BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 14 juni 2021

Van 15.50 uur tot 17 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 7 juni 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 7 juni 2021 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/265 tot en met nr. 2021/275 voor een totaal bedrag van 9184,03 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/2207 tot en met nr. 2021/2240 voor een totaal bedrag van 503 301,21 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

VERNIEUWEN VAN DE ZINKEN DAKBEDEKKING VAN GBS BERTEM. GOEDKEURING GUNNING.

 

Voorgeschiedenis

  • In het kader van de opdracht “Renovatie dakbedekking GBS Bertem” werd een bestek met nr. FA861.21/484 opgesteld door de dienst facilitair beheer.
  • De gemeenteraad verleende in zitting van 27 april 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Feiten en context

  • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 135 900 euro excl. btw of 144 054 euro incl. 6% btw.
  • De offertes dienden het bestuur ten laatste op 18 mei 2021 om 17.00 uur te bereiken.
  • De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 15 september 2021.
  • Er werd 1 offerte ontvangen van PLATTEAU BVBA, Leeuwlantstraat 114 te 2100 Deurne (109 703,26 euro excl. btw of 116 285,46 euro incl. 6% btw).
  • De dienst facilitair beheer stelde op 11 juni 2021 het verslag van nazicht van de offertes op.
  • De dienst facilitair beheer stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, de opdracht “Renovatie dakbedekking GBS Bertem” te gunnen aan de enige firma die een geldige offerte indiende, zijnde PLATTEAU BVBA, Leeuwlantstraat 114 te 2100 Deurne, tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 101 516,76 euro excl. btw of 107 607,77 euro incl. 6% btw.
  • Er werd aan alle voorbereidende formaliteiten betreffende ontwerp en gunning voldaan. Bijgevolg kan het aanvangsbevel worden gegeven aan de aannemer PLATTEAU BVBA, Leeuwlantstraat 114 te 2100 Deurne.
  • De aannemer gaat akkoord met de voorgestelde aanvangsdatum 2 augustus 2021.
  • Bijgevolg wordt er voorgesteld om de aanvangsdatum vast te stellen op 2 augustus 2021 en de aannemer hiervan formeel in kennis te stellen.
  • De aannemer is ertoe gehouden de opdracht te voltooien binnen een termijn van 30 werkdagen te rekenen vanaf de dag, aangeduid in dit aanvangsbevel.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139 000 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Adviezen

  • De financieel directeur heeft zijn visum verleend op 14 juni 2021.

 

Argumentatie

De zinken dakbedekking van de kleuterschool van de gemeentelijke basisschool te Bertem is aan vervanging toe. In samenspraak met de aannemer is overeengekomen om de werken uit te voeren in de zomervakantie van 2021.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0800-00/221500

BD1-AP10-A33

 

€ 180 000

€ 180 000

€ 107 607,77

 

 

Bijlagen

  • Verslag van nazicht van de offertes

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 11 juni 2021, opgesteld door de dienst facilitair beheer.

 

Artikel 2:

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

Artikel 3:

De opdracht “Renovatie dakbedekking GBS Bertem” wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde PLATTEAU BVBA, Leeuwlantstraat 114 te 2100 Deurne, tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 101 516,76 euro excl. btw of 107 607,77 euro incl. 6% btw.

De waarborgtermijn wordt vastgesteld op 120 maanden.

De uitvoeringstermijn wordt vastgesteld op 30 werkdagen.

 

Artikel 4:

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. FA861.21/484.

 

Artikel 5:

De aanvangsdatum van deze opdracht wordt vastgesteld op 2 augustus 2021. De aannemer moet de opdracht voltooien binnen een termijn van 30 werkdagen.

 

Artikel 6:

De aannemer wordt per aangetekende zending in kennis gesteld van deze aanvangsdatum.

 

Artikel 7:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 221500/0800-00 met actie BD1-AP10-A33.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

QUICK WINS N253 BERTEM/HULDENBERG DEEL 1. GOEDKEURING VORDERINGSSTAAT 5 DEEL BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

         Gemeenteraadsbesluit van 25 april 2017 waarbij de samenwerkingsovereenkomst Quick Wins tussen AWV en gemeente Bertem voor aanleg van voetpaden langs de N253 werd goedgekeurd.

         Gemeenteraadsbesluit van 28 augustus 2018 waarbij het bestek met nr. X21/N253/21 en de raming voor de opdracht 'Quick Wins N253 Bertem/Huldenberg' werd goedgekeurd.

         Collegebesluit van 27 april 2020 waarbij de offerte van Willemen Infra en het aandeel voor de gemeente Bertem werden goedgekeurd onder voorbehoud van goedkeuring van de lastvoorwaarden door de gemeenteraad.

         Gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2020 waarbij het bestek met nr. 1M3D8F/19/37 voor het dossier X21/N253/21 'Quick Wins N253 Bertem/Huldenberg' en de raming werden goedgekeurd.

         Vorderingsstaat 5 voor de periode 1 maart 2021 tot 31 maart 2021 en verklaring van schuldvordering nr. 5 werden ingediend door de aannemer Willemen Infra op 11 mei 2021.

         Verificatie van schuldvordering voor vorderingsstaat 5 door AWV, ontvangen op 3 juni 2021.

 

Feiten en context

  • De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 1M3D8F/19/37.
  • De werken vingen aan op 26 oktober 2020.
  • De uitvoeringstermijn bedraagt 100 werkdagen. Op 31 maart 2021 werden er reeds 91 dagen gewerkt, 9 verletdagen. Er zijn nog 8 werkdagen over.
  • Het aandeel voor de gemeente Bertem voor vorderingsstaat 5 betreft de uitvoering van de oprit Nijvelsebaan nr. 64 in zone 1.8B (Nijvelsebaan nr. 62 tot nr. 48).
  • De werken deel Bertem bereikten een bedrag van:

 

Bestelbedrag

 

€ 139 852,13

Btw

+

€ 29 368,95

TOTAAL

=

€ 169 221,08

Bedrag vorige vorderingsstaten incl. 21% btw

 

€ 148 829,78

Huidige vorderingsstaat

 

€ 4922,55

Prijsherzieningen

+

€ 173,39

Totaal excl. btw

=

€ 5095,94

Btw

+

€ 1070,15

Totaal incl. 21% btw huidige vorderingsstaat

=

€ 6166,09

Totaal uitgevoerde werken incl. 21% btw

=

€ 154 995,87

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, meer bepaald artikel 5, § 2.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
  • Het decreet lokaal bestuur van van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

De werken werden correct uitgevoerd.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

2.20.70

0200-00/224707

€ 385 000

€ 236 170,22

€ 6166,09

 

 

Bijlagen

         Vorderingsstaat 5

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 5 van Willemen Infra, Booiebos 4 te 9031 Drongen voor de opdracht 'Quick wins N253 Bertem/Huldenberg (deel 1)' voor een bedrag van 5095,94 euro excl. btw of 6166,09 euro incl. 21% btw voor de gemeente Bertem.

 

Artikel 2:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0200-00/224707.

 

Artikel 3:

De factuur en de vorderingsstaat 5 worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

SPEELPLEIN KATTESTROOF. KENNISNAME ORGANISATIE 'KATTESTROOF SPEELT TEGEN KANKER 2021'.

 

Besluit

Mededeling

De hoofdanimatoren en animatoren van speelpleinwerking Kattestroof gaan voor de derde keer 'Kattestroof speelt tegen kanker' organiseren. Op vrijdag 13 augustus (13-17 uur) en zaterdag 14 augustus (11-20 uur) 2021 organiseren zij in GBS Leefdaal verschillende activiteiten (spelletjes, lasershoot, springkastelen...) voor zowel jong als oud. Er is ook een drank- en eetstand voorzien. De opbrengst van dit evenement gaat integraal naar de Stichting tegen Kanker.

Er zal ook een tombola georganiseerd worden. Voor deze tombola vragen de hoofdanimatoren sponsoring onder de vorm van 3 B-bonnen van 25 euro.

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

643703 0500-00 GBB

€ 10 000

€ 6745

€ 75

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

IGS JEUGD. START COMMUNICATIEKANAAL VIA INSTAGRAM VOOR EN DOOR TIENERS IN HET KADER VAN DE IGS VRIJETIJDSREGIO DRUIVENSTREEK.

 

Voorgeschiedenis

         14 oktober 2020: Opstartvergadering van de werkgroep Jeugd, binnen Vrijetijdsregio Druivenstreek.

         23 februari 2021: vergadering van de werkgroep IGS Jeugd waar een eerste brainstorm werd georganiseerd om de voordelen van een regionaal tieneraanbod te bespreken.

         15 maart 2021: 'Yeet', studiedag rond Tieners, georganiseerd door de koepelverenigingen voor speelpleinwerk en jeugdhuizen, met deelname van verschillende jeugdcoördinatoren.

         16 maart 2021: themavergadering van de werkgroep IGS Jeugd met Mediaraven, om een concreet project vorm te geven m.b.t. een regionaal tieneraanbod.

         5 mei 2021: vergadering werkgroep IGS Communicatie waarop het voorstel van de werkgroep IGS Jeugd voor een apart communicatiekanaal voor jongeren werd voorgesteld.

         1 juni 2021: vergadering IGS Jeugd waarop krijtlijnen voor een principieel akkoord van de lokale besturen werden geformuleerd.

 

Feiten en context

         Binnen de samenwerking van de Vrijetijdsregio Druivenstreek werd er binnen de werkgroep jeugd gekozen om in te zetten op de doelgroep tieners (12 jaar tot 15 jaar).

         De werkgroep stelt vast dat deze doelgroep niet zo makkelijk te bereiken is en daarom willen ze inzetten op een communicatiekanaal voor en door deze doelgroep. Ze hebben een overleg gehad met Mediaraven om samen met hen te bekijken op welke manier ze deze doelgroep (online) beter kunnen bereiken.

         Uit dit overleg kwam een voorstel om een ‘deelkanaal’ op te zetten via Instagram en van daaruit links te leggen met de activiteiten in de verschillende gemeenten. De werkgroep jeugd wil in de eerste plaats de bestaande activiteiten in de regio beter en breder communiceren. Dat wil de werkgroep jeugd realiseren door een gezamenlijk Instagramkanaal op te starten met de naam “UITLAAT”, met een aangepaste lay-out.

         De hoofdpagina van de Instagram zal bedoeld zijn als informatiekanaal, waarna elke activiteit aan bod komt in een aparte post zodat de jongeren kunnen doorklikken naar de informatie- of inschrijvingspagina. Dat luik wordt beheerd door de deskundigen jeugd van de gemeentes Overijse, Hoeilaart, Tervuren, Huldenberg en Bertem.

         De beleving van de jongeren wordt in beeld gebracht tijdens de activiteiten en toegevoegd aan de “stories”. Dat wordt uit handen gegeven aan jongeren, aanvankelijk onder begeleiding van jeugd- en sportmonitoren. De bedoeling is dat er na verloop een soort van jongerenredactie zal ontstaan die dat luik zal beheren.

 

Juridische gronden

         Artikels 2, 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid.

 

Argumentatie

De werkgroep jeugd wenst in de zomer 2021 te starten met dit Instagramaccount omdat er dan al verschillende activiteiten gepland zijn en dit een ideaal moment is om zo veel mogelijk tieners toe te leiden naar het Instagramaccount. De geplande tieneractiviteiten kunnen dan samen met de doelgroep in beeld worden gebracht.

 

Financiële gevolgen

Financiële gevolgen zijn voorzien binnen het budget van de werkgroep Jeugd van de Vrijetijdsregio Druivenstreek.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college gaat akkoord met het opstarten van een Instagramaccount voor tieners ‘UITLAAT’ in het kader van de Vrijetijdsregio Druivenstreek en geeft de werkgroep jeugd de toelating om dit project concreet uit te werken.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

CONTRACT TERBESCHIKKINGSTELLING VAN MEDIARUIMTE IN GEMEENTELIJKE SCHUILHUISJES AAN BUSHALTES. GOEDKEURING OVEREENKOMST BMG MEDIA.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 21 januari 2002 over de goedkeuring van de overeenkomst tussen de NV Streep en de gemeente Bertem.
  • E-mail van Koen Swaegers (YouOutdoor) van 30 september 2020 over de voortzetting van het contract van Lijncom met de gemeente Bertem.
  • Brief van De Lijn - haltebeheer van 18 november 2020 over de stopzetting van de commercialisering van een aantal schuilhuisjes op het grondgebied van Bertem door Lijncom.
  • Collegebesluit van 22 december 2020 over de goedkeuring van een tijdelijke overeenkomst tussen BMG Media en Gemeente Bertem.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem sloot met ingang van 1 april 2002 een overeenkomst tussen de nv Streep en de gemeente Bertem, voor het plaatsen van posterbakken in 9 schuilhuisjes langs de Tervuursesteenweg. De gemeente verleende daarbij toelating om publiciteit op de halteaccommodatie aan te brengen.
  • De NV Streep verbond er zich toe jegens de gemeente om de betrokken halteaccommodatie (9 langs de Tervuursesteenweg met posterbakken en 1 langs de Nijvelsebaan zonder posterbak) in goede staat te onderhouden en om het elektriciteitsverbruik te dragen (vastgesteld op 8,97 euro per maand en per schuilhuisje, aan de gemeente te betalen).
  • De overeenkomst werd afgesloten voor 10 jaar en werd na afloop steeds stilzwijgend verlengd voor een periode van 10 jaar.
  • Nv Lijncom, een dochteronderneming van De Lijn, heeft sinds 1 september 2006 de reclamevoering in, op of rond de roerende en onroerende goederen van De Lijn overgenomen van de nv Streep.
  • Op 18 november 2020 heeft De Lijn aan de gemeente meegedeeld dat Lijncom vanaf 1 januari 2021 niet langer publiciteit zal commercialiseren op de volgende schuilhuisjes in de gemeente Bertem:
    • Vanhaerenstraat / Tervuursesteenweg 75 richting Leuven
    • Oud Station / Tervuursesteenweg t.o.v. 204 richting Leuven
    • Sinte Veronica / Tervuursestwg - Kuipersberg richting Leuven
    • Sinte Veronica / Tervuursestwg - Baanakkerweg richting Leuven
    • Het Bies / Tervuursesteenweg naast garage richting Leuven
    • Het Bies / Tervuursesteenweg 476 richting Tervuren
    • Kasteel / Tervuursesteenweg - Boskee richting Leuven
    • Kasteel / Tervuursesteenweg - Boskee richting Tervuren
    • Oud Station Leefdaal
    • Alsemberg - richting Leuven (moet nog vernieuwd worden).
  • De firma YOU Outdoor, een dochteronderneming van BMG Media, was partner van Lijncom voor de werving van lokale / regionale publiciteit in de bushaltes van De Lijn. Gezien Lijncom vanaf 1 januari 2021 is gestopt met het beheer van de bushaltes, beschikt de gemeente terug vrij over deze schuilhuisjes en meer bepaald over de exploitatie van de publiciteit in de posterbakken.
  • YOU Outdoor en de gemeente hebben in december 2020 een contract afgesloten voor de verdere exploitatie van publiciteit voor de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Tijdens deze periode is onderhandeld over de eventuele verderzetting van het contract op langere termijn.
  • Het tijdelijke contract en de samenwerking met YOU Outdoor werd door de gemeentelijke administratie gunstig geëvalueerd.
  • Tevens werd een analyse gemaakt waarbij de kosten/baten van deze inkomsten tegenover mekaar werden afgewogen met het zelf onderhouden of uitgeven van het reinigingswerk aan bushokjes door IGO.
  • Momenteel beschikt de gemeente over 66 bushaltes/-opstapplaatsen, waarvan er nu 9 (en na vervanging van een oud/beschadigd bushokje er 10) zijn uitgerust met reclamepanelen. Het zijn deze bushokjes die voor dit contract in aanmerking komen.
  • Er moet verder nog worden geanalyseerd of de aansluiting op het lichtnet van de bushokjes kan worden verLED, wat mogelijk nog een bijkomende kostenvermindering zal genereren, zij het dan aan de kant van elektriciteitsverbruik.
  • Voordelen voor de gemeente:
    • Financieel: op basis van een volledig jaar reclame voeren in deze 10 bushokjes (2-zijdige reclamepanelen) kan dit een opbrengst opleveren van 10 000 euro (excl. btw) ten voordele van de gemeente.
    • Promotioneel: de gemeente Bertem zal gemeentelijke informatie in de leegstaande posterkasten kunnen plaatsen. Deze informatie kan 3-maandelijks veranderd worden. Deze plaatsing / verwijdering gebeurt door BMG Media, die 4 weken voor de geplande verwijdering / plaatsing een drukklaar beeld moet krijgen van de gemeente. Deze dienst is volledig gratis voor de gemeente. De gemeente kan ook zelf instaan voor haar communicatie indien ze dit wenst (drukken, plaatsen , vervangen…). BMG Media zorgt ervoor dat de gemeente toegang krijgt tot het schuilhuisje.
  • Lasten voor de gemeente: de lasten voor de gemeente zijn het onderhoud van de schuilhuisjes, het elektriciteitsverbruik en de herstelling (bv. gebroken glas). De opbrengst van de reclamevoering kan worden gebruikt voor het uitbesteden van het onderhoud van de schuilhuisjes aan een derde zoals IGO.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

         Artikel 56, §3, 5° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.

         Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 over de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.

 

Argumentatie

De kostenbatenanalyse leverde als resultaat dat met de inkomsten van deze overeenkomst met BMG Media, de reguliere reinigingskosten voor alle bushokjes (39 stuks) op ons grondgebied volledig gedekt zijn. Er is dan nog een overschot waarmee de kosten voor eventueel schadeherstel of reguliere renovatie van bushokjes kan worden bekostigd.

 

Een definitief contract is nodig, enerzijds om de lokale handelaars de kansen te blijven bieden om reclame te voeren en anderzijds om het beheer van bushokjes en haltes op ons grondgebied kostenneutraal te houden.

 

Financiële gevolgen

Het ontvangstenkrediet zal worden voorzien bij de eerstvolgende kredietverschuiving.

Bij een maximale commerciële exploitatie van de posterbakken levert dit contract een inkomst op van 10 000 euro op jaarbasis.

 

 

Bijlagen

  • Nota aangaande onderhoud en beheer van bushokjes
  • samenwerkingsovereenkomst Bertem 3.0

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bijgevoegde overeenkomst tussen de gemeente Bertem en BMG Media B.V.B.A., Brederodestraat 184A, 2018 Antwerpen, goed.

 

Artikel 2:

Het college gaat akkoord met het bijgevoegde plan van aanpak voor het onderhoud van de schuilhuisjes.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING KLEINE HOLLESTRAAT 7, AFD. 2 SECTIE A NUMMER 134D.

 

Feiten en context

  • Notarissen Van de Poel en Pinoy hebben een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 138444 voor de woning Kleine Hollestraat 7 te 3060 Bertem, afd. 2 sectie A nummer 134d.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

         Voorkooprecht Kleine Hollestraat 7 INBRTM208234

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Kleine Hollestraat 7 te 3060 Bertem, afd. 2 sectie A nummer 134d, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

VERDELINGSPLAN. BESPREKING MELDING VERDELING VAN NOTARISSEN BOOGAERTS PETER EN BOOGAERTS KOEN BVBA VOOR HET PERCEEL GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, NIJVELSEBAAN, SECTIE A NR 129M6.

 

Besluit

Motivering

Op 27 mei 2021 hebben notarissen Boogaerts Peter en Boogaerts Koen bvba een verdelingsplan overgemaakt in toepassing van artikel 5.2.2. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor het perceel gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan, sectie A nr 129m6.

 

Bespreking

Het college heeft geen opmerkingen bij het voorgestelde verdelingsplan.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

VERDELINGSPLAN. BESPREKING MELDING VERDELING VAN NOTARISSEN BOOGAERTS PETER EN BOOGAERTS KOEN BVBA VOOR HET PERCEEL GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, HET BIES, SECTIE C NRS. 316M EN 317M.

 

Besluit

Motivering

Op 3 juni 2021 hebben notarissen Boogaerts Peter en Boogaerts koen bvba een verdelingsplan overgemaakt in toepassing van artikel 5.2.2. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor het perceel gelegen in 3061 Leefdaal, Het Bies, sectie C nrs. 316m en 317m.

 

Bespreking

Het college heeft geen opmerkingen bij het voorgestelde verdelingsplan.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN LISE VANDERVEKEN VOOR HET VERVANGEN VAN EEN RAAM DOOR EEN SCHUIFRAAM IN DE RECHTERGEVEL VAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, VOSSENSTRAAT 48, SECTIE C 742A.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 31 mei 2021 heeft Lise Vanderveken, Vossenstraat 48, 3060 Bertem, een melding ingediend voor het vervangen van een raam door een schuifraam in de rechtergevel van de woning gelegen in 3060 Bertem, Vossenstraat 48, sectie C 742a.

 

Feiten en context

  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Vossenstraat.

Dit gedeelte van Bertem is een westelijke uitloper van het centrum van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door een zeer gevarieerd type van woningen overwegend in halfopen en open bebouwing. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         De aanvraag omvat het vervangen van ramen in de zijgevel.
Het uiterste raam in de rechtergevel wordt vervangen door een schuifraam. De afmetingen van het schuifraam zijn 2,20 m hoog en 2,45 m breed.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

º         1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

º         2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

         Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het artikel 3 bepaalt dat:

Voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden aan zijgevels, achtergevels en daken van hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen de  vergunningsplicht wordt vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd

2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd

3° het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd

 

Argumentatie

         Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

         Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De aanvraag is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
De aanvraag is conform met artikel 3 van het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl. er worden werken uitgevoerd aan de zijgevel met impact op de stabiliteit, zonder dat er een fuctiewijziging wordt doorgevoerd, of het aantal woongelegenheden wordt gewijzigd of het fysiek bouwvolume en/of de bouwoppervlakte wordt gewijzigd.

         Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing

         Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Er worden geen voorwaarden opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt akte van de melding van Lise Vanderveken voor het vervangen van een raam door een schuifraam in de rechtergevel van de woning gelegen in 3060 Bertem, Vossenstraat 48, sectie C 742a.

 

Artikel 2:

De meldingsakte wordt overgemaakt aan Lise Vanderveken, Vossenstraat 48, 3060 Bertem.

 

Artikel 3:

Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN THOMAS MARYNISSEN VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN EENGEZINSWONING IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 709, SECTIE F, NR 5B2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 10 mei 2021 heeft Thomas Marnyissen, Dorpstraat 709 te 3061 Leefdaal, een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een eengezinswoning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 709, sectie F nr 5b2.

         Op 18 mei 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven in de eerste 50 meter gelegen in woongebied met landelijk karakter, achterliggend in agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat. Deze straat doorkruist de gemeente van oost naar west in de omgeving van de Voer en is in deze zone bebouwd met woningen en bijgebouwen in verschillende verschijningsvormen. Het betreft een klassieke gesloten eengezinswoning met twee bouwlagen en een zadeldak. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de inrichting van de zolderverdieping (nieuwe badkamer, bureau, slaapkamer en twee bergingen). Hierdoor ontstaat er een tweede badkamer. De bestaande badkamer op de eerste verdieping wordt verplaatst naar een huidige slaapkamer. Op de plek van de oorspronkelijke badkamer zal een dressing komen. Daarnaast wordt het volume van de zolder uitgebreid door de bouw van een dakkapel in de achtergevel met als bedoeling de ruimtelijke kwaliteiten van de onderliggende ruimte te vergroten. Tot slot is de heraanleg van de oprit aan de voorgevel van de woning voorzien. Dit omvat het aanleggen van een tweede parkeerplaats met elektrisch laadpunt.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt, dit beperkt zich tot minder dan 40 m2. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige en planologische voorschriften.

Mobiliteitsimpact

De woning beschikt reeds over 1 autostaanplaats en 1 garage. De aanvraag voorziet in een 'derde' autostaanplaats. In de nieuwe situatie voldoet de aanvraag aan de gemeentelijke parkeerverordening.

Schaal

Het gabarit van de nieuwe woning ligt hoger, doordat er aan de achtergevel een dakuitbouw gemaakt zal worden op de zolder. Deze uitbreiding blijft bescheiden en is bijgevolg aanvaardbaar. De extra autostandplaats is verantwoord vanuit de parkeerverordening, maar blijft een zeer zwaar 'bouwprogramma', vanwege de beperkte oppervlakte van de voortuin. Daarnaast wordt er een extra pad naar de voordeur aangelegd en wordt dit pad verbonden met de oorspronkelijke oprit. Dit zorgt voor onnodige extra verharding. Het pad naar de voordeur en de extra parkeerplaats zonder de verbinding tussen het pad en de oprit integreert zich qua schaal in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De uitbreiding van het volume van de woning heeft geen impact op de bouwdichtheid van het perceel. Deze blijft namelijk ongewijzigd. In de omgeving komen gelijkaardige of zelfs hogere dichtheden voor. Door de extra parkeerplaats, de uitbreiding van de bestaande oprit en het nieuwe pad naar de voordeur zal de voortuin voor meer dan 50% verhard raken. De verbinding tussen de bestaande oprit en het nieuwe pad is onnodige verharding. Tevens dient de nieuwe oprit aangelegd te worden in groene tegels (grasdallen, grastegels, grasklinkers, etc). Dit wordt opgenomen als voorwaarde. Bijgevolg zal een extra parkeerplaats en een pad naar de voordeur qua ruimtegebruik en bouwdichtheid aansluiten bij deze omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

Aan de voorgevel van de woning wijzigt niets. De dakuitbouw integreert zich, door de bescheidenheid en de gebruikte materialen, in de omgeving. Mits de extra parkeerplaats wordt voorzien van groene verharding zal deze zich integreren in de omgeving. De omgeving oogt daarbovenop groener als er geen voertuig geparkeerd staat.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Het terrein in de huidige situatie is sterk hellend. Er zouden ter hoogte van de nieuwe parkeerplaats reliëfwijzigingen aangebracht worden, om toegang te krijgen tot een tweede parkeerplaats. Deze bijkomende 2e inrit kan leiden tot een gewijzigde waterhuishouding. Door de 2e inrit uit te rusten in groene tegels (grasdallen, grastegels, grasklinkers, etc.) kan een gewijzigde waterhuishouding voorkomen worden.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Een extra autostandplaats in de voortuin zou zorgen voor excessieve verharding. Dit kan tevens leiden tot wateroverlast, aangezien de voortuin op een helling is gelegen. Hemelwater zal hierdoor sneller afwateren op het openbaar domein. Door het uitrusten van de 2e inrit met groene verharding wordt bovenstaande problematiek tot een minimum beperkt. Tevens dient de ondergrond van deze groene verharding ook waterdoorlatend te zijn. Het regenwater van de nieuwe parkeerplaats mag niet afwateren op het openbaar domein. Dit wordt opgenomen als voorwaarde. Mits naleven van de voorwaarden blijven de hinderaspecten beperkt.

Conclusie

Het voorgestelde project is deels planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord nl. gunstig voor de dakuitbreiding, de verbouwing en de extra parkeerplaats. Ongunstig voor de uitbreiding van de bestaande parkeerplaats.

 

Advies en voorwaarden

1. De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen voor de verbouwingswerken, de dakuitbreiding en de extra parkeerplaats onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         Het regenwater dat valt op de nieuwe parkeerplaats dient op het eigen terrein opgevangen te worden.

         De extra parkeerplaats en de onderliggende laag worden uitgerust met waterdoorlatende 'groene' materialen (grasdallen, grastegels, grasklinkers, etc).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Thomas Marynissen voor het verbouwen van een eengezinswoning en de aanleg van een extra parkeerplaats in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 709, sectie F nr 5b2 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         Het regenwater dat valt op de nieuwe parkeerplaats dient op het eigen terrein opgevangen te worden.

         De extra parkeerplaats en de onderliggende laag worden uitgerust met waterdoorlatende 'groene' materialen (grasdallen, grastegels, grasklinkers, etc).

 

Artikel 3:

Het college levert een weigering af aan Thomas Marynissen voor het verbreden van de bestaande oprit in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 709, sectie F nr 5b2.

 

Artikel 4:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN WIM VANDERGHINSTE VOOR HET AANBRENGEN VAN GEVELBEPLEISTERING OP ISOLATIEPLATEN OP DE VOORGEVEL VAN DE WONING GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, KORBEEKSTRAAT 36, SECTIE D NR 34L.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 26 mei 2021 heeft Wim Vanderghinste, Korbeekstraat 36, 3061 Leefdaal een aanvraag ingediend voor het aanbrengen van gevelbepleistering op isolatieplaten op de voorgevel van de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Korbeekstraat 36, sectie D nr 34l.

         Op 2 juni 2021 werd bijkomende informatie gevraagd en op 7 juni 2021 werd de bijkomende informatie ontvangen.

         Op 9 juni 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karkter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De woning is gelegen langsheen de Korbeekstraat. De Korbeekstraat takt aan op de Dorpstraat en snijdt samen met de Leefdaalse Heideweg in het agrarische gebied. Ze vormt van oudsher de verbinding met Korbeek-Dijle. De bebouwing is zuiver residentieel en bestaat uit woningen in verschillende verschijningsvormen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het aanbrengen van gevelbepleistering op isolatieplaten met een dikte van 10 cm.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige en planologische voorschriften.

Mobiliteitsimpact

Geen opmerkingen, de woning beschikt over een garage en een ruime voortuinstrook.

Schaal

De aanvraag heeft een beperkte invloed op de schaal van het gebouw.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt afgewerkt met crepi.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Wim Vanderghinste voor het aanbrengen van gevelbepleistering op isolatieplaten op de voorgevel van de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Korbeekstraat 36, sectie D nr 34l onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN CORNELIA GENBRUGGE EN ROMAN VANGOITSENHOVEN VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, BOSSTRAAT 196, SECTIE A, NR 253V.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 26 maart 2021 hebben Cornelia Genbrugge en Roman Vangoitsenhoven, Bosstraat 196, 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een eengezinswoning, Bosstraat 196, 3060 Bertem, sectie A, nr 253v.

         Op 7 mei 2021 werd bijkomende informatie aangeleverd.

         Op 11 mei 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de grenzen van een niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid om de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 meter vanaf de as van weg gelegen in woongebied met landelijk karakter, de rest ligt in agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Bosstraat. De Bosstraat vormt de verbinding tussen de Tervuursesteenweg en de noordelijk gelegen aangrenzende gemeente Herent. De bebouwing wordt gekenmerkt door woningen in open verband in verschillende verschijningsvormen en sluit aan op de bebouwing van de noordelijke rand van Bertem. De omgeving wordt verder gekenmerkt door een open agrarisch gebied afgewisseld met zones met significante natuurwaarden. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de renovatie en uitbreiding (in diepte 8,7 m en 5,65 in breedte) van een bestaande woning die uit 2 delen bestaat. Het voorste deel, de chalet (1958) en een achterbouw in modernistische stijl (1968). De voorgestelde werken zijn ingeplant op een zeer sterke helling (ca. 8 m) en omvatten de afbraak van een deel van de chalet en het vervangen van de dieper gelegen modernistische bouw. Daarnaast zullen er nog andere werkzaamheden plaatsvinden zoals het verplaatsen van de inkom, het creëren van een bureauruimte, een grotere leefruimte, het verplaatsen van de trap, 4 slaapkamers i.p.v. 3, 2 badkamers i.p.v. 1, het plaatsen van een patio aan de voorgevel, het plaatsen van een nieuw tuinhuis met carport aan de zijgevel en het plaatsen van een pergola op het zuidelijk gelegen terras. De gevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met crepi, behalve de zuidgevel. Deze wordt wel geïsoleerd maar hier komt een luifel tegenaan.

         Watertoets

De provinciale dienst waterlopen heeft op 7 juni 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2140 De Redelle. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er worden 2 hemelwaterputten geplaatst van in totaal 10 000 liter en een infiltratievoorziening van 5000 liter (min. 4850 liter). Het hemelwater dat terechtkomt op de verhardingen kan infiltreren in de bodem rondom.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

- Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

- Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot

verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

1.Op 4 juni 2021 heeft departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid een gunstig advies afgeleverd:

"De aanvraag heeft geen betrekking op professionele agrarische of para-agrarische activiteiten, en is gelegen deels gelegen in agrarisch gebied en deels landelijk woongebied, langs een verharde weg met bebouwing.

Het betreft de verbouwing en uitbreiding van de woning.

Gelet op de bestaande toestand en de lokale ruimtelijke situatie en indien de normen van de wetgeving m.b.t. zonevreemde woningen en gebouwen worden gerespecteerd, veroorzaken de werken in principe geen bijkomende schade aan de landbouwstructuren of de agrarische dynamiek en is de aanvraag voor het departement Landbouw en Visserij aanvaardbaar."

 

2.Op 7 juni 2021 heeft de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant een gunstig advies afgeleverd. (zie watertoets)

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Functionele inpasbaarheid

Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning in open verband is functioneel inpasbaar in de omgeving met hoofdzakelijk residentiële gebouwen.

Mobiliteitsimpact

De impact op de mobiliteit in de omgeving is vrij gering.

De aangepaste plannen voldoen aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg zodat de wagens opgevangen worden op het eigen terrein.

Schaal

De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit woningen met twee bouwlagen en een zadeldak/platdak. De huidige woning is momenteel van hetzelfde type. Echter in de nieuwe situatie bestaat het hoofdvolume van de woning nog maar uit 'een' bouwlaag aan de straatzijde met een platdak. Dit is afwijkend t.o.v. het straatbeeld van de hoofdvolumes van nabij gelegen woningen. Bovendien is de woning in haar huidige situatie zeer diep (ca. 20,8 m). Er wordt geopperd om de woning met 7,9 m uit te breiden, waardoor er een totale diepte ontstaat van ca. 28,7 m. Dit overstijgt de schaal van de omliggende woningen. In vergelijking tot de hedendaagse bouwstandaard van 15 m bouwdiepte op het gelijkvloers is de bestaande bebouwing reeds afwijkend. Bijgevolg is een verdere uitbreiding van de bouwdiepte niet gewenst.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Door de woning uit te breiden in de diepte is het ruimtegebruik niet efficiënt ingedeeld. Aanpassingen aan woningen zouden idealiter juist minder bijkomende ruimte moeten innemen. De voorgestelde woonvorm draagt niet bij aan de visie van compactere woonvormen om het percentage verharding te laten dalen. Tevens vormt de Bosstraat 196 een overgang naar het openruimtegebied. Door de woning in de diepte uit te breiden, wordt het zicht vanuit het aanpalende linkerperceel op het openruimtegebied verminderd. Derhalve is deze lang-getrokken uitbreiding niet gewenst.

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe verschijningsvorm van de woning zal zich visueel-vormelijk na de verbouwing niet inpassen, ondanks het wisselende straatbeeld waarin woningen voorkomen met verschillende verschijningsvormen, aangezien deze woning de enige woning in de directe omgeving zal zijn waarbij maar één bouwlaag met platdak van het hoofdvolume zichtbaar zal zijn vanaf de straat.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Deze aanvraag voorziet in een beperkte wijziging van het terreinprofiel.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Om verschuiving van de wateroverlast naar de percelen te vermijden, kunnen ophogingen van het terrein, dat gelegen is in watergevoelig gebied, niet worden toegestaan. De hinderaspecten, het gebruiksgenot en de impact van de aanvraag op het bodemreliëf kunnen aanvaardbaar geacht worden in het licht van de goede ruimtelijke ordening.

 

Conclusie

Op basis van de enorme bouwdiepte, de inname van onnodige ruimte in woongebied met landelijk karakter met zicht op een openruimtegebied en de nieuwe verschijningsvorm van de woning dient te worden besloten dat de aanvraag op het vlak van de schaal, het ruimtegebruik en bouwdichtheid, en de visueel-vormelijke elementen niet aanvaardbaar kan worden geacht in het licht van de goede ruimtelijke ordening.

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal niet verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om een weigering af te leveren.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een weigering af aan Cornelia Genbrugge en Roman Vangoitsenhoven voor het verbouwen van een eengezinswoning in 3060 Bertem, Bosstraat 196, sectie A, nr 253v.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN SARISSA GIJSEGOM EN WITSE ROEKENS VOOR HET BOUWEN VAN EEN EENGEZINSWONING IN 3060 BERTEM, HET BLOK 37, SECTIE C, NR 194K7.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 8 april 2021 hebben Sarissa Gijsegom en Witse Roekens, Komkommerstraat 1, 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een eengezinswoning in 3060 Bertem, Het Blok 37, sectie C, nr 194k7.

         Op 26 april 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in het RUP Centrum, goedgekeurd door de deputatie van Vlaams-Brabant op 9 juli 2009. Na publicatie in het Belgisch Staatsblad heeft een RUP verordenende kracht. Het RUP 'Centrum' is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 september 2009. Het bouwperceel heeft als algemene bestemming: zone voor gesloten en halfopen bebouwing.

         Het perceel is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 15 april 2019 nr. T874-2-2019.1. Het betreft lot 5 van deze verkaveling met als algemene bestemming: zone voor gesloten en halfopen bebouwing.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de nieuw gerealiseerde weg Het Blok. Het perceel ligt in het centrum van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door een vrij dichte bebouwing in verschillende verschijningsvormen rond een open en groen binnengebied. Dit binnengebied werd reeds deels gebruikt voor openbare voorzieningen en de realisatie van een groene long, met de Voer als ader, in het centrum van Bertem. Er is een nieuwe weg aangelegd waar private en sociale bebouwing wordt gerealiseerd. Tussen de Voer en de Tervuursesteenweg op de noordelijke valleirand is er een vrij groot niveauverschil. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een woning. De gesloten bebouwing met twee bouwlagen heeft een breedte van 7 m en een diepte van 12 m op het gelijkvloers en 12 m op de verdieping. De woning wordt ingeplant op maximaal 8 m van de grens van Het Blok. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,85 m en de woning wordt voorzien van een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel. De woning wordt opgetrokken in gevelsteen met dunne voeg in een lichtgrijze kleur. De aluminium regengoten en regenafvoer zullen zwart worden. Het buitenschrijnwerk van PVC is antraciet van kleur. De tuinzone wordt afgewerkt zoals de aanpalende percelen.

         Watertoets

Op 11 mei 2021 heeft de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant een gunstig wateradvies afgeleverd:

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

De bouw van een gesloten eengezinswoning met oprit en pad naar de voordeur.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen: Er wordt een hemelwaterput van 7500 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 2000 liter (min. 600 liter). De oprit en het pad worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

1.Op 29 april 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

"Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.

Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.

De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"

 

2. Op 11 mei 2021 heeft de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant een gunstig advies afgeleverd, zie watertoets.

 

         Interne adviezen

Op 7 juni 2021 heeft de dienst burgerzaken een huisnummer toegekend, nr 37.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in het RUP 'Centrum'. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 29 april 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant 11 mei 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Sarissa Gijsegom en Witse Roekens voor het bouwen van een eengezinswoning in 3060 Bertem, Het Blok 37, sectie C, nr 194k7 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 29 april 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant 11 mei 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Overzicht punten

Zitting van 14 juni 2021

 

OMV VOERHOEK 12. AANVRAAG VAN KAROLINE VAN DEN BRANDE EN FILIP MODDERIE VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, VOERHOEK 12, SECTIE C NRS. 235H, 233B, 236 EN 234D.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 26 april 2021 hebben Karoline Van den Brande en Filip Modderie, Voerhoek 12, 3061 Leefdaal, een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Voerhoek 12, sectie C nrs. 235h, 233b, 236 en 234d.

         Op 26 april 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

         Op 26 mei 2021 hebben Karoline Van den Brande en Filip Modderie een tweede projectinhoudversie ingediend naar aanleiding van het negatief advies van de provincie, dienst waterlopen van 25 mei 2021.

Deze versie werd aanvaard op 7 juni 2021.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter en achterliggend parkgebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Voerhoek.

Ten zuiden van Sint-Verona is tussen de centra van Bertem en Leefdaal ter hoogte van Het Bies en aanpalende straten een bebouwde cluster ontstaan.

De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit landelijke vrijstaande woningen in verschillende verschijningsvormen. Richting Tervuursesteenweg gaat de bestemming over in bedrijvigheid.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het verbouwen van een woning.

Links achteraan de woning wordt er een achterbouw voorzien met een overdekt terras met een breedte van 6,45 m, een diepte van 8,35 m en afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,25 m.

De uitbouw wordt afgewerkt met crepi en houten gevelbekleding.

Rondom de uitbreiding wordt een nieuw terras voorzien met een oppervlakte van 32,6 m².

Er wordt bijkomend een carport voorzien tegen de bestaande tuinberging met een oppervlakte van 33,79 m² en een zwembad met een oppervlakte van 40 m².

         Watertoets

Op 25 mei 2021 werd het ongunstig advies van de provincie Vlaams-Brabant bekomen nl.:

"Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie de B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een effectief en deels in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een ongunstig en/of schadelijk effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden:

º         De toename van de bebouwde oppervlakte in effectief overstromingsgevoelig gebied heeft een nadelig effect op de infiltratiemogelijkheden van hemelwater

º         De toename van de bebouwde oppervlakte vergroot de druk op de waterafvoerende oppervlakte

º         De kans op wateroverlast op het eigen en omliggend terrein vergroot.

Gelet op voorgaande bemerkingen en voorwaarden, kan het voorwerp van de aanvraag niet als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Onder huidige vorm is het voorwerp van de aanvraag niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Een aangepaste aanvraag dient rekening te houden met volgende voorwaarden:

º         Het volume komberging dat wordt ingenomen door de uitbreiding dient op eigen terrein te worden gecompenseerd. Het te verwachten overstromingsniveau bedraagt 0,3 m, het te compenseren volume bedraagt dus 14,49 m³ (48,3 m² x 0,3 m).

º         Dit volume dient gecompenseerd te worden in of grenzend aan de effectief overstromingsgevoelige zone op het perceel en volledig uitgevoerd te worden boven de hoogst gekende grondwaterstand.

º         Er wordt onvoldoende aangetoond dat de bodem niet-infiltratiegevoelig is. Het rapport waarnaar verwezen wordt, is een sonderingsonderzoek en geeft geen exacte infiltratiewaarde. Een hoge grondwaterstand (op 40 cm onder het maaiveld) is geen argument om niet te hoeven infiltreren. Een infiltratievoorziening kan daaraan aangepast worden en eventueel deels bovengronds worden voorzien. Bovendien: indien er aangetoond wordt dat de infiltratiecapaciteit kleiner is dan 0,50*10-6 m/s dient er een buffervoorziening geplaatst te worden. Zie hiervoor de publicaties van VMM “waterwegwijzer bouwen en verbouwen” (2018) en “Opstellen van richtlijnen voor het meten van de infiltratiecapaciteit en het modelmatig onderbouwen voor de dimensionering van infiltratievoorzieningen” versie 9.0 (2016).

º         Op de plannen dient de exacte plaatsing, omvang en diepte van de infiltratievoorziening, het buffervolume van de infiltratievoorziening in liter, de totale horizontale dakoppervlakte in vierkante meter die op de infiltratievoorziening aangesloten wordt en de locatie en het niveau van de overloop aangegeven te worden.

º         Het in te dienen plan moet volgende aanduidingen vermelden:

          De nummering en de naam van de waterloop

          De zone van vijf meter landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, met vermelding van 'zone langsheen waterlopen - vrije doorgang'

          De exacte plaatsing, omvang en diepte van de infiltratievoorziening, het buffervolume van de infiltratievoorziening in liter, de totale horizontale dakoppervlakte in vierkante meter die op de infiltratievoorziening aangesloten wordt en de locatie en het niveau van de overloop.

º         Daarnaast is het heel sterk af te raden om een zwembad aan te leggen in een zone waarvan men weet dat deze effectief overstromingsgevoelig is.

Hemelwaterverordeningen:

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

Bespreking: Op 26 mei 2021 werd een nieuwe versie overgemaakt door de aanvrager om tegemoet te komen aan het negatief advies. Hierbij werd ondermeer het zwembad uit de aanvraag geweerd, de komberging verhoogd in functie van de voetafdruk van het gebouw (35,32 m² x 0,3 m = 10,6 m³), infiltratiekratten toegevoegd en de waterloop aangeduid op het inplantingsplan.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening (cf. v2.0 van de aanvraag).

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

1. Op 29 april 2021 werd een voorwaardelijk gunstig advies van De Watergroep bekomen nl.:

"Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Gunstig advies met voorwaarden

Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter moet ook na de verbouwing aan de voorschriften voldoen.

De kosten van een nieuwe aftakking en/of eventuele aanpassingen ten gevolge van de verbouwing zijn ten laste van de aanvrager(s).

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be  Christian.Rummens@dewatergroep.be

Afdeling Waterbronnen en Milieu"

 

2. Op 25 mei werd het ongunstig advies van Natuur en Bos bekomen nl.:

"Volgens onze gegevens ligt de zone waar men het zwembad wenst aan te leggen in natuurgebied op de bestemmingsplannen. Om de grens van de gewestplanbestemmingen te bepalen, dient de vergunning verlenende overheid op de originele gewestplannen het nodige onderzoek uit te voeren. De aanleg van een zwembad is strijdig met de gewestplanbestemming natuurgebied. In het natuurgebied mogen geen bijkomende verhardingen worden aangebracht. Het agentschap adviseert het voor natuurgebied bestemd deel van de percelen uit de aanvraag extensief te beheren."

 

3. Op 25 mei 2021 werd het ongunstig advies van de provincie Vlaams-Brabant  bekomen (zie ook watertoets) nl.:

"Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:

º         Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid en het beheer van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a.,beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden.

º         Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik vanpesticiden steeds verboden.

º         Afsluitingen in deze zone moeten tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en zijn maximaal 1,50 m hoog. Dwarse afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden.

º         Afsluitingen zijn steeds van het open type zodat ze volledig doorstroombaar zijn voor water en ze niet functioneren als keermuur. Ze mogen niet bestaan uit vaste constructies en moeten in het geheel (tijdelijk) weggenomen of verplaatst kunnen worden indien de onderhoudsnood van de waterloop dit vereist.

º         Afsluitingen die bestaan uit vaste constructies (met fundering, muren, wanden of platen uit beton, hout e.d., vaste palen, groenschermen…) zijn niet toegestaan in deze zone.

º         Het aanplanten van dwarse of langse hagen is verboden.

º         Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 8 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van 0,50 m.

º         Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd.

º         Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging.

º         Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen.

º         Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.

Algemene maatregelen:

º         Op de vijfmeterzone langs geklasseerde waterlopen rust een erfdienstbaarheid van doorgang.

Aangelanden en eigenaars zijn verplicht doorgang te verlenen aan de waterloopbeheerder, zijn personeel en het materiaal nodig voor onderhoudswerken aan de waterlopen

º         Er is geen vergoeding verschuldigd voor deze doorgang voor het beheer noch voor deponie van onschadelijke ruimingsproducten en maaisel afkomstig van de bedding van de waterloop binnen deze vijfmeterzone

º         In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.

º         De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden.

º         Schade die een gevolg kan van wateroverlast vanuit de waterloop kan niet verhaald worden op de beheerder van de waterloop."

 

Bespreking adviezen: op 26 mei 2021 werd een nieuwe versie overgemaakt door de aanvrager om tegemoet te komen aan de negatieve adviezen. Hierbij werd ondermeer het zwembad uit de aanvraag geweerd. Deze versie werd op 7 juni 2021 aanvaard.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het verbouwen van een woning is functioneel inpasbaar. De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige en planologische voorschriften.

Het aanleggen van een zwembad in parkgebied is niet functioneel inpasbaar.
Op 26 mei 2021 werd een nieuwe versie overgemaakt door de aanvrager om tegemoet te komen aan de negatieve adviezen. Hierbij werd het zwembad uit de aanvraag geschrapt, waardoor het gevraagde functioneel inpasbaar is.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving. Er worden voldoende autostaanplaatsen en fietsenstallingen voorzien, waardoor het aangevraagde in overeenstemming is met de gemeentelijke verordening.

Schaal

De aanvraag is in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag is, qua ruimtegebruik, niet in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving. Hiertoe wordt verwezen naar het ongunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos.
Op 26 mei 2021 werd een nieuwe versie overgemaakt door de aanvrager om tegemoet te komen aan de negatieve adviezen. Hierbij werd het zwembad uit de aanvraag geschrapt.

Visueel-vormelijke elementen

De uitbouw wordt afgewerkt met crepi en houten gevelbekleding en is in overeenstemming met de aanwezige bebouwing in de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Er worden geen opmerkingen geformuleerd.

Reliëf

Er worden geen opmerkingen geformuleerd.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er worden geen opmerkingen geformuleerd.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 29 april 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos van 25 mei 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant van 25 mei 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Karoline Van den Brande en Filip Modderie voor het verbouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Voerhoek 12, sectie C nrs. 235h, 233b, 236 en 234d onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 29 april 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos van 25 mei 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant van 25 mei 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep, de Provincie- dienst waterlopen en het Agentschap voor Natuur en Bos.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 21/06/2021
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.