NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 22 oktober 2019

Van 20 uur tot 21 uur

 

Aanwezig:

Voorzitter:

Albert Mees

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Raadsleden:

Yvette Laes, Jan De Keyzer, Joris Fonteyn, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Peter Persyn en Jimmy Geyns

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Raadslid:

Pieter Sempels

 


Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

ZITTINGEN GR. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische gronden

  • Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur

Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 24 september 2019.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de notulen van de zitting van 24 september 2019 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

AUDIT VLAANDEREN. KENNISNAME OPVOLGINGSRAPPORT VAN AUDIT VLAANDEREN OVER DE REALISATIE VAN DE AANBEVELINGEN UIT DE AUDITOPDRACHTEN BIJ GEMEENTE EN OCMW BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Kennisname door de gemeenteraad op 29 augustus 2017 van het rapport van Audit Vlaanderen over de organisatieaudit bij de gemeente Bertem.

 

Feiten en context

  • Op 26 mei 2017 leverde Audit Vlaanderen een auditrapport op over de organisatie-audit bij gemeente Bertem (auditopdracht 1606 053). Dit rapport bevatte 3 aanbevelingen, waarvoor het management een streefdatum, een verantwoordelijke en een actieplan heeft bepaald.

 

Juridische gronden

  • Artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Audit Vlaanderen”
    Er is bij een audit bij een gemeentebestuur minstens een rapportering aan de gemeenteraad.

 

 

Bijlagen

  • Opvolging Audit Bertem

 

Mededeling

De gemeenteraad neemt kennis van het bijgevoegde opvolgingsrapport van Audit Vlaanderen over de realisatie van de aanbevelingen uit de auditopdrachten bij gemeente en OCMW Bertem.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

BEVOEGDHEDEN ALGEMEEN DIRECTEUR. AANPASSING BEGRIP 'DAGELIJKS PERSONEELSBEHEER'.

 

Voorgeschiedenis

         Gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2018 over de aanpassing van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer'.

         Raadsbesluit van 28 juni 2018 over de aanpassing van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer'.

 

Feiten en context

         De raad voor maatschappelijk welzijn paste op 28 juni 2018 het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' aan, zoals die door de gemeenteraad werd aangepast en vastgesteld op 26 juni 2018.

         De raad voor maatschappelijk welzijn voegde echter twee bijkomende punten toe aan de bevoegdheden van de algemeen directeur:

º         de aanwervings- en de selectieprocedure voor vervangers voor een periode minder dan één jaar (art. 30 §3 RPR)

º         de aanwervings- en selectieprocedure voor jobstudenten

 

Juridische gronden

         Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen

         Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

         Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding

         Artikel 170 van het decreet lokaal bestuur
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. Hij rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

         Arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel, laatst gewijzigd op 18 november 2014

         Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, laatst gewijzigd op 27 juni 2017

 

Argumentatie

Aangezien de algemeen directeur hoofd van het personeel is van zowel het personeel van de gemeente als het personeel van het OCMW, worden zijn bevoegdheden op vlak van dagelijks personeelsbeheer het best zo gelijk mogelijk vastgesteld voor zowel de gemeente als het OCMW omdat dit kan bijdragen tot een efficiënter georganiseerd dagelijks personeelsbeheer. Daarom is het aangewezen om bijkomende punten toe te voegen aan het begrip dagelijks personeelsbeheer:

         de aanwervings- en de selectieprocedure voor vervangers voor een periode minder dan één jaar (art. 30 §3 RPR);

         de aanwervings- en selectieprocedure voor jobstudenten.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om volgende punten toe te voegen aan de lijst dagelijks personeelsbeheer en zijn als dusdanig een bevoegdheid van de algemeen directeur:

         de aanwervings- en de selectieprocedure voor vervangers voor een periode minder dan één jaar (art. 30 §3 RPR);

         de aanwervings- en selectieprocedure voor jobstudenten.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

PERSONEELSFORMATIE. AANPASSING PERSONEELSFORMATIE EN ORGANOGRAM.

 

Feiten en context

  • De personeelsformatie bevat de opsomming van het aantal en de soorten betrekkingen die nodig zijn voor de permanente personeelsbehoeften.
  • Het organogram geeft de organisatiestructuur van de gemeentelijke diensten weer en geeft de gezagsverhoudingen aan.

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Artikel 161 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast.
    Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het managementteam van 15 oktober 2019.
  • Schriftelijk advies van ACV Openbare diensten en van ACOD-LRB van 17 oktober 2019: de vakbonden tonen zich bezorgd over het verlies van de leidinggevende positie van de ploegbaas ten voordele van de werkleider, ook al behoudt de ploegbaas zijn wedde. Zij vragen of er geen uitdovend scenario mogelijk is. De bijkomende functies zijn contractueel; de vakbonden blijven pleiten voor statutaire tewerkstelling. Voor de rest geven zij wel positief advies.

 

Argumentatie

Aan de raad worden een aantal wijzigingen aan de personeelsformatie en aan het organogram voorgesteld:

  • voor drie functies wordt een nieuwe salarisschaal voorzien (van A1a-A2a naar A1a-A3a)
  • er wordt een nieuwe functie van werkleider-toezichter (C1-C3) ingeschreven
  • er komt een functie van technisch assistent (D1-D3) over van de dienst openbare werken naar de facilitaire dienst..

 

Organogram:

  • de functie van werkleider-toezichter (C1-C3) wordt toegevoegd
  • de functies van technisch assistent openbare werken, incl. de functie van ploegbaas openbare werken, valt onder de bevoegdheid van de werkleider-toezichter
  • één functie van technisch assistent (D1-D3) bij de dienst openbare werken wordt verplaatst naar de facilitaire dienst
  • de functie van toezichter (B1-B3) wordt in het organogram verplaatst van de dienst openbare werken naar de dienst financiën en facilitair beheer
  • de functies van afdelingshoofd (mens, interne zaken en grondgebiedzaken) worden aangepast naar niveau A1a-A3a

 

Financiële gevolgen

De globale meerkost bij invulling van alle functies wordt geschat op ongeveer 173 456 euro, incl. de bijkomende werkingskosten die het gevolg zijn van het toegenomen personeelsbestand.

 

 

Bijlagen

  • motivatienota aanpassing organogram oktober 2019
  • organogram gemeente en OCMW oktober 2019
  • legende organogram
  • formatie gemeente oktober 2019
  • formatie OCMW oktober 2019
  • Financiële impact
  • Financiële impact nota

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het gewijzigde organogram en de gewijzigde personeelsformatie, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit, goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

RECHTSPOSITIEREGELING. AANPASSING RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTEPERSONEEL.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 28 oktober 2008 over de goedkeuring van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, laatst gewijzigd op 27 juni 2017.
  • Raadsbesluit van 22 oktober 2019 over de gewijzigde personeelsformatie.

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.
  • Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur
    Het vaststellen van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
  • Artikel 171, §4 van het decreet lokaal bestuur
    Dit artikel bepaalt dat de algemeen directeur de taak heeft om in samenwerking met het managementteam een ontwerp van plaatselijke rechtspositieregeling op te maken.
  • Artikel 186 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad stelt de rechtspositieregeling van het personeel vast.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het managementteam van 15 oktober 2019.
  • Gunstig schriftelijk advies van ACV Openbare Diensten en van ACOD-LRB van 17 oktober 2019

 

Argumentatie

De nieuwe salarisschaal A1a-A3a voor afdelingshoofden is nog niet opgenomen bij de functionele loopbaan in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

Deze aanpassing in de rechtspositieregeling is noodzakelijk om deze salarisschaal te kunnen toepassen.

 

 

Bijlagen

  • Wijzigingen rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel goed.

 

Artikel 2:

Dit besluit treedt in werking vanaf 1 november 2019.

 

Artikel 3:

Het administratief personeel kan de gewijzigde rechtspositieregeling consulteren via intranet. Aan het overige personeel wordt een analoog exemplaar van deze gewijzigde rechtspositieregeling bezorgd.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Punt bijlagen/links brtg-doc-20191004-o nota aanpassing RPR.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

RECHTSPOSITIEREGELING. VASTLEGGING VERVANGENDE FEESTDAG EN VERVANGEND BETAALD VERLOF FEESTDAGEN 2020.

 

Feiten en context

  • In 2020 vallen de reglementaire feestdagen 11 juli, 15 augustus, 1 november en 26 december op een zaterdag of zondag.

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Artikel 179, §2 van het besluit van de Vlaamse regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2007.
    De raad krijgt de opdracht om de wijze te bepalen voor compensatie van feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag.
  • Artikel 226, §2 van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van 28 oktober 2008 en latere wijzigingen
    De raad bepaalt jaarlijks op welke wijze feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag gecompenseerd worden.

 

Adviezen

  • Op 14 oktober 2019 werd advies gevraagd aan de vakbonden. Gunstig schriftelijk advies van ACOD-LRB van 14 oktober 2019.

 

Argumentatie

Omwille van de uniformiteit en van de integratie van de diensten van gemeente en OCMW is het wenselijk om aan de personeelsleden het recht te verlenen om de compensatie voor de feestdagen die vallen op zaterdag 11 juli 2020, zondag 1 november 2020 en zaterdag 26 december 2020 conform de modaliteiten van de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen. De feestdag van zaterdag 15 augustus 2020 wordt verplaatst naar maandag 20 juli 2020 zodat de brug wordt gemaakt met de Nationale feestdag van dinsdag 21 juli 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad stelt de vervangende feestdag voor zaterdag 15 augustus 2020 vast op maandag 20 juli 2020.

 

Artikel 2:

Het vervangend betaald verlof voor de feestdagen van zaterdag 11 juli 2020, zondag 1 november 2020 en zaterdag 26 december 2020 wordt toegevoegd aan de jaarlijkse vakantiedagen.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

UITZENDARBEID. GOEDKEURING REGLEMENT VOOR DE INZET VAN UITZENDARBEID BIJ HET GEMEENTEBESTUUR.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 24 september 2019 over de toetreding tot Poolstok

 

Feiten en context

  • Het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen breidt de motieven uit waarvoor besturen uitzendkrachten kunnen inschakelen. Uitzendarbeid is decretaal toegelaten voor een periode van maximaal 12 maanden, met inbegrip van eventuele verlengingen. Indien een lokaal bestuur gebruik wenst te maken van uitzendkrachten, komt het aan de gemeenteraad toe om hiervoor een kader (reglement) vast te stellen. In toepassing van het syndicaal statuut moet hierover voorafgaand onderhandeld worden met de vakorganisaties. Het college van burgemeester en schepenen heeft dan de bevoegdheid om een beroep te doen op uitzendarbeid binnen het kader dat door de raad wordt opgesteld. Het kader moet bepalen op welke vormen/motieven van uitzendarbeid het bestuur zich wilt beroepen. Niet alle in het decreet voorziene motieven zijn automatisch toegelaten bij een lokaal bestuur. Volgende motieven zijn mogelijk:
    • Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst
    • Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd
    • Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet
    • Tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent
    • Een tijdelijke vermeerdering van werk
    • Uitvoering van uitzonderlijk werk
    • In het kader van tewerkstellingstrajecten
    • Voor artistieke prestaties of artistieke werken.
  • Verder worden hierin de voorwaarden opgenomen voor elke vorm van uitzendarbeid bv. beperkt tot bepaalde functies, maximum aantal uitzendkrachten per motief, de voorwaarden voor verlenging (binnen de wettelijk maximumtermijn van 12 maanden)... Het bestuur heeft een informatieplicht t.a.v. de vakorganisaties bij elke indienstneming van een uitzendkracht. In het reglement moet de wijze opgenomen zijn waarop de vakorganisaties in kennis worden gesteld van het feit dat een uitzendkracht in dienst zal treden. Deze kennisgeving moet in ieder geval plaatsvinden voordat een uitzendkracht aan de slag gaat. Er is hierbij geen goedkeuring van de vakorganisaties vereist. Ook de duur, waarvoor maximaal gebruik kan worden gemaakt van een motief van uitzendarbeid, moet in het reglement opgenomen worden. Deze duur kan nooit langer zijn dan 12 maanden (inclusief verlengingen).
  • Jaarlijks zal globale informatie (per motief het aantal uitzendkrachten en de gepresteerde uren + de totale kostprijs) over uitzendkrachten bezorgd moeten worden aan het plaatselijke hoog overlegcomité (HOC).
  • Aangezien de uitzendkracht geen personeelslid wordt van de (lokale) overheid, is hij ook niet onderworpen aan de rechtspositieregeling van het (lokaal) bestuur (m.u.v. feestdagenregeling, arbeidsduur, loonschalen, vergoedingen, toelagen...). De rechtspositieregeling van de uitzendkrachten blijft gewaarborgd door het Sociaal Fonds en de Commissie van goede diensten.
  • Er moet op toegezien worden dat de aanstelling van het uitzendarbeidsbureau waarop een beroep wordt gedaan op een correcte wijze verloopt (wet op overheidsopdrachten).

 

Juridische gronden

  • Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
  • Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers
  • Decreet van 10 december 2010 betreffende de private arbeidsbemiddeling
    Dit decreet bepaalt de voorwaarden inzake private arbeidsbemiddeling en inzake uitzendactiviteiten, de erkenning als uitzendbureau, de klachtenprocedure en de handhaving.
  • Artikel 4 van het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse Overheidsdiensten en de lokale besturen
    De Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen kunnen een beroep doen op uitzendarbeid in de hierna volgende gevallen:
    • 1° tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst;
    • 2° tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd;
    • 3° tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet;
    • 4° tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent;
    • 5° een tijdelijke vermeerdering van werk;
    • 6° uitvoering van uitzonderlijk werk;
    • 7° in het kader van tewerkstellingstrajecten;
    • 8° voor artistieke prestaties of artistieke werken.
  • Artikel 6 van het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse Overheidsdiensten en de lokale besturen
    De raad bepaalt in welke gevallen uitzendarbeid mogelijk is binnen de krijtlijnen van dit decreet. De raad stelt hierover de nadere regels vast.
  • Koninklijk besluit van 7 december 2018 inzake de definiëring van uitzonderlijk werk in uitvoering van artikel 1, § 4 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het managementteam van 24 september 2019
  • Advies van het hoog overlegcomité van 9 oktober 2019: ACV Openbare Diensten gaat net zoals bij andere lokale besturen niet akkoord met de mogelijkheid om de wettelijke maximumtermijn van 12 maanden uitzendarbeid te benutten en wenst de inzet van uitzendarbeid te beperken tot specifieke functies.
  • Schriftelijk advies van ACOD-LRB van 11 oktober 2019: ACOD vraagt om maximumtermijnen te bepalen bij elk motief om een uitzendkracht in te zetten.

 

Argumentatie

Aangezien de normale aanwervingsprocedure de regel moet blijven, lijkt het niet aangewezen om uitzendarbeid voor elk motief mogelijk te maken.

Vooraleer een beroep te doen op uitzendarbeid, moeten de andere mogelijkheden voor de invulling van de tijdelijke behoefte worden benut, zoals een wervingsreserve voor de functie, een bevraging bij personeelsleden met een deeltijds contract of deeltijdse opdracht of zij bereid zijn om tijdelijk hun contract of opdracht uit te breiden, de opstart van een aanwervingsprocedure, de inzet van vrijwilligers...

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Er kan een beroep worden gedaan op uitzendarbeid overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten opgenomen in dit besluit met het oog op:

         de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst

         de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd

         de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet

         de tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent

         een tijdelijke vermeerdering van werk

  • uitvoering van uitzonderlijk werk.

 

Onder de uitvoering van uitzonderlijk werk worden de volgende werkzaamheden verstaan, voor zover zij niet behoren tot de gewone bedrijvigheden van de werkgever (gebruiker):

         de werkzaamheden in verband met de voorbereiding, de werking en de voltooiing van jaarbeurzen, salons, congressen, studiedagen, seminaries, openbare manifestaties, stoeten, tentoonstellingen, recepties, marktstudies, enquêtes, verkiezingen, speciale promoties, vertalingen en verhuizingen;

         het lossen van vrachtwagens of andere vervoersmiddelen;

         het secretariaatswerk in het kader van de ontvangst en het verblijf van tijdelijke buitenlandse delegaties

         de werkzaamheden met het oog op kortstondige uitvoering van gespecialiseerde opdrachten die een bijzondere beroepsbekwaamheid vereisen;

         de arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval en de dringende arbeid aan machines of materieel

         de werken die betrekking hebben op het opstellen van een inventaris of een balans.

 

Artikel 2:

Er kan slechts een beroep gedaan worden op uitzendarbeid indien voldaan is aan onderstaande voorwaarden:

         er is geen actieve wervingsreserve voor de betrokken functie, of de bestaande wervingsreserve levert geen beschikbare kandidaat;

         er kan, gezien het dringend karakter, geen aanwervingsprocedure doorlopen worden;

         een bevraging van personeelsleden met een deeltijds contract of deeltijdse opdracht leverde geen beschikbare kandidaat op (tijdelijke uitbreiding contract of opdracht).

 

Indien duidelijk is dat er gedurende langere tijd een tijdelijk personeelslid nodig is, zal tijdens de looptijd van de uitzendarbeid een aanwervingsprocedure opgestart worden.

 

De uitzendarbeid wordt voor een termijn van maximaal 6 maanden gebruikt. Deze termijn kan maximaal 2 maal verlengd worden met een periode van 3 maanden, op voorwaarde dat het motief nog steeds bestaat en er redelijkerwijze geen aanwervingsprocedure kon gevoerd worden of deze geen resultaat opleverde.

 

Artikel 3:

Uitzendkrachten kunnen niet tewerkgesteld worden met opeenvolgende dagcontracten. Er kan geen gebruik gemaakt worden van uitzendarbeid bij staking of lock out.

 

Artikel 4:

Het college van burgemeester en schepenen stelt de vakorganisaties in kennis van het feit dat een uitzendkracht zijn werk binnen het bestuur zal aanvatten:

         uiterlijk op de eerste dag van tewerkstelling van de uitzendkracht, evenals bij aanvang van elke verlenging;

         via e-mail, met vermelding van het motief, de functie, de verwachte duur van tewerkstelling en het uitzendkantoor dat zal optreden als werkgever.

 

Artikel 5:

In het eerste hoog overlegcomité van het kalenderjaar bezorgt de gemeente de globale informatie over de inzet van uitzendkrachten in het voorafgaande kalenderjaar. Deze informatie bevat minstens:

         per motief het aantal uitzendkrachten en de uren die ze gepresteerd hebben;

         de totale kostprijs van de uitzendkrachten.

 

Artikel 6:

De aanstelling van het uitzendbureau/de uitzendbureaus met wie de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid in uitvoering van dit besluit wordt gesloten, wordt toevertrouwd aan Poolstok.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES. GOEDKEURING VAN DE POLITIEVERORDENING BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VOOR OVERTREDINGEN BETREFFENDE HET STILSTAAN EN HET PARKEREN EN OVERTREDINGEN BETREFFENDE DE VERKEERSBORDEN C3 EN F103, VASTGESTELD MET AUTOMATISCH WERKENDE TOESTELLEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 20 maart 2018 over de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties
  • Collegebesluit van 8 april 2019 over de principiële beslissing tot toetreding tot het provinciaal systeem voor de afhandeling van overtredingen betreffende stilstaan, parkeren en de verkeersborden C3 en F103

 

Feiten en context

  • De wet van 24 juni 2013 heeft een nieuwe categorie van gemengde inbreuken ingevoerd, namelijk overtredingen op het stilstaan en parkeren en overtredingen op het verkeersbord C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen.
  • Deze inbreuken blijven strafbaar in de wegverkeerswetgeving maar de mogelijkheid wordt voorzien om deze inbreuken administratief af te handelen.
  • De gemeente moet hiervoor deze inbreuken opnemen in een politieverordening waarop een administratieve geldboete wordt bepaald zoals voorzien in het koninklijk besluit van 9 maart 2014.
  • Deze inbreuken worden opgenomen in een afzonderlijke politieverordening omdat de wet een afzonderlijke procedure voorziet geïnspireerd op deze van de wegverkeerswetgeving.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 119, 119bis en 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988
  • Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
  • Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
  • Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen
    • De administratieve geldboete voor een overtreding van de eerste categorie zoals bepaald in artikel 2, §1 van dit koninklijk besluit bedraagt op het moment van de goedkeuring van de politieverordening 58 euro
    • De administratieve geldboete voor een overtreding van de tweede categorie zoals bepaald in artikel 2, §2 van dit koninklijk besluit bedraagt op het moment van de goedkeuring van de politieverordening 116 euro.
  • Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968
  • Decreet van 16 mei 1968 betreffende aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens
  • Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
  • Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
  • Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
  • Gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2014 tot aanwijzing van de provinciale ambtenaren belast met het opleggen van administratieve geldboetes zoals voorzien in artikel 6, 53 van de wet van 24 juni 2013 betreffende gemeentelijke administratieve sancties

 

Argumentatie

De gemeente Bertem wenst in samenwerking met de politiezone Voer en Dijle en met de andere gemeenten van de politiezone het hinderlijk en gevaarlijk parkeren aan te pakken door middel van gemeentelijke administratieve sancties.

De fout geparkeerde voertuigen zijn niet alleen een belemmering voor de mobiliteit, maar ook een bedreiging voor de openbare veiligheid en voor de leefkwaliteit in de deelgemeenten.

 

Gelet op de specificiteit en de grote hoeveelheid van de parkeerovertredingen heeft de wetgever ervoor gekozen om specifieke regels en procedures voor de toepassing van dit GAS-systeem in het leven te roepen. Die procedures zijn geïnspireerd op de huidige regels die van toepassing zijn in de verkeerswetgeving, zoals de aansprakelijkheid van de houder van de nummerplaat, de toepassing van het systeem van de onmiddellijke inning enz. Er wordt gestreefd naar uniformiteit voor alle steden en gemeenten inzake de toepasbare geldboetes, zodat het systeem ook transparant blijft voor de automobilist die zijn voertuig parkeert. De procedure wijkt dus af van de 'gewone' GAS-procedure.

 

Besluit

eenparig

 

Algemeen

 

Artikel 1:

De overtredingen op de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, zoals opgesomd in het koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen, begaan door meerderjarige natuurlijke personen of rechtspersonen, kunnen, overeenkomstig de bepalingen in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, met een administratieve sanctie worden bestraft.

De definities van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg zijn van toepassing op onderstaande rubriek.

 

Inbreuken

 

Artikel 2:

Binnen de woonerven en de erven, is het parkeren verboden, behalve:

a.) op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter "P" aangebracht is;

b.) op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat.

Deze overtredingen van de eerste categorie kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 3:

Op de openbare wegen voorzien van verhoogde inrichtingen, die aangekondigd zijn door de verkeersborden A14 en F87, of die op de kruispunten alleen aangekondigd zijn door de verkeersborden A14, of die gelegen zijn binnen een zone afgebakend door de verkeersborden F4a en F4b, is stilstaan en parkeren verboden op deze inrichtingen, behoudens plaatselijke reglementering.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

A14

F87

F4a

F4b

 

Artikel 4:

In voetgangerszones is het parkeren verboden.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 5:

Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld rechts ten opzichte van zijn rijrichting. Indien het een rijbaan is met eenrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 6:

Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld:

a.) buiten de rijbaan op de gelijkgrondse berm of, buiten de bebouwde kommen, op eender welke berm;

b.) indien het een berm betreft die de voetgangers moeten volgen, moet langs de buitenkant van de openbare weg een begaanbare strook van ten minste 1,50 meter breed vrijgelaten worden;

c.) indien de berm niet breed genoeg is, moet het voertuig gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan opgesteld worden;

d.) indien er geen bruikbare berm is, moet het voertuig op de rijbaan opgesteld worden.

Deze overtredingen van de eerste categorie kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 7:

Elk voertuig dat volledig of ten dele op de rijbaan opgesteld is, moet geplaatst worden:

a.) zover mogelijk van de aslijn van de rijbaan;

b.) evenwijdig met de rand van de rijbaan, behoudens bijzondere plaatsaanleg;

c.) in één enkele file.

Motorfietsen zonder zijspan of aanhangwagen mogen evenwel haaks op de rand van de rijbaan parkeren voor zover zij daarbij de aangeduide parkeermarkering niet overschrijden.

Deze overtredingen van de eerste categorie kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 8:

Fietsen en tweewielige bromfietsen moeten buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken, behalve op plaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°. f van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 9:

Motorfietsen mogen buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer van het gebruik van de openbare weg opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 10:

Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

a.) op 3 meter of meer doch op minder dan 5 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;

b.) op de rijbaan op 3 meter of meer doch op minder dan 5 meter voor de oversteekplaatsen voor voetgangers en de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen;

c.) in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;

d.) op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten, behoudens plaatselijke reglementering;

e.) op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten buiten de kruispunten behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeerslichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt;

f.) op minder dan 20 meter voor de verkeersborden behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.

Deze overtredingen van de eerste categorie kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 11:

Het is verboden een voertuig te parkeren:

a.) op minder dan 1 meter zowel voor als achter een ander stilstaand of geparkeerd voertuig en op elke plaats waar het voertuig het instappen in of het wegrijden van een ander voertuig zou verhinderen;

b.) op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een autobus-, trolleybus- of tramhalte aanwijst;

c.) voor de inrij van eigendommen, behalve de voertuigen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht;

d.) op elke plaats waar het voertuig de toegang tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen zou verhinderen;

e.) buiten de bebouwde kommen op de rijbaan van een openbare weg waarop het verkeersbord B9 is aangebracht;

 

B9

 

f.) op de rijbaan wanneer deze verdeeld is in rijstroken, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a of E9b is aangebracht;

 

 

g.) op de rijbaan langs de gele onderbroken streep, bedoeld in artikel 75.1.2.° van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

h.) op rijbanen met tweerichtingsverkeer tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer twee andere voertuigen daardoor elkaar moeilijk zouden kunnen kruisen;

i.) op de middelste rijbaan van een openbare weg met drie rijbanen;

j.) buiten de bebouwde kommen, langs de linkerkant van een rijbaan van een openbare weg met twee rijbanen of op de middenberm die deze rijbanen scheidt.

Deze overtredingen van de eerste categorie kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 12:

Het is verboden onjuiste aanduidingen op de schijf te laten verschijnen. De aanduidingen van de schijf mogen niet gewijzigd worden voordat het voertuig de parkeerplaats verlaten heeft.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 13:

Het is verboden op de openbare weg motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden en aanhangwagens langer dan vierentwintig uur na elkaar te parkeren.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 14:

Binnen de bebouwde kommen is het verboden op de openbare weg auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te parkeren, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a, E9c of E9d is aangebracht.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

E9a

E9c

E9d

 

Artikel 15:

Het is verboden op de openbare weg reclamevoertuigen langer dan drie uur na elkaar te parkeren.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 16:

Het niet hebben aangebracht van de speciale kaart bedoeld in artikel 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg of het door artikel 27.4.1 van hetzelfde besluit hiermee gelijkgesteld document op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het op een voorbehouden parkeerplaats voor personen met een handicap geparkeerde voertuig.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 17:

Verkeersborden E1, E3, E5, E7 en van type E9 betreffende het stilstaan en het parkeren niet in acht nemen.

Deze overtredingen van de eerste categorie kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

E1

E3

E5

E7

Type E9

 

Artikel 18:

Het verkeersbord E11 niet in acht nemen.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

E11

 

Artikel 19:

Het stilstaan of parkeren is verboden op markeringen van verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 20:

Het stilstaan of parkeren is verboden op witte markeringen bedoeld in artikel 77.5 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg die de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 21:

Het stilstaan of parkeren is verboden op de dambordmarkering die bestaat uit witte vierkanten die op de grond zijn aangebracht.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 22:

Het niet in acht nemen van het verkeersbord C3 wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

C3

 

Artikel 23:

Het niet in acht nemen van het verkeersbord F103 wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen.

Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §1 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

F103

 

Artikel 24:

Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op autowegen, behalve op de parkeerstroken, aangewezen door het verkeersbord E9a.

Deze overtreding van de tweede categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §2 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

E9a

 

Artikel 25:

Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

a.) op de trottoirs en, binnen de bebouwde kommen, op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;

b.) op de fietspaden en op minder dan 3 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;

c.) op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 3 meter voor deze oversteekplaatsen;

d.) op de rijbaan in de onderbruggingen, in de tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder de bruggen;

e.) op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is.

Deze overtredingen van de tweede categorie kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §2 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 26:

Het is verboden een voertuig te parkeren:

a.) op de plaatsen waar de voetgangers en de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen op de rijbaan moeten komen om omheen een hindernis te gaan of te rijden;

b.) op de plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen zou belemmerd worden;

c.) wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden.

Deze overtredingen van de tweede categorie kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §2 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Artikel 27:

Het is verboden een voertuig te parkeren op de parkeerplaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°, c van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg behalve voor de voertuigen gebruikt door personen met een handicap die in het bezit zijn van een speciale kaart zoals bedoeld in artikel 27.4.1 of 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

Deze overtreding van de tweede categorie kan worden bestraft met een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 2, §2 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, inclusief eventuele wijzigingen.

 

Procedure

 

Artikel 28:

Het opleggen en het innen van de administratieve geldboete verloopt volgens de bepalingen van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 

Wijzigingsbepalingen en inwerkingtreding

 

Artikel 29:

Art. 8.2 van de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties, goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 maart 2018, wordt vervangen als volgt:

"Art. 8.2 Inbreuken op het stilstaan en parkeren en de verkeersborden C3 en F103

De overtredingen op het stilstaan en parkeren en de overtredingen op de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, kunnen bestraft worden met een administratieve sanctie volgens de politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 oktober 2019."

 

Artikel 30:

Bijlage 2 van de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties, goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 maart 2018, wordt opgeheven.

 

Artikel 31:

Dit reglement treedt in werking op het moment van de bekrachtiging van het protocolakkoord met het parket van de Procureur des Konings van Leuven.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES. GOEDKEURING VAN HET ONTWERP PROTOCOLAKKOORD MET HET PARKET VAN DE PROCUREUR DES KONINGS VAN LEUVEN EN VAN HET ONTWERPAKKOORD MET DE PROVINCIE VLAAMS-BRABANT OVER DE GROOTTE VAN DE VERGOEDING EN DE WIJZE VAN BETALING IN VERBAND MET DE ADMINISTRATIEVE AFHANDELING OVER EN VAN DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VOOR OVERTREDINGEN OP HET STILSTAAN EN PARKEREN EN OVERTREDINGEN OP DE VERKEERSBORDEN C3 EN F103, VASTGESTELD MET AUTOMATISCH WERKENDE TOESTELLEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 8 april 2019 over de principiële beslissing tot toetreding tot het provinciaal systeem voor de afhandeling van overtredingen betreffende stilstaan, parkeren en de verkeersborden C3 en F103
  • Raadsbesluit van 22 oktober 2019 over de goedkeuring van de politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen

 

Feiten en context

  • De wet van 24 juni 2013 heeft een nieuwe categorie van gemengde inbreuken ingevoerd, namelijk overtredingen op het stilstaan en parkeren en overtredingen op het verkeersbord C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen.
  • Deze inbreuken blijven strafbaar in de wegverkeerswetgeving maar de mogelijkheid wordt voorzien om deze inbreuken administratief af te handelen.
  • De gemeente heeft hiervoor deze inbreuken opgenomen in een politieverordening waarop een administratieve geldboete wordt bepaald zoals voorzien in het koninklijk besluit van 9 maart 2014.
  • De gemeente moet hiervoor met het parket een protocolakkoord afsluiten.
  • De gemeente moet hiervoor tevens het akkoord over de grootte van de vergoeding en de wijze van betaling in verband met de administratieve afhandeling van de overtredingen op het stilstaan en parkeren en overtredingen op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen goedkeuren.
  • Door de provincie Vlaams-Brabant wordt een systeem aangeboden om overtredingen betreffende stilstaan en parkeren en overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 administratief en digitaal af te handelen. Voor de administratieve verwerking van deze GAS-dossiers heeft de juridische dienst van het provinciebestuur Vlaams-Brabant een applicatie ter beschikking binnen hun bestaand documentbeheerssysteem.
  • De inkomsten van de GAS-boetes vloeien terug naar de gemeente na vermindering van de administratieve kosten van de provincie.
  • De kostprijs per geregistreerd dossier behandeld door de provinciale sanctionerende ambtenaar bedraagt 30 euro en wordt verlaagd naar 15 euro na het eerste jaar.
  • Voor het digitaal beheer en uitwisseling van gegevens en PV's moet het softwareprogramma van de boekhouding en van de politie aangepast worden.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 119, 119bis en 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988
  • Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
  • Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
  • Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen
    • De administratieve geldboete voor een overtreding van de eerste categorie zoals bepaald in artikel 2, §1 van dit koninklijk besluit bedraagt op het moment van de goedkeuring van de politieverordening 58 euro
    • De administratieve geldboete voor een overtreding van de tweede categorie zoals bepaald in artikel 2, §2 van dit koninklijk besluit bedraagt op het moment van de goedkeuring van de politieverordening 116 euro.
  • Provincieraadsbesluit van Vlaams-Brabant van 19 november 2013 waarbij de aanstelling van Johan Guillemyn en Greet Van Eygen als provinciaal sanctionerende ambtenaren voor onbepaalde tijd wordt verlengd
  • Gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2014 tot aanwijzing van de provinciale ambtenaren belast met het opleggen van administratieve geldboetes zoals voorzien in artikel 6, 53 van de wet van 24 juni 2013 betreffende gemeentelijke administratieve sancties
  • Provincieraadsbesluit van Vlaams-Brabant van 2 februari 2016 waarbij werd vastgesteld dat de kostprijs per dossier in een eerste (ontwikkelings-)fase 30 euro per dossier bedraagt
  • Provincieraadsbesluit van Vlaams-Brabant van 19 juni 2018 waarbij werd vastgesteld dat de kostprijs per dossier wordt verlaagd van 30 naar 15 euro per behandeld dossier, na het eerste jaar dat een gemeente dergelijke dossiers door de provincie heeft laten behandelen

 

Argumentatie

Door de invoering van het systeem van de provincie Vlaams-Brabant voor de administratieve en digitale afhandeling van deze inbreuken kan de gemeente een effectief en efficiënt parkeer- en verkeersbeleid voeren dat de doorstroming van het verkeer en de veiligheid en leefbaarheid van iedereen ten goede komt.

 

 

Bijlagen

         Ontwerp protocolakkoord gemeente-parket GAS stilstaan en het parkeren C3 en F103.

         Ontwerpakkoord Gemeente-Provincie Vlaams-Brabant vergoeding GAS stilstaan en het parkeren C3 en F103.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt het bijgevoegde ontwerp protocolakkoord met het parket van de Procureur des Konings van Leuven over overtredingen op het stilstaan en parkeren en overtredingen op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen goed.

 

Artikel 2:

De raad keurt het bijgevoegde akkoord over de grootte van de vergoeding en de wijze van betaling in verband met de administratieve afhandeling van de overtredingen over het stilstaan en parkeren en de overtredingen op de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

ICT. TOETREDING RAAMCONTRACT ICT STAD BRUGGE.

 

Voorgeschiedenis

  • Besluiten van de gemeenteraad van stad Brugge van 24 april 2018 en 26 juni 2018 houdende de vaststelling van de wijze van gunnen en het vaststellen van de lastvoorwaarden van het bestek van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten” voor de 12 percelen.
  • Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van stad Brugge van 19 november 2018 over de toewijzing van perceel 1, perceel 2, perceel 4 en perceel 11 van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten”.
  • Besluit van het college van burgemeester en schepenen van stad Brugge van 10 december 2018 houdende de toewijzing van perceel 11 van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten”.
  • Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van stad Brugge van 11 februari 2019 over de toewijzing van perceel 3, perceel 8 en perceel 9 van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten”.
  • Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van stad Brugge van 18 februari 2019 houdende de toewijzing van perceel 5, perceel 6, perceel 7 en perceel 10 van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten”.

 

Feiten

         De stad Brugge heeft een raamcontract voor informaticadiensten afgesloten, door middel van een mededingingsprocedure met onderhandeling, voor diverse percelen.

  • De stad Brugge treedt op als aankoopcentrale voor een diversiteit aan entiteiten die ook gebonden zijn aan de wet overheidsopdrachten. Die potentiële afnemers van onderhavige opdracht zijn:

o        Vlaamse steden, gemeenten en hun vzw’s, AGB’s, parkeerbedrijven, cultuurcentra en scholen, Vlaamse OCMW’s en Zorgverenigingen

o        Vlaamse politiezones

o        Vlaamse brandweerzones

o        Vlaamse ziekenhuizen en zorginstellingen

o        Vlaamse openbare instellingen en agentschappen (al dan niet verzelfstandigde entiteiten)

o        Federale openbare instellingen

o        Vlaamse provinciale organisaties

o        Overige aan bovenstaande gerelateerd organisaties

o        Een aantal uitzonderingen die (afnemer zijn van het huidige contract en ook) nominatief vermeld worden in de lijst in bijlage

  • Het betreft een contract met 12 percelen:

o        Perceel 1 desktop hardware toegewezen aan RealDolmen nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen;

o        Perceel 2 licenties toegewezen aan RealDolmen nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen;

o        Perceel 3 Consultancy systeemondersteuning infrastructuur

o        Perceel 4 software-ondersteuning toegewezen aan CRONOS NV, KBO nr. 443807959, Veldkant 35D te 2550 Kontich

o        Perceel 5 Switching

o        Perceel 6 Netwerk-en securitycomponenten en ondersteuning

o        Perceel 7 glasvezel

o        Perceel 8 Servers en Storage

o        Perceel 9 GIS

o        Perceel 10 Draadloze netwerken

o        Perceel 11 audiovisuele oplossingen toegewezen aan RealDolmen nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen;

o        Perceel 12 multifunctionals.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht
  • Artikel 41, 10° van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 47, §1, alinea 2 en artikel 47 § 2
    Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.

 

Argumentatie

De stad Brugge heeft een raamcontract voor informaticadiensten afgesloten, door middel van een mededingingsprocedure met onderhandeling, voor diverse percelen. Zij treedt op als aankoopcentrale voor zichzelf en andere lokale besturen. Daardoor heeft de gemeente Bertem de mogelijkheid om in te stappen op dit contract zonder zelf een volledige procedure te moeten doorlopen.

Als aangeslotene bij de aankoopcentrale kan de gemeente dan rechtstreeks opdrachten plaatsen bij de opdrachtnemer aan wie de aankoopcentrale de opdracht heeft gegund.

Stad Brugge beschikt over de technische expertise inzake de aankoop van diverse ICT-producten door aanbestedende overheden.

 

 

Bijlagen

  • Collegebesluit Brugge principiële goedkeuring technisch bestek
  • Gemeenteraadsbesluit Brugge - wijze van gunnen
  • Collegebeslissing perceel 1 Hardware
  • Collegebeslissing perceel 2 Software
  • Collegebeslissing Perceel 3 Consultancy systeemondersteuning infrastructuur
  • Collegebeslissing perceel 4 Software ondersteuning
  • Collegebeslissing perceel 5 Switching
  • Collegebeslissing perceel 6 Security
  • Collegebeslissing perceel 7 Glasvezel
  • Collegebeslissing perceel 8 Servers en storage
  • Collegebeslissing perceel 9 GIS
  • Collegebeslissing perceel 10 Draadloze netwerken
  • Collegebeslissing perceel 11 Audiovisuele oplossingen
  • Collegebeslissing perceel 12 Multifunctionals en printers

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeenteraad verleent goedkeuring om in te stappen in het raamcontract van stad Brugge voor de opdracht “informaticadiensten –12 percelen”.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING IGS HOFHEIDE 18 DECEMBER 2019 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de aanduiding van de vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van IGS Hofheide.
  • Uitnodiging van 4 oktober 2019 voor de algemene vergadering van 18 december 2019, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging IGS Hofheide.
  • Op 18 december 2019 wordt een algemene vergadering van IGS Hofheide gehouden met volgende agendapunten:
    1. Goedkeuring van het verslag van de algemene vergadering van 26 juni 2019.

2. Vaststelling van het budget 2020 en de meerjarenplanning

3. Werking van het crematorium

4. Varia

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
    De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur
    De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
  • Statuten van IGS Hofheide

 

Argumentatie

Voor de algemene vergadering van 18 december 2019 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgesteld.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van IGS Hofheide van 18 december 2019 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. VERDAGING AGENDAPUNT AKTENAME AGENDA BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING RIOBRA 18 DECEMBER 2019 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 17 september 2019 voor de buitengewone algemene vergadering van 18 december 2019, met bijhorende agenda en bijlagen.
  • Aangetekende brief van 22 oktober 2019 van Riobra over de wijziging van de agenda van de algemene vergadering in buitengewone zitting 18 december 2019.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging Riobra.
  • Op de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Riobra van 18 december 2019, meegedeeld op 17 september 2019, waren volgende agendapunten geagendeerd:
    1. Voorstel van fusie door overneming van de opdrachthoudende verenigingen PBE en Riobra door de opdrachthoudende vereniging Iverlek:

1.1. Vaststelling van de opschortende voorwaarden die gelden tav de fusie-operatie. Inzonderheid de erkenning Fluvius Zenne-Dijle als distributienetbeheerder voor elektriciteit en aardgas.

1.2. Kennisneming van het fusievoorstel en van de bijzondere verslagen van de Raad van Bestuur en van de Commissaris met betrekking tot het voorstel tot fusie door overneming door de opdrachthoudende vereniging Iverlek van heel het vermogen, bestaande uit het volledige actief en passief, alle rechten en verplichtingen, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, van de over te nemen verenigingen PBE en Riobra, met juridische inwerkingtreding per 1 januari 2020.

De aandeelhouders kunnen één maand voor de algemene vergadering op de zetel van de vennootschap kennis nemen van het fusievoorstel, voormelde bijzondere verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van Vennootschappen en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen.

1.3. Goedkeuring van de fusie door overneming van PBE en Riobra door Iverlek overeenkomstig het voorstel hiervoor vermeld onder punt 1.2, bij wijze van overdracht aan Iverlek van de algeheelheid van hun vermogen, omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd,, noch voorbehouden, mits toekenning aan de deelnemers van de overgenomen verenigingen van de nieuwe aandelen A en A' van Iverlek (Fluvius Zenne-Dijle), en dit per activiteit netbeheer elektriciteit, netbeheer aardgas, (kabel)netwerken, riolering, warmte en strategische participaties, zonder aanduiding van de nominale waarde, en volledig volstort.

De aandelen zullen worden verdeeld onder de desbetreffende deelnemers van de overgenomen verenigingen zonder opleg/ De huidige toekenning van één winstbewijs per activiteit waarvoor is toegetreden blijft behouden.

En dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2019 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2019.

En overeenkomstige kapitaalwijzigingen.

1.4. Overeenkomstige aanpassing van het register van de deelnemers.

1.5. Goedkeuring van de statuten inclusief naamswijziging van de gefuseerde opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle.

1.6. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de fusie door overneming van PBE en Riobra door Iverlek, en inzonderheid verlening van machtiging om:

  • de al dan niet vervulling opschortende voorwaarden die geleden ten aanzien van de fusie door overneming van PBE en Riobra door Iverlek zoals vermeld onder punt 2.1. vast te stellen;
  • de verwezenlijking van deze fusie door overneming vast te stellen;
  • het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de hypotheekbewaarders vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving;
  • de kapitaalverhoging vast te stellen en navenante aanpassing van de statuten;
  • het register van de deelnemers aan te passen;
  • daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn.

1.7. Verlenen van machtiging om de beslissingen genomen in voorgaande agendapunten 1.1 tot en met 1.6. bij authentieke akte te doen vaststellen.

2. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2019 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2019.

3. Code goed bestuur.

4. Statutaire benoemingen.

5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

6. Statutaire mededelingen.

  • De raad van bestuur van Riobra besliste op 21 oktober 2019 om het volledige eerste agendapunt te schrappen van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 18 december 2019.

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

  • Statuten van Riobra, laatst gewijzigd op 22 juni 2018

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Dit agendapunt wordt verdaagd naar de zitting van de gemeenteraad van 26 november 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. VERDAGING AGENDAPUNT AKTENAME BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING IVERLEK 17 DECEMBER 2019 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 17 september 2019 voor de buitengewone algemene vergadering van Iverlek van 17 december 2019, met bijhorende agenda en bijlagen.
  • Aangetekende brief van 22 oktober 2019 van Iverlek over de wijziging van de agenda van de algemene vergadering in buitengewone zitting op 17 december 2019.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging Iverlek.
  • Op de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Iverlek van 17 december 2019, meegedeeld op 17 september 2019, waren volgende agendapunten geagendeerd:
    1. Statutenwijziging

a. Goedkeuring van de statutenwijzigingen

b. Verlenen van machtiging om de beslissing genomen in dit agendapunt bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dienovereenkomstig aan te passen.

2. Voorstel van fusie door overneming van de opdrachthoudende verenigingen PBE en Riobra door de opdrachthoudende vereniging Iverlek:

2.1. Vaststelling van de opschortende voorwaarden die gelden t.a.v. de fusie-operatie. Inzonderheid de erkenning Fluvius Zenne-Dijle als distributienetbeheerder voor elektriciteit en aardgas.

2.2. Kennisneming van het fusievoorstel en van de bijzondere verslagen van de Raad van Bestuur en van de Commissaris met betrekking tot het voorstel tot fusie door overneming door de opdrachthoudende vereniging Iverlek van heel het vermogen, bestaande uit het volledige actief en passief, alle rechten en verplichtingen, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, van de over te nemen verenigingen PBE en Riobra, met juridische inwerkingtreding per 1 januari 2020 en fiscale boekhoudkundige inwerkingtreding per 1 januari 2020.

De aandeelhouders kunnen één maand voor de algemene vergadering op de zetel van de vennootschap kennis nemen van het fusievoorstel, voormelde bijzondere verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van Vennootschappen en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen.

2.3. Goedkeuring van de fusie door overneming van PBE en Riobra door Iverlek overeenkomstig het voorstel hiervoor vermeld onder punt 1.2, bij wijze van overdracht aan Iverlek van de algeheelheid van hun vermogen, omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, mits toekenning aan de deelnemers van de overgenomen verenigingen van nieuwe aandelen A en A’ van Iverlek (Fluvius Zenne-Dijle), en dit per activiteit netbeheer elektriciteit, netbeheer aardgas, (kabel)netwerken, riolering, 6 warmte en strategische participaties, zonder aanduiding van nominale waarde, en volledig volstort.

De aandelen zullen worden verdeeld onder de desbetreffende deelnemers van de overgenomen verenigingen zonder opleg. De huidige toekenning van één winstbewijs per activiteit waarvoor is toegetreden blijft behouden.

En dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2019 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2019. En overeenkomstige kapitaalwijzigingen.

2.4. Overeenkomstige aanpassing van het register van de deelnemers.

2.5. Goedkeuring van de statuten inclusief naamswijziging van de gefuseerde opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle.

2.6. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de fusie door overneming van PBE en Riobra door Iverlek, en inzonderheid verlening van machtiging om:

- de al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de fusie door overneming van PBE en Riobra door Iverlek zoals vermeld onder punt 2.1. vast te stellen;

- de verwezenlijking van deze fusie door overneming vast te stellen;

- het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de hypotheekbewaarders vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving;

- de kapitaalverhoging vast te stellen en navenante aanpassing van de statuten;

- het register van de deelnemers aan te passen;

- daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn.

2.7. Verlenen van machtiging om de beslissingen genomen in voorgaande agendapunten 2.1. tot en met 2.6 bij authentieke akte te doen vaststellen.

3. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2020 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2020.

4. Code goed bestuur.

5. Statutaire benoemingen.

6. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

7. Statutaire mededelingen.

  • De raad van bestuur van Iverlek besliste op 21 oktober 2019 om de voorgestelde fusie met PBE en Riobra te schrappen van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2019.

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
    De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur
    De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
  • Statuten van Iverlek, laatst gewijzigd op 15 juni 2018

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Dit agendapunt wordt verdaagd naar de zitting van de gemeenteraad van 26 november 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING EN BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING ECOWERF 20 NOVEMBER 2019 EN VASTSTELLING MANDAAT GEMEENTELIJKE VERTEGENWOORDIGER.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de aanstelling van de vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van EcoWerf.
  • Uitnodiging van 22 augustus 2019 voor de buitengewone algemene vergadering van EcoWerf van 20 november 2019, met bijhorende agenda en bijlagen.
  • Uitnodiging van 19 september 2019 voor de algemene vergadering van EcoWerf van 20 november 2019, met bijhorende agenda en bijlagen.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging EcoWerf.
  • Op 20 november 2019 om 19.30 uur wordt een buitengewone algemene vergadering van EcoWerf gehouden met volgende agendapunten:
    1. Samenstelling van het bureau

2. Statutenwijziging

3. Diversen

  • Op 20 november 2019, aansluitend op de buitengewone algemene vergadering, wordt een algemene vergadering van EcoWerf gehouden met volgende agendapunten:
    1. Samenstelling van het bureau
    2. Goedkeuring verslag algemene vergadering 26/06/2019
    3. Financiën: Budgetten 2020, werkingsbijdragen 2020 (statuten art. 15.2), opvraging gemeentelijke bijdrage werkingskosten 2020 en omzetting naar kapitaal
    4. Aanstelling bedrijfsrevisor boekjaren 2019-2020-2021
    5. Diversen

 

Juridische gronden

  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden inzake de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

  • Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur
    De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.
  • Statuten van EcoWerf, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 december 2018.

 

Argumentatie

Voor de buitengewone algemene vergadering en de algemene vergadering van 20 november 2019 moet het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeentelijke vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering en de algemene vergadering van EcoWerf op 20 november 2019 wordt gemandateerd om alle agendapunten goed te keuren.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN AANGEPASTE VERKEERSSITUATIE JULES VANLAERSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 21 januari 2003 over het instellen van een parkeerverbod recht tegenover de inrit naar iedere woning in de Jules Vanlaerstraat.

 

Feiten en context

         In de Jules Vanlaerstraat werd een parkeerreglementering ingesteld door een gele onderbroken lijn op de rand van de rijbaan.

 

Juridische gronden

         Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.

         MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

         Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

         Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.

 

Adviezen

         Gunstig advies van politiezone Voer en Dijle na een plaatsbezoek op 11 april 2019.

         Gunstig advies van de mobiliteitscel van 11 juni 2019.

 

Argumentatie

Omwille van een aanhoudende parkeerproblematiek wordt in de Jules Vanlaerstraat recht tegenover de woning met huisnummer 12 een duidelijk afgebakende parkeerzone ingesteld over een lengte van 10 meter. Aanvullend aan deze uitvoering wordt een rechtzetting van het raadsbesluit van 21 januari 2003 uitgevoerd, met name een parkeerverbod recht tegenover de inrit van de woning met huisnummer 15.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

In de Jules Vanlaerstraat wordt ingesteld:

1)     Overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden (onderbroken gele streep op de werkelijke rand van de rijbaan of op de boordsteen van het voetpad of de verhoogde berm):

recht tegen over de inrit naar iedere woning en op het ganse rondpunt.

2)     Overlangse markeringen die een denkbeeldige rand van de rijbaan aanduiden (witte doorlopende streep - het aan de andere kant van deze streep gelegen deel van de openbare weg is voorbehouden voor het stilstaan en parkeren):

recht tegen over de woning met huisnummer 12 over een lengte van 10 meter.

 

Artikel 2:

De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door:

         met betrekking tot art. 1.1, overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden, een gele onderbroken streep (artikel 75.1.2°);

         met betrekking tot artikel 1.2, overlangse markeringen die de denkbeeldige rand van de rijbaan aanduiden, een brede witte doorlopende streep (artikel 75.2) en het bord E9a met onderborden type Xa met afstandsbepaling.

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

 

Artikel 3:

Alle vorige raadsbesluiten over aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer met betrekking tot de Jules Vanlaerstraat worden opgeheven op 1 november 2019.

 

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 november 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

AANVULLEND REGLEMENT OP DE POLITIE VAN HET WEGVERKEER. INSTELLEN AANGEPASTE VERKEERSSITUATIE MEZENSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 24 februari 1967 over het instellen van een beurtelings parkeerreglement in de Mezenstraat.

         Raadsbesluit van 20 april 1978 over het o.a. aanpassen van een beurtelings parkeerreglement in de Mezenstraat.

         Raadsbesluit van 15 december 1992 over instellen van een rijbaanversmalling van huisnummer 44 tot huisnummer 52.

         Raadsbesluit van 23 januari 1995 over het opheffen van een beurtelings parkeerreglement vanaf de Tervuursesteenweg tot het kruispunt met de Broekstraat en L. Van Buekenhoudtstraat.

         Collegebeslissing van 20 juni 2001 over het aanbrengen van straatmeubilair.

         Raadsbesluit van 28 augustus 2008 over de aanleg van oversteekplaatsen in de Mezenstraat.

         Raadsbesluit van 30 juni 2009 over het instellen van een parkeerverbod in een deel van de Mezenstraat.

         Raadsbesluit van 25 januari 2011 over instellen van een rijbaanversmalling van huisnummer 1 tot huisnummer 4.

         Raadsbesluit van 25 januari 2011 over de aanleg van oversteekplaatsen in de Mezenstraat.

         Raadsbesluit van 28 juni 2011 over het instellen van een parkeerverbod in een deel van de Mezenstraat.

         Raadsbesluit van 18 november 2014 over het instellen van verkeersmaatregelen in de Mezenstraat, met name een tonnagebeperking voor zwaar vervoer.

         Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over het instellen van een parkeerverbod in een deel van de Mezenstraat.

 

Feiten en context

         De Mezenstraat is een weg met een uitsluitend ontsluitende verkeersfunctie naar de achterliggende wijken tussen de Dorpstraat en de Tervuursesteenweg, met beperkte wegbreedte en woningen die historisch dicht bij de straat werden gebouwd.

         De Mezenstraat is een lokale weg type II.

         In de Mezenstraat geldt een verbod voor bestuurders van voertuigen waarvan de maximaal toegelaten massa (MTM) groter is dan 3,5 ton (uitgezonderd laden en lossen en uitgezonderd landbouwvoertuigen).

         In de Mezenstraat,

º         werden oversteekplaatsen voor voetgangers aangelegd;

º         werden rijbaanversmallingen toegepast;

º         werd een parkeerreglementering ingesteld hetzij door verkeersborden, hetzij door wegmarkeringen op de rand van de rijbaan.

º         werd tussen huisnummer 50 en het kruispunt met de Dorpstraat een zone met een snelheidsbeperking ingesteld.

 

Juridische gronden

         Wet betreffende de politie op het wegverkeer gecoördineerd bij het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.

         MB van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

         Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

         Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 over de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank.

 

Adviezen

         Gunstig advies van de mobiliteitscel van 11 juni 2019.

 

Argumentatie

In de Mezenstraat, ter hoogte van huisnummer 10, dient dagelijks het ophalen en afzetten van een persoon met beperkte mobiliteit te gebeuren. Dit is soms niet mogelijk door geparkeerde auto's. Een parkeerverbod wordt ingesteld ter hoogte van huisnummer 10 over een lengte van 15 meter.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

In de Mezenstraat wordt ingesteld:

 

1)     Oversteekplaatsen voor voetgangers:

a)     ter hoogte van de woning met huisnummer 2;

b)     ter hoogte van de woning met huisnummer 22 voor voetweg nr.58;

c)      ter hoogte van de woning met huisnummer 28;

d)     ter hoogte van de woning met huisnummer 30;

e)     ter hoogte van de woning met huisnummer 82;

f)       ter hoogte van de woning met huisnummer 94.

2)     Overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden (onderbroken gele streep op de werkelijke rand van de rijbaan of op de boordsteen van het voetpad of de verhoogde berm):

a)     ter hoogte van de woning met huisnummer 2 tot huisnummer 8, aan beide zijden van de rijweg;

b)     ter hoogte van de woning met huisnummer 8 tot en met huisnummer 10, met een lengte van 13 meter;

3)     Versmalde inrichtingen op de openbare weg:

a)     ter hoogte van de woning met huisnummer 2b tot en met huisnummer 4 is een rijbaanversmalling aangebracht (breedte 3,50 meter) met voorrang voor het verkeer rijdende van de Dorpstraat naar de Tervuursesteenweg (N3);

b)     ter hoogte van de woning met huisnummer 29 is een rijbaanversmalling aangebracht (breedte 3,50 meter) met voorrang voor het verkeer rijdende van de Tervuursesteenweg (N3) naar de Dorpstraat;

c)      ter hoogte van de woning met huisnummer 44 tot en met huisnummer 50 is een wegversmalling aangebracht (breedte 3,50 meter) met voorrang voor het verkeer rijdende van de Dorpstraat naar de Tervuursesteenweg (N3);

d)     ter hoogte van de woning met huisnummer 65 is een rijbaanversmalling aangebracht (breedte 3,50 meter) met voorrang voor het verkeer rijdende van de Tervuursesteenweg (N3) naar de Dorpstraat;

e)     ter hoogte van de woning met huisnummer 80a is een rijbaanversmalling aangebracht (breedte 3,50 meter) met voorrang voor het verkeer rijdende van de Dorpstraat naar de Tervuursesteenweg (N3);

4)     Dwarsmarkeringen die een plaats aanduiden waar een bestuurder moet stoppen ingevolge een verkeersbord B5 (witte stopstreep)

voor het kruispunt met de Tervuursesteenweg (N3).

5)     Parkeerzone voor beurtelings parkeren:

van de woning met huisnummer 12 tot en met de woning met huisnummer 28 met een parkeerverbod van de 1ste tot de 15de van de maand aan de kant van de oneven huisnummers en een parkeerverbod van de 16de tot de 31ste van de maand aan de kant van de even huisnummers.

6)     Verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de richting door de pijl aangegeven, uitgezonderd plaatselijk verkeer:

a)     voor het kruispunt van de Broekstraat

b)     voor het kruispunt van de L. Van Buekenhoudtstraat

7)     Zone met geldende snelheidsbeperking van 30 km/u:

van de woning met huisnummer 50 tot en met het kruispunt met de Dorpstraat.

 

Artikel 2:

De weggebruikers worden op de hoogte gebracht van deze reglementering door:

         met betrekking tot artikel 1.1, dwarsmarkeringen van witte banden, evenwijdig met de as van de rijbaan, die de oversteekplaatsen voor voetgangers aanduiden (artikel 76.3) met een afmeting van 3 x 0,5 meter met tussenafstanden van 0,5 meter;

         met betrekking tot art. 1.2, overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden, een gele onderbroken streep (artikel 75.1.2°);

         met betrekking tot artikel 1.3, het bord B19 en B21 (artikel 67.3.) in combinatie met het bord D1 (artikel 69.3);

         met betrekking tot artikel 1.4, dwarsmarkeringen van een witte doorplopende streep, haaks op de rijbaan aangebracht (artikel 76.1) en verkeersbord B5 (artikel 67.3.);

         met betrekking tot artikel 1.5, de borden E5 en E7 met onderborden type Xa, Xb en Xd (artikel 70.2.1.2°);

         met betrekking tot artikel 1.6, het bord C31 met blauw onderbord met tekst "uitgezonderd plaatselijk verkeer" conform type IV van bijlage II (artikel 9.2);

         met betrekking tot artikel 1.7, de borden F4a en F4b (artikel 22quater),

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

 

Artikel 3:

Alle vorige raadsbesluiten over aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer met betrekking tot de Mezenstraat, worden opgeheven op 1 november 2019. Het besluit van burgemeester en schepenen van 20 juni 2001 blijft van kracht.

 

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 november 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

POLITIEZONE. VASTSTELLING FINANCIËLE VERDEELSLEUTEL DOTATIE POLITIEZONE VOER EN DIJLE.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 28 juni 2016 over de vaststelling van de financiële verdeelsleutel voor de dotatie aan de politiezone Voer en Dijle
  • Besluit van het politiecollege van PZ Voer en Dijle van 26 augustus 2019 over de vaststelling van de financiële verdeelsleutel vanaf 2020

 

Feiten en context

  • Het politiecollege van de politiezone Voer en Dijle stelt een financiële verdeelsleutel voor de gemeentelijke dotaties aan de politiezone voor. De berekening is gebaseerd op het gemiddelde voor het K.I. en de personenbelasting van de jaren 2013 tot en met 2018.

 

Juridische gronden

  • Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus (WGP)
  • Omzendbrief ZPZ11 van 21 december 2000 betreffende de instelling van de lokale politie, bestuurlijke aspecten
  • Koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van de meergemeentepolitiezone
    Het percentage van het aandeel van elke gemeente in de globale gemeentelijke dotatie wordt bepaald in onderling akkoord tussen de verscheidene gemeenteraden.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het percentage van het aandeel van elke gemeente in de globale gemeentelijke dotatie aan de politiezone 'Voer en Dijle' (VODI) wordt bepaald als volgt:

 

Basis 2013-2018

 

Simulatie

60/20/20

 

KUL-

norm

APB

KI 31/12

%KUL-norm

%APB

%KI

60/20/20

vanaf 2020

Bertem

12,00

4 045 857,15

7 124 494,33

16,35

19,48

17,06

17,12

Huldenberg

12,80

4 096 384,77

6 284 087,17

17,44

19,73

15,05

17,42

Oud-Heverlee

12,90

4 547 295,06

7 008 262,33

17,57

21,90

16,79

18,28

Tervuren

35,70

8 076 999,98

21 338 492,17

48,64

38,89

51,10

47,18

TOTAAL

73,40

20 766 536,96

41 755 336,00

100

100

100

100

 

Artikel 2:

De verdeelsleutel geldt voor de lopende legislatuur en zal herberekend worden in 2025 rekening houdend met de jaren 2019-2024.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

BUDGET. GOEDKEURING BUDGETWIJZIGING NR. 1/2019.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 29 januari 2019 over de goedkeuring van het budget 2019.

 

Juridische gronden

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 41.

         Het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

         Het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

         Het ministerieel besluit van 9 juli 2013 over de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

         De omzendbrief BB 2018/2 van 20 juli 2018 over de budgetten en éénjarige meerjarenplannen 2019.

 

Argumentatie

De budgetwijziging heeft tot doel om op basis van de huidige stand van zaken de budgettaire kredieten up-to-date te maken en de transactiekredieten van de investeringen aan te passen in functie van de timing van de uitvoering van de voorziene investeringen.

 

 

Bijlagen

         Budgetwijziging

 

Besluit

 

Amendement: 2 aanpassingen exploitatiebudget

eenparig

 

Stemming agendapunt

eenparig

 

Artikel 1:

De raad keurt de eerste budgetwijziging voor het boekjaar 2019 goed.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

PATRIMONIUM. PRINCIPIËLE GOEDKEURING AANKOOP VAN EEN PERCEEL LANDBOUWGROND VAN HET OCMW BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

         Definitieve vaststelling van het RUP Sportpark Verona door de gemeenteraad in zitting van 25 april 2017, met inbegrip van onteigeningsplan.

         Ministerieel besluit van 28 juni 2018 houdende machtiging aan de gemeente Bertem tot onteigening van de onroerende goederen die zijn afgebakend in het onteigeningsplan van het RUP Sportpark Verona.

         De gemeente voerde na het verkrijgen van de onteigeningsmachtiging onderhandelingen met de diverse betrokken eigenaars, met de bedoeling de verwerving van de gronden bij minnelijk akkoord tussen partijen te realiseren.

 

Juridische gronden

         Artikel 41, 11° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking inzake onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

De verwerving van de percelen Bertem, 3de afdeling, sectie D, nrs. 168D en 177A, eigendom van de heer Victor Putseys, Nieuwstraat 20, 3060 Bertem, is cruciaal met het oog op de start van de bouw van de nieuwe sporthal. Diverse onderhandelingen met de betrokken eigenaar resulteerden niet in een minnelijk akkoord, vandaar dat de gemeente de eigenaar op 26 september 2019 dagvaardde om de onteigening via procedure bij het vredegerecht af te dwingen. De eigenaar stelde vervolgens toch een voorstel van minnelijke oplossing voor aan het college. Het voorstel houdt de verwerving in van een perceel landbouwgrond dat de eigenaar momenteel reeds pacht van het OCMW, zijnde het perceel Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nr. 350A, gepaard gaande met een opleg op basis van de waardebepaling van de betrokken percelen.

 

Het college is een minnelijke oplossing eerder genegen dan een onteigening via gerechtelijke weg waarvan vooraf moeilijk valt in te schatten hoe lang deze procedure zal duren en hoeveel de uiteindelijke onteigeningsvergoeding zal bedragen. Aangezien het OCMW Bertem eigenaar is van het gewenste perceel, kan door regeling van een aan- en verkoop tussen gemeente en OCMW het perceel deel uitmaken van een minnelijke oplossing tussen partijen.

 

De aankoop van het perceel Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nr. 350A, is noodzakelijk om een minnelijke oplossing te bereiken met eigenaar Victor Putseys in het kader van verwerving van gronden voor de bouw van een nieuwe sporthal. De aankoop kan gebeuren tegen de actuele schattingswaarde van 9075 euro.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

22000007/0740

1419/002/001/009/001

€ 175 000 (na BW)

€ 175 000 (na BW)

€ 9075

 

Besluit

 

18 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns en Albert Mees

2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt principieel de aankoop goed van een perceel landbouwgrond, gelegen te Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nr. 350A, eigendom van het OCMW Bertem. Het perceel heeft een oppervlakte van 3630 m² en de aankoopprijs bedraagt 9075 euro.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad stelt notaris Stefan Vangoetsenhoven, Tervuursesteenweg 462, 3061 Leefdaal, aan met het oog op het opstellen en het verlijden van de authentieke akte.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

PATRIMONIUM. GOEDKEURING VAN RUILOVEREENKOMST IN HET KADER VAN VERWERVING VAN GRONDEN VOOR DE BOUW VAN EEN NIEUWE SPORTHAL.

 

Voorgeschiedenis

         Definitieve vaststelling van het RUP Sportpark Verona door de gemeenteraad in zitting van 25 april 2017, met inbegrip van onteigeningsplan.

         Ministerieel besluit van 28 juni 2018 houdende machtiging aan de gemeente Bertem tot onteigening van de onroerende goederen die zijn afgebakend in het onteigeningsplan van het RUP Sportpark Verona.

         De gemeente voerde na het verkrijgen van de onteigeningsmachtiging onderhandelingen met de diverse betrokken eigenaars, met de bedoeling de verwerving van de gronden bij minnelijk akkoord tussen partijen te realiseren.

 

Juridische gronden

         Artikel 41, 11° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking inzake onroerende goederen. Deze bevoegdheid kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

De verwerving van de percelen Bertem, 3de afdeling, sectie D, nrs. 168D en 177A, eigendom van de heer Victor Putseys, Nieuwstraat 20, 3060 Bertem, is cruciaal met het oog op de start van de bouw van de nieuwe sporthal. Diverse onderhandelingen met de betrokken eigenaar resulteerden niet in een minnelijk akkoord, vandaar dat de gemeente de eigenaar op 26 september 2019 dagvaardde om de onteigening via procedure bij het vredegerecht af te dwingen. De eigenaar stelde vervolgens toch een voorstel van minnelijke oplossing voor aan het college. Het voorstel houdt de verwerving in van een perceel landbouwgrond dat de eigenaar momenteel reeds pacht van het OCMW, zijnde het perceel Bertem, 1ste afdeling, sectie A, nr. 350A, gepaard gaande met een opleg op basis van de waardebepaling van de betrokken percelen.

 

Het college is een minnelijke oplossing eerder genegen dan een onteigening via gerechtelijke weg waarvan vooraf moeilijk valt in te schatten hoe lang deze procedure zal duren en hoeveel de uiteindelijke onteigeningsvergoeding zal bedragen. Aangezien het OCMW Bertem eigenaar is van het gewenste perceel, kan door regeling van een aan- en verkoop tussen gemeente en OCMW het perceel deel uitmaken van een minnelijke oplossing tussen partijen.

 

Een minnelijke oplossing tussen partijen is mogelijk door een ruil van de betrokken percelen, met een te betalen opleg aan de hand van de waardebepaling van de percelen. Partijen bereikten tevens een akkoord over de waardebepaling (zie bijlage). Voor de twee percelen in eigendom van de heer Putseys bestaat deze waardebepaling uit een actuele schattingswaarde, een wederbeleggingsvergoeding volgens de wettelijke tarieven, een vergoeding voor aanlegkosten van een weide aan de hand van het reële aantal m² en tot slot een vergoeding voor tijdelijke improductiviteit, tussen partijen overeengekomen.

 

In het ontwerp van overeenkomst is voorzien dat partijen in het gebruik en het genot kunnen treden van de te verkrijgen percelen vanaf datum van ondertekening van de overeenkomst en ten laatste op 1 november 2019, hetgeen betekent dat in de loop van november de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van een nieuwe sporthal een aanvang kunnen nemen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

22000007/0740

1419/002/001/009/001

€ 175 000 (na BW)

€ 175 000 (na BW)

€ 144 098,50

 

 

Bijlagen

         Ontwerp van overeenkomst m.b.t. ruil van landbouwgronden

         Waardebepaling van de te ruilen percelen

 

Besluit

 

18 stemmen voor: Joël Vander Elst, Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven, Tom Philips, Yvette Laes, Jan De Keyzer, Karin Baudemprez, Griet Verhenneman, Wouter Fock, Diane Vander Elst, Maria Andries, Eddy Vranckx, Jenne Van Cortenberg, Iris De Smet, Roland Gustin, Jimmy Geyns en Albert Mees

2 onthoudingen: Joris Fonteyn en Peter Persyn

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de bijgevoegde overeenkomst met betrekking tot de ruil van landbouwgronden goed, tussen enerzijds de gemeente Bertem en anderzijds de heer Victor Putseys. De te verkrijgen percelen zijn gekadastreerd te Bertem, 3de afdeling, sectie D, nrs. 168D en 177A en hebben een totale oppervlakte van 13 017 m². De door de gemeente te betalen opleg voor de ruil van de gronden bedraagt 144 098,50 euro.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad stelt notaris Stefan Vangoetsenhoven, Tervuursesteenweg 462, 3061 Leefdaal, aan met het oog op het opstellen en het verlijden van de authentieke ruilakte.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 oktober 2019

 

MONDELINGE VRAGEN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 31 van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
    Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
  • Artikel 12 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
    Op het einde van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke beleidsaangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Om het college van burgemeester en schepenen in staat te stellen om het antwoord op een mondelinge vraag voor te bereiden, bezorgen de raadsleden uiterlijk acht kalenderdagen vóór de zitting de omschrijving van hun mondelinge vraag aan de algemeen directeur, die deze onmiddellijk bezorgt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad. Op deze mondelinge vragen voor een zitting die later dan de vermelde termijn worden ingediend bij de algemeen directeur, wordt ten laatste tijdens de daaropvolgende zitting geantwoord.
  • Artikel 33, §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
    Een samenvatting van de mondelinge vragen en de antwoorden daarop worden opgenomen in de notulen. Loutere meldingen die geen vraagstelling over beleidsaangelegenheden bevatten, worden niet in de notulen opgenomen.

 

Mondelinge vragen

 

  • Raadslid Wouter Fock komt terug op de vraag die hij vorige zitting heeft gesteld. Ongeveer een jaar geleden is er aan de gemeenteraad een traject voorgelegd om de afwerking van de Chirolokalen van Korbeek-Dijle op de rails te krijgen. Een jaar later is daar nog niet zo heel ver in gevorderd. Kan er een stand van zaken gegeven worden; kunnen we eens zien waar we zitten en waar we naartoe gaan, met een planning erbij?
  • Schepen Tom Philips dankt het raadslid voor zijn vraag, dit heeft het dossier weer wat in beweging gebracht. In het kader van de opvolging van de bespreking van 18 december 2018 is aan de schepen meegedeeld dat het inbraakalarm volledig operationeel is. De procedure voor het op- en afzetten van het alarm zal (nogmaals) medegedeeld worden aan de bevoegde personen van de jeugdvereniging. Hiervoor zou deze of volgende week een afspraak met hen gemaakt worden.
    I.v.m. de kleine werken: het ophangen van een uithangbord binnen is uitgevoerd. Het plaatsen van het uithangbord buiten is opgenomen in een (lopende) prijsvraag voor infoborden van de kerkhoven. De sluiting van deuren controleren zou uitgevoerd zijn. De timers van de verlichting afstellen zou deels uitgevoerd zijn, de schepen heeft geen weet wanneer het andere deel zou uitgevoerd worden. De riolering nakijken, zou uitgevoerd zijn. Op de afvalpompen die aanwezig zijn, is huidig geen onderhoud. Een onderhoudscontract is in opmaak.
    Dan de grote werken, dat is het belangrijkst. De brandwerende toestand van de keuken; er is de mogelijkheid van een brandwerend rolluik onderzocht; dat zou een iets te grote investering zijn (+/- 7000 euro) dus die optie is niet weerhouden. Het alternatief is het dichtmetsen van de opening + het plaatsen van een branddeur; er is nu een offertevraag gesteld voor het plaatsen van een branddeur in combinatie met interventie op een branddeur in de sporthal van Bertem, dus dat is wederom een lopende procedure. Het plaatsen van een brandklep in de dampkap; hiervoor moet ook nog een offertevraag gebeuren. Er wordt afgestemd of dit kan gebeuren door de firma die de keuken geplaatst heeft. Het weghalen van de wandbekleding en het plaatsen van de nieuwe wandbekleding kan pas nadat de vereniging hun keuken weggenomen heeft. Hiervoor wordt normaal deze week nog een datum afgesproken tussen de vereniging en de dienst facilitair beheer. De vraag zou, zo vermoedt de schepen, reeds vandaag gesteld zijn aan de leiding. Mocht dit niet het geval zijn, mag het raadslid de schepen daarvan op de hoogte brengen.

 

  • Raadslid Wouter Fock verwijst naar de beslissing van de gemeenteraad, anderhalf jaar geleden, om twee perceeltjes aan te kopen op het einde van de Geen-straat, om daar de verbinding te maken naar de Tervuursesteenweg. Het raadslid vertelt dat hij daar 2 weken geleden met blote kuiten in het halfdonker langs een netelpadje is gelopen en toen schoot hem die gemeenteraadszitting te binnen. Hij vraagt aan de schepen naar de stand van dit dossier.
  • Schepen Marc Morris dankt het raadslid voor zijn vraag. Hij heeft zelf ook al een paar keer naar dit dossier geïnformeerd. De schepen heeft bij de dienst een exacte stand van zaken opgevraagd. Bij het lezen ervan dacht hij twee zaken: 1) jammer dat het zo lang aansleept maar 2) Murphy is hier toch echt wel aanwezig geweest in dat dossier. Na de gemeenteraad hebben wij beslist om de administratieve akten te laten opmaken door Interleuven. Dat is dan natuurlijk in volle vakantieperiode. In augustus is de nodige informatie overgemaakt aan Interleuven. Maar dan hebben zij in september een aantal bijkomende informatie opgevraagd onder andere stedenbouwkundige inlichtingen. Er is daarstraks al verwezen naar de langdurige afwezigheid van onze stedenbouwkundige ambtenaar. Dat is er mede oorzaak van dat dat niet prompt beantwoord geweest is maar pas enkele maanden daarna.
    Na ontvangst daarvan heeft Interleuven nog een aantal bijkomende informaties gevraagd; prekadastratiegegevens en plannen van de landmeter. De vraag is gesteld aan een bepaalde landmeter omdat het eerste schattingsverslag al dateerde van maart 2016, dus dat is ook wel aan actualisatie toe. Daar is tot hiertoe niet op gereageerd. En de interne wisselingen van diensten zijn meestal niet bevorderlijk voor de flukse opvolging van het dossier.
    Eén van de twee eigendommen heeft te koop gestaan. Maar die koop is – gelukkig – niet doorgegaan, de eigenaars blijven zodanig dat dat tenminste nog geen stokken in de wielen heeft gestoken.
    De man die bij Interleuven dit soort dossiers deed, is enkele maanden geleden op pensioen gegaan. Er is iemand anders die daar ingewerkt is.
    Je houdt het bijna niet voor mogelijk, maar het is wel zo, de schepen geeft dit mee voor wat het waard is. We moeten en willen de ambitie hebben om dit jaar dat dossier rond te krijgen zodanig dat in het voorjaar dat wegje, waar we allemaal op wachten, bruikbaar en begaanbaar zal zijn. Afrondend stelt de schepen dat hij heel eerlijk heeft geantwoord op wat de stand van zaken is, maar dat het de afgelopen maanden niet altijd evident geweest is, ook voor de diensten niet, dat wilt hij ter hunner verontschuldiging toch ook zeggen.

 

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019