BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 1 maart 2021

Van 14.30 uur tot 16 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 22 februari 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 22 februari 2021 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

BEGRAAFPLAATSEN. BESPREKING VOORSTEL AANDUIDING TECHNISCH ASSISTENT BEGRAAFPLAATSEN.

 

Besluit

Motivering

Op voorstel van Bart Vandermosten, werkleider/toezichter van de dienst openbare werken en met gunstig advies van de afdelingshoofden grondgebiedzaken en interne zaken, zal de algemeen directeur een besluit nemen over het toewijzen van de specifieke taken m.b.t. de drie begraafplaatsen aan één vaste technisch assistent.

 

Doelstellingen

De medewerker die wordt aangeduid als kerkhofverantwoordelijke zal het aanspreekpunt worden voor alles wat te maken heeft met het onderhoud van de begraafplaatsen, met de organisatie van de begrafenissen en met de technische uitvoering van administratieve beslissingen over de begraafplaatsen.

 

Takenpakket

Hij plant de begrafenissen zelf in en is aanwezig bij elke soort begraving. Hij zal (mee) instaan voor het onderhoud van de kerkhoven zodat het uitzicht steeds verzorgd is. Hij zal zorgen dat de reglementen worden nageleefd en de administratieve beslissingen worden uitgevoerd. Hij meldt eventuele problemen aan de betrokken diensten. Hij is verantwoordelijk voor de uitrusting en het onderhoud van de dodenhuisjes op elk kerkhof. Bij afwezigheid of vakantie van de kerkhofverantwoordelijke worden de geplande begrafenissen uitgevoerd door andere arbeiders van de dienst openbare werken.

 

De taken worden omschreven in de bijgevoegde functiebeschrijving (ontwerp).

 

Werkuren

De kerkhofverantwoordelijke zal een flexibel uurrooster krijgen omdat niet alle begrafenissen tijdens de reguliere werkuren vallen.

Zijn servicetijd zal bepaald worden als volgt: van 9.00 tot 15.00 uur op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.

Door het flexibel uurrooster kunnen de extra gepresteerde uren op zaterdagen en feestdagen flexibel worden opgenomen op weekdagen. Dit heeft voor de werking van de dienst openbare werken geen nadelige gevolgen omdat de kerkhofverantwoordelijke meestal solitair werkt.

 

Vervoer en werkmateriaal

De kerkhofverantwoordelijke zal beschikken over een voertuig uitgerust met trekhaak en een aanhangwagen. Voorlopig zal hij gebruikmaken van het werkmateriaal uit de loods, maar op termijn wordt het materiaal voorzien in de dodenhuisjes.

 

Bereikbaarheid

De kerkhofverantwoordelijke is tijdens de werkuren voorlopig steeds telefonisch bereikbaar op zijn gsm. De begrafenissen en evenementen krijgt hij doorgestuurd via de werkleider of via de dienst burgerzaken. Op termijn zal er een tablet, laptop of smartphone ter beschikking worden gesteld zodat hij ook e-mails kan lezen en beantwoorden.

 

Kandidaat

De werkleider-toezichter heeft aan zijn medewerkers gevraagd wie interesse heeft voor deze functie van kerkhofverantwoordelijke. Er was 1 kandidaat: Bart Trappeniers. Bart Vandermosten heeft alle taken en aandachtspunten met hem overlopen; Bart Trappeniers is gemotiveerd om deze taken op zich te nemen.

 

Bespreking

Het college gaat akkoord met de voorgestelde organisatie van het technische kerkhofbeheer.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/102 tot en met nr. 2021/106 voor een totaal bedrag van 753,64 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/519 tot en met nr. 2021/698 voor een totaal bedrag van 626 382,04 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

GEBOUWEN. BESPREKING VAN DE 3DE EN LAATSTE FASE IN DE VERHUIS VAN INTERNE DIENSTEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebespreking van 25 januari 2021 over de verhuis van het wijkkantoor van de politie naar de gelijkvloerse verdieping van het sociaal huis.
  • Plaatsbezoek en overleg van 26 januari 2021 met afgevaardigden van de politiezone Voer en Dijle, de interne preventieadviseur van de politiezone en de verantwoordelijken van de dienst facilitair beheer aangaande de verhuis.

 

Feiten en context

  • Het college gaf op 25 januari 2021 de dienst facilitair beheer de opdracht om de 3de en laatste fase van de verhuis in kaart te brengen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

 

Argumentatie

Om de visie van het centraal onthaal en de dienstverlening van de publieksgerichte diensten van ons bestuur zo centraal mogelijk bij de bezoeker te brengen wordt nu de derde en laatste fase ingezet wat betreft het inrichten van de werkplekken.

 

Om de derde fase te doen slagen, is de verhuis van het wijkkantoor van de politie naar de gelijkvloerse verdieping van het sociaal huis noodzakelijk en dient dit bij voorkeur zo snel mogelijk te gebeuren. Het herhuisvesten van een commissariaat of wijkkantoor is gebonden aan enkele verplichtingen, vastgelegd in een omzendbrief van 30 april 2019, zijnde GPI 91. Deze wetgeving legt heel wat speciale normen op die een groot investeringsbudget met zich meebrengen dat op korte termijn niet volledig kan vrijgemaakt worden. De dienst facilitair beheer vraagt daarom de goedkeuring van scenario 2 waarin een compromis gezocht wordt naar de beste oplossing voor beide partijen.

Dit scenario is mondeling overeengekomen met de afgevaardigden van de politiezone Voer en Dijle en hun preventieadviseur, mits een vooraf gekregen goedkeuring van het HOC en een gunstige risicoanalyse van de preventiedienst van de politie.

 

Als bijkomende argumentatie om voor scenario 2 te kiezen, wordt er gekeken naar recente verhuizingen van andere wijkkantoren binnen de politiezone Voer en Dijle die ook doorgegaan zijn zonder volledig rekening te houden met de wetgeving die vastgelegd is in de GPI 91.

 

Na de verhuis van het wijkkantoor van de politie kunnen de werken starten voor het definitief huisvesten van alle overige diensten, de collegeleden en de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI0119-00/221500

€ 109 652,97

€ 84 638,13

€ 35 000

 

 

Bijlagen

  • Nota verhuis fase 3
  • Grondplan sociaal huis - gelijkvloers - voorstel politie
  • Grondplan gemeentehuis - eerste verdieping - voorstel diensten en bestuur
  • Grondplan gemeentehuis - gelijkvloers -voorstel grondgebiedzaken
  • Offerte Manufar voor aanpassingswerken op het gelijkvloers van het sociaal huis

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft goedkeuring aan scenario 2 uit de nota over de verhuis in fase 3.

 

Artikel 2:

Het college geeft de opdracht om dit besluit, samen met de nota "verhuis in fase 3", die integraal deel uitmaakt van dit besluit, over te maken aan de afgevaardigden van de politiezone Voer en Dijle en hun preventieadviseur.

 

Artikel 3:

Het college vraagt aan politiezone Voer en Dijle om het voorstel van scenario 2, samen met alle andere scenario's, voor te leggen op hun eerstvolgend HOC en een besluit te formuleren van het resultaat.

 

Artikel 4:

Het college vraagt aan politiezone Voer en Dijle het voorstel van scenario 2, samen met alle andere scenario's, voor te leggen aan hun preventieadviseur in het kader van de opmaak van één of meerdere risicoanalyses.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

DORPSTRAAT VAN BLANKAART TOT GRENS TERVUREN. BESPREKING PROJECT.

 

Besluit

Motivering

In de collegezitting van 3 augustus 2020 werd beslist om mee in te stappen in het project van Dorpstraat tussen Blankaart en grens Tervuren en om voor een grondige aanpak te kiezen (scenario 3), met name een volledige vernieuwing van de riolering, de rijweg en het fietspad met aanpak van het afstromend onverhard.

 

In het kader van de subsidieprocedure bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) was een beslissing van de gemeente in augustus noodzakelijk om al dan niet mee te stappen in het project. Het project was opgedragen op het programma voor VMM en er was een deadline voor het indienen van een rioleringsvoorontwerp. Door de beslissing van de gemeente om ook fietspaden aan te leggen, is afgestapt van het behoud van de bestaande riolering (onder het voetpad) als RWA en werd in het najaar 2020 een rioleringsvoorontwerp ingediend waarbij zowel een nieuwe DWA als RWA worden voorzien.

 

Naast de aanleg van gescheiden riolering en een fietspad dient ook de afstromende onverharde oppervlakte opgevangen te worden. In de Dorpstraat is er in dit gedeelte veel afstromende onverharde oppervlakte. Dit moet opwaarts opgevangen worden in bufferbekkens en niet in de riolering. Hiervoor zijn de eerste onderzoeken gebeurd en resultaten gekend. Er worden in voorontwerpfase 2 bufferbekkens en 4 grachten voorzien.

 

Wanneer de subsidies voor riolering veilig zijn gesteld, kunnen verdere stappen genomen worden in de voorbereiding van het project. Met de uitvoering zal niet gestart worden voor het einde van deze legislatuur en pas nadat centrum Leefdaal is aangelegd. Dit is ook zo gesteld als voorwaarde van de gemeente in het collegebesluit van 3 augustus 2020.

Om in uitvoering te kunnen gaan bij het begin van volgende legislatuur (er moet gestart zijn met de werken voor 2027 om de subsidies te kunnen behouden) moet het dossier deze legislatuur wel volledig voorbereid kunnen worden.

 

De kosten ten laste van de gemeente voor een nieuwe rijweg (met aftrek van sleufherstel Fluvius), fietspad en aanleg van de bekkens en grachten worden momenteel geraamd op 2 930 000 euro excl. btw. Hierbij komen nog de kosten voor grondverwerving voor de opwaartse maatregelen. Een zeer groot project voor de volgende legislatuur dus.

 

De volgende stappen die genomen moeten worden voor de gemeente:

         opmaak samenwerkingsovereenkomst met Fluvius en studiebureau Sweco

         goedkeuring project en samenwerkingsovereenkomsten op de gemeenteraad

         voorzien van budget voor de studieopdracht

         aanstellen studiebureau (ontwerper Sweco?) voor opmaak startnota/projectnota voor fietspadsubsidiedossier

         opdracht geven aan Sweco voor opmaak innameplannen bekkens en grachten

         aanstellen bureau (Vastgoedtransacties?) voor verwezenlijking innames bekkens en grachten

         zoeken naar subsidiemogelijkheden (investeringsfonds Fluvius, Europese fondsen, subsidies erosiemaatregelen...).

 

Bespreking

Het college gaat akkoord met de voorgestelde volgende stappen. Naast de vermelde subsidiemogelijkheden moet worden gezocht naar een BTW-optimale oplossing i.s.m. Riobra.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

WACHTBEKKEN A.E. VERBISTSTRAAT. GOEDKEURING GUNNING AANDEEL GEMEENTE BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 17 februari 1998 over de goedkeuring van de lastvoorwaarden voor het uitvoeren van de studieopdracht 'herinrichting centrum Bertem'.
  • Collegebesluit van 18 mei 1998 waarbij het studiebureau GVE wordt aangesteld als ontwerper voor de herinrichting van het centrum van Bertem. Door de overname van (een deel) van GVE door Grontmij, werd deze opdracht overgenomen door Grontmij, nu Sweco.
  • Raadsbesluit van 30 januari 2018 over de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan voor het bekken aan de A.E. Verbiststraat, de verlegging van buurtweg 59 en het onteigeningsplan.
  • Gemeenteraadsbesluit van 30 januari 2018 waarbij aan Vastgoedtransacties de opdracht werd gegeven om de grondinnemingen te verwerven.
  • Raadsbesluit van 24 april 2018 over de definitieve vaststelling van het rooilijnplan voor het bekken aan de A.E. Verbiststraat, de verlegging van buurtweg 59 en het onteigeningsplan.
  • De omgevingsvergunning voor het wachtbekken werd verleend op 4 november 2020.
  • Gemeenteraadsbesluit van 24 november 2020 waarbij het ontwerp, raming, lastvoorwaarden en de gunningswijze aandeel Bertem worden goedgekeurd.
  • Brief van 15 februari 2021 van Fluvius aankoop met de vraag ons akkoord te geven over ons aandeel en om de opdracht toe te wijzen.

 

Feiten en context

  • De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 289 988,73 euro excl. btw
    • Het aandeel van Fluvius wordt geraamd op 193 914,79 euro excl. btw.
    • Het aandeel van de gemeente Bertem wordt geraamd op 96 073,94 euro excl. btw of 116 249,47 euro incl. 21% btw.
  • De opdracht werd 27 november 2020 aangekondigd in het bulletin van aanbestedingen. De offertes dienden Fluvius als hoofdopdrachtgever ten laatste op 18 januari 2021 om 10 uur te bereiken.
  • Er werden 4 offertes ontvangen. Na rekenkundig nazicht en verbetering van de offertes is de rangschikking:
    • Liema voor een totaal bedrag van 302 650 euro excl. btw;
    • DSV nv voor een totaal bedrag van 308 753,14 euro excl. btw;
    • Quintelier nv voor een totaal bedrag van 308 166 euro excl. btw;
    • Beckers nv vor een totaal bedrag van 320 729,32 euro excl. btw.
  • Er werd een verslag van nazicht opgemaakt door het studiebureau Sweco waarbij wordt voorgesteld de opdracht te gunnen aan de laagst regelmatige bieder Liema voor een totaal bedrag van 302 650 euro excl. btw.
    • Het aandeel van Fluvius bedraagt 221 495,09 euro excl. btw
    • Het aandeel van de gemeente Bertem bedraagt 81 154,91 euro excl. btw of 98 197,44 euro incl. 21% btw

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
  • Artikel 48 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten

Twee of meer aanbestedende overheden kunnen overeenkomen om bepaalde specifieke opdrachten gezamenlijk te plaatsen. Wanneer een volledige plaatsingsprocedure gezamenlijk wordt doorlopen namens en voor rekening van alle betrokken aanbestedende overheden, zijn zij gezamenlijk verantwoordelijk voor het nakomen van hun verplichtingen.

  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Adviezen

  • De financieel directeur verleende een visum voor het aandeel gemeente Bertem op 24 februari 2021.

 

Argumentatie

De realisatie van het bufferbekken zorgt ervoor dat het hemelwater met beperkt debiet wordt afgevoerd naar de riolering. Hierdoor wordt de kans op overstromingen in het centrum van Bertem verminderd.

 

Het studiebureau Sweco stelde op 27 januari 2021 het verslag van nazicht van de offertes op de aanleg van een bufferbekken en grachten in de de A.E. Verbiststraat.

 

Het studiebureau Sweco en de aanbestedende overheid Fluvius stellen voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de laagst regelmatige bieder, zijnde Liema tegen een totaal bedrag van 302 650 euro excl. btw. Het aandeel voor de gemeente Bertem bedraagt 81 154,91 euro excl. btw of 98 197,44 euro incl. 21% btw.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

2.15.55

0341-00/228007

€ 125 000

€ 125 000

€ 98 197,44

 

 

Bijlagen

  • Brief Fluvius
  • Verslag van nazicht
  • Offerte Liema

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 27 januari 2021, opgesteld door het studiebureau Sweco.

 

Artikel 2:

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

Artikel 3:

De opdracht met projectnr. R/003526 “Aanleg bufferbekken en grachten in de A.E. Verbiststraat” wordt gegund aan de laagst regelmatige bieder, zijnde Liema voor een totaal bedrag van 302 650 euro excl. btw.

  • Het aandeel van Fluvius bedraagt 221 495,09 euro excl. btw
  • Het aandeel van de gemeente Bertem bedraagt 81 154,91 euro excl. btw of 98 197,44 euro incl. 21% btw

 

Artikel 4:

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het aandeel ten laste van de gemeente Bertem en het voorstel tot gunning aan Liema.

 

Artikel 5:

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek met nr. R/003526.

 

Artikel 6:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget op actie 2.15.55 0341-00/228007.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

SPORT. BESPREKING AANVRAAG SPONSORING JORRE VERSTRAETEN.

 

Besluit

Motivering

Jorre Verstraeten is een judoka (categorie -60 kg) die in Bertem woont. Momenteel staat hij 16de op de wereldranglijst. Jorre Verstraeten is geselecteerd voor de Olympische zomerspelen in Tokio. Zijn management vraagt of de gemeente Bertem via de sportdienst de mogelijkheid bekijkt om Jorre Verstraeten te sponsoren.

(In bijlage de e-mail van 10 februari 2021 en het sponsordossier.)

 

Bespreking

Het college kan omwille van de beperkte financiële mogelijkheden niet ingaan op de vraag tot financiële sponsoring. Er zal een brief naar Jorre Verstraeten worden verstuurd om hem morele en niet-financiële steun aan te bieden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

MOBILITEIT. BESPREKING HOFFELIJKHEIDSCAMPAGNE VOERWEGJE.

 

Besluit

Motivering

De druk op de kleine, smalle en trage wegen is groot. Deze wegen krijgen momenteel heel wat mountainbikers, elektrische fietsers, wandelaars, joggers, ruiters, hondenliefhebbers... te verwerken.

Vanuit de mobiliteitsraad werd de vraag gesteld om een hoffelijkheidscampagne op te zetten; momenteel toegespitst op de Voerweg, later kan dit uitgebreid worden.

 

Met deze campagne willen we een groot doelpubliek bereiken: wandelaars, fietsers, ruiters, joggers, mountainbikers... De boodschap moet zijn: 'wees hoffelijk voor elkaar'.

In Engeland werd er een grootschalige campagne bedacht: 'Be Nice, say hi!'. Hierop willen we ons baseren en samenwerken met drukkerij Artoos in Kampenhout onder het motto 'Kruis elkaar met een vriendelijk gebaar'.

Vermits Artoos deze aangeleverde slogan een goede aanzet vindt maar iets te lang vindt, suggereren ze een copywriter en lay-outer om samen met de gemeente een opvallende zichtbare campagne op te zetten.

 

Concreet opteert de dienst vrije tijd voor het plaatsen van 20 herbruikbare A3-borden met weerbestendige stickers die aan de invalswegen op de Voerweg worden geplaatst.

Deze borden zullen besteld worden door de dienst openbare werken en geplaatst worden op bestaande palen. Door te werken met stickers, zijn de borden recupereerbaar en kunnen ze later voor andere doeleinden gebruikt worden.

 

Totale prijs van de campagne komt op 408 euro excl. btw.

         lay-out2 uur64 euro per uur128 euro

         copywriting1 uur64 euro per uur64 euro

         druk en afwerking 20 stickers216 euro

 

Registratiesleutel: 614 806 0119-02

Budget: 10 000 euroBeschikbaar: 7889,48 euro

 

De communicatiedienst zal de campagne mee bekendmaken in Info Bertem en via de nieuwsbrieven. Eventueel kunnen de communicatieteksten ook aan de omliggende en IGS-gemeenten bezorgd worden om een ruimer publiek te bereiken.

 

Sport Vlaanderen zal tegen het najaar 2021 - voorjaar 2022 een gelijkaardige sensibiliseringscampage opzetten over gans Vlaanderen.

 

Bespreking

Het college geeft de toelating aan de dienst vrije tijd om deze hoffelijkheidscampagne op te zetten en gaat ermee akkoord om hiervoor samen te werken met drukkerij Artoos in Kampenhout.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING KRUISSTRAAT 3, AFD. 3 SECTIE A NUMMER 416A.

 

Feiten en context

  • Notarissen Lauranne Rooman en An Berghmans hebben een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 132991 voor de woning Kruisstraat 3 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie A nummer 416a.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Kruisstraat 3 INBRTM206039

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Kruisstraat 3 te 3061 Bertem, afdeling 3, sectie A nummer 416a, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING DORPSTRAAT 171, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 460N.

 

Feiten en context

  • Notaris Stefan Vangoetsenhoven heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 133024 voor de woning Dorpstraat 171 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 460n.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Dorpstraat 171 INBRTM206056

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Dorpstraat 171 te 3060 Bertem, afdeling 1, sectie C nummer 460n, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING HEGGESTRAAT 14. AANVRAAG VAN SOFIE PARMENTIER EN FREDERIK CRAESSAERTS VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, HEGGESTRAAT 14, SECTIE F NR 6C.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 18 december 2020 hebben Sofie Parmentier en Frederik Craessaerts een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Heggestraat 14, sectie F nr 6c.

         Op 13 januari 2021 werd de gevraagde extra informatie ontvangen.

         Op 13 januari 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         Op 30 oktober 2017 heeft het college een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd voor het bouwen van een nieuwe woning op dit perceel.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven over een diepte van 50 m vanaf de Heggestraat gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het resterende gedeelte is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Alle werkzaamheden zijn voorzien binnen het woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Heggestraat.

         Het perceel maakt deel uit van de woningencluster die ontstaan is als uitbreiding van de bebouwing in de buurgemeente Vossem (Tervuren). Deze cluster heeft zijn oorspronkelijke agrarische bestemming volledig verloren en is zuiver residentieel.

De woningen in de omgeving zijn hoofdzakelijk vrijstaand en halfopen met één of twee bouwlagen onder hellend dak.

Het omliggende kouterlandschap is nog vrij ongeschonden.

Het onbebouwde perceel ligt in helling vanaf de Heggestraat.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een eengezinswoning en zorgwoning met volgende kenmerken:

º         De woning is ingeplant op 7,00 m t.o.v. de voorliggende perceelsgrens en 10,00 m t.o.v. de as van de Heggestraat.

º         De woning is ingeplant op min. 10,17 m t.o.v. de linker perceelsgrens.

º         De woning is ingeplant op min. 3,00 m t.o.v. de rechter perceelsgrens.

º         De woning heeft een voorgevelbreedte van 19,76 m.

º         De woning heeft een achtergevelbreedte van 11,51 m.

º         De woning heeft een zijgevelbreedte van 9,28 m langsheen de linker perceelsgrens.

º         De woning heeft een zijgevel breedte van 15,00 m langsheen de rechter perceelsgrens.

º         De totale bouwdiepte vanaf de voorgevellijn bedraagt 15,00 m op het gelijkvloers.

º         De totale bouwdiepte vanaf de voorgevellijn bedraagt 12,00 m op de eerste verdieping.

º         De woning telt 2 woonlagen en wordt afgewerkt met een plat dak.

º         Gelet op het overstromingsgevoelige karakter van de omgeving en het advies volgend uit de watertoets wordt de woning ingeplant op 0,30 m boven het huidige maaiveld.

º         De kroonlijsthoogte van het gelijkvloers volume van de woning bedraagt 3,60 m (3,30 m + 0,30 m) gemeten van de dakrand tot het voorliggend maaiveld.

º         De kroonlijsthoogte van het hoogste volume van de woning bedraagt 6,65 m (6,35 m + 0,30 m) gemeten van de dakrand tot het voorliggend maaiveld.

º         De gevels van de woning worden gerealiseerd met rood- / bruin genuanceerd gevelmetselwerk, verlijmd in wildverband in combinatie met houten gevelbekleding.

         Watertoets

Gunstig wateradvies van de provinciale dienst waterlopen van 9 februari 2021.

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Nieuwbouw woning met zorgwoning, terras en parkeerplaatsen.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er wordt een hemelwaterput van 10 000 liter en een infiltratievoorziening van 5000 liter voorzien (min. 4585 liter).

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid,

gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het collectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

º         Art. 4.1.1.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

          18° zorgwonen : een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden :

a) in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd,

b) de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid,

c) de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning,

d) de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van:

1) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon 65 jaar of ouder is;

2) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon die hulpbehoevend is. Een hulpbehoevende persoon is een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood of een basisondersteuningsbudget als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, 2° en 3°, van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming]8, of een persoon die een behoefte heeft aan ondersteuning om zich in zijn thuismilieu te kunnen handhaven. De kinderen ten laste van de hulpbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van twee personen;

3) hetzij de zorgverlener indien de personen, vermeld in punt 1 of 2, gehuisvest blijven in de hoofdwooneenheid,

e) de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Fluxys heeft op 13 januari 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Fluxys Belgium kan een gunstig advies verstrekken op bovenvermelde aanvraag op voorwaarde dat volgende veiligheidsmaatregelen nageleefd worden:

º         Zoals vermeld op de ontwerpplannen zullen het gebouw, de carport, het zwembad, het overdekt terras en de kelder voorzien worden buiten de voorbehouden zone van 5 meter van de Fluxysleidingen.

Deze tussenafstand van minstens 5 meter van de Fluxysleidingen dient op het terrein bevestigd te worden door het graven van proefsleuven naar de Fluxysleiding, vóór de aanvang van de werkzaamheden én in het bijzijn van onze regionale afgevaardigde.

º         Binnen de voorbehouden zone van 5 meter aan weerszijden van de Fluxysleiding mag het bestaand maaiveld (dekking boven de Fluxysleiding) niet gewijzigd worden.

º         In functie van de omgevingsaanleg, nutsvoorzieningen, … dringt mogelijk de aanleg van een mechanische bescherming zich op volgens plannen 4.00000.0944 of 4.00000.01851 (zie bijlage). Op basis van de inhoud van het dossier is het niet mogelijk de noodzaak tot de plaatsing van deze dallen uit te sluiten.

º         Fluxys dient, samen met alle andere betrokken partijen, uitgenodigd te worden op een werfstartvergadering ruime tijd vóór de aanvang van de werkzaamheden.

º         De verder vermelde specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen dienen strikt nageleefd te worden.

De bepalingen opgenomen in volgende documenten dienen gerespecteerd te worden en maken integraal deel uit van deze brief:

º         de lijst van de aardgasvervoersinstallaties in de nabijheid van de aangekondigde werken en de lijst van de bijgevoegde plannen

º         de wettelijke erfdienstbaarheden

º         de voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de vervoersinstallaties van Fluxys Belgium

º         de specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven in het kader van uw aanvraag

º         ter indicatie, de liggingsgegevens van de aardgasvervoersinstallaties in de nabijheid van de aangekondigde werken.

Wij vragen u deze documenten op te nemen in de vergunning en ons een kopie van uw besluit op te sturen.

Als u nog vragen hebt, aarzel niet contact op te nemen met onze medewerker, Stefan De Beul op 02/282.29.23."

         Intern advies

Op 8 januari 2021 heeft de dienst burgerzaken een huisnummer toegekend.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Het bouwen van een bijkomende eengezinswoning/zorgwoning is functioneel inpasbaar in deze overwegend residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

De impact op het verkeer in de omgeving is eerder beperkt. Het ontwerp voldoet aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Schaal

Het gabarit van de nieuwe woning is vergelijkbaar met het gabarit en het type van de woningen in de omgeving. De schaal van de woning overstijgt de schaal van de woningen in de omgeving niet.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De bouwdichtheid is zeer laag en er blijft zeker voldoende ruimte om het open karakter te vrijwaren. In de omgeving komen gelijkaardige of hogere dichtheden voor.

Visueel-vormelijke elementen

Het straatbeeld wordt gekenmerkt door gebouwen in verschillende verschijningsvormen. De kroonlijsthoogte en totale bouwhoogte passen in het straatbeeld. De woning met een hedendaagse vormgeving en materiaalgebruik zal inpassen in het heterogene straatbeeld. De verantwoorde buitenaanleg zal zorgen voor een verantwoorde overgang naar de omliggende open ruimte.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

De voorgestelde reliëfwijzigingen zijn een gevolg van de eis om het peil van de woning op minimum 0,30 m boven het huidige peil van het maaiveld te voorzien om het overstromingsgevoelig karakter van de woning maximaal te beperken.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Door het verhoogd inplanten van de woning ten opzichte van het niveau van de Heggestraat wordt de overstromingsgevoeligheid zeer sterk gereduceerd.

Zorgwoning

Definitie:

         De zorgwoning vormt één fysiek geheel met de hoofdwoning en maakt ten hoogste een derde uit van het bouwvolume van de volledige woning.

         De hoofdwoning en de ondergeschikte woning zijn eigendom van dezelfde eigenaars.

De creatie van een ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van 1 persoon, ouder dan 65 jaar volgens de bijkomend aangebrachte verklaring.

         In een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd.

Het is de bedoeling van de wetgever om deze mogelijkheden ruim te nemen. (Binnenkort kan het ook in een bestaande losstaande garage (50 m²) of een nieuw tijdelijk gebouw (container 5 jaar), ook zonevreemd)

Ooit stond in de regelgeving dat combinaties mogelijk waren van alle mogelijke afwijkingen en dat hebben we altijd ook zo gedaan: bv. een zonevreemde verbouwing (en eventuele uitbreiding) waarbij ook nog eens een zorgwoning werd geïntegreerd. Ook hier was het niet de bedoeling van de regelgever dat er eerst een woning moet opgericht worden, in gebruik genomen om dan nog eens een melding te doen om aan te geven dat het een zorgwoning betreft wat oorspronkelijk al in de aanvraag aangegeven was om tot hetzelfde resultaat te komen.

Stedenbouwkundig attest

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in het voorwaardelijk gunstig stedenbouwkundig attest. Er hebben zich geen substantiële wijzigingen voorgedaan aan het betrokken terrein die een ander standpunt zouden kunnen rechtvaardigen.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluxys van 13 januari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 9 februari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Sofie Parmentier en Frederik Craessaerts voor het bouwen van een woning/zorgwoning in 3061 Leefdaal, Heggestraat 14, sectie F nr 6c onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluxys van 13 januari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 9 februari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING A. DEVRIESESTRAAT 16. AANVRAAG WENDY DE WILDER EN MARIO LOUIS VOOR HET UITBREIDEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, A. DEVRIESESTRAAT 16, SECTIE B NR 275D2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 9 december 2020 hebben Wendy De Wilder en Mario Louis een aanvraag ingediend voor het uitbreiden van een woning in 3061 Leefdaal, A. Devriesestraat 16, sectie B nr 275d2.

         Op 7 januari 2021 werd de gevraagde extra informatie ontvangen.

         Op 11 januari 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 27 juli 1992, nr. T874-2-B.209. Deze verkaveling werd gewijzigd op 10 april 2007.

Het betreft de samengevoegde loten 2 en 3 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

De bouwplaats is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen op het kruispunt van de A. Devriesestraat en de Kruiskouter.

Deze zone ligt ten noorden van het centrum van Leefdaal tussen de Dorpstraat en de Voer enerzijds en de Tervuursesteenweg anderzijds. Door de ligging op de noordelijke valleirand van de Voer wordt deze zone gekenmerkt door grote niveauverschillen van zuid naar noord. De bebouwing is overwegend vrijstaand, met een zuiver residentieel karakter en met een zeer grote verscheidenheid in bouwstijlen.

Op het perceel staat een vrijstaande eengezinswoning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het uitbreiden van een woning.

Aan de rechterzijde wordt een bijkomend volume voorzien van 4,73 m op 7,29 m met keuken en berging op het gelijkvloers en met twee slaapkamers op de verdieping onder het doorgetrokken zadeldak. De rechter zijdelingse bouwvrije strook bedraagt 3,79 m.

Rechts vooraan is een fietsenberging van 3,43 m op 2,36 m aangebouwd aan de woning.

         Watertoets

Wateradvies van de provinciale dienst waterlopen van 2 februari 2021.

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

De woning wordt uitgebreid met 44 m² en er worden bijkomend autostaanplaatsen gecreëerd.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. Het betreft een klein hoekje van het perceel aan de straatkant en heeft geen invloed op het voorwerp van de aanvraag.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er is reeds een hemelwaterput van 10 000 liter aanwezig. Er wordt bijkomend een infiltratievoorziening van 3000 liter voorzien. De autostaanplaatsen worden voorzien in kiezelverharding.

Opmerking

Er is gekozen voor infiltratie van het hemelwater doorheen de verharding. Indien deze verharding is opgebouwd uit verschillende lagen moet elke laag minstens even doorlatend zijn als de bodem. Een doorlatende eindlaag op een ondoorlatende of slecht waterdoorlatende fundering is immers nutteloos.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkavelingsvergunning. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 2 februari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Wendy De Wilder en Mario Louis voor het uitbreiden van een woning in 3061 Leefdaal, A. Devriesestraat 16, sectie B nr 275d2 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 2 februari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de provinciale dienst waterlopen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING MEZENSTRAAT 57. AANVRAAG VAN SOFIE GILLE EN LAURENS GOYENS VOOR HET RENOVEREN VAN DE WONING IN 3061 LEEFDAAL, MEZENSTRAAT 57, SECTIE B NR 277T EN 277R.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 17 december 2020 hebben Sofie Gille en Laurens Goyens een aanvraag ingediend voor het renoveren van de woning in 3061 Leefdaal, Mezenstraat 57, sectie B nr 277t en 277r.

         Op 7 januari 2021 werd de gevraagde extra info ontvangen.

         Op 13 januari 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Mezenstraat.

De Mezenstraat is een van de verbindingswegen tussen de Dorpstraat en de gewestweg Tervuursesteenweg in het noorden.

De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen. Op het perceel, dat behoort tot het kernweefsel van Leefdaal, staat een vrijstaande eengezinswoning. Het reliëf is zeer grillig en het perceel en woning liggen op een berm en de onderliggende kelder ligt op het niveau van de Mezenstraat.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het grondig verbouwen van de woning:

º         De woning is ingeplant op 10,50 meter van de wegas van de voorliggende Mezenstraat. De afstand tot het linkse naburige perceel meet ca. 4,70 meter. De afstand tot het rechtse naburige perceel meet ca. 4,50 meter. De afstanden zijn telkens gemeten vanaf de voorgevel tot de perceelsgrens. De afstand tot de perceelsgrens aan de voorzijde betreft 6,30 meter, gemeten van het midden van de voorgevel. De zijdelingse afstanden tot de perceelsgrens blijven onaangetast, net als de afstand van de voorgevel tot de perceelsgrens.

º         De bestaande woning heeft een rechthoekige vorm met een bouwbreedte van 8,70 meter en een maximale bouwdiepte van 12,20 meter. Na de beschreven werken meet de maximale bouwdiepte van de woning 15 meter op het gelijkvloers en 12 meter op de verdieping.

º         De bestaande woning is voorzien van een zadeldak met dakkapellen. Het dak wordt volledig vervangen en krijgt nieuwe uitgesproken dakkapellen.

º         De hoogte van de bestaande nok bedraagt 8,10 meter ten opzichte van de vloerpas op het gelijkvloers. De hoogte van de nieuwe nok bedraagt 8,30 meter ten opzichte van de vloerpas op het gelijkvloers. De binnenpas van het gelijkvloers ligt op 3,42 meter boven de as van de weg. Het terreinprofiel blijft grotendeels ongewijzigd. Gezien de grote helling op het terrein is de kelder van de woning zichtbaar en toegankelijk aan de voorgevel. Aan de achterzijde van de woning sluit de vloerpas van het gelijkvloers aan op het terrein.

º         De gehele gebouwschil wordt aan de buitenzijde geïsoleerd. Dit heeft als gevolg dat het volume van de woning toeneemt volgens de dikte/hoogte van de isolatie. De buitengevelisolatie wordt bekleed met steenstrips. De kelderverdieping wordt bekleed met een andere soort steenstrips dan het gelijkvloers.

º         Het volledig hellend dak wordt vervangen door een nieuwe constructie met isolatie en nieuwe bekleding.

º         De bestaande uitbouw (veranda) op het gelijkvloers wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe uitbouw.

º         De bestaande raamopeningen worden op enkele plaatsen aangepast.

º         Intern worden enkele beperkte structurele ingrepen gedaan om de woonkwaliteit te verhogen.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is conform de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De functie eengezinswoning wordt behouden. De omgeving wordt ter hoogte van de woning gekenmerkt door de aanwezigheid van eengezinswoningen. Deze functie past dus binnen deze omgeving.

Mobiliteitsimpact

Gezien de functie als eengezinswoning is de mobiliteitsimpact beperkt. Op het terrein zijn voldoende parkeerplaatsen en fietsenstallingen voorzien waardoor de wagens opgevangen worden op het eigen terrein.

Schaal

Het nieuwe dakvolume is qua schaal in overeenstemming met de omliggende bebouwing. De woning overstijgt de schaal van de gebouwen in de omgeving niet.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De bouwdichtheid neemt zeer beperkt toe en kan vergeleken worden met de bouwdichtheden in de omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

Het project heeft een positieve impact op het straatbeeld. Het voorgestelde ontwerp vormt een hedendaags, architecturaal kwalitatief en samenhangend geheel en zal passen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Sofie Gille en Laurens Goyens voor het renoveren van de woning in 3061 Leefdaal, Mezenstraat 57, sectie B nr 277t en 277r onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING HOLLESTRAAT. AANVRAAG AN LEFÈVRE VOOR HET VELLEN VAN BOMEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, HOLLESTRAAT, SECTIE A NR 341, 345R4, 345H2, 341L, 345A2, 341S.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 2 november 2020 heeft An Lefèvre een aanvraag ingediend voor het vellen van bomen in 3060 Korbeek-Dijle, Hollestraat, sectie A nr 341, 345r4, 345h2, 341l, 345a2, 341s.

         Op 6 januari 2021 werd de gevraagde extra informatie ontvangen.

         Op 11 januari 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)

De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Hollestraat.

De Hollestraat is een zijstraat van de Nijvelsebaan die op de noordelijke valleirand van de Dijle gesitueerd is. Deze weg vormt over het plateau van Duisburg de verbinding met de deelgemeente Leefdaal. De holle weg wordt omgeven door agrarisch gebied en de oostelijke bebouwing langsheen de Kleine Hollestraat.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het vellen van bomen.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Op 27 januari 2021 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Ruimtelijke bestemming

Het perceel is gelegen in landschappelijk waardevolle agrarische gebieden (92 %), agrarische gebieden (6 %) en woongebieden met landelijk karakter (2 %).

Beschermingsstatus

De percelen zijn niet gelegen binnen of grenzen niet aan Habitatrichtlijngebied (meer dan 350 m), Vogelrichtlijngebied (meer dan 100 m) of VEN-gebied (meer dan 150 m).

Biologische waarderingskaart

De zones waar de te kappen bomen staan, zijn gekarteerd als biologisch zeer waardevol (code z), met als karteringseenheden:

- (kant zuidwest) holle weg (code kw) en houtkant met dominantie van iep (Ulmus sp.) (code khu), met overdruk “Faunistisch belangrijk gebieden”.

- (kant Holle Weg - noordoost) holle weg (code kw), eiken-haagbeukenbos (code qa), houtkant met dominantie van robinia (Robinia pseudoacacia) (code khr) en houtkant met dominantie van iep (Ulmus sp.) (code khu), met overdruk “Faunistisch belangrijk gebieden”.

Rechtsgrond

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

º         Artikel 35 § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

º         Artikel 38/3 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Bespreking aanvraag

Uit het dossier blijkt dat de aanvrager een aantal grotere bomen van variabele omtrekken wenst te kappen.

Aan de noordoost kant (Holle Weg) gaat het over 81 bomen, aan de andere kant van het perceel gaat het over 28 bomen.

De kapping van de bomen wordt gevraagd omwille van de veiligheid. Verschillende bomen hangen over naar de andere kant van de weg, waar huizen staan. De eigenaar vreest dat zij zouden omvallen en schade veroorzaken op de aanpalende percelen.

Een holle weg valt onder de toepassing van art. 7 van het Vegetatiebesluit en wordt beschouwd als een verboden te wijzigen klein landschapselement. Het kappen van een aantal bomen in een holle weg, verspreid over een grote afstand, vernietigt het landschapselement niet. Bij een normaal onderhoud worden ook regelmatig bomen gekapt, waardoor omvallen en erosie van de taluds kan vermeden worden.

Bovendien geeft de aanvrager aan dat de wortelstelsels van de bomen zullen behouden blijven en dat de kleine boompjes / struiken niet zullen gekapt worden. Deze werken kunnen dus beschouwd worden als een achterstallig onderhoud van een holle weg, wat vergunbaar is.

Het Agentschap is van oordeel dat de bestaande natuurwaarden op de percelen niet zullen geschaad worden, wanneer de velling oordeelkundig gebeurt en mits het nemen van een aantal milderende maatregelen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde(n):

º         Alle andere bomen en struiken op de percelen dienen gespaard te worden.

º         De werken worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (dus niet in de periode tussen 1 maart en 1 juli)

º         Wanneer de stronken niet of onvoldoende uitlopen en / of er te grote openingen in de struik- en boomlaag ontstaan, dan moet er bijkomend aangeplant worden met inheems, streekeigen bomen of struiken.

º         Na de kapping en eventuele aanplanting moeten de houtkant en de holle weg onderhouden worden volgens de Code Goede Natuurpraktijk (zie bijlage).

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

º         Artikel 13 §5 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

º         Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

º         Artikel 7 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998

Onderstaande doelstellingen of zorgplichten zijn hierbij van toepassing:

Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

De aanvraag omvat het wijzigen van vegetaties die onder toepassing vallen van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Dit gunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos geldt, mits naleving van de voorwaarden gesteld in het advies, als afwijking op de verboden van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, volgens artikel 10 van het vermelde besluit.

Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het uitvoeren van een onderhoudskap in een holle weg is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan Leuven.

De bestaande natuurwaarden op de percelen zullen niet geschaad worden, wanneer de velling oordeelkundig gebeurt en mits het nemen van een aantal milderende maatregelen die opgelegd zijn door het Agentschap voor Natuur en Bos.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit.

Schaal

Niet van toepassing.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Niet van toepassing.

Visueel-vormelijke elementen

Niet van toepassing.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De hinder zal zich beperken tot de periode van de kapping.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en milieutechnisch verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde werken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van 27 januari 2021 van het Agentschap voor Natuur en Bos moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan An Lefèvre voor het vellen van bomen in 3060 Korbeek-Dijle, Hollestraat, sectie A nr 341, 345r4, 345h2, 341l, 345a2, 341s onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde werken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van 27 januari 2021 van het Agentschap voor Natuur en Bos moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en het Agentschap voor Natuur en Bos.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING TERVUURSESTEENWEG 13. AANVRAAG DORIEN BERTHELS EN BRECHT HEYNICKX VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN VRIJSTAANDE WONING IN 3060 BERTEM, TERVUURSESTEENWEG 13, SECTIE C NR 3D.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 22 december 2020 hebben Dorien Berthels en Brecht Heynickx een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een vrijstaande woning in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 13, sectie C nr 3d.

         Op 13 januari 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 17 juni 1964, nr T874-2-B.012.

Het betreft lot 2 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de gewestweg Tervuursesteenweg.

Het pand is gelegen in een gebouwencluster die aansluit bij de buurgemeente Leuven.

De omgeving wordt gekenmerkt door een mix van wonen en handel (deels grondgebied Leuven) in gebouwen in verschillende verschijningsvormen.

Het reliëf in de omgeving is zeer grillig.

Op het perceel staat een vrijstaande woning met één bouwlaag en een zadeldak met onderliggende garage op het niveau van de Tervuursesteenweg.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het verbouwen van een woning.

Het bestaande pand is vrijstaand, heeft een gevelbreedte van 13,54 m en een bouwdiepte van 10,58 m. De voorgevel bevindt zich op 13,33 m van de voorste perceelsgrens en op 25,79 m van de as van de weg. De 0-pas, genomen ter hoogte van de gelijkvloerse woonverdieping, bevindt zich ongeveer 3,60 m boven de as van de straat (informatie geopunt).

De nok van het dak ligt 5,40 m boven de 0-pas van de gelijkvloers, de kroonlijst bevindt zich op 2,80 m. Het pand is gedeeltelijk onderkelderd en gedeeltelijk voorzien van een kruipkelder. Naast de gelijkvloerse woonverdieping is er ook een zolder aanwezig. Het bestaande terreinprofiel en de binnenpassen worden niet gewijzigd.

Het voorstel omvat:

º         Een nieuwe aanbouw van 4,53 m diepte en 7,17 m breedte wordt voorzien ter hoogte van de achtergevel.

º         Ter hoogte van de voorgevel wordt, binnen het bestaande bouwvolume, de binnenruimte uitgebreid met een deel van de overdekte buitenruimte. Dit gebeurt in wit alu buitenschrijnwerk, dat aansluit op het bestaande buitenschrijnwerk.

º         De achterbouw wordt opgebouwd in gevelsteen in combinatie met wit alu buitenschrijnwerk. Het dak kraagt uit ten opzichte van de gevel in analogie met de bestaande woning en zorgt zo voor een bijkomende zonnewering.

º         Het gelijkvloers wordt opnieuw opgedeeld, waarbij enkele strategische openingen zorgen voor een ruimtelijk spel van connecties tussen de verschillende ruimtes. Hierdoor krijgt de woning een ruimer gevoel.

         Watertoets

Wateradvies van de provinciale dienst waterlopen van 9 februari 2021.

"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 13 januari 2021 op naam van Brecht Heynickx en Dorien Berthels voor de verbouwing van een woning. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Tervuursesteenweg 13, 3060 Bertem, kadastraal gekend als 1e afdeling, sectie C, nr. 3D.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Daarom wordt geen uitgebreid advies uitgebracht."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Op 13 januari 2021 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.

INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0030001 van 22.9 +20 tot 22.9 +40):

º         de rooilijn ligt op 13 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003-05)

º         de zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.

º         de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003-05)

Publiciteit:

º         geen

GUNSTIG ADVIES ONDER VOORWAARDEN

1. Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten

Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht aan de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.

“Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”

In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap:

a. Onwenselijkheid omwille van de goede ruimtelijke ordening en toekomstvisie inzake wegbeheer en verkeersveiligheid (rooilijn)

Onwenselijkheid omwille van de goede ruimtelijke ordening, de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen en verkeersveiligheid

In de omgeving werd decennialang toepassing gemaakt van het niet bij KB bekrachtigde rooilijnplan K1292-A (003-05), d.d. 25/05/1961, zodat er een feitelijke rooilijn is ontstaan.

Deze feitelijke rooilijn bevindt zich op 13 meter uit de as van de weg.

Het is van groot belang om deze feitelijke rooilijn te blijven hanteren om de volgende reden(en):

Het Agentschap Wegen en Verkeer wenst de grond, bestemd voor de openbare weg, te vrijwaren van elk extra obstakel voor de toekomstige weginrichting, zodat deze later kan aangepast worden aan de nieuwe behoeften en inzichten.

De perceelsgrens werd (in gevolge van een verkavelingsvergunning d.d. 17/06/1964, met ref 22/FL/12) vastgelegd op 13 meter uit de as van de baan.

Dit werd nog opgemeten en vastgelegd door landmeter-expert O.G. D.Uytterhoeven te Kessel-Lo op 16 juli 2013 (stempel kadaster "17/09/2013") bij het afpalen van het naastgelegen perceel, Tervuursesteenweg nr. 15.

Momenteel wordt het openbaar domein echter deels in gebruik genomen door een deel van de privétuin van de woning Tervuursesteenweg nr. 13.

De rest van het openbaar domein werd, naast de toegestane toegang van 4,5m, door de aanvrager/eigenaar van het perceel niet-vergund verhard, door middel van grind.

Hierdoor zijn er parkeerplaatsen ontstaan op openbaar domein, met een gevaarlijke situatie tot gevolg voor het fietsverkeer op het langslopende fietspad.

Voor het gedeelte tuin op openbaar domein wenst Agentschap Wegen en Verkeer een afwijking toe te staan en dit oogluikend toe te staan.

Indien er echter door Agentschap Wegen en Verkeer aanpassingen aan de gewestweg N3 Tervuursesteenweg worden voorzien, kan de eigenaar van het perceel Tervuursesteenweg nr. 13 worden opgelegd om dit gedeelte tuin te verwijderen, en dit zonder vergoeding.

De bestaande toegang van 4,5 meter blijft behouden.

Het verharde gedeelte van het openbaar domein naast de toegestane toegang, dient echter terug in zijn oorspronkelijke toestand te worden hersteld.

Deze bestond uit grond, ingezaaid met gras (verwijzend naar de toestand waarin het openbaar domein zich bevond in 2013).

b. Onwenselijkheid omwille van de goede ruimtelijke ordening en toekomstvisie inzake wegbeheer en verkeersveiligheid (bouwlijn).

Onwenselijkheid omwille van de goede ruimtelijke ordening en de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen.

In de omgeving werd decennialang een bouwlijn toegepast aan de hand van het niet bij KB bekrachtigde rooilijnplan K1292-A (003-05), d.d. 25/05/1961, zodat er een feitelijke bouwlijn is ontstaan.

Deze feitelijke bouwlijn bevindt zich op 21 meter uit de as van de weg.

Het is van groot belang om deze bouwlijn te blijven hanteren om de volgende reden:

Het Agentschap Wegen en Verkeer wenst de grond, bestemd voor de openbare weg, te vrijwaren van elk extra obstakel voor de toekomstige weginrichting, zodat deze later kan aangepast worden aan de nieuwe behoeften en inzichten.

De reeds bestaande keerwanden en de trap bevinden zich (deels) in de zone van achteruitbouw.

De bestaande keerwanden zijn ingeplant achter de lijn van 13 meter uit de as van de baan en de bestaande trap is ingeplant achter de lijn van 17 meter uit de as van de baan.

Er wordt door Agentschap Wegen en Verkeer een afwijking gegeven voor de keerwanden en de trap vanaf de 1e meter in de zone van achteruitbouw.

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer VOORWAARDELIJK GUNSTIG.

De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:

º         Het verharde gedeelte van het openbaar domein naast de toegestane toegang, dient echter terug in zijn oorspronkelijke toestand te worden hersteld.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.

Zie aandachtspunten gewestweg."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkavelingsvergunning. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 13 januari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

Bijzondere aandacht wordt gevestigd op de volgende voorwaarde in dit advies:

º         Het verharde gedeelte van het openbaar domein naast de toegestane toegang, dient echter terug in zijn oorspronkelijke toestand te worden hersteld.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Dorien Berthels en Brecht Heynickx voor het verbouwen van een vrijstaande woning in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 13, sectie C nr 3d onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 13 januari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

Bijzondere aandacht wordt gevestigd op de volgende voorwaarde in dit advies:
Het verharde gedeelte van het openbaar domein naast de toegestane toegang, dient terug in zijn oorspronkelijke toestand te worden hersteld.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

BEBOSSING. AANVRAAG VERGUNNING VAN JOHAN VAN DIEVOET VOOR BEBOSSING VAN EEN PERCEEL GELEGEN IN 3060 BERTEM, SECTIE B NR 140C.

 

Voorgeschiedenis

  • Johan Van Dievoet heeft op 27 januari 2021 een aanvraag voor bebossing van een perceel gelegen in 3060 Bertem, sectie B nr140c, ingediend.

 

Feiten en context

  • Het perceel ligt in 3060 Bertem sectie B nr 140c en is volgens het gewestplan Leuven gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
  • Dit braakliggend perceel paalt aan een bebost perceel.
  • De aanplanting zou gebeuren met 25 verschillende soorten inheemse bomen en planten.

 

Juridische gronden

  • Artikel 35bis, §5 van het veldwetboek
    Het is in agrarische gebieden slechts toegestaan om over te gaan tot bosaanplanting na het verkrijgen van een vergunning afgeleverd door het schepencollege. Het veldwetboek bepaalt verder dat de bosaanplanting in of naast agrarisch gebied verboden is op minder dan 6 m van de scheidingslijn. Het college wordt geacht binnen 30 dagen na indiening van de aanvraag te beslissen. Doet het dit niet binnen die termijn, dan wordt de vergunning geacht verleend te zijn. Bij weigering van de vergunning kan de aanvrager binnen een maand na kennisgeving beroep instellen bij de bestendige deputatie.
  • Artikel 87 van het bosdecreet van 13 juni 1990
    Voor de beplanting met houtachtige gewassen van gronden gelegen in agrarisch gebied of een daarmee gelijkgesteld bestemmingsgebied verleent het daartoe aangestelde personeelslid van het departement Landbouw en Visserij een advies in het kader van de in artikel 35bis, § 5, van het Veldwetboek vereiste vergunning van het college van burgemeester en schepenen. Het advies wordt verleend binnen een termijn van 20 dagen. De termijn begint te lopen op de datum van verzending. Bij gebrek aan advies binnen deze termijn, wordt het advies geacht gunstig te zijn.

 

Adviezen

         Op 19 februari 2021 heeft het Departement voor Landbouw en Visserij een gunstig advies uitgebracht nl.:
"Het betreft hier een gedeelte van een perceel dat reeds ingesloten is door een bestaand bos. Er is geen landbouw meer aanwezig. Het departement Landbouw en Visserij geeft bijgevolg een gunstig advies."

 

Argumentatie

Het perceel van de aanvraag is braakliggend en omgrensd door een bos.

De aanvraag om het perceel te bebossen met inheemse bomen en planten is te verantwoorden.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft aan Johan Van Dievoet, Walenpotstraat 1, 3060 Bertem, een toelating voor het bebossen van het perceel gelegen in 3060 Bertem, sectie B nr 140c.

 

Artikel 2:

De voorwaarden opgelegd in artikel 35bis, §5 van het veldwetboek moeten strikt nageleefd worden. De aanplanting gebeurt op minimum 6 m van de perceelsgrenzen van de percelen die een agrarisch gebruik hebben.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en het Departement voor Landbouw en Visserij.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN TOM CARDOEN VOOR EEN AANBOUW AAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, WALENPOT 9, SECTIE C NR 134L6.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 9 februari 2021 heeft Tom Cardoen, Walenpot 9, 3060 Bertem, een melding ingediend voor een aanbouw aan de woning gelegen in Walenpot 9, 3060 Bertem, sectie C nr 134l6.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in recreatiegebied.

In het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan "weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen - fase 2" is de bestemmingszone 'recreatie' herbestemd naar woongebied 'zone voor kleinschalig wonen en verblijven'.

In deze zone voor kleinschalig wonen en verblijven zijn zowel de woonfunctie als de verblijfsrecreatieve functie toegelaten.

  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling.
  • De melding omvat het oprichten van een aanbouw aan de woning.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.
  • Ministerieel besluit van 8 oktober 2013 ter goedkeuring van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen - fase 2'
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

  • 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
  • 2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

  • Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het artikel 4 bepaalt dat voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, de vergunningsplicht wordt vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is.

1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;

2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;

3° de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter;

4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen;

5° de hoogte is beperkt tot 4 meter.

In afwijking van het eerste lid, 4°, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet.; Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen beschouwd : de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw.

 

Argumentatie

  • Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

  • De melding is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan "weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen - fase 2".
  • De melding is conform met het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl. artikel 4 nl.
    • er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd
    • het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd
    • de oppervlakte van de aanbouw bedraagt 12,61 m²
    • de aanbouw wordt op meer dan 3 m ingeplant van de zijdelingse perceelsgrenzen
    • de kroonlijsthoogte bedraagt 2,2 m en de nokhoogte bedraagt 2,5 m
  • Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing

  • Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Er worden geen voorwaarden opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt akte van de melding van Tom Cardoen, Walenpot 9, 3060 Bertem, voor een aanbouw aan de woning gelegen in 3060 Bertem, Walenpot 9, sectie C nr 134l6.

 

Artikel 2:

Deze meldingsakte wordt overgemaakt aan Tom Cardoen.

 

Artikel 3:

Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. HET OPSTELLEN VAN EEN MOBIELE KRAAN IN DE MEZENSTRAAT TER HOOGTE VAN NR. 63 TE 3061 LEEFDAAL OP 22 EN 23 MAART 2021.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Senne Verschoren, verantwoordelijke signalisatie van Anthony Signs, Uitbreidingstraat 584 te 2600 Berchem, met de vraag om een vergunning voor het opstellen van een mobiele kraan in de Mezenstraat ter hoogte van huisnr. 63 te 3061 Leefdaal op 22 en 23 maart 2021.

 

Feiten en context

  • Een aannemer wenst een zwembad te plaatsen met een mobiele kraan in de Mezenstraat ter hoogte van nr. 63 te 3061 Leefdaal.
  • Hierdoor moet de Mezenstraat ter hoogte van de werken afgesloten worden.
  • De werken zouden doorgaan op 22 en 23 maart 2021 van 6 tot 17 uur.

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
  • Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
  • Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.
  • Raadsbesluit van 28 april 2020 over de tijdelijke vrijstelling van de retributie op innames openbaar domein naar aanleiding van COVID-19.

 

Adviezen

  • Advies van Politiezone Voer en Dijle - Wijkverantwoordelijke Bertem van 11 februari 2021: Omleiding via Dorpstraat / Boskee / Tervuursesteenweg en vice versa.

 

Argumentatie

Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

  • Signalisatieplan Mezenstraat 63

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op het opstellen van een mobiele kraan het openbaar domein, met name de rijbaan, in te nemen aan de Mezenstraat ter hoogte van huisnr. 63 te 3061 Leefdaal op 22 en 23 maart 2021, telkens tussen 6.00 uur en 17.00 uur.

 

Artikel 2:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeerssignalisatie volgens bijgevoegd signalisatieplan.

Aan de kruispunten van de Mezenstraat met de Dorpstraat en de Tervuursesteenweg wordt de inname gesignaleerd door middel van verkeersborden C3 met onderbord "uitzonderlijk plaatselijk verkeer", en in de A. Devriesestraat aan het kruispunt van de Mezenstraat door middel van een verkeersbord C31 met onderbord "uitzonderlijk plaatselijk verkeer".

De omleiding wordt gesignaleerd via de Dorpstraat, de Boskee en de Tervuursesteenweg.

 

Artikel 3:

De aannemer moet de nodige maatregelen treffen om verzakkingen op het voetpad en beschadiging van de rijweg, goot en boordsteen te voorkomen.

De aanvrager moet minstens 14 kalenderdagen vóór de inname van het openbaar domein aan de gemeentelijke dienst openbare werken meedelen welke maatregelen hij zal nemen ter voorkoming van schade aan het openbaar domein.

 

Artikel 4:

De bewoners van de Mezenstraat, de gemeentelijke basisschool  (secretariaat@gbsleefdaal.be) en de plaatselijke handelaars moeten door de aanvrager op de hoogte gebracht worden over de inname en de duur ervan via een bewonersbrief.

De bewonersbrief moet minstens 7 kalenderdagen voor de inname van het openbaar domein zowel aan de inwoners als aan de dienst openbare werken (openbarewerken@bertem.be) worden bezorgd.

 

Artikel 5:

Dit besluit houdt geen toelating in om af te wijken van art. 4.3 van het Algemeen politiereglement van Bertem:

"Het gebruik in de open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen aangedreven door ontploffings- en/of elektrische motoren is alleen toegestaan tussen 8.00 en 22.00 uur behoudens voorafgaande toelating van de burgemeester. Op zondagen is het gebruik van dergelijke toestellen niet toegestaan behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester."

 

Artikel 6:

De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 7:

Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en van de signalisatie duidelijk zichtbaar aangebracht worden.

 

Artikel 8:

Dit besluit is van kracht van 22 maart 2021 om 6.00 uur tot 23 maart 2021 om 17.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. RIOLERINGSWERKEN IN DE MOLSWEGEL EN KRUISPUNT VLIEGUIT TE 3061 LEEFDAAL VAN 1 MAART 2021 TOT 31 MEI 2021.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van 22 februari 2021 van Nils De Winne namens Houwelyckx Wegenbouw nv, Wilsonstraat 84 te 2860 Sint-Katelijne-Waver met de vraag om een vergunning voor het uitvoeren van rioleringswerken voor een nieuwe verkaveling aan de Molswegel en het kruispunt met de Vlieguit te 3061 Leefdaal van 1 maart 2021 tot 31 mei 2021.

 

Feiten en context

  • Een aannemer wenst rioleringswerken voor een nieuwe verkaveling uit te voeren aan de Molswegel en het kruispunt met de Vlieguit te 3061 Leefdaal van 1 maart 2021 tot 31 mei 2021.
  • Van 1 maart tot 19 maart 2021 wordt het kruispunt van de Vlieguit met de Molswegel aangepakt, hier is tijdens de werken geen doorgang voor wagens mogelijk. De grootste hinder is voor woning 9a, maar dat is de bouwheer (verkavelaar).
  • Van 1 maart tot 31 mei 2021 zijn er werken in de Molswegel.

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
  • Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
  • Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.
  • Raadsbesluit van 28 april 2020 over de tijdelijke vrijstelling van de retributie op innames openbaar domein naar aanleiding van COVID-19.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van Politiezone Voer en Dijle - Wijkverantwoordelijke Bertem van 24 februari 2021.

 

Argumentatie

Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

  • situatieschets Molswegel
  • aanvraag inname openbaar domein Molswegel

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op het uitvoeren van rioleringswerken voor een nieuwe verkaveling aan de Molswegel van 1 maart tot 31 mei 2021, en aan het kruispunt met de Vlieguit te 3061 Leefdaal van 1 maart 2021 tot tot 19 maart 2021 het openbaar domein, met name de rijbaan in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen.

 

Artikel 2:

De werfzone aan het kruispunt met de Vlieguit met de Molswegel moet volledig afgebakend worden, een doorgang voor fietsers en voetgangers moet gegarandeerd blijven.

 

Artikel 3:

De werfzone aan de Molswegel moet aan beide zijden volledig afgebakend worden met verkeersborden C1 op nadar met signalisatie van een omleiding in beide richtingen voor voetgangers en fietsers via de Eksterenberg, de Dorpstraat en de Vlieguit .

 

Artikel 4:

De Molswegel werd nieuw aangelegd; deze moet na afloop van de werken in de oorspronkelijke staat worden achtergelaten of hersteld.

 

Artikel 5:

De bewoners van het betrokken deel van de Vlieguit moeten steeds ongehinderd hun woning kunnen bereiken. Zij worden onverwijld op de hoogte gebracht van de inname en de duur ervan via een bewonersbrief.

De bewonersbrief moet zowel aan de inwoners als aan de dienst openbare werken (openbarewerken@bertem.be) worden bezorgd.

 

Artikel 6:

Dit besluit houdt geen toelating in om af te wijken van art. 4.3 van het Algemeen politiereglement van Bertem:

"Het gebruik in de open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen aangedreven door ontploffings- en/of elektrische motoren is alleen toegestaan tussen 8.00 en 22.00 uur behoudens voorafgaande toelating van de burgemeester. Op zondagen is het gebruik van dergelijke toestellen niet toegestaan behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester."

 

Artikel 7:

De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 8:

Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en van de signalisatie duidelijk zichtbaar en in het Nederlands aangebracht worden.

 

Artikel 9:

Dit besluit is van kracht van 1 maart 2021 tot 31 mei 2021.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. HET UITVOEREN VAN RIOLERINGSWERKEN AAN DE LEUVENSTRAAT EN HET KRUISPUNT JOZEF GINISTRAAT/LEUVENSTRAAT TE 3060 BERTEM VAN 8 MAART 2021 TOT 4 JUNI 2021.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebesluit van 4 september 2019 waarbij aan DSV nv, Terheidelaan 69 te 3200 Aarschot toelating verleend werd om met het oog op het uitvoeren van rioleringswerken aan de Parijsstraat, Dorpstraat, Borsstraat en Oude Leuvensebaan te 3060 Bertem van 16 september 2019 tot en met 31 december 2019, het openbaar domein in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen.

         De vergunning werd tweemaal verlengd, momenteel tot en met 2 april 2021.

         E-mail van Magali Vander Velpen namens DSV nv met de vraag om 2 signalisatievergunningen: in de Leuvenstraat van 8 maart tot 4 juni 2021 en aan het kruispunt Jozef Ginistraat/Leuvenstraat van 29 maart tot 9 april 2021.

 

Feiten en context

         De werken in de Dalem (Parijsstraat, Dorpstraat, Borsstraat en Oude Leuvensebaan) te 3060 Bertem vingen aan op 16 september 2019, de vergunning loopt tot 2 april 2021.

         DSV nv vraagt om van 8 maart 2021 tot 4 juni 2021 in de Leuvenstraat, en van 29 maart 2021 tot 9 april 2021 aan het kruispunt Jozef Ginistraat/Leuvenstraat rioleringswerken te mogen uitvoeren.

         Van 8 maart 2021 tot 4 juni 2021 wordt de Leuvenstraat afgesloten en is er een omleiding voorzien via de Parijsstraat, de tijdelijke weg tussen de Parijsstraat en de Borsstraat, de Borsstraat en de Dorpstraat.

         Van 29 maart 2021 tot 9 april 2021 is de Jozef Ginistraat afgesloten aan het kruispunt met de Leuvenstraat, er is er een omleiding voorzien via de Tervuursesteenweg, de Gerzenstraat en de Dorpstraat naar de Jozef Ginisstraat, en via de Borsstraat, de tijdelijke weg tussen de Parijsstraat en de Borsstraat en de Parijsstraat naar de Leuvenstraat.

 

Juridische gronden

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Adviezen

         Advies van politiezone VODI wijkkantoor Bertem: de omleiding moet via de Gerzenstraat lopen.

 

Argumentatie

Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

         signalisatie Leuvenstraat en Kruispunt Jozef Ginistraat-Leuvenstraat.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op het uitvoeren van rioleringswerken aan de Leuvenstraat van 8 maart tot 4 juni 2021 en het kruispunt Jozef Ginistraat/Leuvenstraat te 3060 Bertem van 29 maart tot 9 april 2021 het openbaar domein in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen volgens bijgevoegd signalisatieplan.

 

Artikel 2:

Van 8 maart tot 4 juni wordt er een omleiding voorzien via de Parijsstraat, de tijdelijke weg tussen de Parijsstraat en de Borsstraat, de Dorpstraat en de Gerzenstraat.

Van 29 maart tot 9 april 2021 wordt er een omleiding voorzien via de Tervuursesteenweg, de Gerzenstraat en de Dorpstraat naar de Jozef Ginisstraat, en via de Borsstraat, de tijdelijke weg tussen de Parijsstraat en de Borsstraat en de Parijsstraat naar de Leuvenstraat.

 

Artikel 3:

De aanvrager stelt alles in het werk om de overlast voor de betrokken bewoners tot een minimum te beperken, ondermeer door:

         de werfzone te beperken tot maximaal 50 meter,

         de toegang tot de woningen buiten de werfzone te garanderen,

         de bewoners op de hoogte te houden van de vooruitgang van de werken en de daaruit voortvloeiende hinder via bewonersbrieven.

         een vrije doorgang te voorzien voor voetgangers en fietsers.

 

Artikel 4:

Tijdens de vergunde periode wordt in de Parijsstraat tussen de Dorpstraat en de tijdelijke weg eenrichtingsverkeer ingesteld in de rijrichting Leuvenstraat.

 

Artikel 5:

In de volledige werfzone wordt een parkeerverbod ingesteld aan beide zijden van de rijweg.

 

Artikel 6:

De bewoners en ondernemers van de Leuvenstraat en de Jozef Ginistraat moeten door de aanvrager minstens 1 week voor de aanvang van de inname op de hoogte gebracht worden via een bewonersbrief.

 

Artikel 7:

De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 8:

Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en signalisatie duidelijk zichtbaar en in het Nederlands aangebracht worden.

 

Artikel 9:

Dit besluit blijft van kracht van 8 maart 2021 tot en met 4 juni 2021.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 1 maart 2021

 

GELUIDSHINDER VLIEGROUTES. GOEDKEURING KOSTENVERDELING RECHTSZAAK (MILIEUSTAKINGSVORDERING) BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VS. BELGISCHE STAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebesluit van 12 juli 2016 over de aanstelling van meester Isabelle Larmuseau van het kantoor LDR, Kasteellaan 141 in 9000 Gent, voor de beroepsprocedure tegen het vonnis ten gronde inzake geluidshinder vliegroutes.

         Collegebesluit van 18 januari 2021 over de vrijwillige tussenkomst in de milieustakingsvordering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest versus de Belgische Staat.

 

Feiten en context

         WerkGroepLeuven vroeg aan de gemeente Bertem of ze wilde tussenkomen in de rechtszaak BHG vs. Staat, samen met (de) andere partijen in de rechtszaak van de Leuven 07-Rechtdoor (Herent, Bertem, Oud-Heverlee, particulieren ARL) en met WGL als expert.

         De gemeenten Bertem en Herent en Alliantie Regio Leuven (ARL) hebben zich aangesloten. Het college van Oud-Heverlee heeft beslist om niet aan te sluiten bij deze procedure.

         Er moet een besluit worden genomen over de tenlasteneming van een aandeel in de kosten van het advocatenkantoor door elk van de deelnemende partijen.

         Er is een voorlopig en mondeling akkoord om de juridische kosten als volgt te verdelen:

º         Herent: 3/8 = 37,5%

º         Bertem: 3/8 = 37,5%

º         ARL: 2/8 = 25%.

         Wanneer gemeente Oud-Heverlee alsnog zou aansluiten, worden de kosten verdeeld zoals in de eerste procedure: de 4 partijen elk 25%.

 

Juridische gronden

         Artikel 56, §3, 9° van het decreet lokaal bestuur.
Het college is bevoegd voor het vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgaven

613204/0119-02 (procedure- en vervolgingskosten)

€ 15 000

€ 12 678,20

 

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college gaat akkoord om de kosten van het advocatenkantoor LDR te verdelen op basis van de verdeelsleutel:

         Herent: 37,5%

         Bertem: 37,5%

         ARL: 25%.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/03/2021