BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 28 december 2020

Van 14.30 uur tot 14.40 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Joery Verhoeven

 


Overzicht punten

Zitting van 28 december 2020

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de volgende bestelbons goed: nr. 2020/454 tot en met nr. 2020/459 voor een totaal bedrag van 12 426,08 euro en nr. 2021/1 tot en met nr. 2021/4 voor een totaal bedrag van 4358,20 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 december 2020

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/5200 tot en met nr. 2020/5409 voor een totaal bedrag van 263 825,14 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 december 2020

 

CORONASUBSIDIES SPORT JEUGD EN CULTUUR. VERDELING KWARTAAL 2 EN 3 2020 VERSIE 2.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebespreking van 14 september 2020: bespreking extra subsidies jeugd sport en cultuur.

         Collegebespreking van 28 september 2020 over de coronasubsidies jeugd sport en cultuur.

         Collegebesluit van 7 december 2020 over de verdeling van de coronasubsidies sport jeugd en cultuur.

 

Feiten en context

         De Vlaamse regering besliste op 2 juni 2020 over de verdeling van een Vlaams noodfonds corona van bijna 300 miljoen euro. Dat geld is onder andere bestemd voor cultuur-, sport- en jeugdverenigingen. Het lokaal bestuur Bertem ontvangt hiervan 68 989,80 euro subsidies om de verenigingen ondersteuning te bieden. Het college verzocht de dienst vrije tijd om een gestandaardiseerde bevraging te houden bij de verenigingen en organisatoren met het oog op een inventaris van objectieve kosten en behoeften (gestaafd met aannemelijke bewijsstukken).

         De gemeenteraad keurde op 24 november 2020 het reglement goed om deze subsidies te verdelen.

         De bevraging over kwartaal 2 en 3 werd afgesloten eind augustus 2020. Hierdoor waren aangiftes van de maand september 2020 niet verwerkt.

         Op basis van de activiteitenkalender stelde de dienst vrije tijd vast dat de voorbije jaren volgende activiteiten plaatsvonden in de maand september:

º         Jaarmarkt

º         Eetfestijn De Knepper

º         Teussersjogging

         Zowel De Knepper als de verenigingen van de jaarmarkt gaven inkomensverlies aan voor deze activiteit, enkel de atletiekclub niet.

         Zij dienden bijkomend nog een aangifte in voor de maand september waardoor er een nieuwe verdeling gebeurde.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 27 december 2017.

         Decreet tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie van 19 juni 2020.

         Besluit van de gemeenteraad van 24 november 2020 over de goedkeuring van het reglement over de verdeling van de coronasubsidies jeugd sport en cultuur.

 

 

Bijlagen

         Noodfonds. Verdeelsleutel Q2 en Q3 2020. Versie 2.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bijgevoegde verdeling van de coronasubsidies voor het tweede en derde kwartaal 2020 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 december 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KJELL VAN LAER EN EVELYNE JANSSENS VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 699, SECTIE B NR 107G.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 16 september hebben Kjell Van Laer en Evelyne Janssens een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 699, sectie B nr 107g.

Deze aanvraag omvat:

º         stedenbouwkundige handelingen

          het bouwen van een eengezinswoning

º         de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten (Vlarem)

          Rubriek 16.3.2°a): Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW: lucht/water warmtepomp bij een eengezinswoning met een drijfkracht van 8 kW (klasse 3).

         Op 7 oktober 2020 werd bijkomende informatie gevraagd die werd bekomen op 9 oktober 2020.

         Op 26 oktober 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

Het project omvat zowel stedenbouwkundige handelingen als de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten en deze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Stedenbouwkundige aspecten

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 24 augustus 2015, nr. T874-2-2015.7.

Het betreft lot 2 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de verkaveling nl.:

1. Volgens het verkavelingsvoorschrift 'inplanting van de gebouwen' is de bouwlijn van het gelijkvloers en de eerste verdieping dezelfde.

In de aanvraag springt de voorgevel op de verdieping 1,10 m achteruit t.o.v. de voorgevelbouwlijn op het gelijkvloers.

2. Volgens het voorschrift 'algemeen' dient elke eengezinswoning te beschikken over een inpandige garage.

De aanvraag voorziet in een carport.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat.

Het perceel is gelegen aan de rand van een gebouwencluster die tussen de kernen van Leefdaal en de aangrenzende gemeente Vossem ontstaan is en die aansluit bij de bebouwing van deze buurgemeente. Deze cluster bestaat uit woningen in verschillende verschijningsvormen. Het perceel ligt in helling vanaf de Dorpstraat. Een dubbele Fluxys-leiding doorkruist het perceel. Aan de rechterzijde van het perceel bevindt zich een gracht.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning. De woning wordt ingeplant op 15,90 m uit de as van de weg, gemeten t.h.v. de rechterzijgevel.

De bouwdiepte bedraagt 11,91 m op het gelijkvloers en 8,73 m op de eerste verdieping. De zijdelingse bouwvrije strook bedraagt 7,13 m langs de linkerperceelsgrens en 4,91 m langs de rechterperceelsgrens. De woning wordt afgewerkt met een plat dak.

         Watertoets

Gunstig wateradvies van de provinciale dienst waterlopen van 20 november 2020.

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Het bouwen van een eengezinswoning met zwembad.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er wordt een hemelwaterput van 7000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 3000 liter.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het verlengde van een collectief te optimaliseren gebied.

Aspecten inzake milieu

         Situatieschets

Het betreft hier een melding klasse 3, niet verbonden aan een inrichting klasse 2 of 1. Conform art. 4.1.1.1. van Vlarem II moet de inplantingsplaats verenigbaar zijn met de algemene en aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zoals vastgesteld in het goedgekeurde gewestplan of een ruimtelijk uitvoeringsplan of in een ander plan van aanleg.

         Wat betreft de gemelde inrichting geeft dit volgende beoordeling:

Inplantingsplaats

º         De inrichting is gelegen in woongebied met landelijk karakter

º         De inrichting is gelegen in een zone met specifieke stedenbouwkundige voorwaarden, namelijk binnen het gemeentelijke RUP ‘Meergezinswoningen’.

º         De activiteit/inrichting, opgenomen in de melding, is verenigbaar met de stedenbouwkundige voorschriften.

Stedenbouwkundige vergunningen:

In dit project worden zowel de stedenbouwkundige handelingen als de ingedeelde inrichting of activiteit samen aangevraagd.

Groenscherm/afscherming:

Conform de bepalingen in Vlarem II is er voor de aangevraagde inrichting geen verplichting tot aanleg van een groenscherm.

Nabije natuur:

º         Er is geen speciale beschermingszone in de nabijheid (binnen een straal van 200m).

º         Er is geen gebied van het VEN of IVON in de nabijheid.

º         Er is wel waardevolle natuur in de onmiddellijke omgeving, namelijk op het naastliggend perceel is er een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen (soortenarm permanent cultuurgrasland).

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         Titel IV en V van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM).

         Artikel 3.1.1. §1 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 over de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2).

De bepalingen van de delen 3, 4 en 5 van Vlarem 2 zijn van toepassing op de ingedeelde inrichtingen.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 6 november 2020 tot 5 december 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

1. Op 18 november 2020 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.

º         Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

º         De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

º         Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.

º         Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.

º         De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s)."

 

2. Op 19 november 2020 heeft Fluxys een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl:

º         "Volgens de ontwerpplannen zijn het gebouw, de carport, het zwembad en het overdekt terras voorzien buiten de voorbehouden zone van 5 meter van de Fluxysleidingen. Een kelder is niet voorzien.

De tussenafstand van minimum 5 meter van de Fluxysleidingen tot het nieuw gebouw, de carport, het zwembad en het overdekt terras dient op het terrein te worden bevestigd door het graven van proefsleuven naar de Fluxysleiding, vóór de aanvang van de werkzaamheden én in het bijzijn van onze regionale afgevaardigde.

º         Binnen de voorbehouden zone van 5 meter aan weerszijden van de Fluxysleiding mag het bestaand maaiveld (de dekking boven de Fluxysleiding) niet worden gewijzigd.

º         In functie van de omgevingsaanleg, nutsvoorzieningen… dringt mogelijk de aanleg van een mechanische bescherming volgens de bijgevoegde plannen 4.00000.0944 en 4.00000.01851 zich op. Op basis van de inhoud van het dossier is het niet mogelijk de noodzaak tot deze dallen uit te sluiten.

º         De verder vermelde specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen dienen strikt nageleefd te worden.

De bepalingen opgenomen in volgende documenten dienen gerespecteerd te worden en maken integraal deel uit van deze brief :

º         de lijst van de aardgasvervoersinstallaties in de nabijheid van de aangekondigde werken en de lijst van de bijgevoegde plannen

º         de wettelijke erfdienstbaarheden

º         de voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de vervoersinstallaties van Fluxys Belgium

º         de specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven in het kader van uw aanvraag

º         ter indicatie, de liggingsgegevens van de aardgasvervoersinstallaties in de nabijheid van de aangekondigde werken.

Wettelijke erfdienstbaarheden

De installaties van Fluxys Belgium vallen onder de bepalingen van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en de bijhorende uitvoeringsbesluiten. Artikel 11 van deze wet verbiedt specifiek elke daad die de aardgasvervoerinstallaties of de exploitatie ervan kan schaden. Daarom nemen de bouwheer, zijn gemachtigde en de aannemer alle nodige voorzorgsmaatregelen om beschadigingen aan haar installaties te vermijden.

Daarenboven voorziet dit artikel dat de gedeeltelijke bezetting van het openbaar of privaat domein door de Fluxysinstallaties moet worden geëerbiedigd en dat zij generlei bezitsberoving met zich meebrengt, maar dat zij een wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut vormt.

Onze onderneming dient op ieder moment toegang tot haar installaties te hebben. Indien de eigenaar en/of gebruiker een afsluiting wil plaatsen, zal op voorhand een specifieke toegangsconventie met Fluxys Belgium afgesloten worden.

Uit deze wettelijke erfdienstbaarheid vloeit voort dat, binnen een strook, die zich over de ganse lengte van de installaties uitstrekt, u volgende bijzondere bepalingen in acht neemt:

A. Activiteiten die in de nabijheid van onze installaties niet zijn toegelaten (KB 19/03/2017)

Artikel 15 van het koninklijk besluit van 19 maart 2017 schrijft een voorbehouden zone voor van 10 meter, namelijk 5 meter aan weerszijden van de as van de aardgastransportinstallaties, waarin alle werkzaamheden verboden zijn, evenals:

º         de aanwezigheid van gebouwen, gesloten lokalen, tuinhuisjes, carports, tenten;

º         het opstapelen van goederen of materiaal

º         het wijzigen van het reliëf van de bodem (bv. het graven van grachten, ophogingen, graafwerken)

º         alle werken die de stabiliteit van de (onder)grond rond de vervoerinstallaties in het gedrang kunnen brengen, zoals graafwerken en grondwerken

º         het uitvoeren van grondbewerkingen voor land- en tuinbouw dieper dan 50 centimeter onder het maaiveld

º         het plaatsen van palen (afsluitingen, weidepalen, palen voor hagelnetten, … )

Daarenboven zijn boringen (horizontale, verticale, monsternames, penetrometers, peilbuizen, plaatproeven, etc.) en persingen verboden op minder dan 15 meter van de Fluxysinstallaties tenzij u een voorafgaand schriftelijk akkoord heeft verkregen van onze onderneming.

Tenslotte is de aanwezigheid van bomen en struiken, andere dan deze vermeld op de 'lijst van toegelaten bomen en struiken in de voorbehouden zone in de nabijheid van een leiding' (terug te vinden via www.fluxys.com), verboden in een zone van 6 meter, namelijk 3 meter aan weerszijden van de as van de aardgastransport-

installaties.

B. Wettelijke meldingsplicht (KB 21/9/1988)

In een zone van dertig (30) meter, namelijk vijftien (15) meter aan weerszijden van de Fluxysinstallaties (= beschermde zone) :

º         wordt elk ontwerp minstens (15) werkdagen vóór de start van de werken aan Fluxys Belgium voorgelegd om de te respecteren veiligheidsvoorschriften vóór en/of tijdens de uitvoering van de werken vast te leggen

º         is deze procedure verplicht voor de bouwheer of zijn studiebureau/architect en voor de aannemers en de onderaannemers die de werken uitvoeren.

De melding gebeurt via:

          brief aan Fluxys Belgium – c/o Infoworks, Kunstlaan 31, 1040 Brussel

          fax: 32 2 282 75 54

          e-mail : infoworks@fluxys.com

          bij voorkeur via de KLIP-website voor werken in Vlaanderen –

https://klip.vlaanderen.be of voor werken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië via de KLIM-website (Federaal Kabels en Leidingen Informatie Meldpunt) – www.klim-cicc.be.

Belangrijke opmerking: de beschermde zone, zoals hierboven beschreven, is een minimumzone die, indien nodig, uitgebreid wordt tot de zone waar de uitvoering van de werken de integriteit van de gasvervoerinstallaties kan schaden.

C. Te nemen maatregelen bij de opmaak van het ontwerp

Wij vragen u om met onze aardgasvervoerinstallaties rekening te houden vanaf de opmaak van het bestek en veiligheids- en gezondheidsplan (cf. reglementering tijdelijke of mobiele bouwplaatsen). De architect, het studiebureau, de veiligheidscoördinator en de aannemer delen de aanwezigheid van aardgasvervoerinstallaties mee aan hun personeel en aan derden (onderaannemers, enz.).

Wij vragen de architect of het studiebureau de aanwezigheid van aardgasvervoer-

installaties onder hoge druk in het lastenboek op te nemen en volgende opmerking op de plannen aan te brengen: « Opgelet – Aardgasleiding onder hoge druk aanwezig. Contacteer de exploitant vóór de aanvang van de werken ».

D. Te nemen maatregelen vóór aanvang van de werken (of een gedeelte van de werken)

Te nemen maatregelen door de bouwheer:

Indien de bouwheer de werken, of een gedeelte van de werken laat uitvoeren door een derde, is hij, volgens het koninklijk besluit van 21 september 1988, verplicht om de onderhavige informatie en de veiligheidsvoorschriften aan de derde te bezorgen. De bouwheer kan aansprakelijk gesteld worden in geval van incident indien hij deze informatie niet doorgeeft.

Het is de plicht van de bouwheer na te gaan of de informatie zowel aan de hoofdaannemer als aan zijn eventuele onderaannemers bezorgd werd. De hoofdaannemer zorgt er op zijn beurt voor dat alle informatie die hij in zijn bezit heeft aan zijn eventuele onderaannemers bezorgd wordt.

Te nemen maatregelen door de uitvoerder (aannemer, derde…):

º         de juistheid van de informatie gekregen van de bouwheer of van het studiebureau controleren en actualiseren, rekening houdend met mogelijk nieuwe installaties die ondertussen zijn aangelegd (cf. punt B wettelijke meldingsplicht)

º         minimum acht (8) werkdagen voor de aanvang van de werken per aangetekend schrijven ons het programma en de aard van de werken bezorgen, evenals de uitvoeringsmethode en de plannen

º         vóór de aanvang van de werken met ons overleggen over de te nemen maatregelen om de integriteit van de vervoerinstallaties te verzekeren

º         minstens drie (3) werkdagen op voorhand contact opnemen met onze regionale afgevaardigde - tel. 02/282.67.79 om onze installaties af te bakenen

º         de juiste plaats van de vervoerinstallaties controleren, in aanwezigheid van onze regionale afgevaardigde, door middel van een voldoende aantal met de hand uitgevoerde opzoekingsputten, dit om elke latere betwisting te vermijden

Specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven in het kader van deze aanvraag

Naast de wettelijke erfdienstbaarheidsregels en de algemene voorschriften en veiligheidsmaatregelen dienen onderstaande veiligheidsvoorschriften gerespecteerd te worden:

º         Elke aannemer moet ons minstens 15 werkdagen voor de start van de werken contacteren zodat wij hem tijdig de recentste plannen van onze installaties en onze veiligheidsvoorschriften kunnen bezorgen. Voor werken op het Vlaams grondgebied moet de aannemer deze melding uitvoeren via http://klip.vlaanderen.be. Voor werken die zich situeren op het Waals grondgebied of dat van het Brussel Hoofdstedelijk gewest moet deze melding worden uitgevoerd via www.klim-cicc.be. De werken mogen niet starten voordat de aannemer ons antwoord op de melding heeft ontvangen en op de werf de nodige afspraken heeft gemaakt met onze lokale vertegenwoordigers.

º         Fluxys dient, samen met alle andere betrokken partijen, uitgenodigd te worden op een werfstartvergadering ruime tijd vóór de aanvang van de werkzaamheden.

º         Alle constructies/gebouwen zijn verboden binnen de zone van 5 m aan weerszijden van de Fluxysleidingen.

º         Wij vragen u om voor iedere nieuwe installatie die parallel en/of kruisend met de Fluxysleiding aangelegd wordt, een tussenafstand te respecteren die minstens gelijk is aan de aanbevolen afstand in het document “Algemene voorschriften na te leven bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de leidingen van Fluxys Belgium NV, (PIST-EXTR-DO-06.01.00.01)" als bijlage. Iedere afwijking op deze regel dient voor de start van de werken schriftelijk bij onze onderneming aangevraagd te worden.

º         Alle bomen en struiken zijn verboden indien hun centrale as zich op minder dan 3 m, gemeten aan weerskanten van de as van de Fluxysleiding, bevindt, met uitzondering van deze vermeld op de lijst van toegelaten planten.

º         Bij de plaatsing van palen en/of profielen met een maximum diepte van 80 cm (zoals omheiningspalen, verlichtingspalen, vangrails, verkeersborden, …) mag de afstand tussen het ondergrondse deel van de paal, inclusief fundering en de Fluxysleiding niet kleiner zijn dan de lengte van het ondergrondse deel van de paal, inclusief fundering, met een minimum van 1 meter.

Voor palen en/of profielen die dieper dan 80 cm worden geplaatst, zijn, afhankelijk van de uitvoeringsmethode, specifieke veiligheidsmaatregelen te respecteren.

Alle werken op minder dan 1 m aan weerszijden van de Fluxysleiding dienen manueel uitgevoerd te worden.

De toegang tot de Fluxysleiding dient ten allen tijde gewaarborgd te blijven zodat onze afgevaardigden toezicht kunnen uitoefenen op deze leiding.

º         De bestaande dekking boven de Fluxysleiding mag in geen geval verminderd worden.

º         Onze leiding dient te worden beschermd door middel van een mechanische beschermdal, conform ons plan 4.00000/0944 of plan 4.00000/01851.

º         Alle graafwerken op minder dan 1 m aan weerszijden van onze installaties dienen manueel uitgevoerd te worden, zoals vermeld in het document "Algemene voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de leidingen van Fluxys Belgium NV. (PIST-EXTR-DO-06.01.00.01)" als bijlage.

º         Er dient een veiligheidsafsluiting geplaatst te worden, dit parallel aan en op minstens 5 m afstand van de Fluxysleiding als scheiding tussen de werkzone en de Fluxysleiding.

º         De stabiliteit van de ondergrond waarin onze aardgasvervoerinstallaties gelegen zijn, dient zowel tijdens de uitvoering van de werken als na de uitvoering ervan verzekerd te blijven.

º         De opslag van materialen is niet toegestaan binnen de zone van 5 m van de Fluxysleiding, tenzij na het bekomen van een schriftelijke toestemming van onze onderneming.

º         Zwaar werfverkeer boven de Fluxysleiding is absoluut verboden.

Voor ander werfverkeer plaatst men, om spoorvorming te vermijden, een bescherming boven de Fluxysleiding bestaande uit stalen of houten rijplaten die dwars op de Fluxysleiding komen te liggen. Ook prefab betonplaten (zoals Stelcondals of Eurodals) kunnen fungeren als bescherming.

º         Het opstellen van hefwerktuigen binnen de 15 m aan weerszijden van de Fluxysleiding, evenals het hijsen van lasten over deze zone, is verboden zonder schriftelijk akkoord van onze onderneming."

 

3. Op 20 november 2020 bracht de provincie, dienst waterlopen, een gunstig advies uit (zie watertoets).

 

4. Op 15 december 2020 bracht Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies uit nl.:

"1. Algemene bepalingen voor riolering en waterafvoer

De aanvrager dient het Algemeen Waterverkoopreglement, de aanvullende voorwaarden en de aanvullende technische voorschriften van Fluvius na te leven. De aanvrager dient ook de voorwaarden zoals bepaald in afdeling 6.2.2. van Vlarem II voor de afvoer van hemel- en afvalwater na te leven.

De aanvrager staat in voor de plaatsing van de privériolering voor het bouwproject en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Zo dient hij onder meer te voldoen aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (GSV ‘hemelwater’) van 5/07/2013.

Als voor het bouwproject een aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient de aanvrager zo snel mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel aan te vragen. Dit kan online via www.fluvius.be. Van zodra de aansluitputjes (1 DWA- & 1 RWA-putje) geplaatst zijn, is de effectieve plaats en diepte van de aansluiting gekend. De privéwaterafvoer dient hierop afgestemd te worden. Alle maatregelen die de aanvrager dient te nemen tot het aanpassen van de privéwaterafvoer om te kunnen aansluiten, als niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, zijn ten laste van de aanvrager. Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein tot aan de perceelsgrens van het privédomein.

Als de privériolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om dit perceel niet aan te sluiten op het openbaar rioleringsstelsel.

Als de bouwplannen en meer specifiek het rioleringsplan niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, hebben deze voorschriften voorrang.

2. Specifieke bepalingen voor riolering en waterafvoer voor dit bouwproject

Volgens het definitief zoneringsplan ligt de woning in collectief te optimaliseren buitengebied. In deze zone wordt op termijn wel een collectieve zuivering van het afvalwater (via riolering) voorzien. De timing voor deze werken moet nog worden vastgelegd. In afwachting van deze collectieve afvalwaterzuivering moet het afvalwater gezuiverd worden, dit kan door alle afvalwater, zowel zwart afvalwater (toiletten) en grijs afvalwater (gootsteen, vaatwas, douche, bad…) aan te sluiten op een septische put of door twee afzonderlijke septische putten. Het minimale putvolume voor een gezin tot vijf personen is 3.000 liter, met 600 liter per bijkomende inwoner.

De volgende richtlijnen voor buitenzwembaden dienen nageleefd te worden: Het spoelwater van chemische filters dient aangesloten te worden op de afvalwaterafvoer. De overloop van een buitenzwembad dient aangesloten te worden op de regenwaterafvoer aangezien deze overlopen bij regenweer veelvuldig zullen werken. Indien deze in 1 keer geledigd wordt dient de infiltratievoorziening hierop berekend te worden. De chloordosering wordt een 14 dagen voor de lediging uitgeschakeld.

Het aansluitputje voor de vuilwaterafvoer werd reeds geplaatst. Hierop kan het private vuilwaterafvoerstelsel pas lozen na het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De overloop van de infiltratievoorziening dient aangesloten te worden op de naastliggende gracht. De regenwaterafvoer mag niet aangesloten worden op de openbare riolering.

We raden aan om:

º         Geen sifonputjes te plaatsen op de vuilwaterafvoerleiding(en) aangezien deze putjes vaak verstoppen en in principe alle waterafvoeren in de woning een waterslot/sifon hebben.

º         Het opgeslagen water van de hemelwaterput optimaal te gebruiken voor eventueel het spoelen van de toiletten, een buitenkraan voor het wassen van de auto, het besproeien van de tuin, … en eventueel voor de wasmachine.

º         Een terugslagklep te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput om terugstuwing vanuit de riolering te vermijden.

º         Een ontluchting te voorzien op het private vuilwaterafvoerstelsel, eventueel via een ontluchtingspijp door het dak.

º         Het is niet toegestaan om drainageleidingen aan te sluiten op de openbare riolering. Overeenkomstig de milieuwetgeving dient dit op eigen terrein geïnfiltreerd te worden.

3. Keuring privéwaterafvoer

Door het in voege treden van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht sinds 1 juli 2011. Elke rioleringsaansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform artikel 12, §1 van het Algemeen Waterverkoopreglement. De keuring dient uitgevoerd te worden vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer. Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie www.vlario.be)."

 

         Interne adviezen

Op 22 september 2020 heeft de dienst burgerzaken een huisnummer toegekend.

 

Argumentatie

 

Stedenbouwkundig luik

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1°

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van de verkaveling.

 

Art. 4.4.1.§1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft:

1° de bestemming

2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex

3° het aantal bouwlagen

 

De gevraagde beperkte afwijkingen nl. een afwijkende bouwlijn op de eerste verdieping en het niet uitvoeren van een inpandige garage, zijn aanvaardbaar:

         voorgevellijn

Volgens de verkavelingsvoorschriften is een maximale bouwdiepte van 15 m op het gelijkvloers en 12 m op de eerste verdieping, gemeten vanaf de voorgevellijn, toegelaten.

De bouwlijn van de eerste verdieping wordt 1,10 m naar achter geschoven en de totale bouwdiepte van de eerste verdieping bedraagt 8,73 m. De maximum toegelaten bouwdiepte van 12 m op de eerste verdieping wordt niet overschreden.

         inpandige garage wordt vervangen door een carport.

De carport wordt als één geheel met de woning ontworpen en wordt afgewerkt in dezelfde gevelmaterialen waardoor beide visueel een mooi samenhangend geheel vormen.

De aanvraag is conform met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg, goedgekeurd op 25 oktober 2016.

Er worden 3 autostalplaatsen en 3 fietsenstalplaatsen op eigen terrein voorzien.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Milieu-impact van de gevraagde inrichting/activiteiten

Wat ruimtelijke aspecten betreft, zijn er geen specifieke opmerkingen. De gemelde inrichting/activiteit is verenigbaar met de stedenbouwkundige bepalingen voor het gebied.

Wat afscherming t.o.v. de omgeving betreft, is de ingedeelde inrichting/activiteit voldoende afgeschermd t.o.v. de omgeving (de binnen-unit staat op het gelijkvloers in de technische ruimte, de buiten-unit staat achter de woning op de grond) waardoor visuele hinder beperkt kan worden tot een aanvaardbaar niveau.

Wat andere hinderaspecten betreft (zie ook verder in deze beoordeling), draagt de afscherming voldoende bij om de hinder te kunnen beperken.

Wat de nabijheid van natuur betreft, is de geplande inrichting niet gelegen in een speciale beschermingszone.

 

Voor klasse 3 inrichtingen gelden de algemene voorwaarden van deel 4 van Vlarem II en de van toepassing zijnde sectorale voorwaarden uit deel 5.

De bevoegde gemeente kan overeenkomstig art. 113 van het Omgevingsvergunningsdecreet bijzondere voorwaarden opleggen om de hinder en de risico’s afkomstig van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau te beperken.

Het opleggen van bijzondere voorwaarden moet wel specifiek gemotiveerd worden.

Hemelwaterbeheer

De warmtepomp, voorwerp van deze melding, heeft geen invloed op het hemelwater.

Afvalwaterbeheer

Het beheer van het afvalwater kan gebeuren in overeenstemming met de voorwaarden, vermeld in Vlarem II en de hemelwaterverordening. Er zijn er geen bijkomende voorwaarden vereist.

Risico op bodem- en grondwaterverontreiniging

De melding omvat geen risicovolle opslag van gevaarlijke producten. Er zijn daarom geen specifieke maatregelen nodig in het kader van de milieumelding.

Emissies

De emissies hebben geen noemenswaardige impact op de omgeving. Er wordt geoordeeld dat er geen specifieke (bijkomende) maatregelen nodig zijn in het kader van de milieumelding.

Lawaaihinder

De inrichting is wat betreft geluid een risicovolle inrichting.

Gelet op de specifieke ligging ten opzichte van potentieel gehinderden en de reeds genomen maatregelen, met name de locatie van de warmtepomp in de woning zelf, kan geoordeeld worden dat het risico op hinder beperkt blijft tot een aanvaardbaar niveau. Bijkomende specifieke maatregelen zijn niet vereist.

Afvalbeheer

Afvalproductie- en beheer is geen voorwerp van de milieumelding.

Veiligheidsrisico's

Er is geen specifiek risico inzake brandveiligheid of ander veiligheidsrisico. Er dienen geen bijkomende specifieke maatregelen opgelegd te worden.

Transport

Er is geen impact op het verkeer door de gemelde rubriek, dus zijn er geen specifieke (bijkomende) maatregelen nodig in het kader van de milieumelding.

 

Op basis van deze motivatie kan de vergunningsaanvraag GUNSTIG worden geadviseerd.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         Stedenbouwkundig luik:

º         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 18 november 2020 moeten strikt worden nageleefd

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluxys van 19 november 2020 moeten strikt worden nageleefd

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 20 november 2020 moeten strikt worden nageleefd

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius van 15 december 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         Milieuluik

º         De vergunning wordt afgeleverd voor onbepaalde duur.

º         Volgende algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM moeten strikt nageleefd worden:

          hoofdstuk 4: Algemene milieuvoorwaarden

          hoofdstuk 5.16: Sectorale milieuvoorwaarden - behandelen van gassen.

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kjell Van Laer en Evelyne Janssens voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 699, sectie B nr 107g onder volgende voorwaarden:

         Stedenbouwkundig luik:

º         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 18 november 2020 moeten strikt worden nageleefd

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluxys van 19 november 2020 moeten strikt worden nageleefd

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 20 november 2020 moeten strikt worden nageleefd

º         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius van 15 december 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         Milieuluik

º         De vergunning wordt afgeleverd voor onbepaalde duur.

º         Volgende algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM moeten strikt nageleefd worden:

          hoofdstuk 4: Algemene milieuvoorwaarden

          hoofdstuk 5.16: Sectorale milieuvoorwaarden - behandelen van gassen.

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep, Fluxys, de provinciale dienst waterlopen en Fluvius.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 december 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. HET UITVOEREN VAN WEGENIS- EN RIOLERINGSWERKEN VOOR DE NIEUWE VERKAVELING TE 3060 KORBEEK-DIJLE VAN 1 JANUARI 2021 TOT EN MET 28 FEBRUARI 2021.

 

Voorgeschiedenis

  • Tijdelijke politieverordeningen van 12 oktober 2020 en 7 december 2020: De burgemeester verleent vergunning aan V&V-INFRA BV, Industriepark 20, IZ Webbekom 1048 te 3290 Diest om met oog op het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken voor de nieuwe verkaveling Nijvelsebaan - Veeweide het openbaar domein, met name de rijbaan in te nemen aan de Veeweide te 3060 Korbeek-Dijle tot 31 december 2020 en verkeerssignalisatie met omleiding te plaatsen.
  • E-mail van 1 december 2020 van Dieter Tuezney van V&V-INFRA BV met de vraag om de vergunning te verlengen tot 28 februari 2021
  • Er kwamen opmerkingen en meldingen binnen van omwonenden: modder, problemen op de omleidingsweg, verstoring van de openbare rust. Er werd hiervoor actie ondernomen door de politiezone en de dienst openbare werken.

 

Feiten en context

  • De verlenging van de vergunning wordt gemotiveerd door de later dan voorziene start van de werken door problemen met de nutsleidingen. De aannemer vraagt om de vergunning te verlengen tot eind februari 2020.
  • Er wordt een omleiding voorzien via de Dam en het Dijlepad (enkele richting).

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
  • Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
  • Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.
  • Raadsbesluit van 28 april 2020 over de tijdelijke vrijstelling van de retributie op innames openbaar domein naar aanleiding van COVID-19.

 

Adviezen

  • Advies van Politiezone Voer en Dijle - Wijkverantwoordelijke Bertem op 8 oktober 2020.

 

Argumentatie

Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

  • Nijvelsebaan-Veeweide signalisatieplan wegeniswerken

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken voor de nieuwe verkaveling Nijvelsebaan - Veeweide het openbaar domein, met name de rijbaan in te nemen aan de Veeweide te 3060 Korbeek-Dijle tot 28 februari 2021.

 

Artikel 2:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeerssignalisatie volgens bijgevoegd signalisatieplan met omleiding via de Dam en het Dijlepad (enkele richting).

 

Artikel 3:

De werfzone moet afgebakend worden.

 

Artikel 4:

De bewoners van de Veeweide moeten door de aanvrager op de hoogte gebracht worden over de inname en de duur ervan via een bewonersbrief.

 

Artikel 5:

Dit besluit houdt geen toelating in om af te wijken van art. 4.3 van het Algemeen politiereglement van Bertem:

"Het gebruik in de open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen aangedreven door ontploffings- en/of elektrische motoren is alleen toegestaan tussen 8.00 en 22.00 uur behoudens voorafgaande toelating van de burgemeester. Op zondagen is het gebruik van dergelijke toestellen niet toegestaan behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester."

 

Artikel 6:

De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 7:

Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en van de signalisatie duidelijk zichtbaar aangebracht worden.

 

Artikel 8:

Dit besluit is van kracht tot en met 28 februari 2021.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 28 december 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. HET UITVOEREN VAN KABEL- EN SLEUFWERKEN AAN DE BOSSTRAAT TE 3060 BERTEM VAN 4 TOT 8 JANUARI 2021.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van 15 december 2020 van Jonas Van Velthoven namens Admibo BVBA, Ternesselei 181 te 2160 Wommelgem met de vraag om een signalisatievergunning te bekomen voor het uitvoeren van kabel- en sleufwerken in de berm, voetpad, en een deel van de rijbaan aan de Bosstraat te 3060 Bertem.
  • Advies van politiezone Vodi over de te plaatsen signalisatie: de werken moeten in fases opgesplitst worden, een bewonersbrief voor alle omwonenden, niet enkel in de Bosstraat.
  • E-mail van 18 december 2020 van Jonas Van Velthoven met aangepaste signalisatieplannen en bewonersbrief.

 

Feiten en context

  • De werken gaan door in 5 fasen tussen 4 januari 2021 en 8 januari 2021.

o        Op 04/01/2021 zal de Bosstraat van nummer 8 tot en met nummer 24 afgesloten worden voor alle verkeer. Er wordt plaatselijk een omleiding voorzien.

o        Op 05/01/2021 zal de Bosstraat vanaf nummer 74 tot Oude Baan-Hoogveldlaan enkelrichting worden voor het verkeer komende van Bertemsebaan. De Oude Baan zal eveneens tijdelijk enkelrichting worden gemaakt. Er wordt plaatselijk een omleiding voorzien.

o        Op 06/01/2021 zal in de Bosstraat vanaf Oude Baan-Hoogveldlaan tot en met nummer 108 een voorrangsregel gelden met tijdelijke verkeerslichten. De Oude Baan zal enkelrichting worden gemaakt voor verkeer komende uit Hoogveldbaan en Tervuursesteenweg.

o        Op 07/01/2021 zal er hinder zijn in de Bosstraat. Er zullen werkputten in het voetpad en aan de overzijde in het fietspad zijn. Voetgangers en fietsers hebben doorgang.

o        Op 08/01/2021 zal in de Bosstraat ter hoogte van nummer 87 een voorrangsregel gelden met tijdelijke verkeerslichten.

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
  • Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
  • Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.
  • Raadsbesluit van 28 april 2020 over de tijdelijke vrijstelling van de retributie op innames openbaar domein naar aanleiding van COVID-19.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van Politiezone Voer en Dijle - Wijkkantoor Bertem op 22 december 2020.

 

Argumentatie

Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

  • Signalisatieplannen
  • Bewonersbrief

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op het uitvoeren van kabel- en sleufwerken in de berm, voetpad, fietspad en een deel van de rijbaan aan de Bosstraat te 3060 Bertem van 4 januari 2021 tot en met 8 januari 2021 het openbaar domein in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen.

 

Artikel 2:

De werken moeten in fases uitgevoerd worden, waarvan de volgende fase pas mag aangevangen worden als de vorige fase afgewerkt is:

         tijdens fase 1 op 4 januari 2021 zal de Bosstraat van nummer 8 tot en met nummer 24 afgesloten worden voor alle verkeer. De parking tussen de sportzaal Bertem en de woning Bosstraat nr. 9 moet steeds toegankelijk blijven voor wagens en voetgangers.

         tijdens fase 2 op 5 januari 2021 zal de Bosstraat vanaf nummer 74 tot Oude Baan-Hoogveldlaan enkelrichting worden voor het verkeer komende van Bertemsebaan. De Oude Baan zal eveneens tijdelijk enkelrichting worden gemaakt.

         tijdens fase 3 op 6 januari 2021 zal in de Bosstraat vanaf Oude Baan-Hoogveldlaan tot en met nummer 108 een voorrangsregel gelden met tijdelijke verkeerslichten. De Oude Baan zal enkelrichting worden gemaakt voor verkeer komende uit Hoogveldbaan en Tervuursesteenweg.

         tijdens fase 4 op 7 januari 2021 zal er hinder zijn in de Bosstraat. Er zullen werkputten in het voetpad tussen het gemeentehuis en de sporthal, en aan de overzijde in het fietspad zijn. Voetgangers en fietsers hebben doorgang.

         tijdens fase 5 op 8 januari 2021 zal in de Bosstraat ter hoogte van nummer 87 een voorrangsregel gelden met tijdelijke verkeerslichten.

 

Artikel 3:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeerssignalisatie volgens de plannen in bijlage:

         fase 1: PLAN P20-03020 F01 SF01 V02 Bosstraat

º         omleiding via de Weygenstraat en Oude Baan

         fase 2: PLAN P20-03020 F02 SF01 V02 Bosstraat

º         omleiding via Tervuursesteenweg, de Weygenstraat en de Oude Baan

         fase 3: PLAN P20-03020 F03 SF01 V02 Bosstraat

º         voorrangsregel met driekleurige verkeerslichten – Omleiding via de Weygenstraat, de Tervuursesteenweg en de Bosstraat

º         wegnemen bloembak en paaltjes van wegversmalling t.h.v. nr. 101 en 116

         fase 4: PLAN P20-03020 F04 SF01 V02 Bosstraat

º         fietscorridor met geleidelijke overgang over drempel - voetgangers oversteken

         fase 5: PLAN P20-03020 F05 SF01 V02 Bosstraat

º         voorrangsregel met driekleurige verkeerslichten

º         wegnemen bloembak en paaltjes van wegversmalling t.h.v. nr. 101 en 116

 

Artikel 4:

Elke werfzone moet afgebakend worden.

 

Artikel 5:

De school en de bewoners en ondernemers van het betrokken deel van de Bosstraat, de wijk Kouter Grauwe Steenberg, de Oude Baan en de Weygenstraat moeten door de aanvrager minstens 4 werkdagen voor de aanvang van de inname op de hoogte gebracht worden via een bewonersbrief.

 

Artikel 6:

Dit besluit houdt geen toelating in om af te wijken van art. 4.3 van het Algemeen politiereglement van Bertem:

"Het gebruik in de open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen aangedreven door ontploffings- en/of elektrische motoren is alleen toegestaan tussen 8.00 en 22.00 uur behoudens voorafgaande toelating van de burgemeester. Op zondagen is het gebruik van dergelijke toestellen niet toegestaan behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester."

 

Artikel 7:

De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 8:

Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en van de signalisatie duidelijk zichtbaar aangebracht worden.

 

Artikel 9:

Dit besluit is van kracht van 4 januari 2021 tot en met 8 januari 2021.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 28/12/2020
Punt bijlagen/links PLAN P20-03020 F02 SF01 V02 Bosstraat.pdf Download
PLAN P20-03020 F03 SF01 V02 Bosstraat.pdf Download
PLAN P20-03020 F04 SF01 V02 Bosstraat.pdf Download
PLAN P20-03020 F05 SF01 V02 Bosstraat.pdf Download
PLAN P20-03020 F01 SF01 V02 Bosstraat.pdf Download
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.