Zitting van 6 januari 2020
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 2 januari 2020 goed.
Zitting van 6 januari 2020
RAAMCONTRACT C-SMART. GOEDKEURING DEELNAME OPDRACHTENCENTRALE VAN CIPAL DV VOOR AFNAME VAN DE RAAMOVEREENKOMST 'AANKOOP VAN LICENTIES, GEBRUIKSRECHTEN, ONDERHOUDS- EN ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA’S M.B.T. STANDAARDSOFTWARE'.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de opdrachtencentrale gebruikmaken waardoor zij/het krachtens de wet inzake overheidsopdrachten is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.
Het is aangewezen dat de gemeente gebruikmaakt van de opdrachtencentrale om volgende redenen:
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeente Bertem doet een beroep op de opdrachtencentrale van Cipal dv voor de aankoop van licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaardsoftware aangeboden via de raamovereenkomst 'Aankoop van licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaardsoftware' (Bestek CSMRTSOFT19).
Zitting van 6 januari 2020
RAAMCONTRACT C-SMART. GOEDKEURING DEELNAME OPDRACHTENCENTRALE VAN CIPAL DV VOOR AFNAME VAN DE RAAMOVEREENKOMST 'AANKOOP VAN ICT INFRASTRUCTUUR'.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de opdrachtencentrale gebruikmaken waardoor zij/het krachtens de wet inzake overheidsopdrachten is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.
Het is aangewezen dat de gemeente gebruikmaakt van de opdrachtencentrale om volgende redenen:
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De gemeente Bertem doet een beroep op de opdrachtencentrale van Cipal dv voor de aankoop van ICT-infrastructuur aangeboden via de raamovereenkomst 'Aankoop van ICT Infrastructuur' (Bestek nr. CSMRTINFRA19).
Zitting van 6 januari 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING BEGIJNENSTRAAT 18 TE 3060 BERTEM.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Begijnenstraat 18 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 262a4 , niet uit te oefenen.
Zitting van 6 januari 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING HEGGESTRAAT 10 TE 3061 BERTEM.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Heggestraat 10 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie F nummer 6s, niet uit te oefenen.
Zitting van 6 januari 2020
OMGEVINGSVERGUNNING TERVUURSESTEENWEG 94. AANVRAAG JAN PEETERS EN KAREN WEETS VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, TERVUURSESTEENWEG 94, SECTIE A NR 565M2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 16 september 2019 hebben Jan Peeters en Karen Weets een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 94, sectie A nr 565m2.
• Op 4 november 2019 werd de gevraagde aanvullende informatie ontvangen.
• Op 7 november 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in een woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de gewestweg Tervuursesteenweg.
De Tervuursesteenweg ligt op de noordelijke Voervalleiwand, verbindt Leuven met Tervuren, en doorkruist de gemeente van oost naar west nagenoeg parallel met de Dorpstraat die in de vallei ligt. De woning ligt in het noordoosten van het centrum van Bertem waar de bebouwing hoofdzakelijk halfopen en gesloten is.
De in gesloten verband opgerichte woning met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel maakt deel uit van een bouwblok van een vijftal woningen. Het perceel grenst achteraan aan de Geen-straat die zuidelijk van en parallel aan de Tervuursesteenweg loopt. De omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing waaronder naast eengezinswoningen ook meergezinswoningen voorkomen. De bestaande woning is ingeplant op de rooilijn.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het verbouwen van de woning.
De woning heeft een voorgevelbreedte van 6,75 m, een bouwdiepte van 22,02 m op het gelijkvloers en een bouwdiepte van 9,09 m op de verdieping. De woning is afgewerkt met een hellend dak bestaande uit 2 hellende dakvlakken met elk een helling van 42°. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,23 m gemeten vanaf het maaiveld tot bovenzijde dakgoot. De achterste bijbouwen van het gelijkvloers zijn afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,75 m gemeten vanaf het maaiveld tot bovenzijde dakrand.
De aanvraag omvat het slopen van de bestaande bijgebouwen en het realiseren van een extensie op het gelijkvloers.
Langs de achterzijde van de woning wordt een uitbreiding gerealiseerd met een bouwdiepte van 5,80 m over de gehele breedte van de bestaande achtergevel. Door de woning langs de achterzijde uit te breiden, bedraagt de totale bouwdiepte op het gelijkvloers 15,00 m. De uitbreiding wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,40 m gemeten vanaf het maaiveld tot bovenzijde dakrand.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Het standpunt van de buren werd op 5 november 2019 gevraagd omdat de woning in de perceelsgrenzen werd gebouwd. Deze hebben geen opmerkingen geformuleerd.
• Externe adviezen
1) Op 6 november 2019 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer - Dienstkring Leuven een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:
"Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.
De vergunning kan verleend worden onder de hiernavolgende bijzondere voorwaarden en de algemene voorwaarden (als bijlage):
BIJZONDERE VOORWAARDEN
1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0030002 van 22.3 +41 tot 22.3 +48):
º de rooilijn ligt op 7 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003/05)
º de rooilijn valt samen met de bestaande voorgevellijn.
º de bouwlijn valt samen met de bestaande voorgevellijn.
Publiciteit:
º geen
2. Geen andere werken dan deze in de aanvraag vervat en op het bijgevoegde plan aangeduid zullen aan dit gebouw worden uitgevoerd. Dit is het slopen van de bestaande bijgebouwen en het realiseren van een extensie op het gelijkvloers.
De juiste plaatsing van de constructie of de aard van de verbouwing aan de constructie kan het voorwerp uitmaken van aanvullende voorwaarden van de gemachtigde ambtenaar van het Agentschap R-O Vlaanderen.
3. Er werd in het verleden in de vergunning "213/B/BAV/1999/1401" door Ruimtelijke Ordening (R.O.H.M.) een afwijking gevraagd op de bestaande rooilijn van 13 meter uit de as van de baan (volgens rooilijnplan K1292-A, 003/05).
De afwijking werd door AWV toegestaan en de rooilijn en bouwlijn werden hierbij op de bestaande voorgevellijn gelegd.
Deze afwijking wordt aangehouden.
4. De toegang dient genomen te worden langs de gemeenteweg Geen-straat.
5. Dient het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag:
De eventuele aansluiting aan het rioleringsstelsel van de gewestweg
Het aanbrengen van eventuele reclames
Besluit
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer GUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden."
2) Op 7 november 2019 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:
"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de waterwinning van Egenhoven (Oost-West). De ligging binnen de beschermingszone van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening.
Naast de openbare drinkwatervoorziening is De Watergroep als eigenaar/exploitant eveneens belast met de bescherming van de grondwaterwinning tegen mogelijke verontreinigingen.
Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.
º De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
De voorgestelde verbouwing is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De functie wonen blijft behouden in deze overwegend residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
De schaal van het project sluit aan bij de bestaande bebouwing in de omgeving. De schaal van de gebouwen in de omgeving wordt niet overschreden.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De impact op de bouwdichtheid is zeer beperkt en vergelijkbaar met de dichtheid in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
Het slopen van de bestaande bijgebouwen zorgt voor een sanering van de site. De met hout bezette gevel zal inpassen in het heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer - Dienstkring Leuven van 6 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Jan Peeters en Karen Weets voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 94, sectie A nr 565m2, onder volgende voorwaarden:
• de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer - Dienstkring Leuven van 6 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, het Agentschap Wegen en Verkeer - Dienstkring Leuven en De Watergroep.
Zitting van 6 januari 2020
DIERENWELZIJN. AANSTELLING ADVOCAAT ZAAK DIERENVERWAARLOZING KERSTRAAT.
Voorgeschiedenis
• Op 4 december 2019 stelde de politie Voer en Dijle een proces-verbaal op voor dierenverwaarlozing op een erf van een veehandelaar langs de Kerstraat in Leefdaal (nummer pv: LE.63.LD.005593/2019).
Feiten en context
• De politie vond elf kadavers van schapen en geiten. Ze kon negen andere dieren redden.
• De betrokken veehandelaar zal meer dan waarschijnlijk door het parket gedagvaard worden.
Juridische gronden
• Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur art 57 § 3, 9°:
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.
• Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.
• Decreet van 23 maart 2018 houdende de wijziging van artikel 3 en artikel 19 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.
• Decreet van 13 juli 2018 tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren in het kader van de zesde staatshervorming.
• Wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen inzake dierenwelzijn, CITES, dierengezondheid en bescherming van de gezondheid van de gebruikers.
Argumentatie
Het college wenst zowel de samenleving als de vermoedelijke dader het signaal te geven dat dierenwelzijn in Bertem geen loos begrip is en dat inbreuken niet getolereerd worden in Bertem. Een wijze hiervoor is een burgerlijke partijstelling in de strafzaak die het parket hoogstwaarschijnlijk zal aanspannen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Bruno Stroobants, advocaat bij de balie van Leuven, wordt aangesteld als raadsman in de zaak van dierenverwaarlozing aan de Kerstraat te 3061 Leefdaal die door het Parket van Leuven zal ingeleid worden voor de feiten waarvoor op 4 december 2019 door de politie Voer en Dijle een proces-verbaal opgesteld werd (nummer pv: LE.63.LD.005593/2019).
Artikel 2:
Het mandaat van de raadsman strekt tot het onderzoeken van de juridische mogelijkheden waarover de gemeente beschikt, burgerlijke partijstelling of andere, en effectief juridische actie te ondernemen om een sterk signaal te geven naar zowel de eigenaar van de dieren als de samenleving.
Artikel 3:
Aangezien een gerechtelijke uitspraak lang op zich kan laten wachten, zal via een persbericht aangekondigd worden dat de gemeente deze inbreuk op de wetgeving dierenwelzijn niet tolereert en dat er juridische stappen zullen ondernomen worden.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.