BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 4 oktober 2021

Van 14.05 uur tot 15 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Yvette Laes

 


Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 27 september 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 27 september 2021 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

COMMUNICATIEBELEID. BESPREKING ONTHAAL NIEUWE INWONERS 2021.

 

Besluit

Motivering

         Elk jaar organiseert het lokaal bestuur een onthaaldag voor de nieuwe inwoners.

         Het onthaal dat in maart 2020 was gepland, werd door de coronacrisis uitgesteld.

         Voorstel van de dienst communicatie voor de organisatie in 2021:

º         we nodigen alle inwoners uit die in 2019 en 2020 in Bertem zijn komen wonen

º         we werken zoals altijd met voorinschrijvingen

º         we voorzien op 1 dag twee onthaalmomenten: een om 9.30 uur en een tweede om 14.30 uur

º         inwoners kiezen bij hun inschrijving of ze in de voor- of in de namiddag willen komen

º         het concept verandert om praktische redenen een beetje: ontvangst én receptie in de Pastorij - de busrit wordt dus ook lichtjes aangepast.

         Programma:

º         9.30 uur: ontvangst met koffie en thee en Veronneke in de Pastorij

º         10 uur: kort welkomstwoord door de burgemeester - alle schepenen stellen zich (heel) kort voor

º         +-10.15 uur: bus vertrekt aan het Gemeenteplein voor een rondrit door de gemeente

º         Bij het opstappen, krijgt iedereen een plannetje met het parcours.

º         In de bus is een micro aanwezig, zodat de burgemeester tijdens de rondrit de mensen uitleg kan geven over de belangrijkste plaatsen waar we langskomen.

º         We rijden

          via de Dorpstraat en het rondpunt naar de Bosstraat - tot boven waar we draaien en terug richting gemeentehuis trekken.

          Aan de kiss & ride stappen we uit en wandelen langs het gemeentehuis, het wijkkantoor van de politie, het sociaal huis en zo naar de brandweg achter de bibliotheek. De groep krijgt ondertussen uitleg over die gebouwen, speelpleinwerking en het speelbos.

          Via de Tervuursesteenweg en de Boskee rijden we naar Kasteel de Liedekerke waar de bus stopt en de groep uitstapt (als het droog is). Hier wordt uitleg gegeven over het kasteel, de Koningsschietingen en ’t Herderinneke (monument over gecrashte bommenwerper).

          Vervolgens rijden we naar Leefdaal centrum via de Dorpstraat waar er kort iets over de kerk kan gezegd worden. Bij mooi weer kan de groep vanaf het kasteel door de dreef naar het Dorpsplein stappen, waar de bus hen opnieuw oppikt.

          Via de Dorpstraat rijden we door tot aan de halte voor de sportzaal. De groep stapt uit en gaat naar het binnenplein tussen de Vlieg-In en de Chirolokalen. Er wordt uitleg gegeven over de sportzaal, de school, de Vlieg-In met bib en de Chiro.

          We keren terug via de Mezenstraat, Tervuursesteenweg, Coige-steenweg, Kruisstraat, Tervuursesteenweg, Het Bies en zo naar de Kapellestraat (uitleg over Sint-Veronakapel). Vervolgens de Kerstraat en Van Hoofstraat langs het voetbalveld en Sporthal Verona.

          Via de Blokkenstraat rijden we naar Korbeek-Dijle naar het atletiekveld en de Chirolokalen, waar de bus stopt aan de nieuwe toegangsweg en de groep uitstapt.

          Daarna rijden we tot aan de kerk in Korbeek-Dijle en via de Stationsstraat tot aan de Shelter waar we draaien. Via de Blokkenstraat wordt terug naar Bertem gereden.

          Via de Slangenpoelweg (fitometer en mooi uitzicht) terug naar het Gemeenteplein.

          Aan het Gemeenteplein nog uitleg over het speelpark en Het Blok.

          12 uur: Start receptie met broodjes - om 13 uur schenken we het laatste drankje.

º         14.30 uur: ontvangst groep 2 in de Pastorij en herhaling programma van in de voormiddag met aankomst in de Pastorij om 17 uur.

 

Bespreking

Het college beslist dat de dienst communicatie de organisatie van het onthaal nieuwe inwoners verder mag uitwerken. We plannen de organisatie ervan op zaterdag 27 november 2021. De dienst burgerzaken bezorgt de dienst communicatie de adressen van alle 18-plussers die in onze gemeente zijn komen wonen in 2019 en 2020. De facilitaire dienst organiseert de catering die dag. De dienst openbare werken controleert nog even vooraf of er op dat moment nergens werken gepland zijn, zodat de bus vlot overal door kan.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/440 tot en met nr. 2021/454 voor een totaal bedrag van 3940,73 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/3874 tot en met nr. 2021/3975 voor een totaal bedrag van 182 958,83 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

IGS VRIJETIJDSREGIO DRUIVENSTREEK. KENNISNAME VERSLAG RAAD VAN BESTUUR VAN 22 SEPTEMBER 2021.

 

Besluit

Motivering

Sinds 1 januari 2020 bestaat de Vrijetijdsregio Druivenstreek. Op regelmatige tijdstippen komt de raad van bestuur samen.

Het verslag van 22 september 2021 wordt in bijlage ter kennisgeving voorgelegd aan het college.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van het verslag van de raad van bestuur van Vrijetijdsregio Druivenstreek van 22 september 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

VRIJETIJDSRAAD. KENNISNAME WIJZIGINGEN SAMENSTELLING.

 

Besluit

Motivering

Volgens artikels 7 en 8 van de statuten van de vrijetijdsraad wordt het mandaat van de stemgerechtigde leden beëindigd door o.a. het ontslag van de betrokkenen.

Lid Jean Troisfontaine heeft zijn ontslag ingediend op de vergadering van 1 september 2021.

Lid Jo Verhenneman heeft zijn ontslag per mail ingediend op 16 augustus 2021.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van het ontslag uit de vrijetijdsraad van:

         Jean Troisfontaine voor De Zanglijster, hij wordt vervangen door Jos Deherdt. Gisèle Verboomen is plaatsvervanger voor Jos Deherdt.

         Jo Verhenneman

Aangezien er momenteel nog een oproep loopt voor de vervanging van Jo Verhenneman, die ook zijn ontslag ingediend heeft, zal - zoals in de statuten omschreven wordt - de vervangingen éénmaal per jaar op de gemeenteraad geagendeerd worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

KLIMAAT. GOEDKEURING DEELNAME AANBOD KLIMAATPROJECTEN 2021-2022 INTERLEUVEN.

 

Voorgeschiedenis

         Mailbericht van 17 juni 2021 van Interleuven waarin het nieuwe projectaanbod 2021-2022 van de intergemeentelijke milieudienst wordt voorgesteld.

 

Feiten en context

         De exclusiviteitsovereenkomst tussen de gemeente Bertem en Interleuven werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2019 meer bepaald 3.1 basisondersteuning, 3.2 klimaatondersteuning en 3.3 taakondersteuning.

         Het Burgemeestersconvenant werd in 2008 in Europa gelanceerd met de ambitie om lokale besturen samen te brengen die zich vrijwillig engageren om de klimaat- en energiedoelstellingen van de Europese Unie te behalen en zelfs te overtreffen.

         De engagementen binnen het Burgemeestersconvenant 2020 (Covenant of Mayers) zijn de CO2-uitstoot op het gemeentelijk grondgebied terug te dringen tegen 2020 met ten minste 20%, een emissieberekening uit te voeren die als uitgangspunt voor het actieplan wordt gebruikt en het indienen van het actieplan.

         De ondertekening van het Vlaams-Brabantse Klimaatengagement vond plaats op 4 oktober 2013 samen met 57 gemeenten van de provincie.

         De gemeente Bertem maakte in 2015 een gemeentelijke klimaatactieplan (SEAP) op in het kader van het CoM2020.

         Bij de opvolger van het Burgemeestersconvenant 2020 namelijk het Burgemeestersconvenant 2030 voor Klimaat en Energie wordt gestreefd naar een reductie van 40% CO2-uitstoot op het grondgebied van de gemeente tegen 2030 en om de veerkracht tegen de klimaatverandering te verhogen (adaptatie).

         De provincie Vlaams-Brabant heeft doelstellingen vastgelegd in het Provinciaal Klimaatbeleidsplan 2040. Om deze doelstellingen te behalen, steunen ze ook op inspanningen van de lokale besturen.

         Door het klimaatengagement Vlaams-Brabant in het kader van het CoM2030 te ondertekenen, engageert de gemeente zich om:

º         minder CO2 uit te stoten door energie te besparen, het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen, in te zetten op hernieuwbare energie en door te kiezen voor efficiënte, schone technieken;

º         de effecten van de klimaatverandering, zoals hitte, droogte en wateroverlast, te milderen;

º         alle relevante achteren te betrekken bij de opmaak en de uitvoering van het lokaal klimaatbeleid;

º         zelf het goede voorbeeld te geven.

         De gemeenteraad heeft op 24 november 2020 beslist om het Burgemeestersconvenant 2030 te bekrachtigen.

         De intergemeentelijke milieudienst van Interleuven stelt het nieuw projectaanbod voor: biodiversiteit met diversiteit, fietsleasing voor gemeentepersoneel, via warmtescan naar renovatie, Ronde Tafel van het Klimaat, asbestverwijdering voor niet-residentiële gebouwen, groencoach en hard tegen verharding.

         De projectvoorstellen zijn gevoegd als bijlage.

 

Juridische gronden

 

Argumentatie

De projectvoorstellen dragen bij tot uitvoering van het gemeentelijk klimaatactieplan en de realisatie van de CO2-uitstoot op lokaal niveau.

De dienst omgeving stelt voor om deel te nemen aan volgende project:

         samenaankoop asbestverwijdering bij niet-residentiële gebouwen en constructies

         we brengen biodiversiteit met diversiteit

         fietsleasing voor gemeentepersoneel

Ook het onthardingsproject is een erg nuttig project tegen wateroverlast en voor infiltratie in de gemeente.

 

Samenaankoop asbestverwijdering bij niet-residentiële gebouwen en constructies

Het projectvoorstel beoogt de verwijdering van kleine daken (max. 30 m²) met asbesthoudende materialen bij particulieren door een deskundige dakwerker/aannemer. Het project zet in op een volledige ontzorging voor de verwijdering van de asbesthoudende dakbedekking voor de particulier. Verder zal de particulier zelf moeten beslissen om de constructie verder af te breken en zo meer open ruimte te creëren of om een nieuw dak te plaatsen.

 

We brengen biodiversiteit met diversiteit

Interleuven wil gemeenten en steden ondersteunen bij de uitbreiding van hun groene infrastructuur door geveltuinen aan te leggen en/of voortuinen te vergroenen. Zorg voor natuur wordt meer betekenisvol als ze gekoppeld wordt aan de versterking van sociale cohesie. Natuurpunt CVN is aangesteld door Interleuven om uitvoering te geven aan het project. In de deelnemende gemeenten worden vrijwilligers uit verschillende kansengroepen (mensen in armoede, anderstalige nieuwkomers, mensen met een migratieachtergrond, asielzoekers, erkende vluchtelingen) samen met opgeleide Natuurpuntvrijwilligers of een Natuurpunt professional op sleeptouw genomen om de tuintjes bij geïnteresseerde inwoners aan te leggen.

 

Fietsleasing voor gemeentepersoneel

De verplaatsingen in het kader van woon-werkverkeer dragen een grote opportuniteit in zich om nog meer in te zetten op verplaatsingen met de fiets in plaats van de wagen. De recente aanpassing van het rechtspositiebesluit door de Vlaamse overheid biedt bovendien heel wat interessante mogelijkheden voor lokale besturen om fietsleasing mogelijk te maken.

Interleuven sluit een raamovereenkomst af met een fietsleasingsfirma en de werknemers kunnen zelf via de eigen lokale fietshandelaar een fiets kiezen.

 

Hard tegen verharding

Met dit project wil Interleuven gemeenten ondersteunen om aan de slag te gaan met het verwijderen van niet-functionele verharding op het publieke domein. Door het verlagen van hun verhardingsgraad kan een stap gezet worden naar een duurzamere en klimaatbestendigere gemeente.

 

Financiële gevolgen

 

Kosten project asbestverwijdering gespreid over 2021 -2022:

Algemene werkingskost: 1800 euro

Raming specifieke uitwerking op maat: 900 euro

Totaal: 2700 euro

 

Jaar

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

2021

GBB/0629-00/613510

€ 3767

€ 3767

€ 700

2022

GBB/0629-00/613510

€ 5000*

€ 5000*

€ 2000*

 

Kosten project van 'we brengen biodiversiteit met diversiteit' gespreid over 2021 -2022:

Algemene werkingskost: 2500 euro

Raming specifieke uitwerking op maat: 450 euro

Totaal: 2950 euro

 

Jaar

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

2021

ACT-57/0119-01/614720

€ 20 000

€ 6983,20

€ 1000

2022

ACT-57/0119-01/614720

€ 20 000*

€ 20 000*

€ 1950*

 

Kosten project fietsleasing voor gemeentepersoneel gespreid over 2021 -2022:

Ontwikkelingskost: 3150 euro

Raming specifieke uitwerking op maat: 2250 euro

Totaal: 5400 euro

 

Jaar

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

2021

GBB/0119-02/243000

€ 6000

€ 6000

€ 1500

2022

GBB/0119-02/243000

€ 10 000*

€ 10 000*

€ 3900*

 

Kosten project ontharding nog niet gebudgetteerd en nog te voorzien in meerjarenplanning

 

Jaar

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

2022

ACT-70/0200-00/224707

€ 476 746,68*

€ ???*

€ ???*

 

* = onder voorbehoud van budgetaanpassingen en bijstelling meerjarenplanning

 

 

Bijlagen

         projectfiches 2021-2022 aanbod Interleuven

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt kennis van de projectfiches van Interleuven en gaat akkoord met de deelname aan de projecten samenaankoop asbestverwijdering bij niet-residentiële gebouwen en constructies, we brengen biodiversiteit met diversiteit en fietsleasing voor gemeentepersoneel.

 

Artikel 2:

Het schepencollege gaat akkoord met het op maat uitwerken van een kostenraming voor het project hard tegen verharding.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING TERVUURSESTEENWEG 89, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 179L + TUIN, AFD.1 SECTIE C NUMMER 179M.

 

Feiten en context

  • Notaris Stefan Vangoetsenhoven heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 143464 voor de woning Tervuursesteenweg 89 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie C nummer 179l en tuin, afdeling 1 sectie C nummer 179m.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

         liggingsplan Tervuursesteenweg 89

         voorkooprecht Tervuursesteenweg 89 INBRTM213460

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Tervuursesteenweg 89 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 179l en tuin, afdeling 1 sectie C nummer 179m, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

STEDENBOUWKUNDIG ATTEST. AANVRAAG VAN LANDMETERSKANTOOR FEYAERTS VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 KORBEEK-DIJLE, VEEWEIDE 21, SECTIE B NR 191G.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 8 juli 2021 heeft het landmeterskantoor Feyaerts, Pastoriestraat 30 te 3128 Baal, een aanvraag tot stedenbouwkundig attest ingediend voor het bouwen van een woning in 3060 Korbeek-Dijle, Veeweide 21, sectie B nr 191g.

         Het perceel van de aanvraag was oorspronkelijk lot 2 van een verkaveling van 3 loten vergund op 7 mei 1976. Het college heeft op 24 oktober 2005 de verkaveling voor de onbebouwde loten 1 en 2 vervallen verklaard.

         Op 24 oktober 2005 heeft het college kennis genomen van een nieuw verdelingsplan voor de loten 1 en 2.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter met achterliggend natuurgebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De natuurgebieden ressorteren onder de groengebieden, welke bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.

In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Veeweide.

De Veeweide is een woonstraat die aantakt op de Nijvelsebaan en die een bouwlint vormt dat van noord naar zuid indringt in de Dijlevallei. De omgeving wordt gekenmerkt door oudere en meer recente woningen in open en halfopen vorm met achterliggend open gebied. De onmiddellijke omgeving bestaat uit zowel laagbouw als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen vorm en afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur. Deze woningen worden omgeven door de waardevolle natuurgebieden van de Dijlevallei.

Het perceel van de aanvraag is onbebouwd.

         Het voorstel omvat het bouwen van een eengezinswoning in open bebouwing. De bouwlijn ligt op 18 m van de rooilijn van de weg. De woning wordt ingeplant op 3 m van de perceelsgrenzen zoals voorgesteld op het grafisch plan. De maximale bouwdiepte bedraagt 15 m op het gelijkvloers en 13 m op de eerste verdieping. De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,5 m boven het genormaliseerde grondpeil gemeten ter hoogte van de voorgevelbouwlijn. De dakhelling bedraagt maximum 45°.

         Watertoets

Op 19 augustus 2021 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie de Leibeek B2266. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden. Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:

Hemelwaterverordeningen:

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

Algemene maatregelen:

º         In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in collectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

º         Artikel 5.3.1.

§ 1. Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het stedenbouwkundig attest kan niet leiden tot de vrijstelling van een vergunningsaanvraag.

§ 2. De bevindingen van het stedenbouwkundig attest kunnen bij het beslissende onderzoek over een aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden niet worden gewijzigd of tegengesproken, als:

1° in de periode waarin het stedenbouwkundig attest geldt, geen sprake is van substantiële wijzigingen van het betrokken terrein of wijzigingen van de stedenbouwkundige voorschriften of de eventuele verkavelingsvoorschriften;

2° de verplicht in te winnen adviezen of de tijdens het eventuele openbaar onderzoek ingediende standpunten, opmerkingen en bezwaren geen feiten of overwegingen aan het licht brengen waarmee bij de opmaak van het stedenbouwkundig attest geen rekening is gehouden;

3° het stedenbouwkundig attest niet is aangetast door manifeste materiële fouten.

§ 3. Het stedenbouwkundig attest blijft geldig gedurende twee jaar vanaf het ogenblik van de uitreiking ervan.

§ 4. De Vlaamse Regering kan nadere formele en procedurele regels bepalen voor de toepassing van dit artikel.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

1.Op 19 augustus 2021 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd (zie watertoets).

 

2. Op 22 september 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Het perceel is gelegen binnen beschermingszone II van de winning Korbeek-Dijle van De Watergroep.

Bij deze het advies en bijhorende regelgeving betreffende het uitvoeren van werken binnen beschermingszone II:

Bepalingen van het grondwaterdecreet

Conform het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende reglementeringen van de handelingen binnen de waterwingebieden en de beschermingszones1, artikel 3 en 5, zijn de volgende handelingen verboden:

“Art3:

º         het direct lozen van stoffen van lijst I of II (zie bijlage A of B)

º         het indirect lozen, deponeren, opslaan op of in de bodem, uitstrooien en het vervoeren van stoffen van lijst I of II (zie bijlage A of B), uitgezonderd indien: 

          de bedoelde stoffen slechts in zulk een geringe hoeveelheid en concentratie de stoffen van lijst I of II bevatten, dat elk gevaar voor een verontreiniging van het ontvangende grondwater nu of in de toekomst is uitgesloten. De Vlaamse Regering kan voor elke stof van lijst I of II deze hoeveelheid en concentratie vaststellen

          de bedoelde stoffen nodig zijn voor de productie van drinkwater

          het de opslag van koolwaterstoffen (mazout, benzine, ) betreft, voor zover de opslagtank voldoet aan de bepalingen van titel II van het Vlarem

          de bedoelde stoffen nodig zijn voor een normale bemesting van landbouwgronden, voor zover de bemesting gebeurt overeenstemming de bepalingen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en zijn uitvoeringsbesluiten.

º         het besproeien en bevloeien met afvalwater

º         het inrichten van stortplaatsen

º         het oprichten van begraafplaatsen

º         het installeren van rioolwaterzuiveringsinstallaties of installaties voor de verwerking van afval

º         boringen, ontgrondingen, graafwerken van meer dan 2,50 m onder het maaiveld, uitgezonderd peilputten

º         de opslag van drijfmest in ondergrondse of bovengrondse opslagruimten

º         het gebruik van sleuf-en grondsilo's

º         het aanleggen van mestvaalten

º         het aanleggen van leidingen met minimumlengte van 100 m voor het transport van stoffen van lijst I of II.”

Om directe perforatie en directe infiltratie van oppervlaktewater naar de grondwaterlaag te voorkomen betekent dit dat:

º         Er geen graafwerken boringen of ontgrondingen kunnen plaatsvinden meer dan 2.5 m onder maaiveld 

º         Er geen diepe putten kunnen geboord worden voor aanleg van KWO-systemen (koude-warmteopslag)

º         Er geen diepe ondergrondse constructies (meerlagige ondergrondse garages) kunnen aangelegd worden

Paalfunderingen kunnen binnen beschermingszone II van een waterwinning toegelaten worden voor zover het gaat over grondverdringende technieken waarbij er geen (tijdelijk) open boorgat ontstaat en waar geen grond wordt opgeboord.

Bepalingen van het Vlarem

Binnen beschermingszone II van de grondwaterwinningen zijn volgens Vlarem de volgende activiteiten verboden:

º         Rubriek 53 – winnen van grondwater dieper dan 2.5 m

“Artikel 5.53.1.4.

Het is verboden de inrichtingen, vermeld in rubriek 53 van de indelingslijst, aan te leggen of te exploiteren als ze zich dieper dan 2,5 m onder het maaiveld bevinden en geheel of gedeeltelijk liggen in een beschermingszone van het type I of II van grondwaterwinningen, bestemd voor de openbare watervoorziening, zoals afgebakend in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones, tenzij ze noodzakelijk zijn voor de productie van drinkwater.”

º         Rubriek 55 – boringen dieper dan 2.5 m

“Artikel 5.55.1.1.

Dit hoofdstuk is van toepassing op de inrichtingen, vermeld in rubriek 55 van de indelingslijst.

Het is verboden die inrichtingen aan te leggen of te exploiteren als ze zich dieper dan 2,5 m onder het maaiveld bevinden en geheel of gedeeltelijk liggen in een beschermingszone van het type I of II van grondwaterwinningen, bestemd voor de openbare watervoorziening, zoals afgebakend ter uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones.”

Verder zijn er in Vlarem een reeks industriële en landbouwkundige activiteiten, met een risico voor de grondwaterkwaliteit, verboden binnen beschermingszone, o.a. met betrekking tot verven, stallen en mestopslag, productie van biociden, productie van bouwmaterialen, opslag gevaarlijke producten groep 3, tankenparken, …

De opslag van gevaarlijke producten wordt zoveel mogelijk vermeden. Indien toch noodzakelijk gebeurt deze best bovengronds en volgens de voorwaarden beschreven in Vlarem.

Bepalingen met betrekking tot grondverzet (Vlarebo 2008 - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming)

De Watergroep vraagt dat bij grondverzet binnen beschermingszone II de aangevoerde grond voldoet aan de bepalingen van Bijlage V (grond voor vrij gebruik) van Vlarebo en dat dit ook bewezen wordt met een attest.

Bepalingen met betrekking tot infiltratie van hemelwater (hemelwaterverordening – 08/10/2013 Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater)

Omwille van de ligging in de nabijheid van een grondwaterwinning, kan infiltrerend water de kwaliteit van het grondwater wijzigen of bezoedelen. Daarom zijn infiltratievoorzieningen niet toegelaten binnen beschermingszone II. Verspreide infiltratie van niet-verontreinigd hemelwater van in graskanten en bermen kan uiteraard wel. Parkings kunnen waterdoorlatend aangelegd worden voor zover hier geen vrachtwagen of transportwagens voor gevaarlijkse stoffen gebruik van kunnen maken. Wegenis en openbare wegen worden waterondoorlatend aangelegd en het afspoelend hemelwater dient afgevoerd te worden naar oppervlaktewater, riolering, of infiltratie buiten de beschermingszone II.

“Artikel 10 § 2. De plaatsing van een infiltratievoorziening is niet toegelaten als het goed gelegen is in een beschermingszone type I of II van een drinkwaterwingebied, zoals afgebakend ter uitvoering van artikel 3, § 1, 2° van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en artikel 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones.”

Aandachtspunten tijdens de werken

De Watergroep vestigt de aandacht op de voorzorgen die dienen getroffen (inkuipingen en/of afdekmateriaal) voor de eventuele tijdelijke opslag van koolwaterstoffen (mazout, oliën) tijdens de uitvoering van de werken: 

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld te worden op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het oprichten van een woning in deze overwegend residentiële omgeving is verantwoord. Gelet op de omliggende bebouwing is een vrijstaande woning een stedenbouwkundig verantwoorde invulling van het perceel.

Mobiliteitsimpact

De impact op de mobiliteit is zeer beperkt. De omgevingsaanvraag voor het bouwen van een woning moet voldoen aan de voorwaarden van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg, goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 oktober 2016.

Schaal

De schaal van de woning zal de schaal van de woningen in de omgeving niet overschrijden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het gevraagde heeft een aanvaardbare invloed op het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.

Het perceel heeft een oppervlakte van 19,47 are. De woning van de aanvraag heeft een maximale footprint van 9 m bij 15 m en een maximale kroonlijsthoogte van 6,50 m. De inplanting laat voldoende onbebouwde ruimte over. Het open karakter kan versterkt worden door de zijdelingse bouwvrije stroken van 3 meter vrij te houden van elke bebouwing.

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialen hebben een normaal hedendaags uitzicht. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door gebouwen in verschillende verschijningsvormen. De woning zal passen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Geringe reliëfwijzigingen, in relatie tot het ontwerp en de omgeving, zijn toegelaten.

Reliëfwijzigingen met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging zijn in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen verboden.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 19 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 22 september 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorschriften wat betreft het bouwvolume gevoegd bij het dossier worden als volgt aangepast:

Verdiepingen: gelijkvloers, verdieping en zolder zijn toegelaten. Kelders zijn verboden omwille van de ligging in mogelijks overstromingsgevoelig gebied.

         de voorschriften wat betreft de inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm van bijgebouwen gevoegd bij het dossier worden vervangen door het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.

         Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk

         Bij de omgevingsaanvraag voor het bouwen van een woning moet worden voldaan aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voor het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een gunstig stedenbouwkundig attest af aan Benny Feyaerts voor het bouwen van een woning in 3060 Korbeek-Dijle, Veeweide 21, sectie B nr 191g onder volgende voorwaarden:

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 19 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 22 september 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorschriften wat betreft het bouwvolume gevoegd bij het dossier worden als volgt aangepast:

Verdiepingen: gelijkvloers, verdieping en zolder zijn toegelaten. Kelders zijn verboden omwille van de ligging in mogelijks overstromingsgevoelig gebied.

         de voorschriften wat betreft de inplanting, bouwvolume en verschijningsvorm van bijgebouwen gevoegd bij het dossier worden vervangen door het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.

         Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk

         Bij de omgevingsaanvraag voor het bouwen van een woning moet worden voldaan aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voor het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de provincie - dienst waterlopen en De Watergroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN PATRICIA VERHOEVEN VOOR HET PLAATSEN VAN EEN PERGOLA IN 3061 LEEFDAAL, BLANKAART 6, SECTIE B NR 183Y2.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 29 september 2021 heeft Patricia Verhoeven een melding ingediend voor het plaatsen van een pergola in 3061 Leefdaal, Blankaart 6, sectie B nr 183y2.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
  • Het goed is gelegen op lot 3 van de verkaveling met nummer T874-2-2000.7 (RWO - nummer 22/V/220) vergund op 12 juli 2000 door het college van burgemeester en schepenen.
  • De aanvraag omvat het plaatsen van een pergola van +/- 16 m² achteraan de woning. De pergola wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,30 m. De pergola wordt op +/- 3 m van de linkerperceelsgrens ingeplant.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

º         1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

º         2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

         Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het artikel artikel 4 bepaalt de vergunningsplicht vervangen wordt door meldingsplicht voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, als aan de volgende voorwaarden voldaan is:

º         er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging uitgevoerd

º         het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd

º         de totale oppervlakte is beperkt tot 40 m²

º         de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 m van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 m van de perceelsgrenzen

º         de hoogte is beperkt tot 4 meter

 

Argumentatie

         Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

         Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De aanvraag is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.
De aanvraag is conform met het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl.

º         er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging uitgevoerd

º         het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd

º         de totale oppervlakte van de veranda bedraagt 16 m²

º         de afstand tot de linkerperceelsgrens bedraagt +/- 3 m

º         de nokhoogte bedraagt 3,3 m

         Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing

         Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Er worden geen voorwaarden opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt akte van de melding van Patricia Verhoeven voor het plaatsen van een pergola in 3061 Leefdaal, Blankaart 6, sectie B nr 183y2.

 

Artikel 2:

De meldingsakte wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

Artikel 3:

Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN FREDERIC GOETHALS VOOR HET AANLEGGEN VAN EEN TERRAS, OPRIT EN ZWEMBAD IN 3060 BERTEM, BOSSTRAAT 19, SECTIE B NR 341E19.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 17 augustus 2021 heeft Frederic Goethals, Bosstraat 19 te 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het aanleggen van een terras, oprit en zwembad aan de woning gelegen in 3060 Bertem, Bosstraat 19, sectie B nr 341e19.

         Op 30 augustus 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Bosstraat.
De Bosstraat vormt een verbindingsweg tussen de Tervuursesteenweg en de noordelijk gelegen Brusselsesteenweg op het grondgebied Herent. De omgeving wordt gekenmerkt door gebouwen in verschillende verschijningsvormen en verschillende functies. Er zijn één- en meergezinswoningen en heel wat openbare voorzieningen zoals het gemeentehuis, het sociaal huis, de sporthal en de gemeentelijke basisschool in een cluster die aansluit op de Tervuursesteenweg.

Op het perceel staat een halfopen eengezinswoning met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel. De tuin ligt één niveau hoger dan de Bosstraat.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het aanleggen van een terras, oprit en zwembad.

Zone voortuinstrook:

Uiterst rechts wordt een nieuwe groenzone van +/- 25 m² gerealiseerd. De resterende verharde oppervlakte (+/- 54 m²) wordt vernieuwd met waterdoorlatende klinkers met open voegen. In deze zone wordt een parkeervak voorzien voor fietsen en voor 1 wagen voor bezoekers.

Zone zijkant woning:

In deze zone blijft de bestaande verharding met een oppervlakte van 58,66 m² behouden. Er worden 2 privé parkeerplaatsen voorzien.

Tuinzone: Achteraan de woning wordt het bestaande terras van 63,3 m² heraangelegd. De vorm van het terras wordt gewijzigd maar de nieuwe oppervlakte (63,9 m²) blijft ongeveer dezelfde als de bestaande oppervlakte. Het nieuwe terras wordt aangelegd met een gepolierde betonplaat afwaterend naar de tuin.

Zwembad:

Op 21,65 m achter de achtergevel van de woning wordt een zwembad aangelegd van 12 m op 8 m met aanpalend terras. Het aanpalend terras van 30 m² wordt uitgevoerd in betontegels en watert af in een afwateringsgoot die uitmondt in de bestaande regenwaterput aan het tuinhuis. Er wordt een toegangspad van 1,20 m voorzien, aangelegd in dezelfde klinkers als de voortuinzone.

         Watertoets

Op 28 september 2021 heeft de Provincie Vlaams-Brabant een gunstig advies uitgebracht nl. :

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

º         heraanleg toegang voordeur/parking/oprit

º         terras achter woning

º         zwembad met aanpalend terras

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

º         de toegang/oprit/parking wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen;

º         het terras achter de woning watert af richting de tuin. Tussen terras en gazon wordt een infiltratiestrook voorzien, bestaande uit een massa infiltratiesubstraat;

º         het zwembad met terras worden aangesloten op een bestaande regenwaterput van het tuinhuisgebouw (inhoud: 5000 liter). Het water wordt hergebruikt in de tuin.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013;

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

Opmerking

Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

1. Op 31 augustus 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Geen bezwaar

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"

 

2. Op 28 september 2021 heeft de Provincie Vlaams-Brabant een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht (zie watertoets).

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige en planologische voorschriften. Het aanleggen van een terras, oprit en zwembad behoort tot de gebruikelijke tuininrichting en is aldus functioneel inpasbaar.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit. De woning beschikt over een ruime voortuinstrook en oprit om de wagens, privé en bezoekers van de praktijk, op te vangen.

Schaal

Niet van toepassing, er worden geen volumetrische aanpasingen aan het gebouw uitgevoerd.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De totale verharde oppervlakte bedraagt na de werken 224,82 m², 48,5 m² meer dan de bestaande toestand.

Aangezien het perceel een totale diepte van 90 m en een breedte van 17,10 m heeft, mag worden aangenomen dat de (her)aanleg slechts een fractie uitmaakt van het volledige perceel. Er blijft nog voldoende groenzone over.

De aanvraag is aldus in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

De verfraaiing van de voortuin, aanleg groenzone en de heraanleg van de verharding komen het straatbeeld ten goede.

Het zwembad heeft visueel geen impact op de onmiddellijke omgeving omdat het 75 cm lager dan het bestaand maaiveld van de tuin wordt aangelegd.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Er worden beperkte reliëfwijzigingen aangebracht in functie van de inpassing van het zwembad. Het zwembad wordt 75 cm verlaagd t.o.v. het bestaande maaiveld van de tuin.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er is geen hinder voor de aangrenzende eigendommen.

Het project voorziet in de nodige maatregelen om het regenwater dat op de nieuwe verharding terechtkomt, op te vangen:

º         de toegang/oprit/parking wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen

º         het terras achter de woning watert af richting de tuin. Tussen terras en gazon wordt een infiltratiestrook voorzien, bestaande uit een massa infiltratiesubstraat

º         het zwembad met terras worden aangesloten op een bestaande regenwaterput van het tuinhuisgebouw (inhoud: 5000 liter). Het water wordt hergebruikt in de tuin

De aanplanting van bomen en de inplanting van het zwembad geschiedt op voldoende afstand t.o.v. de perceelsgrenzen.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 31 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 28 september 2021 moeten strikt worden nageleefd

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Frederic Goethals, Bosstraat 19 te 3060 Bertem voor het aanleggen van een terras, oprit en zwembad in Bosstraat 19 te 3060 Bertem, Sectie B nr 341e19 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 31 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 28 september 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

OMGEVINGSAANVRAAG VERKAVELEN VAN GRONDEN. VERGUNNING OMGEVINGSAANVRAAG VAN MARIA WITTEBOLS EN STEPHANUS VAN DONGEN VOOR HET VERKAVELEN VAN GRONDEN VOOR EEN PERCEEL GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, SECTIE B, NR 105 T.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

  • Op 29 juni 2021 hebben Maria Wittebols, Hertwinkel 3 te 3061 Bertem en Stephanus Van Dongen, H. Consciencelaan 20 te 3090 Overijse, een omgevingsaanvraag ingediend voor het verkavelen van gronden van een perceel gelegen in 3061 Leefdaal, tussen de Dorpstraat en de Heggestraat, kadastraal gekend als sectie B, nr 105 t.
  • Op 3 augustus 2021 werd de aanvraag volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen een niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op

26 juni 2018.

         het project is volgens het gewestplan Leuven deels gelegen in het woongebied met landelijk karakter en deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; dat behoudens bijzondere bepalingen de agrarische gebieden enkel mogen bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; dat gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt slechts mogen opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; dat de  afstand van 300 en 100 m evenwel niet geldt in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         Het project is gelegen tussen de Dorpstraat en de Heggestraat. Daarmee ligt het perceel aan de rand van een gebouwencluster die tussen de kernen van Leefdaal en de aangrenzende gemeente Vossem (Tervuren) ontstaan is en die aansluit bij de bebouwing van deze buurgemeente. Deze cluster bestaat uitsluitend uit woningen in verschillende verschijningsvormen. Het perceel is in gebruik als weiland en helt vanuit de Dorpstraat naar achter toe. Een Fluxysleiding doorkruist het perceel dat aan de linker zijde wordt begrensd door de Vloedgracht. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

  • Het project omvat een verkaveling van twee woningen in open bebouwing. Om dit te realiseren, wordt één kadastraal perceel opgesplitst in 3 loten. Lot 1 is gelegen aan de Dorpstraat, Lot 2 is gelegen aan de Heggestraat en Lot 3 wordt vanwege de ligging in landschappelijk waardevol agrarisch gebied uit de verkaveling gesloten.
  • Watertoets

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, heeft de provincie, dienst waterlopen op 17 augustus 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

  • Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren gebied.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

  • Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

  • De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

  • Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde werken geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009

Dit uitvoeringsbesluit regelt de adviesverlenende instanties.

  • Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009

artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

artikel 4.2.15.

§ 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

Artikel 4.2.16.

§ 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.

§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door :

1° de storting van een afdoende financiële waarborg;

2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.

Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

artikel 4.2.17.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie

artikel 4.2.18.

De bepalingen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden worden niet opgeheven door de inwerkingtreding van een stedenbouwkundig voorschrift waarmee ze onverenigbaar zijn, met behoud van de toepassing van artikel 84 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

  • De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 6

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

Artikel 13

bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

  • De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
  • Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

  • Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

  • Openbaar onderzoek
    De aanvraag werd van 13 augustus 2021 tot en met 11 september 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werd één bezwaarschrift ingediend.

Dit bezwaarschrift kan als volgt worden samengevat:

De bezwaarindiener stelt vragen over de toekomstige afvloeiing van het hemelwater afkomstig van de achtergelegen velden (achter de Heggestraat). Momenteel zou door de gemeente de grond/de percelen langsheen de Vloedgracht worden onderhouden, zodat het hemelwater te allen tijde kan afvloeien in de Vloedgracht. Indien er bebouwing gerealiseerd zou worden op het voorliggende perceel, dan zou de gemeente deze grond niet meer kunnen onderhouden. De omliggende percelen worden ook reeds bebouwd, waardoor het water steeds minder ruimte krijgt om natuurlijk te kunnen infiltreren in de bodem of om te kunnen afvloeien via dit huidige weiland in de Vloedgracht.

Beoordeling van het bezwaarschrift:

De bezwaarindiener stelt terecht vragen bij een verdere verharding en de gevolgen van afvloeiend hemelwater afkomstig van de achterliggende velden. In het verleden is hier meermaals waterproblematiek ontstaan aan de kant van de Heggestraat door afvloeiend hemelwater. De voorliggende kruising (de kruising van de Heggestraat en de buurtwegen) was hierbij het verzamelpunt van hemelwater.

Dit bezwaarschrift wordt aanvaard en verder toegelicht bij de aftoetsing aan de goede ruimtelijke ordening.

 

  • Externe adviezen
    1. Op 4 augustus 2021 werd het gunstig advies van Proximus ontvangen.

"Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien."

 

2. Op 16 augustus 2021 werd het voorwaardelijk gunstig advies van De Watergroep ontvangen.

"Advies Ontwerpbureau

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden:

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaande betaald worden:

º         een forfaitaire kost per bijkomend aan te sluiten kavel

º         een kost voor ontwerp en veiligheidscoördinatie per project

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Bijkomende informatie kan u vinden op: www.dewatergroep.be

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"

 

3. Op 17 augustus 2021 werd het voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius ontvangen.

"De aanleg van nieuwe nutsleidingen is voorzien voor de volgende disciplines:

- Elektriciteit

Voor dit project is er aanleg of uitbreiding van Openbare Verlichting voorzien.

De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be

Patrimonium en overdracht:

De installaties voor openbare verlichting (palen en armaturen) blijven eigendom van de distributienetbeheerder. Ook alle leidingen en overige installaties blijven eigendom van de distributienetbeheerder.

aardgas:

Lot 1 is aansluitbaar op het bestaande gasnet in de Dorpstraat en Lot 2 is aansluitbaar op het bestaande gasnet in de Heggestraat.

elektriciteit:

Lot 1 is aansluitbaar op het bestaande palennet (met openbare verlichting) in de Dorpstraat en Lot 2 zal aansluitbaar zijn op het nieuw aan te leggen net in de Heggestraat.

Openbare verlichting:

In het kader van dit project wordt nieuwe openbare verlichting geplaatst, namelijk plaatsing van een verlichtingstoestel op nieuwe elektriciteitspaal in de Heggestraat.

Riolering:

Voor de activiteit riolering, kunnen deze loten/woningen aangesloten worden op de riolering in de aanpalende straten.

Lot 1 aansluitbaar op de Dorpstraat en Lot 2 aansluitbaar op de Heggestraat.

De toekomstige eigenaars van de respectievelijke loten/woningen dienen voor hun rioolaansluiting een aanvraag in te dienen bij Fluvius, telefonisch via 078 35 35 34 of online via www.fluvius.be/aansluitingen. Wij raden de klanten ten zeerste aan om zo vroeg mogelijk een aansluitingsaanvraag riolering in te dienen bij Fluvius vooraleer de grondwerken op privé aan te vatten. De mogelijke diepte van aansluiting is pas gekend na plaatsing van de huisaansluitputjes door Fluvius. De klant dient de privé-riolering op deze diepte af te stemmen.

De eigenaars dienen een vergoeding voor de 1ste ingebruikname te betalen.

Indien de huisaansluitputjes reeds voorafgaandelijk geplaatst werden op het perceel, ontslaat dit de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De klant mag, na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dan zelf aansluiten op de huisaansluitputjes. Fluvius zal dan niet meer ter plaatse komen, om de verbinding van de aansluitputjes naar de privé-riolering te maken.

Indien de huisaansluitputjes nog niet geplaatst zouden zijn op het perceel en de privé-riolering werd wel reeds uitgevoerd tot op de grens openbaar/privé, zal Fluvius op het moment van de plaatsing van de huisaansluitputjes (na aanvraag procedure), deze putjes met de privé-riolering (indien technisch mogelijk) verbinden.

De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privé-riolering voor zijn nieuwe woning en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Voor meer info kan u terecht op www.fluvius.be/aansluitingen.

Indien de privé-riolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de omgevingsvergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet. Dit gescheiden stelsel op privaat terrein dient doorgetrokken te worden met afzonderlijke leidingen vuilwater en indien van toepassing regenwater tot aan de huisaansluitputjes.

Fluvius voorziet per aansluiting 1 vuilwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 125 mm en indien van toepassing 1 regenwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 160mm op privé-grond (net achter de rooilijn) en zal instaan voor de aansluiting van deze privé-riolering op het rioleringsnet op openbaar domein.

Door de invoering van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privé-riolering verplicht vanaf 1 juli 2011. De lijst van Fluvius erkende keurders kan u vinden op: www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen/keuring-riolering."

 

4. Op 17 augustus 2021 werd het gunstig advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen ontvangen (zie watertoets).

 

5. Op 20 augustus 2021 werd het voorwaardelijk gunstig advies van Fluxys ontvangen.

"Fluxys Belgium bezit twee aardgasvervoersleidingen die zijn aangelegd doorheen het perceel 105T.

Onze maatschappij kan een voorwaardelijk gunstig advies verstrekken op bovenvermelde aanvraag indien volgende punten worden nageleefd:

º         volgens de opgemaakte ontwerpplannen komt het gebouw op 5 meter van de Fluxys-leiding. Deze tussenafstand zal voor aanvang van de bouwwerken op het terrein door middel van sonderingen bevestigd moeten worden.

º         in functie van de omgevingsaanleg, nutsvoorzieningen, … dringt mogelijk de aanleg van een mechanische bescherming zich op. Op basis van de inhoud van het dossier is het niet mogelijk de noodzaak tot deze dallen uit te sluiten.

º         de specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen nageleefd worden.

De bepalingen opgenomen in volgende documenten dienen gerespecteerd te worden en maken integraal deel uit van deze brief :

º         de lijst van de aardgasvervoersinstallaties in de nabijheid van de aangekondigde werken en de lijst van de bijgevoegde plannen

º         de wettelijke erfdienstbaarheden

º         de voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de vervoersinstallaties van Fluxys Belgium

º         de specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven in het kader van uw aanvraag

º         ter indicatie, de liggingsgegevens van de aardgasvervoersinstallaties in de nabijheid van de aangekondigde werken."

 

6. 26 augustus 2021 werd het gunstig advies van Telenet ontvangen.

"Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Telenet nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten.

Hieruit blijkt dat de nodige infrastructuur al aanwezig is en dat er geen uitbreiding van het Telenet netwerk dient te gebeuren. Er wordt van ons geen verdere voorwaarde opgelegd.

Indien blijkt dat wij, binnen het jaar na het afleveren van de vergunning, een melding krijgen van de elektriciteitsmaatschappij dat de palen worden weggenomen dan zal bovenstaand advies komen te vervallen. Er zal een geactualiseerde offerte worden opgemaakt aan de aanvrager om het Telenet netwerk ondergronds te brengen, en dit in synergie met de elektriciteitsmaatschappij.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

Aanvragen tot het verplaatsen van bestaand apparatuur zullen aan de aanvrager aangerekend worden."

 

         Op 23 augustus 2021 heeft de dienst burgerzaken de volgende huisnummers toegekend:

º         lot 1 krijgt als adres Dorpstraat 701, 3061 Leefdaal

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Functionele inpasbaarheid

Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Desondanks is het realiseren van twee bouwloten voor het oprichten van twee open bebouwingen functioneel niet inpasbaar in de omgeving met hoofdzakelijk open ruimte.

Lot 2 van de aanvraag, gelegen langsheen de Heggestraat, is maar deels gelegen in woongebied met landelijk karakter. Bovendien is het perceel belast ter hoogte van lot 2

met een Fluxysleiding en ligt het lot in een waterziek gebied, deels mogelijk overstromingsgevoelig gebied volgens de overstromingskaart van Vlaanderen maar in realiteit effectief overstromingsgevoelig gebied. In het verleden is hier meermaals waterproblematiek ontstaan aan de kant van de Heggestraat door afvloeiend hemelwater. De voorliggende kruising (de kruising van de Heggestraat en de buurtwegen) was hierbij het verzamelpunt van hemelwater.

Lot 2 wordt bijgevolg samengevoegd bij lot 1.

Mobiliteitsimpact

De gevraagde verkaveling heeft door zijn beperkte omvang alleen impact op de onmiddellijke omgeving. De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening 'aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg', goedgekeurd door de gemeenteraad op 23 oktober 2016, is van toepassing op de omgevingsaanvragen voor het bouwen van de woning. Het aantal fietsenstallingen is afhankelijk van het aantal slaapkamers dat voorzien zal worden in de woning.

Schaal

Lot 1: Voor het gelijkvloers wordt een bouwdiepte van 15 m voorzien en voor de verdieping wordt een bouwdiepte van 12 m voorzien. Er wordt ook een kelderverdieping voorzien, maar gezien de waterproblematiek in voorliggend gebied, is een kelder uitgesloten. Dit wordt opgenomen als voorwaarde bij deze vergunning. Een dergelijke bouwdiepte is gebruikelijk. De woning wordt ingeplant op minimaal 3 m afstand t.o.v. de aanpalende percelen. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,5 m bij afwerking met een hellend dak en 6,5 m bij afwerking met een plat dak.

De nieuwe woning zal de schaal van de omliggende woningen in de omgeving niet overstijgen.

Lot 2: Dit lot wordt samengevoegd bij lot 1.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De oppervlaktes van de nieuwe loten bedragen 9,42 are en 7,56 are.

Lot 1: De draagkracht van lot 1 wordt niet overschreden en is inpasbaar in de ruimte. De voorziene tuinzone is voldoende om het open en groene karakter (en het zicht op het achterliggende landschap) te vrijwaren.

Lot 2 overschrijdt de draagkracht. Dit komt doordat lot 2 te maken heeft met een aantal beperkingen, zoals een gasleiding waarvan minimaal 5 meter afstand gehouden dient te worden. Bijgevolg is het perceel voor toekomstige bewoners aanzienlijk kleiner dan de vermelde 7,56 are. Men heeft immers te maken met vele veiligheidsmaatregelen, beperkingen qua beplanting en erfdienstbaarheden ten gevolge van deze gasleiding.

Lot 2 wordt samengevoegd bij lot lot 1.

Visueel-vormelijke elementen

Lot 1: De nieuwe woning zal passen in het straatbeeld van de Dorpstraat.

Lot 2: Dit lot wordt samengevoegd bij lot 1.

Cultuurhistorische aspecten

Voorliggende aanvraag is gelegen aan de rand van het plateau van Duisburg. Het plateau van Duisburg is een leemplateau en vormt een groot open landbouwgebied met geïsoleerde boskernen. Het plateau bestaat bijna uitsluitend uit akkers (kouterlandschap of zogenaamd open field landschap), terwijl de resterende oppervlakte wordt ingenomen door bosjes, holle wegen, bermen en graften. De valleihellingen hebben een overwegend gesloten karakter met bosjes, houtkanten en holle wegen. Met uitzondering van enkele beperkte zones van lintbebouwing langs de dwarswegen over het plateau ligt alle bebouwing aan de rand van het plateau.

Reliëf

Lot 1: Er wordt een kelderverdieping voorgesteld in de stedenbouwkundige voorschriften, waardoor de aanpassing van het reliëf aanzienlijk zal zijn. Echter, kan deze reliefwijzing zorgen voor een gewijzigde waterhuishouding. Een kelderverdieping is dan ook uitgesloten zoals hierboven besproken.

Lot 2: Dit lot wordt samengevoegd bij lot 1.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het perceel van de aanvraag ligt in waterziek gebied.

Voorliggende aanvraag zorgt voor een 'onnodige' verhoogde verhardingsgraad in de vorm van 2 woningen en verhardingen en kan op een locatie als deze ruimtelijk niet worden verantwoord. Het beleidsplan Ruimte Vlaanderen benadrukt dat door de vele verhardingen en een veranderd klimaat er steeds meer water-, hitte- en droogteproblemen optreden. Bovendien kan een kelderverdieping onder water lopen, doordat afstromend water afkomstig van het achterliggende (heuvelachtige) kouterlandschap richting de gewenste ontwikkeling afloopt.

 

Conclusie

Alleen lot 1 is geschikt voor bebouwing. Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal deels verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De volledige uitrusting van de verkaveling is ten laste van de verkavelaar.

         De verkrijger van de huidige vergunning moet alle nodige maatregelen treffen om de riolering te beschermen en niet te beschadigen. Bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk de gemeente op de hoogte gebracht worden.

         Een kelderverdieping is uitgesloten.

         Lot 1 en 2 dienen samengevoegd te worden.

         Lot 3 wordt uit de verkaveling gesloten.

         De voorwaarden in het advies van De Watergroep ontvangen op 16 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden in het advies van Fluvius ontvangen op 17 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden in het advies van Fluxys ontvangen op 20 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         Aan bovenvernoemde voorwaarden moet voorafgaand aan de opmaak van de verkavelingsakte voldaan worden. Het college maakt voorafgaand aan de opmaak van de verkavelingsakte door de notaris een attest op waaruit blijkt dat de verkavelaar aan alle in de verkaveling opgelegde lasten heeft voldaan (artikel 4.2.16 Vlaamse codex ruimtelijke ordening).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Maria Wittebols, Hertwinkel 3 te 3061 Bertem en Stephanus Van Dongen, H. Consciencelaan 20 te 3090 Overijse voor het verkavelen van gronden van een perceel gelegen in 3061 Leefdaal, tussen de Dorpstraat en de Heggestraat, kadastraal gekend als sectie B, nr 105 t onder volgende voorwaarden:

         De volledige uitrusting van de verkaveling is ten laste van de verkavelaar.

         De verkrijger van de huidige vergunning moet alle nodige maatregelen treffen om de riolering te beschermen en niet te beschadigen. Bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk de gemeente op de hoogte gebracht worden.

         Een kelderverdieping is uitgesloten.

         Lot 1 en 2 dienen samengevoegd te worden.

         Lot 3 wordt uit de verkaveling gesloten.

         De voorwaarden in het advies van De Watergroep ontvangen op 16 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden in het advies van Fluvius ontvangen op 17 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden in het advies van Fluxys ontvangen op 20 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         Aan bovenvernoemde voorwaarden moet voorafgaand aan de opmaak van de verkavelingsakte voldaan worden. Het college maakt voorafgaand aan de opmaak van de verkavelingsakte door de notaris een attest op waaruit blijkt dat de verkavelaar aan alle in de verkaveling opgelegde lasten heeft voldaan (artikel 4.2.16 Vlaamse codex ruimtelijke ordening).

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

VOETPADEN. AANVRAAG VOOR EEN TUSSENKOMST IN DE AANLEG VAN VOETPADEN LANGS DE OPENBARE WEG.

 

Voorgeschiedenis

  • Digitale aanvraag van 23 augustus 2020 voor een "tussenkomst in de aanleg van voetpaden" door Katie Pieters.
  • Het betreffende voetpad is gelegen aan de Elzenstraat 1A en 1B in 3061 Leefdaal (percelen 24061 C 0328 S en 24061 C 0329 N).

 

Feiten en context

  • Katie Pieters, Elzenstraat 1/B te 3061 Leefdaal, heeft in voorjaar 2020 een voetpad aangelegd van 15 m² aan de voorzijde van de woning op hoger vernoemd adres.
    De perceelsbreedte langs de straatzijde bedraagt 15 m.
  • De voorwaarden om voor terugbetaling in aanmerking te komen, zijn:
    • Voetpaden dienen aangelegd te worden over een breedte van minstens 1 m langs de openbare weg, buiten goedgekeurde verkavelingen waar de aanleg verplicht wordt gesteld ten laste van de bouwheer.
    • Alleen betonstraatstenen in grijze kleur met afmetingen 220 x 110 x 80 mm en afgeschuinde kanten 3/3 (kwaliteitsvereisten volgens de Belgische norm NBN B 21-311 en de Europese norm NBN EN 1338) worden terugbetaald.
    • Het voetpad moet over de hele breedte van het perceel aan de openbare weg aangelegd worden.
    • De betonstraatstenen moeten gelegd worden op een verdichte laag van minstens 20 cm gestabiliseerd zand a rato van 150 kg cement/m³ zand.
    • De betonstraatstenen moeten volgens de onderrichtingen van de technische dienst geplaatst worden.
    • Het voetpad dient met een helling van 1% aangelegd te worden zodat het hemelwater kan afvloeien in de richting van de rijweg.
    • Het voetpad dient langs de perceelszijde afgewerkt te worden met een betonnen plint met een minimum breedte van 5 cm.
    • In geval de boordstenen verzakt zijn, moeten deze volgens de regels van de kunst herplaatst worden.
  • De prijs per m² die voor terugbetaling in aanmerking komt, is 9,17 euro/lm.
  • Aan de opgelegde voorwaarden is voldaan, zodoende bedraagt de tegemoetkoming voor Katie Pieters 15 m x 9,17 euro/lm = 137,55 euro, te storten op rekeningnummer BE39 8601 0858 5519.

 

Juridische gronden

  • Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 1986 betreffende de goedkeuring van het reglement voor een tussenkomst van de gemeente in de aanleg van voetpaden door particulieren.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

ACT-70/0200-00/224707

€ 476 746,68

€ 321 750,81

€ 137,55

 

 

Bijlagen

         aanvraag tussenkomst in de aanleg van voetpaden langs de openbare weg van Gemeente Bertem.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen besluit de toelage voor de aanleg van voetpaden door particulieren te verlenen aan Katie Pieters voor een bedrag van 137,55 euro, te storten op rekeningnummer BE39 8601 0858 5519.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

VOETPADEN. AANVRAAG VOOR EEN TUSSENKOMST IN DE AANLEG VAN VOETPADEN EN BOORDSTENEN LANGS DE OPENBARE WEG.

 

Voorgeschiedenis

  • Telefonische aanvraag van juni 2021 voor een "tussenkomst in de aanleg van voetpaden en boordstenen" door Hugo Vanacker.
  • E-mail van Hugo Vanacker met de offerte van zijn aannemer voor het vervangen en plaatsen van straatboordstenen.

 

Feiten en context

  • Hugo Vanacker, Ormendaal 17a te 3060 Bertem, wenst dit najaar zijn private oprit heraan te leggen. De aangrenzende straatboordstenen zijn echter dusdanig verzakt en beschadigd dat hij deze wil laten vervangen.
  • De voorwaarden om voor terugbetaling in aanmerking te komen, zijn:
    • Voetpaden dienen aangelegd te worden over een breedte van minstens 1 m langs de openbare weg, buiten goedgekeurde verkavelingen waar de aanleg verplicht wordt gesteld ten laste van de bouwheer.
    • Alleen betonstraatstenen in grijze kleur met afmetingen 220 x 110 x 80 mm en afgeschuinde kanten 3/3 (kwaliteitsvereisten volgens de Belgische norm NBN B 21-311 en de Europese norm NBN EN 1338) worden terugbetaald.
    • Het voetpad moet over de hele breedte van het perceel aan de openbare weg aangelegd worden.
    • De betonstraatstenen moeten gelegd worden op een verdichte laag van minstens 20 cm gestabiliseerd zand a rato van 150 kg cement/m³ zand.
    • De betonstraatstenen moeten volgens de onderrichtingen van de technische dienst geplaatst worden.
    • Het voetpad dient met een helling van 1% aangelegd te worden zodat het hemelwater kan afvloeien in de richting van de rijweg.
    • Het voetpad dient langs de perceelszijde afgewerkt te worden met een betonnen plint met een minimum breedte van 5 cm.
    • In geval de boordstenen verzakt zijn, moeten deze volgens de regels van de kunst herplaatst worden.
  • De prijs per m² die voor terugbetaling in aanmerking komt, is 9,17 euro/lm. De perceelsbreedte langs de straatzijde bedraagt 13,75m.
    In deze omgeving is momenteel geen voetpad; een voetpad is er niet verplicht en een breedte van 1m kan er niet gehaald worden. Omwille van de huidige klimatologische situatie, is extra, niet noodzakelijke verharding zeker niet aangewezen.
  • Hugo Vanacker vraagt wel of er een gemeentelijke tegemoetkoming is in de factuur voor het herplaatsen en op hoogte brengen van de straatboordstenen, wanneer hij dit, volgens de regels van het vak, door zijn aannemer laat uitvoeren.
  • Straatboordstenen maken deel uit van de standaard wegenis en vallen zodoende onder beheer van de gemeente. 
  • Een eenvoudige kosten-batenanalyse voor het zelf vernieuwen en herplaatsen van de boordstenen, in vergelijking met de voorgelegde offerte, leert dat een tussenkomst in de vorm van het kostenloos aanleveren van de boordstenen vanuit onze voorraad en het toekennen van een evenredige tegemoetkoming, volgens het tarief van het goedgekeurde reglement "tussenkomst van de gemeente in de aanleg van voetpaden door particulieren" (gemeenteraad 4 juni 1986), een billijke en kostefficiënte tussenkomst is.
    Dit komt neer op 13,75 m x 9,17 euro/lm = 126,09 euro.

 

Juridische gronden

  • Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 1986 betreffende de goedkeuring van het reglement voor een tussenkomst van de gemeente in de aanleg van voetpaden door particulieren.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

ACT-70/0200-00/224707

€ 476 746,68

€ 321 750,81

€ 126,09

GBB/0200-00/220000

€ 20 000

€ 20 000

€ 80

(aanleveren boordstenen)

 

 

Bijlagen

         offerte voor plaatsing boordstenen door aannemer van aanvrager

         kosten-baten analyse plaatsing boordstenen door gemeentelijke technische dienst

         aanvraag tegemoetkoming voor plaatsing boordstenen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen besluit de toelage voor de aanleg van voetpaden door particulieren te verlenen aan Hugo Vanacker voor een bedrag van 126,09 euro, te storten op rekeningnummer BE43 0639 9850 4901.

 

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen gaat ermee akkoord dat de gemeentelijke technische dienst 8 straatboordstenen levert aan Hugo Vanacker, die dan door zijn eigen aannemer geplaatst mogen worden volgens instructies van de gemeentelijke werkleider en conform de regels van goed vakmanschap.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen gaat ermee akkoord om het reglement voor een tussenkomst van de gemeente in de aanleg van voetpaden door particulieren, door de gemeenteraad goedgekeurd op 24 juni 1986, grondig te evalueren en aan te passen naar de huidige normen en en omstandigheden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 oktober 2021

 

BEGRAAFPLAATSEN. BESPREKING VERFRAAIING SCHADE BEGRAAFPLAATS BERTEM.

 

Besluit

Motivering

Op de begraafplaats van Bertem ontsiert een gapend gat van een een ingestorte muur het zicht. Dit geeft een zeer onverzorgd beeld van de begraafplaats.

Het dossier blijft aanslepen en er is waarschijnlijk de eerste tijd zeker nog geen herstel of oplossing in zicht.

 

De technische dienst, in samenspraak met dienst burgerzaken, onderzoekt of het nog mogelijk is om voor 1 november het gat te verbergen achter een mesh-spandoek met daarop een textuur van een muur of een fotosfeerbeeld, eventueel aangevuld met een tekst.

Zie conceptvoorstel in bijlage.

 

Voorwaarden:

- dit moet nog gerealiseerd kunnen worden voor 1 november 2021.

- er zal hiervoor een externe firma worden ingeschakeld.

- de constructie moet voldoende stabiel en windstevig zijn.

- de kosten mogen niet te hoog oplopen;

- er mogen geen individuele graven geraakt of geïmpacteerd worden.

 

Bespreking

Het college gaat akkoord met het voorstel en met de uitgave conform bijgevoegde offerte. De gewenste opdruk is een gemetste muur in een gelijkaardige uitvoering als de bestaande muur. De uitgaven hiervoor mogen als kosten aan het lopende dossier worden toegevoegd.

De uitgaven worden geboekt op 2021/GBB/0990-00/614610/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (nog € 35 000 ter beschikking).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2021