 14

Binnen het goedgekeurde gemeentebudget voorziet het gemeentebestuur jaarlijks een werkingstoelage voor de seniorenadviesraad. De werkingskosten dienen binnen het voorziene budget te blijven. Extra uitgaven worden op voorhand aangevraagd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Het gemeentebestuur biedt administratieve en logistieke ondersteuning aan de seniorenadviesraad en stelt een ambtenaar ter beschikking om de vergaderingen bij te wonen en de taak van secretaris waar te nemen.

 

AFSPRAKENNOTA EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Artikel 15

De seniorenadviesraad respecteert de afsprakennota die met betrekking tot de werking van de adviesraden en in relatie met het college van burgemeester en schepenen werd opgemaakt. In de afsprakennota wordt de adviesfunctie geconcretiseerd.

 

In een huishoudelijk reglement kan de seniorenadviesraad verder alles concretiseren wat niet door de statuten wordt bepaald. Dit reglement wordt door de algemene vergadering bij gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden goedgekeurd.

 

EINDE MANDAAT

Artikel 16

Het mandaat van de stemgerechtigde leden wordt beëindigd:

  • door intrekking van hun opdracht door de vereniging die zij vertegenwoordigen. Deze intrekking moet schriftelijk en gemotiveerd aan het dagelijks bestuur worden meegedeeld
  • door het ontslag van de betrokkene zelf uit de seniorenadviesraad of de vereniging. Dit ontslag moet schriftelijk en gemotiveerd aan het dagelijks bestuur worden meegedeeld
  • vanaf het moment dat het lid niet meer voldoet aan de voorwaarden tot lidmaatschap zoals bepaald in artikel 4.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

SUBSIDIEREGLEMENTEN. OPHEFFING RAADSBESLUIT VAN 26 FEBRUARI 2002 OVER DE GEMEENTELIJKE PREMIE VOOR DE BOUW VAN INDIVIDUELE KLEINSCHALIGE WATERZUIVERING.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 26 februari 2002 over de gemeentelijke premie voor de bouw van een individuele kleinschalige waterzuivering.
    Er wordt een gemeentelijke premie van 1000 euro toegekend voor de aanleg van de individuele behandelingsinstallatie afvalwater bij een woning buiten de zuiveringszones A en B.
  • Besluit (agendapunt 5) van de raad van bestuur van Riobra (nu Infrax) van 26 februari 2007.
    Er werd beslist dat Riobra (nu Infrax) zal instaan voor de plaatsing, de financiering en het beheer van de IBA's (individuele behandelingssystemen voor afvalwater), alsook de financiering hiervan.
  • Besluit (agendapunt 3a) van de raad van bestuur van Riobra (nu Infrax) van 28 september 2009.
    Er werd een beslissing genomen over de vergoeding die de particulier aan Riobra (nu Infrax) moet betalen in ruil voor de plaatsing van een IBA. Deze vergoeding bestaat uit:
    • een éénmalige vergoeding voor de eerste ingebruikname (de vergoeding is gelijk aan deze voor een huisaansluiting op de riolering). In geval er gebruik wordt gemaakt van een voorbezinkingsinstallatie wordt deze vergoeding verhoogd met 500 euro;
    • een jaarlijkse bijdrage gelijk aan de som van de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsbijdrage of een vergoeding die jaarlijks door de raad van bestuur van Riobra (nu Infrax) zal worden vastgesteld.

 

Juridische gronden

  • Artikel 1, 10° van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning
    Dit artikel definieert het huishoudelijk afvalwater.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.
    Dit besluit regelt o.a. de lozing van huishoudelijk afvalwater.
  • Artikel 42, §3 van het gemeentedecreet
    De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Onverminderd de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van politieverordeningen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels met betrekking tot de scheiding tussen de gemeentelijke en de bovengemeentelijke saneringsverplichting en het vaststellen van de zoneringsplannen.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008
    Het subsidiereglement voor rioleringen wordt uitgebreid met de mogelijkheid voor het bekomen van subsidies voor IBA's geplaatst vanaf 1 januari 2008.
  • Ministerieel besluit van 20 augustus 2012 over de vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het ouderhoud van rioleringssystemen.

 

Argumentatie

Het gemeenteraadsbesluit om een gemeentelijke subsidie van 1000 euro toe te kennen voor het plaatsen van een IBA is genomen toen particulieren de financiering van een IBA volledig zelf moesten dragen. Bovenop de gemeentelijke subsidie kon er - in het kader van het gemeentelijk milieuconvenant - een aanvullende subsidie van het Vlaams gewest bekomen worden voor een bedrag van 1250 euro. De samenwerkingsovereenkomst milieu loopt echter af op 31 december 2013. De Vlaamse overheid heeft geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst milieu voorgesteld voor 2014 en de volgende jaren.

 

Op 9 mei 2008 besliste de Vlaamse regering het subsidiebesluit voor rioleringen uit te breiden. De mogelijkheid voor het bekomen van een subsidie van 2250 euro voor IBA's geplaatst vanaf 1 januari 2008 werd voorzien.

 

Infrax (voorheen Riobra) heeft beslist om zelf in te staan voor de plaatsing en financiering van IBA's. Zo wordt het beheer van deze installaties gecentraliseerd en wordt het uitvallen van de IBA's door slecht beheer geminimaliseerd.

 

De eenmalige vergoeding die aan de particulier wordt aangerekend voor de eerste ingebruikname van de IBA is gelijk aan deze voor een huisaansluiting op de riolering. De vergoeding wordt verhoogd met 500 euro als gebruik wordt gemaakt van de voorbezinkingsinstallatie geïntegreerd in de IBA.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2002 voor het toekennen van een gemeentelijke premie voor de bouw van een individuele kleinschalige waterzuivering wordt opgeheven.

 

Artikel 2:

Deze beslissing treedt in werking op 1 januari 2014.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN KISS&RIDE ZONE AAN DE SPORTHAL TE LEEFDAAL.

 

Feiten en context

  • Bij aanvang van de school is er een tekort aan parkeerplaatsen.
  • De school, ouders en leerkrachten vragen of de huidige bushalte voor de sporthal in Leefdaal niet kan omgevormd worden tot een Kiss & Ride zone met de mogelijkheid dat bussen die ingezet worden bij schoolactiviteiten daar kunnen parkeren.
  • Bij de heraanleg van de Dorpstraat vraagt De Lijn geen aparte bushaltes maar stopplaatsen op de rijbaan om het wegrijden gemakkelijker te maken.
  • De Lijn gaat akkoord om de huidige bushalte nu al weg te nemen en een stopplaats op de rijbaan te voorzien.

 

Juridische gronden

  • Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
  • MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
  • Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
  • Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van De Lijn Vlaams-Brabant van 6 november 2013
  • Gunstig advies van de mobiliteitscel van 9 december 2013

 

Argumentatie

Bij aanvang van de school is er een tekort aan parkeerplaatsen. Een Kiss & Ride zone zou de drukte op de parking achter de sportzaal verminderen.

De huidige bushalte kan omgevormd worden tot een Kiss & Ride zone. Het parkeren van een bus die ingezet wordt bij schoolactiviteiten, kan er toegelaten worden.

Het afzetten en het ophalen van kinderen die deelnemen aan de verschillende activiteiten in de sporthal zou via deze Kiss & Ride zone ook meer mogelijkheden bieden voor de ouders.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

In 3061 Bertem, Dorpstraat ter hoogte van de sportzaal, zal de huidige bushalte omgevormd worden tot een Kiss & Ride zone. Het parkeren van een schoolbus wordt er toegelaten.

 

Artikel 2:

De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door de verkeersborden:

- E9a met onderbord type VII a met vermelding Kiss & Ride en schoolbus

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

LANDINRICHTING PLATEAU VAN MOORSEL. GOEDKEURING EINDVOORSTEL EN FINANCIERINGSPLAN INRICHTINGSPROJECT 'VOERLIJNEN'.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 25 januari 2010 over de organisatie van een openbaar onderzoek over het ontwerp van inrichtingsplan 2 'Voerlijnen'.
  • Brief van VLM van 8 juli 2010 waarbij het ontwerp van inrichtingsplan 2 'Voerlijnen' wordt overgemaakt en advies wordt gevraagd aan de gemeenteraad.
  • Openbaar onderzoek van 2 augustus 2010 tot en met 20 september 2010. Er werden 2 bezwaarschriften ingediend.
  • Gemeenteraadsbesluit van 28 september 2010 waarbij de raad gunstig advies geeft over het ontwerp van inrichtingsplan 2 'Voerlijnen' mits enkele opmerkingen. De raad gaf geen toestemming over de gemeentelijke financiële bijdrage.
  • Brief van 5 oktober 2010 waarbij het gemeenteraadsbesluit samen met de 2 ingediende bezwaarschriften werden overgemaakt aan VLM.
  • E-mail van 6 oktober 2011 van Dieter Devolder met het definitieve rapport van inrichtingsplan en waarbij gemeld werd dat de Commissie voor Landinrichting het inrichtingsplan gunstig geadviseerd heeft. Door de planbegeleidingsgroep werden geen veranderingen aangebracht aan de versie van 2010 die een belangrijke impact hebben op het plan.

 

Feiten en context

  • Dit project is een initiatief van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM).
  • Over het financieel gedeelte bestond er nog geen akkoord met de gemeente.
  • Na overleg tussen VLM en de gemeente werd het aantal maatregelen beperkt waardoor het aandeel van de gemeente van 232 004 euro naar 42 431 euro werd herleid.
  • De gemeente zal de volgende maatregelen, die uitgevoerd worden door de Vlaamse Landmaatschappij, financieren ten bedrage van 30 % van de werkelijke kostprijs. De resterende 70 % van de werkelijke kostprijs wordt gedragen door het Vlaamse Gewest:
    • 1. Wandelroute Voervallei
      • 1.1 Sint-Verona
        • 1.1.1 Inrichting inkomzone (trap) en verbindingswegje. Het aandeel van de gemeente wordt geraamd op 5390,70 euro incl. btw.
      • 1.2 Leefdaal
        • 1.2.1 Vervangen brug dreef. Het aandeel van de gemeente wordt geraamd op 6788,10 euro incl. btw.
    • 3. Ecokruispunt de Hegge
      • 3.1 Oversteekzone Dorpstraat
        • 3.1.2 Aanpassing rijweg en berm (geluidsribbels en reespiegels). Het aandeel van de gemeente wordt geraamd op 1429,50 euro incl. btw.
      • 3.3 Lijnvormige kleine landschapselementen Hegge 10m breed
        • 3.3.1 Aanleg kleine landschapselementen (houtkant + grasstrook). Het aandeel van de gemeente wordt geraamd op 5715 euro incl. btw.
      • 3.4 Rustzones
        • 3.4.1 Inrichting rustzone erosiebekken. Het aandeel van de gemeente wordt geraamd op 1357,50 euro incl. btw.
  • De gemeente zal de volgende maatregelen, die uitgevoerd worden door de Vlaamse Landmaatschappij, financieren ten bedrage van 50 % van de werkelijke kostprijs. De resterende 50 % van de werkelijke kostprijs wordt gedragen door het Vlaamse Gewest:
    • 1. Ecokruispunt de Hegge
      • 3.3 Lijnvormige kleine landschapselementen de Hegge 10m breed
        • 3.3.2 Grondverwerving in der minne of via onteigening. Het aandeel van de gemeente wordt geraamd op 21 750 euro incl. btw.
  • Het totale aandeel van de gemeente Bertem wordt geraamd op 42 431 euro incl. btw.
  • Het afgeslankte voorstel van inrichtingsplan wordt in februari 2014 voorgelegd voor advies aan de Commissie voor Landinrichting.
  • Vooraleer de minister bevoegd voor landinrichting het afgeslankte inrichtingsplan kan goedkeuren, dienen het financieringsplan en het voorstel van inrichtingsplan goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

  • Artikel 13, §4 van het decreet van 21 december 1988 houdende houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij.
    De Vlaamse regering bepaalt de tussenkomst van het Gewest in de kostprijs van de door het agentschap uitgevoerde werken.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 houdende subsidiëring van de landinrichtingswerken.

Dit besluit bepaalt de voorwaarden voor de subsidies van het Vlaamse Gewest voor landinrichtingswerken.

  • Artikelen 13-16 van het besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004 betreffende de procedure tot opmaak van landinrichtingsplannen en houdende opheffing van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juni 1996 houdende nadere regelen betreffende de landinrichting en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 1998 houdende subsidiëring van de landinrichtingswerken.
    Na ontvangst van de adviezen van de betrokken gemeenteraden en de deputatie over het inrichtingsplan kan de planbegeleidingsgroep het inrichtingsplan aanpassen.
    Het inrichtingsplan wordt door de VLM bezorgd aan de Commissie voor Landinrichting. De commissie verleent binnen een redelijke termijn advies over dit inrichtingsplan.
    De VLM bezorgt het inrichtingsplan samen met de adviezen van de betrokken gemeenteraden en de deputatie en het advies van de commissie aan de minister. De minister keurt het inrichtingsplan en het financieringsplan goed, en beveelt de uitvoering ervan.

 

Adviezen

  • De financieel beheerder verleende een visum op 4 december 2013.

 

Argumentatie

Het project Voerlijnen op grondgebied Bertem betekent voor de gemeente een financiële inbreng van 42 431 euro incl. btw, te spreiden over een periode van 4 jaren.

 

De maatregelen voor de wandelroute Voervallei zijn bovenlokaal van recreatief belang.

De aanleg van het ecokruispunt de Hegge is belangrijk wegens de ecologische relevantie, de maatregelen kaderen ook in de beleidsopties die genomen zijn in het ruimtelijk structuurplan Bertem.

 

Vooraleer tot realisatie over te gaan van het deel Hegge, dient er grondig overleg gepleegd te worden met de betrokken landbouwer(s) over het onderhoud en beheer van de aan te leggen kleine landschapselementen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1419/001/001/001/001 60102500/0200

€ 135 000

€ 135 000

€ 42 431 (gespreid over 4 jaar).

€ 10 608/jaar.

 

De gemeente moet gedurende 20 jaar instaan voor het onderhoud van de gesubsidieerde werken. De kostprijs hiervan is niet inbegrepen in de vermelde uitgave.

 

 

 

Bijlagen

 

Besluit

 

20 stemmen voor: Albert Mees, Marc Morris, Joël Vander Elst, Greet Goossens, Jan Buysse, Ludo Croonenberghs, Maria Andries, Leonard Vranckx, Yvette Laes, Roos De Backer, Herman Ginis, Sonia Stiasteny, Joery Verhoeven, Jan De Keyzer, Tom Philips, Joris Fonteyn, Ken Geyns, Karin Baudemprez, Anja De Herdt en Roger De Muylder

1 onthouding: Kristien Van Essche

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het afgeslankte voorstel van inrichtingsplan 2 'Voerlijnen' in het kader van het landinrichtingsproject Plateau van Moorsel – inrichtingsproject Voervallei, opgemaakt door de VLM, goed.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad gaat akkoord met het financieringsplan waarbij het aandeel van de gemeente wordt geraamd op 42 431 euro incl. btw. De financiering gebeurt gespreid over 4 jaar.

 

Artikel 3:

De gemeente zal volgende maatregelen, die uitgevoerd worden door de Vlaamse Landmaatschappij, financieren ten bedrage van 30 % van de werkelijke kostprijs:

1. Wandelroute Voervallei

  • 1.1 Sint-Verona
    • 1.1.1 Inrichting inkomzone (trap) en verbindingswegje. 1.2 Leefdaal
    • 1.2.1 Vervangen brug dreef.

3. Ecokruispunt de Hegge

  • 3.1 Oversteekzone Dorpstraat
    • 3.1.2 Aanpassing rijweg en berm (geluidsribbels en reespiegels).
  • 3.3 Lijnvormige kleine landschapselementen Hegge 10m breed
    • 3.3.1 Aanleg verbindings kleine landschapselementen (houtkant + grasstrook).
  • 3.4 Rustzones
    • 3.4.1 Inrichting rustzone erosiebekken.

 

De gemeente zal de volgende maatregelen, die uitgevoerd worden door de Vlaamse Landmaatschappij, financieren ten bedrage van 50 % van de werkelijke kostprijs:

3. Ecokruispunt de Hegge

  • 3.3 Lijnvormige kleine landschapselementen de Hegge 10m breed
    • 3.3.2 Grondverwerving in der minne of via onteigening.

 

De gemeente zal de via subsidies ingerichte goederen zoals hierboven vermeld, gedurende een periode van 20 jaar in stand houden en beheren in functie van de doelstelling van openbaar nut vastgesteld in het inrichtingsplan.

 

Artikel 4:

Vooraleer overgegaan wordt tot realisatie van het ecokruispunt de Hegge is grondig overleg nodig met de betrokken landbouwer(s) over het beheer en onderhoud na uitvoering.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Zitting van 17 december 2013

 

VRAGENKWARTIERTJE.

 

Bespreking

  • Raadslid Leonard Vranckx verwijst naar het collegeverslag van 2 december 2013, agendapunt 30 ("Gebiedsdekkend uitvoeringsplan. Principiële goedkeuring voorstel prioritaire projecten uit de projectenkorf.") en vraagt of de Nijvelsebaan effectief pas ten vroegste in 2021 zal worden heraangelegd.
  • Schepen Marc Morris antwoordt dat dit niet volledig juist is; AWV zal reeds vanaf 2016 enkele cruciale punten aanpakken. Hij verwijst o.a. naar de lopende onteigeningen daarvoor. De volledige heraanleg zou niet vroeger dan 2020 starten, maar over deze timing bestaat geen enkele zekerheid.

 

  • Raadslid Kristien Van Essche meldt dat ze op de website van VILT gezien heeft dat schepen Marc Morris het Charter voor de landbouw in de groene rand rond Brussel heeft ondertekend. De naam van de gemeente Bertem staat echter niet vermeld in de lijst van ondertekenaars.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.