BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 20 september 2021

Van 14 uur tot 15 uur

 

Aanwezig:

Waarnemend burgemeester:

Tom Philips

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes en Joery Verhoeven

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

 


Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 13 september 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 13 september 2021 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

COMMUNICATIEBELEID. GEMEENTELIJKE FACEBOOKPAGINA EN ORGANISATIE COMMUNICATIEPLANNING.

 

Besluit

Motivering

De opstart van een Facebookpagina staat in het meerjarenplan van het lokaal bestuur Bertem. Om dit goed te kunnen organiseren, is het nodig dat voldoende personen die pagina kunnen onderhouden. Daarom werd er een social-mediateam samengesteld: Annelies Vansantvoet en Emmy De Pauw zullen de communicatiedienst hierbij ondersteunen.

 

Nu dat social-mediateam vorm krijgt, kan ook effectief worden gestart met onze Facebookpagina. Om het WK wielrennen en de jaarmarkt niet te missen, wordt de Facebookpagina al op maandag 20 september 2021 gelanceerd.

 

Een uitgebreide afsprakennota en goed uitgewerkt reactieschema worden later opgemaakt. Toch worden nu al enkele spelregels bepaald: als reactieschema baseert het team zich voorlopig op het voorbeeld van Mediawijs - zie bijlage: 18-reactieschema-voor-sociale-media---mediawijs.

 

Daarnaast worden de medewerkers in een personeelsnieuwsbrief ook gewezen op de gedragsregels zoals die in het arbeidsreglement staan en op volgende specifieke afspraken:

1)     De Facebookpagina van het lokaal bestuur Bertem is een officieel communicatiekanaal. Het kan niet los gezien worden van de website, de nieuwsbrief en het infoblad. Net zoals bij alle overheidscommunicatie wordt het bestuursdecreet gevolgd: de communicatie vanuit het lokaal bestuur Bertem is correct, betrouwbaar, accuraat en politiek en commercieel neutraal.

2)     Ambtenaren spreken vanuit het lokaal bestuur en houden te allen tijde de gemeentelijke beleidslijn in het achterhoofd. Moderatoren worden aangesteld vanuit de werkgroep sociale media die aangestuurd wordt door de dienst communicatie. Ook van anderen wordt dezelfde loyaliteit ten opzichte van het lokaal bestuur verwacht. We verwijzen hierbij graag naar het arbeidsreglement.

3)     Perceptie is realiteit: de juiste woordkeuze is essentieel. Daarom zijn de reacties op de Facebookpagina de verantwoordelijkheid van de werkgroep sociale media, die zich aan het vooropgesteld reactieschema houdt. Anderen reageren niet.

4)     Het lokaal bestuur engageert zich om drie tot vier keer per week content te plaatsen. De Facebookpagina wordt tijdens de kantooruren drie keer per dag gecontroleerd. Waar nodig wordt gereageerd op basis van het reactieschema en verwezen naar de bestaande procedures.

5)     Regels omtrent GDPR, privacy en auteursrecht worden strikt opgevolgd.

 

Een eerste beknopte contentplanning werd al opgemaakt, zo kan er de volgende weken voldoende verteld worden. Het social-mediateam zit (voorlopig) wekelijks samen om die planning en opvolging te bespreken. De eerste voorlopige planning krijgt vanaf dinsdag 21 september meer vorm. Bijlage: Concrete planning

 

Om in de toekomst die contentplanning en bij uitbreiding de planning voor al onze communicatiekanalen gestroomlijnder te laten verlopen, stelt de dienst communicatie een nieuwe werkwijze voor. Ze zullen nu vanuit het onderwerp vertrekken in plaats vanuit het kanaal dat ze willen vullen. Het principe dat de diensten de inhoud moeten aanleveren, blijft behouden. Maar de dienst communicatie zal hen meer begeleiden, waardoor ze tijdig kunnen communiceren en samen een juiste invalshoek kunnen kiezen.

 

Hiervoor organiseren ze een maandelijks overleg met enkele sleutelfiguren binnen de diensten (personen die heel goed op de hoogte zijn van de planning op de dienst). Samen bepalen ze per onderwerp wanneer ze op welk kanaal en op welke manier zullen communiceren. Het verslag hiervan wordt gestuurd naar deze sleutelfiguren en de personen die de content effectief zullen aanleveren (de personen die nu al onderwerpen in de backoffice van de website ingeven en teksten aanleveren voor het infoblad). Voor die laatste groep verandert er niet zoveel. Zij zullen zoals vroeger teksten en fotomateriaal blijven aanleveren, maar iedereen weet nu tijdig wat het communicatieteam tegen wanneer verwacht. Bovendien kan de dienst communicatie meer ondersteuning bieden bij de opmaak van teksten omdat ze sneller op de hoogte zijn van de info.

 

De planning (wat communiceren we wanneer en waar) wordt in tabelvorm ter kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen voorgelegd. De redactieraad voor Info Bertem zoals die nu bestaat, wordt hierdoor overbodig. Zowel de onderwerpen als het ontwerp van de teksten worden ter kennisgeving op het college gebracht. De laatste proef wordt, zoals altijd, doorgestuurd naar het college voor een 'goed voor druk'.

 

Deze procedure (in bijlage) wordt ook nog toegelicht aan alle diensten. Bijlage: Communicatie 2021

 

Bespreking

Het college gaat akkoord met de voorgestelde werkwijze om met de Facebookpagina van het lokaal bestuur Bertem te starten.

Het college verzoekt de communicatiedienst om een evaluatie voor te leggen na 1 maand.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/409 tot en met nr. 2021/419 voor een totaal bedrag van 3807,90 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/3742 tot en met nr. 2021/3841 voor een totaal bedrag van 247 524,08 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

DIENST OMGEVING. KENNISNAME DIENSTNOTA NIEUWE WERKWIJZE BEHANDELING DOSSIERS OMGEVINGSVERGUNNINGEN.

 

Besluit

Mededeling

Het college neemt kennis van de bijgevoegde dienstnota 2021-03 'Behandeling dossiers omgevingsvergunningen'. Deze dienstnota werd op 9 september 2021 aan alle medewerkers van dienst omgeving ter kennis gebracht.

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

AFVAL. OPENSTELLING AFVALARME TUIN ELKE VIERDE ZATERDAG VAN 10 TOT 12 UUR.

 

Besluit

Motivering

De compostmeester stelt voor om de afvalarme tuin aan de pastorij, gelegen aan de Vossenstraat 4 te 3060 Bertem, elke vierde zaterdag van de maand open te stellen van 10 tot 12 uur. De eerste openstelling vindt plaats op 26 maart 2022.

 

Bespreking

Het college van burgemeester en schepenen keurt een openstelling van de afvalarme tuin elke vierde zaterdag van de maand van 10 tot 12 uur goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING OUDE TERVUURSEBAAN 32, AFD. 1 SECTIE B NUMMER 239G.

 

Feiten en context

  • Notarissen Mariëns en De Boosere, geassocieerde notarissen, hebben een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 142123 voor de woning Oude Tervuursebaan 32 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie B nummer 239g.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

         liggingsplan Oude Tervuursebaan 32

         voorkooprecht Oude Tervuursebaan 32 INBRTM210036

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Oude Tervuursebaan 32 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie B nummer 239g, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING TERVUURSESTEENWEG 272, AFD. 1 SECTIE B NUMMER 235K3.

 

Feiten en context

  • Notaris Stefan Vangoetsenhoven heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 142318 voor de woning Tervuursesteenweg 272 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie B nummer 235k3.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

         liggingsplan Tervuursesteenweg 272

         voorkooprecht Tervuursesteenweg 272 INBRTM210386

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Tervuursesteenweg 272 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie B nummer 235k3, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT HANDELSWONING TERVUURSESTEENWEG 103, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 182K3.

 

Feiten en context

  • Notarissen Flemings en Jansen hebben een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 142351 voor de handelswoning Tervuursesteenweg 103 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie C nummer 182k3.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

         liggingsplan Tervuursesteenweg 103

         voorkooprecht Tervuursesteenweg 103 INBRTM210387

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de handelswoning Tervuursesteenweg 103 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie C nummer 182k3, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING SINT-MEDARDUSSTRAAT 1, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 234E.

 

Feiten en context

  • Notaris Stefan Vangoetsenhoven heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 142717 voor de woning Sint-Medardusstraat 1 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie c nummer 234e.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

         liggingsplan Sint-Medardusstraat 1

         voorkooprecht St.-Medardusstraat 1 INBRTM210819

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Sint-Medardusstraat 1 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie C nummer 234e, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

OMGEVINGSAANVRAAG BIJSTELLING VERKAVELING. WEIGERING AANVRAAG VOOR HET BIJSTELLEN VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET VERKAVELEN VAN GRONDEN VOOR EEN PERCEEL GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 141 SECTIE C NR 521T.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

  • Op 11 juni 2021 heeft Kwadraat een aanvraag ingediend voor het bijstellen van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden ingediend, voor een perceel gelegen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 141 sectie C nr 521t.
  • Op 28 juni 2021 werd de aanvraag volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 3 loten, nr. T874-2-B.021 (1967-7) goedgekeurd op 17 november 1965.

De bestaande woning Dorpstraat 141 (lot 3) werd vergund op 11 oktober 1967 (T874.1.1967.49). Op het plan vergunde toestand staat de woning ingeplant op 20 m uit de as van de weg, in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling, terwijl de woning in realiteit op 70,42 m uit de rooilijn is ingeplant. Dit wijkt af ten opzichte van de verkavelingsvoorschriften.

Op 12 oktober 2020 werd deze woning als vergund geacht opgenomen in het vergunningenregister.

  • Het project is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woonuitbreidingsgebied.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         Het project is gelegen langsheen de Dorpstraat. Op het perceel van de aanvraag staat een vrijstaande eengezinswoning waarvan de voorgevel gelegen is op 70,42 m uit de rooilijn. De vrijstaande woningen op de aangrenzende percelen zijn dichter naar de Dorpstraat gelegen.

De omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwstijlen, verschijningsvormen en bestemmingen. In de nabije omgeving is een mix van bedrijvigheid, horeca, dienstverlening, kleinhandel en wonen aanwezig.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

  • De aanvraag voorziet in het opdelen van lot 3 in lot 3a en lot 3b.

Lot 3a krijgt als bestemming zone voor een eengezinswoning in open verband.

De vergund geachte woning op lot 3b blijft behouden. Er wordt een toegang van 4 m voorzien naar het achterliggend lot.

         Watertoets

De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten is niet van toepassing op deze aanvraag.

Op 23 augustus 2021 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig wateradvies uitgebracht nl.:

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Het creëren van een extra lot voor de bouw van een eengezinswoning. De bestaande woning nr. 141 blijft behouden met een toegangsweg van 4m breed.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is deels afkomstig vanuit de waterloop en deels van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

  • Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

  • Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

  • De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

  • Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde werken geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009

Dit uitvoeringsbesluit regelt de adviesverlenende instanties.

  • Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009

artikel 1.1.4.

  • De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
  • De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 6

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

Artikel 13

bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

Artikel 86

§ 1.

De eigenaar van een kavel die begrepen is in een niet-vervallen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, kan gemotiveerd om een bijstelling van deze omgevingsvergunning verzoeken voor het deel dat hij in eigendom heeft.

De aanvraag doorloopt dezelfde procedure als een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met dien verstande dat de vergunningsaanvraag of de aanvraag gelezen moet worden als de aanvraag of het verzoek tot bijstelling en de aanvrager als aanvrager of verzoeker van de bijstelling.

  • De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
  • Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

  • Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

  • Openbaar onderzoek
    De aanvraag werd van 12 juli 2021 tot 10 augustus 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden 3 bezwaarschriften ingediend.

 

De inhoud van de klachten worden als volgt gebundeld:

Bezwaar 1

Een bijstelling van de bestaande verkaveling is juridisch en reglementair niet mogelijk. De verkaveling ligt in woonuitbreidingsgebied en de aanvraag is dus niet in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften.

Bespreking

De woonuitbreidingsgebieden zijn bestemd voor groepswoningbouw, met name het gelijktijdig oprichten van verschillende woningen op één werf waarbij een ruimtelijke en architecturale samenhang voorhanden is.

De bouw van individuele woningen is principieel onmogelijk.

Individuele ontwikkelingen (bv. een verkaveling met als doel de loten te verkopen en dus geen groepswoningbouw te voorzien) kunnen enkel worden vergund indien het volledige woonuitbreidingsgebied wordt ontwikkeld of een principiële goedkeuring tot ontwikkeling werd bekomen vanwege de Deputatie.

De omzendbrief RO/2002/03 bepaalde dat restpercelen in woonuitbreidingsgebieden (WUG's) konden worden bebouwd als het WUG deels of volledig geordend was.

Maar dat deel van de omzendbrief werd vernietigd door de Raad van State (RvS 12 mei 2009, nr. 193.184, Calders).

Besluit

De klacht is gegrond.

 

Bezwaar 2

De aanvraag is niet verenigbaar met de goede plaatselijke ordening.

In de omgeving komen alleen maar percelen voor waarop slechts 1 woning is gebouwd.

Als de gemeente van oordeel is dat het perceel diep genoeg is voor 2 woningen dan dient zij dit evengoed te aanvaarden voor alle andere percelen met gelijkaardige diepten die langs de Dorpstraat gelegen zijn.

Bespreking

De bestaande woning Dorpstraat 141 werd vergund op 11 oktober 1967 (T874.1.1967.49). Op het plan vergunde toestand staat de woning ingeplant op 20 m uit de as van de weg, in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling, terwijl de woning in realiteit op 70,42 m uit de rooilijn is ingeplant.

De woning werd opgetrokken voor de inwerkingtreding van het gewestplan waarbij het vergunde karakter niet wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie. Dit is hier het geval. Uit luchtfoto’s blijkt dat de woning in 1971 al gebouwd was.

Het college heeft op 12 oktober 2020 de woning als vergund geacht opgenomen in het vergunningenregister.

Bij het beoordelen van een stedenbouwkundige aanvraag dient steeds rekening te worden gehouden met artikel 1.1.4. van de VCRO dat stelt dat de ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden.

De vergund geachte woning is ingeplant op 70,42 m van de rooilijn. Deze woning bevindt zich bijgevolg in een binnengebied en kan beschouwd worden als een woning in tweede orde.

Bij de opsplitsing van het perceel wordt aan de straatzijde een extra lot gecreëerd van 7,41 are waarop een volwaardige eengezinswoning met voldoende tuinzone kan worden opgericht. Bovendien wordt er voor het achterliggend lot een privatieve toegangsweg voorzien van 4 m.

De woning in tweede bouworde werd opgericht begin jaren '70 en is dus een historisch gegroeide situatie.

Bij nieuwe omgevingsaanvragen voor het creëren van een lot in tweede bouworde worden de huidige geldende normen gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag.

De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Besluit

Deze klacht is ongegrond.

 

Bezwaar 3

De aanvraag veroorzaakt hinder voor de omwonenden: inkijk in de tuin, beperking van lichtinval, inkijk in de woningen.

Bespreking

Niemand heeft recht op een onbeperkt en onneembaar zicht.

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar oordeelt dat de door de klachtindieners ingeroepen zichthinder kan genuanceerd worden omdat:

º         de nieuwe woning ingeplant wordt op 3 m van de linkerperceelsgrens en op 7 m van de rechterperceelsgrens waardoor er voldoende afstand wordt gecreëerd tussen de nieuwe woning en de bestaande woningen die ook op minimum 3 m van de perceelsgrenzen zijn ingeplant.

º         de links gelegen woning, die dezelfde bouwlijn heeft als de aanvraag, een bouwdiepte heeft van +/- 26 m en de rechts gelegen woning ter hoogte van de aanvraag ingeplant staat op +/- 23 m uit de as van de weg.

Besluit

Deze klacht is ongegrond.

 

Bezwaar 4

De aanvrager is uit op winstbejag en er is in deze operatie geen enkel sociaal nut te herkennen.

Bespreking

Volgens artikel 4.2.1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid is de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod van toepassing op verkavelingen van ten minste tien loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan een halve hectare, ongeacht het aantal loten.

Dit decreet is niet van toepassing op de aanvraag.

De bepaling van een eventuele meerwaarde van de eigendommen behoort niet tot de bevoegdheid van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. In de gegeven context is dit een aspect dat niet mee in overweging kan worden genomen bij de beoordeling en evaluatie van de aanvraag.

Besluit

Deze klacht is ongegrond.

 

Bezwaar 5

De aanvraag ligt in mogelijks overstromingsgevoelig gebied. We worden meer en meer geconfronteerd met hevige wateroverlast wat bouwen in overstromingsgevoelig gebied bijzonder risicovol maakt ook voor de in de buurt gelegen woningen.

Bespreking

In het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 23 augustus 2021 wordt vermeld dat de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, dat het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect heeft op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden. Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Besluit

Deze klacht is ongegrond.

 

Bezwaar 6

Er wordt weinig ruimtegevoel gecreëerd aan de straatkant. De voorliggende toekomstige bebouwing belemmert het zicht op de aanpalende bebouwing. Het klassiek bestaand landhuis wordt achteruit gesteld en boet zo aan waarde in.

Bespreking

De woning wordt ingeplant op 12 m uit de as van de straat, conform de huidige verkavelingsvoorschriften die bepalen dat de inplanting van de woningen dient te gebeuren op minimum 12 m en maximum 20 m uit de as van de voorliggende weg.

De bouwlijn loopt gelijk met de bouwlijn van de links gelegen woning, lot 2 van de verkaveling. De rechterzijgevel van de nieuwe woning ligt op 3 m van de toegangsweg van 4 m naar het achterliggend perceel. De afstand tussen de nieuwe woning en het klassieke landhuis bedraagt +/- 10 m.

De bepaling van een eventuele schade of minwaarde van de eigendommen of gebouwen in de buurt behoort niet tot de bevoegdheid van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. In de gegeven context is dit een aspect dat niet mee in overweging kan worden genomen bij de beoordeling en evaluatie van de aanvraag.

Besluit

Deze klacht is ongegrond.

 

Bezwaar 7

De eventuele nieuwbouw heeft een diepte van 12 m + 5 m. Een gelijkvloerse achterbouw van 5 m is geenszins de norm maar dit is 3 m.

Bespreking

In de voorschriften van de bestaande niet-vervallen verkaveling werden er geen maximale bouwdiepten opgenomen maar een maximale bebouwbare oppervlakte van 200 m². De aanvraag voorziet in een maximale bebouwbare oppervlakte van 173,49 m² en is bijgevolg in overeenstemming met de bestaande verkavelingsvoorschriften.

Bovendien is door de bouwdiepte van de links gelegen woning (+/- 26 m) en de inplanting van de rechts gelegen woning (+/- 23 uit de as van de weg) de bouwdiepte van 17 m op het gelijkvloers stedenbouwkundig te verantwoorden.

Besluit

Deze klacht is ongegrond.

 

Bezwaar 8

In de gemeente is er geen traditie om bouwpercelen te creëren waarvan het voorste perceel gelegen is aan de straatkant en het achterliggend perceel enkel bereikbaar is via een privatieve weg.

Bespreking

In de gemeente Bertem zijn er heel wat woningen gesitueerd in tweede bouworde, enerzijds historisch gegroeid, anderzijds recent vergund volgens de geldende stedenbouwkundige normen inzake woningen in tweede bouworde.

Besluit

Deze klacht is ongegrond.

 

Bezwaar 9

Zonder een overtreding van de verkavelingsvoorschriften bij het bouwen van de woning Dorpstraat 141 zou een opsplitsing niet mogelijk zijn. De overtreding wordt beloond en er wordt een meerwaarde toegekend aan het perceel en een minwaarde aan de overige percelen van de verkaveling.

Bespreking

De bouw van de woning Dorpstraat 141 werd niet uitgevoerd volgens de vergunning van 11 oktober 1967 en is ook niet conform de geldende verkavelingsvoorschriften.

Een woning wordt vergund geacht als ze gebouwd is voor de inwerkingtreding van het gewestplan waarbij het vergunde karakter niet wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie. Dit is hier het geval. Uit luchtfoto’s blijkt dat de woning in 1971 al gebouwd was.

Op 12 oktober 2020 heeft het college de woning als vergund geacht opgenomen in het vergunningenregister.

De woning Dorpstraat 141 is ingeplant op 70,42 m van de rooilijn. Deze woning bevindt zich bijgevolg in een binnengebied en kan beschouwd worden als een woning in tweede orde.

Bij de opsplitsing van het perceel wordt aan de straatzijde een extra lot gecreëerd van 7,41 are waar een volwaardige eengezinswoning met voldoende tuinzone kan worden opgericht.

De bepaling van een eventuele schade, minwaarde of meerwaarde van eigendommen behoort niet tot de bevoegdheid van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. In de gegeven context is dit een aspect dat niet mee in overweging kan worden genomen bij de beoordeling en evaluatie van de aanvraag.

Besluit

Deze klacht is ongegrond.

 

         Externe adviezen

1. Op 17 augustus 2021 heeft Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

"Nutsleidingen

Voor dit project dienen geen werken uitgevoerd te worden binnen het project zelf, maar er zijn wel forfaitaire kosten (6481,50 euro) verschuldigd voor investeringen buiten het project vereist om dit project aansluitbaar te maken op het distributienet.

De voorwaarden blijven 6 maanden geldig.

De aansluitingskosten van de individuele woningen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de respectievelijke eigenaars afgerekend.

Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.

Gasnet, ondergronds elektriciteitsnet en openbare verlichting aanwezig in de straat langs de kant van het bouwlot.

Riolering

Voor de activiteit riolering, kunnen deze loten/woningen aangesloten worden op de riolering in de aanpalende straat.

De toekomstige eigenaars van de respectievelijke loten/woningen dienen voor hun rioolaansluiting een aanvraag in te dienen bij Fluvius, telefonisch via 078 35 35 34 of online via www.fluvius.be/aansluitingen. Wij raden de klanten ten zeerste aan om zo vroeg mogelijk een aansluitingsaanvraag riolering in te dienen bij Fluvius vooraleer de grondwerken op privé aan te vatten. De mogelijke diepte van aansluiting is pas gekend na plaatsing van de huisaansluitputjes door Fluvius. De klant dient de privé-riolering op deze diepte af te stemmen.

De eigenaars dienen een vergoeding voor de 1ste ingebruikname te betalen.

Indien de huisaansluitputjes reeds voorafgaandelijk geplaatst werden op het perceel, ontslaat dit de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De klant mag, na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dan zelf aansluiten op de huisaansluitputjes. Fluvius zal dan niet meer ter plaatse komen, om de verbinding van de aansluitputjes naar de privé-riolering te maken.

Indien de huisaansluitputjes nog niet geplaatst zouden zijn op het perceel en de privé-riolering werd wel reeds uitgevoerd tot op de grens openbaar/privé, zal Fluvius op het moment van de plaatsing van de huisaansluitputjes (na aanvraag procedure), deze putjes met de privé-riolering (indien technisch mogelijk) verbinden.

De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privé-riolering voor zijn nieuwe woning en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Voor meer info kan u terecht op www.fluvius.be/aansluitingen.

Indien de privé-riolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de omgevingsvergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet. Dit gescheiden stelsel op privaat terrein dient doorgetrokken te worden met afzonderlijke leidingen vuilwater en indien van toepassing regenwater tot aan de huisaansluitputjes.

Fluvius voorziet per aansluiting 1 vuilwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 125 mm en indien van toepassing 1 regenwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 160mm op privé-grond (net achter de rooilijn) en zal instaan voor de aansluiting van deze privé-riolering op het rioleringsnet op openbaar domein

Door de invoering van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privé-riolering verplicht vanaf 1 juli 2011. De lijst van Fluvius erkende keurders kan u vinden op: www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen/keuring-riolering."

 

2. Op 17 augustus 2021 heeft Proximus volgend advies uitgebracht:

"Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien."

 

3. Op 18 augustus 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Advies Ontwerpbureau

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaande betaald worden:

º         een forfaitaire kost per bijkomend aan te sluiten kavel

º         een kost voor ontwerp en veiligheidscoördinatie per project

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Bijkomende informatie kan u vinden op: www.dewatergroep.be

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"

 

4. Op 23 augustus 2021 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht zie watertoets.

 

5. Op 2 september 2021 heeft Telenet advies uitgebracht nl.:

"Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Telenet nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten.

Hieruit blijkt dat de nodige infrastructuur al aanwezig is en dat er geen uitbreiding van het Telenet netwerk dient te gebeuren. Er wordt van ons geen verdere voorwaarde opgelegd.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

Aanvragen tot het verplaatsen van apparatuur zullen aan de aanvrager aangerekend worden."

 

Argumentatie

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Bespreking

Het voorgestelde project geeft geen uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 17 november 1965.

De omzendbrief RO/2002/03 bepaalde dat het niet uitgesloten was dat op reeds bebouwde percelen en restpercelen van een reeds eerder aangesneden woonuitbreidingsgebied individuele aanvragen toch verantwoord kunnen zijn, en dat in dergelijke gevallen een gemotiveerde individuele afweging wordt gemaakt van de impact van de aanvraag op het geheel van het woonuitbreidingsgebied en het al dan niet nuttig zijn van het restant van het woonuitbreidingsgebied in het kader van een te voeren woonbeleid. Bij uitzondering kon een omgevingsaanvraag of omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden die slechts betrekking heeft op enkele restpercelen worden aanvaard.

Net dit deel van de omzendbrief werd vernietigd door de Raad van State (RvS 12 mei 2009, nr. 193.184, Calders). Het is dus niet meer mogelijk om voor restpercelen, gelegen in niet-geordend woonuitbreidingsgebied, een omgevingsvergunning of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of het bijstellen van een verkavelingsvergunning te verlenen.

 

Verkavelingen in woonuitbreidingsgebied worden beschouwd als zonevreemde verkavelingen. Dit heeft als gevolg dat de eigenaar van een kavel zich moet houden aan de voorschriften van de verkaveling. Het wijzigen van het aantal loten is niet vergunbaar.

De verkaveling is ouder dan 15 jaar en de verkavelingsvoorschriften vormen geen beoordelingsgrond meer. Men valt dan terug op de gewestplanbestemming, woonuitbreidingsgebied wat de aanvraag betreft.

De aanvraag moet dus worden beoordeeld binnen het kader van de basisrechten zonevreemde woningen. Het aantal woongelegenheden moet beperkt blijven tot het bestaand aantal.

 

Conclusie

Het woonuitbreidingsgebied wordt niet geordend in de zin van artikel 5.1.1. van het inrichtingsbesluit.

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming van het gewestplan en is bijgevolg planologisch NIET verantwoord.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een weigering af aan Kwadraat voor het bijstellen van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden voor een perceel gelegen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 141 sectie C nr 521t.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING DIEPESTRAAT 38. AANVRAAG VAN FREDERIK DELRUE VOOR HET PLAATSEN VAN EEN BIJGEBOUW IN 3061 LEEFDAAL, DIEPESTRAAT 38, SECTIE A NR 149K.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 25 augustus 2021 heeft Frederik Delrue, Diepestraat 38 te 3061 Leefdaal, een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een bijgebouw in 3061 Leefdaal, Diepestraat 38, sectie A nr 149k.

         Op 8 september 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter en achterliggend agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Diepestraat in het gehucht Coige.

Het gehucht Coige is gelegen aan de gemeentegrens met Tervuren en Kortenberg ten noordwesten van het centrum van Leefdaal. De bebouwing is samengesteld uit overwegend residentiële gebouwen in verschillende verschijningsvormen met zeer sporadisch nog een agrarisch bedrijf en sluit eerder aan bij de bebouwing van de buurgemeente Kortenberg. Het golvende kouterlandschap wordt doorbroken door bossen en verspreide bebouwing.

Op het perceel is een vrijstaande gerenoveerde hoevewoning in L-vorm opgericht.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het oprichten van een losstaand bijgebouw links van de woning.

Het bijgebouw zal dienst doen als extra garage en berging. Het bijgebouw wordt ingeplant op het einde van de bestaande oprit, parallel met de bestaande woning en zal de binnentuin omsluiten.

Het bijgebouw wordt voorzien met een breedte van 3,85 m, een diepte van 10,37 m en wordt afgewerkt met een zadeldak met een kroonlijsthoogte van 2,35 m en een nokhoogte van 4,40 m.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Interne of externe adviezen

Niet van toepassing.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Het plaatsen van een bijgebouw is functioneel inpasbaar.

Mobiliteitsimpact

Het bijgebouw wordt ingeplant op het einde van de links bestaande oprit. Op deze oprit kunnen nog steeds auto's van bezoekers gestald worden. De eigenaars zelf beschikken over voldoende parkeerplaatsen rechts van de woning. De aanvraag heeft een beperkte impact op de mobiliteit van de omgeving.

Schaal

Het bijgebouw van 40 m² wordt voorzien van een zadeldak met een kroonlijsthoogte van 2,20 m en een nokhoogte van 4,40 m.

De inplanting op 2 m van de linkerperceelsgrens en de schaal van het bijgebouw hebben quasi geen impact op het links aanpalend perceel.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De voorziene werken hebben nauwelijks impact op de bouwdichtheid op het perceel. Het perceel kan een uitbreiding van de bebouwing van 40 m² dragen.

Visueel-vormelijke elementen

Het bijgebouw zal worden afgewerkt als volgt: houten poort in de voorgevel, houten afwerking van de linker zijgevel, transparante rechter- en achterzijgevel met zwarte ramen in steellook en een dakbedekking die aansluit bij de dakbedekking van de bestaande woning. Het bijgebouw wordt ontworpen in dezelfde landelijke stijl van de gerenoveerde woning en is inpasbaar in de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Er worden geen terreinaanlegwerken voorzien.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Frederik Delrue voor het plaatsen van een bijgebouw in 3061 Leefdaal, Diepestraat 38, sectie A nr 149k onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING KERKSTRAAT 24. AANVRAAG PETER DE GOEYSE VOOR HET ISOLEREN EN BEPLEISTEREN VAN DE VOORGEVEL VAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, KERKSTRAAT 24, SECTIE C NR 415C.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 11 september 2021 heeft Peter De Goeyse, Kerkstraat 24 te 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het isoleren en bepleisteren van de voorgevel van de woning gelegen in 3060 Bertem, Kerkstraat 24, sectie C nr 415c.

         Op 15 september 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Kerkstraat.

De percelen maken deel uit van het kernweefsel van Bertem met als beeldbepalende factoren vooral woningen in verschillende verschijningsvormen. In het westen ligt de kerk met het kerkhof en het beschermde dorpsgezicht Sint-Pieterskerk en omgeving (Dorp).

Ten zuiden zijn de gebouwen van het RVT St.-Bernardus beeldbepalend.

De woning is ingeplant achter de aangrenzende woningen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het isoleren van de voorgevel (12 cm) en de afwerking met een sierbepleistering in geel-beige kleur.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag voorziet in het plaatsen van isolatie en crepi tegen de gevels. De woonfunctie blijft behouden. Er worden geen andere of bijkomende functies gecreëerd of functies verzwaard. Bijgevolg zal deze opgefriste woning geen afbreuk doen aan de belevingswaarde van de nabije omgeving.

De aanvraag is conform het rooilijndecreet waardoor men bij het isoleren van een bestaande gevel tot 14 cm van de bouwlijn mag afwijken.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

Er is geen uitbreiding van het bestaande bouwvolume. Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 centimeter wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume. Rekening houdend met het terrein, het volume van de bestaande woning en de aanwezige bebouwing in de omgeving, zal de woning qua schaal aansluiten op de bebouwingsvorm in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Er zijn geen wijzigingen qua ruimtegebruik en bouwdichtheid.

Visueel-vormelijke elementen

De kleur van de afwerkingslaag (crepi) is geel-beige. Dit harmonieert met de omgeving en is daardoor verantwoord.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Noch tijdens de uitvoeringsfase noch tijdens de latere gebruiksfase zijn er hinderlijke aspecten te verwachten.

Het ontwerp heeft geen negatieve implicaties op de veiligheid van bewoners, bezoekers, passanten of buurtbewoners.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Peter De Goeyse voor het isoleren en bepleisteren van de voorgevel van de woning gelegen in 3060 Bertem, Kerkstraat 24, sectie C nr 415c onder volgende voorwaarde:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

OMV2021139433 (2021 102) BRONBEMALING. AANVRAAG CRAESSAERTS FREDERIK - HEGGESTRAAT 14.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebesluit van 1 maart 2021 over de omgevingsvergunning (OMV_2020167885) voor het bouwen van een woning.

         De aanvraag van een omgevingsvergunningsmelding OMV_2021139433 (2021 102) voor een ingedeelde inrichting of activiteit, digitaal ingediend door Frederik Craessaerts, Beeldekensgatstraat 3 te 3080 Tervuren, werd per beveiligde zending verzonden op 2 september 2021.

 

Feiten en context

         Locatie: Heggestraat 14 te 3061 Leefdaal - kadastraal bekend: afd. 3 sectie F nr. 6c.

         De bouwplaats is volgens het gewestplan Leuven, vastgesteld bij KB van 7 april 1977, over een diepte van 50 m vanaf de Heggestraat gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het resterende gedeelte is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

         Het goed maakt geen deel uit van een goedgekeurde verkaveling.

         Aan de Heggestraat 14 te Bertem is de bouw van een eengezinswoning en een zorgwoning voorzien. Een deel van de zorgwoning wordt ondergronds gebouwd.

         Het betreft een melding met als nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit: een bronbemaling in het kader van de plaatsing van een patio en een pompput bij een private woning:

- rubriek 53.2.2°a): bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen: gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van maximaal 30 000 m³ per jaar: bronbemaling voor de plaatsing van een patio en een pompput een max. opgepompt debiet van 28,1 m³/dag en 213 m³/voor een periode van 35 dagen.

         De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

Juridische gronden

         Artikel 6 Omgevingsdecreet

Niemand mag zonder voorafgaande uitdrukkelijke of stilzwijgende aktename een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een meldingsplichtige verandering eraan doen.

         Artikel 136 Omgevingsbesluit

De melding gebeurt via het formulier en de in het formulier aangewezen addenda uit het addendabibliotheek.

         Artikel 5.53.1.4 Vlarem II

Het is verboden de inrichtingen, vermeld in rubriek 53 van de indelingslijst, aan te leggen of te exploiteren als ze zich dieper dan 2,5 m onder het maaiveld bevinden en geheel of gedeeltelijk liggen in een beschermingszone van het type I of II van grondwaterwinningen, bestemd voor de openbare watervoorziening, zoals afgebakend in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones, tenzij ze noodzakelijk zijn voor de productie van drinkwater.

         Op 21 mei 1992 ging de Europese richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna in voege.

         Decreet algemene beginselen inzake milieubeleid van 5 april 1995.

         Reglement bijkomende voorwaarden voor bemaling bij het uitvoeren van projecten, goedgekeurd door de gemeenteraad op 30 juni 2020.

 

Adviezen

         Er is geen adviesvraag nodig bij interne of externe adviesorganen.

 

Argumentatie

De aangevraagde locatie:

         is gelegen in grondwaterbeschermingszone type III van de grondwaterwinning Puttebos.

         is deels gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

         is deels gelegen in infiltratiegevoelig gebied.

         is niet gelegen in het Habitatrichtlijngebied “Valleien van de Dijle, Laan en IJse met aangrenzende bos- en moerasgebieden” – afstand ca. 1 km.

         is niet gelegen in GEN-gebied: ‘De Dijlevallei’ ligt op een afstand van 4,3 km.

         grenst aan een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen (weg – tallud met mesofiel hooiland) en biologisch waardevol gebied (soortenrijk permanent cultuurgrasland) volgens de biologische waarderingskaart.

         heeft een vegetatie die niet kwetsbaar is voor verdroging.

 

De melding van de bronbemaling werd ingediend via het omgevingsloket en omvat volgende klasse 3 rubriek namelijk:

- rubriek 53.2.2°a): bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen: gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van maximaal 30 000 m³ per jaar: bronbemaling voor de plaatsing van een patio en een pompput een max. opgepompt debiet van 28,1 m³/dag en 213 m³/voor een periode van 35 dagen.

 

Bespreking addendum R53:

Type bemaling: deels bemaling via 7 filterputten die aangezet worden tussen 3 en 6 m- mv diepte en deels een open bemaling.

De werfput is 3,50 x 5 m. De maximale verlaging van het grondwaterpeil bedraagt 0,65 m.

De watervoerende laag is quartair aquifer (codering HCOV_100).

De aanvrager heeft het debiet niet berekend aan de hand van de VMM berekeningstool voor bemalingen. De firma Advanced Groundwater Techniques heeft het bemalingsadvies berekend en het rapport is bijgevoegd als bijlage.

De ladder van Lansink voor bemaling dient toegepast te worden als zijnde oppompen beperken – retour/infiltratie – afvoer naar oppervlaktewater of RWA – afvoer naar de gemengde riolering.

Omwille van de lemige toplaag en het beluchte bemalingswater is oppervlakkige herinfiltratie of retourneren van het bemalingswater praktisch moeilijk uitvoerbaar en bijgevolg af te raden. Aan de overkant van de (doodlopende) Heggestraat bevindt zich een gracht, waarvan het water via het RWA-stelsel in de Dorpstraat in het oppervlaktewater terechtkomt. Er wordt bijgevolg aangeraden in deze gracht te lozen. Hiervoor dient toestemming te worden verleend door de beheerder van de Voer. Indien lozen in de gracht niet mogelijk blijkt, kan het bemalingswater geloosd worden in de droogweerafvoer ter hoogte van de Heggestraat.

In het gemeentelijk reglement bemalingen werd opgenomen dat indien er geen retourbemaling is, rubriek 53.8.1°a) automatisch wordt opgenomen in de beslissing. Hierdoor kan het bemalingswater hergebruikt worden door landbouwers en derden gedurende de periode van bemaling.

Bij de aanvraag van de bemaling wordt als voorwaarde opgenomen dat er een buffervat dient geplaatst te worden op privaat domein, grenzend aan of bereikbaar vanaf de openbare weg. Gedurende de bemalingsperiode en zeker wanneer deze waarschijnlijk samenvalt met een droogteperiode, dient voorafgaand aan de lozing van het bemalingswater een buffervat van minimaal 10 000 liter geplaatst te worden met overloop naar een lozingspunt.

Op het buffervat dient een aftapkraantje geplaatst te worden zodat hergebruik eenvoudig en kosteloos mogelijk wordt voor derden. Tevens moet het mogelijk zijn voor landbouwers, bedrijven en dienstverleners om hieruit water te pompen om een tankwagen te vullen. Ook de aannemer van de werken zelf dient maximaal dit bemalingswater te recupereren voor de werken op de eigen werf en ter voorkoming van overmatige productie van opwervelend stof tijdens de werken.

Er dient op elk moment een vrije toegang te zijn vanop de openbare weg naar het buffervat, waarbij de veiligheid van de gebruikers van het water gegarandeerd is. Op het buffervat dient duidelijk, in waterbestendig opschrift, aangegeven te worden dat het water niet geschikt is voor menselijke consumptie.

De invloedstraal strekt zich uit tot 67 m.

De invloedstraal van de bemaling reikt niet tot beschermde natuurgebieden of gekende percelen in de OVAM-databank (met mogelijke mobiele grondwaterverontreinigingen). Er is ook geen relevante invloed te verwachten op de nabijgelegen grondwaterwinning, die uitgevoerd wordt in een diepere watervoerende laag (L4 – HCOV 0620).

Er zijn geen onaanvaardbare zettingsrisico’s te verwachten.

Er werd niets vermeld over het merk en type debietmeter. Dit zal worden opgelegd als bijzondere voorwaarde.

Er wordt geen bijstelling aangevraagd.

 

 

Bijlagen

         Liggingsplan

         Bemalingsadvies

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de aanvraag van de omgevingsvergunningsmelding OMV_2021139433 (2021 102) ingediend door heer Frederik Craessaerts wonende te Beeldekensgatstraat 3, 3080 Tervuren voor het exploitatie-adres Heggestraat 14 te 3061 Leefdaal (kadastraal gekend: afd. 3 sectie F nr 6c) voor een bronbemaling voor de plaatsing van een patio en een pompput namelijk voor

-rubriek 53.8.1°a): andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, waarvan het totaal opgepompte debiet kleiner is dan of gelijk is aan 5000 m³ per jaar en alle putten een diepte hebben die kleiner is dan of gelijk is aan het locatiespecifieke dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2ter van dit besluit;

-rubriek 53.2.2°a): bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen: gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar: bronbemaling voor de plaatsing van een patio en een pompput een max. opgepompt debiet van 28,1 m³/dag en 213 m³/voor een periode van 35 dagen.

 

Artikel 2:

De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3:

De aktename zal overgemaakt worden via beveiligde zending aan nv Aquafin omdat de aanvraag betrekking heeft op indelingsrubriek 53.2 en 53.8.

Het bevoegde bestuur bezorgt de meldingsakte aan de afdeling van de VMM bevoegd voor grondwater omdat de aanvraag betrekking heeft op indelingsrubriek 53.2 en 53.8.

 

Artikel 4:

De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

 

hoofdstukken 4.1

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstukken 4.2 en 4.3

Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater-, bodem- en grondwaterverontreiniging

hoofdstuk 5.53

Sectorale milieuvoorwaarden – winning van grondwater

 

Artikel 5:

De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

 

5.1. Bemalingspomp

De bemaling dient een sondegestuurde bemaling te zijn, wanneer retourbemaling niet mogelijk is.

5.2. Debietmeter

a) De exploitant plaatst op de bemalingspomp een debietmeter. Hij geeft de meterstand van de debietmeter van de pomp door via het Omgevingsloket en dit voor de start van de bemaling.

b) De exploitant geeft wekelijks de meterstand van de debietmeter van de bemaling door via het Omgevingsloket.

c) De exploitant geeft de meterstand van de debietmeter van de pomp door via het Omgevingsloket en dit bij het einde van de bemaling of ten laatste na 35 dagen.

5.3. Buffer

Gedurende de bemalingsperiode en zeker wanneer deze waarschijnlijk samenvalt met een droogteperiode, dient voorafgaand aan de lozing van het bemalingswater een buffervat van minimaal 10 000 liter geplaatst te worden met overloop naar een lozingspunt.

Het buffervat dient te worden geplaatst op privaat domein, grenzend aan of bereikbaar vanaf de openbare weg.

Op het buffervat dient een aftapkraantje geplaatst te worden zodat hergebruik eenvoudig en kosteloos mogelijk wordt voor derden. Tevens moet het mogelijk zijn voor landbouwers, bedrijven en dienstverleners om hieruit water te pompen om een tankwagen te vullen. Ook de aannemer van de werken zelf dient maximaal dit bemalingswater te recupereren voor de werken op de eigen werf en ter voorkoming van overmatige productie van opwervelend stof tijdens de werken.

Er dient op elk moment een vrije toegang te zijn vanop de openbare weg naar het buffervat, waarbij de veiligheid van de gebruikers van het water gegarandeerd is. Op het buffervat dient duidelijk, in waterbestendig opschrift, aangegeven te worden dat het water niet geschikt is voor menselijke consumptie.

De overloop van het buffervat dient altijd op een veilige en verantwoorde manier, bij voorkeur naar een gracht/waterloop in de omgeving geleid te worden. Met de beheerder van een gracht kan ook overlegd worden om deze tijdelijk af te dammen, om alsnog het water te laten infiltreren.

De overloop van het buffervat naar de openbare riolering is te vermijden.

De installatie van het buffervat dient uiterlijk op de eerste werkdag na de start van de bemaling te gebeuren. De exploitant stuurt uiterlijk de dag na de installatie een e-mail met foto’s van het vat, de aftapmogelijkheden en het lozingspunt naar de dienst omgeving.

5.4 Voorzorgen

De exploitant neemt alle voorzorgen teneinde schade aan onroerende goederen binnen de invloedsstraal van een grondwaterwinning te vermijden. Indien door het onttrekken van het grondwater zettingsgevoelige gronden, inzonderheid veen en turf, ontwaterd kunnen worden, laat hij op zijn kosten voor de ingebruikname van de grondwaterwinning een plaatsbeschrijving uitvoeren van al de constructies gelegen in zettingsgevoelige gronden die door ontwatering een gevaar zijn voor de stabiliteit van deze constructies binnen de invloedszone. Op deze constructies worden zettingsbakens aangebracht en genivelleerd ten opzichte van een referentiepunt buiten de invloedszone.

5.5. De akte geldt enkel voor de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten uit rubriekenlijst van Vlarem. Er wordt geen uitspraak gedaan over eventuele onvergunde constructies/verhardingen op het terrein.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG WERKEN FLUVIUS LANGS DE BLOKKENSTRAAT N.A.V. EEN KLANTAANSLUITING.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Fluvius van 6 september 2021: vergunningsaanvraag HNW 358349 voor werken langs de Blokkenstraat, uitbreiding gas n.a.v. een klantaanvraag.

 

Feiten en context

  • Fluvius wenst te starten met de uitbreiding van het gasnet n.a.v. een klantaanvraag, met bijhorende grondwerken, met een totale sleuflengte van 50m, langs de Blokkenstraat.
  • Gedurende de werkzaamheden kan een gedeelte van de rijweg ingenomen worden als mobiele werfzone. Dit kan voor beperkte verkeershinder zorgen.
  • Het signalisatieplan van de werf zal aan de politie ter goedkeuring worden voorgelegd.
  • De vermoedelijke duur van het grondwerk is 1 dag.

 

Juridische gronden

  • Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
    Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.
  • Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur.
    Het college van burgemeester en schepenen is belast met het beheer van de eigendommen van de gemeente en de vrijwaring van haar rechten.
  • Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
    Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.

 

Argumentatie

Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.

Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.

 

Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.

 

 

Bijlagen

         358349_GAS01_Bandje A4-0840

         Aanvraag akkoord gemeente HNW358349

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:

  • De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie).
  • Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.
  • Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.
  • Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.
  • Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.

         De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.

  • Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens het standaardbestek 250.
  • De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG WERKEN FLUVIUS LANGS DE LANGESTRAAT EN GANZEMANSTRAAT TE BERTEM EN HULDENBERG.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Fluvius van 6 september 2021: vergunningsaanvraag HNW 344287 voor werken langs de Langestraat en Ganzemanstraat te Bertem en Huldenberg voor het vernieuwen van middenspanningskabels.

 

Feiten en context

  • Fluvius wenst te starten met het vernieuwen van middenspanning, met bijhorende grondwerken, met een totale sleuflengte van 1150m, langs de Langestraat en Ganzemanstraat op het grondgebied van de gemeenten Bertem en Huldenberg.
  • De middenspanningskabels komen op verschillende plaatsen bloot te liggen wegens uitspoeling van de veldweg. Twee nieuwe kabels zullen worden ingegraven op voldoende diepte ter vervanging van de oude. Achteraf kunnen de stukken die bloot liggen, geknipt en weggenomen worden.
  • Gedurende de werkzaamheden kan een gedeelte van de rijweg ingenomen worden als mobiele werfzone. Dit kan voor beperkte verkeershinder zorgen.
  • Het signalisatieplan van de werf zal aan de politie ter goedkeuring worden voorgelegd.
  • Fluvius verwijst naar de synergieaanvraag 7889911 in Gipod voor bijkomende informatie over de betrokken nutsmaatschappijen.
  • De vermoedelijke duur van het grondwerk is 15 dagen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
    Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.
  • Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur.
    Het college van burgemeester en schepenen is belast met het beheer van de eigendommen van de gemeente en de vrijwaring van haar rechten.
  • Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
    Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.

 

Argumentatie

Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.

Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.

 

Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.

 

 

Bijlagen

         344287_MS01_Bandje A1-0840

         344287_MS02_Bandje A1-0840

         344287_MS03_Bandje A1-0840

         344287_MS04_Bandje A1-0840

         344287_MS05_Bandje A0-1050

         Aanvraag akkoord gemeente Bertem HNW344287

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:

  • De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie).
  • Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.
  • Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.
  • Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.
  • Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.

         De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.

  • Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens het standaardbestek 250.
  • De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 20 september 2021

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN JAARMARKT BERTEM OP 2 OKTOBER 2021 TE BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Aanvraag op 14 september 2021 van Stef Van Laer namens gemeentebestuur Bertem om op zaterdag 2 oktober 2021 de jaarmarkt te organiseren in Bertem.

 

Feiten en context

  • De jaarmarkt vindt plaats op zaterdag 2 oktober 2021 tussen 6 en 20 uur in het centrum van Bertem.

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis
  • Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet.
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid hoofdstuk 3, afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Argumentatie

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college verleent toelating om in het centrum van Bertem op zaterdag 2 oktober 2021 een jaarmarkt te organiseren.

 

Artikel 2:

1. Vanaf dinsdag 27 september 2021 om 6 uur tot maandag 4 oktober 2021 om 18 uur wordt op het Gemeenteplein in Bertem plaats voorzien om feesttenten en een markt op te stellen.

De parkeerplaatsen gelegen op het lagere deel van het Gemeenteplein worden verboden voor alle verkeer.

2. Vanaf vrijdag 30 september 2021 om 8 uur tot maandag 3 oktober 2021 om 18 uur wordt alle verkeer verboden op het Gemeenteplein. Parkeerverbod wordt er ingesteld.

3. Op zaterdag 2 oktober 2021 van 6 tot 21 uur zal in de volgende straten alle verkeer verboden zijn, met uitzondering van de deelnemers/standhouders op de markten en zal een parkeerverbod worden ingesteld:

         in de Dorpstraat, deel tussen de Sint-Pieterslaan en de Rotspoelstraat

         in de Vossenstraat, deel tussen de Fr. Dottermansstraat en de Begijnenstraat

         in de Fr. Dottermansstraat, deel tussen de Dorpstraat en de Sint-Medardusstraat

         in de Begijnenstraat, deel tussen de Vossenstraat en de Dorpstraat (het verkeer naar de Vossenstraat, deel tussen de Begijnenstraat en de Tervuursesteenweg moet doorgang behouden)

         in de Smisstraat

         in de Groenendaal, deel tussen de Dorpstraat en de Sint-Pieterslaan

         in de Sint-Pieterslaan.

         in de Sint-Franciscusberg

         in het Gasthuishof

         in de Paardenstraat, deel tussen de Dorpstraat en Paardenstraat 1

         in de Kerkstraat, deel tussen de Dorpstraat en de Smisstraat

         in Het Blok.

4. Op zaterdag 2 oktober 2021 van 6 tot 21 uur wordt het eenrichtingsverkeer opgeheven in de volgende straten:

         Sint-Medardusstraat

         Egenhovenstraat, deel tussen de Paardenstraat en de Kerkstraat

         Fr. Dottermansstraat, deel tussen de Tervuursesteenweg en de Sint-Medardusstraat

         Paardenstraat, deel tussen de Dorpstraat en de Egenhovenstraat

         Kerkstraat, deel tussen de Smisstraat en de Egenhovenstraat

5. Bijkomende verkeersregelingen worden van toepassing op zaterdag 2 oktober 2021 tussen 6 en 21 uur:

         In de Halewijnlaan en de Gloriantlaan, deel tussen de Dorpstraat en de Corbielaan, wordt het verbod voor alle verkeer met uitzondering van het plaatselijke verkeer opgeheven.

         De Dorpstraat, deel tussen de Rotspoelstraat en De Herk, wordt verboden voor alle verkeer met uitzondering van het plaatselijke verkeer en de deelnemers/standhouders op de markten.

         De Fr. Dottermansstraat, deel tussen de Tervuursesteenweg en de Sint-Medardusstraat, wordt verboden voor alle verkeer met uitzondering van het plaatselijke verkeer.

         De Begijnenstraat, deel tussen de Tervuursesteenweg en de Vossenstraat, wordt verboden voor alle verkeer met uitzondering van het plaatselijke verkeer. Het verkeer naar de Vossenstraat, deel tussen de Begijnenstraat en de Tervuursesteenweg moet doorgang behouden.

         De Voerstraat wordt doodlopend aan het kruispunt met de Dorpstraat.

         In de Sint-Franciscusberg wordt eenrichtingsverkeer ingesteld met als rijrichting Tervuursesteenweg.

         De Paardenstraat, deel tussen de Dorpstraat en de Egenhovenstraat, wordt doodlopende straat.

         In de Gerzenstraat wordt, langs beide zijden van de straat, parkeerverbod ingesteld.

         De Kerkstraat, deel tussen de Egenhovenstraat en de Smisstraat, wordt doodlopende straat.

 

Artikel 3:

Een omleiding voor het verkeer dat de Dorpstraat volgt, wordt in beide rijrichtingen ingesteld via de Rotspoelstraat, de Egenhovenstraat, de Groenendaal, de Corbielaan en de Gloriantlaan.

 

Artikel 4:

1. De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeersborden:

         A31

         C3

         C3 met onderbord "uitgezonderd plaatselijk verkeer"

         C3 met onderbord "uitgezonderd plaatselijk verkeer + deelnemers markten"

         C31a en b

         C31a en b met onderbord "uitgezonderd plaatselijk verkeer"

         E1 met onderborden Xa, Xb en data

         F41 - wegomleggingsborden L + R

         F45

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

2. De verkeersborden die vermeld werden in dit reglement en niet meer geldig zijn tijdens deze organisatie moeten afgeplakt of verwijderd worden.

 

Artikel 5:

Aan alle deelnemers en standhouders wordt het verboden om op 2 oktober 2021 tussen aanvang jaarmarkt tot 18 uur rijbewegingen uit te voeren met een motorvoertuig, op de openbare wegen waar de markten doorgaan. Dit zal hen schriftelijk medegedeeld worden.

 

Artikel 6:

De werfleider van bouwproject Bertembies aan Het Blok moet zo spoedig mogelijk ingelicht worden van de inname.

 

Artikel 7:

Dit besluit wordt van kracht op donderdag 27 september 2021 om 8 uur en het blijft van kracht tot het einde van de organisatie op maandag 4 oktober 2021 om 18 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 27/09/2021
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.