BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 12 juli 2022

Van 09 uur tot 10 uur

 

Aanwezig:

Waarnemend burgemeester:

Tom Philips

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes en Joery Verhoeven

Waarnemend algemeen directeur:

Kris Philips

 

Verontschuldigd:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

        Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

        Notulen van de zitting van 4 juli 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 4 juli 2022 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

BESTUURLIJK TOEZICHT KERKFABRIEKEN. KENNISNAME NOTULEN PAROCHIE SINT-BARTHOLOMEUS TE KORBEEK-DIJLE VAN 24 JUNI 2022.

 

Besluit

Motivering

        Zitting van de kerkraad van de parochie Sint-Bartholomeus te Korbeek-Dijle op 24 juni 2022.

        Artikel 57 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten
Een afschrift van de notulen van de vergaderingen van de kerkraad wordt binnen een termijn van twintig dagen, die ingaat op de dag van de vergadering bezorgd aan het gemeentebestuur.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van de notulen van de kerkraad van de parochie Sint-Bartholomeus te Korbeek-Dijle van 24 juni 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

LESTIJDENPAKKET GBS B & L. VERHOGING PERSONEELSLEDEN AANGEWORVEN TEN LASTE VAN HET WERKINGSBUDGET.

 

Feiten en context

        Jaarlijks bepaalt het Agentschap voor onderwijsdiensten (AGODI) het lestijdenpakket op basis van een aantal factoren (telling leerlingenaantal op 1 februari). Dit lestijdenpakket wordt in april-mei bekend gemaakt. De uren die extra gepresteerd worden, worden gefactureerd door AGODI aan het bestuur.

        Naast de telling op basis van het aantal leerlingen, worden er ook aanvullende lestijden toegekend zoals voor de socio-economische status van de leerling (opleiding moeder, schooltoeslaggerechtigde, moedertaal), levensbeschouwing, aanvangsbegeleiding, onthaalonderwijs voor anderstalige leerlingen, instaplestijden...

        De aanvullende lestijden worden zeer laat bekend gemaakt waardoor er eind juni nog geen exact zicht is op het effectieve aantal lestijden, al gaan er voor het schooljaar 2022-2023 in principe minder uren zijn aangezien er ook minder leerlingen waren op 1 februari 2022 dan het jaar voordien.

        De leerlingentelling houdt enkel rekening met het exacte aantal leerlingen en niet met klasgroepen. In GBS Bertem zijn er enkele kleine klassen (4e-5e en 6e leerjaar). De andere klassen hebben een groter leerlingenaantal. De lestijden moeten verdeeld worden over de verschillende klassen en houden geen rekening met de klasgrootte.

 

 GBS Bertem

        Om kwalitatief onderwijs te kunnen bieden, heeft elke klas altijd een voltijdse leerkracht gehad of  twee deeltijdse. Ook voor schooljaar 2022-2023 willen we blijven instaan voor kwaliteitsvol onderwijs en een voltijdse per klas voorzien.

        Daarnaast  is er 1 leerjaar (1e) en 1 kleuterklas (K3) waar ca. 30 kinderen per klas zitten. De capaciteitsbepaling van 23 kinderen gebeurde pas op de gemeenteraad van 26 november 2019. Door deze capaciteitsbepaling gaan we voorkomen dat dit probleem zich nog stelt in de toekomst.

        Volgens het lestijdenpakket waar GBS Bertem effectief recht op heeft is er 1 VTE leerkracht te kort (24/24) en 9/24 voor een tweede leerkracht voltijds aan te stellen.

 

 GBS Leefdaal

        GBS Leefdaal heeft een leerkracht die in principe eind september 2022 stopt om in bevallingsrust te gaan. Gezien het nijpend lerarentekort vraagt de directeur om haar vervanger reeds te laten starten op 1 september 2022 waardoor een maximum 1 maand 24/24 bijkomende middelen worden gevraagd.

 

Juridische gronden

        Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

Om kwaliteitsvol onderwijs te blijven bieden, vragen de directeurs om bijkomende personeelsmiddelen.

 

Financiële gevolgen

 

Bertem 2022

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0800-00-61700

 

€ 15.000

€ 8.047,70

€ 25.900

 

 

Bertem 2023

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0800-00-61700

 

€ 15.270

€ 15.270

€38.880

 

 

Leefdaal 2022

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0800-01-61700

 

€ 20.000

€ 16.383

€ 4680

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college gaat akkoord met de inzet van bijkomende personeelsleden aangeworven ten laste van het werkingsbudget met 24/24 en 9/24 in GBS Bertem voor de duur van 1 september 2022 tot 30 juni 2023.

 

Artikel 2:

Het college gaat akkoord met de inzet van bijkomende personeelsleden aangeworven ten laste van het werkingsbudget met 24/24 in GBS Leefdaal van 1 september 2022 tot 30 september 2023.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2022/350 tot en met nr. 2022/365 voor een totaal bedrag van 21 848,55 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2022/2636 tot en met nr. 2022/2782 voor een totaal bedrag van 106 804,55 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

LEVERING VAN WARME MAALTIJDEN AAN DE GEMEENTESCHOLEN. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht “Levering van warme maaltijden aan de gemeentescholen” werd een bestek met nr. FA 551.61/503 opgesteld door de dienst facilitair beheer.
  • Deze opdracht is als volgt opgedeeld:
    • Perceel 1 (Levering schoolmaaltijden schooljaar 2022-2023), raming: 49 960 euro excl. btw of 52 957,60 euro incl. 6% btw;
    • Verlenging 1 (Levering schoolmaaltijden schooljaar 2023-2024), raming: 49 960 euro excl. btw of 52 957,60 euro incl. 6% btw;
    • Verlenging 2 (Levering schoolmaaltijden schooljaar 2024-2025), raming: 49 960 euro excl. btw of 52 957,60 euro incl. 6% btw.
  • De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 149 880 euro excl. btw of 158 872,80 euro incl. 6% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

 

Juridische gronden

  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
  • Het besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 221 000 euro niet) en artikel 57.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.

 

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2022, op budgetcode 0800-00/600000 en 0800-01/600000 en in het budget van de volgende jaren.

 

 

Bijlagen

  • Bestek

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bestek met nr. FA 551.61/503 en de raming voor de opdracht “Levering van warme maaltijden aan de gemeentescholen”, opgesteld door de dienst facilitair beheer, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 149 880 euro excl. btw of 158 872,80 euro incl. 6% btw.

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3:

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

 

Artikel 4:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2022, op budgetcode 0800-00/600000 en 0800-01/600000 en in het budget van de volgende jaren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

WALENPOT. GOEDKEURING TIJDELIJKE EROSIEMAATREGEL WALENPOT.

 

Feiten en context

  • De overstromingen van 5/6/2022 hebben weer voor wateroverlast gezorgd in de Walenpot waarbij ook een woning deze keer niet gespaard is gebleven. De combinatie van de neerslaghoeveelheid en het net ingezaaide akkerland en de ploegrichting hebben ervoor gezorgd dat de overlast groter was dan anders.
  • In het project PS en PL Den Tomme wordt door Aquafin, Fluvius, de gemeente Kortenberg en Bertem gescheiden riolering aangelegd en wordt een bufferbekken en erosiemaatregelen op de 2 grondgebieden voorzien. Deze werken staan gepland vanaf voorjaar 2024.
  • In afwachting wordt voorgesteld een tijdelijke maatregel te nemen om het water en de modder komende van de akkers te vertragen en tegen te houden.
  • In overleg met IGO, onze erosiecoördinator, is gekozen voor de meest efficiënte, tijdelijke, snelst uitvoerbare maatregel, namelijk de aanleg van een strobalendam. Deze dam van maximaal 1 meter hoog kan geplaatst worden zonder omgevingsvergunning, in eigen beheer maar met toestemming van de gebruiker van het perceel. De uitvoering vraagt de aankoop van houten palen en grote strobalen. 
  • Er wordt een strobalendam van ca. 30m geplaatst in het midden van de (erosie)grasstrook op de percelen afdeling 1 sectie B nrs. 159B, 160B en 157B, op technische aanwijzing van de erosiecoördinator, in eigen beheer en mits akkoord van de gebruiker/landbouwer.

 

Argumentatie

Om de inwoners te beschermen tegen water-en modderoverlast bij wolkbreuken wordt voorgesteld op korte termijn een tijdelijke erosiemaatregel met een strobalendam uit te voeren in afwachting van de riolerings- en wegeniswerken.

 

 

Bijlagen

  • schets locatie strobalendam
  • handleiding plaatsing strobalendam

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college gaat akkoord met de uitvoering in eigen beheer van een strobalendam als tijdelijke erosiemaatregel in de Walenpot op de percelen afdeling 1 sectie B nrs. 159B, 160B en 157B.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. AANVAARDEN AANVRAAG.

 

Feiten en context

        In Info Bertem van mei/juni 2022 werd een oproep gedaan naar projecten.

        Op de Facebookpagina van de gemeente werd op 24 mei 2022 een oproep gedaan naar projecten.

        Op 1 juni 2022 was er nog geen enkele aanvraag voor subsidies toegekomen.

        E-mail ontvangen op 5 juli 2022 van Lily D. Masola-Persyn met een aanvraag voor subsidies voor hun project in Kinshasa.

 

Juridische gronden

        Raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van het subsidiereglement voor ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp, gewijzigd bij raadsbesluit van 17 november 2015 en 19 december 2017.

 In artikel 4 van het subsidiereglement staat vermeld dat alle projectaanvragen jaarlijks  voor 1 juni binnen moeten zijn. 

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aanvraag van Lily D. Masola-Persyn ontvankelijk te verklaren en te laten beoordelen door de onafhankelijke experten.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN ORGANISATIE EN SUBSIDIE BUURTFEEST EKSTERENBERG.

 

Voorgeschiedenis

        Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Sandra Maes en Kristiaan Mannaert op 3 juli 2022.

 

Feiten en context

        Het buurtfeest zal plaatsvinden op 27 augustus 2022 in de Eksterenberg. Aan de deelnemers wordt geen bijdrage gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Eksterenberg.

        De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.

        De aanvragers vragen om de Eksterenberg af te sluiten van 27 augustus om 12 uur tot 28 augustus om 9 uur.

 

Juridische gronden

        Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.

        Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

        Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

        Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

        KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

        MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

        MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Argumentatie

De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.

 

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet plaatsvinden zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0710/64900700

1419/002/001/007/002

€ 3000

€ 1650

€ 150

 

 

Bijlagen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Eksterenberg.

 

Artikel 2:

Van 27 augustus 2022 om 12.00 uur tot 28 augustus 2022 om 9.00 uur zal alle verkeer verboden worden, uitgezonderd hulp- en politiediensten, op de Eksterenberg.

Een veilige doorgang voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.

 

Artikel 3:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van:

        nadarafsluitingen voorzien van verkeersborden C3 met onderbord uitgezonderd politie- en hulpdiensten en dagslapers

        F45

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

 

Artikel 4:

De organisatoren moeten deze activiteit 48 uur vooraf kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur vooraf inlichten met een (nieuws)brief.

 

Artikel 5:

Dit besluit wordt van kracht op 27 augustus 2022 om 12.00 uur en blijft van kracht tot 28 augustus 2022 om 9.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN ELINE SCHEELEN VOOR HET PLAATSEN VAN EEN TUINHUIS BIJ DE WONING GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 558, SECTIE B NRS. 239M2 EN 239L2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend:

º         vergunning van 23 mei 1977 voor het bouwen van een woning

         Op 7 juni 2022 heeft Eline Scheelen, wonende te Dorpstraat 558 in 3061 Leefdaal, een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een tuinhuis bij de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 558, sectie B nrs. 239m2 en 239l2.

         Op 22 juni 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De woning is gelegen langsheen de Dorpstraat.

De woning behoort tot het kernweefsel van Leefdaal met in de omgeving een vrij dense bebouwing van hoofdzakelijk woningen in verschillende verschijningsvormen.

Op het perceel staat een vrijstaande woning. Het achterliggend perceel, waarop de aanvraag van toepassing is en eveneens gelegen in woongebied, strekt tot aan de waterloop De Voer. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het plaatsen van een tuinhuis van circa 15 m² (5,05 m op 2,95 m) op 40 m van de achtergevel van de woning. De kroonlijsthoogte van het tuinhuis bedraagt 2,15 m afgewerkt met een hellend dak tot een nokhoogte van 3,17 m². Omwille van de inplanting is de aanvraag vergunningsplichtig. Het tuinhuis wordt ingeplant op minimum 1 m van de linkerperceelsgrens en op voldoende afstand van de rechterperceelsgrens.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencentraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Er dienden geen adviezen te worden ingewonnen.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag voorziet in het bouwen van een tuinhuis.

De functie van het hoofdgebouw en het aantal woongelegenheden blijven ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het tuinhuis wordt ingeplant op 40 m van de bestaande woning en heeft een oppervlakte van circa 15 m². Op het perceel zijn geen andere bijgebouwen aanwezig. Gelet op de oppervlakte van de eigendom van aanvrager (perceel sectie B nr 239m2 - 10,71 are en perceel sectie B nr  239l2 - 12 are) en de diepte van de tuin en de ruime afstand tot de waterloop De Voer is de inplanting zoals voorgesteld verantwoord.

Visueel-vormelijke elementen

Het tuinhuis wordt afgewerkt in grenenhout. Het tuinhuis zal visueel-vormelijk integreren in de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Louter en alleen op de plek van de tuinberging mag de grond geëgaliseerd worden.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de verbouwingswerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

 

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Eline Scheelen voor het plaatsen van een tuinhuis bij de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 558, sectie B nrs. 239m2 en 239l2 onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN LIESBET HANSSENS EN SAM DELYE VOOR RENOVATIEWERKEN AAN DE WONING GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, GRENSSTRAAT 12A, SECTIE A NR 124K.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend.

º         Sted. vergunning door de deputatie van 21 juni 1995 voor het aanbouwen van een terrasconstructie

º         Sted. vergunning van 14 januari 2002 voor de uitbreiding van de woning

         Op 24 mei 2022 hebben Liesbet Hanssens en Sam Delye, wonende te Grensstraat 12a in 3061 Leefdaal, een aanvraag ingediend voor renovatiewerken aan de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Grensstraat 12a, sectie A nr 124k.

         Op 31 mei 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Grensstraat.

Deze straat ligt ten noordwesten van het centrum van Leefdaal in het gehucht Coige.

De onmiddellijke omgeving bestaat uit zowel laagbouw als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen verband en afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur. Deze woningen sluiten aan bij het bebouwde weefsel van de buurgemeente Kortenberg aan de overzijde van de Grensstraat.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat

º         Volume-uitbreiding

De woning is vooraan voorzien van een afgeschuind (dak)raam over de volledige breedte van de woning. Dit buitenschrijnwerk-geheel is de bron van bouwfysische problemen zoals koudebruggen en waterinsijpeling, zowel aan boven-, onder- als zijkanten. Om deze problemen structureel op te lossen wordt de schuine zijde van de dakvorm opgetrokken zodat er één recht, doorlopend dakvlak ontstaat en er een klassieke dakconstructie en raamopening kan geïntegreerd worden.

º         Gevelaanpassing
De volledige voorgevel wordt afgewerkt met een buitenpleister in dezelfde tint als de andere gevelvlakken en er wordt een nieuwe, kleinere raamopening gecreëerd. Er wordt een extra gevelisolatie voorzien. Hierdoor wordt het voorgevelvlak 15 cm uitgedikt en schuift de voorgevelbouwlijn met dezelfde afstand op richting de voorliggende straat.

º         Buitentrap
In de huidige woning is de hoofdingang voorzien aan de zijkant van het huis op het lagere tuinniveau. Aangezien dit het nachtgedeelte van de woning is, zorgt dit voor problemen in de balans tussen het private en het publieke deel van het wonen. Daarom wordt, volledig binnen de bestaande gevelopening, een nieuwe voordeur voorzien op het leefniveau op de eerste verdieping. Om deze voordeur te bereiken wordt een buitentrap geplaatst die qua vormgeving volledig aansluit bij de bestaande staalconstructies van het terras en de buitentrap naar de tuinzone. De breedte van deze nieuwe buitentrap blijft volledig binnen de contouren van de bestaande trapjes naar de lager gelegen, huidige voordeur en blijft zo bovendien ruim 3.49 m verwijderd van de naastliggende perceelsgrens.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencentraalgebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Er zijn geen adviezen vereist.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag voorziet in het renoveren van een vrijstaande ééngezinswoning. Er wordt geen complementaire functie aan het wonen voorzien binnen deze aanvraag en de functie van het gebouw en het aantal woongelegenheden blijven ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

Door de voorziene gevelisolatie wordt het voorgevelvlak 15 cm uitgedikt en schuift de voorgevelbouwlijn met 15 cm op richting de voorliggende straat. Gezien de grote afstand tot de rooilijn vormt dit geen probleem.

De aanpassingen aan de woning zorgen ervoor dat de woning voldoet aan de huidige energetische standaarden, waardoor deze toename van het volume verantwoord is.

Ook de minimale volume-uitbreiding die ontstaat door de schuine zijde van de bestaande dakvorm op te trekken zodat één recht doorlopend dakvlak ontstaat is verantwoord.

Hierdoor komt men tegemoet aan de bouwfysische problemen zoals koudebruggen en waterinsijpeling, zowel boven- onder als langs de zijkanten.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De breedte van de buitentrap die wordt gecreëerd om een toegang te verlenen naar de nieuwe voordeur op de eerste verdieping blijft volledig binnen de contouren van de bestaande trapjes naar de lager gelegen huidige voordeur en komt niet verder dan 3,49 m van de linkerperceelsgrens.

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag heeft een positieve impact op het straatbeeld in de omgeving. De voorgevel wordt volledig afgewerkt met een buitenpleister in dezelfde tint als de andere gevels.

De nieuwe buitentrap sluit qua vormgeving aan bij de bestaande staalconstructies van het terras en de buitentrap naar de tuinzone.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving.

Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de werken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

 

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Liesbet Hanssens en Sam Delye voor renovatiewerken aan de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Grensstraat 12a, sectie A nr 124k onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN HEIDI VAN PRAET VOOR DE RENOVATIE VAN DE VOORGEVEL VAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, JULES VANLAERSTRAAT 6, SECTIE A NR 504B.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

         Op 30 mei 2022 heeft Heidi Van Praet, wonende te 3221 Holsbeek - Kriesberg 458, een aanvraag ingediend voor de renovatie van de gevel van de woning gelegen in 3060 Bertem, Jules Vanlaerstraat 6, sectie A nr 504b.

         Op 31 mei 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Jules Vanlaerstraat.

Deze straat is een doodlopende zijstraat van de Oude Baan, die evenwel in verbinding staat met de Tervuursesteenweg via een doorgang voor niet-gemotoriseerd verkeer. De Jules Vanlaerstraat bevindt zich aan oostelijke zijde van de gemeente Bertem en bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen in diverse uitvoering.

Op het perceel staat een eengezinswoning grenzend aan een achterliggende woning met een zijdelings achterliggende tuin. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         De bestaande woning staat ingeplant op 6,74 m uit de as van de weg en is opgericht tegen zowel de linker- als de rechterperceelsgrens.

Het voorstel omvat het isoleren van de voorgevel met circa 14 cm en de afwerking in een lichte crepi.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencentraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Er dienden geen externe adviezen te worden aangevraagd.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

Door een isolatielaag met een dikte van circa 14 cm zal het bouwvolume licht toenemen.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

niet van toepassing op de aanvraag.

Visueel-vormelijke elementen

Het isoleren van de gevels past binnen de heersende adviezen rond energiezuinige woningen. Afwerken met crepi is een gebruikelijke techniek. Er zal worden geopteerd voor een lichte en neutrale kleur die past binnen de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de werken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

 

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Heidi Van Praet voor de renovatie van de gevel van de woning gelegen in 3060 Bertem, Jules Vanlaerstraat 6, sectie A nr 504b onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN GERRIT HERMANS VOOR EEN DEELSE OVERKAPPING VAN DE MANOEUVREERRUIMTE IN 3061 LEEFDAAL, KRUISSTRAAT 21, SECTIE A NR 354H.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend.

º         Sted. vergunning van 23 november 2020 voor een uitbreiding van de manoeuvreerruimte

         Op 19 mei 2022 heeft Gerrit Hermans een aanvraag ingediend voor een deelse overkapping van de manoeuvreerruimte in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 21, sectie A nr 354h.

         Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 2 juni 2022.

         Op 14 juni 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in agrarisch gebied.

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Kruisstraat.

De Kruisstraat ligt in het noordwesten van de deelgemeente Leefdaal en is één van de verbindingswegen vanaf de Tervuursesteenweg met de aangrenzende gemeenten Tervuren en Kortenberg via het gehucht Coige.

De hoeve is gelegen in een vrij homogeen agrarisch gebied met in de directe omgeving enkele zonevreemde woningen. Aan de overzijde van de weg is een woongebied met landelijk karakter gelegen dat bebouwd is met eengezinswoningen. Dit gebied werd geordend door verschillende verkavelingen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat een deelse overkapping van de bestaande vergunde manoeuvreerruimte. De overkapping sluit aan bij de links naastliggende loodsen en heeft een breedte van 14 m op een diepte van 32,20 m. Deze overkapping wordt gemaakt uit een staalstructuur + dakpanelen. De zijgevels zijn open aan voorkant, zijkant rechts en achterkant. De kroonlijsthoogte van 5 m van de naastliggende loods wordt gerespecteerd. De dakhelling bedraagt 16°. De overkapping wordt op de bestaande betonverharding van de manoeuvreerruimte geplaatst.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een infiltratieinrichting van 12.125 liter/ 19,4 m², zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencollectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Op 27 juni 2022 bracht het Departement voor Landbouw en Visserij een gunstig advies uit nl.:

Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen een gunstig advies bij.

De voorgestelde werken hebben betrekking tot de uitbreiding van de bedrijfsinfrastructuur van een bestaand en omvangrijk akkerbouwbedrijf dat ongeveer 273ha in cultuur heeft. De bedrijfszetel is gevestigd in herbevestigd agrarisch gebied. De voorgestelde uitbreiding betreft een overkapping met een oppervlakte van 14m x 32,2m en een kroonlijsthoogte van 5m. De zijgevels zijn open aan voorkant, zijkant rechts en achterkant. De voorgestelde uitbreiding sluit fysisch aan bij de bestaande loodsen.

Met betrekking tot de voorgestelde werken is er uit landbouwkundig standpunt geen bezwaar tegen de voorgestelde werken.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het betreft een verantwoorde uitbreiding van een volwaardig akkerbouwbedrijf die bijdraagt tot een verbeterde bedrijfsvoering.

Mobiliteitsimpact

De uitbreiding zal weinig of geen bijkomend verantwoord verkeer in deze omgeving teweegbrengen en de bewegingen zullen voor het overgrote deel op het erf zelf plaatsvinden. De achterliggende voetweg/losweg is niet geschikt als toegangsweg tot het bedrijf.

Schaal

De overkapping wordt op de bestaande verharde manoeuvreerruimte voorzien en sluit aan bij de links naastliggende loodsen. De nieuwe constructie heeft een breedte van 14 m op een diepte van 32,20 m. De zijgevels zijn open aan voorkant, zijkant rechts en achterkant. De kroonlijsthoogte van de naastliggende loods van 5 m wordt gerespecteerd. De dakhelling bedraagt 16°.

De voorgestelde uitbreiding van een bestaand en omvangrijk akkerbouwbedrijf is verantwoord. Een schaalvergroting in de landbouw is een algemeen aanvaarde evolutie.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De nieuwe constructie sluit aan bij de bestaande gebouwen en vormt er één geheel mee.

Visueel-vormelijke elementen

De vormgeving, materiaalgebruik en functie zijn gelijkaardig aan de reeds bestaande gebouwen binnen het landbouwbedrijf.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Er worden geen reliëfwijzigingen voorzien.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving.

Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de werken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Gerrit Hermans voor een deelse overkapping van de manoeuvreerruimte in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 21, sectie A nr 354h onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN LUC STOUTHUYSEN VOOR HET PLAATSEN VAN EEN AFSLUITING BIJ DE WONING IN 3060 KORBEEK-DIJLE, NIJVELSEBAAN 272, SECTIE B NRS. 444M EN DEEL 444P.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend.

º         verdelingsplan van 6 december 2021 volgens PV van opmeting door Landmeter-Expert Roland VP Erkens.

         Op 29 april 2022 heeft Luc Stouthuysen, wonende te 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan 272, een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een afsluiting bij de woning gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan 272, sectie B nrs. 444m en deel 444p.

         Op 5 mei 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 19 mei 2022.

         Op 24 mei 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen voor de eerste 50 m gelegen in woongebied met landelijk karakter, de rest is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de gewestweg Nijvelsebaan.

De Nijvelsebaan ligt op de noordelijke valleirand van de Dijle en doorkruist de deelgemeente Korbeek-Dijle van oost naar west. Het perceel wordt omgeven door agrarisch gebied dat voornamelijk uit weiden en akkers bestaat. In de omgeving langsheen de Nijvelsebaan liggen een aantal bedrijven zoals takeldienst, bedrijf in kunststofproducten en landbouwbedrijven afgewisseld met eengezinswoningen in verschillende verschijningsvormen. Het perceel ligt in helling, hoger dan de Nijvelsebaan. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat:

1. Vergunningsplichtige werken

º         het plaatsen van een omheining in schapendraad van 1 m hoogte en voor het weidegedeelte een hoogte van 1,3 m.

º         het plaatsen van een houten poortje ter hoogte van het weidegedeelte van 1,5 breed en 1,2 m hoog.

2. Niet vergunningsplichtige werken:

º         het plaatsen van een tuinhuis volgens de voorschriften van het vrijstellingenbesluit en het plaatsen van een regenwaterput van 5000 liter.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencollectief te optimaliseren buitengebied gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

        Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

De aanpalenden hebben zich schriftelijk akkoord verklaard voor de uitvoering van de werken.

        Externe adviezen

Op 20 juni 2022 heeft het Departement Landbouw en Visserij een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen een voorwaardelijk gunstig advies bij.

De voorgestelde werken hebben betrekking tot het plaatsen van een omheining ter hoogte van een terrein dat gelegen is achter het landelijk woongebied. Het handelt over een terrein dat gelegen is in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Dit terrein werd per 6/12/2021 opgemeten en verdeeld in 3 loten. Deze handeling heeft tot gevolg dat een agrarisch gebruiksperceel werd versnipperd, waardoor ten

einde ook de volledige agrarische structuur onder druk komt te staan, inclusief het ruimtelijk functioneren van dit gebied waaronder ook de voedselproductie. Deze versnippering mag geenszins het doel hebben om bijkomende vertuining te creëren, wat kan bestempeld worden als een ongewenst ruimtegebruik. Het gedeelte van het terrein dat werd opgesplitst en gelegen is in landschappelijk waardevol agrarisch gebied dient beheerd te worden in functie van de basisbestemming, namelijk in functie van landbouw in ruime zin.

Met betrekking tot het gevraagde kan het departement Landbouw en Visserij instemmen met het plaatsen van een omheining, onder voorwaarde dat dit terrein beheerd en in gebruik blijft in functie van de basisbestemming en geenszins voor de ontwikkeling van ongewenste bijkomende vertuining.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Een afsluiting behoort tot de normale tuinuitrusting.

In het waardevol agrarisch gebied is het afsluiten van een perceel in functie van agrarische en para-agrarische doeleinden te verantwoorden.

De functie van het gebouw en de aantal woongelegenheden blijven ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

Niet van toepassing op de aanvraag.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Er is een beperkte toename van het ruimtegebruik door de inplanting van een tuinhuis conform het vrijstellingenbesluit.

Visueel-vormelijke elementen

De afsluiting bestaat uit kastanje palen met een diameter van 8 en 10 cm geplaatst op betonplaten van 20 cm breed. Tussen de palen wordt over een lengte van 106,5 m schapendraad geplaatst met een hoogte van 1 m tot de weide en met een hoogte van 1,3 m ter hoogte van de weide.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanpalenden hebben zich schriftelijk akkoord verklaard voor de uitvoering van de werken.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

 

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de voorwaarden opgelegd in het advies van het Departement van Landbouw en Visserij van 20 juni 2022 moeten worden nageleefd

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Luc Stouthuysen voor het plaatsen van een afsluiting bij de woning gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan 272, sectie B nrs. 444m en deel 444p onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

        de voorwaarden opgelegd in het advies van het Departement van Landbouw en Visserij van 20 juni 2022 moeten worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JESSICA AZEVEDO EN EDWIN HAEDENS VOOR DE VERBOUWING VAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, TERVUURSESTEENWEG 288, SECTIE B NR 218Y.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend.

º         verkavelingsvergunning van 15 juni 1967

º         sted. vergunning van 19 april 1974 voor het bouwen van een nieuwe woning

º         sted. vergunning van 12 maart 1980 voor het bouwen van een veranda en garage

º         sted. vergunning van 20 februari 1989 voor het bouwen van een garage

º         sted. verguning van 15 maart 2004 voor het bouwen van een tuinhuis

         Op 16 maart 2022 hebben Jessica Azevedo en Edwin Haedens, wonende te Tervuursesteenweg 288 in 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het verbouwen van de woning gelegen in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 288, sectie B nr 218y.

         Op 22 maart 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 20 april 2022.

         Op 21 april 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 15 september 1967, nr. T874-2-B.027.

Het betreft lot 5 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De volgende verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing:

º         inplanting: overeenkomstig verkavelingsplan. Inplanting op 4 m van de zijdelingse perceelsgrenzen, breedte en diepte van de woning 12 m.

º         gabarit: hoogte kroonlijsthoogte 7 m, dakhelling gelegen tussen 35° en 50°, platte daken zijn verboden.

De aanvraag wijkt af van de oorspronkelijk verkavelingsvoorschriften wat betreft de inplanting en de gabaritten. De bouwdiepte bedraagt 12,27 m op het gelijkvloers en eerste verdieping en de woning wordt achteraan voorzien met een plat dak.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         Het perceel is gelegen tussen de gewestweg Tervuursesteenweg en de Oude Tervuursebaan ten noordwesten van het centrum van Bertem.

De woning situeert zich in een bouwblok langsheen de Tervuursesteenweg met open bebouwing. Schuin tegenover het bouwperceel is een omvangrijke groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders gelegen.

De tuinzone situeert zich tussen de woning en de Oude Tervuursebaan.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         De bestaande woning staat ingeplant op 6 m van de linkerperceelsgrens en 4 m van de rechterperceelsgrens, heeft een bouwdieptie van 12,3 m en is afgewerkt met een hellend dak met vooraan een dakkapel en achteraan een kleine uitbouw.

Het voorstel omvat het optrekken van het achterste gedeelte van het hellend dak waardoor de eerste verdieping uitgebreid wordt. Deze uitbreiding wordt afgewerkt met een plat dak. De bouwdiepte bedraagt na de werken 12,27 m.

De optopping wordt gemaakt in een houtskelet afgewerkt in dezelfde gevelsteen als de bestaande woning.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencentraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 1 mei 2022 tot 30 mei 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

Op 10 mei 2022 het Agentschap voor Wegen en Verkeer een gunstig advies uitgebracht nl.:

INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN

1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0030002 van 21.0 +56 tot 21.0 +76):

º         de rooilijn ligt op 13 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003-05)

º         de zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter

º         de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003-05)

Publiciteit:

º         geen

2. Geen andere werken dan deze in de aanvraag vervat en op het bijgevoegde plan aangeduid zullen aan dit gebouw worden uitgevoerd. Dit is het verbouwen van een ééngezinswoning.

De juiste plaatsing van de constructie of de aard van de verbouwing aan de constructie kan het voorwerp uitmaken van aanvullende voorwaarden van de gemachtigde ambtenaar van het Agentschap R-O Vlaanderen.

3. De bestaande toegang via de gemeenteweg Oude Tervuursebaan blijft behouden.

4. De regenwaterput en septische put liggen achter de bouwlijn en zijn aangesloten op de riolering via de Oude Tervuursebaan.

5.Het Agentschap merkt op dat het trapje in het talud aan de kant van de gewestweg Tervuursesteenweg voor de rooilijn werd aangelegd.

Het Agentschap staat voor deze constructie voor de rooilijn een afwijking toe.

6. Het aanbrengen van eventuele reclames dient het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.

BESLUIT

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.

AANDACHTSPUNTEN GEWESTWEG

1. Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:

º         ze ten hoogste slechts met één vierde van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken en ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong

º         ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enz…

2. Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:

º         Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen. Tot 3 meter kan er geen uitstek toegelaten worden. Wanneer de uitstek zich tussen de 3 meter en 5 meter boven het voetpad bevindt, mag ze slechts zover voorbij de grens met het openbaar domein steken dat ze op 0,5 meter blijft van rand van het voetpad, binnen 20m van een lichtengeregeld kruispunt 1m van de rand van het voetpad. Wanneer de uitstek zich op meer dan 5,5 meter boven het voetpad bevindt, mag ze slechts zover voorbij de grens met het openbaar domein steken dat de rand van het voetpad niet overschreden wordt.

º         Niet verhoogde voetpaden en bermen
Tot 3 meter kan er geen uitstek toegelaten worden. Wanneer de uitstek zich tussen de 3 meter en 5,5 meter boven het voetpad bevindt, mag ze max. 0,2 meter voorbij de grens met het openbaar domein steken. Wanneer de uitstek zich op meer dan 5,5 meter boven het voetpad bevindt, mag ze slechts zover voorbij de grens met het openbaar domein steken dat ze op 0,5 meter blijft van de rand van het voetpad.

3. Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75 meter, waarop al dan niet een hekwerk komt; de totale hoogte mag 2,25 meter niet overschrijden. Boven 1,50 meter moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,50 meter achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50 meter stamhoogte hebben en moet jaarlijks vóór 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

Lichte afsluitingen (geen muren maar bvb. een afsluiting bestaande uit paal en draad) kunnen geplaatst worden op de eigendomsgrens.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75 meter hoogte.

4. In de onder 2.- par. 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2.- par. 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.

5. In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de inlichtingen en beperkingen, mogen geen ondergrondse constructies (zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50 meter hoogte op te richten.

In de eerste 2 meter van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,50 meter hoogte of 0,75 meter hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

6. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen.

7. Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande weginfrastructuur (incl. straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, ...)

Er mag in principe slechts één toegang zijn, niet breder zijn dan 4,5 meter. Behoudens deze toegang moet het perceel thv de perceelsgrens worden afgesloten met een structurele niet-overrijdbare scheiding.

8. De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privé-domein afvloeit.

9. De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.

10. Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder tijdelijke wordt oa. verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegang, terrassen,…

Onder permanente wordt oa. verstaan inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het openbaar domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater, verharden berm …

De uitvoering van de werken is geen last van het Agentschap Wegen en Verkeer. De werken worden uitgevoerd door de gemeente/stad of de aanvrager. Indien de werken worden uitgevoerd door de aanvrager, dan moet de aanvrager eveneens een toelating hebben van de gemeente/Stad.

11. De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot twee jaar.

12. De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijbehorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zijn en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.

13. Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.

14. Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.

15.Reliëfwijzigingen

º         De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.

º         Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30 cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

16. Slopen

º         De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen vóór de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.

º         Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1 meter onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,50 meter x 0,50 meter per 4 m2 oppervlakte.

º         De overbodige aansluitingen naar de rioleringen worden gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.

º         De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald in de inlichtingen en beperkingen.

º         De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30 cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.

º         De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30 cm.

17. Publiciteit:

º         Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing:

          de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5 m². De totale hoogte van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4 meter. De afstand naar de perceelgrens tussen de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen.

          het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg t.h.v. de kruispunten en/of private uitritten.

          het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.

º         Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die - geheel of gedeeltelijk - verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7 meter boven de grond bevinden binnen een afstand van 75 meter van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.

º         Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. VLAREM bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare  verlichting niet mag overtreffen.

º         Vanaf een bepaald nachtelijk uur is het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (b.v. 22 u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.

º         Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende waarden:

          Oppervlakte van het lichtgevend vlak:

         <= 0,5 m² (max. luminescentie 500 cd/m²)

         > 0,5 m² en < 10m² (max. luminescentie 400 cd/m²)

         > 10 m² (max. luminescentie 300 cd/m²)

Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,60 meter (d.w.z. voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning. De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698).Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.

º         Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord beschijnen van boven naar onder; de lichtbron mag alleen het oppervlak van het publiciteitsbord verlichten, m.a.w.: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.

º         De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaams Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg is van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

 

Argumentatie

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 15 september 1967. De bestemming, inplanting en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de oorspronkelijk verkavelingsvoorschriften wat betreft de inplanting en de gabaritten. De bouwdiepte bedraagt 12,27 m op het gelijkvloers en eerste verdieping en de woning wordt achteraan voorzien met een plat dak.

De schaal van de aanvraag (bouwdiepte 12,27 m)is beperkt in verhouding met de afmetingen van bestaande woningen in de omgeving. Het voorgestelde volume past binnen de gebruikelijke normen van de open bebouwing in woongebieden en is daardoor te verantwoorden.

De afwerking met een plat dak heeft geen negatieve invloed op de omgeving.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

 

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de aandachtspunten in het advies van het Agenschap van Wegen en Verkeer van 10 mei 2022 moeten worden gerespecteerd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Jessica Azevedo en Edwin Haedens voor het verbouwen van de woning gelegen in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 288, sectie B nr 218y onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de aandachtspunten in het advies van het Agenschap van Wegen en Verkeer van 10 mei 2022 moeten worden gerespecteerd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

VERDELINGSPLAN. BESPREKING MELDING VERDELING DOOR NOTARIS VANGOETSENHOVEN VOOR PERCELEN GELEGEN IN 3060 BERTEM, OUDE BERTEMBOSSTRAAT 11 EN 13, SECTIE A, NRS 190C EN 196L.

 

Besluit

Motivering

Op 29 juni 2022 heeft notaris Vangoetsenhoven een verdelingsplan overgemaakt in toepassing van artikel 5.2.2. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor percelen gelegen in 3060 Bertem, Oude Bertembosstraat 11 en 13, sectie A, nrs 190c en 196l.

Beide percelen zijn in eigendom van Godelieve Vercruysse en Jan De Bondt, wonende te Oude Bertembosstraat 13. De verdeling gebeurt met het oog op de geplande verkoop van de woning en perceel gelegen te Oude Bertembosstraat 11.

 

Bespreking

Het college heeft geen opmerkingen bij het voorgestelde verdelingsplan.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN WIELERWEDSTRIJD RONDE VLAAMS BRABANT VRIJDAG 29 JULI 2022 EN ZATERDAG 30 JULI 2022.

 

Voorgeschiedenis

        Aanvraag ontvangen door Nele Claessens, hoofdinspecteur Politiezone Voer en Dijle, wijkteam Bertem, in de week van 16 mei 2022.

        overleg met de burgemeester op Bertem op 15 juni 2022.

 

Feiten en context

        De Ronde Vlaams-Brabant is een meerdaagse rittenwedstrijd voor beloften en eliterenners zonder contract: 25 ploegen van 7 renners jonger dan 19 jaar nemen deel.

        Te Bertem is er vrijdag 29 juli 2022 een individuele tijdrit, en op zaterdag 30 juli 2022 de vierde rit in lijn. Start en aankomst liggen aan de Vrije Basisschool de Waaier langs de Paardenstraat te 3060 Bertem.

        Het parcours van de individuele tijdrit op vrijdag 29 juli 2022 volgt de Paardenstraat, Slangenpoelweg, Blokkenstraat, Delle tot kruispunt Dorpstraat te Leefdaal, U-turn, Delle, Bredeweg, Paardenstraat

        Het parcours van de vierde rit in lijn met plaatselijke rondes op zaterdag 30 juli 2022 volgt de Paardenstraat, Slangenpoelweg, Blokkenstraat, langestraat, Neerijse Steenweg, Dorpstraat, Boskee, Slagberg, Bankblokstraat, Het Bies, Dorpstraat, Rotspoelstraat, Egenhovenstraat en Paardenstraat.

        Positief advies mits opmerkingen door Nele Claessens, hoofdinspecteur Politiezone Voer en Dijle, wijkteam Bertem op 23 juni 2022 voor de organisatie van de tijdrit en de wedstrijd in lijn op zaterdag 30 juli 2022.

 

Juridische gronden

        Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130 bis.

        Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

        KB van 21 augustus 1967 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten.

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

        KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

        MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

        Decreet van 5 maart 1985 houdende de bepalingen van de minimumleeftijd voor deelnemers aan wielerwedstrijden.

        Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid hoofdstuk 3, afdeling 3 en 5.

        MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

        Besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 houdende de voorwaarden voor deelneming aan wielerwedstrijden en wielerproeven.

 

Adviezen

 

Argumentatie

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

        Veiligheidsplan VL Brabant Tijdrit Boplans-Nadars-Gele vlag

        Veiligheidsplan VL Brabant wegrit Boplans-Nadars-Gele vlag

        WW Ronde Vlaams Brabant - 2022 - tijdrit - in lijn - ADVIES -politie

        WW Ronde Vlaams Brabant - 2022 - tijdrit - tijdrit - ADVIES -politie

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager / organisator wordt toelating verleend om op vrijdag 29 juli 2022 en zaterdag 30 juli 2022 met hun wielerwedstrijd "Ronde Vlaams Brabant" de gemeente Bertem te doorkruisen via de volgende parcours:

        vrijdag 29 juli 2022: Paardenstraat , Slangenpoelweg, Blokkenstraat, Delle tot kruispunt Dorpstraat, U-turn, Delle, Bredeweg, Paardenstraat.

        zaterdag 30 juli 2022: Paardenstraat, Slangenpoelweg, Blokkenstraat, langestraat, Neerijse Steenweg, Dorpstraat, Boskee, Slagberg, Bankblokstraat, Het Bies, Dorpstraat, Rotspoelstraat, Egenhovenstraat en Paardenstraat.

 

Artikel 2:

Om deze wielerwedstrijd vlot en veilig te laten verlopen, wordt:

 

op vrijdag 29 juli 2022:

Volledig afgesloten parcours van 14.00 uur tot 17.00 uur.

Parkeer- en/of stilstand verboden op het volledige parcours, in beide rijrichtingen van 12.00 uur tot 17.00 uur.

Afleiding ploegleiders : Paardenstraat > Egenhovenstraat > Rotspoelstraat > Dorpstraat > Paardenstraat

Inzet van signaalgevers en signalisatie op de volgende kruispunten:

Paardenstraat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Parking / Weg WZC St Bernardus

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Paardenstraat 30

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Paardenstraat (kruispunt renners)

1 signaalgever

Slangenpoelweg: bocht naar Blokkenstraat

1 signaalgever gele vlag op Slangenpoelweg

Dorpstraat

1 signaalgever

Blokkenstraat x Kerstraat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Blokkenstraat (verkeeruit Korbeek-Dijle)

1 signaalgever

Blokkenstraat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Nijvelsebaan - Blokkenstraat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Delle / midden vd weg

1 signaalgever renners in 2 richtingen

Delle / midden vd weg

afspanning weg midden enkele kegels

Blokkenstraat + Langestraat

1 signaalgever kegels midden weg

Poelstraat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Poelstraat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Zavelberg

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Zavelberg

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Delle / U-Turn

1 signaalgever

 

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

 

1 signaalgever

 

Veiligheidstotems Boplan

Bredeweg (fietser/landbouw uit Leuven)

1 signaalgever

Rode brug

voorsignalisatie

Bredeweg / Bertemseweg

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Bredeweg - Korbeekdijlewegel

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Egenhovenstraat (verkeer vanuit richting Egenhoven)

1 signaalgever afleiding ploegleiders

Egenhovenstraat (verkeer vanuit richting Kerk / WZC)

1 signaalgever afleiding ploegleiders

Fr. Dottermansstraat

1 signaalgever afleiding ploegleiders

Dorpstraat (verkeer vanuit Leefdaal)

1 signaalgever afleiding ploegleiders

Egenhovenstraat (verkeer vanuit Kerk)

1 signaalgever afleiding ploegleiders

Bredeweg x grens Leuven

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Inzet van 2 politiemensen :

        1  coördinator + parkeerverbod

        1 parkeerverbod + toezicht parcours afleiding ploegleiders

 

op zaterdag 30 juli 2022:

Eénrichtingsverkeer op het volledig parcours van 13.30 uur tot 17.30 uur.

Parkeerverbod op het volledig parcours van 11.30 uur tot 17.30 uur.

Inzet van signaalgevers en signalisatie op de volgende kruispunten:

Paardenstraat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Paardenstraat - Parking WZC Sint Bernardus

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Paardenstraat - Slangenpoelweg (kruispunt renners)

1 signaalgever

Slangenpoelweg - Blokkenstraat

1 signaalgever

Blokkenstraat - Kerstraat

1 signaalgever

Blokkenstraat - Brede Weg  (Delle verkeer richting leefdaal-Delle)

1 signaalgever

Blokkenstraat - Brede Weg (Brede Weg verkeer richting Egenhoven)

1 signaalgever

Blokkenstraat - Brede Weg (Blokkenstraat verkeer richting Korbeek-Dijle)

1 signaalgever

Brede Weg - Poelstraat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Brede Weg - Groene weg

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Brede Weg - Servetenberg

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Brede Weg - Cornelisberg (Korbeekstraat)

1 signaalgever

Brede Weg - Overhoutsveld - Buurtweg 2 (Korbeekstraat)

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Brede Weg - Leefdaalse Heideweg

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Brede Weg - Neerijse Steenweg (Langestraat verkeer richting Neerijse)

2 signaalgevers

Neerijsesteenweg - Keistraat + Kerkgat

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Neerijsesteenweg - Vlieguit

1 signaalgever

Neerijsesteenweg - Hertwinkel

1 signaalgever

Neerijsesteenweg - Kerkhofstraat

1 signaalgever

Neerijsesteenweg - Zonnebloemlaan

1 signaalgever

Neerijsesteenweg - Dorpstraat (verkeer richting Vossem)

1 signaalgever

Dorpstraat - Kerkring

1 signaalgever

Dorpstraat - Boskee (verkeer richting Bertem)

1 signaalgever

Boskee - Slagberg (Boskee verkeer richting Tervuursesteenweg)

1 signaalgever en signalisatie

Slagberg - Voerwegje

waarschuwingsbord wielerwedstrijd

Slagberg - Banblokstraat (Voerhoek)

1 signaalgever

Bankblokstraat - Het Bies (verkeer richting Tervuursesteenweg)

1 signaalgever

Het Bies - Elzenstraat

1 signaalgever

Het Bies - Voerwegje

1 signaalgever

Het Bies- Voerwegje

1 signaalgever

Het Bies - Dorpstraat (Dorpstraat)

1 signaalgever

Dorpstraat - Kerstraat

1 signaalgever

Dorpstraat - Kapellestraat

1 signaalgever

Dorpstraat - Kuipersberg

1 signaalgever

Dorpstraat - Van Hoofstraat

1 signaalgever

Dorpstraat - Molenstraat

1 signaalgever

Dorpstraat- Voetbal/sporthal

nadar met C3 en onderbord wielerwedstrijd

Dorpstraat- Blokkenstraat (verkeer richting rond punt)

1 signaalgever

Dorpstraat - Gloriantlaan

1 signaalgever

Dorpstraat- Zwanenpoel

1 signaalgever

Dorpstraat - Sint-Pieterslaan

1 signaalgever

Dorpstraat - Begijnenstraat

1 signaalgever

Dorpstraat - Groenendaal

1 signaalgever

Dorpstraat - Kerkstraat

1 signaalgever

Dorpstraat - Fr. Dottermansstraat

1 signaalgever

Dorpstraat- Smisstraat

1 signaalgever

Dorpstraat - Voerstraat

1 signaalgever

Dorpstraat - Paardenstraat

1 signaalgever

Dorpstraat - De Herk

1 signaalgever

Dorpstraat - Rotspoelstraat (Dorpstraat verkeer richting Dalem)

1 signaalgever

Rotspoelstraat - Egenhovenstraat (Egenhovenstraat verkeer richting Egenhoven)

1 signaalgever

Egenhovenstraat - Paardenstraat (Paardenstraat)

1 signaalgever

Inzet van 3 politiemensen :

        1 coördinator + parkeerverbod

        1 advance car + parkeerverbod

        1 motorijder

 

De signalisatie voor wedstrijd moet door de organisatie geactiveerd worden.

 

Artikel 3:

Voorsignalisatie "wielerwedstrijd":

op vrijdag 29 juli 2022:

kruispunt Nijvelsebaan - Blokkenstraat: omleiding via Neerijse Steenweg - Dorpstraat

kruispunt Dorpstraat - Blokkenstraat: omleiding via Dorpstraat - Neerijse Steenweg

 

op zaterdag 30 juli 2022:

kruispunt Tervuursesteenweg - Blokkenstraat: "Leefdaal niet bereikbaar - wielerwedstrijd"

kruispunt Tervuursesteenweg - Boskee: "Leefdaal niet bereikbaar - wielerwedstrijd"

kruispunt Nijvelsebaan - Blokkenstraat: omleiding via Neerijse Steenweg - Dorpstraat

kruispunt Merzenstraat - Dorpstraat: "Korbeek-Dijle niet bereikbaar - wielerwedstrijd"

 

 

 

Artikel 4:

De briefing van de signaalgevers door de organisatie maakt duidelijk dat vanaf de advance-car van de federale politie het verkeer niet in de tegenrichting van de wedstrijd wordt toegelaten.

 

Artikel 5:

De signaalgevers moeten zich minimum 30 minuten voor aanvang van de wedstrijd/doortocht(en) op hun voorziene plaats bevinden, zodat een degelijk nazicht door de lokale politie mogelijk is. Dit is zowel voor de veiligheid van de deelnemers aan de wedstrijd, als voor de andere weggebruikers.

 

Artikel 6:

De organisator moet deze activiteit tijdig kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners en handelaars tijdig inlichten met een (nieuws)brief.

 

Artikel 7:

Voorwaarden betreffende de algemene organisatie

 

1° koersdirecteur

De inrichters zullen een koersdirecteur aanduiden. De koersdirecteur moet meerderjarig zijn en zal handelen in naam van de organisator. Hij zorgt voor het goede verloop van de wielerwedstrijd.

Hij ziet erop toe dat de wedstrijdkaravaan en de publiciteitskaravaan de hen opgelegde voorwaarden naleven.

 

2° Veiligheidscoördinator

De inzet van de veiligheidscoördinator naast een koersdirecteur is verplicht voor wedstrijden in lijn. In andere wedstrijden kan de functie van koersdirecteur en veiligheidscoördinator door éénzelfde persoon uitgeoefend worden.

De veiligheidscoördinator moet meerderjarig zijn.

Hij staat in voor de risicoanalyse van het parcours, de mogelijke interactie tussen publiek en de karavaan, en de daaraan gekoppelde maatregelen teneinde de risico’s te beperken. Hij is verantwoordelijk voor de briefing van de signaalgevers (alsook de mobiele signaalgevers). Hij zorgt ervoor dat de interactie tussen de voertuigen, deelnemers en toeschouwers op een veilige manier verloopt.

De veiligheidscoördinator zal tijdens de wedstrijd in het bezit zijn van een nominatieve lijst van de ingezette signaalgevers.

 

3° Deelnemende renners

De deelnemende renners aan de wielerwedstrijd dienen de rijbaan of het gemarkeerd fietspad, zoals bedoeld in artikel 74 van de wegcode, te volgen. De motorvoertuigen van de wedstrijdkaravaan (en publiciteitsvoertuigen) mogen alleen de rijbaan volgen voorzien voor motorvoertuigen.

 

4° Seingevers

De organisatoren moeten zich laten bijstaan door de seingevers die de burgemeester onmisbaar acht voor het verzekeren van de veiligheid op de kruispunten of andere belangrijke of gevaarlijke punten die hij aanwijst op het parcours van de wedstrijd in zijn gemeente.

De burgemeester, in samenspraak met de korpschef, bepaalt hoeveel seingevers er nodig zijn.

 

5° Verzekering

De organisatoren moeten ten laatste acht weken voor de wedstrijd het bewijs leveren dat een verzekering afgesloten is om, bij ongeval naar aanleiding van of gedurende de wedstrijd, de geldelijke gevolgen van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid te waarborgen van de organisatoren zelf, de signaalgevers, de deelnemende renners en eenieder die gemachtigd is om de wedstrijd te volgen.

Een nominatieve lijst met de seingevers dient ter machtiging aan het gemeentebestuur overgemaakt te worden.

 

6° Parcours

Wanneer de wedstrijd dezelfde weg volgt als een andere wedstrijd of opnieuw op een reeds eerder gevolgde weg uitkomt, moet door de veiligheidscoördinator bijzondere voorzorgsmaatregelen genomen worden om mogelijke ongevallen te vermijden.

 

7° Openingsvoertuig / Sluitingsvoertuig.

Openingsvoertuig

Bij een wielerwedstrijd op een open omloop moet een openingsvoertuig op een voldoende veilige afstand voor de eerste renner uitrijden.

Op het dak van dit voertuig moet, op een voor tegenliggers goed zichtbare wijze, het gevaarbord A51 met onderbord "wielerwedstrijd" aangebracht zijn.

Het openingsvoertuig is tevens voorzien van een rode vlag, alsook een oranjegeel knipperlicht.

De rode vlag (afmeting 50 cm breedte / 60 cm lang) wordt vooraan op de linkerzijde van het voertuig aangebracht. Het oranjegeel knipperlicht wordt zodanig geplaatst dat het vanuit alle richting zichtbaar is.

Sluitingsvoertuig

Bij een wielerwedstrijd op open omloop wordt de wedstrijdkaravaan gesloten door een sluitingsvoertuig. Dit voertuig is als volgt uitgerust.

Op het dak van dit voertuig moet, op een voor het achteropkomend verkeer goed zichtbare wijze, het gevaarsbord A51 met onderbord "Einde wielerwedstrijd" aangebracht zijn.

Het sluitingsvoertuig is tevens voorzien van een groene vlag, alsook een oranjegeel knipperlicht. De groene vlag (afmeting 50 cm breedte / 60 cm lang) wordt vooraan op de linkerzijde van het voertuig aangebracht. Het oranjegeel knipperlicht wordt zodanig geplaatst dat het vanuit alle richtingen zichtbaar is.

Opmerkingen:

        Indien het omwille van de plaatsgesteldheid of de aard van het terrein niet mogelijk is aan de verplichting te voldoen, kan het voertuig tijdelijk vervangen worden door een aan het terrein aangepast motorvoertuig dat enkel voorzien is met een rode vlag (voor het openingsvoertuig) of een groene vlag (voor het sluitingsvoertuig).

        Bij een wielerwedstrijd op een gesloten omloop volstaat het openingsvoertuig.

        In geval er een publiciteitskaravaan aanwezig is in de wedstrijd, zal deze eveneens voorafgegaan worden van een openingsvoertuig en achteraan afgesloten worden door middel van een sluitingsvoertuig. Beide voertuigen voldoen aan de hiervoor vermelde beschrijving (bord A51 op het dak, groene/rode vlag, oranjegeel knipperlicht), met uitzondering van de vermelding op het bord. Het openingsvoertuig vermeldt “PUBLICITEIT”. en het sluitingsvoertuig “EINDE PUBLICITEIT”.

 

8° Volgbewijs / Doorgangsbewijs

Elk motorvoertuig waarvan de bestuurder zich op het parcours van de wielerwedstrijd dient te begeven, op een tijdstip dat het parcours gereserveerd is voor de wedstrijd, dient hetzij over een volgbewijs, hetzij over een doorgangsbewijs te beschikken. Beide bewijzen worden ondertekend door de organisator.

Het volgbewijs laat de bestuurder toe te bewegen tussen het openings- en het sluitingsvoertuig. Het volgbewijs is van witte kleur en wordt duidelijk zichtbaar aan de voorzijde van het voertuig aangebracht. Het volgbewijs draagt de stempel van de gemeente van de referentieburgemeester.

Het doorgangsbewijs laat de bestuurder toe te bewegen in vooraf bepaalde afgesloten zones.

Deze voertuigen mogen zich NIET bewegen tussen het openings- en sluitingsvoertuig. Het doorgangsbewijs is van gele kleur en wordt duidelijk zichtbaar aangebracht aan de voorzijde van het voertuig. Dit is NIET van toepassing op de voertuigen van politie- en hulpdiensten.

De grootte is een A4-formaat, behalve voor motorfietsen waar het een A5-formaat mag zijn.

 

9° Hulppost /Ziekenwagen

Tijdens alle wielerwedstrijden dient er in de aankomstzone minstens een adequaat uitgeruste hulppost ingericht te worden, met minimaal twee hulpverleners die minstens beschikken over een EHBO-certificaat.

Tijdens wielerwedstrijden verreden op open omlopen met minder dan 8 km, dient langs het parcours een ziekenwagen voorzien te worden.

Wanneer de ziekenwagen de wedstrijd NIET volgt, dient minstens één hulpverlener in een voertuig van de wedstrijdkaravaan de wedstrijd te volgen. Hij zal in rechtstreeks contact staan met de ziekenwagen langs het parcours en met de noodcentrale 112.

Tijdens wielerwedstrijden verreden op open omlopen met meer dan 8 km, dient één ziekenwagen de wedstrijd te volgen.

Tijdens wedstrijden in lijn volgen minimum twee ziekenwagens de wedstrijd.

 

10° Neutralisatie wedstrijd

De start van de wedstrijd moet uitgesteld worden of de wedstrijd moet zo snel mogelijk stilgelegd of geneutraliseerd worden wanneer er zich een noodsituatie voordoet of wanneer het veilig verloop niet meer gegarandeerd kan worden.

De koersdirecteur, de bevoegde overheden of de persoon die volgens de wet de hoedanigheid van OBP bezit, zijn gerechtigd tot het nemen van de beslissing om de start van een wedstrijd uit te stellen, de wedstrijd stil te leggen of te neutraliseren.

De wedstrijd kan slechts starten of hernomen worden wanneer het veilige verloop opnieuw gegarandeerd kan worden.

 

11° Wegwerpzones

Enkel in deze zone mag door de deelnemende renners afval weggeworpen worden. In deze zone is de organisator verantwoordelijke voor het inzamelen van het afval.

 

12° Naleving wegcode

Bij een wielerwedstrijd dienen alle leden van de wedstrijdkaravaan en de publiciteitskaravaan zich te houden aan de bepalingen van de wegcode met uitzondering van de verkeersregels die onverenigbaar zijn met gedragingen die eigen zijn aan wielerwedstrijden.

Alle leden van de wedstrijdkaravaan moeten te allen tijde de regels naleven met betrekking tot het verkeer op de spoorwegen alsook met betrekking tot bewaakte en onbewaakte overwegen zoals bepaald in de wegcode.

In de wedstrijdkaravaan mogen de motorvoertuigen niets slepen.

 

Artikel 8: Inbreuken

De inbreuken op de beschikkingen van dit politiereglement zullen gestraft worden met politiestraffen.

 

Artikel 9:

Dit besluit wordt van kracht op vrijdag 29 juli 2022 om 12.00 uur en het blijft van kracht tot zaterdag 30 juli 2022 om 18:00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022
Overzicht punten

Zitting van 12 juli 2022

 

BEVOEGDHEDEN BURGEMEESTER. KENNISNAME BESLISSINGEN.

 

Besluit

Motivering

        Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet

In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

        Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur

Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.

        Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

 

Mededeling

        IOD 220705-221231 Neerijsesteenweg thv huisnr 6: de rijbaan en het voetpad. Verkeersdrempels

        IOD 220707-220712 Tervuursesteenweg 534: het trottoir. Werken in opdracht van Fluvius

        IOD 220707-220708 Gerzenstraat 15: de rijbaan. Plaatsen van een vrachtwagen

        IOD 220801-220815 Oude Baan 98: de rijbaan. Riobra herstellingswerken

        IOD 220704-220731 Jules Vanlaerstraat 14: het trottoir. Steiger zonder doorgang

        IOD 220705-220930 Nijvelsebaan 25: het trottoir en de rijbaan. Wegenwerken, inname voor Quickwins

        IOD 220819-220819 A.E. Verbiststraat 29: de rijbaan. vernieuwing drinkwateraansluiting.

 

 

 

Publicatiedatum: 25/07/2022