NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 28 maart 2023

Van 20 uur tot 20.30 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Eddy Vranckx

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer, Jurgen Gyns en Bart Vander Elst

Waarnemend algemeen directeur:

Kris Philips

 

Verontschuldigd:

Raadsleden:

Diane Vander Elst en Maria Andries

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen en het zittingsverslag van de vorige raadszitting goed.
  • Artikel 33, §2 van het huishoudelijk reglement
    De gemeenteraad beslist om het zittingsverslag, zoals vermeld in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur, te vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
  • Artikel 34, §3 van het huishoudelijk reglement
    Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering van de gemeenteraad opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige raadsvergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige raadsvergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

 

 

Bijlagen

        Notulen van de zitting van 28 februari 2023.

 

Besluit

 

17 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Wouter Fock, Pieter Sempels, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer, Bart Vander Elst en Eddy Vranckx

2 stemmen tegen: Joris Fonteyn en Jurgen Gyns

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 28 februari 2023 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

AANPASSING VAN DE DEONTOLOGISCHE CODE VOOR GEMEENTELIJKE MANDATARISSEN.

 

Voorgeschiedenis

        Besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2013 houdende de aanvaarding van een deontologische code.

 

Feiten en context

        Artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur verplicht de gemeenteraad tot de vaststelling van een deontologische code en de oprichting van een deontologische commissie. Volgens de bepalingen van artikel 39 dient de deontologische code voortaan de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie te regelen. De bepalingen van de bestaande code zijn op dat vlak enigszins achterhaald en onvolledig.

        Bijgevolg is een actualisering vereist, hetgeen meteen de kans biedt om andere bepalingen van de code aan te passen, zoals onder andere terminologie die nog verwijst naar het vroegere gemeentedecreet.

 

Juridische gronden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 39.

De gemeenteraad neemt een deontologische code aan en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie.

 

Argumentatie

Bij de actualisering van de bestaande deontologische code is rekening gehouden met modelbepalingen die de VVSG ter beschikking stelt van haar aangesloten besturen, maar zijn vooral die bepalingen overgenomen of herwerkt die relevant zijn in het kader van de werking van onze gemeente. Bovendien zijn gemeente en OCMW verplicht om elk apart een deontologische code en commissie te hebben, maar de VVSG raadt in dit verband aan om zowel de bepalingen van de code als de samenstelling van de commissie in de mate van het mogelijke te laten overeenstemmen. Bij de opmaak van de beide deontologische codes is met deze benaderingswijze rekening gehouden.

 

 

Bijlagen

        Deontologische code voor gemeentelijke mandatarissen, met informatieve bijlage van relevante wetteksten.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de deontologische code voor gemeentelijke mandatarissen, in bijlage van dit besluit, goed.

 

Artikel 2:

Het gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2013 houdende de aanvaarding van een deontologische code wordt met ingang op datum van heden opgeheven.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

DEONTOLOGISCHE COMMISSIE: SAMENSTELLING.

 

Voorgeschiedenis

        Besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2013 houdende de aanvaarding van een deontologische code.

        Besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2013 houdende de oprichting en de wijze van samenstelling van raadscommissies.

 

Feiten en context

        Artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur verplicht de gemeenteraad tot de vaststelling van een deontologische code en tot de oprichting van een deontologische commissie, waarbij de samenstelling minstens dient te bestaan uit één vertegenwoordiger per fractie. De deontologische code regelt onder andere de samenstelling van de commissie. De bepalingen m.b.t. de oprichting van een deontologische commissie traden in werking op 2 maart 2023.

        Bij besluiten van 26 februari 2013 stelde de gemeenteraad de deontologische code voor mandatarissen vast en keurde ze tevens de oprichting en de wijze van samenstelling van een deontologische commissie goed.

        De bepalingen van het voormelde artikel 39 nopen tot een aanpassing van de deontologische code. Op basis van deze bepalingen dient tevens de deontologische commissie opnieuw te worden samengesteld.  

 

Juridische gronden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 39.
De gemeenteraad neemt een deontologische code aan en richt een deontologische  commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en               bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat               minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.

        Het gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2022 houdende de vaststelling van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, in het bijzonder de artikelen 36 tot en met 40 die handelen over de organisatie van raadscommissies.

        Het gemeenteraadsbesluit van 28 maart 2023 houdende de vaststelling van een deontologische code voor gemeentelijke mandatarissen.

 

Argumentatie

Gelet op de bepalingen van zowel het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad als de deontologische code voor gemeentelijke mandatarissen kan de verdelingswijze van de mandaten die gehanteerd werd in het voormelde gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2013 behouden blijven, d.w.z. per fractie de helft van het aantal gemeenteraadsleden dat voor de lijst verkozen is, met een minimum van 1.

 

Het voormelde raadsbesluit van 26 februari 2013 houdende de oprichting en wijze van samenstelling van raadscommissies kan ingevolge onderstaande overwegingen integraal worden opgeheven:

        De wijze van samenstelling van raadscommissies is geregeld in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

        Het Decreet Lokaal Bestuur biedt de lokale besturen de nodige vrijheid m.b.t. de oprichting en het bestaan van commissies. Het bestaan van een commissie voor intergemeentelijke samenwerking, zoals voorzien in het raadsbesluit van 26 februari 2013, is bijgevolg niet langer een verplichting.

        De wijze van samenstelling van de deontologische commissie, de enige commissie die een gemeente verplicht moet installeren ingevolge het Decreet Lokaal Bestuur, wordt geregeld bij onderhavig besluit.

 

 

Bijlagen

        Deontologische code voor gemeentelijke mandatarissen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad gaat over tot de vernieuwing van de samenstelling van de deontologische commissie en legt het aantal leden vast op 10.

 

Artikel 2:

Het aantal effectieve commissieleden waarop elke fractie recht heeft, is gelijk aan de helft van het aantal gemeenteraadsleden dat voor de lijst is verkozen op 14 oktober 2018, met een minimum van 1:

        GEMBELANGEN OPEN VLD: 4 leden

        CD&V: 3 leden

        Vooruit: 1 lid

        Groen: 1 lid

        N-VA: 1 lid

 

Artikel 3:

Elke fractie duidt één plaatsvervangend lid aan, dat moet zetelen als het effectieve lid betrokken partij is of indien het gaat om een mogelijke schending van de deontologie code door het effectieve lid.

 

Artikel 4:

Het gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2013 houdende de oprichting en de wijze van samenstelling van raadscommissies wordt opgeheven met ingang op datum van heden.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET STAD LEUVEN.

 

Voorgeschiedenis

        De stad Leuven kende de laatste decennia op diverse vlakken een sterke groei en merkt daarbij dat deze ontwikkeling ook een invloed heeft op haar randgemeenten, zoals bijvoorbeeld mensen die in Leuven werken maar zich in de rand vestigen. Vanuit deze optiek heeft de stad de bedoeling intenser te gaan samenwerken met haar randgemeenten, waaronder onze gemeente.

 

Feiten en context

        Onze gemeente werkt reeds intens samen met andere lokale besturen in diverse vormen: formele samenwerkingsverbanden onder de vorm van een IGS (zoals de Vrijetijdsregio Druivenstreek), informele structurele samenwerking (zoals het burgemeestersoverleg van de 5 gemeenten van de Druivenstreek) of samenwerking in het kader van concrete dossiers of projecten (zoals de Brabantse Wouden of de aanleg van het fietspad Meerbeeksesteenweg samen met de gemeente Kortenberg).

        Het aanbod en de bereidheid van de stad Leuven tot samenwerking is aanvullend en complementair met bestaande samenwerkingen, maar biedt tevens nieuwe perspectieven. Voor heel wat inwoners maakt de interactie met de stad immers deel uit van hun dagelijks leven omdat ze er werken, studeren,... Ook voor de gemeentelijke organisatie dienen zich mogelijkheden aan, zoals de uitwisseling van personeel om specifieke noden of behoeften binnen de administratie op te vangen.

 

Juridische gronden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 387. Gemeenten kunnen onderling overeenkomsten sluiten.

 

Argumentatie

Het voorliggende ontwerp van samenwerkingsovereenkomst met de stad Leuven heeft de bedoeling om een algemeen kader te creëren voor de samenwerking. Het bevat onder andere een niet-exhaustieve opsomming van (beleids)thema's die het voorwerp kunnen uitmaken van samenwerking. De aansturing en de opvolging van de samenwerking zal gebeuren door een coördinatiecomité met vertegenwoordiging van bestuur en administratie. Na 1 jaar zal een evaluatie gebeuren, maar de overeenkomst bevat een clausule van stilzwijgende verlenging.

 

 

Bijlagen

        Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Leuven en de gemeente Bertem.

 

Besluit

 

14 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Eddy Vranckx

4 stemmen tegen: Joris Fonteyn, Wouter Fock, Jurgen Gyns en Bart Vander Elst

1 onthouding: Pieter Sempels

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Leuven en de gemeente Bertem in bijlage van dit besluit goed.

 

Artikel 2:

Een afschrift van dit besluit zal overgemaakt worden aan de stad Leuven.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

GOEDKEURING RUILOVEREENKOMST IN HET KADER VAN DE VERKOOP VAN DE PERCELEN TE DORPSTRAAT 551.

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbesluit van 20 december 2022 houdende opstart van de verkoopprocedure van de percelen gelegen Dorpstraat 551 te Leefdaal.

 

Feiten en context

        In uitvoering van het voormelde gemeenteraadsbesluit werd begin januari 2023 de openbare verkoop bekendgemaakt via de gemeentelijke communicatiekanalen. Kandidaat-kopers kregen tot 31 januari 2023 om 10u de mogelijkheid om een biedingsvoorstel in te dienen.

        Binnen de gestelde indieningstermijn ontving het college van burgemeester en schepenen slechts 1 biedingsvoorstel, ingediend op 30 januari 2023 door Presidio BV/Alfa Omega BV. Dit biedingsvoorstel voldoet aan de minimaal gestelde verkoopprijs van € 455.000 en de overige verkoopvoorwaarden.

 

Juridische gronden

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40, §1, en 41, 11°. Deze artikelen bepalen dat de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid beschikt en dat daden van beschikking niet kunnen toevertrouwd worden aan het college van burgemeester en schepenen.

        De omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en besturen van de erkende erediensten.

 

Argumentatie

Gezien er in het kader van de procedure slechts 1 biedingsvoorstel werd ingediend, konden meteen onderhandelingen worden opgestart met de kandidaat-koper. Het biedingsvoorstel van de kandidaat-koper bevatte een aantal potenties met betrekking tot enerzijds een bredere ontwikkeling van de percelen Dorpstraat 551 (onder de vorm  van een exclusiviteitsovereenkomst met de eigenaars ter ontwikkeling van het naastgelegen perceel Dorpstraat 553) en anderzijds een bindende aankoopoptie voor een deel van een perceel gelegen te Dorpstraat 557. Dit laatste perceel bevindt zich naast ontmoetingscentrum Vlieg-In en biedt mogelijkheden voor de aanleg van een publieke parking.

 

Gezien de exclusiviteitsovereenkomst met betrekking tot het perceel 553 wenst de kandidaat-koper de percelen Dorpstraat 551 en 553 binnen een globale visie in één groter geheel te ontwikkelen. Hij heeft in die zin een beknopt ontwerp van masterplan opgesteld, dat als bijlage bij zijn biedingsvoorstel was gevoegd. Deze visie heeft de kandidaat-koper toegelaten om zijn biedingsvoorstel op financieel vlak te optimaliseren.

 

Bij de gevoerde onderhandelingen met de kandidaat-koper gaf de gemeente tevens aan interesse te hebben in de verwerving van het deel van het perceel Dorpstraat 557. Bijgevolg is de af te sluiten overeenkomst met de kandidaat-koper opgevat als een ruilovereenkomst van de percelen Dorpstraat 551 en deel van het perceel Dorpstraat 557, met een te betalen opleg van € 485.000 door de kandidaat-koper evenals de vestiging van een erfdienstbaarheid van doorgang op de percelen van de toekomstige ontwikkeling. In het licht van de optimalisatie van zijn biedingsvoorstel wenst de kandidaat-koper de uitvoering van de ruilovereenkomst te koppelen aan de opschortende voorwaarde van het bekomen van een definitief uitvoerbare omgevingsvergunning voor een project dat in lijn ligt met het beoogde masterplan.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

220000/0050-00

€ 550.000

€ 550.000

€ 0

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

221000/0050-00 (actie 101)

€ 550.000

€ 485.000

 

 

Bijlagen

        Ruilovereenkomst tussen de gemeente Bertem en Alfa Omega BV met bijlagen

 

Besluit

 

14 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven, Tom Philips, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns, Sonia Stiasteny, Hans Neckebrouck, Roos De Backer en Eddy Vranckx

5 onthoudingen: Joris Fonteyn, Wouter Fock, Pieter Sempels, Jurgen Gyns en Bart Vander Elst

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de ruilovereenkomst tussen de gemeente Bertem en Alfa Omega BV in bijlage van dit besluit goed.

 

Artikel 2:

De voorzitter van de gemeenteraad en de waarnemend algemeen directeur worden gemachtigd om de overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. GOEDKEURING AANBRENGEN VAN PARKEERVAKKEN AAN DE TERVUURSESTEENWEG TER HOOGTE VAN NR 205 TE 3060 BERTEM

 

Voorgeschiedenis

        Aan de Tervuursesteenweg ter hoogte van nr 205 te 3060 Bertem, net voorbij de rotonde (in de bebouwde kom) parkeren dagelijks vrachtwagens en zware SUV's.

        In 2022 vroeg de Toezichter AWV of de gemeente een beleid heeft aangaande het parkeren van vrachtwagens en zware SUV's, en of hiertegen kan worden opgetreden (schade aan parkeerstrook).

        E-mail van Dirk Dewals van 19 februari 2023: De boordstenen van de parkeerstrook aan de Tervuursesteenweg ter hoogte van nr 205 te 3060 Bertem word systematisch kapot gereden door een vrachtwagen die er parkeert, waarbij de borduur weg zakte naar zijn eigendom.

        Bespreking op de mobiliteitscel op 8 maart 2023.

 

Feiten en context

        De parkeerstrook ligt binnen de bebouwde kom en is technisch niet geschikt voor het parkeren van vrachtwagens.

        De vrachtwagens staan ofwel met hun wielen op de rand van het fietspad waardoor er beperkte ruimte overblijft en parkeren vaak zelfs op het fietspad. Fietsers moeten uitwijken voor de geparkeerde vrachtwagen.

        De opleggers zijn niet verlicht en steken met een harde rand uit tot op het fietspad.

        Door het parkeren van vrachtwagens wordt het zicht sterk beperkt voor mensen die wachten op de bus.

        De mobiliteitscel en de politiezone VODI gaven gunstig advies om ter plaatse in de parkeerstrook witte markeringen aan te brengen die de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan.

 

Juridische gronden

        Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.

        KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.

        MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

        Artikel 119 van de nieuwe gemeentewet

De gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis. Deze reglementen en verordeningen mogen niet in strijd zijn met de wetten, de decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissies, de provincieraad en de bestendige deputatie van de provincieraad.

De raad zendt hiervan achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad. Een afschrift van die reglementen en politieverordeningen wordt dadelijk toegezonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank, waar zij in een daartoe bestemd register worden ingeschreven. Van die reglementen en verordeningen wordt melding gemaakt in het Bestuursmemoriaal van de provincie.

        Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

        Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

        Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

        Artikel 40, §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

        Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018.

 

Argumentatie

Door aan de Tervuursesteenweg ter hoogte van nr 205 te 3060 Bertem witte markeringen in de parkeerstrook aan te brengen die de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan blijft de parkeerstrook bruikbaar voor personenwagens, en mogen vrachtwagens er niet parkeren.

 

 

Bijlagen

        Tervuursesteenweg thv nr. 205 - signalisatie

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de Tervuursesteenweg thv nr. 205 te 3060 Bertem worden in de parkeerstrook parkeervakken aangebracht.

 

Artikel 2:

De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door middel van witte markeringen in de parkeerstrook die de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan, voorgeschreven bij art. 75.5 van het KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v., inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

 

Artikel 3:

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2023.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

AFVALINZAMELING. GOEDKEURING CONTANTBELASTINGREGLEMENT VOOR DE INZAMELING EN VERWERKING VAN HET HUISHOUDELIJK AFVAL EN GELIJKAARDIG BEDRIJFSAFVAL DIT ZOWEL VOOR DE HUIS-AAN-HUISINZAMELING, INZAMELING VIA SORTEERSTRATEN, INZAMELING OP AFROEP EN ANNULATIE 1 EURO-TARIEF VOOR TOEGANG RECYCLAGEPARK, ALS DE INZAMELING OP HET RECYCLAGEPARK – AANSLAGJAREN 2023-2025.

 

Voorgeschiedenis

        Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van een opdrachthoudende vereniging 'EcoWerf'.
De gemeente doet beheersoverdracht voor de inzameling en verwerking van bepaalde afvalstoffen.

        Raadsbesluit van 26 juni 2007 over de beheersoverdracht van de ophaling en verwerking van snoeihout naar EcoWerf.

        Raadsbesluit van 29 augustus 2017 over de beheersoverdracht van plastics.

        Raadsbesluit van 30 maart 2018 over de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van 20 maart 2018.

        Raadsbesluit van 15 december 2020 houdende de politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

        Raadsbesluit van 15 december 2020 houdende de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark.

        Raadsbesluit van 25 mei 2021 houdende goedkeuring tot verlenging van de samenwerking met opdrachthoudende vereniging Ecowerf

        Raadsbesluit van 25 oktober 2022 houdende de goedkeuring van het contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark en het ten onrechte goedkeuren van het 1 euro-tarief voor de toegang tot het recyclagepark per fiets.

 

Feiten en context

Op 24 februari 2023 had de dienst Omgeving een vergadering over het 1 euro-tarief voor de toegang tot het recyclagepark  per fiets. Er is overeengekomen om dit tarief terug te brengen op de oorspronkelijke 3 euro. Ecowerf streeft immers naar een uniforme contantbelasting. Bijkomende redenen zijn:

        In Leuven waar deze 1 euro-regel wel is ingevoerd, is dit geen succes: slecht 0,5 % van de Leuvense bevolking maakt gebruik van deze werkwijze maar hebben geen recht op gratis beurten.

        Het is geen en-en verhaal: je kunt alszijnde lokaal bestuur geen 1 euro tarifering invoeren en blijvend gebruik maken van de 4 gratis toegangsbeurten.

Voorts formuleert Ecowerf volgende opmerkingen:

        Verlies contantbelasting, daling kostendekking

        Ondergraaft uniform tarievenbeleid

        Uniformiteit met Huldenberg ifv discussie

        Probleem afrekening gratis beurten

        Hoeveelheid afval mee te nemen met fiets is beperkt, staat

        contantbelasting in verhouding?

        Ligging RP leent zich hier niet toe

        Wat is een fiets?

 

Juridische gronden

        Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelasting.

        Decreet van 23 december 2011 het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

        Besluit Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

        Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbare bedrijfsafval van 16 september 2016.

        Het decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017.

        Omzendbrief KB-ABB 19/2 van 15 februari 2019 over de gemeentelijke fiscaliteit.

 

Argumentatie

De toename van de energiekosten en de aanhoudende inflatie nopen tot de aanpassing van een aantal tarieven.

 

Financiële gevolgen

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

733220 0020-00

733250 0020-00

€ 456 810

€ 56 161

€ 156 810

€ 56 161

 

 

Bijlagen

        Overleg Bertem – EcoWerf

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1

 

§ 1. Er wordt een contant belasting gevestigd voor:

1° de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval, het papier en karton en grofvuil (en het gelijkaardig bedrijfsafval);

2° de inzameling van op het recyclagepark aangeboden afvalstoffen;

3° de inzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval en papier en karton via sorteerstraten.

4° de huis-aan-huisinzameling van snoeihout.

 

§ 2. Definities algemeen:

 

1° Aansluitpunt  (ASP):

1) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil,  pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden,

 

2) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden, en

 

3) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke cultuur-, sport- , jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

 

2° Aansluitpunt commercieel:

Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een commerciële functie, waarin beroepsactiviteiten worden ontplooid (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten,…) die op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister/handelsregister van de gemeenten zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

 

De juiste oppervlakte van het commercieel aansluitpunt wordt vastgesteld hetzij op basis van de goedgekeurde bouwvergunning, hetzij op basis van de afgesloten huurovereenkomst.

 

3° Aorta: de databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:

        de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming

        de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

 

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is maximaal één registratie mogelijk.

 

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer en het EcoWerf-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf (met een ander verzendadres), een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

 

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.

 

De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen.

 

Wanneer niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de toegangskaart blokkeren of niet langer een toegangsmachtiging aan de identiteitskaart verlenen. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.

 

4° DifTar-rekening: de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

        de volgens dit reglement verschuldigde contant belasting;

        de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting;

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.

 

5° Gebruikersgroep: een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangskaart toegewezen krijgen en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).

 

6° Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening.

 

7° Referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:

        voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank;

        voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

 

8° Recyclagepark: een bij toepassing van VLAREMA vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht van op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.

 

9° Sorteerstraat: een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton.

 

10° Toegangskaart: elektronische kaart op naam van de referentiepersoon die bij aanbieding toegang verleent tot de ondergrondse containerterminal (OCT) en het gemeentelijk recyclagepark. De kaart registreert de gebruiker en het volume of het gewicht van de aangeboden fractie. Elke gebruiker en bij uitbreiding ook de kaart maakt deel uit van een door EcoWerf gedefinieerde gebruikersgroep.

 

 

10§ 3. Definities afvalfracties:

 

1° Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.

2° Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …

3° Boomstronken: alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

4° Bouwafval: zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

5° Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

6° E.P.S.: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…

7° Frituurolie en afgelaten motorolie: alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.

8° Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt,…

9° Glas: hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of gelijkaardige bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,…

 

        hol glas  betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...;

        vlak glas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen…

 

10° Gras- en bladafval: alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

11° Groenafval: organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

12° Groente-, fruit- en tuinafval (gft): organisch composteerbaar afval zoals schillen en resten van fruit (ook citrusvruchten), groenten en aardappelen; dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten; broodresten; koffiedik en papieren koffiefilters; papier van keukenrol; noten en pitten; vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen …); vaste zuivelproducten (kaasresten); eieren en eierschalen; fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout …); kamer- en tuinplanten; schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout; mest van kleine huisdieren (cavia, konijn). Dit alles ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.

13° Grofvuil: alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval, matrassen en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

14° Harde plastics:  alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval),...

15° Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed,…

16° Huishoudelijk afval : alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

17° Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein,… met uitzondering van steenafval.

18° Klein Gevaarlijk Afval (KGA): de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA.

19° Kurk: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…

20° Oude Metalen: alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

21° Papier en karton: alle dag-, week-, en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeizakken,…

22° Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd): flessen, flacons, schaaltjes, vlootjes, bakjes, potjes, tubes, folies, zakken, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, aluminium bakjes en schaaltjes, deksels, doppen, kroonkurken en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

23° Sloophout: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

24° Snoeihout: alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

25° Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest,…

26° Textiel: alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

27° Landbouwfolie: kuilfolie (zwart/wit/zwart-wit) of rek/wikkelfolie (groen/wit) die wordt gebruikt in het kader van een landbouw, tuinbouw- of veeteeltactiviteit.

 

Artikel 2

 

De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang van de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huis-inzameling, de inzameling via het recyclagepark en de sorteerstraten.

 

Artikel 3

 

§ 1. Huis-aan-huisinzameling

 

De contantbelasting voor de huis-aan-huisinzameling in functie van de fractie en het volume/gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.

 

a)    Huisvuil

 

Inzameling en verwerking

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per kg gewogen huisvuil

0,30

0,30

Per aanbieding 40 L-container

0,63

-

Per aanbieding 120 L-container

0,63

0,63

Per aanbieding 240 L-container

1,26

1,26

Per aanbieding 360 L-container

1,89

1,89

Per aanbieding 1100 L-container

6,40

6,40

 

Gebruiksrecht container per maand

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,68

-

120 L-container

0,68

1,84

240 L-container

1,36

2,47

360 L-container

2,00

2,64

1100 L-container

3,71

7,07

 

Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro.

360 L-containers worden enkel geleverd in sets van 3.

 

b)    Gft-afval

 

Inzameling en verwerking

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per kg gewogen gft

0,20

0,20

 

Gebruiksrecht container per maand

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,68

-

120 L-container

0,68

1,84

240 L-container

1,36

2,47

 

Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro

 

c)    Pmd

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per zak van 60 L

0,15

0,15

 

d)    Grofvuil

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Voorrijkost op afroep

25,00

25,00

Verwerking per begonnen 0,5 m³

8,00

8,00

 

of

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

1-persoonsbed

8,00

8,00

2-persoonsbed

16,00

16,00

Zetel: 1-zit

8,00

8,00

Zetel: 2-zit

16,00

16,00

Zetel: 3-zit

24,00

24,00

Stoel (2 stuks)

8,00

8,00

(Tuin-)tafel

8,00

8,00

 

e)    Snoeihout

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per bussel

2,50

2,50

 

f)     Papier en karton

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,84

-

120 L-container

0,84

1,84

240 L-container

0,84

2,47

500 L-container

2,08

3,21

1100 L-container

4,58

7,07

 

Het tarief van een 120 liter-cotainer is enkel geldig voor reeds toegekende containers, er worden geen nieuwe 120 liter- containers voor papier en karton verdeeld.

Een 500 liter container wordt in zeer specifieke gevallen na goedkeuring van Ecowerf, toegekend.

 

§ 2. Inzameling via sorteerstraat op gewicht

 

De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen in een sorteerstraat wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5kg nauwkeurig.

 

 

Particulier (euro)

KMO (euro)

Huisvuil (kg)

0,30

0,30

gft (kg)

0,20

0,20

Beheerskost (maand)

3,23

6,46

 

§3. Inzameling via DifTar recyclagepark op volume

 

De contantbelasting in functie van volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven.

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Bezoek aan het recyclagepark

 

 

Voetganger, fiets, wagen

3,00

6,00

Aanhangwagen

9,00

18,00

Bestelwagen

24,00

36,00

Asbestcement, kga, aeea,  matrassen, papier en karton

Een voertuig dat enkel asbestcement, kga, aeea, papier en karton en/of matrassen aanvoert, heeft gratis toegang

 

Gratis toegangsbeurten per jaar

- 4 toegangsbeurten per

aansluitpunt

- Een personenwagen, fietser

of voetganger wordt

verrekend als 1 gratis

toegangsbeurt

- Een bestelwagen kan geen gebruik maken van de gratis beurten

- Een aanhangwagen wordt

geteld als 3 toegangsbeurten

 

 

Landbouwfolie: de gemeente schrijft de land- en tuinbouwers aan.  Met dit schrijven kan men zich tijdens de gecommuniceerde periodes aanbieden op het recyclagepark van de eigen gemeente.

 

4,00 per begonnen 0,5m³

Tarief grote hoeveelheden

Vanaf het 19e bezoek binnen hetzelfde kalenderjaar worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulier

 

 

Bijkomend tarief voor grof huisvuil:

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Verwerking per begonnen 0,5m³

8,00

8,00

of per stuk:

 

 

1-persoonsbed

8,00

8,00

2-persoonsbed

16,00

16,00

zetel: 1-zit

8,00

8,00

zetel: 2-zit

16,00

16,00

zetel: 3-zit

24,00

24,00

stoel (2 stuks)

8,00

8,00

(tuin-)tafel

8,00

8,00

 

 

Artikel 4

 

De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd en dit voor een eerste maal op 1 januari 2025, waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:

 

k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15

 

waarbij:

P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023

p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1

C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023

c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1

x= aanslagjaar

 

Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte

 

De herziene bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgelegde maximumtarief gehanteerd.

 

De tarieven die voor indexering in aanmerking komen zijn de basistarieven. De tarieven van gebruiksrecht en aanbieding worden pro rata berekend aan de hand van het volume van de betrokken container.

 

        voor de huis-aan-huisinzameling betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, aanbieding en gebruiksrecht.

        voor de sorteerstraten betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, beheerskost

        voor het recyclagepark betreft het de tarieven

        Volume grofvuil (per 0,5m³) en de stukprijzen

        Volumetarieven op basis van het voertuig (voetganger, auto, auto-aanhangwagen, bestelwagen…)

        Voor de inzameling op afroep: volume grofvuil (per 0.5m³) en de stukprijzen

 

Artikel 5

 

Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

 

Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Artikel 6

 

§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kiepbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd. De contantbelasting betreffende het gebruik van de container is maandelijks verschuldigd.

 

§ 2. De gebruiker van de sorteerstraat is de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking van afvalstoffen verschuldigd op het ogenblik dat de gebruiker afvalstoffen aanbiedt aan de ondergrondse afvalcontainer en de elektronische toegangskaart van de gebruiker deze beweging registreert. De contantbelasting betreffende het gebruik van de sorteerstraat is maandelijks verschuldigd.

 

§ 3. Iedere gebruiker van een container/sorteerstraat dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit in functie van de gebruikte containers:

 

aantal en type container

voorschot (euro)

1 of meerdere 40 L-. of 120 L-containers of een particuliere gebruiker van een sorteerstraat en een 240L papier en karton-container

50,00

per container van 240 L of een niet-particuliere gebruiker van een sorteerstraat

100,00

per container van 1.100 L of per set van 3 360 L containers

500,00

per 240L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

25,00

per 1100L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

75,00

 

§ 4. Bij elke registratie van een kiepbeweging en het gewicht van het meegegeven afval of in geval van sorteerstraat bij een gewichtsmeting, zal de contantbelasting zoals bepaald in artikel 3, in mindering worden gebracht van het vooraf betaald bedrag. De contantbelasting zal worden afgerond tot op 2 cijfers na de decimaal.

 

Artikel 7

 

§ 1.Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.

 

Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 euro wordt een  betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.

 

De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.

 

Indien de niet geledigde container niet tijdig wordt binnengehaald, kan die door of in opdracht van de gemeente worden geledigd aan het tarief vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement betreffende ambtshalve opruimen van sluikstorten.

 

Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.

 

§ 2. De personen die gebruik maken van de voorgeschreven pmd-zakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).

 

§ 3. Bij een DifTar gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).

 

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.

 

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.

 

§ 4. Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en/of gestolen toegangskaart of een extra toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van 5,00 euro. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.

 

Niet-inwoners of toekomstige inwoners van de gemeenten kunnen, voor het aanbrengen van afval afkomstig vanuit de gemeente, een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur. De kaart wordt uitgeleend voor een periode van maximum 6 maanden tegen een waarborg van 100 euro.

 

Verwanten van overleden inwoners kunnen voor het aanbrengen van afval afkomstig vanuit de gemeente een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur. De kaart wordt uitgeleend voor een periode van maximum 6 maanden tegen een waarborg van 100 euro.

 

 

Artikel 8

 

Bij ontstentenis van betaling wordt de contantbelasting conform artikel 4, § 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

 

Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.

 

 

Artikel 9

 

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning/aanrekening op de DifTar-rekening.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

 

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan EcoWerf.

 

 

Artikel 10

 

Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.

 

 

Artikel 11

 

Het contantbelastingreglement op de inzameling van huishoudelijk afval huis-aan-huis en op het recyclagepark van 25 oktober 2022 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van dit reglement.

 

Artikel 12

 

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2023.

 

 

Artikel 13

 

Het college van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING AANPASSING RETRIBUTIE COMPOSTVATEN EN -BAKKEN.

 

Voorgeschiedenis

        Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van EcoWerf

        Raadsbesluit van 26 januari 2016 over de goedkeuring van het retributiereglement compostvaten en - bakken, waarbij de raad beslist tot volgende verkoopprijzen:

        compostvat: 27 euro

        beluchtingsstok: 6 euro

        houten compostbak: 47 euro.

        E-mail van Ecowerf van 15 april 2021 waarin de eenheidsprijzen (inclusief btw en subsidies reeds in mindering gebracht) worden meegedeeld waaraan de gemeente het betreffende materiaal kan aankopen:

        compostvat: 35,74 euro

        beluchtingsstok: 5,78 euro

        PVC compostbak: 79,86 euro.

        Raadsbesluit van 29 juni 2021 over de goedkeuring van het retributiereglement compostvaten en - bakken, waarbij de raad beslist tot volgende verkoopprijzen:

        compostvat: 36 euro

        beluchtingsstok: 6 euro

        PVC compostbak: 80 euro.

        E-mail van Ecowerf van 14 februari 2023 waarin de eenheidsprijzen (inclusief btw en subsidies reeds in mindering gebracht) worden meegedeeld waaraan de gemeente het betreffende materiaal kan aankopen:

        compostvat: 54, 77 euro

        beluchtingsstok: 8,43 euro

        PVC compostbak: 84.70 euro

 

Feiten en context

        E-mail van Ecowerf van 22 februari 2023 over de aankoop van compostvaten en -bakken.

 

Juridische gronden

        Artikel 173 van de grondwet
Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

        Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglement, vast.

        Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

        Wet van 13 april 2019 tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

 

Argumentatie

De aankoop en verdeling van compostvaten en -bakken brengt heel wat financiële kosten en administratief werk met zich voor de gemeentelijke diensten. Het is aangewezen om deze vaten en bakken ten minste tegen kostprijs aan de inwoners aan te bieden.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0300-00-600100

€ 17 340

€ 17 340

€ 1542,20

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

0300-00-600100

€ 17 340

€ 1549.50

 

 

Bijlagen

        aankoop compostvaten en -bakken

 

Besluit

eenparig

 

 

 

Artikel 1:

De raad beslist om de verkoopprijzen van het composteermateriaal als volgt vast te stellen:

        compostvat: 55 euro

        beluchtingsstok: 8,50 euro

        PVC compostbak: 85 euro.

 

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de persoon die het composteermateriaal afhaalt aan de gemeentelijke loods van de gemeente.

 

Artikel 3:

De retributie is contant (cash of bancontact) te betalen aan het onthaal van de gemeente. Er wordt een ontvangstbewijs voor de betaling afgeleverd.

 

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2023.

 

Artikel 5:

De raad heft bij de inwerkingtreding van dit besluit het raadsbesluit van 29 juni 2021 tot vaststelling van de verkoopprijs van compostvaten op.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

MILIEU. RAPPORTERING LOKAAL ENERGIE- EN KLIMAATPACT (LEKP) - JAAR 2022.

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbeslissing van 24 november 2020 betreft de ondertekening van het Burgemeestersconvenant 2030.

        Gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2021 betreft de ondertekening van het Lokaal Energie- en KlimaatPact 1.0.

 

Feiten en context

        Binnen het Lokaal Energie- en KlimaatPact moet een jaarlijkse inhoudelijke rapportering met betrekking tot de voortgang opgemaakt worden dat na voorleggen aan de gemeenteraad bij het Agentschap Binnenlands Bestuur moet ingediend worden.

        Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Lokaal Klimaatpactportaal, waar de Vlaamse overheid de monitoring van de doelstellingen bijhoudt.

 

Juridische gronden

        Decreet Lokaal Bestuur art. 2: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”

        Het Lokaal Energie- en KlimaatPact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemene engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen.

 

Argumentatie

Vlaanderen en de lokale besturen slaan de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Dat doen ze aan de hand van Lokaal Energie- en KlimaatPact (LEKP).

 

Het Vlaams Regeerakkoord en het Vlaams Energie- en Klimaatplan voorzien zo in meerdere doelstellingen en acties waarbij de lokale overheden een voortrekkers- en voorbeeldrol opnemen:

        het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken;

        een realisatie van een energiebesparing van 2,09% op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);

        een reductie van de CO2-uitstoot van hun eigen gebouwen en technische infrasturctuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren;

        VerLEDding openbare verlichting van gemeentewegen tegen 2030;

        Het draagvlak voor hernieuwbare energieproductie (inclusief windmolens) verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025;

        Opmaak van lokale warmte- sloopbeleidsplannen;

        Bedrijven, burgers en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de 4 werven (vergroening, energie, mobiliteit en regenwater) van het Pact te behalen.

 

Jaarlijks dient over de vooruitgang van de doelstellingen en acties in de gemeente gerapporteerd te worden aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

Netwerk Klimaat heeft als hulpmiddel voor de rapportering een methodiek uitgewerkt.

In het rapport worden data verwerkt die afkomstig zijn van verschillende andere organisaties zoals Fluvius, departement Mobiliteit en Openbare werken, Autodelen.net, ...

De gemeente dient zelf nog gegevens in te laden over de werf van vergroening en van ontharding.

Het rapport, gevoegd in bijlage, is een dynamisch document dat op regelmatige tijdstippen wordt aangevuld. Het huidige rapport is nog niet volledig voor volgende punten:

        Er is nog geen monitoring voor de doelstelling rond fietspaden

        Er is nog geen afbakening van het begrip ‘lokaal sloopbeleidsplan’ en dus ook geen monitoring. Dat is nog in overleg maar hoeft dus niet in rekening gebracht worden voor 2022.

        De monitoring rond collectieve renovaties is nog onvolledig. Ten eerste wordt momenteel enkel de burenpremie van Fluvius als databron genomen (dit wordt in de toekomst nog uitgebreid). Ten tweede is er slechts een jaarlijkse update, en die gebeurt in mei. De cijfers opgenomen in de rapportage zullen dus maar heel partieel zijn voor 2022.

        Het cijfer bij de doelstelling rond coöperatieve/participatieve hernieuwbare energieprojecten houdt nog geen rekening met de grootte van het project. 1 groot project is uiteraard evenwaardig aan vele kleintjes. Daarnaast worden momenteel nog alle projecten die in de energiekaart van VEKA (kaartlaag 'Energiecoöperaties in Vlaanderen') opgenomen zijn meegeteld in plaats van de projecten sinds 2021 (start LEKP). Dit cijfer is dus nog niet betrouwbaar. 

        de cijfers rond de verledding volgen momenteel nog niet de publicatiekalender. De cijfers dateren van 31/08/2022, terwijl de meest recente update volgens de publicatiekalender 31/12/2022 zou moeten zijn. Er wordt momenteel gekeken hoe dat zo snel mogelijk actueel te krijgen. 

 

 

Bijlagen

        Lokaal Energie- en KlimaatPact 1.0

        Rapportering LEKP Bertem

 

Toelichting

De gemeente neemt kennis van de rapportering 2022 in verband met het Lokaal Energie- en KlimaatPact.

Het Lokaal Energie- en KlimaatPact is een initiatief van het Agentschap Binnenlands Bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

TOELICHTING SAMENWERKINGSAKKOORD EN MASTERPLAN BRABANTSE WOUDEN.

 

Voorgeschiedenis

        Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir lanceerde op 19 april 2021 de oproep voor kandidaat Nationale Parken Vlaanderen en Landschapsparken.

        Op 2 augustus 2021 besliste het college om akkoord te gaan met de indiening van de conceptnota Brabantse Wouden en met de actieve deelname aan de masterplanfase bij selectie door Vlaanderen. Vervolgens werd Brabantse Wouden geselecteerd door een onafhankelijke jury voor indiening van een finale kandidatuur in een tweede ronde.

 

Feiten en context

        Het projectgebied omvat circa 33.000 ha, volledig gelegen op Vlaams grondgebied en wordt onderverdeeld in een zone 'natuurkern' van circa 10.000 ha en een 'landschappelijke zone' van circa 23.000 ha. De natuurkern vormt het hart van het nationaal park en bestaat uit meerdere deelkernen gelegen in volgens Gewestplan groene gebieden of daarmee gelijkwaardig. De lanschappelijke zone bestaat voornamelijk uit landbouwgebied en bewoond weefsel en fungeert als buffer voor de natuurkern. Binnen de landschappelijke zone bevinden zich tevens zoekzones voor natuurontwikkeling en verbindende landschappen.

        De samenwerkingsovereenkomst omvat volgende artikelen:

        voorwerp

        hoofddoelstellingen en werkwijze

        parkbureau

        budget

        bestuur

        duurtijd

        goede trouw

 

Financiële gevolgen

De gemeenten zullen bij erkenning voorzien in een jaarlijkse cofinanciering voor het parkteam via een subsidie aan het parkbureau. Het bedrag van bijdrage varieert per gemeente en wordt berekend op aantal inwoners en oppervlakte binnen het nationaal park. De financiële bijdrage van de gemeente Bertem bedraagt 5000€ per kalenderjaar vanaf 1 januari 2024 met jaarlijkse indexatie volgens de gezondheidsindex.

 

 

Bijlagen

        Samenwerkingsovereenkomst Nationaal Park Brabantse Wouden, inclusief

        Bijlage I: Situatieschets met kernzones en landschappelijke zones

        Bijlage II: Hoofddoelstellingen nationaal park en korte inhoud Masterplan

        Bijlage III: Situering beoogde governancestructuur.

 

Toelichting

De gemeente Bertem wordt gevraagd binnen het kader van Brabantse Wouden een samenwerkingsakkoord aan te gaan met de provincie Vlaams-Brabant, het Agentschap voor Natuur en Bos, de Vrienden voor Heverleebos en Meerdaalwoud, de Koninklijke Schenking en de gemeenten Beersel, Bierbeek, stad Halle, Hoeilaart, Huldenberg, Kortenberg, stad Leuven, Linkebeek, Oud-Heverlee, Overijse, Sint-Genesius-Rode, Tervuren. Met de samenwerkingsovereenkomst bevestigen de genoemde partijen de voorwaarden en modaliteiten van hun samenwerking.

De samenwerkingsovereenkomst zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad op de gemeenteraad van april.

 

Met het oog op de agendering en de behandeling van de samenwerkingsovereenkomst neemt de gemeenteraad kennis van de presentatie en toelichting door de vertegenwoordigers van het kernpartnerschap Brabantse Wouden.

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

RETRIBUTIES. GOEDKEURING RETRIBUTIEREGLEMENT OP MELDINGEN EN AANVRAGEN IN HET KADER VAN HET OMGEVINGSVERGUNNINGENDECREET EN HET AFLEVEREN VAN STEDENBOUWKUNDIGE INLICHTINGEN, UITTREKSELS EN ATTESTEN.

 

Voorgeschiedenis

Gemeenteraadsbeslissing van 30 mei 2017 op meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningendecreet en het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen, uittreksels en attesten.

 

Feiten en context

Tot op heden werd de retributie op omgevingsaanvragen en stedenbouwkundige inlichtingen als volgt vastgesteld:

 

Melding uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

€ 50

 

Melding van een ingedeelde inrichting of activiteit

€ 50

 

Melding van overdracht van een ingedeelde inrichting of activiteit

€ 50

 

Aanvraag omgevingsvergunning stedenbouwkundige handelingen

        vereenvoudigde procedure

        gewone procedure

 

 

€ 50

€ 100

 

Aanvraag omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

        klasse 1

        klasse 2 vereenvoudigde procedure

        klasse 2 gewone procedure

 

 

€ 500

€ 250

€ 500

Verzoek tot bijstelling of vraag afwijking milieuvoorwaarden

 

€ 100

Voor een indedeelde inrichting of activiteit en sted. handelingen

        klasse 1

        klasse 2 vereenvoudigde procedure

        klasse 2 gewone procedure

        melding ingedeelde inrichting

        vereenvoudigde procedure

        gewone procedure

 

 

€ 500

€ 250

€ 500

 

€ 50

€ 100

Aanvraag omgevingsvergunning verkavelen van gronden

        zonder wegenaanleg - vereenvoudigde procedure - per lot

        zonder wegenaanleg - gewone procedure - per lot

        met wegenaanleg - vereenvoudigde procedure - per lot

        met wegenaanleg - gewone procedure - per lot

 

€ 100

€ 250

€ 250

€ 500

 

Verzoek tot bijstelling omgevingsvergunning voor verkavelen van gronden

        vereenvoudigde procedure

        gewone procedure

 

€ 50

€ 100

 

Aanvraag tot het behouden van een projectvergadering

 

€ 250

Aanvraag stedenbouwkundig attest

 

€ 50

Aanvraag planologisch attest

 

€ 1000

Omzetting milieuvergunning naar permanente vergunning

€ 100

 

Vergunningsaanvraag springstoffen

€ 100

 

Vergunningsaanvraag ioniserende stralingen

€ 100

 

Afgifte uittreksel uit het plannenregister

 

€ 25

Afgifte uittreksel vergunningenregister

 

€ 25

Afgifte aanvullende vastgoedinformatie per kadastraal perceel, aangrenzende of overlappende percelen

€ 50

 

Juridische gronden

        Artikel 107, §4 van de grondwet

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

        Artikel 28 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat dit punt in openbare zitting behandeld wordt.

        Artikel 40 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de gemeentelijke aangelegenheden.

        Artikel 40 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt.

        Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 waarin wordt bepaald dat volgende bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd:

        14° het vaststellen van gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan

        Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM) en VLAREM II van 5 april 1995

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 27 november 2015

        Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

 

Argumentatie

Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningendecreet vergt een aanzienlijke inzet van de gemeentelijke administratie.

De financiële toestand van de gemeente maakt het noodzakelijk om de aanzienlijke administratieve kosten voor het behandelen van dossiers door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.

De retributie wordt bepaald op basis van het type aanvraag.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeente Bertem heft een belasting op de meldingen en aanvragen bedoeld in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er wordt ook een belasting geheven op het afleveren van vastgoedinformatie en uittreksels uit het plannen- en vergunningenregister.

 

Artikel 2:

De belasting is verschuldigd door degene die de aanvraag of melding heeft ingediend en bij gebreke daarvan de vergunninghouder of de exploitant.

 

Artikel 3:

De belasting bestaat uit een bedrag per dossiertype

 

3.1 Belasting per dossiertype

Meldingen (handelingen, ingedeelde inrichtingen, overdracht...)

 

€ 80

Omgevingsvergunning handelingen andere dan nieuwbouw woonentiteit(en)

        vereenvoudigde procedure zonder architect

        vereenvoudigde procedure met architect

        gewone procedure zonder archtitect

        gewone procedure met architect

 

€ 80

€ 100

€ 120

€ 150

 

Omgevingsvergunning handelingen nieuwbouw woonentiteit(en) - per entiteit

 

€ 250

Omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

        klasse 1

        klasse 2

        vereenvoudigde procedure

        gewone procedure

 

 

€ 1000

 

€ 250

€ 250

Omzetting milieuvergunning naar permanente vergunning

 

€120

Bijstelling/afwijking milieuvoorwaarden

 

€ 120

Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met of zonder wegenis

        per lot

 

€ 250

Bijstelling van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden

 

€ 150

Dossierkosten wegenis

€ 5000

 

Projectvergadering

€ 250

 

Stedenbouwkundig attest

€ 250

 

Planologisch attest

€ 2500

 

Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten

€ 1000

 

Omgevingsvergunning voor vegatiewijziging

€ 100

 

Stedenbouwkundige informatie tot in werkingtreding van het VIP platform (eind 2023)

        Afgifte uittreksel plannenregister

        Afgifte uittreksel vergunningenregister

        Aanvullende vastgoedinformatie per kadastraal perceel, aangrenzende of overlappende kadastrale percelen

 

 

 

€ 25

€ 25

€ 50

Stedenbouwkundige informatie via het VIP platform (vanaf eind 2023)-

De retributie wordt berekend per perceel maar de aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:

        de percelen aangrenzend zijn

        de percelen binnen éénzelfde gemeentelijke grens liggen

        er maximaal op één perceel een gebouweenheid geregistreerd is

 

€ 100

 

3.2 gecombineerde aanvragen

Indien de aanvraag een combinatie inhoudt van verschillende rubrieken (handelingen, exploitatie, kleinhandelsactiviteit...) bedraagt de retributie de som van de bedragen/type vermeld in 3.1

 

Artikel 4

Vanaf 1 april 2024 worden de tarieven jaarlijks op 1 april geïndexeerd aan de hand van de index der consumptieprijzen via onderstaande formule:

Bedrag komende retributie (jaar+1)= Oorspronkelijk bedrag retributie x index februari lopende jaar / Aanvangsindex februari 2023

 

 

Artikel 5

Worden van retributie vrijgesteld:

        de stukken die in uitvoering van een wet of van gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgeleverd

        dossiers waarin de gemeente niet tijdig een beslissing nam (stilzwijgende weigering - art. 32, §4 en art. 46, § 2 van het omgevingsvergunningsdecreet)

        procedurestappen die worden overgedaan als gevolg van een administratieve lus (art. 13 omgevingsvergunningsdecreet)

        de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en daarmee gelijkgestelde instellingen en de instellingen van openbaar nut zijn vrijgesteld van deze retributie.

 

Artikel 6

De retributie wordt betaald na ontvangst van de betalingsuitnodiging. Bij gebrek aan betaling wordt de retributie ingevorderd overeenkomstig artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 7

Dit retributiereglement treedt in werking op 1 april 2023.

Het raadsbesluit van 30 mei 2017 betreffende het retributiereglement op meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningendecreet en het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen, uittreksels en attesten wordt opgeheven.

 

Artikel 8

Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur en wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

        Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.

        Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk vijf kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.

        Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Mondelinge vragen

        Raadslid Jurgen Gyns (N-VA), stelt de volgende vraag:
"In de E.U.-biodiversiteitsstrategie voor 2030 is de belofte opgenomen om tegen 2030 ten minste 3.000.000.000 extra bomen te planten. Ook Vlaanderen is ambitieus om de fouten uit het verleden recht te zetten. Met het bosuitbreidingsplan wil Vlaanderen tegen 2024 4000ha bos bij planten. En dit is netto aanplanting van bomen wel te verstaan. Sinds het boscompensatiemechanisme ingevoerd werd in 2001 werd er in de periode 2001-2019 cira 4500ha ontbost via een stedenbouwkundige vergunning om omgevingsvergunning. Ongeveer 2000ha werd gecompenseerd door de ontbosser zelf en nog een 1000ha door de overheid. Wanneer men dus spreekt over 4000 hectare extra bos, gaat dat over 4000 hectare bovenop de compensaties die eigenlijk nog een 1500ha te kort schieten.
De focus van deze bosuitbreiding ligt vooral op de uitbreiding van bestaande bossen, het verbinden van al bestaande bossen en het versterken van valleien via een blauwgroene dooradering. Ook is er de nodige aandacht vereist voor  vergroening van de nabij leefomgeving van de mensen. Dit kan door kleinere projecten of ingrepen zoals bomenrijen, dreven, geboortebossen, etc.
We kunnen gerust zeggen dat er een inhaalbeweging nodig is tegen 2024. Een inhaalbeweging die nodig is voor klimaatadaptatie & klimaatmitigatie, meer biodiversiteit, en een groenere en gezondere leefomgeving voor de mensen. En hiervoor wordt er op dit moment uitgegaan van een richtinggevende taakstelling waarbij van die 4000ha 750ha voor de lokale besturen zou zijn in Vlaanderen. Vlaanderen voorziet hiervoor 4.050.000 euro ter ondersteuning van de lokale besturen voor bebossing.
De gemeente Bertem zou in het bezit zijn van 140ha bos van "Bertembos", een bos dat bestaat uit twee helften die niet verbonden zijn. De laatste jaren werd hier al door ANB aangeplant. In 2020 1.63ha en 2022 1.81ha. (a.d.h.v. de bosteller). Wanneer we de gemeente Bertem vergelijken met haar buurgemeenten zit ze qua cijfers op de mediaan.
- Bertem : 3,44ha door ANB
- Tervuren : 2,45ha waarvan 0,81 door de gemeente zelf
- Kortenberg : 2,23ha door ANB
- Huldenberg : 5,02ha waarvan 0,5ha door de gemeente zelf
- Oud-Heverlee : 2,52ha
- Leuven : 4ha
- Herent : 4,11ha
Wat in deze cijfers van de bosteller vooral opvalt is de afwezigheid van initiatieven door de gemeenten zelf. Hoewel er gemiddeld 3,39ha nieuw bos werd aangeplant in de gemeenten droegen de gemeenten zelf hier maar voor 0,19ha aan bij. Als we het gemiddelde aanplantingscijfer door gemeenten van de regio zouden extrapoleren naar het Vlaams niveau halen we maar 56ha van de ambitieuze 750ha.
Mijn vraag aan u is dan ook of de gemeente nog de intentie heeft haar bijdragen op te voeren naar 2024 toe? Is er bijvoorbeeld een mogelijkheid om de twee delen van Bertembos te verbinden? Is er de mogelijkheid om bij de her-aanleg van openbare domeinen meer bomen te planten?
Ik wens de gemeente dan ook aan te moedigen om het boslabel te verkrijgen. Om het brozen boslabel te bekomen moet en gemeente 2n5ha bos planten op eigen grond. Door cumulatieve opbouw naar 5ha en 10ha kan er zelfs een zilveren of gouden boslabel verkregen worden. uiteraard kan er hiervoor worden samengewerkt met partners zoals de Bosgroep Vlaams-Brabant, Bos+ of een natuurvereniging voor een vlot bebossingstraject."

Schepen Joery Verhoeven wijst in de eerste plaats op de budgettaire inspanningen die de gemeente voorziet op vlak van aankoop van bomen en plantgoed. Het aanvankelijk voorziene budget van € 500 werd in 2021 opgetrokken naar € 2.500 en vanaf 2022 zelfs naar € 5.000. Daarnaast is ook het jaarlijks budget voor de inzet van INL-landschapsploegen vanaf 2022 verdubbeld naar € 50.300. Deze budgettaire inspanningen leiden ook tot concrete resultaten op het terrein, al zijn daar ook private initiatieven merkbaar zoals de gedeeltelijke kapping en herbeplanting van een bos aan de Diepestraat. Op gemeentelijk vlak gebeurde al een aanplanting in bepaalde wijken zoals de Berkendreef, maar zeker bij nieuwe projecten zoals de heraanleg van de pleinen en parkings in Leefdaal Centrum wordt maximaal rekening gehouden met extra aanplantingen. Op bovengemeentelijk vlak lopen ook diverse initiatieven zoals de Brabantse Wouden.

 

        Raadslid Bart Vander Elst (Groen), stelt de volgende vraag:
"Impact van de te verwachten verkeershinder met potentieel verkeersinfarct in de Dorpstraat in Bertem.
1. Aanvraag nieuwe verkaveling Dorpstraat: 57 kavels betekent mogelijkerwijze 114 extra wagens : Gerzenstraat – Jozef Ginisstraat is nu al overbelast
2. Nieuwe aan te leggen  verkaveling ( vrachtverkeer!) met ontsluiting in de Dorpstraat ter hoogte van de bocht waar nu al vaak gevaarlijke situaties met Lijn bussen zijn
3. Nieuwe brug over autostrade Tervuursesteenweg: afsluiting Tervuursesteenweg
4. Bouw nieuw waterproductiecentrum met centrale ontharding Tervuursesteenweg tijdspanne 2024-2028 : vrachtwagens via de Dorpstraat gedurende de afsluiting van de Tervuursesteenweg voor plaatsing nieuwe brug?
Vragen: Welk verkeersplan gaat hiervoor uitgewerkt worden om het dreigende verkeersinfarct tegen te gaan in de Dorpstraat? Hoe gaat men aandacht hebben voor de vele zwakke weggebruikers?
In het verlengde van de nieuwe verkaveling  is het zeker ook belangrijk om tijdig na te gaan wat de potentiële  impact zou kunnen zijn op de scholengemeenschap: hoeveel extra kinderen kan onze scholengemeenschap nog aan?
 

       

         Voorstel: laat ons met vertegenwoordiger(s) van alle politieke fracties samen met enkele vertegenwoordigers van de gemeentelijke mobiliteitsraad hierover een werkgroep op richten. Deze werkgroep kan dan voorstellen formuleren aan het schepencollege "

Schepen Marc Morris toont zich bereid om in te gaan op de suggestie van het raadslid om rond dit thema een politieke werkgroep op te richten. Hij wenst wel enigszins het acuut karakter en de impact van de aangehaalde dossiers te relativeren. Zo bevindt het woonproject in de Egenhovenstraat zich momenteel nog in de vergunningsfase, is er door het Agentschap Wegen en Verkeer nog geen concrete timing meegedeeld voor de bouw van de nieuwe brug en zal de bouw van het nieuwe waterproductiecentrum enkel een impact in de Dorpstraat kunnen genereren indien de site niet bereikbaar zou zijn via de Tervuursesteenweg. De schepen stelt dan ook voor om de werkgroep niet via een vaste periodiciteit samen te roepen, maar alleen indien daartoe in functie van bepaalde dossiers behoefte bestaat.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2023

 

KENNISGEVING GOUVERNEUR AANPASSING 3 VAN HET MEERJARENPLAN 2020-2025.

 

Juridische gronden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 332, §1, derde lid.

 

 

Bijlagen

        Brief gouverneur dd. 23 februari 2023.

 

Besluit

Mededeling

De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant nam per brief van 13 februari 2023 kennis van de derde aanpassing van ons meerjarenplan 2020-2025. De brief bevat een aantal vaststellingen m.b.t. transacties met het autonoom gemeentebedrijf Beleko.

 

 

Publicatiedatum: 04/05/2023