BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 28 maart 2022

Van 14 uur tot 15 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Waarnemend algemeen directeur:

Kris Philips

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 21 maart 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 21 maart 2022 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

PERSONEEL ONDERWIJS. GOEDKEURING ZORGKREDIET ONDERWIJZERES GBS BERTEM

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 30 augustus 2021 over de aanstellingen van het onderwijspersoneel.
  • Collegebesluit van 8 november 2021 over de goedkeuring van 1/5 loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof voor de periode van 1 november 2021 tot en met 31 maart 2022.

         Aanvraagformulier verlofstelsel van Fran Dierickx van 21 maart 2022 voor zorgkrediet 1/5 voor de zorg voor een kind jonger dan 12 jaar op te nemen voor de periode van 1 april 2022 tot en met 30 juni 2022.

 

Feiten en context

         Fran Dierickx haar gedeeltelijke loopbaanonderbreking 1/5 in het kader van ouderschapsverlof eindigt op 31 maart 2022.

         Fran Dierickx vraagt voor de periode van 1 april 2022 tot en met 30 juni 2022 een  zorgkrediet 1/5 voor de zorg voor een kind jonger dan 12 jaar aan in de GBS Bertem.

         Kandidatuur van Brecht Coninckx, Mechelsesteenweg 540 bus 112, 3020 Herent.

 

Juridische gronden

         Artikel 4, §5 van het decreet betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding van 27 maart 1991.

In het gesubsidieerd officieel onderwijs ingericht door de gemeenten gelegen in het Vlaamse Gewest is het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de aanstelling, vaste benoeming, ontslag en afzetting van personeelsleden evenals voor het toekennen van een afwezigheid, een verlof, een terbeschikkingstelling, een affectatie, een zorgkrediet en een loopbaanonderbreking.

         Omzendbrief PERS/2016/01 van 30 juni 2016 'Zorgkrediet voor de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding'

         Besluit van de Vlaamse regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet

         Besluit van de Vlaamse regering van 30 augustus 2016 betreffende het zorgkrediet voor de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding

         Artikel 19 van het decreet betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding van 27 maart 1991

Dit artikel bepaalt de voorwaarden voor een aanstelling als tijdelijk personeelslid.

         Artikelen 153decies en 153undecies van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997

Dit decreet regelt het kader voor de korte vervanging van de personeelsleden die aangesteld zijn in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel

         Artikel 56, §3, 2° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel

         Raadsbesluit van 28 juni 2016 over de aanpassing van het selectiereglement scholengemeenschap Khamsa

Na de sollicitatiegesprekken worden de geschikt bevonden kandidaten aangesteld of opgenomen in de wervingsreserve. Bij aanwerving gedurende het schooljaar raadplegen de directies eerst de lijst van de wervingsreserve van het lopende schooljaar.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van Tine Devriese, directeur GBS Bertem.

 

Argumentatie

Fran Dierickx moet voor 4/24 worden vervangen als onderwijzeres aan de gemeentelijke basisschool Bertem.

 

 

Bijlagen

         Aanvraag van Fran Dierickx voor zorgkrediet 1/5 voor de zorg voor een kind onder 12 jaar van 1 april 2022 tot en met 30 juni 2022.

 

Besluit

eenparig

Na geheime stemming:

5 stemmen voor

 

Artikel 1:

De aanvraag van Fran Dierickx, onderwijzeres aan de GBS Bertem, waarbij zij zorgkrediet 1/5 voor de zorg voor een kind jonger dan 12 jaar aanvraagt voor 4/24 in het ambt van onderwijzeres lager onderwijs, wordt aanvaard voor de periode van 1 april 2022 tot 30 juni 2022.

 

Artikel 2:

Brecht Coninckx, geboren in Herentals op 1 februari 1991 en wonende te Herent, Mechelsesteenweg 540 bus 112, wordt vanaf 1 april 2022 tot en met 30 juni 2022 tijdelijk aangesteld in het gemeentelijk onderwijs van Bertem.

 

Artikel 3:

Brecht Coninckx wordt aangesteld in het ambt van onderwijzer in een niet-vacante betrekking voor 4/24 uur per week.

 

Artikel 4:

Brecht Coninckx wordt aangesteld in 4 lestijden uit de omkadering van de school.

 

Artikel 5:

Brecht Coninckx wordt geaffecteerd aan de gemeentelijke basisschool van Bertem.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

AANVRAAG TOT VRIJSTELLING VAN BELASTING VERHUUR VOERTUIGEN MET BESTUURDER 2020

 

Besluit

Motivering

 

Aanvraag tot vrijstelling van belasting verhuur voertuigen met bestuurder 2020

 

Bespreking

 

Alekseï Butrimov heeft een aanvraag ingediend tot vrijstelling van zijn belasting van het dienstjaar 2020, omwille van corona aangezien zijn inkomen hierdoor aanzienlijk daalde. De opgegeven reden door meneer is dat hij een omzetverlies van 95% had opgetekend. Het totaalbedrag is 715,30 euro.

 

De belasting van andere personen/bedrijven is betaald voor de aangegeven periode, behalve de heer Butrimov.

 

Het college gaat akkoord om de heer Butrimov vrijstelling te geven voor de nog te betalen belasting van € 715,30 van het dienstjaar 2020, op voorwaarde dat de heer Butrimov de nodige verantwoordingsstukken m.b.t. het geleden omzetverlies kan bezorgen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2022/176 tot en met nr. 2022/187 voor een totaal bedrag van 11 509,95 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2022/726 tot en met nr. 2022/851 voor een totaal bedrag van 163 641,79 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

TOEWIJZING VAN EEN OPDRACHT INZAKE BOEKHOUDKUNDIGE EN FISCALE ONDERSTEUNING.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2021 tot de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf Beleko en goedkeuring van de statuten waarbij het autonoom gemeentebedrijf rechtspersoonlijkheid verwerft. Het AGB vereist een bijkomende aparte boekhouding met toepassing van BTW.
  • Behoefte van ondersteuning van de dienst financiën wegens opstart AGB en tijdelijke onderbezetting van de dienst.

 

Feiten en context

  • Het AGB Beleko heeft in de eerste plaats de bedoeling de exploitatie van de nieuwe sporthal Verona te verzekeren. Daartoe dient onder andere een erfpacht te worden afgesloten tussen de gemeente en het AGB. Tevens dienen de nodige financiële en fiscale afspraken te worden gemaakt tussen de gemeente en het AGB, onder andere op vlak van subsidiëring. Deze aspecten zijn vrij complex en vereisen een gespecialiseerde ondersteuning.
  • Wegens de tijdelijke onderbezetting van de dienst financiën is ook een ondersteuning aangewezen op vlak van boekhouding van gemeente en OCMW, onder andere in het kader van de opmaak van de jaarrekening en de aanpassing van het meerjarenplan.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Artikel 56, §3, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur. Het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
  • Artikel 56, § 3, 5° van het decreet lokaal bestuur. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
  • Het besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de waarnemend algemeen directeur.
  • Gunstig advies van de waarnemend financieel directeur.

 

Argumentatie

Gelet op de geformuleerde behoefte van ondersteuning van de financiële dienst is wat betreft het AGB vooral een gespecialiseerde bijstand vereist voor volgende zaken:

         Opmaak van de jaarrekening

         Opmaak van het meerjarenplan

         Opmaak van de BTW - aangiften

         Overdracht van de infrastructuur naar de AGB d.m.v. een recht van erfpacht

         Specifieke boekhoudkundige aspecten m.b.t. BTW en subsidiëring

 

Voor de gemeente is vooral bijstand aangewezen voor de opmaak van de jaarrekening en de aanpassing van het meerjarenplan.

 

Er werd een prijsvraag georganiseerd bij drie kandidaten die ervaring hebben met betrekking tot de materie en vertrouwd zijn met de boekhoudkundige en fiscale begeleiding van lokale besturen. Gelet op de aanwezige ervaring en expertise bij alle 3 de kandidaten kan de toewijzing van de opdracht gebeuren rekening houdend met het voorgestelde uurtarief. We verwijzen naar het verslag in bijlage.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel 

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

613207/0119-02

€ 25.000

€ 25.000

€ 15.000

 

 

 

Bijlagen

  • Gunning opdracht AGB
  • Offerte BDO
  • Offerte Deloitte
  • Offerte Q&A
  • visum_agb

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om voor de boekhoudkundige en fiscale ondersteuning van gemeente, OCMW en AGB Beleko een beroep te doen op de firma Q&A met maatschappelijke zetel in Husseveldestraat 50 te 9270 Laarne, volgens de voorwaarden opgenomen in de offerte van 17 februari 2022 in bijlage.

 

 

Artikel 2:

De opdracht wordt afgenomen op afroep aan een tarief van 105 euro (exclusief btw) per gepresteerd uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

VERHUUR ZALEN. VERHUUR SPEELPLAATS GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL BERTEM, 'T ZONNEVELD.

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbesluit betreffende het gebruiksreglement gemeentelijke infrastructuur van 25 mei 2021.

        E-mail van zondag 20 maart 2022 van Celia Scheij, student van het RITCS te Brussel, in verband met het huren van het schoolplein van GBS Bertem 't Zonneveld op woensdag 27 april 2022 in de namiddag.

        E-mail van maandag 21 maart 2022 van Tine Devriese, directie GBS Bertem 't Zonneveld, in verband met het verhuren van de speelplaats van GBS Bertem 't Zonneveld.

 

Feiten en context

         Afwijkingen op het gebruiksreglement gemeentelijke infrastructuur kunnen, binnen de mogelijkheden voorzien in het decreet lokaal bestuur, door het college van burgemeester en schepenen worden toegestaan met een beslissing die uitdrukkelijk en afdoende gemotiveerd is.

 

Juridische gronden

         Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder het retributiereglement, vast.

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

 

Argumentatie

De speelplaats van GBS Bertem 't Zonneveld is opgenomen in het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur, goedgekeurd op de gemeenteraad van 25 mei 2021 voor de categorie 1,2,en 3.

 

Celia Scheij, student van het RITCS te Brussel, heeft een aanvraag ingediend om de speelpaats van GBS Bertem 't Zonneveld te huren op woensdagnamiddag 27 april 2022.

De bachelor studenten uit het derde jaar van het RITCS te Brussel hebben de opdracht gekregen om een bachelor film te maken. Zij willen graag de schoolscene uit hun scenario draaien op de speelplaats van het GBS Bertem 't Zonneveld. Geen één van de studenten is inwoner van de gemeente Bertem, zij behoren tot categorie 4.

 

De dienst facilitair beheer vraagt aan het college om deze reservaties goed te keuren.

 

De dienst facilitair beheer stelt voor om voor de verhuringen omgerekend volgens de retributietabel, 24 euro voor cat.4 voor 4 uur = 1 dagdeel van 13 tot 17 uur aan te rekenen.

 

Financiële gevolgen

Budgetcode

Voorziene inkomsten

Geraamde inkomsten

0119-00/706007

GBB

€ 0,0

€ 24

 

 

Bijlagen

         Bijlage 1_Inventaris gemeentelijke infrastructuur van toepassing op het gebruiksreglement met toegepaste tarieven.

         E-mail van Celia Scheij, student van het RITCS te Brussel en Tine Devriese, directie GBS Bertem 't Zonneveld. Aanvraag huren van het schoolplein van GBS 't Zonneveld.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating om de speelplaats van het GBS Bertem t'Zonneveld te verhuren aan Celia Scheij, student van het RITCS te Brussel op woensdagnamiddag 27 april 2022.

 

Artikel 2:

De facturatie gebeurt met toepassing van de tarieven van het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur, goedgekeurd op de gemeenteraad van 25 mei 2021, op budgetcode BI 0119-00/706007 met als actie GBB.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

ROOILIJNPLAN CENTRUM LEEFDAAL. BESPREKING INNAME 53, 5 EN 66.

 

Besluit

Motivering

Na de de definitieve goedkeuring van het rooilijnplan op 27 oktober 2020 werd Land-expert aangesteld om de schattingen van de innames te doen en tot een overeenkomst met de eigenaars te komen. Gezien de pandemie werden in eerste instantie geen fysieke bezoeken aan de eigenaars gebracht maar werd getracht tot een akkoord te komen via brief en een akkoordverklaring tot grondinname.

 

De bedragen van de innames werden zo objectief mogelijk bepaald op basis van de beroepservaring en de kennis van koop- en verkoopbemiddeling van onroerende goederen. Op basis daarvan werd de grondprijs voor alle innames vastgelegd op 255€/m².

 

Bespreking

Er zijn 44 innames waarvoor een vergoeding van toepassing is (dus geen verjaring of geen eigendom van de gemeente/OCMW). We hebben een akkoord van 15 innames, van 19 innames hebben we geen antwoord ontvangen (stilzwijgend akkoord in principe), 1 inname werd de aangetekende briefwisseling door geen enkele eigenaar afgehaald en 10 innames gingen niet akkoord.

Van deze laatste groep hebben we reeds voor 6 innames een fysiek contact gehad om het te bespreken. Voor 4 innames werd een advocaat ingeschakeld. Het betreft inname 10, 53, 5 en 66.

 

Inname 53 - woning is getroffen door de rooilijn. Het perceel is gelegen Dorpstraat 520 en is  0 a 98 ca groot. Er wordt 22 ca ingenomen.

Er werd door ons een bedrag voorgesteld voor waardering grond (5610 euro) en een bijkomend bedrag voor de minwaarde gebouw (17 325 euro).

Het gebouw moet niet gesloopt worden. De nieuwe wegenis houdt rekening met de bestaande woning. In de toekomst zijn bepaalde verbouwingswerken nog mogelijk aan de woning (isoleren, crepie, vervangen ramen, ...)

 

Na mailwisseling en overleg met de advocaat hebben we van de advocaat een tegenexpertise ontvangen waarin als conclusie wordt gesteld dat het resterende deel van de woning en van de bijhorende grond waardeloos wordt na verplaatsing van de rooilijn en dat de volledige waarde van het gebouw en grond dient te worden vergoed voor een totaal bedrag van 273 535,00 euro + 39 662,58 euro (wederbeleggingsvergoeding) = 313 197,58 euro.

 

 

Inname 5 - woning is getroffen door de rooilijn. Het perceel is gelegen Mezenstraat 2, 2b en 4 en is 4 a 44 ca groot. Er wordt 25 ca ingenomen. Enkel woning Mezenstraat 4 is getroffen door de rooilijn, op de rest van het perceel gaat het over een grondinname. Er werd door ons een bedrag voorgesteld voor waardering grond (6375 euro) en een bijkomend bedrag voor de minwaarde gebouw (39 375 euro).

Het gebouw moet niet gesloopt worden. De nieuwe wegenis houdt rekening met de bestaande woning. In de toekomst zijn bepaalde verbouwingswerken nog mogelijk aan de woning (isoleren, crepie, vervangen ramen, ...). Het perceel is ons inziens ook groot genoeg voor een eventuele nieuwbouw conform de nieuwe bouwlijn in de toekomst.

 

Ook van deze advocaat hebben we een gelijkaardige tegenexpertise ontvangen waarin als conclusie wordt gesteld dat het resterende deel van de woning en van de bijhorende grond waardeloos wordt na verplaatsing van de rooilijn en dat de volledige waarde van het gebouw en grond dient te worden vergoed voor een totaal bedrag van 293 985,42 euro + 46 627,89 (wederbeleggingsvergoeding) = 340 613,31 euro.

 

Inname 66 - woning is getroffen door de rooilijn. Het perceel is gelegen Mezenstraat 3 en is 2 a68 ca groot. Er wordt 8 ca ingenomen. Er werd door ons een bedrag voorgesteld voor waardering grond (2040 euro) en een bijkomend bedrag voor de minwaarde gebouw (9600 euro).

Het gebouw moet niet gesloopt worden. De nieuwe wegenis houdt rekening met de bestaande woning. In de toekomst zijn bepaalde verbouwingswerken nog mogelijk aan de woning (isoleren, crepie, vervangen ramen, ...). Het perceel is ons inziens ook groot genoeg voor een eventuele nieuwbouw conform de nieuwe bouwlijn in de toekomst.

 

Ook van deze advocaat hebben we een gelijkaardige tegenexpertise ontvangen waarin als conclusie wordt gesteld dat het resterende deel van de woning en van de bijhorende grond waardeloos wordt na verplaatsing van de rooilijn en dat de volledige waarde van het gebouw en grond dient te worden vergoed voor een totaal bedrag van 189 122,76 euro + 27 422,80 euro (wederbeleggingsvergoeding) = 216 545,56 euro.  

 

Het college zal zich laten bijstaan door advocatenkantoor GD&A om tot een vergelijk te komen met de betrokken eigenaars.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNINGEN. GOEDKEURING AANVRAAG AFWIJKING GELUIDSNORMEN FUIF TUSSEN 95 EN 100 DB(A).

 

Voorgeschiedenis

        Aanvraag van een uitzondering op de geluidsnormen, opgenomen in Vlarem 2, van 16 maart 2022 van Greet Morris wonende Everbergsesteenweg 7 te 3061 Bertem.

 

Feiten en context

        De aanvrager vraagt een uitzondering tot 100 dB(A) voor een fuif in het Parochiaal Centrum aan de Dorpstraat 538 te 3061 Bertem op 4 juni 2022 om 21 uur tot 5 juni 2022 om 6 uur.

        De organisator kan een geluidsmeter aanvragen bij de provincie Vlaams-Brabant.

 

Juridische gronden

        Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2).

        Artikel 5.32.2.2bis: het college kan een muziekactiviteit in feestzalen en lokalen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.

        Artikel 6.7.3.§3: het college kan een muziekactiviteit in een tent, in de openlucht, in bepaalde openbare inrichtingen en in private inrichtingen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.

        Artikel 6 van het Omgevingsvergunningendecreet van 25 april 2014.
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan doen.

 

Argumentatie

In een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare, ingedeelde inrichting en op private inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden tenzij het college hiervoor toelating heeft gegeven.

 

 

Bijlagen

        afwijking geluidsnormen Greet Morris

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Op voorwaarde dat de organisatie van een fuif toegestaan wordt door de minister van Binnenlandse Zaken in het kader van de aanpak van de COVID-19 epidemie, geeft het college toelating aan Greet Morris om het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) te overschrijden tijdens een fuif op 4 juni 2022 om 21 uur tot 5 juni 2022 om 2 uur in het parochiaal centrum, Dorpstraat 538 te 3061 Bertem.

 

Artikel 2:

De exploitant dient de voorwaarden opgenomen in artikel 5.32.2.2bis §1 van Vlarem 2 strikt na te leven:

        maximale geluidsniveau: LAeq,15 min =95 dB(A)

        continu meten van LAeq,15 min of LAmax,slow of gebruik geluidsbegrenzer conform Vlarem.

 

Artikel 3:

Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd.

 

Artikel 4:

De organisator dient uiterlijk 24 uur op voorhand een informatiebrief te bedelen bij de bewoners binnen een straal van 200 m van het evenement. Een exemplaar van de brief moet op hetzelfde ogenblik bezorgd worden aan het gemeentebestuur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN PETRA WEYNANTS VOOR DE REGULARISATIE VOOR HET PLAATSEN VAN EEN AFSLUITING AAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, DORPSTRAAT 112B, SECTIE C NR 163M.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 31 januari 2022 heeft Petra Weynants wonende te 3060 Bertem - Dorpstraat 112b, een regularisatie ingediend voor het plaatsen van een afsluiting aan de woning gelegen in 3060 Bertem, Dorpstraat 112b, sectie C nr 163m.

         Op 15 februari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat.

De omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van woningen in gesloten en halfopen bebouwing, met meestal 2 bouwlagen en een zadeldak.

De woning van de aanvraag is opgericht in gesloten verband. De achtertuin grenst aan de achtertuinen van de woningen gelegen in de Gerzenstraat. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         De aanvraag omvat de regularisatie van het plaatsen van een afsluiting. Het voorstel omvat de volledige afsluiting van de achtertuin door een afsluiting in panelen met houtstructuur. Tegen de rechterperceelsgrens werd tegen deze panelen een a-typische afsluiting geplaatst bestaande uit palen met draad waartegen een fotodoek in lamellen werd geplaatst.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen.

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Er dienden geen adviezen te worden gevraagd.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Een afsluiting behoort tot de normale tuinuitrusting.

Mobiliteitsimpact

De geplaatste omheining heeft geen negatieve impact op de verkeersveiligheid in de omgeving.

Schaal

De afsluiting in panelen met houtstructuur overschrijdt tegen de linker perceelsgrens en de achterste perceelsgrens de 2 meter niet.

Tegen de rechterperceelsgrens werd tegen een bestaand muurtje en de panelen met houtstructuur een fotodoek in lamellen geplaatst tegen palen en draad. Deze afsluiting overschrijdt op 2 plaatsen de gebruikelijke afmeting van 2 meter zoals ook opgenomen in het vrijstellingenbesluit.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Er is geen toename van het ruimtegebruik.

Visueel-vormelijke elementen

De afsluiting is niet zichtbaar vanaf de straat.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De afsluiting tegen de rechterperceelsgrens is heel a-typisch. Tegen paal en draad werd een soort fotodoek gemonteerd in de vorm van lamellen. De print van de tekening tekent door waardoor de rechterburen kijken op een foto van keien en zeezicht.

Vooraan tegen het terras aansluitend aan de woning is de afsluiting met fotodoek 2,8 m geplaatst tegen een afscheidingsmuur, eigendom van de aanvrager. De hoogte van 2,8 m is aanvaardbaar, alleen is het zicht bij de buren hinderlijk. De aanvrager dient deze afsluiting aan de achterzijde af te werken in een neutrale kleur waardoor de hinder beperkt wordt voor de buren.

Ter hoogte van het terras aangelegd in het midden van de tuin is de afsluiting met fotodoek +/- 2,10 m.  Hier is de afwijkende hoogte niet aanvaardbaar omdat de palen en delen van de rasters boven de panelen met houtstructuur uitkomen wat hinderlijk is voor de buren. Hier moeten de panelen op dezelfde hoogte worden geplaatst als de panelen met houtstructuur.

Door het opleggen van bovenvermelde voorwaarden wordt de hinder voor de buren tot een minimum herleid.

 

Conclusie

De hoogte van het fotodoek geplaatst tegen een bestaande afscheidingsmuur ter hoogte van het terras aan de woning is aanvaardbaar. Alleen moet het fotopaneel bij de buren afgewerkt worden in een neutrale kleur.

De hoogte van het fotodoek geplaatst tegen een raster en palen tegen de panelen met houtstructuur ter hoogte van het terras aangelegd midden in de tuin mag de hoogte van de panelen niet overschrijden.

Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, is het voorgestelde project planologisch en stedenbouwkundig architecturaal te verantwoorden.

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

 

         De afsluiting met fotodoek tegen de bestaande afsluitingsmuur moet bij de aanpalende buren afgewerkt worden in een neutrale kleur.

         De afsluiting tegen de panelen met houtstructuur mag de hoogte van de panelen niet overschrijden om de hinder bij de buren maximaal te beperken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Petra Weynants voor de regularisatie van het plaatsen van een afsluiting aan de woning gelegen in 3060 Bertem, Dorpstraat 112b, sectie C nr 163m onder volgende voorwaarden:

         De afsluiting met fotodoek tegen de bestaande afsluitingsmuur moet bij de aanpalende buren afgewerkt worden in een neutrale kleur.

         De afsluiting tegen de panelen met houtstructuur mag de hoogte van de panelen niet overschrijden om de hinder bij de buren maximaal te beperken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KAREL MISSINNE VOOR HET WIJZIGEN VAN DE FUNCTIE (TANDARTSENPRAKTIJK) VAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, EGENHOVENSTRAAT 63, SECTIE C NR 522H2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 31 december 2021 heeft Karel Missinne wonende te 3060 Bertem - Egenhovenstraat 65, een aanvraag ingediend voor het wijzigen van de functie van de woning (tandartsenpraktijk) gelegen in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 63, sectie C nr 522h2.

         Op 26 januari 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 22 februari 2022.

         Op 22 februari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 17 oktober 1962, nr. T874-2- B.001. (ref. stedenbouw 22/V/49)

Deze verkaveling werd gewijzigd op 8 maart 1993.

Het betreft lot 8 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming.

De functie van het lot 8 is 'wonen'.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen voor de eerste 50 m in woongebied, de rest ligt in woonuitbreidingsgebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Egenhovenstraat.

De Egenhovenstraat ligt ten zuiden van het centrum van Bertem en vormt de verbinding met de buurgemeente Leuven (Egenhoven). Zuidelijk ligt nog een vrij ongeschonden kouterlandschap.

De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen. Op het perceel staat een open eengezinswoning met tandartsenpraktijk.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de uitbreiding van de huidige tandartsenpraktijk, momenteel gesitueerd op het gelijkvloers. Momenteel heeft de praktijk een oppervlakte van
98 m² en is deze functie complementair aan het wonen.

De aanvraag omvat de uitbreiding van de praktijk op de eerste verdieping. Op deze verdieping zullen 2 behandelruimtes (of eventueel 1 behandelruimte + tandtechnische werkruimte) voorzien worden samen met sanitair, wachtruimte, kleedkamers, vergaderruimte en keuken/berging.

De totale oppervlakte van de praktijk zal 196 m² bedragen.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Er dienden geen adviezen te worden gevraagd.

 

Argumentatie

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project wijkt af van de bestemmingsvoorschriften van de niet-vervallen verkaveling van 17 oktober 1962. Volgens de verkavelingsvoorschriften is de functie 'wonen'.

De aanvraag wijzigt deze functie in 'dienstverlening/vrij beroep'.

De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Voor deze aanvraag vormen de verkavelingsvoorschriften geen beoordelingsgrond maar worden de criteria volgens artikel 4.3.1. van de codex afgetoetst aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Een tandartsenpraktijk in woongebied is functioneel inpasbaar.

Momenteel is er al complementair aan het wonen een tandartsenpraktijk aanwezig. De aanvraag voorziet is een uitbreiding van deze praktijk.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft een beperkte impact op de mobiliteit in de omgeving. De voorliggende weg is voldoende uitgerust om het extra bijkomend verkeer te dragen. De capaciteit van de weg wordt door voorliggend project niet overschreden.

De stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg goedgekeurd door de gemeenteraad op datum van 26 oktober 2016 is van toepassing op deze aanvraag. De aanvraag is conform met de voorschriften van deze verordening, namelijk er worden 3 parkeerplaatsen voorzien voor de tandartsen, 4 parkeerplaatsen voor de bezoekers en 4 fietsenstallingen.

Schaal

De schaal van de woning wijzigt niet. De aanpassingen vinden plaats binnen het bestaand volume van de woning.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Qua ruimtegebruik blijft de footprint van het goed ongewijzigd. De draagkracht naar de omgeving toe wordt niet overschreden wat de functiewijziging betreft.

Visueel-vormelijke elementen

Visueel vormelijk zal het gebouw niet worden gewijzigd. Het bestaande goed is visueel-vormelijk aanvaardbaar.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

In het voorliggend project worden geen terreinaanlegwerken voorzien. Reliëfwijzigingen zijn dan ook uitgesloten.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.

Daarnaast kan veel verharding verschillende vervelende gevolgen hebben, zoals het veroorzaken van wateroverlast bij hevige regenval, schade bij droogte en het veroorzaken van hittestress. Het voorkomen van wateroverlast, schade en hittestress is een gedeelde taak van iedere burger.

Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Karel Missinne voor het wijzigen van de functie van de woning (tandartsenpraktijk) gelegen in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 63, sectie C nr 522h2.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN WENDY DEWALS EN FLAMEE PANAGIOTIS VOOR HET VERBOUWEN EN UITBREIDEN VAN EENGEZINSWONING EN HET BOUWEN VAN EEN ZWEMBAD IN 3061 LEEFDAAL, KRUISSTRAAT 4, SECTIE A NR 287Y.

 

Werd uitgesteld naar een andere zitting.

 

Reden: Bijkomend onderzoek nodig

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN GEERT COENE VOOR HET RENOVEREN VAN DE VOORGEVEL IN 3061 LEEFDAAL, MEZENSTRAAT 56, SECTIE B NR 269R.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

        Op 23 februari 2022 heeft Geert Coene,wonende op de Mezenstraat 56 te 3061 Leefdaal,een aanvraag ingediend voor het renoveren van de gevels in 3061 Leefdaal, Mezenstraat 56, sectie B nr 269R.

        Op 28 februari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied en achterliggend agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Mezenstraat. De Mezenstraat is een van de verbindingswegen tussen de Dorpstraat en de gewestweg Tervuursesteenweg in het noorden. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen. Op het perceel, dat behoort tot het kernweefsel van Leefdaal, staat een vrijstaande eengezinswoning. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het renoveren van de gevels van een open ééngezinswoning. De voor- en zijgevels worden gerenoveerd en wit gekaleid.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencentraalgebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Er diende geen advies gevraagd te worden.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

Niet van toepassing.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Niet van toepassing.

Visueel-vormelijke elementen

Het kaleien van de gevels past in de omgeving, aangezien in de nabije omgeving meerdere woningen met een witte gevelsteen, witte verf of witte crepi zijn afgewerkt. Deze aangepaste afwerking heeft een positieve impact op het straatbeeld en de omgeving. Door de witte uitvoering van de gevel krijgt de woning een hedendaagse uitstraling waardoor ze zal inpassen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving.

Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de werken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

Conclusie

Het voorgestelde project, het renoveren van de voor- en zijgevels en het kaleien van de gevels, voldoet aan de algemene stedenbouwkundige voorschriften en de vigerende normen. Bijgevolg is het project verenigbaar met de omgeving en brengt het de goede ordening van de plaats niet in het gedrang.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Geert Coene voor het renoveren van de gevels in 3061 Leefdaal, Mezenstraat 56, sectie B nr 269R onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KAREL DE GENDT VOOR HET RENOVEREN VAN EEN WONING 3060 BERTEM, NIJVELSEBAAN 187/189, SECTIE B NRS. 276F EN 277T.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend:

º         Op 15 april 1953 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het slopen van een bestaande woning en het bouwen van een nieuwe woning (1953.26).

º         Op 18 december 1989 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een garage (1989.116).

º         Op 13 mei 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een eengezinswoning tot twee woningen geweigerd. Deze vergunning werd alsnog op 19 september 2019 vergund door de deputatie (2018.105).

         Op 31 januari 2022 heeft Karel De Gendt,wonende te Schapenstraat 14 te 3000 Leuven,een aanvraag ingediend voor het renoveren van een woning te 3060 Bertem, Nijvelsebaan 187/189, sectie B nrs. 276f en 277t.

         Op 17 februari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Nijvelsebaan in Korbeek-Dijle die loopt van oost naar west op de noordelijke valleirand van de Dijle vanaf de grens met Leuven tot de grens met Huldenberg. Achter de bebouwing ligt in het zuiden de waardevolle Dijlevallei en in het noorden het kouterlandschap van de ankerplaats Plateau van Duisburg. Het reliëf is uitgesproken grillig.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de renovatie van een eengezinswoning in halfopen bebouwing. De bestaande veranda wordt afgebroken, het hellend dak wordt vervangen door een plat dak, de gevels worden geïsoleerd en afgewerkt met crepi, er worden gevelopeningen aangepast, het schrijnwerk wordt vervangen en er wordt een nieuwe tuinmuur opgericht.

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. Enkel het dak van de woning wordt aangepast en afgewerkt met een plat dak.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,33 m (6,22 m + 0,11 m) gemeten vanaf het maaiveld tot bovenzijde dakgoot.

De verharding rondom de bestaande woning blijft ongewijzigd. De verharding op naastgelegen perceel (277t) zal worden uitgebreid met ca. 40 m2. Deze wordt uitgerust in waterdoorlatende verharding.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 5.000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting van 2.500 liter, zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencollectief te optimaliseren gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De linker buren werden op basis van artikel 83 van het omgevingsvergunningenbesluit aangeschreven op 17 februari 2022.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

1. Er werd op 17 februari 2022 advies gevraagd aan Fluvius vanwege de ontduidelijkheden qua huidige en toekomstige aansluitingen op de riolering.

De adviesinstantie Fluvius heeft op 21 februari 2022 meegedeeld dat er geen advies verleend wordt. Op basis van hiervan is op 22 februari 2022 opnieuw telefonisch contact gezocht met Fluvius om de onduidelijkheden m.b.t. de riolering uit te sluiten. Fluvius heeft geen verdere uitleg/voorkeuren gegeven. 

 

2. Er werd op 17 februari 2022 advies gevraagd aan De Watergroep.

De adviesinstantie De Watergroep heeft op 1 maart 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter moet ook na de verbouwing aan de voorschriften voldoen.

De kosten van een nieuwe aftakking en/of eventuele aanpassingen ten gevolge van de verbouwing zijn ten laste van de aanvrager(s).

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be

Christian.Rummens@dewatergroep.be

Afdeling Waterbronnen en Milieu

 

3. Er werd op 17 februari 2022 advies gevraagd aan Agentschap Wegen en Verkeer (AWV).

De adviesinstantie AWV heeft op 19 maart 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

 

1. Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten

Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.

“Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”

In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap:

a. Onwenselijkheid omwille van verkeersveiligheid.

In voorliggend geval worden de doelstellingen en zorgplichten inzake verkeersveiligheid en inzake een vlotte verkeersdoorstroming geschonden. Het is de bevoegdheid van het Agentschap Wegen en Verkeer om te allen tijde het veilig en vlot verkeer te waarborgen. De verkeersveiligheid is dus een doelstelling en zorgplicht van het beleidsveld van Agentschap Wegen en Verkeer die met zorgvuldigheid nagestreefd moeten worden. Het Agentschap toetst dan ook de invloed van elke vergunningsaanvraag op de verkeersveiligheid rekening houdend met de specifieke omstandigheden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg, zoals de N253, na met het oog op het vergroten van de vlotte verkeersdoorstroming, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker.

De algemene richtlijnen hieromtrent werden gebundeld in het dienstorder MOW/AWV/2012/16 van 16/10/2012 (betreffende de Reglementering van de toegangen tot gewestdomein), die onder meer de volgende voorwaarden oplegt:

º         Er wordt slechts 1 toegang van max 4,5 meter breedte toegelaten.

º         Wanneer het aantal loten beperkt is, dienen de toegangen zoveel mogelijk geclusterd worden.

Twee loten dienen t.h.v. de tussenliggende perceelsgrens voorzien te worden van een gemeenschappelijke toegang van maximum 7 meter.

º         Ter hoogte van de perceelsgrens, dient, behoudens de toegang, een structurele nietoverrijdbare scheiding aangebracht te worden door de aangelande.

º         De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande weginfrastructuur (incl. straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …).

º         Haaks parkeren achter de rooilijn wordt niet toegestaan.

De vergunningsaanvraag is onwenselijk om volgende redenen:

Langs de N253 en op de locatie van de vergunningsaanvraag moet het aantal toegangen worden beperkt. In huidige aanvraag worden twee aparte toegangen voorzien, terwijl er enkel op het linkerperceel wordt gebouwd / verbouwd. We streven er steeds naar om het aantal conflictpunten met de andere weggebruikers, zeker voetgangers en fietsers, zo veel mogelijk te beperken. Een toegang zorgt steeds voor een verhoging van het aantal conflictpunten. Het Agentschap Wegen en

Verkeer wijst hierbij expliciet op de alternatieve ontsluitingsmogelijkheid voor het rechterperceel.

Dit kan heel eenvoudig ontsloten worden via de inrit van het linkerperceel. Op deze wijze kan op een veiligere wijze worden ontsloten met minder hinder voor de openbare weg.

Ook wijzen we erop dat parkings die haaks op de weg worden ingepland en op deze wijze een rechtstreekse toegang hebben tot de gewestweg niet kunnen worden toegestaan. Het is onwenselijk dat bestuurders achterwaarts de gewestweg dienen op te rijden om de parking te verlaten.

Het Agentschap Wegen en Verkeer benadrukt dat zij de in de aanvraag voorziene vorm van ontsluiting naar de openbare weg enkel zal toestaan op voorwaarde dat het onbebouwde rechterperceel ontsluit via het linkerperceel. Indien in de toekomst het rechterperceel ook bebouwd wordt, dient de nieuwe toegang geclusterd te worden met de andere toegang, ter hoogte van de tussenliggende perceelsgrens.

Hoewel een privaat perceel een recht heeft om toegang te hebben tot de openbare weg, is de uitoefening van dit recht afhankelijk van de noodwendigheden eigen aan het openbaar domein.

Het openbaar domein wordt in eerste instantie immers aangelegd met het oog op het algemeen belang. De inrichting van de openbare weg is steeds precair en men kan geen particulier recht op de bestaande of toekomstige inrichting van een openbare weg doen gelden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer geeft aan hoe de openbare weg in het algemeen belang moet worden aangelegd, namelijk met een minimum aan ontsluitingen en conflictpunten. De vergunningverlenende overheid kan bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning niet bepalen hoe de openbare weg zal moeten worden aangelegd. De breedte en de modaliteiten van de ontsluiting van een perceel naar de openbare weg worden bepaald door de wegbeheerder van deze openbare weg en niet door de vergunningverlenende overheid. Anders oordelen zou een

bevoegdheidsoverschrijding inhouden.

De in de huidige vergunningsaanvraag voorziene ontsluiting zal dus onuitvoerbaar zijn, bij gebreke aan een akkoord hieromtrent door de wegbeheerder. Elke normaal en zorgvuldige vergunningverlenende overheid zal een project met een dergelijke ontsluiting niet vergunnen. Het getuigt immers van onzorgvuldig en kennelijk onredelijk bestuur om een stedenbouwkundige vergunning af te leveren die niet uitvoerbaar zal zijn bij gebreke aan de mogelijkheid om te ontsluiten naar de openbare weg.

BESLUIT:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:

º         de ontsluiting van het onbebouwde rechterperceel BERTEM 2 AFD/KORBEEK-DIJLE/, sectie: B, perceelnummer: 0277/00V000 wordt voorzien via de toegang van het linkerperceel BERTEM 2 AFD/KORBEEK-DIJLE/, sectie: B, perceelnummer: 0276/00F000. De toegang van het linkerperceel mag maximaal 4,5m breed zijn.

Indien in de toekomst het rechterperceel ook bebouwd wordt, dient de nieuwe toegang geclusterd te worden met de toegang van het linkerperceel, dus ter hoogte van de tussenliggende perceelsgrens. Deze geclusterde toegang heeft een maximale breedte van 7 meter.

º         Ter hoogte van de perceelsgrens, dient, behoudens de toegang, een structurele niet-overrijdbare scheiding aangebracht te worden door de aangelande.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de  aandachtspunten die omschreven staan in het bijgevoegde advies.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Er wordt geen complementaire functie aan het wonen voorzien binnen deze aanvraag. De functie van het gebouw en het aantal woongelegenheden blijven ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

De stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg goedgekeurd door de gemeenteraad op datum van 26 oktober 2016 is van toepassing op deze aanvraag. De aanvraag is conform met de voorschriften van deze verordening, namelijk er worden 2 parkeerplaatsen en 3 fietsenstalling voorzien. In de aanvraag is een bijkomende inrit voorzien op het naastgelegen perceel. Dit zou betekenen dat er 2 toegangen/conflict punten voor 1 woning voorzien zouden zijn. Om het aantal conflict punten te beperkten tot een minimum wordt het advies van Agentschap Wegen en Verkeer gevolgd. Er mag maar 1 ontsluiting zijn en deze moet lopen over het perceel 276f. De parkeerplaatsen die voorzien zijn voor perceel 277t dienen om deze reden opgeschoven te worden tot tegen de linker perceelsgrens en wellicht een kwartslag gedraaid te worden. Onder deze voorwaarde blijft de aanvraag voldoen aan de eisen van de parkeerverordening.

Schaal

Het voorstel omvat de renovatie van een eengezinswoning in halfopen bebouwing. De bestaande veranda wordt afgebroken, waardoor het volume van het goed verkleind wordt. Het hellend dak wordt vervangen door een plat dak. Hierdoor zal het volume van het goed drastisch verminderen, maar de kroonlijsthoogte neemt toe met ca. 10 cm tot 6,22 m. Als gevolg van deze wijziging zal het goed lager gelegen zijn dan de aanpalende woning op de Kerkstraat 35. De schaal van de aanvraag overschrijdt de schaal van de woningen/gebouwen in de nabije omgeving niet.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. De footprint van het goed zal worden verkleind, doordat de bestaande veranda van ca. 20 m2 afgebroken wordt. De verharding rondom de bestaande woning blijft ongewijzigd. De verharding op het naastgelegen perceel (277t) zal worden uitgebreid met ca. 40 m2 en zal dienen voor het parkeren van twee auto's. Zoals reeds aangegeven dient de parkeerplaats opgeschoven te worden tot tegen de perceelsgrens van het perceel 276f. Deze verharding wordt uitgerust in waterdoorlatende verharding.

De handelingen zijn aanvaardbaar op het vlak van ruimtegebruik en bouwdichtheid.

Visueel-vormelijke elementen

De gevelopeningen aan de voorzijde zullen afnemen van 7 relatief grote naar 4 kleinere. Tevens zal de voordeur verplaatst worden naar de zijgevel. In deze zijgevel waren voorheen 2 ramen, terwijl er in de nieuwe situatie 3 ramen voorzien zijn. In de achtergevel zullen meerdere (4) grote glaspartijen worden gerealiseerd en een achterdeur.

Het geheel zal worden afgewerkt met zowel een gladde als een ruwe korrel van gevelpleister in de kleur grijs-beige. Buitenschrijnwerk van rood-bruin aluminium. Een witte regengoot. en grijze natuursteen voor de dorpels.

In de nabije omgeving staan meerdere woningen met een plak dak, die zijn afgewerkt met crepi in een lichte kleur.

De materiaalkeuze en de visuele wijzigingen van het geheel zullen visueel-vormelijk integreren in de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Het reliëf van het perceel blijft onaangetast. Reliëfwijzigingen zijn dan ook uitgesloten.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De wijzigingen van de gevelopeningen zijn modern en zullen geen (licht/zicht) hinder veroorzaken voor de omgeving.

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Afvloeiend hemelwater van de achterliggende percelen kan tot wateroverlast leiden bij piekneerslag.

Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de verbouwingswerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord, mits aan de opgelegde voorwaarden voldaan wordt. Het voorliggende project is bijgevolg in overeenstemming met de omgeving en daarmee de goede ruimtelijke ordening.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 1 maart 2022 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Agentschap Wegen en Verkeer van 19 maart 2022 moeten strikt worden nageleefd

         de parkeerplaatsen op het perceel 277t dienen opgeschoven te worden tot tegen de perceelsgrens van het perceel 276f

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Karel De Gendt voor het renoveren van een woning te 3060 Bertem, Nijvelsebaan 187/189, sectie B nrs. 276f en 277t onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 1 maart 2022 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Agentschap Wegen en Verkeer van 17 maart 2022 moeten strikt worden nageleefd

         de parkeerplaatsen op het perceel 277t dienen opgeschoven te worden tot tegen de perceelsgrens van het perceel 276f

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

SP WALDEN: OPROEP 'LOKALE GEBIEDSDEALS DROOGTE'. GOEDKEURING AANVRAAGDOSSIER (HER)BRONNEN IN DE BRABANTSE WOUDEN

 

Voorgeschiedenis

        Op 9 juli 2020 besliste de provinciale deputatie om een projectaanvraag voor het project HORIZON+ voor de periode 2021-2024 in te dienen binnen de oproep voor strategische projecten georganiseerd door Ruimte Vlaanderen. Op 17 juli 2020 werd de projectaanvraag ingediend door het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, samen met de andere projectpartners: Natuurinvest, het agentschap Natuur en Bos, gemeente Tervuren, gemeente Overijse, gemeente Hoeilaart en gemeente Sint-Genesius-Rode.

        Op 29 juni 2020 stemde het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Bertem volgens besluit principieel in met de deelname aan het strategisch project 'Wouden, Akkers en Landschappen langsheen de Dijlevallei Ecologisch laten Netwerken (Walden)' in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant, het Agentschap voor Natuur en Bos en de gemeenten Oud-Heverlee, Huldenberg en Leuven.

        Op 9 juli 2020 besliste de deputatie om een projectaanvraag voor het project Walden in te dienen binnen de oproep voor strategische projecten georganiseerd door Ruimte Vlaanderen.

        Op 16 juli 2020 werd de projectaanvraag ingediend door het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, samen met de andere projectpartners: gemeente Oud-Heverlee, stad Leuven, gemeente Huldenberg, gemeente Bertem en agentschap Natuur en Bos.

        Op 19 december 2020 gaf de minister goedkeuring om een subsidie toe te kennen aan het strategisch project Walden voor een bedrag van 300.000 euro, als bijdrage in de loon- en werkingskosten van de projectcoördinatie.

 

Feiten en context

        De Vlaamse overheid lanceerde een nieuwe oproep tot indienen van een subsidiedossier in het kader van een Lokale Gebiedsdeal Droogte. De Vlaamse overheid zoekt maximaal 10 gebiedscoalities rond ruimtelijke uitvoeringsprocessen die zich kandidaatstellen voor een Lokale Gebiedsdeal Droogte. Eenmaal een coalitie geselecteerd is, kan ze een subsidie aanvragen van minimaal 1.000.000 euro en maximaal 2.000.000 euro voor een portfolio van lokale projecten die bijdragen aan de realisatie van Blue Deal doelstellingen en de veerkracht en klimaatrobuustheid van het watersysteem vergroten. Met de Blue Deal wil de Vlaamse regering de droogteproblematiek op een structurele manier aanpakken.

Een kandidatuur moet ingediend worden middels een interesseformulier tegen 31 maart 2022. Indien de kandidatuur geselecteerd wordt, is er tijd tot 30 september 2022 om een gedetailleerd project vorm te geven.

        De strategische projecten Walden en Horizon+ als procescoalitie wensen een interesseformulier in te dienen voor het inventariseren, documenteren en ontsluiten van (verdwenen) bronnen in hun werkingsgebied. Hierbij wordt er voorgesteld om per bron een ontwikkelingsperspectief te ontwikkelen met als doel het waardevol bronwater in te zetten in de strijd tegen de droogte.

Hierbij worden er minimaal 3 concrete uitvoeringsprojecten gerealiseerd die op een verschillende manier inzetten op het nuttig aanwenden van het bronwater (ter plaatse houden). Deze pilootprojecten zijn niet limitatief en worden in deze fase van het voorstel voorzien te Huldenberg, Oud-Heverlee en Hoeilaart.

        De oproep richt zich naar samenwerkingsverbanden die vandaag al bestaan om Vlaamse ruimtelijke processen uit te voeren waaronder de ‘strategische projecten in uitvoering van het ruimtelijk beleid (BVR 5 oktober 2007)’. De strategische projecten Walden en Horizon+ bundelen de krachten als één gebiedscoalitie om een gezamenlijk dossier in te dienen voor veelvuldige voorkomende brongebieden die voorkomen de bovenloop van de Dijle te Hoeilaart, Overijse, Hoeilaart, Bertem, Oud-Heverlee, Huldenberg en Leuven.

        Het strategisch project Walden werkt parallel op drie sporen. Het eerste spoor omvat de inzet op concrete deelprojecten in de 4 aandachtsgebieden. Binnen het tweede spoor worden projecten met een voorbeeldwaarde op bovenlokaal niveau opgezet. Het werken aan een geïntegreerde visie vormt het laatste spoor. Het projectinitiatief ‘(Her)bronnen in de Brabantse Wouden’ kadert binnen het tweede spoor.

 

Juridische gronden

        Besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies voor strategische projecten ter uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

 

Argumentatie

(Her)bronnen in de Brabantse Wouden

De valleien van Dijle, Ijse, Laan en Voer, die zich diep insnijden in het Brabants leemplateau, worden/werden mede gevoed door talloze bronnen en kwellen. Een groot deel van deze bronnen zijn verdwenen, aangesloten op de riolering en/of verdicht door verharding. Vandaag hebben we de bovenlopen van de Dijle veelal ingericht met (vaak grijs) hemelwater en dit terwijl we het bronwater nog te veel afvoeren. Het inventariseren, documenteren en herwaarderen van deze bronnen moet een belangrijke pijler zijn in de strijd tegen de verdroging van deze bovenlopen, de grote natuurgebieden die zich hier ontwikkeld hebben en het vrijwaren van de waterbevoorrading. Meer en sterkere natuur maakt het gebied immers weerbaarder tegen klimaatwijziging en doet de belevingswaarde nog toenemen.

Beide strategische projecten, Walden en Horizon+, zetten reeds in op het overgangsgebied tussen vallei en plateau, daar waar de bronnen zich situeren. De aanpak van de bronnen wordt binnen deze werking geïntegreerd. Op deze manier kan dit nieuwe project terugvallen op een bestaande samenwerking met relevante actoren.

De aangewezen projectwerking vanuit inventarisatie, visievorming over programmatie en de uitvoering van pilootprojecten is eigen aan de strategische projectwerking.

De opname in de gebiedsdeal droogte zorgt de noodzakelijke kennisopbouw om hier in verschillende projecten gefaseerd mee aan de slag te gaan. Het betreft zowel concrete realisatieprojecten zoals de herinrichtingswerken van het publiek domein, rioleringswerken, aanpak van de bovenlopen, landinrichtingsprojecten als kennisdelingsprojecten.

 

Fasering van de kandidatuurstelling

De goedkeuring van een kandidatuurstelling gebeurt in twee fasen:

        Indienen van een interesseformulier tegen 31 maart 2022 met de omschrijving van drie type deelprojecten en procesaanpak.

        Na een eventuele selectie kan een dossier opgemaakt worden met een gedetailleerde omschrijving van de deelprojecten, financiering, projectaanpak en uitvoeringstermijn. Dit uitgewerkte subsidiedossier dient tegen 30 september 2022 ingediend te worden.

 

Betrokken partners

De kernpartners van de strategische projecten die formeel hun interesse tonen en het ondersteunen zijn:

        Provincie Vlaams-Brabant als hoofdpartner van de strategische projecten Walden en Horizon+.

        Gemeenten Hoeilaart, Overijse, Hoeilaart, Bertem, Oud-Heverlee, Huldenberg en stad Leuven.

        Het agentschap Natuur en Bos.

Daarnaast zijn er een heel aantal stakeholders die inhoudelijk betrokken zijn: Vlaamse Landmaatschappij, Vlaamse Milieumaatschappij, Aquafin, Vivaqua, ‘Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud’ (VHM), het regionaal landschap Dijleland, de Watergroep, Natuurgidsen Zoniënwoud en heemkundige kringen. Deze brede groep aan partners zullen betrokken worden bij de verdere uitwerking van een gedetailleerd subsidiedossier (niet-limitatief).

 

Type deelprojecten

De kandidatuurstelling houdt in dat er nog geen volledig uitgewerkt programma en financieel plan moet opgenomen worden. Er wordt in het interesseformulier gevraagd om beknopt drie voorbeelden van type-projecten die voorbeeldstellend zijn voor de beoogde Lokale Gebiedsdeal Droogte. Na een eventuele selectie kunnen deze en andere deelprojecten gedetailleerd uitgewerkt worden: projectdefinitie, partners, uitvoeringstermijn, geplande ingrepen, financiële middelen,…

        Overkoepelend voor de acht gemeenten: de inventarisatie, - en documentatie en ontsluiting van de bronnen. Deze stap vormt de basis voor een eerste screening van de uitdagingen/mogelijkheden om enerzijds de kwantiteit en kwaliteit te verbeteren. Anderzijds bekijken we hoe de bron in relatie tot zijn omgeving kunnen inzetten tegen de droogteproblematiek (= ruimtelijke uitdaging). In zoveel mogelijk riolerings- en/of wegenisprojecten of bij stedenbouwkundige handelingen trachten we de bronnen te herwaarderen en terug in het fysische systeem te integreren.

        Herbronnen voor bewoners en bedrijven (aspect watergebruik):

        bronwater als drinkwaterbron (mits aanvaardbare nitraatgehalten) naar het voorbeeld van de Minnebron bij het Zoet Water

        bronwater als waterbron voor de landbouw

        PILOOT 1 Bron Pier Slot (Oud-Heverlee)

        Herbronnen voor bewoners en bezoekers (aspect recreatie, stedenbouw):

        bronwater als kuuroord (denk aan badkuren, Kneippkuur, wassertretstelle)

        bronwater als speelwater voor kinderen

        bronwater als verkoelingselement (direct koelend effect) of als watervoorziening van publiek groen (indirect koelend effect) in de woonkernen;

        integratie van verder stromend bronwater in het straatbeeld (bvb. Rue eau Robec in Rouen), als fontein,...

        PILOOT 2 Centrumbron Huldenberg (Huldenberg)

        Herbronnen voor bomen en beesten (aspect biodiversiteit)

        Het terug beschikbaar maken van bronwater voor zijdalen en rivieren biedt bijkomende vernattingsmogelijkheden en nieuwe kansen voor natte natuur.  Bijkomende ecologische corridors ook tussen bronhoofden en de ontvangende riviervalleien, dwars door de bebouwde linten langsheen onze valleien

        PILOOT 3 Gemeentepark, Kasteelstraat en J.B. Charlierlaan (Hoeilaart)

 

Financiële gevolgen

In eerste instantie is er voor de kandidatuurstelling geen directe implicatie. Indien geselecteerd zullen de strategische projecten Walden en Horizon+ het voortouw nemen om de deelprojecten uit te werken met de verschillende partners. Bij de verdere uitwerking zal ook het financiële plaatje gevormd worden.

 

 

Bijlagen

        Terug naar de bron: presentatie project

        Interesseformulier opgemaakt door SP Walden en SP Horizon+

 

Besluit

eenparig

 

Besluit

Artikel 1:

Het college stemt ermee in dat de strategische projecten Walden en Horizon+ als procescoalitie een interesseformulier indienen voor het inventariseren, documenteren en ontsluiten van (verdwenen) bronnen in hun werkingsgebied.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

SP WALDEN: STAVAZA

 

Besluit

Motivering

Op 29 juni 2020 stemt het college volgens besluit principieel in met de deelname aan het strategisch project Walden in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant, het Agentschap voor Natuur en Bos en de gemeenten Oud-Heverlee, Huldenberg en Leuven.

 

Bespreking

        Presentatie vanuit dienst Omgeving van de algemene stand van zaken binnen het strategisch project Walden.

 

Bijlage

        Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. kunstbemiddelaar uitkijkpunt

        Uitkijkpunt: toelichting

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 28 maart 2022

 

NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG PROXIMUS VOOR HET VERPLAATSEN VAN 2 KASTEN EN DE AANLEG VAN TELECOMMUNICATIE-INFRASTRUCTUUR OP HET DORPSPLEIN TE LEEFDAAL.

 

Voorgeschiedenis

        Overleg met Proximus, gemeente en de projectontwikkelaar Impala op 28 januari 2022.

        E-mail van Proximus van 24 maart 2022: Aanvraag toelating uitvoering werken JMS 528656 Dorpsplein Leefdaal.

 

Feiten en context

        Op het Dorpsplein Leefdaal staan twee Proximuskasten. Deze hinderen de aanleg van de ondergrondse parking van het project Impala op en rond het Dorpsplein. De leidingen naar deze kasten zijn van glasvezel en dus niet zomaar opzij te leggen of in stand te houden om de kelder te kunnen plaatsen.

        Na overleg heeft de projectontwikkelaar gekozen om geen risico op schade te lopen en de kasten te laten verplaatsen. De kosten voor de verplaatsing worden door de projectontwikkelaar gedragen.

        Als nieuwe locatie in de buurt komt de toegangsweg naar de nieuwe toekomstige parking het meest in aanmerking. De kasten dienen zo geplaatst te worden dat het veilig is om de parking in en uit te rijden. Een plan met de inplanting van de kasten moet nog bezorgd worden.

        Proximus wenst over te gaan tot het uitvoeren van telecommunicatie-uitrustingswerken, met name het leggen van nieuwe kabels volgens plan gevoegd bij de aanvraag over een afstand van ca. 40m en het plaatsen van 2 nieuwe kasten.

        Er zal een sleuf gemaakt worden met een lengte van 30m in het voetpad.

 

Juridische gronden

        Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.

        Artikel 57, §3, 1° van het gemeentedecreet.
Het college van burgemeester en schepenen is belast met het beheer van de eigendommen van de gemeente en de vrijwaring van haar rechten.

        Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.

 

Argumentatie

Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.

Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.

 

Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.

 

 

Bijlagen

        528656_REQ_aanvraag toelating Dorpsplein Leefdaal

        model plan

        Aanvraag toelating JMS 528656 Dorpsplein Leefdaal

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Proximus, Herkenrodesingel 6B, 3500 Hasselt, om de werken overeenkomstig het bijgevoegde modelplan en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:

        Een detailplan te bezorgen van de inplanting van de kasten in de toegangsweg met aanduiding van de afstanden tot de grenzen van het terrein en de openbare weg. Gezien de kasten op een nieuwe toegangsweg komen te staan naar een parking primeert de veiligheid/zicht op het in en uitrijden. Het college wenst daarom de exacte inplanting te kennen en te bekijken en eventueel nog bij te sturen. 

        De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie). De eigendommen moeten binnen de 48 uur opnieuw toegankelijk zijn.

        De eigenaars dienen 2 werkdagen vooraf verwittigd te worden van de geplande werken. De gemeente moet 4 werkdagen vooraf een kopie krijgen van de brief van de aannemer.

        Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.

        Een voorafgaandelijke en tegensprekelijke plaatsbeschrijving is nodig. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de technische dienst van de gemeente.

        Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.

        Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.

        Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.

        De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.

        Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens het standaardbestek 250.

        De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 11/04/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.