NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 30 augustus 2022

Van 20 uur tot 20.30 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Eddy Vranckx

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Jurgen Gyns

Waarnemend algemeen directeur:

Kris Philips

 

Verontschuldigd:

Raadslid:

Jan De Keyzer

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

        Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.

        Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
De gemeenteraad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.

        Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de gemeenteraad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

        Notulen van de zitting van 28 juni 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 28 juni goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

RAADSLEDEN. KENNISNAME ONTSLAG RAADSLID GRIET VERHENNEMAN.

 

Voorgeschiedenis

        E-mail van Griet Verhenneman van 17 augustus 2022 waarin zij haar ontslag als raadslid indient met ingang van de datum van kennisname van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

        Artikel 13 van het decreet lokaal bestuur
Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.
Als het gemeenteraadslid zelf voorzitter van de gemeenteraad is, deelt hij zijn ontslag schriftelijk mee aan de persoon die hem vervangt met toepassing van artikel 7, § 5, tweede lid. Het ontslag is definitief zodra zijn vervanger de kennisgeving ontvangt.
Het lid van de gemeenteraad blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.

        Artikel 48 van het decreet lokaal bestuur
De schepen die ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.
De schepen blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid, of tot de gemeenteraad, met toepassing van artikel 49, § 1, eerste lid, heeft beslist om het opengevallen schepenmandaat niet in te vullen.

        Artikel 49, §1 van het decreet lokaal bestuur
Als een schepen ontslag heeft genomen, beslist de gemeenteraad of het opengevallen schepenmandaat wordt ingevuld. Als de gemeenteraad beslist heeft om het mandaat niet in te vullen, kan het mandaat voor de rest van de zittingsperiode niet meer ingevuld worden. Als de gemeenteraad beslist heeft om het mandaat in te vullen, wordt tot een nieuwe verkiezing van een schepen overgegaan binnen twee maanden na het openvallen van het schepenmandaat.

 

 

Bijlagen

        E-mail Griet Verhenneman

 

Besluit

Artikel 1:

De raad neemt kennis van het ontslag van gemeenteraadslid Griet Verhenneman met ingang van de datum van kennisname van de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

GEMEENTERAADSLEDEN. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN BART VANDER ELST.

 

Voorgeschiedenis

        Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

        Brief van 10 december 2018, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 in Bertem geldig heeft verklaard op 5 december 2018.

        E-mail van Griet Verhenneman van 17 augustus 2022 waarin zij haar ontslag als raadslid indient met ingang vanaf kennisname door de gemeenteraad.

        E-mail van Bart Vander Elst van 18 augustus 2022 waarin hij laat weten dat hij het mandaat aanvaardt.

 

Juridische gronden

        Artikel 8 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men :
1° Belg zijn;
2° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;
4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, vermeld in Titel 3, hoofdstuk 4 van het decreet.

        Artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011
Om tot gemeenteraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, behouden en mag men zich niet in een geval van schorsing of uitsluiting, als vermeld in artikel 15, §1 en §2 van het decreet, bevinden.

        Artikelen 6 en 14 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de opvolger van het raadslid dat ontslag genomen heeft.

        Artikel 10 van het decreet lokaal bestuur
Dit artikel omschrijft de diverse onverenigbaarheden met het mandaat van gemeenteraadslid.

        Omzendbrief KB/ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 "De start van de lokale en provinciale bestuursperiode"

 

Argumentatie

De geloofsbrieven omvatten de schriftelijke bewijsstukken die de opvolger, opgeroepen om de eed af te leggen, moet voorleggen en waaruit blijkt dat er tegen zijn installatie als raadslid geen bezwaren zijn. De opvolger moet volgende stukken voorleggen:

        een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister

        een recent uittreksel uit het strafregister

        een verklaring op eer dat men zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 10 van het decreet lokaal bestuur.

 

De geloofsbrieven werden behoorlijk en tijdig ingediend en werden ter inzage gelegd met respect voor de decretale bepalingen.

 

Het doel van het onderzoek is om na te gaan of men nog aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid bevindt.

 

Uit het onderzoek van de geloofsbrieven door de gemeenteraad, blijkt dat Bart Vander Elst voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Hij heeft verklaard zich niet in een van de gevallen van onverenigbaarheid te bevinden. Er zijn geen elementen waaruit zou blijken dat de opvolger zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De geloofsbrieven van Bart Vander Elst worden goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

GEMEENTERAADSLEDEN. EEDAFLEGGING BART VANDER ELST.

 

Voorgeschiedenis

        Proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018.

        Brief van 10 december 2018, waarin de Raad voor Verkiezingsbetwistingen Vlaams-Brabant meedeelt dat hij de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 in Bertem geldig heeft verklaard op 5 december 2018.

        Raadsbesluit van 30 augustus 2022 over de goedkeuring van de geloofsbrieven van Bart Vander Elst.

 

Juridische gronden

        Artikel 14 van het decreet lokaal bestuur
De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Besluit

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van de eedaflegging van Bart Vander Elst in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

Het mandaat van het gemeenteraadslid gaat in op 1 september 2022.

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

INSTALLATIE GEMEENTERAADSLEDEN. VASTSTELLING RANGORDE GEMEENTERAADSLEDEN.

 

Voorgeschiedenis

        Eedaflegging van het gemeenteraadslid Bart Vander Elst op 30 augustus 2022.

 

Juridische gronden

        Artikel 6, §7 van het decreet lokaal bestuur
De opvolgers die na de installatievergadering als gemeenteraadslid worden geïnstalleerd, nemen in volgorde van hun eedaflegging een rang in.

        Hoofdstuk 2.4. "Rangorde van de gemeenteraadsleden" van omzendbrief KB / ABB 2018 / 3
Opvolgers die na de installatievergadering worden geïnstalleerd, sluiten op het einde aan. De opvolgers die als raadslid worden geïnstalleerd, worden onderaan de ranglijst bijgeschreven, volgens de datum van hun eedaflegging.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De rangorde van gemeenteraadsleden vanaf 1 september 2022 wordt als volgt vastgesteld:

  1. Marc Morris
  2. Maria Andries
  3. Yvette Laes
  4. Joël Vander Elst
  5. Joery Verhoeven
  6. Tom Philips
  7. Jan De Keyzer
  8. Joris Fonteyn
  9. Karin Baudemprez
  10. Wouter Fock
  11. Diane Vander Elst
  12. Eddy Vranckx
  13. Iris De Smet
  14. Roland Gustin
  15. Jimmy Geyns
  16. Pieter Sempels
  17. Hans Neckebrouck
  18. Sonia Stiasteny
  19. Roos De Backer
  20. Jurgen Gyns
  21. Bart Vander Elst

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

REGLEMENTEN GEMEENTELIJK ONDERWIJS. AANPASSING SCHOOLREGLEMENT GBS LEEFDAAL EN GBS BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

        Raadsbesluit van 29 juni 2021 over de aanpassing van de schoolreglementen GBS Bertem en GBS Leefdaal.

 

Feiten en context

        Volgende zaken moeten worden gewijzigd in het schoolreglement:

        digitaal akkoord - art. 2

        regelmatige leerling - art. 4

        bedragen maximumfactuur -art. 7

        wijzigingen schoolloopbaan - art. 12

        toekenning getuigschrift - art.21

 

Juridische gronden

        Artikel 37 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
Schoolbesturen moeten voor al hun scholen een schoolreglement opstellen dat de relaties tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt.
Decretaal legt de overheid vast welke elementen minimaal in het schoolreglement opgenomen worden.
Het schoolreglement regelt o.a. de bijdragen die aan de ouders kunnen gevraagd worden, de engagementsverklaring, het rookverbod op school, het tuchtreglement van de leerlingen, de procedure voor de toekenning van de getuigschriften, de afwezigheden en het te laat komen, het huiswerk, agenda's, leerlingenevaluatie en rapporten.

        Besluit van de Vlaamse regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs
Dit besluit bevat nadere regels over de inschrijvingen in het basisonderwijs, de gewettigde afwezigheden en de voorwaarden voor het organiseren van huisonderwijs.

        Omzendbrief BaO/2001/10 'Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs' van 10 augustus 2001
Deze omzendbrief geeft toelichting bij de toelatingsvoorwaarden in het gewoon kleuter- en lager onderwijs.

        Artikel 21 van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad
Het schoolbestuur of zijn gemandateerde legt ieder ontwerp van beslissing voor overleg aan de schoolraad voor als dat betrekking heeft op het schoolreglement.

        Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid over het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden kan niet worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.

        Het decreet betreffende het inschrijvingsrecht van 25 november 2011
Dit decreet regelt het inschrijvingsrecht en de aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs.

        Omzendbrief BaO/2012/01 'Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs' van 5 juni 2012
Deze omzendbrief licht het inschrijvingsrecht en de aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs toe.

 

Adviezen

        Gunstig advies van de schoolraad van de GBS Bertem op 15 juni 2022.

        Gunstig advies van de schoolraad van de GBS Leefdaal op 21 juni 2022.

 

Argumentatie

De huidige schoolreglementen van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem zijn de laatste keer aangepast op 29 juni 2021. Ze zijn aan actualisatie toe door wijzigingen in de Vlaamse regelgeving.

 

Een schoolbestuur moet voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt.

 

Het schoolreglement volgt het model van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG).

 

 

Bijlagen

        Schoolreglement Bertem-Leefdaal

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De schoolreglementen van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 juni 2021, worden opgeheven.

 

Artikel 2:

Het bijgevoegde schoolreglement van de GBS Leefdaal en van de GBS Bertem wordt goedgekeurd.

 

Artikel 3:

Het schoolreglement wordt bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

OPVOLGINGSRAPPORTERING MEERJARENPLAN 2020-2025: EERSTE SEMESTER 2022.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluiten van 22 februari 2022 houdende vaststelling van de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.

 

Feiten en context

         Er zijn geen specifieke vormvereisten opgelegd voor deze rapportering. De rapportering dient wel minstens de volgende elementen te bevatten:

         een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;

         een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar (overzicht volgens schema's J1 en T2);

         in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;

         in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.

         De schema's J1 en T2 nemen op een bepaald ogenblik een "foto" van de stand van zaken van de boekhouding, maar bieden omwille van diverse factoren geen exact beeld van het eerste semester. Zo worden bijvoorbeeld eind juni de lonen ingelezen van de contractuele personeelsleden voor juni en van het vast benoemde personeel voor juli (dus lonen die reeds betrekking hebben op het tweede semester). Daarom bevindt zich in bijlage eveneens een schema dat nauwgezet correcties bevat voor dergelijke factoren en bijgevolg een veel correcter beeld biedt van de stand van ontvangsten en uitgaven van het eerste semester.

         Ingevolge vooral de torenhoge inflatie en de aanhoudende energiecrisis zijn de financiële risico's verhoogd in vergelijking met de uitgangspunten die werden gehanteerd bij de opmaak van de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.  

 

Juridische gronden

         Artikel 263 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

         Artikel 29 van het Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

 

Argumentatie

Gelet op de louter informatieve waarde van deze rapportering is vooral aandacht geschonken aan het gecorrigeerde schema van de stand van zaken van ontvangsten en uitgaven en richt de stand van zaken van de acties zich vooral op de voortgang die is gerealiseerd, in die zin komen ook niet-prioritaire acties aan bod.

 

Financiële gevolgen

/

 

 

Bijlagen

        Beleidsraportering 08-22

        Rapportering m.b.t. stand van zaken acties meerjarenplan.

        Schema's J1 en T2

        Gecorrigeerd rapport met stand van zaken van ontvangsten en uitgaven na tweede kwartaal van 2022

        Opsomming gewijzigde financiële risico's

 

Besluit

Mededeling

Vóór het einde van het derde kwartaal moet een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar ter kennisgeving voorgelegd worden aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan. De rapportering heeft zowel betrekking op de gemeente als het OCMW en bestaat bijgevolg bij voorkeur uit één geïntegreerde opvolgingsrapportering. De gemeenteraad neemt kennis van de rapportering van het eerste semester 2022.

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

WIJZIGENDE BASISAKTE - RESIDENTIE IMPALA DORPSPLEIN LEEFDAAL

 

Voorgeschiedenis

         Besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020 houdende aankoop van een perceel aan de grond aan de Neerijse Steenweg te Leefdaal met het oog op de aanleg van een publieke parking in de nabijheid van het dorpsplein.

         Besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020 houdende goedkeuring van een ondergronds recht van opstal in het kader van de ontwikkeling van de residentie Impala.

         Akte verleden op 28 mei 2021 voor notaris Vangoetsenhoven te Leefdaal houdende vaststelling van de statuten van de op te richten meergezinswoning in het kader van het project Impala.

 

Feiten en context

         Bij voormeld besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020 werd een ondergronds recht van opstal verleend voor een duur van 50 jaar met de bedoeling de bouw van ondergrondse parkeerplaatsen in het kader van het project Impala mogelijk te maken. Na deze beslissing werden op 1 september 2021 de nieuwe bepalingen i.v.m. opstalrecht van de wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek van kracht. Sindsdien kan een langere looptijd dan 50 jaar voor opstalrecht worden vastgelegd, die zelfs eeuwigdurend kan zijn. In overleg met de notarissen wordt voorgesteld om de duur van 50 jaar te vervangen door de looptijd dat de in oprichting zijnde constructies blijven bestaan.

         De gemeente heeft de intentie om achter de in ontwikkeling zijnde residentie een publieke parking aan te leggen. Het is daarbij de bedoeling om een rechtstreekse verbinding te creëren tussen de aan te leggen parking en het dorpsplein door middel van een doorgang via de residentie Impala. De wijzigende basisakte voorziet in dit verband in een erfdienstbaarheid van doorgang en regelt tevens dat de gemeente voor 1/3de zal tussen komen in de kosten en onderhoud van een lift, die geplaatst zal worden om de doorgang mogelijk te maken.

 

Juridische gronden

         Wet van 10 januari 1824 over het recht van opstal.

         Artikel 41, §2, 11°, van het Decreet Lokaal Bestuur.

De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.

         Wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek.

 

Argumentatie

In hoofde van de gemeente is de voorgestelde wijziging met betrekking tot de duur van het recht van opstal aanvaardbaar: aangezien het recht van opstal werd verleend met het oog op de bouw van ondergrondse parkeerplaatsen is het niet meer dan logisch dat de huurders of houders van een zakelijk recht van een ondergronds parkeerplaats van deze parkeerplaats kunnen genieten zolang de residentie Impala blijft bestaan. Bovendien bekomt de gemeente ook het voordeel dat het recht van opstal vervalt in het geval dat de residentie vroeger zou worden afgebroken.

 

Financiële gevolgen

/

 

 

Bijlagen

         Wijzigende basisakte Impala

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de wijzigende basisakte Impala in bijlage van dit besluit goed waarbij de duur van het verleende ondergrondse recht van opstal wordt gewijzigd van 50 jaar naar de duur dat de constructies van residentie Impala blijven bestaan en waarbij eveneens een erfdienstbaarheid van doorgang wordt gevestigd met de bedoeling de voorziene publieke parking naast de residentie Impala te verbinden met het dorpsplein.

 

Artikel 2:

De voorzitter van de gemeenteraad en de waarnemend algemeen directeur worden gemachtigd om namens de gemeente tussen te komen bij het verlijden van de wijzigende basisakte Impala.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. KENNISNAME JAARVERSLAG EN GOEDKEURING JAARREKENING VRIJETIJDSREGIO DRUIVENSTREEK.

 

Voorgeschiedenis

        Goedkeuring van de jaarrekening 2021 en van het jaarverslag 2021 door de raad van bestuur van projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek op 15 juni 2022.

 

Feiten en context

        Op 1 januari 2020 is de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek officieel van start gegaan, met 5 deelnemende gemeenten en 1 vzw: Overijse, Hoeilaart, Tervuren, Huldenberg, Bertem en vzw De Rand.

        Vrijetijdsregio Druivenstreek sluit 2021 af met een positief resultaat van 3 012 euro.

 

Juridische gronden

        Artikel 404 §5 van het decreet lokaal bestuur
De raad van bestuur stelt de jaarrekeningen vast en legt ze, samen met een activiteitenverslag en het verslag van de accountant, voor aan de deelnemers die hun goedkeuring verlenen overeenkomstig de procedure bepaald in de statuten.

        Artikel 7 van de statuten van de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek
De jaarrekening, vergezeld van het activiteitenverslag, wordt overgemaakt aan alle deelnemende gemeenten. De gemeenteraden spreken zich bij eenvoudige meerderheid uit over deze jaarrekening, alsook over de décharge van de bestuurders. De jaarrekeningen worden na hun goedkeuring overeenkomstig de procedure, bepaald in de statuten, door toedoen van de raad van bestuur neergelegd bij de Nationale Bank van België.

 

Adviezen

        Verslag zonder opmerkingen van de extern accountant Kris Vanderwegen van 3 juni 2022

 

Argumentatie

 

Financiële gevolgen

/

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad neemt kennis van het jaarverslag 2021 van de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek.

 

Artikel 2:

De raad keurt de jaarrekening 2021 van de projectvereniging Vrijetijdsregio Druivenstreek goed.

 

Artikel 3:

De raad verleent kwijting aan de bestuurders van de projectvereniging over de periode van het financieel boekjaar 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

RAAMOVEREENKOMST VOOR HERSTELLINGS- EN ONDERHOUDSWERKEN AAN WEGEN MET GIETASFALT. MANDAAT AAN GEMEENTE TERVUREN VOOR HET VOEREN VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT.

 

Voorgeschiedenis

        Op 31 januari 2022 liet het afdelingshoofd Ruimte van lokaal bestuur Tervuren weten dat hun gemeente het bestek "Raamovereenkomst voor herstellings- en onderhoudswerken aan wegen met gietasfalt" wenst te vernieuwen en zij stelden de vraag aan alle gemeenten uit de regio of zij geïnteresseerd waren om hieraan deel te nemen.

 

Feiten en context

        De gemeente Tervuren wenst haar bestek "Raamovereenkomst voor herstellings- en onderhoudswerken aan wegen met gietasfalt" te hernieuwen.

        De gemeente Tervuren stelt de deelname aan dit bestek open voor alle gemeenten uit de regio.

        Gezien onze gemeente slechts een beperkte capaciteit heeft om zulke grote overheidsopdrachten voor te bereiden, te voeren en op te volgen, is het efficiënt om hierin te participeren.

        Na intern overleg tussen de dienst openbare werken en de cel investeringsprojecten, leek het zinvol en zelfs aangewezen voor onze gemeente om hieraan deel te nemen.

        De gemeente Tervuren zorgde de voorbije maanden voor de voorbereiding van een bestek, op basis van ieders input.

        De raamovereenkomst zal lopen over een periode van 4 jaar.

        De gemeente Tervuren vraagt aan de deelnemende gemeenten het mandaat om deze overheidsopdracht namens de participerende besturen te mogen voeren.

        Na de mandatering en na akkoord van de gemeenteraad van Tervuren, zal Tervuren  het bestek publiceren en in samenspraak met de participerende gemeenten gunnen.

        Na gunning kunnen dan voor Bertem een aantal straten hersteld worden door renovatie met gietasfalt of door het vernieuwen van de voegvulling.

 

        Straten in Bertem die zeker in aanmerking kunnen komen, zijn:

        Meerbeeksesteenweg: gootvulling 1400m x 2

        Delle: gootvulling 1700m x 2

        Th. Woutersstraat: gootvulling 400m x 2

        Grensstraat & Diepestraat: gootvulling

        Mezenstraat: scheuren in asfalt ter hoogte van versmalling tegen Dorpsstraat

        Dorpstraat: Leefdaal scheuren ter hoogte van school en versmalling

        Coigesteenweg: vanaf kassei tot kruisstraat scheuren + scheuren rond eerdere herstellingen

        Kruisstraat: in s-bocht scheuren + scheuren rond eerdere herstellingen

        Blankaart: voegvulling

        Dorpstraat: richting Leefdaal voegvulling

        Bosstraat: voegvulling

Deze lijst is niet bindend, maar hangt af van de evolutieve toestand van de wegen en van algemene prioritering van noodzakelijke herstellingen.

 

Juridische gronden

        De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 130.

 Twee of meer aanbestedende entiteiten kunnen overeenkomen bepaalde specifieke   opdrachten gezamenlijk te plaatsen. Wanneer een volledige plaatsingsprocedure                             gezamenlijk wordt uitgevoerd namens en voor rekening van alle betrokken                                           aanbestedende entiteiten, zijn zij gezamenlijk verantwoordelijk voor het nakomen                             van hun verplichtingen. Dit geldt ook wanneer een aanbestedende entiteit de                             plaatsingsprocedure beheert en optreedt voor rekening van zichzelf en voor rekening                             van de andere betrokken aanbestedende entiteiten.

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, zoals gewijzigd door de wet van 4 december 2013, wet van 16 februari 2017 en wet van 15 april 2018.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren zoals gewijzigd door de wet van 15 april 2018.

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zoals gewijzigd bij Koninklijk besluit van 7 februari 2014, Koninklijk besluit van 22 mei 2014 en Koninklijk besluit van 22 juni 2017 en wet van 15 april 2018.

 

Adviezen

        Gunstig advies van de dienst openbare werken en de cel investeringsprojecten.
Zij zijn voorstander om de renovatiewerken met gietasfalt door een externe aannemer uit te laten voeren omwille van volgende redenen:

        Het is van groot belang dat de algemene kwaliteit van onze wegenis in goede staat in stand word gehouden, om zo de degradatie van gemeentewegen structureel te voorkomen.

        Werken als gietasfaltvernieuwing en voegvulling-renovatie kunnen we niet in eigen beheer uitvoeren, omdat we hiervoor niet over de geschikte middelen en expertise beschikken.

 

Argumentatie

        Gezien het lokaal bestuur van Bertem slechts een beperkte capaciteit en mogelijkheden heeft om zulke grote overheidsopdrachten voor te bereiden, te voeren en op te volgen, is het aangewezen om het aanbod van lokaal bestuur van Tervuren te accepteren en in deze overheidsopdracht te participeren.

 

Financiële gevolgen

 

        Voor de komende 4 jaren zal een budget van jaarlijks 22 000 € voorbehouden worden op het budget: artikel 0200-00/224500 van "Onderhoud & herstelling wegen"

        Deze werken werden tot nu toe niet specifiek in de meerjarenplanning gebudgetteerd, maar er is op dit budget voor de komende jaren wel een algemeen budget voorzien van jaarlijks 75 000 €, plus nog niet opgenomen budgetten van voorbije jaren.  Voor deze laatste staan zijn er wel al enkele bestedingen gepland en vastgelegd.

 

artikel

budget

2022

vastgelegd 2022

budget 2023

budget 2024

budget 2025

0200-00/224500

522 003.52

147 981.95

95 000 €

75 000 €

75 000 €

 

 

Bijlagen

        Bestek "Raamovereenkomst voor herstellings- en onderhoudswerken aan wegen met gietasfalt"

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad machtigt de gemeente Tervuren om in naam van en voor rekening van de gemeente Bertem de procedure te voeren en op te treden bij de gunning van de overheidsopdracht met betrekking tot de “Raamovereenkomst voor herstellings- en onderhoudswerken aan wegen met gietasfalt”.

 

Artikel 2:

De machtiging bedoeld in artikel 1 geldt voor het bestek met nr. WEB 2023/793 zoals in bijlage gevoegd.

 

Artikel 3:

In geval van een juridisch geschil omtrent deze overheidsopdracht, is elk deelnemend bestuur mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot zijn aandeel in de opdracht.

 

Artikel 4:
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

AFVALINZAMELING. POLITIEVERORDENING BETREFFENDE HET BEHEER VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN EN VERGELIJKBARE BEDRIJFSAFVALSTOFFEN.

 

Voorgeschiedenis

        Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van een opdrachthoudende vereniging 'EcoWerf'.
De gemeente doet beheersoverdracht voor de inzameling en verwerking van bepaalde afvalstoffen.

        Raadsbesluit van 26 juni 2007 over de beheersoverdracht van de ophaling en verwerking van snoeihout naar EcoWerf.

        Raadsbesluit van 29 augustus 2017 over de beheersoverdracht van plastics.

        Raadsbesluit van 30 maart 2018 over de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van 20 maart 2018.

        Raadsbesluit van 15 december 2020 houdende de politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

        Voorbereiding van het project sluikstortcamera's door het Intergemeentelijk Milieubedrijf Ecowerf.

 

Feiten en context

Ingevolge de gewenste implementatie van het project "sluikstortcamera's" van het   Intergemeentelijk Milieubedrijf Ecowerf, en vooral dan het handhavingsbeleid dat                             daarmee gepaard gaat, dient de voormelde politieverordening van 20 december 2020               te worden aangepast. Daarnaast zal de gemeenteraad tevens een overeenkomst                             dienen af te sluiten met Ecowerf m.b.t. de plaatsing van de camera's, evenals                             GAS-ambtenaren dienen aan te stellen met het oog op het verbaliseren van                                           overtredingen. De goedkeuring van deze overeenkomst en de aanstelling van                             GAS-ambtenaren maken het voorwerp uit van aparte gemeenteraadsbesluiten.

 

Juridische gronden

        Artikels 119, 119bis en 135, §2 van de nieuwe gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen. De gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013.
De gemeenten hebben ook tot taak te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in goede politie met name over de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.

        Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 over de preventie en het beheer van verpakkingsafval

        Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna het Materialendecreet genoemd), inzonderheid afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28

        Besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA genoemd)

        Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013.

        Artikelen 40, §3 en 41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. De reglementen kunnen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

        Besluit van de Vlaamse regering van 9 september 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval

        Besluit van de Interregionale verpakkingscommissie van 20 december 2018 tot erkenning van de vzw Fostplus als organisme voor verpakkingsafval

 

Argumentatie

EcoWerf richtte een schrijven aan de gemeentevennoten op 7 juni 2021 omtrent de uitbouw van een regionaal zwerfvuil- en sluikstortbeleid. EcoWerf breidt haar dienstverlening op vlak van coördinatie en sensibilisatie, coaching en handhaving, uit voor de gemeenten die in de dienstverlening instappen. Met het oog op het handhaving wordt voorgesteld om artikel 110 van de voormelde politieverordening van 15 december 2020 uit te breiden met § 1.1,1.2,1.3 en 1.4.

 

Besluit

 

15 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Diane Vander Elst, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Jurgen Gyns en Eddy Vranckx

5 onthoudingen: Griet Verhenneman, Wouter Fock, Maria Andries, Pieter Sempels en Roos De Backer

 

HOOFDSTUK I – ALGEMENE BEPALINGEN

 

Afdeling 1 – Definities en toepassingsgebied

 

Artikel 1:

§ 1. De definities opgenomen in het Materialendecreet, het VLAREMA en de bijhorende uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing op deze politieverordening.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huishoudelijke afvalstoffen verstaan: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals gedefinieerd in artikel 3, §1, 17° van het Materialendecreet en bepaald in artikel 4.1.1 van het VLAREMA.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, hierna vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen genoemd, verstaan: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54° van het VLAREMA.

 

§ 2. Deze politieverordening is van toepassing op de inzameling en het beheer van alle huishoudelijke afvalstoffen.

Deze politieverordening is tevens van toepassing op de inzameling en het beheer van alle met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die via een gemeentelijke inzameling worden opgehaald, ingezameld of aangeboden.

 

Artikel 2:

§ 1. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden bij om het even welke selectieve inzameling aan huis (exclusief het recyclagepark):

        huisvuil;

        grofvuil;

        gashouders, munitie en/of andere ontplofbare voorwerpen;

        krengen van dieren en slachtafval;

        geneesmiddelen;

        niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

§ 2. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden op het recyclagepark:

        huisvuil;

        groente- en fruitafval;

        gasflessen, met uitzondering van niet geperforeerde gasflessen voor éénmalig gebruik;

        grond en zand;

        krengen van dieren en slachtafval;

        geneesmiddelen;

        niet-hechtgebonden asbesthoudend afval;

        asbestcement afkomstig van bedrijven;

        munitie;

        radioactieve afvalstoffen;

        niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

§ 3. Het is verboden afvalstoffen afkomstig uit andere gemeenten met om het even welke (selectieve) inzameling van huishoudelijke of hiermee gelijkgestelde afvalstoffen of recycleerbare producten mee te geven.

 

§ 4. De visuele controle op de aanbieding van afvalstoffen bij een gemeentelijke inzameling wordt uitgevoerd door het personeel van de gemeente, door haar intergemeentelijk samenwerkingsverband, door de inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars die zijn aangesteld door de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband en door de parkwachter op het recyclagepark ingeval van inzameling op het recyclagepark. Degene die de visuele controle uitoefent mag de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op foutieve aanbiedingen en de nodige richtlijnen verstrekken.

 

Artikel 3:

§ 1. Alleen de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars, daartoe aangewezen door het college van burgemeester en schepenen of het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf ingeval van beheersoverdracht, zijn gerechtigd om huishoudelijke afvalstoffen te aanvaarden of in te zamelen.

 

§ 2. Het is voor iedereen verboden om het even welke huishoudelijke afvalstof af te geven of voor inzameling aan te bieden aan andere geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars dan deze daartoe aangewezen bij dit reglement of door het college van burgemeester en schepenen.

 

§3. Dit geldt evenzeer voor inzameling ervan op privaat terrein.

 

Afdeling 2 – Verbranden en sluikstorten van afvalstoffen

 

Artikel 4:

Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om afvalstoffen te verbranden, zowel in open lucht als in gebouwen.

 

Artikel 5:

§ 1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op niet-reglementaire plaatsen, op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten en elke handeling strijdig met deze politieverordening en andere toepasselijke wettelijke bepalingen.

 

§ 2. Het is verboden modder, zand of afvalstoffen die zich voor of nabij de woning bevinden op de straten, in de greppels of in de rioolputten te vegen. Het is tevens verboden via de rioolputten of op enige andere wijze om het even welke afvalstoffen in de riolering te deponeren.

 

§ 3. Met het oog op thuiscomposteren is het voor particulieren toegestaan op eigen privéterrein een stapelplaats aan te leggen voor het composteren van eigen groente-, fruit- en tuinafval. Deze composteerruimte van minder dan 10 m³, niet zichtbaar van op straat, mag geen hinder veroorzaken voor de buurtbewoners.

 

Afdeling 3 – Aanbieding van afvalstoffen

 

Artikel 6:

§ 1. De huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen)1 dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze verordening. Afvalstoffen die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening worden niet aanvaard. Bij de huis-aan-huis-inzameling dient de aanbieder de niet-aanvaarde afvalstoffen dezelfde dag nog terug te nemen. De niet terugname conform dit reglement wordt beschouwd als sluikstorten zoals vermeld in artikel 5.

 

§ 2. Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen wordt uitgevoerd door de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars die van het college van burgemeester en schepenen of van het intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ingeval van beheersoverdracht de toelating kregen afvalstoffen in te zamelen en door de parkwachter in geval van inzameling via het recyclagepark. Deze geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars en de parkwachter mogen de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op de foutieve aanbieding en de nodige richtlijnen verstrekken. Indien wordt vastgesteld dat de wijze van aanbieding niet conform de bepalingen van dit reglement geschiedt, worden de afvalstoffen aanvaard noch meegenomen.

 

Artikel 7:

§ 1. De afvalstoffen mogen slechts na 20.00 uur van de dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling van de afvalstoffen zal plaatsvinden buiten geplaatst worden, en moeten ten laatste om 07.00 uur op de dag van de ophaling buiten geplaatst worden. In juli en augustus dient dit om 06.00 te gebeuren.

 

§ 2. De huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) worden in de voorgeschreven recipiënten of wijze aangeboden aan de rand van de openbare weg en vóór het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dienen de voorgeschreven recipiënten te plaatsen langs het dichtstbijzijnde perceel grenzende aan de openbare weg.

 

§ 3. De inwoners die het recipiënt buitenzetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel zwerfvuil dat hiervan afkomstig is en staan zelf in voor het opruimen ervan.

 

§ 4. Afval dat wordt aangeboden in door de gemeente of door de intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ter beschikking gestelde containers dient met een gesloten deksel te worden aangeboden. De inzamelaar heeft het recht de container te weigeren indien het deksel niet gesloten is.

 

§ 5. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie.

 

§ 6. De geledigde recipiënten alsook de geweigerde recipiënten dienen door de aanbieder op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de openbare weg.

 

Artikel 8:

§ 1. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen om een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, hun afval te laten verwijderen via een sorteerstraat. Een sorteerstraat is een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, gft, pmd, papier en karton en eventueel glas.

 

§ 2. De sorteerstraat is alleen toegankelijk met een door de gemeente of intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ter beschikking gestelde toegangskaart of eID. Inwoners die door het college toegewezen zijn aan een bepaalde sorteerstraat, mogen hun fracties die worden ingezameld in de sorteerstraat, niet meer aanbieden via de reguliere huis-aan-huis inzameling. Inwoners die niet door het college toegewezen zijn aan een bepaalde sorteerstraat, mogen hun afval niet in deze sorteerstraat deponeren met uitzondering van de fractie glas.

 

§ 3. De sorteerstraten zijn 24u per dag beschikbaar. De fractie glas mag niet worden aangeboden tussen 22.00 uur en 07.00 uur

 

§ 4. Het deponeren in sorteerstraten van andere afvalstoffen dan de aangeduide fracties is verboden. Het is verboden om naast de sorteerstraten afvalstoffen achter te laten.

 

Afdeling 4 – Afval op standplaatsen

 

Artikel 9:

De uitbater van een private of openbare vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs de openbare weg die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden verbruikt (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien en in te staan voor een correcte verwijdering en verwerking van het afval.

 

Artikel 10:

De diverse vrijkomende afvalstoffen dienen gescheiden te worden ingezameld in hun respectievelijke recipiënten. Deze recipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen het betreft.

 

Artikel 11:

De opstellingsplaats en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen fracties kunnen door het gemeentebestuur worden bepaald.

 

Artikel 12:

De ambulante uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.

 

Afdeling 5 – Afval van huisdieren

 

Artikel 13:

§ 1. De eigenaars en houders van (huis)dieren zijn verplicht te beletten dat de voetpaden en aanpalende huizen, groene bermen tussen voetpad en rijweg, begraafplaatsen, openbare parken, bossen, tuinen, speelpleinen en andere voor het publiek toegankelijke zones alsmede de fiets- en rijwegen bevuild worden door hun dieren. Enkel op voorziene locaties mogen de dieren zich ontlasten indien deze voorzien zijn op het gemeentelijk grondgebied.

 

§ 2. Indien toch uitwerpselen terecht komen op voornoemde plaatsen, zijn de eigenaar of houders van de (huis)dieren verplicht deze uitwerpselen te verwijderen en te deponeren in een straatvuilcontainer of een speciaal voorzien recipiënt voor hondenpoep of moeten zij er voor zorgen dat deze uitwerpselen verwijderd worden en voldoende verpakt en gemengd met huisvuil meegegeven met de gewone huisvuilinzameling.

De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen verplichtingen inzake het rein houden van de openbare weg.

 

§ 3. De begeleiders van honden zijn verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op verzoek van de politie te worden getoond.

 

§ 4. De bepalingen van artikel 13, § 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op blindengeleide- en assistentiehonden.

 

Afdeling 6 – Reclamedrukwerk en gratis regionale pers

 

Artikel 14:

§ 1. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen voor 07.00 uur en na 22.00 uur. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of achter te laten op andere plaatsen, zoals geparkeerde voertuigen of het recyclagepark, dan de brievenbus.

 

§ 2. Door de gemeente wordt een zelfklever ter beschikking gesteld waarop wordt aangegeven dat reclamedrukwerk en/of gratis regionale pers niet gewenst zijn. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in brievenbussen die voorzien zijn van een dergelijke aanduiding.

 

§ 3. Klachten met betrekking tot de niet-naleving van artikel 14, § 1-2 worden bij voorkeur aan de gemeentelijke milieudienst en via mail op het e-mailadres sticker@ovam.be of per post aan de OVAM, dienst ketenbeheer en lokale besturen, Stationsstraat 110 te 2800 Mechelen gemeld.

 

§ 4. Indien de gegevens van de bedeler niet gekend zijn, dan zal de verantwoordelijke uitgever als aansprakelijke worden weerhouden. Is er geen verantwoordelijke uitgever vermeld, dan is het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt of de organisator van de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt, aansprakelijk.

 

HOOFDSTUK II – INZAMELING VAN HUISVUIL EN DE GEMENGDE FRACTIE VAN HET VERGELIJKBAAR BEDRIJFSAFVAL

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 15:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval verstaan: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit), die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval (en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval) of groenafval, pmd en andere verplicht in te zamelen selectieve afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 16:

§ 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf.

 

§ 2. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet worden meegegeven met een inzameling anders dan deze van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 3. Het is verboden voor de verwijdering van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval gebruik te maken van een recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 17:

§ 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan

        15 kg voor een container van 40 liter

        50 kg voor een container van 120 liter

        80 kg voor een container van 240 liter

        80 kg voor een container van 360 liter

        500 kg voor een container van 1100 liter

 

§ 3. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van het huisvuil (en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval)¹.

 

§ 4. Er mag geen afval naast de container worden aangeboden. Een uitzondering hierop zijn extra zakken die ten laatste 1 werkdag voor de inzameling bij de intergemeentelijke samenwerking EcoWerf werden aangevraagd. Inwoners die occasioneel te veel huisvuil hebben, kunnen maximum 3 maal per jaar van deze uitzondering gebruik maken. Per keer kunnen maximum 6 extra zakken van maximum 60 liter worden aangevraagd. De zakken moeten toegebonden zijn en moeten makkelijk in de container passen. Bij 40-liter containers kunnen geen extra zakken worden aangevraagd. Indien niet-tijdig aangevraagde zakken naast de container worden geplaatst, wordt dit aanzien als sluikstorten. Er mag geen afval aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

 

Afdeling 4 - Gebruik van de huisvuilcontainer

 

Artikel 18:

De huisvuilcontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze huisvuilcontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Artikel 19:

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de huisvuilcontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de huisvuilcontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe huisvuilcontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 20:

De huisvuilcontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de huisvuilcontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 21:

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen huisvuilcontainer hebben moeten bij de gemeente een huisvuilcontainer aanvragen.

 

Artikel 22:

Inwoners mogen een huisvuilcontainer niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen.

 

HOOFDSTUK III – INZAMELING VAN GROFVUIL

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 23:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder grofvuil verstaan: afvalstoffen die door hun omvang, de  aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden en die huis aan huis ingezameld worden alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding op het recyclagepark, met uitzondering van papier, karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval of groenafval, pmd-afval, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bouw- en sloopafval, houtafval, metalen gemengd, afvalbanden en andere verplicht selectief in te zamelen afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 24:

§ 1. Het grofvuil wordt zesmaal per jaar op aanvraag huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen. Het grofvuil wordt ook ingezameld op het recyclagepark. Herbruikbare goederen kunnen gratis worden aangeboden aan het kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten of op het recyclagepark.

 

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet ten minste 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf met vermelding van de in te zamelen materialen. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagd grofvuil wordt aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten.  Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een inzameling, andere dan deze van het grofvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 25:

§ 1. Het grofvuil dient aangeboden te worden goed samengebonden in hanteerbare stukken. Het grofvuil mag niet in plastic zakken of andere plastic recipiënten of kartonnen dozen of papieren zakken aangeboden worden.

 

§ 2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet groter zijn dan 30 kg. Het grofvuil mag niet langer zijn dan 2 meter, niet groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

 

§ 3. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de inzamelaars van de afvalstoffen.

 

§ 4. Het grofvuil moet aangeboden worden in vaste vorm zonder vrije vloeistof en moet verkleinbaar zijn met een breekinstallatie. Recipiënten onder druk, evenals poedervormige materialen die stofexplosies kunnen veroorzaken, worden niet aanvaard.

 

HOOFDSTUK IV – SELECTIEVE INZAMELING VAN GLAS

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 26:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder glas verstaan: hol glas en vlakglas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen, kristal, opaal glas, plexiglas, gewapend glas, serreglas, rookglas, spiegelglas, autoruiten,  ander hittebestendig glas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s...

 

§ 2. Hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...

 

§ 3. Vlakglas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen...

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 27:

§ 1. Hol glas/vlakglas wordt ingezameld op het recyclagepark. Hol glas wordt ook ingezameld in de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Het gebruik van de containers is uitsluitend voorbehouden aan de inwoners van de gemeente.

 

§ 2. Hol glas/vlakglas mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van glas.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 28:

Het hol glas dient aangeboden te worden via de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Hol glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in de daartoe voorziene glascontainers te worden gedeponeerd. Hol glas dient bij de aanbieding ontdaan te zijn van deksels, stoppen en omwikkelingen en leeg en voldoende gereinigd te zijn.

 

Artikel 29:

§ 1. Het deponeren in glascontainers van andere afvalstoffen dan hol glas is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen achter te laten.

 

§ 2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 22.00 uur en 07.00 uur.

 

HOOFDSTUK V – SELECTIEVE INZAMELING VAN PAPIER EN KARTON

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 30:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder papier en karton verstaan: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken...

 

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 31:

§ 1. Papier en karton wordt vierwekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Papier en karton wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Papier en karton mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van papier en karton.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 32:

§ 1. Het papier en karton dient aangeboden te worden in een huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan:

        15 kg voor een container van 40 liter

        80 kg voor een container van 240 liter

        500 kg voor een container van 1100 liter

         

§ 3. Er mag geen afval naast de container worden aangeboden.

 

Afdeling 4 - Gebruik van de papiercontainer

 

Artikel 33:

De papiercontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze papiercontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het papier en karton.

 

Artikel 34:

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de papiercontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de papiercontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van papier en karton.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe papiercontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 35:

De papiercontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de papiercontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 36:

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen papiercontainer hebben moeten bij de gemeente een papiercontainer aanvragen.

 

HOOFDSTUK VI – SELECTIEVE INZAMELING VAN KLEIN GEVAARLIJK AFVAL

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 37:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Klein Gevaarlijk Afval, hierna kga genoemd, verstaan, de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 38:

§ 1. Kga wordt ingezameld in een daartoe voorziene inrichting op het recyclagepark, tijdens de openingsuren van het recyclagepark.

 

§ 2. Kga mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van kga.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 39:

§ 1. Het kga moet, afzonderlijk van andere afvalstoffen, aangeboden worden in een daartoe geschikt recipiënt, tenzij het fysisch onmogelijk is. Het aangeboden kga wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het kga op de verpakking aan. Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het kga te voorkomen.

 

§ 2. Injectienaalden moeten worden aangeboden in een naaldcontainer die voldoet aan de ADR-reglementering.

 

Artikel 40:

§ 1. Het kga dat wordt aangeboden op het recyclagepark wordt door de parkwachter in de inrichting aansluitend bij het recyclagepark gedeponeerd. De aanbieder van het kga mag dit niet zelf doen.

 

HOOFDSTUK VII – SELECTIEVE INZAMELING VAN GROENTE-, FRUIT- EN TUINAFVAL EN ORGANISCH-BIOLOGISCH VERGELIJKBAAR BEDRIJFSAFVAL

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 41:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groente- en fruitafval  verstaan: aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, theebladeren, koffiedik en papieren koffiefilters, eieren en eierschalen, vaste zuivelproducten, papier van keukenrol, dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, alsook mest van kleine huisdieren (geen vleeseters). Het tuinafval omvat versnipperd snoeihout, haagscheersel, gazonmaaisel, bladeren, onkruid, resten van groente- en siertuin, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, zaagmeel en schaafkrullen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het Groente-, Fruit- en Tuinafval wordt hierna gft-afval genoemd.

 

§ 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder organisch-biologisch bedrijfsafval verstaan: groenafval, gft-afval of organisch-biologische bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding.

 

§ 3. Andere afvalstoffen zoals bijvoorbeeld timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde, zand, saus, olie, vet, gekookte etenswaren, stof uit stofzuiger, as van open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal, blik, kattenbakvulling, uitwerpselen e.d. worden niet als gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval beschouwd.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 42:

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf .

 

§ 2. Gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet meegegeven worden met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§3. Verontreinigd gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 43:

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in gft-container met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het gevulde aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan

        15 kg voor een container van 40 liter

        50 kg voor een container van 120 liter

        80 kg voor een container van 240 liter

 

Afdeling 4 - Gebruik van de gft-container

 

Artikel 44:

De gft-container wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze gft-container blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Artikel 45:

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de gft-container. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de gft-container uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies dient de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis te stellen met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe gft-container. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 46:

De gft-container blijft verbonden aan het adres waar hij is geleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de gft-container mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 47:

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen beschikking hebben over een gft-container kunnen bij de gemeente een gft-container aanvragen.

 

HOOFDSTUK VIII – SELECTIEVE INZAMELING VAN GROENAFVAL

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 48:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groenafval verstaan: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Snoeihout: Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter tot 10 cm), haagscheersel.

 

Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuin-onderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

 

Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

 

Kerstbomen: Natuurlijke kerstbomen zonder pot, kluit of versiering.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 49:

§ 1. Het snoeihout wordt minstens tweemaal per jaar huis-aan-huis, met de mogelijkheid op aanvraag, ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Snoeihout wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Voor de inzameling op aanvraag moet ten minste 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagd snoeihout wordt aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten . Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Snoeihout mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van snoeihout.

 

§ 4. Verontreinigd groenafval wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

§ 5. Gras- en bladafval en boomstronken worden enkel ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 6. Voor kerstbomen wordt een aparte inzameling voorzien. Kerstbomen mogen tevens worden aangeboden bij de inzameling van snoeihout.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding voor inzameling van snoeihout aan huis

 

Artikel 50:

§ 1. Het snoeihout dient aangeboden te worden in bundels samengebonden met natuurtouw.

 

§ 2. Het gewicht van de bundel mag niet groter zijn dan 25 kg.

 

§ 3. Het snoeihout dient samengebonden te worden aangeboden en de takken moeten een lengte hebben van min. 50 cm en max. 2 meter. De maximale diameter per tak is 10 cm.

 

HOOFDSTUK IX – SELECTIEVE INZAMELING VAN PMD

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 51:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder pmd verstaan: afval van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons bestemd voor gebruik door huishoudens of vergelijkbaar bedrijfsmatig gebruik.

 

§ 2. Pmd mag geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 52:

§ 1. Pmd wordt tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Pmd wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Pmd mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een andere selectieve inzameling, andere dan deze van pmd.

 

§ 3. Verontreinigde pmd wordt niet aanvaard. De niet-conforme inhoud kan aangeduid worden met een sticker.

 

§ 4. Metalen verpakkingen die via de pmd-inzameling ingezameld worden zijn niet toegelaten bij de fractie metalen gemengd.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 53:

§ 1. Pmd dient aangeboden te worden in de blauwe pmd-zak met logo van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf.

 

§ 2. Pmd mag gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden.

 

§ 3. Het gewicht van één recipiënt mag niet groter zijn dan 10 kg en dient gesloten aangeboden te worden.

 

§ 4. Het maximum volume van de pmd bedraagt 8 liter.

 

§ 5. Er mogen geen verpakkingen aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

 

§ 6. Per aansluitpunt mogen per inzameling gemiddeld max. 4 zakken aangeboden worden.

 

HOOFDSTUK X – SELECTIEVE INZAMELING VAN ZACHTE PLASTICS

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 54:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder zachte plastics verstaan zachte plastics zoals zakjes, draagtassen, blisters (zonder aluminiumfolie), (noppen)folies, kuipjes, vlootjes, (yoghurt)potjes, bloempotjes, plantentrays, speelgoed (zonder batterijen of elektronica) en harde plastics met een volume kleiner dan een emmer van 10 liter, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

§ 2. De aangeboden zachte plastics mogen geen pmd, klein gevaarlijk afval (siliconentubes, bussen van detergenten, olievaten, verfpotten), piepschuim, (schuim)rubber, zwembandjes, zilverkleurige folies, pvc, touwen en netten bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 55:

§ 1. De zachte plastics worden 6-wekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf . De zachte plastics worden ook ingezameld op het recyclagepark.

§ 2. Verontreinigde zachte plastics worden niet aanvaard. De niet-conforme inhoud kan aangeduid worden met een sticker.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 56:

§ 1. De zachte plastics dienen aangeboden te worden in de roze zachte-plastics-zak met logo van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf.

 

§ 2. De verschillende fracties van de zachte plastics mogen gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden.

 

§ 3. Het gewicht van één recipiënt mag niet groter zijn dan 10 kg en dient gesloten aangeboden te worden.

 

HOOFDSTUK XI - SELECTIEVE INZAMELING VAN AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR (AEEA)

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 57:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder aeea verstaan: apparaten die om naar behoren te werken, afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom en die onderworpen zijn aan de aanvaardingsplicht.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 58:

§ 1. De aeea worden ingezameld op het recyclagepark. Aeea kan gebracht worden naar of meegegeven worden met de eindverkoper of door andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Herbruikbaar aeea kan worden ingezameld door een erkend kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. Voor heel klein aeea (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zonder buiten buitenafmetingen van meer dan 25 cm) kunnen, indien voldaan wordt aan de toepasselijke voorwaarden van VLAREM en VLAREMA, specifieke inzamelacties opgezet worden, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein.

 

§ 2. Rookdetectoren en gasontladingslampen moeten naar het recyclagepark gebracht worden en onbeschadigd in het daartoe geschikte recipiënt gedeponeerd worden.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 59:

§ 1. De aeea mag geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

 

§ 2. Alle aeea moet zodanig worden aangeboden dat ze geen gevaar oplevert voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

HOOFDSTUK XII – SELECTIEVE INZAMELING VAN METALEN GEMENGD

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 60:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder metalen gemengd verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane soorten van metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met uitzondering van kga, metalen verpakkingen die met de pmd-fractie ingezameld worden en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 61:

§ 1. De metalen gemengd worden ingezameld via het recyclagepark. De metalen gemengd worden tot zesmaal  per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen.

 

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet ten minste 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagde metalen worden aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten. Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Metalen gemengd mogen niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van metalen gemengd.

 

§ 4. Aanvullend op de bepaling in § 1 mogen gemengde metalen aangeboden worden in de vergunde inrichtingen van verwerkers, inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars, op voorwaarde van:

        het naleven van de sorteerverplichting (artikel 4.3.1 van het VLAREMA);

        het rapporteren van de ingezamelde hoeveelheden aan de gemeente.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 62:

§ 1. De metalen gemengd moeten aangeboden worden op de afgesproken inzameldag.

 

§ 2. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet groter zijn dan 30 kg. De voorwerpen mogen niet langer zijn dan 2 meter, groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

 

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

HOOFDSTUK XIII – SELECTIEVE INZAMELING VAN TEXTIEL

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 63:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder textielafval verstaan: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen,… die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 64:

§ 1. Het textiel wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente of via de huis-aan-huisinzameling langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het textiel wordt eveneens ingezameld op het recyclagepark en de door de OVAM erkende kringloopcentra.

 

§ 2. Alleen de organisaties die vermeld zijn op de door de OVAM gepubliceerde lijst van geregistreerde inzamelaars, handelaars en makelaars van textielafvalstoffen en die toelating hebben van het college van burgemeester en schepenen waarmee ze een overeenkomst afgesloten hebben, zijn gemachtigd textielcontainers te plaatsen op zowel openbaar domein als op privéterrein toegankelijk voor het publiek of mogen huis-aan-huisinzamelingen organiseren.

 

§ 3. Het textiel mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van het textiel.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 65:

§ 1. Het textiel dient bij het deponeren in een container of bij inzameling aan huis in een degelijke en goed gesloten zak verpakt te zijn. Het aangeboden textiel mag niet nat of bevuild zijn.

 

HOOFDSTUK XIV – SELECTIEVE INZAMELING VAN HERBRUIKBARE GOEDEREN

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 66:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder herbruikbare goederen verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 67:

§ 1. Voor de inzameling van herbruikbare goederen kan een beroep gedaan worden op het door de OVAM erkend kringloopcentrum, werkzaam op het grondgebied van de gemeente. Deze gratis inzameling kan gebeuren op afroep. De contactgegevens van het kringloopcentrum zijn terug te vinden via het gemeentelijk informatieblad, de afvalkalender en via de gemeentelijke diensten. Met herbruikbare goederen kan men ook op het recyclagepark en in het kringloopcentrum terecht.

 

§ 2. Het staat het kringloopcentrum vrij om aangeboden herbruikbare goederen te weigeren indien deze niet dienstig zijn voor het kringloopcentrum. In dit geval mogen de door het kringloopcentrum geweigerde herbruikbare goederen meegegeven worden met het huisvuil, het grofvuil of naar het recyclagepark worden gebracht (afhankelijk over welke fractie het gaat).

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 68:

§ 1. Voor de inzameling maakt de aanbieder een afspraak met het kringloopcentrum over de aanlevermodaliteiten.

 

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.

 

HOOFDSTUK XV – ANDERE AFVALSTOFFEN

 

Batterijen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 69:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder batterijen en accu’s verstaan: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen. De volgende batterijen vallen niet onder deze definitie: batterijen en accu's in apparatuur die bestemd is om de ruimte ingestuurd te worden, en batterijen en accu's in apparatuur die wordt aangewend in samenhang met de bescherming van wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de lidstaten, wapens, munitie, en oorlogsmateriaal, met uitzondering van producten die niet voor specifieke militaire doeleinden zijn bestemd.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 70:

De inzameling van afgedankte batterijen en accu's gebeurt via het recyclagepark en de eindverkopers die daarvoor geschikte recipiënten plaatsen in hun verkoopruimte en via andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht die daarvoor geschikte recipiënten ter beschikking stellen, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Samen met de afgedankte batterijen en accu's kunnen in deze recipiënten ook afgedankte zaklampen ingezameld worden.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 71:

§ 1. De batterijen mogen geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

 

Gasflessen (butaan- en propaangasflessen)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 72:

Een gasfles is een vat waarin een gas, in dit geval vloeibaar gemaakt propaan (lpg) of butaan onder druk is of was opgeslagen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 73:

§ 1. De inzameling gebeurt via FEBUPRO op wiens website (www.febupro.be) de inzamelpunten terug te vinden zijn.

 

§ 2. De inzameling van niet geperforeerde gasflessen voor éénmalig gebruik en gaspatronen gebeurt ook via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 74:

§ 1. De gasflessen moeten onbeschadigd en met gesloten kraan aangeboden worden.

 

§ 2. Het is strikt verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de leverancier de merknaam van gasflessen te verwijderen, ze een andere bestemming te geven, ze onwettig op te slaan of te exporteren.

 

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

Geneesmiddelen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 75:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder geneesmiddelen verstaan: restanten van geneesmiddelen als vermeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, met uitzondering van artikel 1bis van die wet, die farmaceutische specialiteiten zijn, en die aan een particulier werden verstrekt en waarvan hij zich ontdoet, wil ontdoen of moet ontdoen. Een specialiteit is elk vooraf bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking in de handel wordt gebracht. Lege glazen flessen van geneesmiddelen horen bij het verpakkingsglasafval.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 76:

§ 1. De inzameling gebeurt via de apotheek.

 

§ 2. Lege doordrukverpakkingen, verbanden, compressen, pleisters, watten doekjes, incontinentiemateriaal en luiers, teststrookjes en -strips, horen bij het huisvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 77:

§ 1. De aanbieder moet het papieren verpakkingsafval en de bijsluiters verwijderen.

 

Vuurwerk en munitie en andere ontplofbare stoffen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 78:

Voor toepassing van deze verordening wordt onder vuurwerk en munitie verstaan : restanten van vuurwerk en munitie als vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement op de springstoffen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 79:

Deze afvalstoffen mogen niet meegegeven worden met het huisafval (omwille van zware veiligheidsrisico's die deze afvalstoffen met zich meebrengen voor de ophalers/verwerkers). Daarnaast is het evenzeer van belang dat dergelijk afval niet wordt achtergelaten als zwerfvuil omwille van de risico's voor o.m. spelende kinderen.

Munitie moet steeds worden ingeleverd bij de politie.

Vuurwerk en andere ontplofbare stoffen van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong zijn niet toegelaten op het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 80:

§ 1. Gescheiden van andere afvalstoffen en bij voorkeur in de originele verpakking om de identificatie te vereenvoudigen.

 

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

Gebruikte frituurvetten en -oliën

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 81:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder gebruikte frituurvetten en -oliën verstaan: alle voor voedingsdoeleinden gebruikte oliën van dierlijke of plantaardige oorsprong afkomstig van huishoudelijk of vergelijkbaar gebruik.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 82:

§ 1. De inzameling van gebruikte frituurvetten en -oliën gebeurt via het recyclagepark.

 

§ 2. Aanvullend kan de burger terecht bij eindverkopers die hiervoor de nodige recipiënten ter beschikking stellen in hun verkoopruimte.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 83:

§ 1. Het is verboden de gebruikte frituurvetten en –oliën te mengen met andere afvalstoffen of oliën van minerale oorsprong.

 

§ 2. De gebruikte frituurvetten en –oliën biedt men aan in een daartoe geschikte fles, bij voorkeur de oorspronkelijke verpakking of een ander type plastic fles.

 

Bouw- en sloopafval

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 84:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder bouw- en sloopafval verstaan: materiaal afkomstig van bouw-, infrastructuur-, sloop-, ontmantelings- of renovatiewerken, waaronder zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit), cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

 

Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, …

 

Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein …, met uitzondering van steenafval.

 

Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt …

 

Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 85:

§ 1. De inzameling van bouw- en sloopafval gebeurt via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 86:

Op het recyclagepark wordt een onderscheid gemaakt tussen steenafval, keramiek, gips en kalk, cellenbeton en asbestcement. Het bouw- en sloopafval dient gesorteerd aangeboden te worden.

 

Artikel 87:

Gebonden asbesthoudende materialen worden verpakt aangeleverd op het recyclagepark in transparante, plastic folie van minimum 100 micron of transparante, plastic zakken van minimum 100 micron. Dit verpakt asbesthoudend afval wordt nadien door de bezoekers voorzichtig gedeponeerd in de hiervoor voorziene asbestzakken.

Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden, waartoe de folie en zakken worden afgeplakt met stevige plakband. Op het recyclagepark mag geen enkele bewerking uitgevoerd worden op het asbestafval.

 

Sloophout

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 88:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder sloophout verstaan: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit), met uitzondering van geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 89:

§ 1. De inzameling van sloophout gebeurt via het recyclagepark.

 

Geëxpandeerd polystyreen (eps)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 90:

Voor de toepassing van deze verordenig wordt onder geëxpandeerd polystyreen (eps) verstaan: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 91:

§ 1. De inzameling van eps gebeurt via het recyclagepark.

 

Harde plastics

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 92:

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder harde plastics verstaan:

alle harde kunststoffen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, m.u.v. EPS, thermohardende kunststoffen (o.a. vezelversterkte polyester), geschuimde en samengestelde kunststoffen (o.a. koelboxen en fietshelmen), kunststofverpakkingen die resten van gevaarlijke stoffen bevatten of daarmee zijn verontreinigd en pmd-kunststoffen.

 

§ 2. De aangeboden harde plastics mogen geen verpakkingen van voedingswaren, pmd, verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, plastic blisters en straps, tuinslang, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval) bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 93:

 

§ 1. De inzameling van de harde plastics gebeurt via het recyclagepark.

 

Kurk

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 94:

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder kurk verstaan: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking…

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 95:

§ 1. De inzameling van kurk gebeurt via het recyclagepark.

 

HOOFDSTUK XVI – HET RECYCLAGEPARK

 

Afdeling 1 - Algemeen

 

Artikel 96:

Het recyclagepark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen.

 

Artikel 97:

De intergemeentelijke recyclageparken zijn een netwerk van recyclageparken uitgerust met weegbruggen. Dit netwerk wordt in functie van de uitrol van het Masterplan Recyclageparken jaarlijks uitgebreid binnen het werkingsgebied van EcoWerf.

 

Artikel 98:

Aanvullend kan de dienstverlening aangevuld worden met mobiele recyclageparken. De toegang tot deze parken kan door de gemeente worden beperkt tot bepaalde welomschreven doelgroepen (bijv. wijk of woonblok). De ingezamelde fracties zijn vaak beperkter dan op de normale recyclageparken.

 

Artikel 99:

§ 1. Het recyclagepark is enkel toegankelijk voor de inwoners van de gemeente en voor de ondernemingen die op het grondgebied van de gemeente gevestigd zijn in zoverre de door hen aangevoerde afvalstoffen vergelijkbaar zijn overeenkomstig de definitie in artikel 1 van deze verordening. De gemeenten hebben de keuze om de ondernemingen al dan niet toe te laten.

 

§ 2. De parkwachter kan te allen tijde het identiteitsbewijs van de bezoekers opvragen om te verifiëren of de bezoeker een inwoner van de gemeente is, dan wel een onderneming is die op het grondgebied van de gemeente is gevestigd. Indien de bezoeker dit niet kan aantonen, dan kan de toegang tot het recyclagepark ontzegd worden.

 

§ 3. Het recyclagepark is geopend op de door de opdrachthoudende vereniging EcoWerf bepaalde data en openingsuren. Buiten de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.

 

§ 4. Vrachtwagens en tractoren zijn niet toegelaten op het recyclagepark. De gemeente kan toelating verlenen aan tractoren. Bestelwagens met aanhangwagens mogen niet langer dan 9 m zijn en het brutogewicht van 10 ton niet overschrijden.

 

Afdeling 2 - Gebruik van het recyclagepark

 

Artikel 100:

§ 1. Op het recyclagepark mogen de hierna vermelde, vooraf maximaal gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangeboden worden. De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, enkel in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden.

        Papier en karton

        Hol glas (wit en gekleurd glas gescheiden)

        Bouw- en sloopafval: inert bouwpuin

        Gebonden asbesthoudend afval

        Pmd

        Textiel en lederwaren

        Oude metalen (metalen gemengd)

        Groenafval: snoeihout en haagscheersel, gras- en bladafval, boomstronken

        Houtafval

        Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (aeea)

        Klein gevaarlijk afval (kga)

        Grofvuil

        Herbruikbare goederen

        Eps (piepschuim)

        Harde plastics

        Zachte plastics

        Vlak glas

        Kurk

 

§ 2. De parkwachter heeft het recht alle maatregelen te nemen voor de controle van de aangeboden afvalstoffen en kan hiertoe de recipiënten laten openen en ledigen. Indien de parkwachter zijn/haar goedkeuring niet geeft aan de verwijdering van de aangeboden afvalstoffen via het recyclagepark, dient de aanbieder deze terug mee te nemen om ze op een andere verantwoorde manier te verwijderen.

 

Artikel 101:

Tijdens de openingsuren is het recyclagepark permanent onder toezicht van de parkwachter.

 

Artikel 102:

§ 1. Het is de parkwachter toegestaan de aanbrengers van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds teveel mensen op het recyclagepark bevinden, evenals in functie van een goede verkeersregeling op het recyclagepark.

 

§ 2. Kinderen jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te zijn door een volwassen begeleider.

 

§3. Het is verboden dieren te laten rondlopen op het recyclagepark.

 

Artikel 103:

§ 1. De afvalstoffen dienen gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de verblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken. De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden de aanwijzingen van de parkwachter te volgen.

 

§ 2. Eens de afvalstoffen in de daartoe voorziene container worden gevoegd, mogen deze afvalstoffen niet meer opnieuw door een bezoeker van het recyclagepark worden meegenomen.

 

§ 3. Bezoekers met gebonden asbestafval dienen deze zelf voorzichtig te deponeren in de hiervoor voorziene asbestzakken. Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden. Er mag op het recyclagepark geen enkele bewerking op het asbestafval worden uitgevoerd.

Het aanleveren van gebonden asbestafval kan onderworpen zijn aan een online reservatiesysteem. Indien dit systeem actief is kan enkel met reservatie het asbestafval aangeleverd worden.

 

Artikel 104:

§ 1. De gebruikers van het recyclagepark moeten de omgeving van de containers en de overige ruimte van het terrein steeds rein houden. Zij kunnen door de parkwachter verzocht worden het door hen bevuilde terrein te reinigen.

 

§ 2. Tijdens de sluitingsuren van het recyclagepark is het verboden om afval voor de toegangspoorten te deponeren of over de omheining op het recyclagepark te gooien. Dergelijke handelingen worden gelijkgesteld met sluikstorten.

 

Artikel 105:

§ 1. Op het recyclagepark is het verboden te roken (uitgezonderd in de aangeduide rokerszone) of om op enige andere wijze vuur te maken. Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers, gebouwen, beplantingen of uitrusting.

 

§ 2. Het publiek betreedt het recyclagepark op eigen verantwoordelijkheid. De gemeente of intergemeentelijke samenwerking is niet aansprakelijk voor eventuele beschadiging van persoonlijke goederen, diefstal of lichamelijke letsels.

 

HOOFDSTUK XVII – GEBRUIK VAN EEN GEHUURDE AFZETCONTAINER

 

Artikel 106:

De inwoner die naast de reguliere inzameling zich wil ontdoen van afvalstoffen via een afzetcontainer, dient hiervoor steeds toelating te vragen aan het college van burgemeester en schepenen. Het is de inwoner zelf die deze toelating moet aanvragen. Deze aanvraag kan niet overgedragen worden aan de containerfirma die de container plaatst. De toelating kan gepaard gaan met een tijdelijk parkeerverbod.

 

Artikel 107:

Indien de afzetcontainer op de openbare weg geplaatst wordt, moet de betrokken container voorzien zijn van rode en witte strepen aan de voor- en achterkant en dit over minstens 1 vierkante meter per kant. Een verkeersbord met symbool D1 moet voorzien worden boven de container en een oranjegeel knipperlicht dient aangebracht te worden boven dit verkeersbord.

 

Artikel 108:

De toelating moet toegekend zijn, alvorens de afzetcontainer door de containerfirma mag geleverd worden. De termijnen (begin- en einddatum) van deze toelating moeten gerespecteerd worden. Indien de container niet is verwijderd tegen de dag zoals bepaald in de toelatingsbeslissing dan zal de gemeente de inwoner die de aanvraag heeft ingediend hiervoor aansprakelijk stellen.

 

HOOFDSTUK XVIII – HANDHAVING EN STRAFBEPALINGEN

 

Artikel 109:

§ 1. Wanneer afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of op een plaats in strijd met deze verordening kan de burgemeester jegens de overtreder de onmiddellijke opruiming van de in artikel 5, § 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de overtreder bezorgd. De overtreder beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de overtreder weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

 

§ 2. Indien geen overtreder kan aangeduid worden, kan de burgemeester jegens de eigenaar van het perceel waarop afvalstoffen werden achtergelaten in strijd met deze verordening de onmiddellijke verwijdering van de in artikel 5, § 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de eigenaar bezorgd. De eigenaar beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de eigenaar weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de eigenaar, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

 

§ 3. Indien alsnog een overtreding wordt vastgelegd, kan de in artikel 7, § 3 bedoelde eigenaar de kosten van de verwijdering van de in artikel 5, § 1. bedoelde afvalstoffen verhalen op de overtreder.

 

§ 4. Ongeacht artikel 7, §2  en 3 is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen, wanneer de afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of een plaats in strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen.

 

§ 5. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering, overeenkomstig artikel 7, § 2, § 3 en § 5, kan de burgemeester gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen.

 

Artikel 110:

§ 1.1. In geval van overtreding van dit reglement kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken.

 

§1.2. De vaststellingen op het terrein en/of via geregistreerde beelden kunnen te allen tijde gebeuren door de leden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie. Indien deze vaststellingen een inbreuk betreffen die uitsluitend gestraft kunnen worden met een administratieve sanctie kunnen deze ook gebeuren door de door de gemeenteraad aangestelde personen, zoals bepaald in artikel 21 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

§1.3. Elke inbreuk die aanleiding kan geven tot het opleggen van een gemeentelijke sanctie dient te worden vastgesteld door middel van een proces-verbaal of bestuurlijk verslag van vaststellingen.

 

§1.4. Als het gaat om vaststellingen van een inbreuk met een onbekende verdachte zal geen proces-verbaal of bestuurlijk verslag van vaststellingen worden overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar.

 

 

§ 2. De inbreuken op deze verordening worden gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 119bis van de Gemeentewet, voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien.

 

Overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 kunnen volgende administratieve sancties worden opgelegd:

1° een administratieve geldboete die maximaal 175 euro of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is;

2° de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

3° de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

4° de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

 

§ 3. Alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete bedoeld in § 2 zijn:

1° de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de collectiviteit;

2° de lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren.

 

§ 4. De administratieve sanctie is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden en in functie van de eventuele herhaling. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk. De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

 

HOOFDSTUK XIX – SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 111:

§ 1. De bepalingen (hoofdstuk X en art. 103, § 1, 16°) inzake de zachte plastics hebben slechts werking tot en met 28 februari 2021.

 

§ 2. Vanaf 1 maart 2021 wordt de definitie in art. 51, § 1 uitgebreid met de volgende afvalsoorten: schaaltjes, vlootjes en bakjes, potjes en tubes, folies, zakjes, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, bakjes en schaaltjes, deksels en doppen.

 

Artikel 112:

Deze verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikels 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Artikel 113:

De politieverordening van 15 december 2020 betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wordt opgeheven met ingang van 1 september 2022.

 

Artikel 114:

Deze politieverordening treedt in werking op 1 september 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

AANSTELLING GAS-VASTSTELLERS ECOWERF INZAKE TIJDELIJKE VASTE SLUIKSTORTCAMERA'S TER BESTRIJDING VAN SLUIKSTORT EN ZWERFVUIL AAN GLASBOLSITES EN ANDERE SLUIKSTORTHOTSPOTS.

 

Voorgeschiedenis

        EcoWerf richtte een schrijven aan de gemeentevennoten op 7 juni 2021 omtrent de uitbouw van een regionaal zwerfvuil- en sluikstortbeleid. EcoWerf breidt haar dienstverlening op vlak van coördinatie en sensibilisatie, coaching en handhaving, uit voor de gemeenten die in de dienstverlening instappen.

        EcoWerf werkte een voorstel uit dat, naast de uitbreiding van de dienst Afvalpreventie-communicatie met een extra afvalcoach-projectmedewerker, zich toespitst op handhaving in de vorm van inzet van sluikstortcamera's op hotspots die gekend staan voor overlast. De dienstverlening sluikstortcamera's wordt aangeboden voor een periode van 3 jaar. De werkingsbijdrage hiervoor bedraagt 0,38 euro per inwoner per jaar. De effectieve kostprijs wordt na 3 jaar werking afgerekend met de vennoten.

        Het college van burgemeester en schepenen nam op 25 oktober 2021 de principiële beslissing tot de instap in dit project.

 

Feiten, context en argumentatie

Op basis van de principiële toezeggingen van de gemeentevennoten investeerde EcoWerf in mobiele camerasystemen die ingezet kunnen worden op hotspots in de gemeente.

EcoWerf staat in voor de camera ’s en treedt op als verwerker van de beelden en zal o.a. instaan voor:

        Het plaatsen en registreren van de camera ’s en bijhorende pictogrammen in de nabijheid van de bewakingscamera;

        Het bekijken van de beelden en het bijhouden van een dataregister;

        Het opstarten van een dossier in de vorm van een bestuurlijk verslag waar mogelijk en het overmaken van de vaststellingen en het bestuurlijk verslag aan de sanctionerend ambtenaar van de gemeente of desgevallend van de provincie en/of politiezone.

 

De afspraken hieromtrent tussen lokaal bestuur, politiezone en afvalintercommunale worden verankerd in een overeenkomt (samenwerkingsprotocol).

De beelden worden ter plaatse opgenomen en retroactief bekeken door EcoWerf.

Ze worden bewaard voor de termijn van 30 dagen.  Indien ze bijdrage leveren tot het bewijzen van een misdrijf of van schade of tot het identificeren van een dader, een ordeverstoorder, een getuige of een slachtoffer worden ze overgemaakt aan de politiezone. In dat geval zullen de beelden langer bewaard blijven voor zolang als nodig is voor het onderzoek.

 

Juridische gronden

        De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en latere wijzigingen;

        De wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera ’s en latere wijzigingen;

        Wet van 24 juni 2013 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties en latere wijzigingen;

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, artikelen 40-41;

        Het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;

        Algemene Verordening Gegevensbescherming;

        Politiereglement dd. X betreffende het beheer van de huishoudelijke afvalstoffen.

 

Argumentatie

        Gezien de taken die EcoWerf zal uitvoeren in het kader van dit project heeft EcoWerf verschillende personeelsleden de opleiding van GAS-vaststeller laten volgen. Deze personeelsleden moeten aangewezen worden door de gemeente als ambtenaar met de bevoegdheid om inbreuken vast te stellen en bestuurlijke verslagen op te maken voor de gemeente.

        De voorgestelde personeelsleden van EcoWerf voldoen aan de wettelijke vereisten om als GAS-vaststeller op te treden.

 

.

 

Besluit

 

14 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Karin Baudemprez, Diane Vander Elst, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Eddy Vranckx

6 onthoudingen: Joris Fonteyn, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Maria Andries, Pieter Sempels en Jurgen Gyns

 

Artikel 1

De volgende personeelsleden van de opdrachthoudende vereniging EcoWerf, die optreedt als verantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden, worden door de gemeenteraad aangewezen als ambtenaar met bevoegdheid tot het verwerken van de camerabeelden en het vaststellen van inbreuken op de politieverordening van 30 augustus 2022 betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen:

        Michiel Munten

        Edith Binjé

        Freya De Weerdt

        Jolien Stuyven

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

AFVAL. PLAATSING TIJDELIJKE VASTE CAMERA'S DOOR AFVALINTERCOMMUNALE ECOWERF TER BESTRIJDING VAN SLUIKSTORT EN ZWERFVUIL AAN GLASBOLSITES EN ANDERE SLUIKSTORTHOTSPOTS.

 

Voorgeschiedenis

        EcoWerf richtte een schrijven aan de gemeentevennoten op 7 juni 2021 omtrent de uitbouw van een regionaal zwerfvuil- en sluikstortbeleid. EcoWerf breidt haar dienstverlening op vlak van coördinatie en sensibilisatie, coaching en handhaving, uit voor de gemeenten die in de dienstverlening instappen.

        EcoWerf werkte een voorstel uit dat, naast de uitbreiding van de dienst Afvalpreventie - communicatie met een extra afvalcoach - projectmedewerker, zich toespitst op handhaving in de vorm van de inzet van sluikstortcamera's op hotspots die gekend staan voor overlast. De dienstverlening sluikstortcamera's wordt aangeboden voor een periode van 3 jaar. De werkingsbijdrage hiervoor bedraagt 0,38 euro per inwoner per jaar. De effectieve kostprijs wordt na 3 jaar werking afgerekend met de vennoten.

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 25 oktober 2021 houdende de principiële beslissing tot de instap van dit project.

 

Feiten, context en argumentatie

Op basis van de principiële toezeggingen van de gemeentevennoten investeerde EcoWerf in mobiele camerasystemen die ingezet kunnen worden op hotspots in de gemeente.

 

EcoWerf staat in voor de camera’s en treedt op als verwerker van de beelden en zal o.a. instaan voor:

 

        het plaatsen en registreren van de camera’s

        het leveren van de camerapictogrammen, de plaatsing ervan gebeurt in onderling overleg

        het bekijken van de beelden en het bijhouden van een dataregister

        het opstarten van een dossier in de vorm van een bestuurlijk verslag waar mogelijk en het overmaken van de vaststellingen en het bestuurlijk verslag aan de sanctionerend ambtenaar van de gemeente of desgevallend van de provincie en/of politiezone

 

De afspraken hieromtrent tussen lokaal bestuur, politiezone en afvalintercommunale worden verankerd in een overeenkomt (samenwerkingsprotocol).

De beelden worden ter plaatse opgenomen en retroactief bekeken door EcoWerf.

Ze worden bewaard voor de termijn van één maand.  Indien ze bijdrage leveren tot het bewijzen van een misdrijf of van schade of tot het identificeren van een dader, een ordeverstoorder, een getuige of een slachtoffer worden ze overgemaakt aan de politiezone.

 

EcoWerf en de gemeente Bertem hebben een aanvraag gedaan en aansluiting verkregen bij de beraadslaging FO nr. 18/2015 waardoor EcoWerf toegang heeft tot de Kruispuntbank van de voertuigen waardoor een nummerplaat geïdentificeerd kan worden zonder tussenkomst van de politiezone.

 

Zoals voorzien in artikel 5,§ 2 van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s dient de gemeenteraad van de betrokken gemeente een positief advies te formuleren.

 

Juridische gronden

        Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en latere wijzigingen.

        Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40 en 41.

        Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en latere wijzigingen.

        Algemene Verordening Gegevensbescherming.

 

Adviezen

De korpschef van politiezone Voer en Dijle verleende gunstig advies op 29 juli 2022.

 

Financiële gevolgen

De voorziene bijdrage van 0,38 euro per inwoner per jaar zit vervat in de gemeentelijke werkingsbijdrage aan EcoWerf voor afvalophaling (registratiesleutel 649700/0300-00).

 

 

Bijlagen

        Advies korpschef politiezone Voer en Dijle

 

Besluit

 

14 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Karin Baudemprez, Diane Vander Elst, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Eddy Vranckx

6 onthoudingen: Joris Fonteyn, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Maria Andries, Pieter Sempels en Jurgen Gyns

 

Artikel 1

De gemeenteraad geeft een positief advies betreffende de plaatsing van de tijdelijke vaste camera’s op glasbolsites en andere sluikstorthotspots door de afvalintercommunale EcoWerf.

 

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de overeenkomst met de afvalintercommunale EcoWerf en de politiezone inzake het plaatsen en gebruiken van de tijdelijke vaste camera’s goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

OMVORMING SOCIALE WOONMAATSCHAPPIJ: STAPPENPLAN NAAR JUNI 2023.

 

Voorgeschiedenis

        De brief van Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele van 23 oktober 2020 betreffende indienen van een voorstel voor het werkingsgebied voor de woonmaatschappij actief in de gemeente.

        College van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met het voorstel tot afbakening van het werkingsgebied voor de woonmaatschappij op 8 maart 2021.

        Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van verschillende besluiten over wonen van 17 december 2021.

        Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het werkingsgebied Oost-Brabant-West van 4 februari 2022.

 

Feiten en context

        Juridisch kader

ln het traject naar het vormen van een eengemaakte woonmaatschappij voor het werkingsgebied tegen 1 januari 2023, kunnen sociale huisvestingsmaatschappijen, die er pas tegen 30 juni 2023 zullen in slagen om aan alle voorwaarden tot erkenning als woonmaatschappij te voldoen, ofwel door zich zelf om te vormen tot woonmaatschappij, ofwel door een herstructurering (fusie, splitsing...) door te voeren met een andere woonmaatschappij of met een sociale huisvestingsmaatschappij, die kan aantonen dat die zich kan omvormen tot woonmaatschappij, een verlenging van hun erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij tot 30 juni 2023 bekomen. Daartoe moet zij een aanvraag indienen bij het agentschap Wonen-Vlaanderen. Daarbij moet de aanvragende sociale huisvestingsmaatschappij aantonen dat ze zich uiterlijk op 30 juni 2023 zal kunnen omvormen tot woonmaatschappij, mede ondersteund door een stappenplan en een advies van de lokale

besturen uit het werkingsgebied (art 223, g2, 2de lid van het BVR van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen).

        Feiteliike context

ln de brief van 28 juli 2022 van de sociale huisvestingsmaatschappijen Elk zijn Huis cvba en cvba Volkswoningbouw Herent, wordt gevraagd om tegen uiterlijk vrijdag 23 september 2022 een advies uit te brengen over het traject dat zij willen doorlopen om tegen uiterlijk 30 juni 2023 deel uit te maken van de woonmaatschappij die in het werkingsgebied, waar onze gemeente deel van uitmaakt, zal worden gevormd.

 

De decreetgever heeft beslist dat de erkenning van alle sociale huisvestingsmaatschappijen van rechtswege eindigt op 31 december 2022 met de bedoeling om vanaf 1 januari 2023 enkel nog woonmaatschappijen te hebben die de activiteiten van SHM's en sociale verhuurkantoren bundelen en de unieke speler worden per werkingsgebied dat door de Vlaamse Regering werd afgebakend. De Vlaamse Regering heeft tegelijk voorzien in een overgangsregeling, waarbij SHM's een tijdelijke verlenging van hun erkenning kunnen krijgen op voorwaarde dat ze aantonen dat ze zich uiterlijk op 30 juni 2023 kunnen omvormen tot woonmaatschappij of tegen die datum via een herstructurering deel zullen uitmaken van een woonmaatschappij.

De sociale huisvestingsmaatschappijen Elk zijn Huis cvba en cvba Volkswoningbouw bevinden zich in een situatie waarbij de fusie van beide vennootschappen in 2022 technisch-organisatorisch niet meer haalbaar is, maar wel tegen eind juni 2023, waardoor men een tijdelijke verlenging van de erkenning wenst aan te vragen. Er werd opgelegd om bij deze aanvraag een advies van de gemeenten van het toekomstige werkingsgebied toe te voegen.

 

Een advies van de lokale besturen is ook vereist in het kader van een erkenningsaanvraag als woonmaatschappij. Om te vermijden dat over enkele maanden opnieuw advies gevraagd dient te worden omtrent dezelfde materie, heeft Wonen-Vlaanderen gevraagd dit bij deze reeds op te nemen, zie Besluit Artikel 3. lndien het optionele artikel 3 toegevoegd wordt aan de gemeenteraadsbeslissing hoeft het gemeentebestuur in de toekomst geen advies meer uit te brengen met betrekking tot de erkenning, maar het gemeentebestuur zal wel zal ingelicht worden over en afschrift krijgen van de erkenningsaanvraag van de Woonmaatschappij in wording, en op dat ogenblik vrijblijvend en niet verplicht, opnieuw advies kunnen uitbrengen nu met betrekking tot de erkenningsaanvraag WM zelf.

 

Juridische gronden

        Artikel 40 e.v. van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

        Het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2O21 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen.

        De Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW)

        Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van2021 (BVCW)

 

Adviezen

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Adviesvragers verklaren dat zij zich sterk maken dat de SHM's die zij vertegenwoordlgen tegen 30 juni 2023 zullen omgevormd zijn tot (of deel zullen uitmaken van) één woonmaatschappij voor het werkingsgebied en dit op basis van onderstaand stappenplan.

        September 2022: Buitengewone Algemene Vergadering met op de agenda de omvorming van de cvba Elk zijn Huis tot Elk zijn Huis bv. Statutenwijziging: coördinatie van de huidige statuten van de vennootschap met de modelstatuten "Woonmaatschappij".

        Oktober 2022: Goedkeuring door raden van bestuur SVK's. Overname bedrijfstak door EzH bv van de woningen in beheer van de SVK's Webra vzw en Spit vzw binnen de 13 gemeenten van het werkingsgebied Oost-Brabant-West.

        Februari 2023: Gezamenlijke aanvraag erkenning Woonmaatschappij door Elk zijn Huis bv en cvba Volkswoningbouw, op basis van het dan al verder gevorderd traject.

        April 2023: Elk zijn Huis bv en cvba Volkswoningbouw leggen gezamenlijk een intentieverklaring tot fusie neer bij de griffie van de Rechtbank van Koophandel op basis van hun respectievelijke jaarrekeningen over 2O22. De retroactiviteit van boekhouding over 2O23 is van toepassing, het boekjaar 2023 wordt afgesloten met één jaarrekening van de gefuseerde juridische entiteit.

        Juni 2023: Buitengewone Algemene Vergaderingen van Elk zijn Huis bv en cvba Volkswoningbouw met als agenda de fusie van beide maatschappijen.

        De nog nader te benoemen Woonmaatschappij bv met werkingsgebied oost-Brabant-West is vanaf dit moment actief, schrijft alle nieuwe kandidaten woonachtig in de 13 gemeenten van het werkingsgebied in, beheert de kandidaten dossiers, volgt alle nieuwe projecten op in de 13 gemeenten, maar heeft nog steeds patrimonium buiten de 13 gemeenten en is nog niet eigenaar van al het sociaal patrimonium in het werkingsgebied. De overgangsperiode loopt tot 2028. ln afwachting van overdracht zorgt de WM voor de technische en sociale dienstverlening aan alle huurders voor alle woningen in haar eigendom.

 

 

Bijlagen

        De brief van de sociale huisvestingsmaatschappijen Elk zijn Huis cvba en cvba Volkswoningbouw Herent van 28 juli 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag tot verlenging van de erkenning van de sociale huisvestingsmaatschappijen Elk zijn Huis cvba met zetel te Tervuren en cvba Volkswoningbouw met zetel te Herent tot en met 30 juni 2O23.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad geeft als advies aan de Vlaamse Regering dat het bij voormelde aanvraag gevoegde stappenplan naar de woonmaatschappij voldoet aan de doelstellingen van de gemeente.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad stelt in het kader van de procedure vermeld in artikel 4.98 §1 tweede lid, 2°, punt k van het BVCW van 2021 vast dat de aldus te vormen woonmaatschappij zal zorgen voor voldoende lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering.

 

Artikel 4:

Deze beslissing wordt aan de aanvrager bezorgd.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

ROOILIJNPLANNEN. DEFINITIEVE VASTSTELLING ROOILIJNPLAN MEERBEEKSESTEENWEG EN GOEDKEURING BIJHORENDE GRONDINNEMINGSPLANNEN IN HET KADER VAN AANLEG FIETSPAD.

 

Voorgeschiedenis

        Het bestaande rooilijnplan "onteigeningsplan - weg van groot verkeer Nr 319" van 5 januari 1979, dat deels handelt over de onteigeningen aan de noordzijde van de Meerbeeksesteenweg, en  de basis vormt voor de opmaak van dit nieuwe rooilijnplan.

        Gemeenteraadsbesluit van 28 april 2020 waarbij het studiebureau Quadrant bvba wordt aangesteld en de overeenkomst 'Studieovereenkomst voor de heraanleg van het fietspad langsheen te Meerbeeksesteenweg te Bertem' tussen de gemeente Bertem en Quadrant bvba wordt goedgekeurd.

        Schattingsverslag van 9 juni 2020, opgemaakt door landmeter-expert Ronny Van Eester van Landmeterskantoor Van Eester uit Boechout.

        Collegebesluit van 19 oktober 2020 Intentie tot aankoop van grond OCMW Brussel voor de aanleg van een dubbelrichtingsfietspad langsheen de Meerbeeksesteenweg.

        Gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2022 over de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan Meerbeeksesteenweg in het kader van aanleg fietspad.

        Openbaar onderzoek georganiseerd van 1 juni tot 30 juni 2022.

 

Feiten en context

        Quadrant heeft een ontwerp van rooilijnplan opgemaakt voor de fietspaden Meerbeeksesteenweg.

        De procedure vastgelegd in het decreet gemeentewegen werd toegepast voor de goedkeuring van de rooilijn.

 

Juridische gronden

        Artikel 17 § 5 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019

De gemeenteraad stelt binnen zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk rooilijnplan definitief vast.

Bij de definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde gemeentelijk rooilijnplan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op de bezwaren en opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek zijn geformuleerd, of eruit voortvloeien.

        Art 18 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019

Het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan wordt onmiddellijk na de definitieve vaststelling gepubliceerd op de gemeentelijke website, en aangeplakt bij het gemeentehuis en ter plaatse, minstens aan het begin- en eindpunt van het nieuwe, gewijzigde of verplaatste wegdeel.

Het college van burgemeester en schepenen brengt iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend met een beveiligde zending op de hoogte van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan.

Het rooilijnplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan het departement en aan de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt.

        Art 19 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019

Als de gemeente niet binnen een termijn van dertig dagen op de hoogte is gebracht van een georganiseerd administratief beroep als vermeld in artikel 24, wordt het besluit tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en gepubliceerd op de gemeentelijke website.

Het besluit heeft uitwerking veertien dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, tenzij het vaststellingsbesluit een ander tijdstip van inwerkingtreding bepaalt.

 

Adviezen

        Externe adviezen
De deputatie van Vlaams-Brabant en het departement MOW bezorgden het gemeentebestuur geen advies binnen de termijn van het openbaar onderzoek. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.

        Openbaar onderzoek

     Het college van burgemeester en schepenen heeft een openbaar onderzoek gevoerd van 1 juni 2022 t.e.m. 30 juni 2022 volgens de regels vermeld in het decreet gemeentewegen art. 17. Alle eigenaars van de onroerende goederen die zich bevinden in het ontwerp van rooilijnplan, ontvingen een aangetekende brief van 25 mei 2022, net als provincie Vlaams-Brabant en het departement MOW.

     Het openbaar onderzoek werd op 13 juni 2022 aangekondigd in het Belgisch Staatsblad en op 1 juni 2022 bekendgemaakt door aanplakking ter plaatse en aan het gemeentehuis en aangekondigd op de gemeentelijke website.

     Uit het proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek van 30 juni 2022 volgt dat er geen bezwaarschriften tijdens het openbaar onderzoek werden ingediend. Er werd enkel een brief met bezorgdheid omtrent de toegankelijkheid van de landbouwpercelen geuit.

 

Argumentatie

De gemeente wenst de aanleg te realiseren van een nieuw dubbelrichtingsfietspad aan de zuidzijde van de Meerbeeksesteenweg, afgescheiden van de rijbaan met behoud van de bomenrij.

 

Het is aan de gemeenteraad om dit rooilijnplan definitief vast te stellen.

 

 

Bijlagen

        Rooilijn-en grondinnameplan

        Schattingsverslag

        DIAS_9_mc - opmerking ontwerpplan aanleg fietspad INBRTM212649.pdf

        2022.06.30 - PV van sluiting openbaar onderzoek Meerbeeksesteenweg

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bijgevoegde rooilijnplan "Rooilijn-en grondinnameplan" wordt definitief vastgesteld.

 

Artikel 2:

Dit rooilijnplan dient samen met het "onteigeningsplan - weg van groot verkeer Nr 319" van 5 januari 1979, dat deels handelt over de onteigeningen aan de noordzijde van de Meerbeeksesteenweg toegepast en gebruikt te worden.

 

Artikel 3:

De bijgevoegde grondinnemingsplannen, gebaseerd op de rooilijnplannen worden goedgekeurd. Voor de vaststelling van de waardevermindering of de waardevermeerdering van de gronden ingevolge de vaststelling van dit rooilijnplan, wordt in toepassing van artikel 28 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen een beëdigd landmeter-expert aangesteld.

 

Artikel 4:

Dit besluit over de definitieve vaststelling van het rooilijnplan wordt onmiddellijk gepubliceerd op de gemeentelijke website en aangeplakt bij het gemeentehuis en ter plaatse.

 

Artikel 5:

Het college van burgemeester en schepenen brengt iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend met een beveiligde zending op de hoogte van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan.

 

Artikel 6:

Het rooilijnplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan het departement MOW en aan de deputatie van de provincie.

 

Artikel 6:

Als de gemeente niet binnen een termijn van dertig dagen op de hoogte is gebracht van een georganiseerd administratief beroep, wordt het besluit tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en gepubliceerd op de gemeentelijke website.

Het besluit heeft uitwerking veertien dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2022

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

        Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

        Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

        Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Mondelinge vragen

        Raadslid Joris Fonteyn stelt de volgende vraag: "Op de gemeenteraad van 21.12.2021 werd het ontslag van Dirk Stoffelen als algemeen directeur aanvaard met ingang vanaf 01.01.2022 en werden een waarnemend algemeen directeur en een waarnemend financieel directeur aangesteld "voor de duur van de tijdelijke aanstelling". Volgens het decreet lokaal bestuur stelt de gemeenteraad de algemeen directeur en de financieel directeur aan binnen zes maanden nadat het ambt vacant is geworden. Die termijn kan éénmaal verlengd worden, als de wervings- of bevorderingsprocedure is opgestart. De termijn van zes maanden is ondertussen verstreken en er is ook nog niet beslist om een nieuwe wervingsprocedure op te starten, zodat een verlenging van die termijn nu eigenlijk ook niet meer mogelijk is. Welke gevolgen heeft dit? Wat is de verdere planning?"

Burgemeester Joël Vander Elst erkent de nalatigheid, maar stelt dat de termijn van zes maanden een termijn van orde betreft, waar geen juridische gevolgen aan verbonden zijn. De vacantverklaring zal geagendeerd worden op de gemeenteraad van eind september. Ondertussen blijft de functie van algemeen directeur in toepassing van artikel 166 van het Decreet Lokaal Bestuur bij waarneming ingevuld.

 

        Raadslid Joris Fonteyn stelt de volgende vraag: "In de pers en ook op de website van de gemeente (berichten van 27.07.2022 en 24.08.2022) is aangekondigd dat in de omgeving van de school De Waaier vanaf 01.09.2022 een deel van de Paardenstraat wordt ingericht als schoolstraat. In de besluiten van het CBS van 08.11.2021 is te lezen: "Het college gaat principieel akkoord om dit voorstel verder uit te werken en geeft zijn toestemming om de voorliggende inrichting met alle betrokken partijen (school, buurt, woonzorgcentrum...) verder te bespreken. Vervolgens zal het voorstel voorgelegd worden aan de mobiliteitsraad, waarna een definitief voorstel, waarin alle opmerkingen en aanvullingen worden opgenomen, door het CBS kan worden goedgekeurd. Als laatste stap kan dan een aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer worden opgemaakt, die na goedkeuring door de gemeenteraad kan worden uitgevoerd op het terrein." De nieuwe maatregelen werden besproken op de mobiliteitsraad van 23.05.2022. Ik vond geen besluit van het CBS terug waarbij dan het definitief voorstel werd aangenomen. Bij mijn weten is een aanpassing van de gemeenteraadsbeslissing van 28.11.2017 over het aanvullend reglement wegverkeer omgeving De Waaier ook nog niet aan de gemeenteraad voorgelegd. Ook een tijdelijke politieverordening vond ik niet terug. Er werd blijkbaar al gecommuniceerd zonder beslissing en ook werden er al nieuwe verkeersborden geplaatst zonder dat daarover beslist is. Nochtans is voor het plaatsen van verkeerstekens die verplichtingen opleggen aan weggebruikers, een politieverordening onder de vorm van een aanvullend reglement vereist. Waarom is dit niet tijdig voorgelegd aan de gemeenteraad van mei of juni? Kan de nieuwe verkeerssituatie nu nog wel ingaan op 01.09.2022? "

Schepen Marc Morris is blij dat het raadslid de inrichting als schoolstraat inhoudelijk niet in vraag stelt, maar louter de procedure. Het voorstel om een deel van de Paardenstraat in te richten als schoolstraat is een gevolg van de grondige evaluatie van de bestaande verkeersregeling uit 2017. Deze blijkt niet te voldoen. Op vraag van het oudercomité ben ik zelf enkele keren een kijkje gaan nemen bij aanvang van de school. Het was telkens net geen chaos de laatste 15 minuten vóór het begin van de school, omdat sommige ouders zich niet blijken te storen aan verkeersregels en verbodstekens, waardoor gevaarlijke situaties ontstaan aan de schoolpoort, niet in het minst voor wie zich de moeite getroost om te voet of met de fiets naar school te komen. Het principe van een schoolstraat werd voorgesteld door de politie en verder uitgewerkt in nauw overleg met de directie van de school, het oudercomité en het woonzorgcentrum. De gemeentelijke mobiliteitscel besprak het voorstel ook meermaals.
Gelet op de geringe ervaring in Bertem met het voorgestelde principe werd van meet af aan gesteld dat de invoering bij wijze van proef zou gebeuren, waarbij met toezicht van de politie kan nagegaan worden of het concept al dan niet moet worden bijgestuurd. Het besluit van de burgemeester van 29 augustus 2022 legt de voorgestelde tijdelijke regeling vast en loopt over een periode van 1 september 2022 tot en met 31 december 2022 met de bedoeling om tijdens deze beperkte periode de regeling te evalueren en ten laatste op de gemeenteraad van december een reglement voor te leggen dat de situatie definitief zal regelen.

 

 

 

Publicatiedatum: 28/09/2022