Zitting van 13 december 2021
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 6 december 2021 goed.
Zitting van 13 december 2021
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/544 tot en met nr. 2021/548 voor een totaal bedrag van 5018,55 euro.
Zitting van 13 december 2021
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/5087 tot en met nr. 2021/5394 voor een totaal bedrag van 481 523,79 euro.
Zitting van 13 december 2021
ASFALTERINGSWERKEN 2017-2021. GOEDKEURING VORDERINGSSTAAT NR. 5 - EINDSTAAT.
Voorgeschiedenis
• De aannemer Grizaco nv, Scheepvaartkaai 4 te 3500 Hasselt diende vorderingsstaat 5 in die werd ontvangen op 3 december 2021.
Feiten en context
Bestelbedrag |
| € 160 692,00 |
Bedrag verrekeningen | + | € 54 170,22 |
Bestelbedrag na verrekeningen | = | € 214 862,22 |
Btw | + | € 45 121,07 |
TOTAAL | = | € 259 983,29 |
Bedrag vorige vorderingsstaten |
| € 282 403,38 |
Prijsherzieningen | + | € 5308,32 |
Totaal excl. btw | = | € 287 711,63 |
Totaal incl. 21% btw vorige vorderingsstaten | = | € 348 131,07 |
Huidige vorderingsstaat |
| € 126 915,39 |
Prijsherzieningen | + | € 0 |
Totaal excl. btw | = | € 126 915,39 |
Btw | + | € 26 652,23 |
Totaal incl. 21% btw VS 5 - eindstaat | = | € 153 567,62 |
TOTAAL UITGEVOERDE WERKEN incl. btw | = | € 501 698,69 |
Juridische gronden
Argumentatie
De werken werden correct uitgevoerd.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
2-25-88 0200-00/224500 | € 217 164,95 | € 217 164,95 | € 153 567,62 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 5 - eindstaat van Grizaco nv, Scheepvaartkaai 4 te 3500 Hasselt voor de opdracht “Raamcontract asfaltherstellingen” voor een bedrag van 126 915,39 euro excl. btw of 153 567,62 euro incl. 21% btw.
Artikel 2:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op budgetcode 2-25-88 0200-00/224500.
Artikel 3:
De factuur en de vorderingsstaat 5 - eindstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.
Zitting van 13 december 2021
GEZONDHEIDSBELEID. DEELNAME "BEWEEGROUTES 2022".
Voorgeschiedenis
• CBS 9 november 2020: Engagementsverklaring en deelname project: "10 000 stappen: Elke stap telt."
• GR 28 september 2021: resultaten lokale gezondheidsenquête en actieplan.
Feiten en context
• Het 10 000-stappenproject is een wetenschappelijk onderbouwd project dat het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw (VIGL) al jaren succesvol coördineert met steun van de Vlaamse overheid.
• Uit studies blijkt dat het 10 000 stappen-project burgers effectief meer in beweging brengt indien de gemeente inzet op alle werkzame elementen van het project:
• Daarom organiseren het Vlaams Instituut Gezond Leven en Sport Vlaanderen vanaf 2021 samen ‘10 000 stappen: Elke stap telt’, een grootschalig project dat steden en gemeenten wil aanzetten en ondersteunen om beweging mee(r) mogelijk te maken. Het roept lokale besturen op om te investeren in zichtbare ‘beweegvriendelijke buurten’, door:
º inwoners duurzaam aan te moedigen om te bewegen, met extra aandacht voor minder actieve bevolkingsgroepen, zoals mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties;
º 10 000 stappen en beweging blijvend zichtbaar te maken in de publieke ruimte van de gemeente - creëren van beweegvriendelijke buurten;
º participatief aan de slag te gaan met geëngageerde burgers, het verenigingsleven en betrokken professionals.
• De Vlaamse Logo’s ondersteunen en adviseren lokale besturen bij de plaatselijke uitrol ervan.
• Het is een ideaal project om in te spelen op de aanbevelingen uit de lokale gezondheidsenquête: meer investeren in gezondheidsbevordering met bijzondere aandacht voor de kwetsbare burgers,…
• 10 000 stappen inspireert en ondersteunt (ook financieel) het lokaal bestuur gedurende 4 jaar in de uitbouw van een beweegvriendelijke omgeving en een gezondere stad of gemeente. Jaarlijks deelnemen is geen verplichting, maar wordt wel aangeraden. Elk jaar wordt de focus gelegd op een ander belangrijk onderdeel van het integraal 10 000 stappenproject, dat pas echt effectief is wanneer er op alle focussen en communicatiepieken wordt ingezet:
º 2021: stappensignalisaties in het straatbeeld
º 2022: beweegroutes in de gemeente
º 2023: inzetten op het STOP-principe en gezonde mobiliteit
º 2024: lokale beweegacties opzetten i.s.m. het verenigingsleven.
• Het einddoel van dit project is: "Gezonde inwoners die meer bewegen, en als het kan 10 000 stappen per dag zetten, dankzij een combinatie van toffe sensibilisering en beweegvriendelijke buurten."
• In 2022 focust het VIGL op het ontwikkelen van beweegroutes. Een beweegroute is een duurzame, goedkope en laagdrempelige methode om de inwoners van de gemeente meer te laten bewegen in de vrije tijd.
• Er is keuze uit verschillende soorten beweegroutes:
º Beweegroute met onderweg eenvoudige beweegoefeningen rond kracht, uithouding en balans, gebruikmakend van bestaande elementen in het straatbeeld.
º 10 000-stappenwandeling waarbij het aantal stappen duidelijk wordt getoond tijdens de route.
º Wandelroutes gericht naar een bepaalde doelgroep of setting, zoals voetgangerscirkels, gezondheidsrally, gezinswandelingen met opdrachten, toeristische wandelingen, routes in de buurt van bedrijven of Beweging Op Verwijzing coaches…
º Toevoeging van aantal stappen aan bestaande wandelroutes.
• Er is keuze uit verschillende soorten materialen van 10 000 stappen om de beweegroutes zichtbaar te maken. Materialen kunnen vanaf maart 2022 besteld worden via de webwinkel van 10 000 stappen.
• De Vlaamse Logo’s ondersteunen en adviseren het lokaal bestuur bij de ontwikkeling en plaatselijke uitrol van de beweegroutes.
• Er wordt ook een leidraad voorzien met concrete uitwerking van alle mogelijke beweegroutes, en met praktische toelichting over de voorbereiding, ontwikkeling, bestelprocedure, lokale communicatie en duurzaam gebruik.
• Financiële ondersteuning in 2022:
º Elk lokaal bestuur dat materialen voor beweegroutes bestelt via de webwinkel ontvangt vanuit 10 000 stappen 250 euro vermindering op de totale factuur (incl. btw) van die materialen. Dit is dus een financiële ondersteuning en er wordt geen cofinanciering verwacht. Bij bestelling van materialen met een totaalbedrag lager dan 250 euro, wordt dat lagere bedrag afgetrokken om zo tot een factuur van € 0 te komen. Het resterende bedrag wordt niet terugbetaald.
Juridische gronden
• Preventiedecreet van 21 november 2003.
• Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
• Decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 en latere wijzigingen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college gaat akkoord om deel te nemen aan het project “10 000 stappen: Elke stap telt” en schrijft zich in voor het tweede jaar (2022) met focus beweegroutes.
Artikel 2:
Het college geeft opdracht aan Joké Jonné, afdelingshoofd mens, om dit project lokaal voor te bereiden en te coördineren met de hulp van Logo Oost-Brabant, en een projectgroep samen te stellen.
Artikel 3:
Het college voorziet de nodige kredieten.
Artikel 4:
Logo Oost-Brabant wordt schriftelijk van de beslissing op de hoogte gebracht.
Zitting van 13 december 2021
COVID-19. ORGANISATIE NOODOPVANG VERLENGDE KERSTVAKANTIE.
Feiten en context
• De scholen krijgen de opdracht om die noodopvang in kaart te brengen door middel van een bevraging van de ouders. Deze bevraging wordt op heel korte termijn opgestart. Op basis van de door de scholen gedetecteerde vraag naar noodopvang, wordt een overleg georganiseerd tussen het lokale onderwijsveld, de lokale besturen en de sector van de buitenschoolse opvang om deze noodopvang te organiseren. Afhankelijk van de lokale situatie kan daarbij ook de brede welzijns- en vrijetijdssector en het vrijwilligerswerk worden betrokken.
• De Vlaamse regering zal de subsidieregeling die hiervoor tot voor de zomervakantie liep, opnieuw activeren. De subsidie bedraagt 20 euro per effectief opgevangen kind voor de inzet van personeel (10 euro per halve dag) en 10 euro per effectief opgevangen kind voor de inzet of het veiligheidsonderhoud van de infrastructuur.
• De noodopvang is gratis tijdens de week van 20 december (de week voor de kerstvakantie), tijdens de gewone schooluren.
• Het is belangrijk te benadrukken dat noodopvang wordt gezien als een uitzonderingsregime. Gezien de hoge circulatie van het virus binnen de groep kinderen van deze leeftijdscategorie en de hoge uitval wegens ziekte of quarantaine bij leraars en kinderbegeleiders, moeten de ouders zoveel als mogelijk zelf oplossingen zoeken. Enkel indien dit niet mogelijk is, moet noodopvang voorzien worden.
• Er wordt gevraagd heel goed te bekijken voor welke kinderen opvang noodzakelijk of aangewezen is. Dit zal steeds maatwerk zijn, waarbij een grote mate van autonomie gelaten wordt aan de lokale actoren. Indien er toch keuzes moeten gemaakt worden, geeft de Vlaamse overheid volgende richtlijnen mee:
º Geef voorrang aan kinderen van ouders die beide in cruciale beroepen en essentiële diensten werken. Dit zijn bijvoorbeeld: zorgberoepen, politie, kinderopvang, voedingssector…
º Geef voorrang aan kwetsbare ouders, ouders met een precaire arbeidssituatie of kinderen in een verontrustende thuissituatie.
º Denk aan gezinnen met een kind met een specifieke ondersteuningsbehoefte, alleenstaande ouders…
º Laat ruimte voor individuele vragen. Niet elke ouder vindt zomaar een oplossing in het (in)formele netwerk. Opvang door vrienden of familie die tot een risicogroep behoren, is geen veilig alternatief. Bekijk lokaal naar oplossingen voor de gezinnen met een opvangvraag.
º Zieke kinderen en kinderen in quarantaine kunnen niet worden opgevangen.
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Het is voor ouders die in essentiële sectoren tewerkgesteld worden, belangrijk dat er noodopvang voorzien wordt voor kleuters en kinderen van de lagere school.
Om de bubbels zoveel mogelijk te respecteren, wordt voorgesteld om de opvang per school te organiseren en het organisatorische luik aan de scholen over te laten. De directeurs kunnen beter inschatten welke ouders behoren tot de doelgroep.
De algemeen directeur van de scholengemeenschap Archipel, waartoe de VBS De Waaier behoort, bezorgde het lokaal bestuur op 9 december 2021 een e-mail waarin gesteld wordt dat het schoolbestuur beslist heeft om de scholen drie weken te sluiten en dat er bijgevolg aan de directies niet gevraagd wordt om personeel of lokalen ter beschikking te stellen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om een ondersteunende rol op te nemen in het voorzien van noodopvang tijdens de verlengde kerstpauze van 20 december tot en 24 december 2021. Deze ondersteuning wordt geboden door inzet van personeel.
Artikel 2:
De gemeentescholen organiseren zelf de noodopvang per vestiging. Indien er leerlingen van De Waaier moeten opgevangen worden, zal er een aparte bubbel voorzien worden in de GBS 't Zonneveld.
Artikel 3:
Het college verzoekt de administratie om, na afloop van de noodopvang, het college in kennis te stellen van een financieel verslag en van een evaluatie van deze organisatie.
Zitting van 13 december 2021
TOERISME. BESPREKING OPROEP PARKENPARADE 2022.
Besluit
Motivering
Toerisme Vlaams-Brabant richt komend voorjaar de spotlights op onze kastelen, parken en tuinen in de Groene Gordel. Voor de Parkenparade 2022 (4 juni t.e.m. 19 juni) gaan ze op zoek naar de mooiste kastelen, parken en tuinen in de regio om daar van ons geluk te proeven. Deze oproep kadert dan ook in de vraag of de gemeente een tuin heeft op haar grondgebied, al dan niet openbaar of privé, die hiervoor kan opengesteld worden.
Met de Parkenparade 2022-campagne wordt er gewerkt rond het thema “geluk” en dit verdeeld over drie weekends. Dit geeft Toerisme Vlaams-Brabant de mogelijkheid om wekelijks een sterke marketingcampagne te bouwen:
• Zaterdag 4 en zondag 5 juni 2022: gericht rond het individu en zijn (persoonlijk) geluk. Ze bouwen verder op het thema van de warmste week 2021 “kunnen zijn wie je bent” want genieten van je eigen geluk maakt je sterker. Ze vertalen dit thema in activiteiten zoals workshops Tai Chi, stilte-meditatie op unieke locaties en in de natuur, boomknuffelen in het park, happiness coaching, gelukstraining, energetische coaching, sjamanistisch geheim ontdekken, doe eens een haka...
• Zaterdag 11 en zondag 12 juni 2022: gericht op koppels met een vleugje romantiek. Als activiteiten denken ze bijvoorbeeld aan een leuke setting voor een wijn-/bierproeverij of combinaties, een miniconcertje voor koppels, vuurlopen, brunch in het park, sensuele massagesessie op locatie… Samen genieten verhoogt je geluk.
• Zaterdag 18 en zondag 19 juni 2022: dit laatste weekend sluiten ze af met de hele familie. Genieten met elkaar geeft je energie. Hier denken ze vooral aan originele picknicks met als thema bubbel/gezinsgeluk.
De gemeente kan een keuze maken uit één van de drie weekends.
Toerisme Vlaams Brabant engageert zich om promotie te voeren via de verschillende kanalen: regionale TV, nationale radio, geschreven pers, sociale media waarbij ze de activiteiten maximaal aan bod laten komen. Via de 'Uit in Vlaanderen'- website (https://www.uitinvlaanderen.be/) kunnen ze de activiteiten op hun website laten verschijnen via de verschillende tags.
De dienst vrije tijd zou ervoor kiezen om tijdens het weekend van 18 en 19 juni de pastorijtuin in Bertem open te stellen en zou een activiteit organiseren met als thema bubbel/gezinsgeluk, mogelijk onder de vorm van een gezinspicknick. Dit zal nog verder uitgewerkt worden.
Bespreking
Het college van burgemeester en schepenen gaat ermee akkoord om de pastorijtuin in Bertem open te stellen tijdens het weekend van 18 en 19 juni 2022. De dienst vrije tijd werkt een activiteit uit met als thema bubbel/gezinsgeluk onder de vorm van een gezinspicknick met randanimatie.
Zitting van 13 december 2021
MOBILITEIT. BESPREKING ANNULATIE EINDEJAARSVERVOER DRUIVENSTREEK.
Besluit
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zijn zitting van 8 november 2021 beslist om deel te nemen aan de eindejaarsvervoersactie in de Druivenstreek.
De dienst vrije tijd heeft met betrekking tot de stijgende Coronacijfers advies gevraagd aan de crisiscel of deze actie nog kon doorgaan.
Het advies van de noodplancoördinator van 1 december 2021 luidt als volgt:
"Met de huidige cijfers is het inderdaad heel moeilijk in te schatten wat de situatie eind december zal zijn.
We moeten eerst en vooral screenen over hoeveel evenementen het nog gaat ?
• Fuiven en feesten kunnen volgens de huidige regels in principe niet of met zware beperkingen doorgaan (enkel zittend per 6 aan tafel en enkel dansen met mondmasker aan). Hoeveel organisatoren blijven er over die onder deze restricties nog iets willen organiseren?
• Dancings en discotheken zijn dicht;
• Privéfeestjes zijn ook wel ingeperkt, maar hierop is geen controle mogelijk, dus die gaan er wel zijn. Vermoedelijk zullen deze ook eerder lokaal doorgaan.
Pas 15 december worden deze maatregelen opnieuw geëvalueerd (vermoedelijk kennen we de exacte richtlijnen voor daarna rond 19/20 december).
Mensen stimuleren om de bus te nemen is in de huidige omstandigheden geen goed idee, want dan krijg je sowieso ook weer een mix van personen en groepen. Het mondmasker op openbaar vervoer is wel verplicht, maar ik kan me inbeelden dat dit in de loop van de nacht bij terugkeer naar huis niet door iedereen gerespecteerd zal worden.
Is het dan wel rendabel en relevant om dure bussen in te leggen?
Kunnen deze middelen bv. niet beter ingezet worden op het stimuleren van bv. BOB-campagne (als men zich dan toch wil verplaatsen): Kleinere bubbels met een verantwoorde chauffeur."
De jeugdraad heeft tijdens haar zitting van 7 december het advies gevolgd van de noodplancoördinator.
Bespreking
Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de noodplancoördinator en de jeugdraad en gaat ermee akkoord om dit jaar niet deel te nemen aan de eindejaarsvervoersactie in de Druivenstreek.
Zitting van 13 december 2021
STUDEERPLAATSEN. BESPREKING EXTRA AFSPRAKEN.
Besluit
Motivering
Op de jeugdraad van 19 oktober 2021 werd de vraag gesteld om opnieuw een stille studeerplaats te organiseren in Ter Dijle van 27 december 2021 tot en met 7 februari 2022. Ook werd de vraag gesteld om een avond- en nachtblok tot 02.00 uur in te lassen om te studeren.
Het college van burgemeester en schepenen heeft tijdens zijn zitting van 10 mei 2021 reeds een beslissing genomen over de studeerplaats en hierover afspraken gemaakt.
Uit een evaluatie met de jeugdraad en de dienst gebouwen en in tijden van corona blijkt dat het nodig is om extra afspraken toe te voegen aan de reeds bestaande afspraken. Deze extra afspraken zijn gebaseerd op het advies van de crisiscel van 26 november en 1 december 2021.
• Toevoegen van een extra studeerblok: 18 – 23 uur.
Uit de bespreking met de crisiscel volgde dat in de nacht studeren niet beheersbaar is voor de gemeente als uitbater. Hieruit ontstond een compromis om het avondblok te beperken tot 23 uur.
• Dienst gebouwen is het contactadres vanuit de gemeente en is bij problemen bereikbaar tot 17 uur. Problemen na 17 uur worden de dag nadien opgelost. Er is ook geen IT-permanentie - het is niet toegestaan dat studenten zelf aan de installaties ingrepen doen.
• Afspraken met de vrijwilliger/toezichter
º Hij mailt zijn contactgegevens naar vrijetijd@bertem.be met gebouwen@bertem.be in kopie. De contactgegevens van één of twee back-ups worden eveneens doorgegeven.
º Er wordt een vrijwilligersvergoeding voorzien per dag.
º Telkens de week vooraf mailt hij de namen van de studenten naar gebouwen@bertem.be. Bij steekproefcontroles mogen enkel deze personen aanwezig zijn en mag er nooit één persoon alleen aanwezig zijn (dit omwille van verzekering en veiligheid).
º Problemen, schade... moeten altijd gemeld worden - bij vaststelling van niet gemelde omstandigheden of feestjes, kan de studeerplaats gesloten worden.
º Hij legt de internet wifi ontvanger na afsluit in de keuken achter slot.
º Lichten uitdoen en deuren sluiten
º Keuken netjes houden
Betreffende de coronamaatregelen zijn alle maatregelen en omzendbrief van hogerhand van toepassing.
Bij elke verplaatsing in het gebouw is het dragen van een mondmasker verplicht. Gezamenlijk eten of iets drinken kan zonder mondmasker, maar met respect voor de 1,5 m onderlinge afstand.
Gemeenschappelijke ruimtes moeten permanent geventileerd worden.
Richtlijn voor aantal personen per lokaal: 1 persoon per 10 m².
Bespreking
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de extra afspraken voor deze studeerplaats en voor de komende studeerperiodes. Het college beslist dat de studeerplaats na 23 uur nog kan openblijven en dit tot max. 02.00 uur.
Bij niet-naleving van de voorwaarden en van de afspraken over het gebruik van de studeerruimte, kan het college beslissen om het gebruik van de studeerruimte stop te zetten of te beperken.
Het college geeft opdracht aan de facilitaire dienst om het verbruik van de verwarming en de elektriciteit tijdens de studeerperiode te monitoren en om te rapporteren over de verbruikskosten.
Zitting van 13 december 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN ASTRA VERREYDT EN NATHAN HAESENDONCK VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, A.E. VERBISTSTRAAT 29, SECTIE B NR 341L19.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 31 augustus 2021 hebben Astra Verreydt en Nathan Haesendonck, Martelarenlaan 243 te 3010 Leuven, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3060 Bertem, A.E. Verbiststraat 29, sectie B nr 341L19.
• Op 22 september 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 30 november 1992, nr. T874-2-B.215 (dossiernummer stedenbouw 22/V/128).
Het betreft lot 3 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de kroonlijsthoogte ter hoogte van de bouwlijn en gemeten vanaf het normaal grondpeil maximaal 5,5 m. De helling van de dakvlakken ligt tussen de 25° en 45°.
De aanvraag wijkt hiervan af.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied .
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de A.E. Verbiststraat.
Deze straat takt noordelijk aan op de Tervuursesteenweg en vormt vanaf het kruispunt de begrenzing van een zone met openbare gebouwen (gemeentehuis, school, sporthal, het sociaal huis) langs deze gewestweg.
Het perceel van de aanvraag is het laatste perceel in woongebied dat overgaat in agrarisch gebied. In de omgeving zijn hoofdzakelijk vrijstaande woningen opgericht in verschillende verschijningsvormen. Ten noorden wordt het glooiende agrarische landschap onderbroken door de wijk De Kouter en een aantal bossen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een eengezinswoning in open verband. Het hoofdvolume bestaat uit 2 bouwlagen afgewerkt met een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,35 m gemeten vanaf het maaiveld.
De woning wordt ingeplant binnen de voorgestelde bouwzone van het verkavelingsplan.
Rechts bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens 4,60 m en links varieert de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tussen 3 m en 3,30 m.
De bouwdiepte bedraagt 11 m zowel op het gelijkvloers als op de eerste verdieping.
In de voortuinstrook wordt een oprit én een toegang tot de woning in waterdoorlatende verharding voorzien. Aansluitend op de achtergevel wordt een terras voorzien van 30 m².
De gracht vooraan het perceel zal ter hoogte van de oprit plaatselijk ingebuisd worden. De overbrugging van de gracht zal uitgevoerd worden over een breedte van 4 m en dit volgens de richtlijnen van de bevoegde instantie.
Doordat de nieuwbouwwoning ingeplant wordt op 17,4 m uit de rooilijn en door het oplopend terreinprofiel zal de nulpas van de woning op +/- 1,20 m hoger dan het straatniveau komen te liggen. Hiermee sluit het profiel ook goed aan met het bestaande terreinprofiel. Het terreinprofiel zal voor het overige deel nagenoeg ongewijzigd blijven.
Het niet-bebouwde deel van de bouwplaats zal als tuin aangelegd worden.
• Watertoets
Op 8 november 2021 heeft de provincie, dienst waterlopen, volgend wateradvies uitgebracht:
"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
Het bouwen van een eengezinswoning met oprit en terras.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag grotendeels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Hemelwaterverordeningen
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013);
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 5000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 3500 liter (min. 3137,5 liter) met een oppervlakte van 5,6 m² (min. 5,02 m²). De oprit en het terras worden aangelegd in waterdoorlatende verhardingen.
Specifieke voorwaarden
º Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 2 oktober 2021 tot 31 oktober 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
1. Op 30 september 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:
"Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden
Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.
Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
Advies Waterbronnen en Milieu
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.
Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.
De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.
Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"
2. Op 8 november 2021 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht; zie watertoets.
• Interne adviezen
Op 7 oktober 2021 heeft de dienst burgerzaken een huisnummer toegekend, nl. A.E.Verbiststraat 29.
Argumentatie
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 30 november 1992. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de voorschriften van deze verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften betreffende de kroonlijsthoogte en de dakhelling.
Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de kroonlijsthoogte ter hoogte van de bouwlijn en gemeten vanaf het normaal grondpeil maximaal 5,5 m. De helling van de dakvlakken ligt tussen de 25° en 45°.
De aanvraag voorziet in een kroonlijsthoogte van 6,20 m en de woning wordt afgewerkt met een plat dak.
De aanvraag past binnen het straatbeeld waarin nog andere platte daken worden aangetroffen. De afwijking is te verantwoorden.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 30 september 2021 moeten strikt worden nageleefd
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 8 november 2021 moeten strikt worden nageleefd
• Vooraleer men overgaat tot het inbuizen van de gracht ter hoogte van de oprit moet advies worden gevraagd aan de dienst openbare werken van de gemeente.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Astra Verreydt en Nathan Haesendonck voor het bouwen van een woning in 3060 Bertem, A.E. Verbiststraat 29, sectie B nr 341L19.
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 30 september 2021 moeten strikt worden nageleefd
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 8 november 2021 moeten strikt worden nageleefd
• vooraleer men overgaat tot het inbuizen van de gracht ter hoogte van de oprit moet advies worden gevraagd aan de dienst openbare werken van de gemeente.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 13 december 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN SIMON WOUTERS VOOR DE BUITENAANLEG IN 3061 LEEFDAAL, NOLLEKENSSTRAAT 24, SECTIE F, NR 142B2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 9 november 2021 heeft Simon Wouters, Nollekensstraat 24 te 3061 Leefdaaleen aanvraag ingediend voor de buitenaanleg in 3061 Leefdaal, Nollekensstraat 24, sectie F, nr 142b2.
• Op 22 november 2021 werd bijkomende informatie gevraagd. Deze informatie werd verkregen op 26 november 2021.
• Op 30 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Nollekensstraat.
De Nollekensstraat ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving bestaat uit hoofdzakelijk open en halfopen eengezinswoningen aangrenzend aan het kouterlandschap ten zuiden. Het perceel ligt in helling vanaf de Nollekensstraat.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het aanleggen van een waterdoorlatende oprit, de aanleg van een reeds vergund terras en een zijpad langsheen de woning, het aanleggen van een zwembad met zonneterras, het plaatsen van een vrijstaand bijgebouw (tuinhuis, berging en technische ruimte) met pad en het plaatsen van een bovengrondse regenwatertank van 3000 liter.
• Watertoets
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 3000 liter (overloop naar de bestaande RWA die voorzien is van een 10 000 liter regenwaterput en een 3000 liter infiltratievoorziening), zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
1. Op 7 december 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd onder de volgende voorwaarden:
"Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Geen bezwaar
Advies Waterbronnen en Milieu
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.
Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.
De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.
Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het plaatsen van een zwembad met terrasverharding en bijgebouwen is verantwoord in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving. Bijgevolg zal deze buitenaanleg geen afbreuk doen aan de belevingswaarde van de buurt. Voorliggend project is functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
De woning voorziet een brede toegang naar de reeds bestaande dubbele garage voor het stallen van twee voertuigen. Er kunnen minimaal 2 (extra) voertuigen naast elkaar geparkeerd worden op de oprit. Hierdoor kan de mobiliteitsimpact geheel op het eigen terrein worden opgevangen. Bijgevolg voldoen de voorgestelde werken aan de gemeentelijke parkeerverordening.
Schaal
Het voorstel omvat het plaatsen van:
• een buitenzwembad
Het zwembad zal worden ingeplant op een perceel van 14,07 are, op een afstand van 6,45 m vanaf de achterste bouwlijn en op 1 m afstand t.o.v. de linker perceelsgrens. Het zwembad zal 7,2 m lang en 3,6 m breed worden, waardoor het zwembad een oppervlakte van ca. 26 m2 zal krijgen.
• (terras)verharding
De verharding betreft zowel de noodzakelijke verharding naar de woning (68 m2), het achterliggende terras en het pad rondom het zwembad en langsheen het bijgebouw (12 m2 + 95 m2). In totaal bedraagt de verharding (inclusief het zwembad) 175 m2. De verharding op het perceel bedraagt daarmee ca. 12% van de totale oppervlakte.
• een multifunctioneel vrijstaand bijgebouw.
Het bijgebouw krijgt een oppervlakte van ca. 26,5 m2 (8,05 m x 3,3 m) en wordt ingeplant op 1 m vanaf de linker perceelsgrens. Het voorgestelde bijgebouw krijgt een kroonlijsthoogte van 2,05 m en krijgt een zadeldak met een nokhoogte van 3,5 m hoog.
De werken zullen de schaal van de gebouwen in de omgeving niet overschrijden.
Het project in zijn geheel past zich voldoende qua schaal aan in de omgeving.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De definitie verhardingen moet steeds correct worden geïnterpreteerd. Of iets al dan niet een verharding is, staat steeds los van de waterdoorlatendheid van het gekozen materiaal. Dus ook grind, dolomiet en grasdallen vallen onder de definitie ‘verharding’.
Verharding is de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-) ondoorlaatbare materialen waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies…). In de provinciale hemelwaterverordening inzake verhardingen wordt dit als volgt gedefinieerd: ‘niet-overdekt grondoppervlak dat een bewerking heeft ondergaan waardoor het harder wordt en/of beter toegankelijk’.
De term verharding is dus ruim te interpreteren: klinkers, asfalt, beton, grind, dolomiet, grastegels, grasdallen… Daarnaast moeten ook andere niet-overdekte constructies zoals zwembaden, zwemvijvers… mee ‘in rekening’ worden gebracht.
De voetafdruk van het huis bedraagt 102 m2, die van het te bouwen tuinhuis 26,5 m2 en die van verharding 175m2.
Zowel het zwembad als de voorziene verharding in de achtertuinzone zijn niet waterdoorlatend, waardoor het hemelwater niet kan infiltreren in de bodem.
De verharding in de voortuinzone (68 m2) wordt voorzien in waterdoorlatende verharding.
De voetafdruk van het huis samen met alle verharding bedraagt 303,5 m2. De totale bebouwing en verharding van het perceel bedraagt daarmee 21% van het totaal.
Kwalitatieve en groene tuinzones zijn belangrijk voor de woonkwaliteit van afzonderlijke woningen en deze van een ruimere woonomgeving. Daarnaast zorgen tuinen voor een zekere ecologische basiskwaliteit en spelen ze ook een rol in de waterhuishouding van een perceel en de omgeving. In deze context is het wenselijk om ervoor te zorgen dat tuinen kunnen ingericht worden om de woonfunctie te ondersteunen (berging, terrassen, zwembad…) maar ook voldoende en hoofdzakelijk onbebouwd, onverhard en groen blijven. De beoogde omvang van de verhardingen stroken niet geheel met de goede ruimtelijke ordening en met de hierboven benoemde definities, kwaliteiten en doelstellingen om te komen tot een duurzaam ruimtebeleid. Bijgevolg kan te veel verharding een negatieve impact op verschillende aspecten van een goede ruimtelijke ordening, maar ook op het leefmilieu hebben. Normaliter komt het hemelwater op een onverharde bodem terecht en zakt het vervolgens in de bodem. Dit is goed voor lokale flora en de fauna en het zorgt voor voldoende grondwaterstand in de omgeving. Hemelwater dat op verharding terechtkomt, wordt meestal via een riool afgevoerd (in voorliggende situatie deels in een nieuwe hemelwaterput en uiteindelijk ook in de bestaande infiltratieput via de bestaande RWA) en zakt niet rechtstreeks in de bodem.
Dit geldt echter maar voor een gedeelte van de verharding in de voorliggende situatie. Daarnaast kan veel verharding verschillende vervelende gevolgen hebben, zoals het veroorzaken van wateroverlast bij hevige regenval, schade bij droogte en het veroorzaken van hittestress. Het voorkomen van wateroverlast, schade en hittestress is een gedeelde taak van iedere burger. Aangezien er met name in de achtertuinzone te veel verharding wordt aangetroffen op de plannen kan het leefmilieu en daarmee de ruimtelijke kwaliteit in het gedrang komen.
Door de stapstenen langsheen het gazon (in het verlengde van de trappen) door te trekken richting het zwembad, maar ook het pad langsheen het vrijstaande bijgebouw te voorzien in stapstenen is er minder verharding aanwezig, waardoor de bovenstaande omschreven problemen in mindere mate zouden kunnen optreden. Met deze twee voorwaarden wordt het voorliggende project qua ruimtegebruik en bouwdichtheid als gunstig beoordeeld. Visueel-vormelijke elementen
Visueel vormelijk zal de buitenaanleg inclusief het zwembad en het bijgebouw integreren in de nabije omgeving. Het bijgebouw zal worden afgewerkt met houten bekleding, buitenschrijnwerk van hout en metalen dakplaten. Het project zal visueel-vormelijk integreren in de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.
Reliëf
De bouwplaats is gelegen langsheen een rustige woonstraat, de Nollekensstraat. Voorliggend perceel is reliëfrijk en heeft een verloop van ca. 4,8 m (63,93 - 59,11) over een lengte van ca. 50 m. Dit maakt dat het gebied is aangeduid als een erosiegevoelig gebied. Qua grondverzet zou er maximaal moeten worden naar gestreefd dat de af te graven grond op een perceel maximaal kan worden opgevangen op datzelfde perceel. Daarnaast moet de grondaanvoer van elders beperkt blijven en wordt dit bij voorkeur zelfs vermeden. In voorliggende aanvraag is de grondbalans in evenwicht waardoor de aanvraag strookt met het belangrijkste uitgangspunt dat een project zich moet aanpassen aan het reliëf en niet omgekeerd, evenals dat reliëfwijzigingen zeer restrictief moeten worden benaderd. In het voorliggende project is de beoogde reliëfwijziging voldoende aangepast aan het bestaande reliëf, waardoor de reliëfwijzigingen in relatie staan tot de omgeving.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Afvloeiend hemelwater van de achterliggende percelen kan tot wateroverlast leiden bij piekneerslag. Doordat het perceel voor ca. 21% bebouwd en verhard zal worden, zal het hemelwater dat hierop valt tot wateroverlast kunnen leiden.
Doordat het project een extra hemelwaterput van 3000 liter voorziet voor het hemelwater en dit deels hergebruikt en doordat het project meer stapstenen zou voorzien dan aangegeven in de plannen (zoals beschreven bij het ruimtegebruik en bouwdichtheid) kan het project alsnog als voorwaardelijk gunstig beoordeeld worden.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord. Echter doorstaat het voorliggende project (in eerste instantie) 1 van de 8 toetsingselementen van de toets aan de goede ruimtelijke ordening niet. Zolang de opgelegde voorwaarden worden nageleefd, brengt het voorliggende project de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 december 2021 moeten strikt worden nageleefd.
• de stapstenen langsheen het gazon worden aan de bovenzijde van de trappen (recht) doorgetrokken.
• het pad langsheen het vrijstaande bijgebouw wordt in zijn geheel voorzien in stapstenen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Simon Wouters, Nollekensstraat 24 te 3061 Leefdaal voor de buitenaanleg in 3061 Leefdaal, Nollekensstraat 24, sectie F, nr 142b2 onder volgende voorwaarden:
• de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 december 2021 moeten strikt worden nageleefd.
• de stapstenen langsheen het gazon worden aan de bovenzijde van de trappen (recht) doorgetrokken.
• het pad langsheen het vrijstaande bijgebouw wordt in zijn geheel voorzien in stapstenen.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstantie.
Zitting van 13 december 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN SIGRID DE WILDER EN LAURENS VAN DEN BON VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN SLAGBERG 10A, 3061 LEEFDAAL, SECTIE C NR 213E.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 6 oktober 2021 hebben Sigrid De Wilder en Laurens Van den Bon, Klein Vilvoordestraat 42 te 3078 Kortenberg, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Slagberg 10a, sectie C nr 213e.
• Op 20 oktober 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• De bouwplaats is gelegen in een vervallen verkaveling van 2 augustus 2004, nr. T874-2- 2003.25.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Slagberg.
De Slagberg takt enerzijds aan op de Boskee en anderzijds op de Voerhoek. Vooraan aan de Boskee maakt de Slagberg deel uit van het kasteelpark dat samen met de Voervallei de groene long vormt voor de gemeente Leefdaal en bijdraagt tot de woonkwaliteit in dit centrum.
Zuidelijk richting Sint-Verona is ter hoogte van Het Bies en aanpalende straten een bebouwde cluster ontstaan tussen de centra van Bertem en Leefdaal. Het gedeelte van de Slagberg ter hoogte van de Voerhoek sluit hierop aan.
De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit landelijke vrijstaande woningen in verschillende verschijningsvormen. Meer naar de Tervuursesteenweg toe, gaat de bestemming over in bedrijvigheid.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een woning met twee bouwlagen, afgewerkt met een plat dak. Er wordt een kelder voorzien met inrit in het talud.
De voorgevellijn wordt voorzien op 15 m uit de as van de voorliggende weg en er wordt een bouwvrije strook van 3,89 m langsheen de linkerperceelgrens en 3,60 m langsheen de rechterperceelsgrens voorzien.
De woning is 10,35 m breed. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 15 m voorzien met achteraan een luifelterras dat uitsteekt over een diepte van 60 cm. De bouwdiepte op de eerste verdieping bedraagt 11,90m en de nokhoogte ten opzichte van het genormaliseerd maaiveld achteraan bedraagt 6,45 m. Het vloerpeil situeert zich op 5,15 m boven de as van de voorliggende weg.
• Watertoets
De provinciale dienst waterlopen heeft op 18 november 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:
"Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer en deels in B2142 Vloetgracht (achteraan perceel). Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag niet gelegen in een effectief en/of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
Hemelwaterverordeningen:
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop of het RWA-stelsel onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013);
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 5000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 5000 liter (min. 3400,75 liter) met een oppervlakte van 12,74 m² (min. 5,44 m²). De oprit en het toegangspad worden aangelegd in waterdoorlatende materialen.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:
Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:
º Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
1.Op 21 oktober 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd:
"Advies van De Watergroep
Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden
Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
Bij het plaatsen van de muurdoorgang dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.
Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
Advies Waterbronnen en Milieu
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.
Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.
De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.
Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"
2.Op 13 december 2021 heeft het agentschap Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd:
"
Bespreking aanvraag
Slagberg is een holle weg, waarvan het talud aan noordwestelijke zijde deels is gelegen op het perceel uit de aanvraag. Holle wegen zijn op basis van artikel 7 van het Vegetatiebesluit verboden te wijzigen kleine landschapselementen. De holle weg en haar vegetatie zijn niet alleen op zichzelf waardevol, ze maken ook deel uit van een grotere groenstructuur. De holle weg sluit aan op de habitatwaardige vegetatie van het kasteel van Leefaal.
Het dossier bevat geen vraag tot het verkrijgen van een afwijking van artikel 7 van het Vegetatiebesluit en geen formulier V1 – Vegetatiewijziging, waarin de beschadiging van het talud en de milderende maatregelen worden besproken.
Wegens de bestemming woongebied met landelijk karakter kan het Agentschap een gedeeltelijke vernietiging van de holle weg slechts gedogen. De beschadiging van het talud moet echter tot een absoluut minimum worden beperkt, om vermijdbare schade aan de natuur te voorkomen.
Het Agentschap kan akkoord gaan met een beschadiging van het talud van de holle weg over een breedte van ten hoogste 5,5 meter. Binnen deze vijfenhalve meter moet zowel de toegangsweg (enkele inrit) als de verwerking van het hoogteverschil worden uitgevoerd (door middel van talud en/of keermuren). De huidige aanleg van een dubbele inrit van 5,84 meter breed met daarnaast nog afgravingen om het hoogteverschil op te vangen door middel van taluds, leiden tot een beschadiging van het talud over een breedte van 9 meter of meer. Deze impact is niet aanvaardvaar.
Het te behouden talud en de vegetatie daarop mogen niet worden beschadigd. Teneinde de schade aan de natuur, die ontstaat door de uitvoering van de afgraving, te herstellen, dienen de eerste twee meters boven op het te behouden talud (schouder van talud) over de gehele lengte van het resterend talud te worden beplant met bosplantsoen van inheems loofhout, De vegetatie op het te behouden deel van het talud moet zich spontaan verder kunnen ontwikkelen, en kan ten hoogste lokaal worden aangevuld met bosplantsoen van inheemse loofhoutsoorten. De vegetatie (met uitzondering van de reeds aanwezige hoogstammige
bomen) kan als hakhout cyclisch worden beheerd.
In het dossier dienen plan en profiel van de doorbreking van het talud en aan te planten vegetatie te worden opgenomen, zodat hier achteraf geen onduidelijkheden meer over bestaan. Ook de nutsleidingen dienen via de ene doorbreking naar de woning te lopen.
De beperking van de breedte van de uitgraving van het talud tot vijfenhalve meter zal tot gevolg hebben dat vrachtverkeer het perceel niet kan oprijden, en het laden en lossen van grond en bouwmaterialen van op de rijweg zal moeten gebeuren, met omleidingen tot gevolg. Het is belangrijk dat alle partijen rekening houden met dit gegeven. Dit dient in het dossier te worden aangegeven (tijdelijke gevolgen voor de mobiliteit).
Conclusie
Het dossier kan in zijn huidige vorm niet worden aanvaard wegens de onnodig grote beschadiging van het talud van de holle weg Slagberg. Er wordt geen ontheffing van artikel 7 van het Vegetatiebesluit verleend voor de doorbreking van het talud zoals voorzien in het dossier.
Mits versmalling van de inrit kan het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies verlenen bij naleving van de volgende voorwaarden:
• De doorbreking van het talud langs Slagberg krijgt een breedte van maximaal vijf meter vijftig.
Binnen deze vijfenhalve meter worden zowel de toegang tot het perceel als de keermuren of talud geplaatst die het hoogte verschil opvangen. Alle nutsleidingen worden binnen deze toegang aangelegd.
• De kapwerken op het talud mogen niet gebeuren tijdens het broedseizoen (1 maart – 1 juli).
• De rest van het talud dient volledig in zijn huidige staat te worden bewaard. Na uitvoering van de afgraving van het talud maakt de aanvrager ter bewijs hiervan foto’s van het resterend talud over aan de vergunning verlenende overheid.
• De schouder van het resterend talud (eerste twee meter boven op het talud) worden in het eerste plantseizoen na het verkrijgen van onderhavige vergunning over de hele lengte van het te behouden talud (de breedte van het perceel met uitzondering van de inrit) beplant met bosplantsoen van inheemse loofbomen en – struiken.
• De vegetatie op het talud en de schouder van het talud zijn te beheren volgens de code van goede natuurpraktijk: zie bijlage 1 van
• https://codex.vlaanderen.be/portals/codex/documenten/1006515.html
• In het onderdeel mobiliteit wordt nagegaan of tijdelijke verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn om de werken uit te voeren, zodat de werken niet leiden tot beschadigingen van het te behouden talud.
Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:
Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
Artikel 7 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998
Onderstaande doelstellingen of zorgplichten zijn hierbij van toepassing:
Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
De aanvraag omvat het wijzigen van vegetaties die onder toepassing vallen van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
Een gunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos geldt enkel mits naleving van de voorwaarden gesteld in het advies als afwijking op de verboden van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, volgens artikel 10 van het vermelde besluit.
Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen.
"
3.Op 18 november 2021 heeft de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd. (zie watertoets)
• Interne adviezen
Op 16 november 2021 heeft de dienst burgerzaken een huisnummer toegekend.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het bouwen van een eengezinswoning in open verband is functioneel inpasbaar in de omgeving met hoofdzakelijk residentiële gebouwen.
Mobiliteitsimpact
Er worden in het project 2 garageplaatsen, 1 autostaanplaats en 4 fietsenstalplaatsen voorzien. Hierdoor voldoet het project aan de gemeentelijke parkeerverordening.
De beperking van de breedte van de uitgraving van het talud (zie argumentatie onder reliëf) zal tot gevolg hebben dat vrachtverkeer het perceel niet kan oprijden, en het laden en lossen van grond en bouwmaterialen van op de rijweg zal moeten gebeuren, met omleidingen tot gevolg. Deze omleidingen dienen voorafgaandelijk aan het uitvoeren van de werken en via de geëigende kanalen overgemaakt te worden aan de gemeente Bertem.
Schaal
Het gebouw wordt ingepast in het talud en wordt voorzien met een plat dak, waardoor de kroonlijsthoogte beperkt is en het zich qua schaal integreert in de omgeving.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het gebouw wordt op voldoende afstand van de zijdelingse perceelsgrenzen ingeplant en conformeert aan de gebruikelijke afmetingen, waardoor de aanvraag in overeenstemming is met de draagkracht van het perceel en de omgeving.
Het voorliggend project is qua inplanting en gabarit in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften van de verkavelingsvergunning van 2 augustus 2004. Deze verkaveling is echter vervallen omdat niet 1/3 van de loten binnen de 5 jaar bebouwd en/of vervreemd zijn.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt in gevelvlakken in wit genuanceerde gevelsteen met zwart aluminium buitenschrijnwerk en aan het terras buitenschrijnwerk in hout met boorden/kolommen in beton.
De nieuwe verschijningsvorm van de woning zal zich visueel-vormelijk inpassen in het wisselende straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of in de nabijheid van een beschermd monument.
Reliëf
Het terrein kent een zeer sterk reliëf t.o.v. de voorliggende weg. Het bestaand reliëf wordt aangehouden. Rond de woning wordt het maaiveld geëgaliseerd. Achteraan sluit het nieuwe maaiveld aan op de woning, en vindt het terug aansluiting op het bestaande reliëf. De toegang en inrit worden ingesneden in het talud. Tussen deze insnijding en het achterliggende maaiveld wordt een minimale connectie gemaakt in de vorm van een hellend vlak langs de voorgevel en rechter zijgevel.
Overwegend dat de Slagberg een waardevolle holle weg met talud is, moet het voorzien van insnijdingen hierin tot een minimum beperkt worden. Daarom wordt de doorbreking beperkt tot een breedte van 5,5 m, waarbinnen zowel de toegang als de keermuren of talud worden voorzien die het hoogteverschil opvangen het resterende talud dient voldoende beplant te worden (cf. advies van het agentschap voor Natuur en Bos).
Indien er aan de bepalingen zoals opgelegd in het advies van het agentschap Natuur en Bos wordt voldaan, zijn de beoogde reliëfwerkzaamheden aanvaardbaar.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijk omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 21 oktober 2021 moeten strikt worden nageleefd.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen, van 18 november 2021 moeten strikt worden nageleefd.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van het agentschap Natuur en Bos moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijk omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Sigrid De Wilder en Laurens Van den Bon, Klein Vilvoordestraat 42, 3078 Kortenberg voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Slagberg 10a, sectie C nr 213e onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 21 oktober 2021 moeten strikt worden nageleefd.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen, van 18 november 2021 moeten strikt worden nageleefd.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van het agentschap Natuur en Bos moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en de Provincie Vlaams-Brabant.
Zitting van 13 december 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JOËL VANDER ELST EN DIRK STOFFELEN, NAMENS DE GEMEENTE BERTEM, VOOR HET SLOPEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, BOSKEE 2, SECTIE B NR 376Y.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 22 oktober 2021 hebben Joël Vander Elst en Dirk Stoffelen namens de gemeente Bertem, Tervuursesteenweg 178 te 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het slopen van een woning in 3061 Leefdaal, Boskee 2, sectie B nr 376y.
• Op 3 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Boskee in de kern van Leefdaal.
De Boskee takt aan op de Dorpstraat en is één van de verbindingswegen met de Tervuursesteenweg die op de noordelijke valleirand van de Voer gelegen is.
De woning, opgericht in halfopen verband, is gelegen op de hoek van de Dorpstraat en de Boskee.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het slopen van een halfopen woning.
Deze woning werd door de gemeente gekocht met het oog op de verbreding van het voetpad.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Op 9 november 2021 werd het standpunt van de eigenaars van de aanpalende woning gevraagd, zonder gevolg.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het slopen van deze woning is verantwoord door de ongelukkige inplanting van de woning. De aanvraag is een aanzet tot een stedenbouwkundig verantwoorde invulling van het perceel.
Mobiliteitsimpact
Het slopen van de woning heeft een positieve invloed op de veiligheid van de zwakke weggebruikers. Er komt ruimte vrij voor de aanleg van een volwaardig voetpad.
Schaal
Niet van toepassing op de aanvraag.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Niet van toepassing op de aanvraag.
Visueel-vormelijke elementen
De woning heeft geen bijzondere architecturale eigenschappen en voldoet niet aan de huidige duurzame woonnormen.
Het slopen van de woning heeft een meerwaarde voor het straatbeeld en de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De hinder blijft beperkt tot de periode van de afbraakwerken.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet alle nodige maatregelen treffen om de riolering te beschermen en niet te beschadigen. Bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk Fluvius op de hoogte gebracht worden.
• Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Joël Vander Elst en Dirk Stoffelen namens de gemeente Bertem, voor het slopen van een woning in 3061 Leefdaal, Boskee 2, sectie B nr 376y onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet alle nodige maatregelen treffen om de riolering te beschermen en niet te beschadigen. Bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk Fluvius op de hoogte gebracht worden.
• Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 13 december 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JOHAN D'HONDT VOOR HET KAPPEN VAN EEN BOOM IN 3060 KORBEEK-DIJLE, ORMENDAAL 52, SECTIE B NR 81F.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 15 november 2021 heeft Johan D'Hondt, Ormendaal 52 te 3060 Korbeek-Dijle, een aanvraag ingediend voor het kappen van een boom in 3060 Korbeek-Dijle, Ormendaal 52, sectie B nr 81f.
• Op 18 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen voor de eerste 50 m in woongebied met landelijk karakter, de rest is gelegen in natuurgebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De natuurgebieden ressorteren onder de groengebieden, welke bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Ormendaal.
De Ormendaal is een woonstraat in Korbeek-Dijle die in de omgeving van de grens met Leuven aantakt op de Nijvelsebaan en die een bouwlint vormt dat van noord naar zuid indringt in de Dijlevallei. De omgeving van de percelen wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing en het achterliggende natuurgebied, Habitatrichtlijngebied, Vogelrichtlijngebied en VEN-gebied.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het kappen van een notenboom. De boom staat ingeplant op 60 m van de woning en op 22 m en 15 m van de zijdelingse perceelsgrenzen.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het kappen van een boom omwille van de veiligheid is in overeenstemming met de bestemmingen van het gewestplan Leuven.
Mobiliteitsimpact
Niet van toepassing op de aanvraag.
Schaal
Niet van toepassing op de aanvraag.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Niet van toepassing op de aanvraag.
Visueel-vormelijke elementen
De boom van de aanvraag maakt geen deel uit van een bos. In de weide van het perceel staan een 15-tal bomen, vooral notenbomen.
Als compensatie werden al twee nieuwe fruitbomen aangeplant.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Uit de foto's van de aanvraag kan men duidelijk zien dat de boom schuin is gezakt uit zijn natuurlijk evenwicht.
Er is momenteel nog geen sprake van acuut gevaar.
Om geen onnodige risico's te nemen, is het verantwoord de notenboom te kappen.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Johan D'Hondt, Ormendaal 52 te 3060 Korbeek-Dijle, voor het kappen van een boom in 3060 Korbeek-Dijle, Ormendaal 52, sectie B nr 81f.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 13 december 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KENZO DE SMEDT EN DIETER CHARLIER NAMENS S.V.R. CONSULT VOOR DE REGULARISATIE VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING BETREFFENDE DE NIEUWBOUW VAN EEN MEERGEZINSWONING IN 3060 BERTEM, FR. DOTTERMANSSTRAAT 12, SECTIE C NR 205K2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 6 april 2020 heeft het college een omgevingsvergunning afgeleverd aan Kenzo De Smedt namens S.V.R. CONSULT voor het slopen van een woning en de nieuwbouw van een meergezinswoning in 3060 Bertem, Fr. Dottermansstraat 12, sectie C nr 205k2.
• Op 8 november 2021 hebben Kenzo De Smedt en Dieter Charlier namens S.V.R. CONSULT een nieuwe aanvraag ingediend voor een regularisatie van de omgevingsvergunning afgeleverd op 6 april 2021.
• Op 2 december 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• De bouwplaats is gelegen in het RUP Centrum, goedgekeurd door de deputatie van Vlaams-Brabant op 9 juli 2009. Na publicatie in het Belgisch Staatsblad heeft een RUP verordenende kracht. Het RUP 'Centrum' is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 september 2009.
Het bouwperceel heeft als algemene bestemming: zone voor gesloten en halfopen bebouwing. Meergezinswoningen zijn op die plaats toegelaten.
De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Fr. Dottermansstraat.
Het bouwperceel ligt in het centrum van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door een dichte bebouwing in verschillende verschijningsvormen, voor het overgrote deel residentiële woningen afgewisseld met handelspanden. Op het bouwperceel staan een winkelpand en een woning.
Door de aanwezige bebouwing, de aanwezige infrastructuur en het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat de regularisatie van een omgevingsvergunning afgeleverd op 6 april 2020.
De regularisatie omvat:
º Het niet uitvoeren van de kleine kelderverdieping
De kelderverdieping werd niet uitgevoerd door stabiliteitsproblemen bij de rechter aanpalende buur na de afbraakwerken.
De tellers die oorspronkelijk waren voorzien in deze ruimte worden in de inkomzone opgesteld die verbreed werd t.o.v. de oorspronkelijke vergunde plannen.
º Het beperkt reorganiseren van de twee linkse garages en fietsenbergingen, en de inrichting van het appartement op het gelijkvloers
Door de verbreding van de inkomhal werden de twee linkse garages gewijzigd. Ze krijgen een gemeenschappelijke fietsenberging grenzend aan de traphal. Hierdoor worden de badkamer en de wasruimte van het appartement op het gelijkvloers herschikt. De rest van het appartement blijft ongewijzigd.
º Het aanpassen van het ontwerp aan de werkelijke contour van de kavel in de oostelijke hoek van het gebouw
Tijdens de bouw is gebleken dat de werkelijke contour van de kavel niet overeenkwam met de plannen van de landmeter. In de oostelijke hoek van het gebouw maakt het pand van de rechterbuur nog een verspringing op het te bebouwen perceel, die werd bepaald in een erfdienstbaarheid. De plannen dienden dan ook op elke bouwlaag in de oostelijke hoek van het gebouw aangepast te worden.
º Afwerking van het gebouw
In de originele omgevingsvergunning werden als materialen voor de afwerking van de meergezinswoning, rode baksteen en rode dakpannen aangevraagd.
Het gebouw werd uitgevoerd in lichtgrijze gevelsteen en donkergrijze dakpannen.
• Watertoets
De oorspronkelijke omgevingsvergunning is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De oorspronkelijke aanvraag vergund op 6 april 2020 is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De regularisatieaanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4.
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
Art. 4.4.1.§1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft:
1° de bestemming;
2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
3° het aantal bouwlagen.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Centrum'. De bestemming, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De regularisatie van de oorspronkelijke omgevingsvergunning van 6 april 2020 omvat vormelijk lichte aanpassingen die de uiterlijke contouren van het gebouw niet wijzigen, op het aanpassen van het gebouw aan de werkelijke kavel na. Dit beperkt zich echter tot de zone waarin het pand van de buur inspringt t.o.v. de te bebouwen kavel. Hierdoor is er een minimale wijziging in het aanzicht van het achterste dakvlak.
Het voorgestelde project voldoet nog steeds aan de parkeernorm bepaald in de voorschriften van het RUP 'Centrum'.
De vormgeving van het gebouw wordt niet aangetast.
Bouwdieptes en kroonlijsthoogtes blijven ongewijzigd t.o.v. de vergunning.
De wijziging van de materialen omvat enkel de kleur van de gebruikte dakpannen en gevelstenen. Het gebouw integreert zich in de omgeving en het straatbeeld.
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Kenzo De Smedt en Dieter Charlier namens S.V.R. CONSULT voor een regularisatie van een omgevingsvergunning betreffende de nieuwbouw van een meergezinswoning in 3060 Bertem, Fr. Dottermansstraat 12, sectie C nr 205k2.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 13 december 2021
VERDELINGSPLAN. BESPREKING MELDING VERDELING VAN NOTARIS JAN BOEYKENS VOOR EEN PERCEEL GELEGEN IN 3060 BERTEM, DORPSTRAAT, SECTIE B NR 57F.
Besluit
Motivering
Op 23 november 2021 heeft notaris Jan Boeykens een verdelingsplan overgemaakt in toepassing van artikel 5.2.2. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor een perceel gelegen in 3060 Bertem, Dorpstraat, sectie B nr 57f.
Het perceel is gelegen deels in woongebied met landelijk karakter, deels in agrarisch gebied.
Het perceel met een oppervlakte van 6068 m² wordt opgesplitst in 3 loten nl.:
• lot 1 'bos' met een oppervlakte van 2493 m²
• lot 2 'bos' met een oppervlakte van 1853 m²
• lot 3 'tuin' met een oppervlakte van 1675 m²
Bespreking
Het college heeft geen opmerkingen bij het voorgestelde verdelingsplan.
Zitting van 13 december 2021
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. DE ORGANISATIE VAN EEN TRACTORLICHTPARADE OP 19 DECEMBER 2021.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
• Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
• Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid hoofdstuk 3, afdeling 3 en 5.
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
• MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
• Koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken
Adviezen
• Positief advies van de politiezone Voer en Dijle mits volgende in te zetten middelen:
º begeleiding van de folkloristische stoet door een politievoertuig.
º afhandeling verkeer aan gewestwegen (Tervuursesteenweg, N3 en Nijvelsebaan, N253) door politieambtenaren.
º inzet van signaalgevers aan elk kruispunt of voorrang van rechts op het parcours.
Argumentatie
Deze folkloristische stoet brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Bijlagen
• Tractorlichtparade 19 december 2021 routeplan.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college verleent aan de aanvrager toestemming voor de organisatie van een tractorlichtparade op zondag 19 december 2021 vanaf 17.00 uur die het volgende parcours volgt: Gemeenteplein, Fr. Dottermansstraat, Dorpstraat, Het Bies, Tervuursesteenweg, Kruisstraat, Diepestraat, Coigesteenweg, Kruisstraat, W. Woutersstraat, Hammeveld, Tervuursesteenweg, Mezenstraat, Dorpstraat, Blankaart, Th. Wautersstraat, Broekstraat, Mezenstraat, Vlieguit, Neerijse steenweg, Dorpstraat, Delle, Blokkenstraat, Nijvelsebaan, Korbeekse Kerkstraat, Nijvelsebaan, Blokkenstraat, Dorpstraat, Gloriantlaan, Corbielaan, Halewijnlaan, Egenhovenstraat, Paardenstraat, Egenhovenstraat, Ferd. Vanlaerstraat, Jozef Ginisstraat, Tervuursesteenweg, Gebrs. Jourandstraat, Oude Baan, Alsemberglaan, Pruimendelle, Prins van Steenberglaan, Weygenstraat, Oude Baan, Grauwe Steenberg, Hoogveldbaan, Kouter, Hoogveldbaan, Bosstraat, Tervuursesteenweg, Het Blok, Gemeenteplein.
Artikel 2:
Voor de duur van deze vergunning zal op het gehele parcours van de folkloristische stoet, op de parking tegenover het gemeentehuis, en op het Gemeenteplein aan de kant van café 't Blok een parkeerverbod worden ingesteld.
Het parkeerverbod dient 48 uur voor de inname aangeduid te worden met verkeersborden E1 met onderbord type Xa en Xb met onderbord "19 december 2021 van 14.30 uur tot 23.00 uur".
Artikel 3:
De organisator moet signaalgevers voorzien aan elk kruispunt of voorrang van rechts op het parcours.
De doorgang aan gewestwegen (Tervuursesteenweg, N3 en Nijvelsebaan, N253) wordt geregeld door politieambtenaren.
Artikel 4:
Er wordt politiebegeleiding voorzien om de tour te beveiligen. Deelnemers moeten hun aanwijzingen strikt navolgen.
Artikel 5:
De organisator is verantwoordelijk voor het opruimen en het meenemen van het overgebleven afval gerelateerd aan de activiteit.
Artikel 6:
De gebruikte elektronisch versterkte muziek dient conform te zijn met artikel 6.7 van het VLAREM.
Artikel 7:
De organisatoren moeten de geldende coronarichtlijnen strikt volgen.
Artikel 8:
Het lokaal bestuur verleent ook medewerking door het ter beschikking stellen van gemeentelijk materiaal en de inzet van gemeentelijke voertuigen.
Artikel 9:
Dit besluit wordt van kracht op zondag 19 december 2021 vanaf 17.00 uur en het blijft van kracht tot tot het einde van de activiteit.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.