BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 23 december 2019

Van 14.40 uur tot 15.50 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Greet Goossens

 


Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 16 december 2019.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 16 december 2019 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

HARDWARE. GUNNING HUUR VAN MULTIFUNCTIONAL LOODS.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 26 juni 2012 over de goedkeuring van het samenwerkingsprotocol gemeenten-VERA.
  • Collegebesluit van 13 juli 2015 over de gunning van de opdracht 'multifunctionals en printers met beheersysteem' voor de periode 2015-2020.
  • De aanbestedende overheid VERA apb heeft op 1 augustus 2018 het bestek met als onderwerp “Raamovereenkomst voor het leveren van multifunctionals, printers en een universeel beheersysteem 2018/003” met toepassing van de openbare procedure zowel Belgisch (BDA: 2018-522157) als Europees (2018/S 148-338066) gepubliceerd.
  • VERA apb heeft op 29 oktober 2018 de opdracht voor het leveren van multifunctionals, printers en een universeel beheersysteem 2018/003 gegund aan Canon Belgium NV, Berkenlaan 3, 1831 Diegem.
  • Collegebesluit van 11 maart 2019 over de deelname aan de raamovereenkomst voor het leveren van multifunctionals, printers en een universeel beheersysteem 2018/003.
  • Collegebesluit van 12 november 2019 over de gunning van de huur van multifunctionals en printers.

 

Feiten en context

  • De administratieve ondersteuning van de dienst openbare werken (buitendienst) bevindt zich in de administratieve ruimte van de loods, Tervuursesteenweg 124.
  • De printer voor deze medewerkers wordt niet meer ondersteund en er zijn geen toners meer voor beschikbaar. De printer loopt voortdurend vast. Om te scannen, moeten de betrokken medewerkers naar het gemeentehuis komen.
  • Voor de dienst openbare werken (buitendienst) is een klein kopieertoestel met volgende specificaties nodig:
    • Kleur en zwart wit
    • A3-A4
    • Scanner bovenaan.
  • Canon bezorgde volgende offertes (op basis van het raamcontract VERA):
    • Kopieertoestel: Canon ImageRunner Advance C5535i
      • Duurtijd contract: 5 jaar
      • Prijs per maand: 37,45 euro.
        • Dit omvat:
          • Huur toestel
          • Onderhoud
          • Technische interventies
        • Niet inbegrepen: papier
      • Prijs per afdruk:
        • ZW/W, A4: 0,0026 euro
        • Kleur, A4: 0,021 euro
        • ZW/W, A3: 0,0039 euro
        • Kleur, A3: 0,0315 euro.
    • Alle prijzen zijn excl. btw.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
  • Artikel 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten
    Een aanbestedende overheid kan gebruikmaken, wat de werken, leveringen en/of diensten betreft, van de gecentraliseerde aankoopactiviteiten van een aankoopcentrale. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
  • Artikel 56 § 3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.

 

Adviezen

  • Het visum van de financieel directeur is gevraagd op 19 december 2019.
  • Gunstig advies van Nick Van den Ende, IT-beheerder
  • Gunstig advies van Patrick Uytterhoeven, afdelingshoofd grondgebiedzaken ad interim

 

Argumentatie

De huur van multifunctionele kopieermachines kan worden gegund via het raamcontract 'multifunctionals en printers met beheersysteem' dat apb VERA afsloot met Canon Belgium N.V, Berkenlaan 3, 1831 Diegem. Daardoor moet de gemeente Bertem zelf geen overheidsopdracht meer voeren.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

614302/0119-03

€ 15 000

€ 15 000

€ 2718,87 / 60 maanden (huur)

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De opdracht voor de huur van een copier type iR Advance C5535i voor het gemeentebestuur Bertem wordt toegewezen aan Michiels N.V., Stationsstraat 155, 2235 Westmeerbeek, die als verdeler optreedt namens Canon Belgium N.V., voor een maandelijks huurbedrag van 45,31 euro incl. btw.

 

Artikel 2:

Het contract wordt aangegaan voor 60 maanden.

 

Artikel 3:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020 en volgende jaren op registratiesleutel 614302/0119-03.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

IT-PUNT. VERLENGING ONDERSTEUNING IT-BEHEERDERS EN SERVICE DESK.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2017 over de toetreding tot it-punt.
  • Offerte van it-punt van 16 december 2019 voor de inzet van IT-beheer.
  • Offerte van it-punt van 10 december 2019 voor de ondersteuning door de servicedesk.

 

Feiten en context

  • VERA stelt sinds het najaar van 2017 één dag per week een IT-beheerder (B4-B5) ter beschikking van de gemeente. Bijkomend wordt een minimale ondersteuning van servicedesk afgenomen.
  • Sinds 2019 wordt een bijkomende IT-beheerder ingezet in de gemeente.
  • IT-punt maakte volgende offerte op voor 2020:
    • Het tarief voor de IT-beheerder bedraagt 588 euro excl. btw per dag (€84 * 7 uur) plus een variabele bijdrage (5%) plus een bijdrage voor niet-aftrekbare btw (7%). Het tarief voor 6 maanden (equivalent van 282 uren) IT-beheer bedraagt 26 530,56 euro excl. btw.
    • Het tarief voor de servicedesk bedraagt 400 euro excl. btw per dag plus een variabele bijdrage (5%) plus een bijdrage voor niet-aftrekbare btw (7%). Het tarief voor 6 maanden (equivalent van 12 dagen) servicedesk bedraagt 5376 euro excl. btw.
    • Het btw-tarief is 0%.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
  • Artikel 30 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten
    Dit artikel handelt over de 'in-house' opdrachten. Dit soort opdrachten vallen niet onder de toepassing van de bepalingen van de wet overheidsopdrachten, als de aanbestedende overheid de opdracht toevertrouwt aan een dochter (met een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid) die zij controleert, alsof het haar eigen diensten zijn.
  • Artikel 56 § 3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.

 

Adviezen

  • Positief advies van de financieel directeur.
  • Positief advies van het afdelingshoofd interne zaken.

 

Argumentatie

Door de integratie van gemeente en OCMW is er een structurele toename aan ICT-taken.

De 1/5 loopbaanvermindering van de gemeentelijke projectbeheerder loopt nog.

Bijkomend staan er nog een paar grote projecten op stapel zoals de opstart van de onthaalbalie en de telefooncentrale die extra workload geven.

Deze maken de inzet van een externe IT-beheerder a rato van 2 dagen per week noodzakelijk.

De gunning gebeurt voor een periode van 6 maanden om nadien te evalueren.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI 0119-03/ 613520

€ 55 000

€ 55 000

Beheerder: € 26 530,56

Service Desk: € 4800

 

 

Bijlagen

  • Offerte 20191121 - ITP - G Bertem ITB 2020 2d_6mnd
  • Offerte 20191210 - SD-Bertem 2020 - 6 maanden

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om tijdens de eerste 6 maanden van het kalenderjaar 2020 verder een beroep te doen op it-punt interlokale vereniging, Vaartdijk 3 bus 1, 3018 Wijgmaal:

  • voor IT-beheer: 282 uren
  • voor servicedesk: 12 dagen.

De bijgevoegde offertes worden goedgekeurd.

 

Artikel 2:

De algemeen directeur wordt gemachtigd om de 2 bijgevoegde contracten te ondertekenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

INFORMATIEVEILIGHEID. VERLENGING OPDRACHT FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING VOOR DE GEMEENTE BERTEM AAN IT-PUNT.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 20 augustus 2018 over de afname van de diensten van een veiligheidsconsulent van IT-punt interlokale vereniging, Vaartdijk 3 bus 1, 3018 Wijgmaal, voor de gemeente, het OCMW en de beide gemeentescholen.
  • Collegebesluit van 26 augustus 2019 over de goedkeuring van de verwerkingsovereenkomst met IT-punt.

 

Feiten en context

  • Op 25 mei 2018 werd de Europese GDPR-wetgeving (in Nederlands: AVG) van kracht.
  • In overheidsorganisaties moet verplicht een 'Data Protection Officer' of 'functionaris voor gegevensbescherming' (FVG) worden aangesteld.
  • De FVG moet erop toekijken dat het bestuur de data bewaart en verwerkt volgens de regels van de GDPR. Hij kan onderzoeken hoe de data wordt verwerkt, met welke systemen dat gebeurt en kan op basis daarvan adviseren om bepaalde dingen aan te passen. Zelf draagt hij geen verantwoordelijkheid: indien de GDPR niet wordt nageleefd is niet hij, maar het bestuur volledig aansprakelijk. De FVG fungeert met andere woorden louter als adviseur en toezichthouder.

 

Juridische gronden

  • Artikel 4, §5 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
    Iedere openbare overheid, natuurlijke persoon en openbare of private instelling die toegang heeft tot de identificatiegegevens van de Kruispuntbankregisters of er mededeling van bekomt, wijst, al dan niet onder het personeel, een functionaris voor gegevensbescherming aan, voor zover deze nog niet is aangewezen met toepassing van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG of het artikel 24.
  • Artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer
    Conform artikel 37 van de algemene verordening gegevensbescherming wijst iedere instantie die persoonsgegevens verwerkt, een functionaris voor gegevensbescherming aan.
  • Artikelen 63-65 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
    Deze artikelen handelen over de verplichte aanwijzing en de opdrachten van een functionaris voor gegevensbescherming.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer
  • Artikelen 37-39 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ("Algemene Verordening Gegevensbescherming")
    Deze artikelen handelen over de aanwijzing, de positie en de taken van de functionaris voor gegevensbescherming ('Data Protection Officer').
  • Richtlijnen voor functionarissen voor gegevensbescherming (Data Protection Officer, DPO), laatst herzien en goedgekeurd op 5 april 2017, van de werkgroep voor de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens (WP 243 rev.01)

 

Adviezen

  • gunstig advies van de financieel directeur

 

Argumentatie

De Europese richtlijnen voor de functionarissen voor gegevensbescherming laten toe dat de functie van functionaris voor gegevensbescherming door een externe dienstverlener wordt bekleed. In dat geval kan een team van personen die voor die entiteit werken feitelijk alle taken van de functionaris voor gegevensbescherming als team uitvoeren, onder de verantwoordelijkheid van een voor de klant aangestelde hoofdcontactpersoon en "verantwoordelijke". In dit geval is het van essentieel belang dat alle leden van de externe organisatie die de taken van de functionaris voor gegevensbescherming op zich nemen, aan alle geldende eisen van de algemene verordening gegevensbescherming voldoen.

Met het oog op juridische transparantie en goede organisatie en om belangenconflicten bij de leden van het team te vermijden, wordt in de Richtlijnen aangeraden om de taken binnen het team van de externe functionaris voor gegevensbescherming duidelijk in een dienstverleningsovereenkomst vast te leggen, alsook voor de klant één enkele persoon als hoofdcontactpersoon en "verantwoordelijke" aan te stellen.

 

De huidige samenwerking met it-punt in deze loopt af. De afname van deze dienstverlening bij it-punt moet worden verlengd tot tot einde 2020.

 

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI 0119-03 613521

€ 10 000

€ 10 000

€ 10 976

 

 

Bijlagen

  • offerte DPO

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de aanstelling van de interlokale vereniging it-punt als functionaris voor gegevensbescherming voor de gemeente Bertem (gemeentelijke diensten en gemeentescholen) goed, voor het kalenderjaar 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt bestelbonnummer 2019/726 goed voor een totaal bedrag van 2215,43 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/3892 tot en met nr. 2019/3991 voor een totaal bedrag van 304 751,12 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

CHIRO BERTEM. GOEDKEURING DOE(RITSAN) KAMPEN.

 

Motivering

E-mail van Jolien Willockx van Chiro Bertem op 3 en 13 december 2019.

Om geld in te zamelen voor hun buitenlands kamp, organiseren de Aspi's en hun leiding in de tweede week van de paasvakantie DOE(ritsan) KAMPEN. Deze kampen vinden plaats in de Chirolokalen in Bertem van maandag 13 tot en met vrijdag 17 april 2020 van 9 tot 16 uur (opvang vanaf 8 tot 17.30 uur).

 

Ze bieden 2 kampen aan:

         Create & Fun (1ste, 2de en 3de leerjaar) gericht op knutselen, spelletjes en koken

         Create & Fun (4de, 5de en 6de leerjaar) gericht op knutselen, spelletjes en koken

 

Per kamp kunnen max. 25 kinderen deelnemen.

Prijs: 100 euro per kamp

De Chiro heeft een verzekering afgesloten via Chiro Nationaal. De ouders zullen achteraf een attest van opvang ontvangen.

Chiro Bertem vraagt toelating aan het college om deze kampen te mogen organiseren en om flyers te mogen verdelen via de Bertemse scholen en in elke Bertemse brievenbus.

 

Bespreking

Het college geeft de toelating aan Chiro Bertem om de DOE(ritsan) KAMPEN te organiseren en om flyers te verdelen in de Bertemse brievenbussen en via de Bertemse scholen.

Het college verzoekt Chiro Bertem om de buren tijdig te informeren over deze kampen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

SPEELPLEIN KATTESTROOF. GOEDKEURING ORGANISATIE EN DEELNEMERSBIJDRAGE ANIMATORENWEEKEND 2020.

 

Voorgeschiedenis

         Het college van burgemeester en schepenen keurde op 2 december 2019 het aanwervingsreglement voor animatoren en hoofdanimatoren van de gemeentelijke speelpleinwerking goed.

 

Feiten en context

         Er wordt jaarlijks een vormingsweekend of animatorenweekend georganiseerd voor de animatoren en hoofdanimatoren van het speelplein Kattestroof.

         Het animatorenweekend zal plaatsvinden van vrijdag 21 februari tot en met zondag 23 februari 2020 in de scoutslokalen in Rotselaar.

         Het animatorenweekend omvat vormingsmomenten in combinatie met ontspanningsactiviteiten. Er wordt gedaan aan zelfkook.

         De dienst vrije tijd legt een bus in voor de verplaatsingen.

 

Juridische gronden

         Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.

         Raadsbesluit van 17 december 2019 over het retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking.

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het bepalen van het tarief van de retributie voor de deelname aan een vormingsweekend door een animator of hoofdanimator.

 

Argumentatie

Het retributiereglement bepaalt dat de deelnemers een bijdrage betalen in de kosten, vast te stellen door het college. De overige kosten worden gedragen door de gemeente.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0751-00/643705

€ 6200

€ 6200

€ 1050

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

0751-00/701002

€ 29 500

€ 700

 

De nodige kredieten worden voorzien in het budget van 2020.

Geraamde uitgaven:

         verblijf: 350 euro

         busvervoer: 300 euro

         maaltijden en drank: 400 euro

Geraamde inkomsten:

         deelnemersbijdrage: 700 euro

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de organisatie van het animatorenweekend goed, van vrijdag 21 februari tot en met zondag 23 februari 2020, in de scoutslokalen in Rotselaar.

 

Artikel 2:

Het college stelt de deelnemersbijdrage vast op 20 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

SPEELPLEIN KATTESTROOF. VASTLEGGING DEELNAMEPRIJS VOOR SPECIALE ACTIVITEITEN EN UITSTAPPEN TIJDENS DE PAASVAKANTIE 2020.

 

Feiten en context

         Om afwisseling te brengen in de speelpleinwerking, worden er op regelmatige basis speciale activiteiten en uitstappen georganiseerd.

         De deelnameprijs wordt berekend op basis van een vermoedelijke deelname van het aantal kinderen, de toegangsprijs en een raming van het busvervoer.

         Deelnemers buiten de gemeente betalen volgens het retributiereglement twee euro meer dan deelnemers binnen de gemeente.

 

Juridische gronden

         Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

Het vaststellen van het tarief en de bepaling van de wijze van inning van retributies kan aan het college worden gedelegeerd.

         Artikel 3 van het raadsbesluit van 17 december 2019 over het retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking Kattestroof
De tarieven voor de speciale activiteiten en uitstappen worden als volgt vastgesteld:

º         Activiteit ter plaatse, met lijnbus of lage toegangsprijs voor kinderen gedomicilieerd in de gemeente: 12 euro

º         Activiteit ter plaatse, met lijnbus of lage toegangsprijs voor kinderen gedomicilieerd buiten de gemeente: 14 euro

º         Activiteit met busverplaatsing of hoge toegangsprijs voor kinderen gedomicilieerd in de gemeente: 17 euro

º         Activiteit met busverplaatsing of hoge toegangsprijs voor kinderen gedomicilieerd buiten de gemeente: 19 euro

Het college wordt gemachtigd om de activiteiten in te delen in hetzij de categorie "Activiteit ter plaatse, met lijnbus of lage toegangsprijs" hetzij de categorie "Activiteit met busverplaatsing of hoge toegangsprijs".

De retributie voor deelname aan een speciale activiteit wordt niet gecumuleerd met de retributie voor dagdeelname.

 

Argumentatie

De dienst vrije tijd organiseert occasioneel speciale activiteiten en uitstappen voor de kinderen tijdens de speelpleinwerking. Een indeling van de speciale activiteiten en uitstappen met bijhorende categorieën maakt het betaalsysteem eenvoudiger.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college legt de volgende deelnameprijzen vast voor de speciale activiteiten en uitstappen van speelpleinwerking Kattestroof tijdens de paasvakantie 2020:

 

Provinciedomein (Huizingen)gemeente Bertem: 17 euro

andere: 19 euro

 

Aventure Parc (Waver)gemeente Bertem: 17 euro

andere: 19 euro

 

Theater Studio Gekko (speelplein)gemeente Bertem: 12 euro

andere: 14 euro

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

DIENST OMGEVING. GOEDKEURING VERLENGING VAN DE ONDERSTEUNING VANUIT PROFLOW VOOR DE DIENST OMGEVING.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 8 juli 2019 over de tijdelijke ondersteuning van dienst omgeving door ProFlow

 

Feiten en context

  • Sinds augustus 2019 wordt de dienst omgeving 2 dagen per week ondersteund door een medewerker van ProFlow.
  • Deze samenwerking met ProFlow wordt door de gemeente positief ervaren.
  • De ondersteuning vanuit Interleuven (1 dag per week) werd stopgezet.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur
  • Artikel 56, §3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.

 

Adviezen

  • Positief advies van de financieel directeur.
  • Positief advies van het afdelingshoofd grondgebiedzaken ad interim.

 

Argumentatie

Ondanks de werkhervatting van de omgevingsambtenaar, is er nog steeds nood aan extra ondersteuning om de dienst vlot te laten werken.

Interleuven heeft geen capaciteit voor 2 dagen ondersteuning op weekbasis.

De inzet van een medewerker van Interleuven (1 dag per week) werd stopgezet.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI 0600-00  613504

€ 63 000

€ 63 000

€ 28 000

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen beslist om de samenwerking met ProFlow verder te zetten tot einde april volgens de lopende voorwaarden zijnde:

  • ondersteuning 2 dagen per week
  • uurtarief van 105 euro (excl. btw)

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

OPTIMALISATIE OS DORPSTRAAT. GOEDKEURING VORDERINGSSTAAT 2 DEEL BERTEM (NIHILSTAAT).

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 12 juni 2019 waarbij de gemeente heeft afgezien van zijn aandeel omdat het bedrag bij aanbesteding buiten proportie was t.o.v. het geraamde aandeel.
  • Gemeenteraadsbesluit van 26 november 2019 waarbij de gemeente de samenwerkingsovereenkomst met Aquafin goedkeurt opdat werken kunnen uitgevoerd worden ten laste van de gemeente Bertem.
  • Vorderingsstaat 2 werd ingediend door de aannemer DSV nv en ontvangen op 29 november 2019.
  • Proces-verbaal van vooruitgang der werken van vorderingsstaat 2 van studiebureau Evolta, ontvangen op 9 december 2019.

 

Feiten en context

  • De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met projectnr. Aquafin 22.363.
  • De werken vingen aan op 16 september 2019. De uitvoeringstermijn bedraagt 140 werkdagen. Er zijn nog 115 werkdagen over.
  • Voorliggende vorderingsstaat heeft geen aandeel voor de gemeente Bertem.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.
  • Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, meer bepaald artikel 5, § 2.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
  • Het decreet lokaal bestuur van van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

 

Argumentatie

De ontwerper Evolta stelde op 2 december 2019 een proces-verbaal op van vaststelling van de vordering der werken nr. 2 voor het deel Bertem (nihilstaat). Het pv werd ontvangen op 9 december 2019.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

22400007/0200

2025/001/001/001/001

€ 0

 

 

Bijlagen

  • PV van vaststelling vordering der werken en vorderingsstaat 2

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 2 (nihilstaat) van DSV nv, Terheidelaan 69 te 3200 Aarschot voor de opdracht 'Bertem - Optimalisatie OS Dorpstraat' voor een bedrag van 0 euro voor de gemeente Bertem.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

EROSIECOÖRDINATOR. GOEDKEURING NIEUW CONTRACT MET IGO.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 14 april 2014 waarbij de opdracht van de erosiecoördinator voor Bertem en Huldenberg wordt gegund aan IGO voor 3 jaar.
  • Collegebesluit van 9 oktober 2017 waarbij IGO wordt aangesteld als erosiecoördinator voor 2018 via het principe van in-house-toezicht.
  • Collegebesluit van 8 juli 2019 waarbij IGO wordt aangesteld als erosiecoördinator voor 2019-2020 en waarbij de samenwerkingsovereenkomst en afsprakennota werden goedgekeurd.

 

Feiten en context

  • Er werd een overeenkomst met IGO en een afsprakennota met GOP (Afdeling Gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten Vlaamse Overheid) opgesteld en goedgekeurd in de collegezitting van 8 juli 2019.
  • Doordat de erosiecoördinator voor de gemeente Bertem is gewijzigd, dienen de overeenkomst en afsprakennota opnieuw te worden goedgekeurd.

 

Juridische gronden

  • Artikel 30, §3 van de wet op de overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

Een aanbestedende overheid die op een privaat- of publiekrechtelijke rechtspersoon geen controle uitoefent in de zin van paragraaf 1, kan een overheidsopdracht plaatsen bij die rechtspersoon zonder deze wet toe te passen, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

  • de aanbestedende overheid oefent, samen met andere aanbestedende overheden, op die rechtspersoon toezicht uit zoals op hun eigen diensten;
  • meer dan 80 % van de activiteiten van die rechtspersoon behelst de uitvoering van taken die hem zijn toegewezen door de controlerende aanbestedende overheden of door andere, door diezelfde aanbestedende overheden gecontroleerde rechtspersonen; en
  • er is geen directe participatie van privékapitaal in de gecontroleerde rechtspersoon, met uitzondering van geen controle of blokkerende macht opleverende vormen van participatie van privékapitaal, vereist krachtens de nationale wetgeving, in overeenstemming met de verdragen, die geen beslissende invloed uitoefenen op de gecontroleerde rechtspersoon.

IGO voldoet aan al deze voorwaarden.

  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

 

Bijlagen

  • 2019_IGO_afsprakennota_BEM
  • 2019_IGO_overeenkomst erosiecoördinator_BEM

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst erosiecoördinator en de afsprakennota erosiecoördinator worden goedgekeurd.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING TOM COCKX. KENNISNAME WEIGERING AANVRAAG VOOR STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN EN INGEDEELDE INRICHTINGEN INGEDIEND DOOR TOM COCKX, VELDEKEN 8, 3080 TERVUREN INZAKE HET MODERNISEREN VAN EEN BESTAAND LANDBOUWBEDRIJF EN WONING MET INTEGRATIE VAN EEN ZONEVREEMDE FUNCTIEWIJZIGING, GELEGEN VELDEKEN 8, 3080 TERVUREN.

 

Motivering

         Het college heeft op 22 juli 2019 beslist om beroep aan te tekenen tegen de beslissing tot verlening van omgevingsvergunning OMV_2018128389 door het college van burgemeester en schepenen van Tervuren.

         Het beroep 2019-0608-BGPP-ID-03 werd ingediend door de gemeente Bertem op 30 juli 2019 en op 14 augustus 2019 volledig en ontvankelijk verklaard.

         Het college heeft op 18 november 2019 kennisgenomen van het advies van de POVC van 22 oktober 2019.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van de beslissing van de deputatie van Vlaams-Brabant van 21 november 2019 over de inwilliging van de beroepen en het weigeren van de vergunning.

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. MELDING VAN INGRID VAN EYCKEN VOOR HET VELLEN VAN BOMEN IN 3061 LEEFDAAL, MEZENSTRAAT 94, SECTIE B NR 272Y4.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 11 december 2019 heeft Ingrid Van Eycken een melding ingediend voor het vellen van bomen in 3061 Leefdaal, Mezenstraat 94, sectie B nr 272y4.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
  • De aanvraag omvat het vellen van bomen. De bomen staan ingeplant buiten een straal van 15 m rond de woning.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.
  • Artikel 4.2.2. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

  • Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

  • Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De aanvraag is onontvankelijk. Het vellen van bomen valt niet onder het meldingsbesluit.

De gevraagde werken kunnen worden ingediend op het omgevingsloket als een omgevingsaanvraag voor handelingen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om Ingrid Van Eycken op de hoogte te brengen van de onontvankelijkheid van de melding van 11 december 2019 voor het vellen van bomen in 3061 Leefdaal, Mezenstraat 94, sectie B nr 272y4.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

VERDELINGSPLAN. BESPREKING MELDING VERDELING NOTARIS STEFAN VANGOETSENHOVEN VOOR HET PERCEEL GELEGEN IN 3060 BERTEM, OUDE BAAN 44 - 46, SECTIE A NR 571S.

 

Motivering

Op 10 december 2019 heeft notaris Stefan Vangoetsenhoven een verdelingsplan overgemaakt in toepassing van artikel 5.2.2. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor het perceel gelegen in 3060 Bertem, Oude Baan 44 - 46, sectie A nr 571s.

 

Bespreking

Het college heeft geen opmerkingen bij het voorgestelde verdelingsplan. De verdeling is conform de bepalingen van de omgevingsvergunning.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING NIJVELSEBAAN 208. AANVRAAG JENS REYNDERS EN JULIE CUYCKENS VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN NIJVELSEBAAN 208 TE 3060 KORBEEK-DIJLE, SECTIE A SECTIE 345H05.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 22/08/2019 hebben Jens Reynders en Julie Cuyckens een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in Nijvelsebaan 208, 3060 Korbeek-Dijle, sectie A nr 345h5.

         Op 20/09/2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling, nr. T874-2-2012.20.

Het betreft lot 2A van de verkaveling met als algemene bestemming: wonen.

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften:

º         Reliëfwijzigingen zijn over het ganse terrein niet toegestaan, behalve in de achteruitbouwstrook ten behoeve van inritten en toegangen. De aanvraag voorziet een reliëfwijziging in de voortuin over de volledige breedte en in de zijtuin (trap + keermuur) als overgang naar het tuinniveau.

º         De kroonlijsthoogte ligt op 6,68 m t.o.v. het peil van de Nijvelsebaan in plaats van 6,00 m.

º         De dakkapellen bevinden zich < 1,00 m van de achtergevel.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanaf de nieuwe rooilijn gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het achterliggende gedeelte is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de gewestweg Nijvelsebaan. De omgeving wordt gekenmerkt door het golvend karakter van het landschap onderbroken door wegen met oude en recente bebouwing in zeer uiteenlopende verschijningsvormen en bestemmingen. In de nabije omgeving situeren zich een aantal landbouwbedrijven en KMO's die verspreid zitten in het landelijk woongebied. Het perceel maakt deel uit van een verkaveling van 2 halfopen woningen. Op het aangrenzende perceel Nijvelsebaan 210 werd op 19/09/2019 een omgevingsvergunning afgeleverd voor het bouwen van een woning (T874.1-2019.45). Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een woning. Deze wordt ingeplant op 21 m uit de nieuwe as van de Nijvelsebaan. De bouwdiepte bedraagt 11,50 m op het gelijkvloers en de verdieping. De gevelbreedte aan straatzijde is 7,20 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,00 m vanaf de nulpas ter hoogte van de voorgevelbouwlijn. De woning heeft een hellend dak van 35°. De afgewerkte vloerpas (inkom) ligt op 0,61 m boven de as van de weg. De woning heeft een hellend dak van 35°. Het profiel van deze woning is identiek aan en sluit aan op het profiel van de reeds vergunde woning op het aangrenzende perceel Nijvelsebaan 210.

         Watertoets

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Op 24/09/2019 werd het advies gevraagd aan de provincie Vlaams-Brabant - dienst waterlopen. Op 10/10/2019 werd volgend gunstig advies overgemaakt:

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

De woning wordt gebouwd met een horizontale dakoppervlakte van 79,22 m². De verhardingen rondom de woning worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. Het terrein helt sterk af naar de straat. Het terras wordt ingegraven in de bestaande helling met een helling naar het bestaande maaiveld. Verder worden geen reliëfwijzigingen voorzien.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie Ruwaal B20226. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Alle verhardingen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. Er wordt een hemelwaterput van 5000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 585 liter (min. 481 liter).

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterbepalingen:

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in collectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen.

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst.

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 30/09/2019 tot 29/10/2019 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Er werd één klacht ingediend. De klachtindiener vraagt het behoud van het bestaande reliëf ter hoogte van de perceelsgrens met Nijvelsebaan 206. Het hoogteverschil tussen de tuin Nijvelsebaan 206 en het niveau van de aangevraagde woning Nijvelsebaan 208 bedraagt op het hoogste punt ± 5 m. Indien de keermuren aan of dicht bij de perceelsgrens worden geplaatst, kan dit impact hebben op:

º         de stabiliteit van de tuin / woning Nijvelsebaan 206

º         de waardevolle beukenhaag bij de perceelsgrens:

          deze is van belang voor de stabiliteit van het hellende terrein

          de leefbaarheid zou in het gedrang kunnen komen

          het zou onmogelijk worden om de haag te snoeien

Behandeling bezwaren:

Wat betreft reliëfwijzigingen zijn volgende verkavelingsvoorschriften van toepassing:

º         Reliëfwijzigingen over het ganse terrein worden niet toegestaan.

º         In de achteruitbouwstrook mag als reliëfwijziging alleen het grondpeil tussen rooilijn en bouwlijn genormaliseerd worden tot op het vloerpeil van de verdieping op straatniveau en dit enkel in functie van inritten en toegangen.

º         De overgangshellingen naar het oorspronkelijke peil dienen uitgevoerd te worden met een hellingsgraad van max. 30°.

In de aanvraag is naast de buitentrap een keermuur van 2,70 m hoog voorzien om in de zijtuin de overgang te maken tussen voortuin en achtertuin. De voortuin wordt over de volledige breedte genivelleerd tot het niveau 10.38 (dit is ± 1 m boven het referentiepeil van de Nijvelsebaan). De aanvraag doet echter geen uitspraak over de wijze waarop het niveauverschil met Nijvelsebaan 206, zowel visueel als constructief, zal worden opgevangen. Het nivelleren van de voortuin zoals voorgesteld is niet mogelijk zonder bijkomende constructieve ingrepen, met de bijhorende risico's tot gevolg. Tevens kan door het inperken van de reliëfwijziging de bestaande haag en de bereikbaarheid ervan in functie van snoei worden gevrijwaard. Dit bezwaar wordt dan ook gevolgd.

 

Externe adviezen

         Het perceel is gelegen langs de gewestweg Nijvelsebaan. Op 24/09/2019 werd het advies gevraagd aan Agentschap Wegen en Verkeer. Op 03/10/2019 werd volgend voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd:

"De vergunning kan verleend worden onder de hiernavolgende bijzondere voorwaarden en de algemene voorwaarden (als bijlage):

Bijzondere voorwaarden:

1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N2530001 van 4.9 +65 tot 4.9 +75):

º         De rooilijn ligt op 13 meter volgens plan K 1286/ vigerende wegnormen.

º         De zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.

º         De bouwlijn ligt op 21 meter volgens plan K 1286/ vigerende wegnormen.

º         Septische putten en regenwaterputten moeten achter de bouwlijn ingeplant worden.

º         De juiste plaatsing van de constructie of de aard van de verbouwing aan de constructie kan het voorwerp uitmaken van aanvullende voorwaarden van de gemachtigde ambtenaar van het Agentschap R-O Vlaanderen.

º         Geen andere werken dan deze in de aanvraag vervat zullen aan dit gebouw worden uitgevoerd, het bouwen van een driegevelwoning.

º         Niets zal aan de rooilijn gelegen op 13 meter uit de bestaande as van de baan worden gewijzigd, zoals aangeduid op het rooilijnenplan K 1286 en aangeduid in rode kleur op bijgevoegde schets.

º         Derhalve mag de constructie geen uitstek maken op de lijn gelegen op 13 + 8 = 21 meter uit de bestaande as van de baan.

2. Toegang tot de gewestweg:

º         De toegang tot de twee nieuwe percelen dient geclusterd te worden. Er dient 1 gezamelijke toegang te worden voorzien op de gemeenschappelijke perceelsgrenzen van maximaal 7 meter.

º         Over de rest van de breedte van het perceel dient het terrein afgesloten te worden met een vaste, niet overrijdbare afsluiting.

º         Een groenvoorziening moet worden aangelegd om te beletten dat bij duisternis de koplichten van parkerende of wegrijdende voertuigen het verkeer op de gewestweg hinderen.

Opmerking:

De toegang tot de 2 percelen en het afsluiten van de rest van de breedte van het perceel dient uitgevoerd te worden zoals aangeduid wordt op het nieuwe inplantingsplan dat op 30/09/2019 werd opgeladen in het omgevingsloket.

3. Reliëf van het perceel:

º         Peil van de dorpels dient hoger gesitueerd te zijn dan de kruin van de weg.

º         Peil van de voet van het gebouw dient hoger gesitueerd te zijn dan de kruin van de weg.

º         De toegang wordt in de zone van achteruitbouw aangelegd onder een maximale helling van 4%.

4. Dient het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag:

º         Het aanleggen van de toegang voor wat de werken op het openbaar domein betreft, met plan en aanduiding van de materialen enz.

º         De eventuele aansluiting aan het rioleringsstelsel van de gewestweg.

º         Het aanbrengen van eventuele reclames.

º         Eventuele tijdelijke ingebruikname van het gewestdomein.

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer GUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden."

         Het perceel is gelegen in beschermingszone 3 van de waterwingebieden. Op 24/09/2019 werd het advies gevraagd aan De Watergroep. Er werd tot op heden geen advies afgeleverd. Bijgevolg kan aan het adviesvereiste worden voorbijgegaan. Echter, gezien de overeenstemming van de aanvraag met deze op het aangrenzende perceel Nijvelsebaan 210, wordt het voorwaardelijk gunstig advies dat in het kader daarvan werd afgeleverd, hier overgenomen:

º         "Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.

º         De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.

º         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."

 

Interne adviezen

º         Gunstig advies van Danny Sterckx, diensthoofd burgerzaken, over de huisnummering.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.

 

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften.

Volgens artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kunnen er in een vergunning, na openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

Bespreking van de afwijkingen:

         Reliëfwijzigingen zijn volgens de verkavelingsvoorschriften over het ganse terrein niet toegestaan, behalve in de achteruitbouwstrook ten behoeve van inritten en toegangen. De aanvraag voorziet een volledige nivellering van de voortuin en de zijtuin, met een trap en keermuur als overgang naar het tuinniveau. Aangezien het ingediende bezwaar hieromtrent wordt bijgetreden, worden volgende voorwaarden opgelegd:

º         Reliëfwijzigingen worden enkel toegestaan ten behoeve van de buitentrap in de zijtuin, de toegang en inrit naar de woning in de voortuin en het terras in de achtertuin. De buitentrap, inclusief keermuur, mag max. 1,20 m breed zijn vanaf de zijgevel van de woning. Eventuele overgangshellingen dienen te gebeuren met een hellingsgraad van max. 30°. De ingrepen mogen geen impact hebben op de stabiliteit van de aangrenzende percelen.

         De kroonlijsthoogte ligt op 6,68 m t.o.v. het peil van de Nijvelsebaan in plaats van 6,00 m. Deze kroonlijsthoogte sluit aan op de reeds vergunde gekoppelde woning, bijgevolg is deze afwijking aanvaardbaar.

         Volgens de verkavelingsvoorschriften zijn enkel achteraan dakkapellen toegelaten, over maximaal de helft van de breedte van de achtergevel, op min. 1 m van de achtergevel, de zijgevel en van de tussenliggende perceelsgrens. De dakkapellen van de aanvraag bevinden zich op minder dan 1 m van de achtergevel. Dit is echter niet storend naar de omgeving toe, noch esthetisch noch wat betreft privacy, en volgt de vormentaal van de aangrenzende gekoppelde woning.

In overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften komen het bouwprofiel, de dakvorm en de dakhelling overeen met de reeds vergunde gekoppelde woning (T874.1-2019.45). De materiaal- en kleurkeuze, meer bepaald gevelsteen en dakbedekking, is op elkaar afgestemd. Huidige aanvraag is in aanzicht en organisatie een gespiegelde versie van de reeds vergunde gekoppelde woning. Op die manier wordt een onderling samenhangend geheel bekomen.

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord. Wat betreft de reliëfwijzigingen worden voorwaarden opgelegd.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         Reliëfwijzigingen worden enkel toegestaan ten behoeve van de buitentrap in de zijtuin, de toegang en inrit naar de woning in de voortuin en het terras in de achtertuin. De buitentrap, incl. keermuur, mag max. 1,20 m breed zijn vanaf de zijgevel van de woning. Eventuele overgangshellingen dienen te gebeuren met een hellingsgraad van max. 30°. De ingrepen mogen geen impact hebben op de stabiliteit van de aangrenzende percelen.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 03/10/2019 moeten strikt worden nageleefd.

De uitvoering van de toegang tot de twee nieuwe percelen dient conform te zijn met voorwaarden opgelegd in hun advies nl.: er dient 1 gezamenlijke toegang te worden voorzien op de gemeenschappelijke perceelsgrenzen van maximaal 7 meter.

Over de rest van de breedte van het perceel dient het terrein afgesloten te worden met een vaste, niet-overrijdbare afsluiting.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie Vlaams-Brabant - dienst waterlopen van 10/10/2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Jens Reynders en Julie Cuyckens voor het bouwen van een woning in Nijvelsebaan 208 3060 Korbeek-Dijle sectie A nr 345h5 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         Reliëfwijzigingen worden enkel toegestaan ten behoeve van de buitentrap in de zijtuin, de toegang en inrit naar de woning in de voortuin en het terras in de achtertuin. De buitentrap, incl. keermuur, mag max. 1,20 m breed zijn vanaf de zijgevel van de woning. Eventuele overgangshellingen dienen te gebeuren met een hellingsgraad van max. 30°. De ingrepen mogen geen impact hebben op de stabiliteit van de aangrenzende percelen.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 03/10/2019 moeten strikt worden nageleefd.

De uitvoering van de toegang tot de twee nieuwe percelen dient conform te zijn met voorwaarden opgelegd in hun advies nl.: er dient 1 gezamenlijke toegang te worden voorzien op de gemeenschappelijke perceelsgrenzen van maximaal 7 meter.

Over de rest van de breedte van het perceel dient het terrein afgesloten te worden met een vaste, niet-overrijdbare afsluiting.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie Vlaams-Brabant - dienst waterlopen van 10/10/2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, AWV, Provincie Vlaams-Brabant - dienst waterlopen en De Watergroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING EGENHOVENSTRAAT 15, 15A EN 17. AANVRAAG VAN VANDERELST ERIC (SF CONSTRUCT) VOOR HET BOUWEN VAN DRIE WONINGEN IN 3060 BERTEM, EGENHOVENSTRAAT 15, 15A, 17, SECTIE C NR 456F, 456H EN 457E.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 9 april 2018 heeft het college een weigering afgeleverd aan SF Construct voor het bouwen van 4 woningen op deze percelen.

         Op 18 september 2019 heeft Vanderelst Eric (SF Construct) een aanvraag ingediend voor het bouwen van drie woningen in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 15, 15A, 17, sectie C nr 456f, 456h en 457e.

         Op 9 oktober 2019 werd bijkomende informatie gevraagd. Deze werd ontvangen op 11 oktober 2019.

         Op 7 november 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Egenhovenstraat.

De percelen maken deel uit van het kernweefsel van Bertem met als beeldbepalende factoren vooral woningen in verschillende verschijningsvormen en vrij omvangrijke bedrijfsgebouwen in het noorden. Ten zuiden zijn de gebouwen van het RVT St.-Bernardus en de vrije basisschool beeldbepalend. Op de vrij diepe bouwpercelen staan twee woningen die gesloopt worden.

Op het links aanpalende perceel staat een woning met een wachtgevel in de perceelsgrens. Op het rechts aanpalende perceel staat een halfopen bebouwing met de bouwvrije strook naar het perceel toe gericht.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van woningen met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel in gesloten en halfopen bouworde.

Het bouwblok met een totale breedte van 20,71 m wordt ingeplant op 6,50 m van de rooilijn van de Egenhovenstraat. De woningen hebben een bouwdiepte van 11 m op het gelijkvloers en de verdieping met een achterliggend terras van 4 m. Per woning worden garages, parkeerplaatsen en fietsenstallingen voorzien.

De bestaande gebouwen worden gesloopt.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterputten van 5000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Artikel 2 §6 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 over de vaststelling van de categorieën onderworpen aan milieueffectrapportage en latere wijzigingen (MER-besluit). Dit artikel bepaalt de projecten waarvoor een project MER-screeningsnota dient opgesteld te worden.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

Openbaar onderzoek

         De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

Het standpunt van de buur werd op 5 november 2019 gevraagd omdat de linker woning in de perceelsgrens wordt gebouwd. Deze heeft geen opmerkingen geformuleerd.

Externe adviezen

1. Op 7 november 2019 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de waterwinning van Egenhoven (Oost-West). De ligging binnen de beschermingszone van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening.

Naast de openbare drinkwatervoorziening is De Watergroep als eigenaar/exploitant eveneens belast met de bescherming van de grondwaterwinning tegen mogelijke verontreinigingen.

Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:

º         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.

º         De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.

º         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."

2. Op 9 december 2019 heeft Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

"Naar aanleiding van uw brief/mail van 06/11/2019 over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project, kunnen we een voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende opmerkingen.

Voor meer specifieke informatie betreffende elektriciteit – gas – kabeltelevisie, verwijzen wij u graag door naar de standaardvoorwaarden die u op de website ‘www.fluvius.be’ kan terugvinden.

In uw gemeente is Fluvius ook actief voor volgende discipline:

Riolering

1) Algemene voorwaarden

Aansluitplicht op het openbare afwateringsstelsel.

Enkel als je voor je rioolaansluiting over het terrein van derden moet en hiervoor geen toelating krijgt of als je woning op meer dan 250 meter afstand van de riolering gelegen is, is een uitzondering op de aansluitplicht op het openbare rioleringsstelsel voorzien. In dat geval moet het afvalwater dan wel ter plaatse gezuiverd worden met een IBA. (Individuele Behandeling van Afvalwater)

Scheiding tussen afval- en hemelwater

Het besluit van de Vlaamse Regering van 05/7/2013 betreffende de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, in voege sinds 01/01/2014, is van toepassing op de verharde oppervlakte. De scheiding tussen afval- en hemelwater dient volledig doorgevoerd te worden tot aan de perceelsgrens. Regenwater komende van daken en verhardingen dient volledig gescheiden van het afvalwater te worden afgevoerd.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten, Infiltratie- en buffervoorzieningen

Sinds 01/01/2014 moet elk op te richten gebouw, constructie of aan te leggen verharding groter van 40 m² aan de normen van de verordening voldoen, ook als deze vrijgesteld is van stedenbouwkundige vergunningsplicht. De plaatsing van een infiltratievoorziening is dan verplicht als het goed (perceel) groter is dan 250 m².

Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat regenwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkte hoeveelheid water met een vertraging wordt afgevoerd. De plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden. Aangevuld met de voorwaarden uit het AV en TV van Fluvius.

Let op: Deze verordening is geldig in het hele Vlaamse gewest. Provincies en gemeenten kunnen strengere regels afvaardigen voor hun grondgebied. Contacteer dus uw gemeente en provincie.

De afvoer van het buitenterras/oprit dient aangesloten te worden op de overloop van de hemelwaterput, op een infiltratievoorziening of dient in de naastliggende groenzones af te wateren.

2) Uw aansluitingsaanvraag

U dient altijd een aanvraag via de website van Fluvius op te starten.

A) Voor reeds ontsloten percelen (er was reeds historische bebouwing, met een aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel).

De bestaande huisaansluiting dient door de aanvrager gedetecteerd te worden. Indien er een bestaande huisaansluiting aanwezig is t.h.v. de rooilijn dienen de eventuele nieuwe hemelwaterafvoerleiding en vuilwaterafvoerleiding t.h.v. de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluiting gebracht te worden. T.h.v. de bestaande huisaansluiting voorziet de aanvrager aan de rooilijn op privaat domein aparte controleputjes op de eventuele hemelwaterafvoer en op de eventuele vuilwaterafvoer indien dit nog niet aanwezig is. Dit ontslaat de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius.

Er zullen geen lozingsrechten aangerekend worden.

Indien de putjes niet op het privédomein geplaatst kunnen worden, wegens geen voortuin of mogelijkheid om dit in het gebouw te voorzien, zal de aannemer van Fluvius de putjes voorzien op het openbaar domein. De bouwheer dient door de gevel naar buiten te komen met zijn afvoerbuizen voor zowel RWA als DWA.

Lozingsrechten (ingebruikname) zullen aangerekend worden.

B) Voor nog niet ontsloten percelen:

Perceel dat voor de eerste keer bebouwd gaat worden of waar nog geen aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel aanwezig was.

Gelieve zo spoedig mogelijk (“vandaag”) uw aanvraag via de website van Fluvius op te starten. Op dat ogenblik zal de aansluitbaarheidsstudie opgestart worden. Pas bij effectieve uitvoering van de aansluiting kan er uitsluitsel gegeven worden over plaats en diepte van de aansluiting. Fluvius streeft naar een aansluitdiepte van +/- 80 cm, maar dit kan omwille van terrein gebonden oorzaken niet altijd gegarandeerd worden.

Lozingsrechten zullen aangerekend worden. Dit is ook het geval indien er aan het perceel reeds een wachtaansluiting aanwezig is in het kader van een verkavelingsproject.

3) Het zoneringsplan en de verplichtingen hieraan verbonden

Aan de hand van het zoneringsplan is elke woning in een bepaalde cluster ondergebracht. U kan eenvoudig nagaan in welke cluster uw gebouw ligt.

https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan

Het zoneringsplan geeft tot op huisniveau weer welke maatregelen burger en gemeente dienen te treffen. Jouw gebouw kan gelegen zijn in één de van volgende vier zones:

1. Centraal gebied: er is reeds geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering.

2. Collectief geoptimaliseerd buitengebied: er is recent riolering aangelegd en die is aangesloten op een waterzuivering.

3. Collectief te optimaliseren buitengebied: er is riolering gepland of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering.

4. Individueel te optimaliseren buitengebied: er is geen riolering voorzien. Het afvalwater moet individueel gezuiverd worden met een IBA. (Individuele Behandeling van Afvalwater)

Stel je echter vast dat je gebouw niet ingekleurd werd op het zoneringsplan? Dat kan, bijvoorbeeld als je woont in een nieuwe verkaveling. Voor gebouwen die nog niet werden opgenomen in het zoneringsplan gelden dezelfde voorwaarden als voor de gebouwen die gelegen zijn in het individueel te optimaliseren buitengebied, tenzij rechtstreekse aansluiting op bestaande riolering mogelijk is.

In iedere zone gelden bepaalde voorwaarden om je afvalwater te lozen.

 

Centraal gebied en collectief geoptimaliseerd buitengebied

Collectief te optimaliseren buitengebied

Individueel te optimaliseren buitengebied

Aansluiting op riool

Verplicht

Verplicht van zodra er riolering ligt

Niet mogelijk

Septische put

Bij voorkeur niet, tenzij gemeente of rioolbeheerder dit wel nodig acht.

In dat geval ben je verplicht om een septische put te plaatsen die enkel zwart/fecaal afvalwater opvangt (minimaal 2000 liter).

Verplicht in afwachting van een aansluiting op riool.

In dat geval ben je verplicht om een septische put alle afvalwater te plaatsen die zowel zwart als grijs afvalwater opvangt (minimaal 3000 liter).

Verplicht in afwachting van een IBA. nadien eventueel behouden als voorbehandeling.

In dit geval ben je verplicht om een septische put alle afvalwater te plaatsen die zowel zwart als grijs afvalwater opvangt (minimaal 3000 liter).

IBA

Niet toegelaten

Toegelaten in afwachting van een aansluiting op riool.

 

Deze voorwaarden zijn minimumvoorwaarden, de vergunningverlenende instantie kan strengere voorwaarden opleggen indien noodzakelijk

4) De keuring van uw aansluiting

Bij nieuwbouw of bij grote werken aan uw leidingnet voor de afvoer van afval- en/of regenwater, moet u de privéwaterafvoer laten keuren. Met 'privéwaterafvoer' wordt bedoeld: uw leidingen voor waterafvoer (van afvalwater en/of regenwater) tot aan de aansluiting op de openbare riolering.

Tijdens de keuring wordt gecontroleerd:

º         of het afvalwater (correct) aangesloten is

          op de openbare riolering (als de openbare weg een openbare riolering heeft)

          in bepaalde gevallen: op de septische put of de individuele zuiveringsinstallatie

º         of regenwater en afvalwater goed gescheiden worden op het private terrein.

Deze keuring is verplicht bij alle aanvragen tot aansluiting of heraansluiting op de openbare riolering (sinds 1 juli 2011).

Voor deze keuring heeft u een EAN-nummer riolering nodig, deze ontvangt u na uw aanvraag.

Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34."

 

Interne adviezen

         Gunstig advies van Danny Sterckx, diensthoofd burgerzaken, over de huisnummering.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het inbrengen van woningen in het bebouwde weefsel is functioneel inpasbaar in deze omgeving waar verschillende bestemmingen, waaronder wonen, voorkomen.

Mobiliteitsimpact

De impact van de mobiliteit op de omgeving blijft eerder beperkt. Door het toepassen van de gemeentelijke verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg worden de wagens opgevangen op het eigen terrein en zijn de nodige fietsenstallingen voorzien.

Schaal

De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen met één of twee bouwlagen en hellende daken en de gebouwen van de school en het verzorgingstehuis. Een bouwblok bestaande uit woningen met twee bouwlagen en een zadeldak overstijgt qua gabarit de schaal van de bestaande bebouwing in de omgeving niet.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De percelen zijn vrij ruim waardoor de openheid en het groene karakter van de tuinzone kan gegarandeerd worden. In de omgeving komen gelijkaardige of hogere dichtheden voor.

Visueel-vormelijke elementen

Het slopen van de bestaande oude bebouwing heeft een positieve impact op het straatbeeld en de omgeving.

Het straatbeeld wordt bepaald door woningen in verschillende verschijningsvormen. Het project zal zich inpassen in het huidige en toekomstige heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag

Reliëf

Ter hoogte van de woningen wordt het reliëf aangepast aan het niveau van de Egenhovenstraat. In de tuinzone zijn geen reliëfwijzigingen voorzien.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 november 2019 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius van 9 december 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Vanderelst Eric (SF Construct) voor het bouwen van drie woningen in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 15, 15A, 17, sectie C nr 456f, 456h en 457e onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 november 2019 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius van 9 december 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en Fluvius.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN CHRISTINE VANDENDRIESSCHE VOOR HET UITVOEREN VAN STABILITEITSWERKEN IN 3060 BERTEM, BOSSTRAAT 14, SECTIE A NR 596H2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 8 oktober 2019 heeft Christine Vandendriessche een aanvraag ingediend voor het uitvoeren van stabiliteitswerken in 3060 Bertem, Bosstraat 14, sectie A nr 596h2.

         Op 7 november 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Bosstraat.

De Bosstraat vormt een verbindingsweg tussen de Tervuursesteenweg en de noordelijk gelegen Brusselsesteenweg op het grondgebied Herent. De omgeving wordt gekenmerkt door gebouwen in verschillende verschijningsvormen en verschillende functies. Er zijn één- en meergezinswoningen en heel wat openbare voorzieningen zoals het gemeentehuis, het sociaal huis, de sportzaal en de gemeentelijke basisschool in een cluster die aansluit op de Tervuursesteenweg.

Op het perceel staat een halfopen eengezinswoning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het plaatsen van micropalen onder de bestaande fundering van de zijgevel, voorgevel en dragende wand langs de scheidingsmuur met de aangrenzende buur.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

Openbaar onderzoek

         De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Op 7 november 2019 werd het standpunt van de aanpalende buur, Bosstraat 12, gevraagd. Momenteel wordt deze woning gestut omwille van schade en plotse verzakking ontstaan in 2016. De woning werd onbewoonbaar verklaard.

In samenspraak met de eigenaars van de woningen Bosstraat 12 en Bosstraat 14 heeft de gemeente een stabiliteitsonderzoek laten uitvoeren door SOS Ingenieur, Sica International bvba.

 

Externe adviezen

1. Op 7 november 2019 heeft De Watergroep, afdeling waterbronnen en milieu, een gunstig advies uitgebracht nl.:

"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de waterwinning van Egenhoven (Oost-West). De ligging binnen de beschermingszone van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening.

Naast de openbare drinkwatervoorziening is De Watergroep als eigenaar/ exploitant eveneens belast met de bescherming van de grondwaterwinning tegen mogelijke verontreinigingen.

Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:

º         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.

º         De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.

º         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."

 

2. Verslag stabiliteitsonderzoek van 4 november 2019

º         "We zijn van oordeel dat men best woning nr. 12 laat staan, (eveneens de stutting) tot de volledige micropaalfundering van woning 14 geplaatst is, dus ook onder de gemene muur tussen woning 12 en woning 14. De reden hiervoor is dat beide woningen elkaar mogelijk 'in evenwicht' houden op de onstabiele ondergrond.

º         Men zal dus mogelijk de micropalen moeten plaatsen van in de woonruimte/keuken van huis nr. 12 tot onder de gemene muur.

º         Van zodra de funderingen onder huisnummer 14 gestabiliseerd en dus voldoende draagkrachtig zijn, kan men woning 12 afbreken. Men dient wel op te letten met de gemene muur tussen beide woningen, zeker voor het gedeelte bovendaks van huis nr. 12.

º         Indien men zou beslissen om woning 12 te behouden, verwijs ik weer naar het verslag van de deskundige voor wat betreft de herstelling van het gebouw, maar dien ik ook te adviseren om ook de fundering van huis nr. 12 te voorzien van micropalen.

º         Mijn advies aan de gemeente is dat men best woning nr. 14 zo snel mogelijk voorziet van een nieuwe micropaalfundering, zodat het volledige gebouw gestabiliseerd wordt. Dit geldt ook voor woning 12, tenzij deze woning in z'n geheel zou afgebroken worden."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Mobiliteitsimpact

Niet van toepassing op de aanvraag.

Schaal

Niet van toepassing op de aanvraag.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Niet van toepassing op de aanvraag.

Visueel-vormelijke elementen

Niet van toepassing op de aanvraag.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Zie verslag stabiliteitsonderzoek van 4 november 2019.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep, afdeling waterbronnen en milieu, van 7 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Christine Vandendriessche voor het uitvoeren van stabiliteitswerken in 3060 Bertem, Bosstraat 14, sectie A nr 596h2 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep, afdeling waterbronnen en milieu, van 7 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.

         De werken worden uitgevoerd conform de aanbevelingen van de stabiliteitsingenieur SOS Ingenieur (verslag van 14 november 2019).

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN IVO MAASSEN VOOR HET AFBREKEN VAN EEN BESTAANDE VERANDA IN 3061 LEEFDAAL, TERVUURSESTEENWEG 516A, SECTIE A NR 271E3.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 13 oktober 2019 heeft Ivo Maassen een aanvraag ingediend voor het afbreken van een bestaande veranda in 3061 Leefdaal, Tervuursesteenweg 516a, sectie A nr 271e3.

         Op 12 november 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m gelegen in woongebied. De rest ligt in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Tervuursesteenweg.

De Tervuursesteenweg is de verbinding tussen Leuven en Tervuren en ligt op de noordelijke valleirand van de Voer. De woning ligt in het noordwesten ten opzichte van het centrum van Leefdaal. In deze omgeving is de bebouwing minder dicht en bestaat ze vooral uit open en halfopen bebouwing. In het noorden gaat de bebouwing over in het open kouterlandschap. Op het perceel staat een vrijstaande eengezinswoning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de afbraak van een bestaande veranda en het vervangen van het bestaande houten buitenschrijnwerk door nieuwe aluminium ramen.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De functie wonen blijft behouden.

Mobiliteitsimpact

Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

Het hoofdvolume blijft behouden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De veranda die gesloopt wordt, heeft een bescheiden afmeting en heeft geen impact op de bouwdichtheid van het perceel.

Visueel-vormelijke elementen

De veranda situeert zich aan de achterzijde van de woning. De sloping heeft geen invloed op het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Ivo Maassen voor het afbreken van een bestaande veranda in 3061 Leefdaal, Tervuursesteenweg 516a, sectie A nr 271e3.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

ALTERNATIEF ONKRUIDBEHEER 2019-2022. VERLENGING CONTRACT VOOR 2020.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 13 maart 2019 heeft het directiecomité van Interleuven de opdracht 'Alternatief onkruidbeheer' gegund aan de firma ABOG NV tegen het nagerekende bedrag van 106 256,99 euro excl. btw of 128 570,96 euro incl. 21% btw voor de 5 gemeenten samen.
    • Voor Bertem bedraagt het aandeel voor het alternatief onkruidbeheer: 7144,79 euro (= 0,3 euro/m² x 3218 m² + 0,25 euro/m² x 24 717,56 m²) excl. btw of 8645,20 euro incl. 21% btw.
  • Op 13 maart 2019 heeft het directiecomité van Interleuven de opdracht 'Monitor alternatief onkruidbeheer' gegund aan de firma Ecoconsult Groen, Milieu en Management BV tegen het nagerekende bedrag van 15 182,20 euro excl. btw of 18 370,46 euro incl. 21% btw voor de 5 gemeenten samen.
    • Voor Bertem bedraagt het aandeel voor de monitoring alternatief onkruidbeheer: 948 euro (= 0,0339353 euro/m² x 27 935,56 m²) excl. btw of 1147,08 euro incl. 21% btw.
  • Collegebesluit van 18 maart 2019 waarin de gunningen aan aannemer ABOG nv (beheer) en aan de firma Ecoconsult Groen, Milieu en Management BV (monitoring) worden goedgekeurd.

 

Feiten en context

  • Op 13 maart 2019 werd ABOG NV, Vantegemstraat 19 te 9230 Wetteren, door de Raad van Bestuur van Interleuven aangesteld voor de opdracht ‘alternatief onkruidbeheer’.
  • De opdracht werd afgesloten voor een duur van een jaar. Er zijn drie verlengingen van een jaar mogelijk.
  • Interleuven treedt op als aankoopcentrale bij de gunning en de uitvoering van de opdracht voor volgende gemeenten:
    • Bertem
    • Diest
    • Haacht
    • Herent
    • Kortenberg

 

Juridische gronden

  • Decreet van 24 januari 1984 betreffende de maatregelen inzake grondwaterbeheer en de uitvoeringsbesluiten ervan waarin de bescherming van grondwater tegen de verontreiniging met pesticiden is geregeld.
  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Hierin is de bescherming van de natuur en het natuurlijk milieu tegen de verontreiniging met pesticiden geregeld.

  • Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
  • Richtlijn 2009/128/EG van het Europees parlement en de raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden.
  • Decreet betreffende het duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest van 8 februari 2013.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 15 maart 2013 betreffende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest voor niet-land- en tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik.

Dit besluit stelt eveneens dat vanaf 1 januari 2015 een verbod geldt op het gebruik van pesticiden op openbaar domein.

  • Collegebesluit van 16 december 2013 waarmee de pakketten 5.1 (basisondersteuning milieu) en 5.3 (taakondersteuning milieu) in exclusiviteit worden toegewezen aan Interleuven.

De ondersteuning m.b.t. alternatief onkruidbeheer zit hierin vervat.

  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 144 000,00 niet) en artikel 57, en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°a
  • De aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de verwerving van leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders.

 

Adviezen

         De financieel directeur verleende een visum op 17 december 2019.

 

Argumentatie

De opstart met de firma verliep niet zoals gepland. Er werd gebruikgemaakt van een methode die mogelijk was volgens het bestek, namelijk onkruidborstels. Deze werd echter niet uitgevoerd conform de bepalingen van het bestek.

 

De firma heeft enige tijd later een heetwatertoestel, meer bepaald een WAVE, door een huurovereenkomst met de firma Van Dyck, in gebruik genomen. De opstartfase met dit toestel verliep niet vlekkeloos. Er werd een tweede heetwatertoestel, eveneens een WAVE, maar een ouder model, gekocht door de firma.

 

In tussentijd werden verscheidene overschrijdingen door de monitor genoteerd. Deze werden uiteindelijk wel verholpen. Naar het einde van het jaar werd duidelijk dat de firma de uitvoering op een betere manier aanpakte.

 

De firma wenst de opdracht te verlengen en heeft een uitgebreide motivering gegeven inzake de werking van een nieuw jaar.

 

Het onkruidbeheer is een zeer moeilijk concept. Dit werd reeds opgemerkt met de voorgaande aannemer, Van Esch. De goede uitvoering is sterk afhankelijk van een goede chauffeur, een goede projectleider en duidelijke communicatie. De aanstelling van een andere firma betekent mogelijk een nieuw moeilijk opstartjaar en verzekert geen betere uitvoering. Daarnaast had de aannemer met een lage prijs ingeschreven en bestaat de kans dat een nieuwe aanstelling een duurdere maar geen betere oplossing zou betekenen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde kosten

0119-01 614690

€ 17 500

€ 17 500

€ 9792,28

 

 

Bijlagen

  • Verslag en plan van aanpak ABOG

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft zijn akkoord om verder deel te nemen aan het project 'Alternatief onkruidbeheer'.

 

Artikel 2:

Het college geeft zijn goedkeuring om de overeenkomst met de aannemer ABOG NV als uitvoerder van het onkruidbeheer en de firma Ecoconsult Groen, Milieu en Management BV als monitor van de uitvoering van het beheer voor één jaar te verlengen.

 

Artikel 3:

De betaling van het aandeel van de gemeente voor de opdracht 'Alternatief onkruidbeheer' en 'Monitor Alternatief onkruidbeheer' zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020 en de volgende jaren, op registratiesleutel 0119-01 614690.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. HET UITVOEREN VAN EEN OEVERHERSTELLING VAN DE VOER AAN DE BOSKEE EN DE SLAGBERG TE LEEFDAAL.

 

Voorgeschiedenis

         Schriftelijke aanvraag op 12 december 2019 van Rita Guelinckx, deskundige waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen, Provincieplein 1 te 3010 Leuven, om met het oog op het uitvoeren van een oeverherstelling aan de Voer (rechteroever) het openbaar domein in te nemen aan de Boskee en de Slagberg te 3061 Leefdaal en verkeerssignalisatie te plaatsen van 13 januari 2020 tot 24 januari 2020.

 

Feiten en context

         De dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant wenst een oeverherstelling uit te voeren aan de Voer (rechteroever) aan de kant van de Slagberg te 3061 Leefdaal.

         Een kraan moet van op de rijbaan van de Boskee via het bos de rechteroever van de Voer kunnen bereiken. De berm, het voetpad, en een deel van de rijbaan van de Boskee zullen ingenomen worden over een lengte van 50 meter en een breedte van 4 meter.

         Ook in de Slagberg vragen zij een inname langs de kant van het molenhuis voor het parkeren van voertuigen en materiaal.

         Tijdens de werken van 13 januari 2020 tot 24 januari 2020 (de duur van de inname is ruim genomen) moeten er driekleurige verkeerslichten voorzien worden op de Boskee. De Slagberg moet afgesloten worden met omleiding.

         AD bvba, Zauwerstraat 31 te 9270 Kalken (tel. 0497 89 73 65) is de uitvoerende aannemer/verantwoordelijke signalisatie.

 

Juridische gronden

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

         Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.

 

Adviezen

         De wijkverantwoordelijke Bertem van de politiezone VODI gaf mondeling advies.

 

Argumentatie

Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

         Signalisatieplan met driekleurige lichten en omleiding

         Situatieplan van de werken

         Plan omleiding voor voetgangers en fietsers

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager, de dienst Waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant, wordt toelating verleend om het openbaar domein, met name de berm, het voetpad en een deel van de rijbaan van de Boskee ter hoogte van de Voer en de Slagberg ter hoogte van het molenhuis te 3061 Leefdaal in te nemen van 13 januari 2020 tot 24 januari 2020.

 

Artikel 2:

De inname aan de Boskee dient gesignaleerd volgens bijgevoegd signalisatieplan Cat. 3 sterke hinder met driekleurige lichten. Aan beide zijden van de werken moeten ter hoogte van de lichten verkeersborden "voetgangers oversteken" geplaatst worden.

Aan de overzijde van de werken wordt een parkeerverbod ingesteld dat 48 uur voorafgaand aan de inname gesignaleerd moet worden met verkeersborden E1 a en b met onderbord data en uren.

Op de rijbaan moet er steeds een vrije doorgang met een minimumbreedte van 3 meter gevrijwaard blijven.

 

Artikel 3:

De Slagberg wordt afgesloten voor doorgaand verkeer.

De inname wordt ter hoogte van de werken aan beide zijden gesignaleerd met een nadarafsluiting met dagslapers en het verkeersbord C3.

Ter hoogte van het kruispunt van de Slagberg met de Voerhoek moet het verkeersbord F45 geplaatst worden.

 

Artikel 4:

Aan de Slagberg moet een omleiding voorzien en in beide richtingen gesignaleerd worden:

- Voor gemotoriseerd verkeer via de Bankblokstraat, Het Bies, de Tervuursesteenweg en de Boskee.

- Voor voetgangers-wandelaars en fietsers via het Voerwegje, de Dorpstraat en de Kerkring.

 

Artikel 5:

De aanvrager moet de bewoners van de Boskee en de Slagberg 48 uur op voorhand inlichten via een (nieuws)brief die vooraf aan het gemeentebestuur bezorgd wordt.

 

Artikel 6:

De inname wordt bekendgemaakt via de gemeentelijke nieuwsbrief en op de gemeentelijke website.

 

Artikel 7:

De signalisatie zal door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Hiervoor zal de aanvrager de contactgegevens van de verantwoordelijke voor de signalisatie doorgeven aan het gemeentebestuur en aan het wijkkantoor van de lokale politiezone.

 

Artikel 8:

De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 9:

Deze toelating ontslaat de verkrijger geenszins van het naleven van alle wettelijke bepalingen en voorschriften, zoals ondermeer M.B. 07/05/1999.

De uitvoerder van de werken is volledig aansprakelijk voor de door hem aangebrachte signalisatie en de daaruit voortvloeiende risico’s, hij verwijdert de signalisatie van de openbare weg van zodra de werkzaamheden zijn geëindigd.

 

Artikel 10:

Dit besluit wordt van kracht op 13 januari 2020 en het blijft van kracht tot 24 januari 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. HET UITVOEREN VAN RIOLERINGSWERKEN AAN DE PARIJSSTRAAT, DORPSTRAAT, BORSSTRAAT EN OUDE LEUVENSEBAAN TE 3060 BERTEM VAN 1 JANUARI 2020 TOT 30 JUNI 2020.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebesluit van 4 september 2019 waarbij aan DSV nv, Terheidelaan 69 te 3200 Aarschot toelating verleend werd om met het oog op het uitvoeren van rioleringswerken aan de Parijsstraat, Dorpstraat, Borsstraat en Oude Leuvensebaan te 3060 Bertem van 16 september 2019 tot en met 31 december 2019 het openbaar domein in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen.

         Schriftelijke aanvraag op 12 december 2019 van Magali Vander Velpen namens DSV nv, om de verleende vergunning te verlengen tot en met 30 juni 2020.

 

Feiten en context

         De werken vingen aan op 16 september 2019.

         Om te vermijden dat woningen tijdens de werken onbereikbaar worden, wordt door de aannemer voorzien in een tijdelijke weg met twee rijstroken tussen de Borsstraat en de Parijsstraat.

         De aannemer voorziet parkeerplaats aan de Borsstraat ter hoogte van de tijdelijke weg voor bewoners die tijdelijk hun woning niet kunnen bereiken.

         De aannemer vraagt om de vergunning te verlengen met 6 maanden.

 

Juridische gronden

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

         Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.

 

Argumentatie

Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

         Dalem signalisatieplan.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op het uitvoeren van rioleringswerken aan de Parijsstraat, Dorpstraat, Borsstraat en Oude Leuvensebaan te 3060 Bertem van 1 januari 2020 tot 30 juni 2020 het openbaar domein in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen volgens bijgevoegd signalisatieplan.

 

Artikel 2:

De aanvrager stelt alles in het werk om de overlast voor de betrokken bewoners tot een minimum te beperken, ondermeer door:

         de werfzone te beperken tot maximaal 50 meter,

         de toegang tot de woningen buiten de werfzone te garanderen,

         de bewoners op de hoogte te houden van de vooruitgang van de werken en de daaruit voortvloeiende hinder,

         een vrije doorgang te voorzien voor voetgangers en fietsers.

 

Artikel 3:

Er wordt een omleiding voorzien voor de bewoners van het ingenomen deel van de Dorpstraat en de Borsstraat naar de Leuvenstraat via de tijdelijke weg tussen de Parijsstraat en de Borsstraat.

 

Artikel 4:

Tijdens de vergunde periode wordt in de Parijsstraat tussen de Dorpstraat en de tijdelijke weg eenrichtingsverkeer ingesteld in de rijrichting Leuvenstraat.

 

Artikel 5:

In de volledige werfzone wordt een parkeerverbod ingesteld aan beide zijden van de rijweg.

 

Artikel 6:

De bewoners en ondernemers van de Parijsstraat, het betrokken deel van de Dorpstraat, de Borsstraat en de Oude Leuvensebaan moeten door de aanvrager minstens 1 week voor de aanvang van de inname op de hoogte gebracht worden via een bewonersbrief.

 

Artikel 7:

De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 8:

Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en signalisatie duidelijk zichtbaar aangebracht worden.

 

Artikel 9:

Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2020 en het blijft van kracht tot en met 30 juni 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

PERMANENTE SIGNALISATIEVERGUNNINGEN. GOEDKEURING SIGNALISATIEVERGUNNING INTERVENTIES VAN DE FIRMA VERBRAEKEN INFRA NV IN OPDRACHT VAN FLUVIUS VOOR HET DIENSTJAAR 2020.

 

Voorgeschiedenis

  • Schriftelijke aanvraag op 16 december 2019 tot doorlopende vergunning 2020 van Wendy Gysen van de firma Verbraeken Infra NV, Haverheidelaan 10 te 9140 Temse, waarin men vraagt om in het kader van dringende herstellingen of bij werken van beperkte omvang in opdracht van de firma Fluvius de voorgeschreven signalisatie te mogen plaatsen langsheen de gemeentewegen in Bertem.

 

Feiten en context

  • De firma Infrax kreeg in het verleden reeds jaarvergunningen van de gemeente Bertem.
  • De firma Verbraeken Infra, werkend in opdracht van de firma Fluvius, vraagt een jaarvergunning voor werken van dringende aard of van beperkte omvang zoals:
    • werken ten gevolge van storingen of defecten;
    • beperkte ingrepen op distributienetten voor een kleine netwijziging of een nieuwe huisaansluiting;
    • onderhoudswerken.
  • Deze werken worden uitgevoerd door hun medewerkers of door erkende aannemers en dienen vaak in een heel korte tijdspanne uitgevoerd te worden.
  • Alle werken behoren tot categorie 3 met een kleinere oppervlakte dan 3 m² zoals omschreven in de Code voor infrastructuur- en nutswerken langs de gemeentewegen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
  • Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3 en afdeling 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • De Wegcode (KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer).
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Argumentatie

Bepaalde kleine onderhouds- of herstellingswerken vergen soms een dringende aanpak. Voor dergelijke werken, die ingeval van defect onvoorspelbaar zijn, maar toch een snelle aanpak vergen, is het moeilijk werken als de aannemer telkens opnieuw eerst voorafgaand een signalisatievergunning moet aanvragen bij de gemeente.

 

Daarom wordt voor dit soort werken een signalisatievergunning afgeleverd voor 1 jaar. Deze vergunning geldt niet voor grotere of andere werken, die wel degelijk op voorhand gepland kunnen worden, en waarvoor wel tijdig een signalisatievergunning kan worden aangevraagd.

 

De vergunninghouder moet de gemeente Bertem steeds minstens 1 werkdag op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats waar de werkzaamheden zullen uitgevoerd worden en van de signalisatie die hij daarvoor zal plaatsen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Een doorlopende signalisatievergunning voor het dienstjaar 2020 wordt verleend aan de firma Verbraeken Infra NV, Haverheidelaan 10 te 9140 Temse, werkende in opdracht van de firma Fluvius, voor werkzaamheden van dringende en/of beperkte omvang:

  • storingen
  • defecten
  • beperkte ingrepen
  • kleine wijzigingen
  • nazicht en onderhoud
  • nieuwe huisaansluitingen

langsheen de gemeentewegen in de gemeente Bertem.

 

Artikel 2:

De vergunninghouder moet bij niet dringende interventiewerken de gemeente Bertem minstens 1 werkdag op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats van de werkzaamheden en van de gebruikte signalisatie. Voor dringende interventiewerken dient dit met bekwame spoed te gebeuren.

 

Artikel 3:

Indien de werken uitgevoerd worden langsheen een gewestweg (N3 en N253), moet de vergunninghouder een aparte vergunning aanvragen bij het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, de beheerder van de gewestwegen.

Het bewijs (kopie) van deze vergunning moet bezorgd worden aan de gemeente Bertem vooraleer de werken mogen beginnen.

 

Artikel 4:

De aanvrager moet de werken tijdig aankondigen met informatieborden en de buurtbewoners inlichten met een nieuwsbrief.

 

Artikel 5:

De vergunninghouder moet de gemeente Bertem schriftelijk op de hoogte brengen bij de beëindiging van zijn opdracht.

 

Artikel 6:

Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2020 om 00.00 uur en het blijft van kracht tot 31 december 2020 om 24.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 23/12/2019