Zitting van 23 maart 2020
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 16 maart 2020 goed.
Zitting van 23 maart 2020
VERKIEZING EREDIENSTEN. KENNISNAME UITSTEL VERKIEZINGEN VAN DE BESTUURSORGANEN VAN DE GELOOFSGEMEENSCHAPPEN EN DE CENTRALE BESTUREN.
Besluit
Mededeling
Het college neemt kennis van de bijgevoegde brief van Jeroen Windey, administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur, van 18 maart 2020.
Door de verspreiding van het coronavirus COVID-19 in België en de noodzakelijke maatregelen om deze verspreiding tegen te gaan, zullen de verkiezingen van de raden van de erkende lokale geloofsgemeenschappen, die ten laatste in april en mei 2020 moeten plaatshebben en nog niet zijn georganiseerd, onmiddellijk worden uitgesteld voor onbepaalde duur tot de Coronapandemie formeel over is. Dit betekent dat zowel de verkiezingen van de bestuursorganen van de geloofsgemeenschappen als de verkiezingen van de bestuursorganen van de centrale besturen worden uitgesteld. Alle voorbereidende werkzaamheden worden onmiddellijk stopgezet. De huidige leden blijven in functie tot aan de nieuwe verkiezing van de leden.
Zitting van 23 maart 2020
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/104 tot en met nr. 2020/112 voor een totaal bedrag van 4133,65 euro.
Zitting van 23 maart 2020
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de volgende facturen goed: nr. 2019/4899 tot en met nr. 2019/4902 voor een totaal bedrag van -594,71 euro en nr. 2020/769 tot en met nr. 2020/863 voor een totaal bedrag van 206 991,88 euro.
Zitting van 23 maart 2020
SENIORENFEEST. KENNISNAME AFGELASTING EN TERUGBETALING DEELNAMEPRIJS.
Besluit
Motivering
Op 13 maart 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen om naar aanleiding van de opgelegde maatregelen omtrent het Coronavirus het seniorenfeest van 24 april 2020 af te gelasten.
Mededeling
De reeds verkochte toegangskaartjes worden volledig terugbetaald.
Zitting van 23 maart 2020
SPEELPLEIN KATTESTROOF. KENNISNAME AFGELASTING SPEELPLEIN TIJDENS DE PAASVAKANTIE.
Besluit
Motivering
Op 18 maart 2020 nam de Vlaamse regering nieuwe maatregelen in het kader van de coronapandemie. Eén van de maatregelen is dat alle jeugdwerkactiviteiten en vakantiekampen in de paasvakantie worden geannuleerd, bijgevolg ook onze speelpleinwerking Kattestroof.
Er waren drie speciale activiteiten voorzien tijdens de paasvakantie:
• Aventure Parc (lagere 5 en 6);
• Provinciedomein Huizingen (kleuters en lagere);
• Theatervoorstellingen door Studio Gekko.
Busmaatschappij Veronicacars heeft laten weten dat ze geen annulatiekosten aanrekenen bij tijdige annulering (één week vooraf).
De tickets voor het provinciedomein waren nog niet besteld.
Studio Gekko heeft eveneens laten weten dat ze geen annulatiekosten aanrekenen.
Voor Aventure Parc is het nog onduidelijk of ze na 5 april mogen opengaan.
De kosten voor de speelpleinwerking voor de gemeente blijven dus heel beperkt.
Mededeling
Vermits de kosten voor de speelpleinwerking heel beperkt zijn, worden de reeds betaalde uitstappen en speciale activiteiten aan de ouders terugbetaald.
Zitting van 23 maart 2020
OMGEVINGSVERGUNNING TERVUURSESTEENWEG 308. AANVRAAG PETER DE SCHOUWER NAMENS AGENTSCHAP WEGEN EN VERKEER VOOR HET BOUWEN VAN EEN NIEUWE VOERTUIGLOODS IN 3060 BERTEM, TERVUURSESTEENWEG 308, SECTIE B NR 132P2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 3 december 2019 heeft Peter De Schouwer namens Agentschap Wegen en Verkeer een aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwe voertuigloods in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 308, sectie B nr 132p2.
• Op 19 december 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut.
Onder "gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen" dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig.
Daarbij is het irrelevant of deze voorzieningen worden opgericht en uitgebaat door een overheid dan wel door een privé-instelling of -persoon, in zoverre althans de exploitant van de inrichting geen winstbejag nastreeft en de voorzieningen werkelijk ten dienste staan van de gemeenschap.
• Het perceel is gelegen in de lus van de afslag Bertem - Tervuren van de E40, richting Brussel, in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een nieuwe voertuigloods na afbraak van de bestaande installaties op de bouwplaats.
De nieuwe loods van 35,22 m op 30,16 m wordt gebouwd op 0,50 m van de bestaande voertuigloods in het noordwesten van de site. De loods wordt voorzien van een zadeldak met een kroonlijsthoogte van 4,51 m en een nokhoogte van 6,55 m.
• Watertoets
Gunstig wateradvies van 12 maart 2020 van de provinciale dienst waterlopen.
"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 12 februari 2020 op naam van Peter De Schouwer voor nieuwbouw loods. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Tervuursesteenweg 308, 3060 Bertem, kadastraal gekend als 24009B0132/00P002.
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De bestaande betonnen vloerplaat wordt verwijderd en er wordt een nieuwe loods gebouwd.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2141 De Bosdelle. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Hemelwaterverordeningen
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
De loods wordt gebouwd op een reeds verharde niet-waterdoorlatende zone. De helft van de loods wordt aangesloten op 3 citernes van 15 000 liter met de bedoeling dit hemelwater te hergebruiken.
Gezien het beperkte hergebruik op de site wordt een afwijking toegestaan op de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening en mag de andere helft worden aangesloten op de reeds bestaande infiltratievoorziening. De voorgestelde situatie is immers een verbetering ten opzichte van de huidige.
Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en .2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 3 januari 2020 tot 1 februari 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
1) De Watergroep heeft op 20 december 2019 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
"Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning van Leefdaal die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.
De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning.
Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het oprichten van een nieuwe voertuigloods draagt bij tot de optimalisatie van de site.
Mobiliteitsimpact
De site heeft een openbaar karakter en de nieuwe loods is er juist op gericht om de voertuigen beter op te vangen op het terrein.
Schaal
De afmetingen van de loods vallen binnen de normaal te verwachten afmetingen voor dergelijke gebouwen.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het betreft een ruim perceel en de toename van het ruimtegebruik op het perceel is zeer beperkt.
Visueel-vormelijke elementen
De voorziene loods heeft geen impact op het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
De beperkte reliëfwijzigingen staan in relatie tot het terrein en de omgeving.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De nieuwe loods zal bijdragen tot de optimalisatie van de openbare dienstverlening op deze site.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 20 december 2019 moeten strikt worden nageleefd
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 12 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Peter De Schouwer namens Agentschap Wegen en Verkeer voor het bouwen van een nieuwe voertuigloods in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 308, sectie B nr 132p2 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 20 december 2019 moeten strikt worden nageleefd
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 12 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en de provinciale dienst waterlopen.
Zitting van 23 maart 2020
OMGEVINGSVERGUNNING DORPSTRAAT 344. AANVRAAG JARCO GINIS VOOR HET SLOPEN VAN EEN BESTAAND GEBOUW EN HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 344, SECTIE C NR 312Z2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 10 december 2019 heeft Jarco Ginis een aanvraag ingediend voor het slopen van een bestaand gebouw en het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 344, sectie C nr 312z2.
• Op 17 januari 2020 werd de gevraagde extra informatie ontvangen.
• Op 3 februari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanaf de Dorpstraat gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het overige gedeelte is gelegen in natuurgebied. Alle werkzaamheden zijn voorzien in het woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De natuurgebieden ressorteren onder de groengebieden, welke bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat in het gehucht Sint-Verona.
Dit gehucht ligt tussen de centra van Bertem en Leefdaal en is ontstaan rondom de kapel Sint-Verona, de Dorpstraat en de Voer.
De omgeving van het bouwperceel wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk eengezinswoningen in open en halfopen verband en een transportbedrijf op het kruispunt met de Delle. Het perceel zelf ligt vooraan op hetzelfde niveau als de Dorpstraat en sluit ver aan op de lager gelegen Voer. Op het bouwperceel staat een oud gebouw dat afgebroken wordt. Op het links aanpalende perceel staat een woning met een blinde gevel die weliswaar niet in de scheiding staat. Rechts wordt een nieuwe woning opgericht in gesloten verband.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
Het voorstel omvat het bouwen van een nieuwe driegevelwoning met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel.
De woning met een breedte van 7,30 m en een diepte van 9 m wordt opgericht in het verlengde van de nieuwe rechts aanpalende woning. De zijdelingse bouwvrije strook is vrij ruim. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,70 m.
Na aanpassing van het ontwerp zijn 3 bruikbare parkeerplaatsen voorzien op het terrein. Hiervan wordt er eentje gebruikt door de linker buur (overeenkomst).
• Watertoets
Gunstig wateradvies van 12 maart 2020 van de provinciale dienst waterlopen.
"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De bouw van een woning met terras en inrit.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 de Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een effectief en deels in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop. Deze zone ligt in de tuin, die afhelt richting de Voer en heeft geen invloed op de te bouwen woning.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput voorzien van 5000 liter en een infiltratievoorziening van 2000 liter. Het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers.
Hemelwaterverordeningen:
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
De buur werd verzocht zijn eventuele opmerkingen over te maken. Deze buur heeft zich akkoord verklaard met het project.
• Externe adviezen
1) De provinciale dienst waterlopen heeft op 12 maart 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
"Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:
Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden.
Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik van pesticiden steeds verboden.
Langse open afsluitingen moeten tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en zijn maximaal 1,50 m hoog. Dwarse open afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden. Het aanplanten van dwarse en langse hagen is verboden.
Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 8 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van 0,50 m.
Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd.
Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging.
Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen;
Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.
Algemene maatregelen:
In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.
De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Opmerking
Het in te dienen plan moet volgende aanduidingen vermelden:
- De nummering en de naam van de waterloop;
- De zone van vijf meter landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, met vermelding van 'zone langsheen waterlopen - vrije doorgang'."
• Interne adviezen
Op 11 december 2019 heeft de dienst burgerzaken zijn advies over de huisnummers uitgebracht.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het inbrengen van een woning is verantwoord in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
De voorziene werken hebben een beperkte impact op de mobiliteit in de omgeving.
Er zijn drie parkeerplaatsen op het bouwperceel voorzien waarvan er één via een overeenkomst zal gebruikt worden door de rechts aanpalende buur.
Mits de nodige fietsenstallingen voorzien worden, kan het project in overeenstemming gebracht worden met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg (zie voorwaarden).
Schaal
De woningen in de omgeving bestaan uit twee bouwlagen en een hellend dak. De huidige woning is van hetzelfde type waardoor de schaal van de gebouwen in de omgeving niet overschreden wordt.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het perceel heeft een oppervlakte van 11,16 are. Hierdoor blijft het open en groene karakter van de omgeving bewaard.
In de omgeving komen gelijkaardige of hogere dichtheden voor.
Visueel-vormelijke elementen
De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen met twee bouwlagen en hellende daken.
De woning heeft een klassieke vormgeving en zal zich zodoende inpassen in het huidige en toekomstige heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
De reliëfwijzigingen staan in relatie tot het ontwerp en de omgeving.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De buur heeft zich akkoord verklaard met het project. Het perceel ligt in een beschermingszone II van een waterwinning waardoor bijzondere voorschriften van toepassing zijn (zie voorwaarden).
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 12 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.
• De nodige fietsenstallingen moeten voorzien worden volgens de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
• Omwille van de ligging in een beschermingszone II van een waterwinning moeten volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:
º Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.
º Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.
º Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater via WADI’s of andere geconcentreerde infiltratievoorzieningen zijn verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone II van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:
º Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.
º Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.
º Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).
• Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Jarco Ginis voor het slopen van een bestaand gebouw en het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 344, sectie C nr 312z2 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 12 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.
• De nodige fietsenstallingen moeten voorzien worden volgens de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
• Omwille van de ligging in een beschermingszone II van een waterwinning moeten volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:
º Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.
º Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.
º Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater via WADI’s of andere geconcentreerde infiltratievoorzieningen zijn verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone II van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:
º Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.
º Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.
º Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).
• Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, de provinciale dienst waterlopen en De Watergroep.
Zitting van 23 maart 2020
OMGEVINGSVERGUNNING DORPSTRAAT 342. AANVRAAG YARA GINIS VOOR HET SLOPEN VAN EEN BESTAANDE GEBOUW EN HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 342, SECTIE C NR 312Z2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 10 december 2019 heeft Yara Ginis een aanvraag ingediend voor het slopen van een bestaande gebouw en het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 342, sectie C nr 312z2.
• Op 17 januari 2020 werd de gevraagde extra informatie ontvangen.
• Op 3 februari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanaf de Dorpstraat gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het overige gedeelte is gelegen in natuurgebied. Alle werkzaamheden zijn voorzien in het woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De natuurgebieden ressorteren onder de groengebieden, welke bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat in het gehucht Sint-Verona.
Dit gehucht ligt tussen de centra van Bertem en Leefdaal en is ontstaan rondom de kapel Sint-Verona, de Dorpstraat en de Voer.
De omgeving van het bouwperceel wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk eengezinswoningen in open en halfopen verband en een transportbedrijf op het kruispunt met de Delle. Het perceel zelf ligt vooraan op hetzelfde niveau als de Dorpstraat en sluit ver aan op de lager gelegen Voer. Op het bouwperceel staat een oud gebouw dat afgebroken wordt. Op het links aanpalende perceel wordt een nieuwe woning opgericht in halfopen verband. Rechts staat een woning met een wachtgevel.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een nieuwe tweegevelwoning met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel.
De woning met een breedte van 7,30 m en een diepte van 9 m wordt opgericht in het verlengde van de rechts aanpalende woning. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,70 m.
Na aanpassing van het ontwerp is 1 bruikbare parkeerplaats voorzien op het terrein. Er wordt er één gebruikt op het perceel van de linker buur (overeenkomst).
• Watertoets
Gunstig wateradvies van 12 maart 2020 van de provinciale dienst waterlopen.
"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De bouw van een woning met terras en inrit.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 de Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een effectief en deels in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop. Deze zone ligt in de tuin, die afhelt richting de Voer en heeft geen invloed op de te bouwen woning.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput voorzien van 5000 liter en een infiltratievoorziening van 2000 liter. Het terras en de oprit worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers.
Hemelwaterverordeningen:
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
De buren werden verzocht hun eventuele opmerkingen over te maken. Deze buren hebben zich akkoord verklaard met het project.
• Externe adviezen
1) De provinciale dienst waterlopen heeft op 12 maart 2020 een voorwaardelijk gunstig advies geuit.
"Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:
Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden.
Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik van pesticiden steeds verboden.
Langse open afsluitingen moeten tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en zijn maximaal 1,50 m hoog. Dwarse open afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden. Het aanplanten van dwarse en langse hagen is verboden.
Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 8 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van 0,50 m.
Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd.
Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging.
Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen;
Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.
Algemene maatregelen:
In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.
De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Opmerking
Het in te dienen plan moet volgende aanduidingen vermelden:
- De nummering en de naam van de waterloop;
- De zone van vijf meter landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, met vermelding van 'zone langsheen waterlopen - vrije doorgang'."
• Interne adviezen
Op 11 december 2019 heeft de dienst burgerzaken zijn advies over de huisnummers uitgebracht.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het inbrengen van een woning is verantwoord in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
De voorziene werken hebben een beperkte impact op de mobiliteit in de omgeving.
Er is één parkeerplaats op het bouwperceel voorzien en één op het perceel van de linkerbuur zal gebruikt worden (zie overeenkomst). Mits de nodige fietsenstallingen voorzien worden, kan het project in overeenstemming gebracht worden met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg (zie voorwaarden).
Schaal
De woningen in de omgeving bestaan uit twee bouwlagen en een hellend dak. De huidige woning is van hetzelfde type waardoor de schaal van de gebouwen in de omgeving niet overschreden wordt.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het perceel heeft een oppervlakte van 9,98 are. Hierdoor blijft het open en groene karakter van de omgeving bewaard.
In de omgeving komen gelijkaardige of hogere dichtheden voor.
Visueel-vormelijke elementen
De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen met twee bouwlagen en hellende daken.
De woning heeft een klassieke vormgeving en zal zich zodoende inpassen in het huidige en toekomstige heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
De reliëfwijzigingen staan in relatie tot het ontwerp en de omgeving.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De buren hebben zich akkoord verklaard met het project. Het perceel ligt in een beschermingszone II van een waterwinning waardoor bijzondere voorschriften van toepassing zijn (zie voorwaarden).
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 12 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.
• De nodige fietsenstallingen moeten voorzien worden volgens de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
• Omwille van de ligging in een beschermingszone II van een waterwinning moeten volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:
º Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.
º Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.
º Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater via WADI’s of andere geconcentreerde infiltratievoorzieningen zijn verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone II van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:
º Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.
º Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.
º Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).
• Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Yara Ginis voor het slopen van een bestaande gebouw en het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 342, sectie C nr 312z2 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 12 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd
• De nodige fietsenstallingen moeten voorzien worden volgens de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg
• Omwille van de ligging in een beschermingszone II van een waterwinning moeten volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:
º Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.
º Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.
º Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater via WADI’s of andere geconcentreerde infiltratievoorzieningen zijn verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone II van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:
º Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.
º Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.
º Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).
• Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, de provinciale dienst waterlopen en De Watergroep.
Zitting van 23 maart 2020
OMGEVINGSVERGUNNING WEYGENSTRAAT 5. AANVRAAG KRISTOF MAES EN CHARLOTTE VAN STEEN VOOR HET BOUWEN VAN EEN NIEUWE WONING IN 3060 BERTEM, WEYGENSTRAAT 5, SECTIE A NR 591F.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 8 juli 2019 heeft het college een voorwaardelijk gunstig stedenbouwkundig attest afgeleverd voor het bouwen van een woning op het perceel gelegen in 3060 Bertem, Weygenstraat 5, sectie A nr 591f.
• Op 26 januari 2020 hebben Kristof Maes en Charlotte Van Steen een aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwe woning in 3060 Bertem, Weygenstraat 5, sectie A nr 591f.
• Op 3 februari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Weygenstraat ten noorden van de dorpskern van Bertem. Deze zone van de gemeente wordt gekenmerkt door de ontwikkeling van groepswoningbouw en particuliere woningen in verschillende verschijningsvormen. Dit gebied wordt omsloten door de Tervuursesteenweg, Weygenstraat en de John Vanhaerenstraat en is in volle ontwikkeling. Op de aangrenzende percelen staan eengezinswoningen in verschillende verschijningsvormen en de vrij omvangrijke gebouwen van een drankencentrale en de gemeentelijke magazijnen en opslagplaats.
Het driehoekig perceel ligt hoger dan het voetpad en in helling van links naar rechts.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• De huidige aanvraag wijkt af van de bepalingen van het stedenbouwkundig attest.
• Het voorstel omvat het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met twee bouwlagen onder plat dak.
De woning met een breedte van 12,12 m en een diepte van 13 m wordt ingeplant op 2,37 m van de grens van de Weygenstraat (enkel gelijkvloers).
De zijdelingse bouwvrije stroken bedragen 3,55 m en 3,46 m. De woning heeft een kroonlijsthoogte van 6,50 m.
De woning heeft een ondergrondse garage en een parkeerplaats rechts van de woning. In de kelder is plaats voor minstens 5 fietsen.
• Watertoets
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 10 000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting van 3000 liter zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
1) Op 5 februari 2020 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
"Er is geen uitbreiding van de waterleiding noodzakelijk.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeters dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.
De aanvraag is gelegen binnen de beschermingszone van onze waterwinning te Egenhoven.
Voor de voorwaarden aangaande werken binnen een beschermingszone verwijzen we naar het sub-advies van de afdeling Waterbronnen en Milieu."
• Interne adviezen
Naar aanleiding van de aanvraag tot stedenbouwkundig attest heeft de dienst burgerzaken een advies verleend over de huisnummering van deze nieuwe woning.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het oprichten van een woning in deze overwegend residentiële omgeving is verantwoord. Gelet op de omliggende bebouwing is een vrijstaande woning een stedenbouwkundig verantwoorde invulling van het perceel.
Mobiliteitsimpact
De impact op de lokale mobiliteit is zeer beperkt. Het project voorziet in twee parkeerplaatsen en de nodige fietsenstallingen waardoor het ontwerp in overeenstemming is met de bepalingen van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstalling buiten de openbare weg.
Schaal
De woning bestaat uit twee bouwlagen en een plat dak. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen met één bouwlaag en hellend dak en twee bouwlagen en een hellend dak waardoor de ontworpen woning de schaal van de gebouwen in de omgeving niet overschrijdt.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Een perceel met een oppervlakte van 5,79 are is volgens de huidige normen nog steeds ruim. Het linker gedeelte van het perceel blijft vrij zodat voldoende tuinzone aanwezig blijft. De meeste percelen in de omgeving hebben een gelijkaardige of hogere bouwdichtheid.
Visueel-vormelijke elementen
Het straatbeeld wordt gekenmerkt door gebouwen in verschillende verschijningsvormen.
De woning wordt, gelet op de vorm van het perceel, vrij kort ingeplant vanaf de rand van de openbare weg. Door het verspringen van de eerste verdieping met 1,74 m ten opzichte van de voorgevellijn wordt de voorgevel minder imposant.
De woning zal zich inpassen in het heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Reliëf
De voorziene reliëfwijzigingen staan in relatie tot het ontwerp en de omgeving. Wel is de nodige voorzichtigheid geboden ten opzichte van het rechts aanpalende perceel.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De toegang tot de semi-ondergrondse garage ligt in een eenvormige helling vanaf de rooilijn. Hierdoor staan de wagens onder een vrij grote helling als ze het voetpad en de weg naderen waardoor het zicht bij het uitrijden beperkt kan zijn en gevaarlijk voor de, vooral zwakke, weggebruikers. Door het opleggen van een voorwaarde kan hieraan verholpen worden.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 5 februari 2020 moeten strikt worden nageleefd.
• De helling van de inrit naar de ondergrondse garage wordt voor de eerste 4 m vanaf de rooilijn beperkt tot maximaal 4 cm/m.
• De aansluiting op het rechts aanpalende perceel moet gerealiseerd worden volgens de regels der kunst en zodoende dat er geen bijkomende wateroverlast kan optreden.
• Naar aanleiding van het perceel in een beschermingszone III van een waterwinning moet voldaan worden aan volgende voorwaarden:
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.
º Voor de infiltratie van hemelwater dienen de voorwaarden van de hemelwaterverordening te worden gevolgd.
º De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Kristof Maes en Charlotte Van Steen voor het bouwen van een nieuwe woning in 3060 Bertem, Weygenstraat 5, sectie A nr 591f onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 5 februari 2020 moeten strikt worden nageleefd.
• De helling van de inrit naar de ondergrondse garage wordt voor de eerste 4 m vanaf de rooilijn beperkt tot maximaal 4 cm/m.
• De aansluiting op het rechts aanpalende perceel moet gerealiseerd worden volgens de regels der kunst en zodoende dat er geen bijkomende wateroverlast kan optreden.
• Naar aanleiding van het perceel in een beschermingszone III van een waterwinning moet voldaan worden aan volgende voorwaarden:
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.
º Voor de infiltratie van hemelwater dienen de voorwaarden van de hemelwaterverordening te worden gevolgd.
º De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.
Zitting van 23 maart 2020
OMGEVINGSVERGUNNING WEYGENSTRAAT 28. AANVRAAG VAN BEN GRIGALIUNAS VOOR HET UITBREIDEN VAN DE WONING IN 3060 BERTEM, WEYGENSTRAAT 28, SECTIE A NR 572S.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 6 januari 2020 heeft Ben Grigaliunas een aanvraag ingediend voor het uitbreiden van de woning in 3060 Bertem, Weygenstraat 28, sectie A nr 572s.
• Op 24 januari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• Er werd door de toenmalige eigenaar op 2 juni 2008 verzaakt aan de volledige verkaveling T874-2-B.20079.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Weygenstraat in de omgeving van het kruispunt met de Oude Baan ten noordoosten van het centrum van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door overwegend residentiële gebouwen in verschillende verschijningsvormen. De halfopen woning maakt deel uit van een samen opgericht bouwblok van 4 woningen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het uitbreiden van de woning.
De verbouwing is gesitueerd aan de achterzijde van de woning. Het betreft het aanbouwen van een nieuwe achterbouw. Het nieuwe gedeelte zal bestemd worden als zitplaats.
Aan het volume van het huidig hoofdgebouw wordt niets gewijzigd.
De woning heeft een voorgevelbreedte van 7,00m en een bouwdiepte van 11,30m op het gelijkvloers en de verdieping. De gelijkvloerse aanbouw is 3,70 m diep wat de gelijkvloerse bouwdiepte na de verbouwing op 15 m brengt.
De hoogte van de nieuwe aanbouw bedraagt 3,10m tot de bovenkant van de dakrand.
Het resterende gedeelte van het perceel is ingericht als tuin en zal ongewijzigd blijven. Het reliëf van de bodem wordt niet gewijzigd.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
Het standpunt van de buur werd gevraagd volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Deze buur heeft op 13 maart 2020 volgende opmerkingen uitgebracht.
Opmerking
In de oorspronkelijke verkaveling staat vermeld dat de diepte van het bewoonbaar gedeelte maximaal 12 meter mag bedragen. Momenteel is dat al 11,70m en met de geplande verbouwingen zou dat eindigen op 15 m met nog een overstekend gedeelte van 40 cm.
Wij vrezen dat dit veel zonlicht (zowel direct als indirect) zal wegnemen. Gezien wij een rijwoning zijn met geen ramen in de zijgevel is het al moeilijk om het licht in huis optimaal te benutten. Na de verbouwing zouden we vanuit de eetruimte op een muur kijken van 4 meter lang op 3 meter hoog. In de keuken (die aanpalend is) zouden we ‘s morgens geen direct zonlicht meer ontvangen.
Na de verbouwing zouden wij ook volledig ingesloten zitten. Aan de ene kant door een zonnewering (die al veel licht heeft weggenomen, maar die op zijn minst doorzichtig is) en aan de andere kant door een muur van wel 3 meter hoog.
Bespreking/beoordeling
Aan de verkaveling werd verzaakt door de bouwheer van de 4 woningen. Hieruit kan men geen juridisch en/of stedenbouwkundig voor- of nadeel meer putten.
De aanvraag is in overeenstemming met de algemeen aanvaarde en toegepaste normen over bouwdieptes van woningen/gebouwen. Een totale gelijkvloerse bouwdiepte van 15 m is, gelet ook op de diepte van de tuinzone, verantwoord. De voorziene hoogte van 3,10 m is volgens de huidige normen nog eerder beperkt. Het aankopen van een gesloten bebouwing met een bepaalde oriëntatie heeft natuurlijk gevolgen voor de eigenaar. Wel is het zo dat in dit dossier de normaal te verwachten (buren)hinder niet overschreden wordt.
Deze opmerkingen worden niet aanvaard.
Opmerking
De brief die we ontvingen was opgesteld op 02/03/2020, gefrankeerd op 03/03/2020, maar is pas in de brievenbus beland op 11/03/2020.
Bespreking/beoordeling
Zoals reeds gemeld aan de bezwaarindiener is er inderdaad iets fout gelopen bij de behandeling van het dossier.
Dat hij zijn opmerkingen heeft kenbaar gemaakt, doet veronderstellen dat hij voldoende geraadpleegd werd zoals voorzien in de geest van het decreet.
De opmerkingen worden niet aanvaard.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het uitbreiden van een woning is aanvaardbaar in deze overwegend residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het uitbreiden van de woning heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
De schaal van de uitbreiding is in overeenstemming met de algemeen aanvaarde normen voor bouwhoogte en bouwdiepte. De uitbreiding is beperkt in hoogte in verhouding tot de bestaande en omliggende bebouwing. De schaal van de gebouwen in de omgeving wordt niet overschreden.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Na realisatie van de aanbouw blijft nog ruim voldoende tuinzone over om het open en groene karakter van de omgeving te garanderen. In de omgeving komen hogere dichtheden voor.
Visueel-vormelijke elementen
De uitbreiding situeert zich achter de woning waardoor het straatbeeld niet gewijzigd wordt.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Zie behandeling opmerkingen buur.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Ben Grigaliunas voor het uitbreiden van de woning in 3060 Bertem, Weygenstraat 28, sectie A nr 572s onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 23 maart 2020
UITVOERING VAN MILIEU- EN NATUURTAKEN DOOR DOELGROEPWERKNEMERS. GOEDKEURING RAPPORTERING.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001 74030000/0200 | € 10 500 | € 10 500 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen keurt de rapportering over milieu- en natuurtaken door doelgroepmedewerkers – jaar 2019 goed.
Artikel 2:
De rapportering wordt voor 1 april 2020 overgemaakt aan CAPLO - departement Omgeving.
Zitting van 23 maart 2020
HERAANLEG VOETPADEN IN DE KORBEEKSE KERKSTRAAT. PRINCIPIËLE GOEDKEURING VERREKENING 3.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
HV in meer |
| € 4602,32 |
Bijwerk (onvoorziene post) | + | € 16 551,32 |
Totaal excl. btw | = | € 21 153,64 |
Btw | + | € 4442,26 |
TOTAAL | = | € 25 595,90 |
Juridische gronden
Argumentatie
Tijdens de rondgang met de asfalteerder Grizaco blijkt dat het rijwegprofiel van de Korbeekse Kerkstraat in dermate slechte staat is (golvend) dat het zeer moeilijk is om een nieuwe toplaag te voorzien zonder goot/kantstrook als referentie. Zowel in fase 1 (reeds uitgevoerd) als fase 2 vraagt de asfalteerder een goot/kantstrook om naartoe te werken om te voorkomen dat water op de rijweg kan blijven staan.
In fase 2 werd een kantstrook nog mee gestort samen met de ter plaatse vervaardigde boordsteen.
Voor fase 1 was de boordsteen reeds gestort. Tussen het kruispunt met de Stationsstraat en de bocht (Dam) wordt een bijkomende kantstrook gestort tegen de nieuwe boordsteen. Het gedeelte tussen Dam en de Nijvelsebaan heeft voldoende helling waardoor plasvorming op dit stuk niet mogelijk is.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
ACT 2.20.70 224707/0200-00 | € 150 000 | € 43 267,05 | € 25 595,90 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Principiële goedkeuring wordt verleend aan verrekening 3: meerprijs kantstrook fase 1 en bijkomende aanpassingswerken van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” voor het totaal bedrag in meer van 21 153,64 euro excl. btw of 25 595,90 euro incl. 21% btw. Er wordt een termijnsverlenging goedgekeurd van 25 werkdagen.
Artikel 2:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op actie 2.20.70 224707/0200-00 (budget voetpaden).
Artikel 3:
De goedkeuring van de verrekening 2 en 3 wordt geagendeerd op de gemeenteraad van april.
Zitting van 23 maart 2020
GROENONDERHOUD DOOR SOCIALE TEWERKSTELLING 2020. GUNNING EENMALIGE VERLENGING.
Voorgeschiedenis
• In het kader van de opdracht “Groenonderhoud door sociale tewerkstelling” werd een bestek met nr. T621.358/325 opgesteld door de dienst openbare werken.
• Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 16 augustus 2016 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Groenonderhoud door sociale tewerkstelling” aan Ijsedal Maatwerkbedrijf vzw, Schavei 75 te 3090 Overijse tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 24 750,00 euro excl. btw of 26 235,00 euro incl. 6% btw.
Feiten en context
• Van 2016 t.e.m. 2019 verzorgde Ijsedal Maatwerkbedrijf vzw een deel van het groenonderhoud door middel van sociale tewerkstelling.
• De dienst openbare werken is tevreden over de uitgevoerde werken en stelt voor om de opdracht “Groenonderhoud door sociale tewerkstelling" eenmalig te verlengen en te gunnen aan dezelfde aannemer, zijnde Ijsedal Maatwerkbedrijf vzw, Schavei 75 te 3090 Overijse tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 52 580,75 euro excl. btw of 55 735,60 euro incl. 6% btw.
• Volgende zaken zullen uitgevoerd worden door Ijsedal Maatwerkbedrijf vzw, Schavei 75 te 3090 Overijse:
º 28 weken kerkhovenonderhoud aan 2 dagen met 2 werkmannen per week;
º 7 beurten onkruidbestrijding met warmwatertechniek;
º 4 keer 3 weken algemeen groenonderhoud in de maanden mei, juni, september en oktober.
• Er wordt voorgesteld om de aanvangsdatum vast te stellen op 6 april 2020 en de aannemer hiervan formeel in kennis te stellen.
Juridische gronden
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van euro 139 000 niet).
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.
• Het decreet lokaal bestuur van van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Adviezen
• De financieel directeur verleende een visum op 20 maart 2020.
Argumentatie
Ijsedal heeft de afgelopen jaren het groenonderhoud naar grote tevredenheid uitgevoerd.
De dienst openbare werken stelt voor om de opdracht “Groenonderhoud door sociale tewerkstelling eenmalig te verlengen en te gunnen aan dezelfde aannemer, zijnde Ijsedal Maatwerkbedrijf vzw, Schavei 75 te 3090 Overijse tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van van 52 580,75 euro excl. btw of 55 735,60 euro incl. 6% btw.
Door de huidige mini-lockdown zijn de normale economische activiteiten ontwricht, met o.m. de sluiting van tal van bedrijven waaronder ook sociale-economiebedrijven. In de huidige context is geen normale mededinging mogelijk omdat er grote onzekerheid is over de duur van de stringente maatregelen en omdat de planning van de externe groendiensten een grote onbekende is. IJsedal heeft informeel aan onze dienst openbare werken meegedeeld dat zij hun groenploeg kunnen inzetten in de gewenste maanden.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
BI 0119-01/614660 | € 60 000 | € 60 000 | € 55 735,60 |
Bijlagen
• Prijsvaststelling Ijsedal
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De opdracht “Groenonderhoud door sociale tewerkstelling" wordt eenmalig verlengd en gegund aan dezelfde aannemer, zijnde Ijsedal Maatwerkbedrijf vzw, Schavei 75 te 3090 Overijse, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van van 52 580,75 euro excl. btw of 55 735,60 euro incl. 6% btw.
Artikel 2:
De aanvangsdatum van deze opdracht wordt vastgesteld op 6 april 2020.
Artikel 3:
De aannemer wordt per aangetekende zending in kennis gesteld van deze aanvangsdatum.
Artikel 4:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget 2020 op sleutel BI 0119-01/614660.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.