ADVIES

Gecoro

 

Gemeente Bertem

 

Vergadering van 3 november 2015

 

Aanwezig:

Gunther HerrijgersVoorzitter

Els VandenberghOndervoorzitter

Patrick MommaertsSecretaris

Jelena VanopdenboschLid gecoro

Chris GoidtsLid gecoro

Kristien DepraetereLid gecoro

Cedric RosierLid gecoro

Gisèle VerboomenLid gecoro

Niel Van LaerLid gecoro

Jean TroisfontaineLid gecoro

Marc MorrisSchepen van ruimtelijke ordening

Joris FonteynVertegenwoordiger politieke fracties

Roos De BackerVertegenwoordiger politieke fracties

Herman GinisVertegenwoordiger politieke fracties

 

Verontschuldigd:

Rob ParisisLid gecoro

Gard VermeulenLid gecoro

Viviane Everaert-RoekensLid gecoro

Dirk MichielsLid gecoro

 

Afwezig:

Marita TomballeLid gecoro

Eddy FlamingLid gecoro

Cindy ScholLid gecoro

Maria Van CampenhoutLid gecoro

Wouter FockVertegenwoordiger politieke fracties

Roger De MuylderVertegenwoordiger politieke fracties

 

 

 

 

Overzicht punten

Vergadering van 3 november 2015

 

GOEDKEURING ONTWERPVERSLAG 9 MAART 2015

 

Toelichting

Op de vergadering van 9 maart 2015 werden volgende punten besproken:

         stedenbouwkundige aanvraag Waterpas Projects nv - Dorpstraat/Mezenstraat. Bouwen van 17 appartementen met ondergrondse parking

         stedenbouwkundige aanvraag Dirk Michiels - Begijnhof, 3060 Korbeek-Dijle.

         stedenbouwkundige aanvraag Bosmans - Baanakkerweg, 3060 Bertem

         ruimtelijk uitvoeringsplan 'sportpark Verona'

         erkenning natuurreservaat plateau van Duisburg

         goedkeuring huishoudelijk reglement

         goedkeuring afsprakennota tussen gecoro en schepencollege

         varia - bespreking van volgende dossiers

º         verkaveling Nubrix - Nijvelsebaan, 3060 Korbeek-Dijle

º         firma Moeys

º         KMO-zone aansluitend aan de KMO-zone van Tervuren (Vossem)

 

 

Bespreking

Er wordt verzocht het verslag van de vorige vergadering bij de uitnodiging te voegen.

 

Advies

7 stemmen voor: Gunther Herrijgers, Els Vandenbergh, Jelena Vanopdenbosch, Chris Goidts, Kristien Depraetere, Gisèle Verboomen en Niel Van Laer

2 niet gestemd: Cedric Rosier en Jean Troisfontaine

 

Het verslag wordt zonder opmerkingen goedgekeurd.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Vergadering van 3 november 2015

 

PLENAIRE VERGADERING RUP 'GINIS'

 

Toelichting

Situering

Het bedrijf bestond op het ogenblik van de aanvraag van een planologisch attest uit twee onafhankelijke zetels, transportfirma Ginis nv (1969) en Veronica Cars nv (1983). In Leefdaal waren enkel de activiteiten van Veronica Cars nv en een deel van Ginis nv (garage voor herstel en onderhoud van vrachtwagens en bussen) gehuisvest. De overige activiteiten van Ginis nv bevonden zich in Rotselaar. De bedrijfssite is gelegen op het kruispunt van de Dorpstraat en de Delle in Leefdaal en de terreinen bevinden zich volgens het gewestplan Leuven gedeeltelijk in woongebied met landelijk karakter en gedeeltelijk in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De ontsluiting gebeurt via de Delle. Het bedrijf werd opgenomen in het sectorale BPA zonevreemde bedrijven (MB 16 juni 2004) maar werd onthouden van goedkeuring. Volgens de gewenste economische structuur van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, goedgekeurd op 11 januari 2007, kan het bedrijf op deze locatie geïntegreerd worden in het bestaande weefsel.

In de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos, regio Zenne-Dijle-Pajottenland, is het bedrijf gelegen in de deelruimte 'Brabants plateau en Dijlevallei'.

Een deel van het gebied waarin het bedrijf is gelegen, wordt opgenomen binnen de herbevestiging van de agrarische gebieden.

Het bedrijft ligt gedeeltelijk in de ankerplaats 'Plateau van Duisburg.

In het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant ligt het bedrijf in het deelgebied 'verdicht netwerk - subgebied Mechelen-Leuven-Brussel'. Tussen de kern van Leefdaal en E40 bevindt zich het natuurverbindingsgebied 'Verbinding van de Voer tussen Dijle en Park van Tervuren-Kapucijnenbos.

Het bedrijf beschikt over een milieuvergunning klasse 2 geldig tot 28 december 2032.

 

Vergunningstoestand voor de aanvraag van een planologisch attest

         In 1975 werd een vergunning verleend voor het bouwen van een woning met garage (30 m op 21 m). De uitbreiding van de garage werd gebouwd in 1980 maar zonder vergunning.

         De tankplaats werd vergund in 2008.

         De aanwezige verharding ter hoogte van de woning en de garage is gedeeltelijk vergund.

         De parkeerruimte voor het transportbedrijf ter hoogte van de uitgegraven talud is niet vergund.

         In 2001 werd een proces-verbaal opgesteld voor het uitvoeren van een reliëfwijziging, het aanleggen van een parking en het deponeren van schroot- en steenafval. Een vordering tot herstel werd opgelegd met een dwangsom.

 

Planologisch attest

Het planologische attest is een document waarin de bevoegde overheid aangeeft of een (zonevreemd of gedeeltelijk zonevreemd) bestaand bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is. Dit attest kan aangevraagd worden door en voor een bedrijf waarvoor het opmaken van een RUP moet overwogen worden om de uitbreiding of het herbouwen van het bedrijf mogelijk te maken.

De beslissing over de aanvraag omvat een gemotiveerde uitspraak die ten minste uitgaat op volgende elementen:

º         of het bedrijf op de huidige locatie in de feitelijke toestand kan behouden blijven met een engagement tot een planinitiatief

º         of ingegaan wordt op de aangevraagde uitbreidingen t.o.v. de juridisch vergunde toestand, op korte en lange termijn

         Op 15 september 2008 heeft Louis Ginis namens Ginis nv een aanvraag voor een planologisch attest ingediend. Deze aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 3 oktober 2008.

Het bedrijf vraagt een bestendiging en regularisatie van de bestaande toestand met:

op korte termijn

º         een uitbreiding van de bestaande garage met 475 m² in zuidelijke richting (na
gedeeltelijke sloping van bestaande gebouwen)

º         een uitbreiding van de zuidelijke parking voor het stallen van bussen in westelijke richting tot 4571 m²

op lange termijn

º         een overdekte stalplaats voor voertuigen op de zuidelijke parkeerplaats (overkapping van 784 m²) aansluitend aan de geplande uitbreiding van de garage.

         Het college heeft in zitting van 27 juli 2009 een gedeeltelijk positief planologisch attest afgeleverd aan Ginis nv, Dorpstraat 379, 3061 Leefdaal, sectie D nrs 58v, 58w en 54k. Het attest was voorwaardelijk gunstig voor de korte termijnbehoeften en ongunstig voor de lange termijnbehoeften.

         Op 23 augustus 2010 heeft Louis Ginis namens Ginis nv een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bestendigen en regulariseren van de bestaande toestand en een uitbreiding van de bestaande loods en parkeerzone voor de autobussen. De bestaande burelen aan de loods worden afgebroken, uitgezonderd de sanitaire ruimten, en de loods wordt uitgebreid met 475 m² (25 m op 19 m). De uitbreiding sluit rechtstreeks aan op de bestaande loods en wordt ingeplant op 5 m van de perceelsgrens van het rechts aangrenzend perceel. De berm ter hoogte van de Delle wordt hersteld en er wordt een streekeigen groenscherm aangelegd. Er wordt één in- en uitrit voorzien voor de toegang van het bedrijfsterrein. Zowel links als rechts van de uitbreiding wordt een nieuwe waterdichte verharding aangelegd voor stallingplaatsen voor bedrijfsvoertuigen. Het magazijn en de sanitaire gebouwen, grenzend aan de bestaande loods, worden geregulariseerd.
Het college heeft op 3 januari 2011 een vergunning afgeleverd onder volgende voorwaarden:

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van het planologisch attest van 27 juli 2009 strikt na te leven

º         een actualisatie van de milieuvergunning, indien nodig, dient bekomen te worden voor de aanvang van de eventuele bouwwerken

º         de bedrijfssite moet landschappelijk ingepast worden in de omgeving door de realisatie van een groenbuffer rondom het hele terrein en een degelijke ingroening van de hele site

º         alle bedrijfsgerelateerde voertuigen moeten ondergebracht worden op de bedrijfssite

º         de voorwaarden van de adviserende instanties moeten strikt worden nageleefd

         Op 28 december 2012 heeft het college een hernieuwing van de milieuvergunning goedgekeurd. Deze vergunning is geldig tot 28 december 2032.

 

Ruimtelijk uitvoeringsplan

Volgens art. 4.4.26 § 1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening dient indien het planologisch attest besluit dat het bedrijf kan behouden worden op de plaats waar het gevestigd is, al dan niet met ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden, en als dat behoud of die ontwikkelingsmogelijkheden de opmaak of de wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg veronderstellen, dan is het betrokken bestuursorgaan ertoe verplicht om binnen het jaar na de afgifte van het planologisch attest een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg op te maken.

Indien het betrokken bestuursorgaan dat nalaat, dan wordt voor dat bestuursorgaan de mogelijkheid tot het voorlopig vaststellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan of tot het voorlopig aannemen van een plan van aanleg voor een ander bestaand bedrijf of voor een nieuw bedrijventerrein opgeschort, totdat alsnog voldaan is aan de rechtsplicht, vermeld in het eerste lid, tenzij het attest inmiddels vervallen is.

         Een voorontwerp voor een ruimtelijk uitvoeringsplan 'Ginis' werd opgemaakt door Grontmij en goedgekeurd door het college op 26 maart 2012.

         Op 12 november 2015 heeft de plenaire vergadering plaats. De adviserende instanties moeten uiterlijk tijdens de plenaire vergadering advies uitbrengen.

Huidige situatie

De firma Ginis nv is ontbonden en vereffend. Momenteel zijn de bedrijven Veronica Cars en Leefdaals Truck Center gevestigd op de bedrijfssite.

 

 

Bespreking

De discussie spitst zich toe op de wenselijkheid om de betroffen terreinen definitief in het gewestplan herin te kleuren tot (lokale) bedrijventerrein.

De gecoro is er zich ten zeerste van bewust dat het hier om een vergunde situatie gaat en het verder functioneren van de huidige uitbating (zelf met eventueel nog verdere milieuvergunningen) staat ook niet ter discussie, maar het onomkeerbaar inkleuren als bedrijventerrein wordt sterk in vraag gesteld. Dit zou immers op lange termijn ook de ontwikkeling van woningen in een huidige woonzone kunnen verhinderen.

 

Advies

7 stemmen voor: Gunther Herrijgers, Els Vandenbergh, Jelena Vanopdenbosch, Chris Goidts, Kristien Depraetere, Gisèle Verboomen en Niel Van Laer

2 niet gestemd: Cedric Rosier en Jean Troisfontaine

 

De gecoro komt uiteindelijk unaniem tot het besluit dat men het niet wenselijk acht dat deze zone definitief (ook na een eventuele stopzetting of verhuis van de huidige eigenaar) verplicht als een geïsoleerd stuk bedrijventerrein ingekleurd blijft.

Zodoende ziet de gecoro niet direct de noodzaak om de procedure van dit RUP verder te zetten.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Vergadering van 3 november 2015

 

RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN 'SPORTPARK VERONA'

 

Toelichting

Situering en aard van de activiteiten

De voetbalvelden aan de Kerstraat, eigendom van de gemeente, worden gebruikt door de club VC Bertem - Leefdaal.

Het terrein situeert zich centraal ten opzichte van de drie kernen Bertem, Leefdaal en Korbeek-Dijle en sluit nauw aan bij de bebouwing van het gehucht St.-Verona.

Langs de Kerstraat, de oorspronkelijke Dorpstraat, situeren zich de Kapel, die in heel het gehucht dominant aanwezig is, evenals hoofdzakelijk residentiële bebouwing. Rond de Dorpstraat, die een stuk lager gelegen is, ontwikkelde zich mettertijd een bebouwingslint. Dit alles leidde tot de huidige structuur van het gehucht, waarvan de bebouwing voornamelijk geconcentreerd is tussen de parallelle Kerstraat en Dorpstraat. De voetbalvelden en het pompstation van De Watergroep situeren zich op het einde van deze bebouwingsstrook. Omwille van de plaatselijk opgehoogde loop van de E 40 is er een landschappelijke scheiding met de deelgemeente Bertem.

 

Bestaande toestand

Het plangebied ligt in de overgang van de vallei van de Voer en het plateau tussen de Voer- en de Dijlevallei. Het terrein helt geleidelijk af naar de Voer, maar de bestaande sportinstallaties zijn in deze hellingen ingegraven. De overgang naar het plateau van Duisburg gebeurt door een begroeide berm die een visuele buffer vormt tussen de lagergelegen infrastructuur met bebouwing en het hogerliggende kouterlandschap.

De infrastructuur bestaat uit het hoofdveld, een groot oefen- en speelveld, een tribune, lokalen en een kantine.

 

Planologische toestand

Het plangebied is volgens het gewestplan Leuven gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut.

Op 29 augustus 2005 werd een gedeelte van het plangebied opgenomen in het BPA zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten - deelplan 3 - Voetbalplein VC Leefdaal Vooruit.

Een gedeelte van het plangebied is gelegen in de ankerplaats "Plateau van Duisburg". Naar aanleiding van de voorlopige aanduiding werd de mogelijke uitbreiding van de huidige infrastructuur gemeld aan de Vlaamse overheid.

De site is gelegen in de beschermingszone 2 van de drinkwaterwinning "Dispatching" van De Watergroep. Het perceel 175l is belast met een erfdienstbaarheid ten voordele van deze maatschappij, gelet op de doorgang van twee belangrijke drinkwatertoevoerleidingen.

 

Gewenste ontwikkeling

Op deze locatie wordt de sportinfrastructuur op het niveau van de gemeente, gelet op de centrale ligging tussen de drie deelkernen en de goede ontsluiting van het gebied, uitgebreid. Het plan voor de ontwikkeling van sportinfrastructuur in het gebied "De Hoef" zou dan, gelet op het reliëf met bijhorende investeringskost, de slechte bereikbaarheid en mogelijke hinder voor de deelkern Bertem, verlaten worden.

Het complex wordt ontwikkeld met een bijkomend voetbalveld, een sporthal en bijhorende parking.

Het bestaande BPA zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten - deelplan 3 - Voetbalplein VC Leefdaal Vooruit in 3061 Leefdaal, sectie D nr 176g met een oppervlakte van 18 700 m² wordt uitgebreid met de percelen in 3061 Leefdaal, sectie D nrs 168d en 177a met een totale oppervlakte van 13 017 m², sectie D nr. 168 c met een oppervlakte van 4747 m² en sectie D nrs 175l en 176d met een totale oppervlakte van 6456 m².

De bestaande site van 18 700 m² wordt geïntegreerd of uitgebreid met 24 220 m² naar een totale oppervlakte van 42 920 m².

Voor de realisatie van dit project is onteigening voor openbaar nut in combinatie met een ruiling van gronden met De Watergroep noodzakelijk.

 

Opties ruimtelijke structuurplannen

De gemeente Bertem ligt volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen in het buitengebied, meer bepaald het Zenne-Dijle-Pajottenland en maakt ook deel uit van de Vlaamse ruit.

De ontwikkelingsperspectieven voor het buitengebied gaan onder meer uit van het vrijwaren van het buitengebied voor de structuurbepalende functies landbouw, natuur en bos, wonen en werken, het tegengaan van de versnippering, het inbedden van natuur en bos in goed gestructureerde gehelen, het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit en het bufferen van de natuurfunctie in buitengebied.

Het ruimtelijk beleidskader gaat uit van de noodzaak van een integrale gebiedsgerichte benadering voor toerisme en recreatie. Dit houdt in dat de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van alle functies in het buitengebied wordt geformuleerd.

Volgens het structuurplan Vlaams-Brabant hoort Bertem tot de deelruimte verdicht netwerk.

De krachtlijnen voor het subgebied Leuven - Mechelen - Brussel voor dit centraal en goed gelegen woongebied kan verder uitgebouwd worden als aantrekkelijke woonomgeving. Woonontwikkelingen zullen gesitueerd worden in de kernen aan de randen van het gebied die goed ontsloten zijn met het openbaar vervoer.

In het gemeentelijk structuurplan wordt de rol van Bertem in haar ruimere context omschrijven als:

Bertem, open en Dijle-landelijk, gedragen door de Voervallei

Omwille van het landelijke en natuurlijke karakter bezit de fusiegemeente Bertem en haar omgeving een bijzondere troef voor de verdere ontwikkeling van zachte recreatieve netwerken. Voor de uitbouw van Bertem als recreatieve-toeristische long, gelegen tussen de twee belangrijke centra Brussel en Leuven, worden ook actieve recreatie en sociaal-culturele voorzieningen voorzien in en aan de rand van de dorpskernen.

 

De gewenste recreatieve structuur wordt als volgt geformuleerd:

         netwerk van recreatieve en functionele fiets- en voetgangersverbindingen voor Bertem en ruimere omgeving. Zachte recreatienetwerken worden uitgespreid over de aanwezige landschappelijke structuur van Bertem en in verbinding gesteld met grote boscomplexen in de omgeving. De reeds aanwezige paden worden uitgebreid en verbeterd. Het netwerk doet eveneens dienst als functionele fietsverbinding tussen de verschillende kernen.

         Spel- en sportterreinen landschappelijk en functioneel integreren aan de rand van de woonkernen. Sociaal-culturele en recreatievoorzieningen worden uitgebouwd op niveau van de deelkernen Leefdaal en Korbeek-Dijle. De voorzieningen moeten verweven zijn met het bebouwd weefsel van de kernen. Zo zijn ze voor iedereen goed bereikbaar, sluiten ze aan bij de bestaande infrastructuur en kan er toch geprofiteerd worden van de nabije open ruimte.

         Landschappelijk integreren van sport- en recreatiefaciliteiten. De infrastructuren voor sport en recreatie worden zoveel mogelijk aangesloten op het bebouwde weefsel van de kernen Bertem en Korbeek-Dijle en op de gehuchten Coige en St.-Verona. Aldus zijn zij voor iedereen goed bereikbaar en kan er tegelijk gebruik gemaakt worden van de nabije open ruimte.

 

Voorontwerp Ruimtelijk uitvoeringsplan Sportpark Verona

De gemeenteraad heeft in zitting van 25 juni 2013 de lastvoorwaarden, raming en gunningswijze van de opdracht 'Opmaak RUP sportpark Leefdaal, goedgekeurd.

In dit kader werd op 7 juni 2013 een bijzonder bestek opgesteld. Als gunningswijze is gekozen voor de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Op 25 november 2013 heeft het college deze opdracht aan Grontmij gegund.

Op 22 juli 2015 heeft het college het voorontwerp RUP 'sportpark Verona' goedgekeurd.

Op 12 november 2012 heeft de plenaire vergadering plaats. De gecoro dient zijn advies uiterlijk tijdens de plenaire vergadering uit te brengen.

 

 

Bespreking

Het ontwerp wordt uitvoerig toegelicht door schepen Morris. Het voorstel van RUP wordt goed onthaald door de leden. Er wordt wel bijzondere aandacht gevraagd voor de ontsluiting van de site voor het autoverkeer in combinatie met de ontsluiting(en) voor de zwakke weggebruikers. De omvang van de parkeervoorziening wordt na enige discussie als noodzakelijk beschouwd. De gevraagde groenbuffer is opgenomen in het ontwerp.

 

Advies

7 stemmen voor: Gunther Herrijgers, Els Vandenbergh, Jelena Vanopdenbosch, Chris Goidts, Kristien Depraetere, Gisèle Verboomen en Niel Van Laer

2 niet gestemd: Cedric Rosier en Jean Troisfontaine

 

Gunstig.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Vergadering van 3 november 2015

 

VERORDENING PARKEREN

 

Toelichting

Het gemeentebestuur is van oordeel dat de parkeerproblematiek in de gemeente niet mag afgewenteld worden op het openbaar domein; dat daarom uniforme normen vooropgesteld moeten worden op basis van reëel gemiddeld auto- en fietsbezit.

Het gemeentebestuur kiest er voor om de normen voor het aanleggen van parkeerplaatsen op te leggen in een aparte stedenbouwkundige verordening. De toepassing van deze verordening zal bijdragen tot een verhoogde leefbaarheid en mobiliteit, in het bijzonder in de dorpskernen.

De beschikbaarheid van parkeerplaatsen onder de vermelde voorwaarden moet niet enkel op het moment van de bouw gegarandeerd worden, maar ook bij latere verkoop.

 

Ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg

 

Artikel 1. Algemeen

Bij het optrekken van nieuwe gebouwen, het uitvoeren van bestemmingswijzigingen of het uitvoeren van verbouwingswerken en voor zover deze wijzigingen vergunningsplichtig zijn, moet de vergunninghouder het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen aanleggen, zoals bepaald in deze verordening.

 

Artikel 2. Begrippen en definities

1° Aanleg van een parkeerplaats of fietsenstalling: Onder aanleg van een parkeerplaats of fietsenstalling wordt verstaan:

- het bouwen van een nieuwe parkeerplaats of fietsenstalling;

- het in volle eigendom, in erfpacht of met recht van opstal (voor minimum 27 jaar) bezitten of verwerven van een bestaande parkeerplaats of fietsenstalling die voldoet aan de voorwaarden van deze verordening. De bestaande parkeerplaats of fietsenstalling mag niet al in aanmerking genomen zijn voor het verkrijgen van een andere vergunning;

- het huren van een parkeerplaats of fietsenstalling voor een periode van minimum 27 jaar wordt eveneens aanvaard bij het oprichten van woonruimten (woning, appartement, studio) indien de parkeerplaats of fietsenstalling voldoet aan dezelfde voorwaarden als bij het verwerven van een bestaande parkeerplaats of fietsenstalling;

Indien na de periode van 27 jaar huur, erfpacht of recht van opstal de parkeerplaatsen nog niet in volle eigendom zijn gekomen dient deze periode verlengd te worden met opnieuw 27 jaar.

2° Bedrijfsoppervlakte: Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan: de som van de grondoppervlakte, ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in open lucht, en de vloeroppervlakte, gebruikt voor bedrijfsdoeleinden, in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren.

3° Bouwperceel: Het kadastraal perceel of de kadastrale percelen waarop de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft, binnen de bebouwingsmogelijkheden van het gewestplan, bijzonder plan van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan of verkavelingsplan.

4° Eengezinswoning: Elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, en waarin zich geen andere woningen bevinden.

5° Fietsenstalling: Een open of overdekte ruimte, voldoende uitgerust (bv. Klemmen, rekken, een steunmuur) voor het stallen van een fiets die voldoet aan de bepalingen van artikel 10.

6° Functiewijziging: Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed voor zover deze wijziging onderworpen is aan de vergunningsplicht.

7° Groepswoningbouw: Het gemeenschappelijk oprichten van woningen die een gemeenschappelijke werf hebben of fysisch of stedenbouwkundig met elkaar verbonden zijn.

8° Handelsruimte: Ruimte die in hoofdzaak gebruikt wordt voor het verkopen op gewone wijze, van goederen aan consumenten, zonder deze goederen een andere behandeling te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn.

9° Herbouwen: Een constructie volledig afbreken, of meer dan 40% van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande volume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructies een nieuwe constructie bouwen.

10° Meergezinswoning: Een gebouw waarin twee of meerdere woongelegenheden gelegen zijn, met uitzondering van woon- en zorgcentra, assistentiewoningen, enz.

11° Parkeerplaats: Een ruimte waar één autovoertuig kan worden geparkeerd, meer bepaald een gesloten garage, een garagebox of carport of een standplaats in een gesloten ruimte of in de open lucht daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en die voldoet aan de bepalingen van de artikelen 6 en 7 van deze verordening.

12° Assistentiewoning: Woongelegenheid met de mogelijkheid voor maximum twee bejaarde bewoners en/of bewoners met een handicap om beroep te doen op dienstverlening, en gelegen in een erkende groep van assistentiewoningen zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2012 betreffende de groepen van assistentiewoningen.

13° Sociale woning: Een sociale woning zoals bedoeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en latere wijzigingen.

14° Studio: Woonentiteit met een maximale bewoonbare vloeroppervlakte van 45 m² waarin alle leeffuncties geïntegreerd zijn in één ruimte, behoudens het sanitair voor eigen gebruik, dat eventueel voorzien is in een aangrenzende aparte ruimte.

15° Uitbreiden: Het bestaand vergund of vergund geacht volume van een gebouw vergroten waarbij de uitbreiding fysisch één geheel vormt met het oorspronkelijk gebouw.

16° Verbouwen: Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden.

17° Vergunning: Stedenbouwkundige vergunning zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (Of decreet omgevingsvergunning)

18° Vergunningsplichtige werken: Handelingen zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald Titel 4 - Hoofdstuk 2 - Afdeling 1. (Of decreet omgevingsvergunning)

19° Vloeroppervlakte: De vloeroppervlakte wordt berekend per bovengrondse bouwlaag, met inbegrip van de buitenmuren, met uitzondering van gemeenschappelijke traphallen, liften en technische ruimten, kelders, ondergrondse parkeergarages en overdekte buitenruimten. Vloeren onder het dak worden enkel meegerekend vanaf 1,80m vrije hoogte begaanbare ruimte. Bijgebouwen worden niet meegerekend.

20° Woning / woongelegenheid: Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

21° Zorgwonen: Een vorm van wonen waarbij voldaan is aan de voorwaarden zoals omschreven in de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening. (Of decreet omgevingsvergunning)

 

Artikel 3. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Bertem. Wanneer voor een gebied binnen de gemeente een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan werd opgemaakt en deze andere normen opleggen, dan hebben deze voorrang op de bepalingen van deze verordening.

 

Artikel 4. Verplichting aanleg parkeerplaatsen en fietsenstallingen

De vergunninghouder is verplicht om het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen aan te leggen, zoals bepaald in deze verordening, en dit bij onderstaande vergunningsplichtige werken:

1° Het bouwen, herbouwen of verbouwen van een gebouw

2° Het uitbreiden van een gebouw met meer dan 50m² vloeroppervlakte.

3° Het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal woongelegenheden, tenzij het gaat om zorgwonen.

4° Het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging van een bebouwd onroerend goed.

De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de vergunning. Dit betekent dat de parkeerplaatsen en fietsenstallingen, nodig om te voldoen aan deze verordening, steeds aanwezig moeten blijven, ook na overdracht van de zakelijke rechten van de eigendom, en dit tot zolang de inrichting blijft bestaan waarvoor ze gelden. Ze mogen geen andere bestemming krijgen of voor iets anders gebruikt worden.

 

Artikel 5. Minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen en fietsenstallingen

1° Indien een gebouw opgesplitst wordt en/of een functiewijziging wordt uitgevoerd, gelden de minimumaantallen zoals in dit artikel bepaald voor het gehele gebouw.

2° Bij verbouwing of uitbreiding van een woning zijn de normen van toepassing voor het gehele gebouw.

3° Indien een niet-residentiële functie wordt uitgebreid met meer dan 50 m², gelden de normen voor het gehele gebouw.

4° Indien in een gebouw meerdere functies aanwezig zijn, wordt het minimaal vereiste aantal parkeerplaatsen bepaald per functie aan de hand van de oppervlakte ingenomen per functie. De som van het minimum aantal per functie geeft het totaal aantal te realiseren parkeerplaatsen.

5° Indien in een gebouw wonen en andere functies aanwezig zijn mag het minimaal vereiste aantal parkeerplaatsen voor het wonen verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen vereist voor de andere functies indien deze ook permanent opengesteld worden voor de bewoners.

6° De afmetingen en het aantal te voorziene parkeerplaatsen voor personen met een handicap moeten voldoen aan de bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid van 05/06/2009 en latere wijzigingen.

7° In onderstaande bepalingen worden de normen voor het minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen weergegeven. Hierbij moet steeds naar boven worden afgerond. Een parkeerplaats mag aanvullend als berging gebruikt worden, mits parkeren te allen tijde mogelijk blijft.

a)Eengezinswoningen:

- 2 parkeerplaatsen voor een woning van maximum 200m²

- 1 bijkomende parkeerplaats voor een woning groter dan 200m²

- minimum evenveel fietsenstallingen als aantal slaapkamers

b)Meergezinswoningen en groepswoningbouw, met uitzondering van studio's:

- woongelegenheid tot en met 200m²: 2 parkeerplaatsen per woongelegenheid

     - woongelegenheid > 200 m² : 3 parkeerplaatsen per woongelegenheid                            

     - Per begonnen schijf van 5 woongelegenheden is 1 bezoekersparking vereist

     - Minimum fietsenstallingen: evenveel fietsenstallingen als aantal slaapkamers

c)Studio’s

- 1 parkeerplaats per studio

- Minimum fietsenstallingen: 2 fietsenstallingen per studio

d)Sociale woningen

- 1,5 parkeerplaats per woongelegenheid

- Minimum fietsenstallingen: 2 fietsenstallingen per woongelegenheid

e)Assistentiewoningen

- 1 parkeerplaats per 3 assistentiewoningen, vermeerderd met 1 parkeerplaats per schijf van 10 assistentiewoningen

- Minimum fietsenstallingen: 1 fietsenstalling per 5 assistentiewoningen

f)   Warenhuizen/Supermarkten

     - 1 parkeerplaats en 1 fietsenstalling per 20m² vloeroppervlakte

g) Winkel/Handel - Café's - Kantoren - Vrije beroepen

      - 0 m2 < 100 m²: 3 parkeerplaatsen

      - > 100 m²: 2 bijkomende parkeerplaatsen per begonnen schijf van 50 m²

      - Minimum aantal fietsenstallingen: 3 fietsenstallingen

h)  Feestzalen, danszalen

      - 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 5 m² vloeroppervlakte

      - Minimum fietsenstallingen: 1 fietsenstalling per begonnen schijf van 5 m² vloeroppervlakte

i)  Autoherstelplaatsen, garages

      - 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 25 m² bedrijfsoppervlakte

j)   Kinderkribben

      - 1 parkeerplaats en 1 fietsenstalling per begonnen schijf van 75 m²

 

Art. 6. Locatie en inrichting van de parkeerplaatsen en fietsenstallingen

1° De te voorziene parkeerplaatsen en fietsenstallingen moeten worden aangelegd op het bouwperceel waarop het betreffende gebouw gelegen is. Autostaanplaatsen worden, waar dit technisch mogelijk en veilig is, bij voorkeur ondergronds aangelegd.

De fietsenstallingen moeten eenvoudig en veilig bereikbaar zijn vanaf de openbare weg en moeten bij voorkeur ingeplant worden op het gelijkvloerse niveau.

De aldus bestemde parkeerplaatsen kunnen geen andere bestemming krijgen zolang het hoofdgebouw niet op een andere wijze voldoet aan de opgelegde normen.

2° De parkeerplaatsen of fietsenstallingen moeten worden aangelegd op dat gedeelte van het bouwperceel dat, ingevolge stedenbouwkundige of verkavelingsvoorschriften of de goede ruimtelijke ordening, voor bebouwing of verharding in aanmerking komt.

De goede plaatselijke ordening mag niet in het gedrang worden gebracht.

Het project moet aangepast worden met het oog op de vermindering van de parkeerbehoefte wanneer men niet voldoende parkeerplaatsen kan inrichten zonder de goede plaatselijke ordening te schaden.

3° Parkeerplaatsen voor personen met een handicap moeten zich zo dicht mogelijk bij de toegankelijke ingang van de constructie of bij de voetgangersuitgang van de parkeervoorziening bevinden.

Het oppervlak van de parkeerplaats voor personen met een handicap mag niet meer dan twee procent hellen.

Bij dwarsparkeren bedraagt de breedte van de aangepaste parkeerplaats minstens 350 cm, bij langsparkeren bedraagt de lengte van de aangepaste parkeerplaats minstens 600 cm en bij schuinparkeren wordt binnen de aangepaste parkeerplaats een rechthoek van minstens 350 cm op minstens 600 cm gegarandeerd.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is hier van toepassing.

 

Artikel 7. Minimale afmetingen en kenmerken parkeerplaatsen

Om in aanmerking te komen als parkeerplaats dient voldaan te worden aan volgende bepalingen:

- een garage, een garagebox of carport met de volgende minimumafmetingen: 5,25 m lang, 2,75 m breed en een minimum vrije hoogte van 2,10 m.

- een standplaats (overdekt of in open lucht) daartoe speciaal aangelegd en uitgerust:

overdekt: 5,00 m lang op 2,50 m breed en een vrije hoogte van 2,10 m.

open lucht: 5,50m lang en 2,50 m breed

De standplaats dient minimaal verhard te worden met grind, zodat ze niet verzakt.

Elke parkeerplaats dient afgebakend te worden met duurzame materialen. De parkeerplaatsen in open lucht dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen.

 

Artikel 8. Kenmerken en minimale breedte in- en uitrit naar parkeerplaatsen

Alle parkeerplaatsen moeten langs een gemeenschappelijke toegang op de openbare weg uitmonden, zonder dat ze daarbij bestaande parkeerplaatsen die gelegen zijn langs de gemeenschappelijke toegang isoleren. Dit is niet vereist voor parkeerplaatsen die bij dezelfde woning horen. Daar is het toegelaten dat één of meer auto’s moeten verplaatst worden om een parkeerplaats in te nemen of te verlaten.

De vereiste minimale breedte van de in- en uitrit is afhankelijk van de hoek tussen de parkeerplaats en de in- en uitrit:

         Bij een hoek van 90°: 6m

         Bij een hoek van 60°: 5m

         Bij een hoek van 45°: 4m

         Bij een hoek van 30°: 3,5m

         Bij een hoek van 0°  : 3m

 

Artikel 9. Hellende in- en uitritten

Conform de Ministeriële omzendbrief van 10 september 1965 zijn er geen hellingen toegelaten in openbaar domein.

De maximale hellingsgraad van in- en uitritten wordt bepaald door de lengte van de hellingsbaan zoals aangegeven in onderstaande tabel:

 

Lengte hellingsbaanHellingspercentage

AanbevolenMaximaal

5 m14%16%

10m14%16%

15m13%15%

2012%14%

2511%13%

3010%12%

359%11%

408%10%

458%10%

 

Hellingen moeten voldoende stroef zijn. Hellingsbanen zijn bij voorkeur recht, maar kunnen ook in ronde bochtvorm worden aangelegd. Bij sterk gekromde bochten moet rekening gehouden worden met voldoende doorzicht voor de bestuurder en met de breedte van de rijbaan

Hellingen moeten een rijbaanbreedte van minimum 3 m tussen de kantstrepen hebben

 

Artikel 10. Minimale afmetingen en kenmerken fietsenstallingen

De te voorziene fietsenstallingen moeten minimaal volgende afmetingen hebben: 1,80 tot 2.00 m lang, 0,75 m breed en 1,25 m hoog.

De fietsenstalling moet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf het openbaar domein, d.w.z. zonder door woon- of kantoorgedeelten te gaan. De vrije breedte van de toegangsweg tot de fietsenstalling moet minimum 0,90m bedragen.

Standplaatsen in open lucht moeten verhard worden met waterdoorlatende materialen en voorzien worden van fietsparkeervoorzieningen die het veilig stallen van de fietsen toelaten.

 

Artikel 11. Bepalen van het aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen

Ten einde de omvang van de verplichtingen van deze verordening te kunnen bepalen wordt volgende procedure gevolgd:

1° Plannen

Op basis van de ingediende plannen van de aanvraag wordt berekend hoeveel parkeerplaatsen en fietsenstallingen er volgens de verordening moeten voorzien worden.

Op de grondplannen die bij de vergunningsaanvraag zijn gevoegd, worden de parkeerplaatsen en fietsenstallingen aangegeven met het aantal genummerde rechthoeken die voldoen aan de minimale afmetingen opgenomen in deze verordening. Tevens worden de toegangen met hun afmetingen duidelijk aangeduid.

2° Vergunning

Het aantal te voorziene parkeerplaatsen en fietsenstallingen wordt in de vergunning opgenomen.

3° Verkoop - verhuur

Eengezinswoningen, woongelegenheden in meergezinswoningen, studio's en sociale woningen, zoals bedoeld in art.5., 7°, a), b), c) en d) van deze verordening, en die vergund zijn na de inwerkingtreding van deze verordening, mogen niet verkocht of verhuurd worden zonder het vereiste en eraan verbonden aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen.

Voor een sociale woning, zoals bedoeld in art.5., 7°, d) van deze verordening, geldt hierbij een minimum van 1 parkeerplaats en 2 fietsenstallingen per woongelegenheid.

 

Artikel 12. Afwijkingen

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om, in uitzonderlijke omstandigheden, een afwijking toe te staan op de bepalingen van deze verordening.

Deze uitzonderlijke omstandigheden moeten te maken hebben met de staat en de mogelijkheden van het bouwperceel en de goede plaatselijke ruimtelijke ordening. Een afwijking moet uitvoerig worden gemotiveerd.

 

Artikel 13. Strafbepalingen

De overtredingen op deze verordening worden behandeld in overeenstemming met de handhavingsmaatregelen bepaald in De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (Decreet Omgevingsvergunning)

 

Artikel 14. Slotbepalingen

De stedenbouwkundige verordening wordt onderworpen aan de goedkeuring van de Deputatie en zal vervolgens in overeenstemming met het gemeentedecreet en in overeenstemming met de regelgeving inzake ruimtelijke ordening bekendgemaakt worden.

 

 

Bespreking

Schepen Morris geeft een uiteenzetting over dit ontwerp van stedenbouwkundige verordening en waarom deze verordening werd opgemaakt.

Na discussie over de noodzaak van een dergelijke verordening, de afdwingbaarheid, de afwijkingsmogelijkheid en de afmetingen van parkeervoorzieningen wordt besloten geen aanpassingen door te voeren.

 

Advies

7 stemmen voor: Gunther Herrijgers, Els Vandenbergh, Jelena Vanopdenbosch, Chris Goidts, Kristien Depraetere, Gisèle Verboomen en Niel Van Laer

2 niet gestemd: Cedric Rosier en Jean Troisfontaine

 

Gunstig.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Vergadering van 3 november 2015

 

MOBILITEITSPLAN

 

Toelichting

De gemeenteraad van Bertem keurde op 22 september het nieuwe mobiliteitsplan voor de gemeente voorlopig goed. Dit mobiliteitsplan legt de grote lijnen vast van het mobiliteitsbeleid voor de komende zes jaren. Het vormt de basis voor het toekennen van subsidies door het Vlaamse gewest en de provincie aan de gemeente Bertem.

Het mobiliteitsplan wordt gedurende 30 dagen onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het plan kan worden geraadpleegd op www.bertem.be/mobiliteitsplan, aan de balie van de technische dienst of op de open vergadering van de mobiliteitsraad op 9 november om 20 uur. De gecoro wordt uitgenodigd om gezamenlijk met de milieuraad deze vergadering bij te wonen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

Vergadering van 3 november 2015

 

VARIA

 

Toelichting

         Verkavelingsaanvraag van Paul Warmenbol voor een perceel in 3061 Leefdaal, Kerstraat, sectie D nr 125m.

Op 5 oktober 2015 heeft het college beslist om het wegenisdossier niet ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. Vooral het ongunstige advies van Infrax staat een positieve uitspraak in de weg.

Op 16 oktober 2015 heeft de aanvrager de verkavelingsaanvraag ingetrokken.

         Stedenbouwkundige aanvraag van Florent Houbaer namens Waterpas Projects nv voor het bouwen van 17 appartementen in 3061 Leefdaal, hoek Dorpstraat/Mezenstraat, sectie B nrs 237e2, 237k2, 237c2, 237b2 en 237v.

Op 11 mei 2015 heeft het college een weigering afgeleverd. Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal niet verantwoord. Bovendien bevat het dossier een aantal tegenstrijdigheden die, zeker gelet op de omvang van het project, onverantwoord zijn.

Op 15 juni 2015 heeft de aanvrager beroep aangetekend bij de deputatie. Hun beroep werd ingewilligd op 27 augustus 2015.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019