BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 9 december 2019

Van 15.15 uur tot 16.45 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Schepen Greet Goossens verlaat de vergadering vanaf punt 5.

Schepen Greet Goossens vervoegt de vergadering vanaf punt 6.

 


Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 2 december 2019.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 2 december 2019 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/3615 tot en met nr. 2019/3785 voor een totaal bedrag van 195 326,76 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. AANVRAGEN SUBSIDIES.

 

Voorgeschiedenis

  • De aanvraag voor steun voor ontwikkelingssamenwerking van Mana Margodt voor Weeshuis Lala Amina en het centrum voor straatkinderen Centre Ali - Bouworde - Marokko werd ingediend op 31 mei 2019.
  • Collegebesluit van 2 december 2019 over de aanduiding van de deskundigen voor de beoordeling van de aanvragen.

 

Feiten en context

  • In Info Bertem van mei-juni 2019 werd een oproep gedaan naar projecten.
  • Nieuwsbericht in de gemeentelijke nieuwsbrief die werd verstuurd op 25 april 2019.

 

Juridische gronden

  • Raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van het subsidiereglement voor ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp, laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 19 december 2017.
    In artikel 4 van het subsidiereglement staat vermeld dat alle projectaanvragen jaarlijks voor 1 juni binnen moeten zijn.
  • Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Adviezen

 

  • Advies opgesteld door Erik De Smedt en Koen Warmenbol te Bertem op 14 november 2019.

 

Zuidwerking:

  • Weeshuis Lala Amina en het centrum voor straatkinderen Centre Ali - Bouworde - Marokko

 

Noordwerking:

Geen aanvragen

 

Beoordeling van de aanvragen

 

Advies

 

Opmerkingen betreffende de aanvragen

De aanvraag betreft vrijwilligerswerk in een weeshuis en een centrum voor straatkinderen in Marokko. Beide instellingen werden 10 jaar geleden opgericht en ontvangen ondersteuning en begeleiding van de Bouworde.

Het aanvraagformulier levert enkel beperkte informatie over de activiteiten van de lokale organisaties, niet over de verschillende duurzaamheidsaspecten van hun werking. We mogen ervan uitgaan dat vanwege de ruime ervaring van de Bouworde in ontwikkelingslanden, dat dit sociaal project lokaal ingebed is.

Door erkende Belgische organisaties ondersteunde projecten lijken een voor de hand liggende optie voor jongeren die op zoek gaan naar vrijwilligerswerk in het Zuiden. We vinden het goed dat de gemeente ruggensteun bezorgt aan jongeren die op deze manier een unieke ervaring in sociaal werk willen opdoen. De aanvraagster geeft aan dat ze een deel van de kosten via vakantiejobs zelf zal bijdragen en dat ze hoopt ook een gift te kunnen doen voor de werkingskosten van de lokale organisaties.

 

Advies

We stellen voor om de aanvraag te ondersteunen met een bedrag van maximaal €500 onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat dit bedrag volledig benut wordt voor de uitbouw van het project bij de lokale organisaties, niet voor het dekken van (een deel van) de reis- of verblijfskosten van de aanvraagster.

Wij stellen tevens voor dat de aanvraagster zich engageert om aan de lokale partners uitdrukkelijk te melden dat (een deel van) de gift zijn oorsprong vindt in de middelen die de gemeente Bertem jaarlijks ter beschikking stelt voor internationaal solidariteitswerk.

Zoals gebruikelijk dient de aanvraagster de nodige bewijzen voor te leggen.

Wij stellen voor dat de gemeente het onbenut deel van het jaarlijks subsidiebedrag toevoegt aan het bedrag voor de koepelorganisatie 11.11.11.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1419/001/001/001/001

64900000/0160

€ 3750

€ 2670

€ 500

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen beslist om een projectsubsidie van 500 euro voor ontwikkelingssamenwerking toe te kennen aan Mana Margodt voor Weeshuis Lala Amina en het centrum voor straatkinderen Centre Ali - Bouworde - Marokko.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt meegedeeld aan de betrokken organisatie samen met de evaluatie van het project door de experten.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

TOELAGEN. GOEDKEURING SUBSIDIES AAN ERKENDE CULTURELE VERENIGINGEN 2019.

 

Voorgeschiedenis

  • Alle erkende culturele verenigingen dienden een aanvraag in, behalve: CM Bertem, Vriendenkring Den Ham en Gezinsbond Bertem.

 

Juridische gronden

  • Artikel 125 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
    De betalingen aan verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid worden altijd verricht op een financiële rekening op naam van de vereniging.
  • Gemeentelijk subsidiereglement voor cultuur van 29 augustus 2016.
    Dit subsidiereglement regelt de procedure en de berekening voor de subsidies van de gemeente aan de erkende culturele verenigingen. Het schepencollege beslist over de aanvragen.

 

Adviezen

  • De financieel directeur verleende een visum op 27 november 2019.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

64900900/0739

1419/001/001/001/001

€ 8500

€ 8500

€ 8500

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college besluit na toepassing van het gemeentelijk subsidiereglement volgende subsidies toe te kennen:

 

Nominatief toegekende subsidies volgens artikel 22 van het subsidiereglement

Oudervereniging GBS Leefdaal

€ 125

Oudervereniging GBS Bertem

€ 125

Oudervereniging VBS Bertem

€ 125

Rode Kruis

€ 200

WOS

€ 80

Ziekenzorg Bertem

€ 100

Samana Leefdaal

€ 100

Samana Korbeek-Dijle

€ 100

Culturele vrijetijdsbesteding

De Kneu Bertem

BE13 0682 0117 9239

€ 214,68

De Zanglijster Leefdaal

BE26 7343 5409 0829

€ 165,54

Postzegelkring De Voer

BE89 07340 3536 4185

€ 177,82

Amateuristische kunstbeoefening

De Jachthoorngezellen van Meerdaelwoud

BE12 3631 4279 8992

€ 499,96

Hogar Kokopelli

BE72 9731 7667 4016

€ 614,62

Jefkes, Pekes en Mekes nr. 1

BE21 9730 2953 3403

€ 106,84

Jefkes en Mamers nr 2

BE97 0689 0282 0049

€ 93,59

K.F. De Vier Heemskinderen

BE92 9731 2784 4923

€ 337,53

K.F. Sint-Lambertus

BE18 0682 0717 6465

€ 420,79

K. Filharmonie Leefdaal

BE08 7360 1006 3513

€ 478,12

K.H. Sint-Cecilia

BE90 0682 3350 8632

€ 531,36

Sint-Pieterszangkoor Bertem

BE45 4311 5055 5989

€ 407,14

Sint-Stevensgilde Korbeek-Dijle

BE65 7390 1151 3796

€ 418,06

Toneelvereniging Laban

088-2071297-51 (Laban-Hostyn Guido, Elzenstraat 12, 3061 Leefdaal)

€ 183,28

Zangkoor Sint-Cecilia kerkkoor Leefdaal

BE18 7443 5405 7265

€ 206,49

Sociaal Cultureel Vormingswerk

Davidsfonds Bertem

BE22 7343 0700 8847

€ 198,30

Davidsfonds Leefdaal

BE19 7343 5405 0312

€ 115,03

Gezinsbond Korbeek-Dijle

BE02 7340 0361 1540

€ 108,21

Gezinsbond Leefdaal

BE54 7343 5412 6797

€ 135,51

Hartpatiëntengroep

230-0370235-06

€ 119,13

KVLV Bertem

734-3070008-64

€ 150,52

KVLV Korbeek-Dijle

BE13 7343 4601 1739

€ 265,18

KVLV Leefdaal

BE18 7343 5404 5965

€ 213,31

Landelijke Gilde Bertem

BE40 7343 0700 0763

€ 190,11

Landelijke Gilde Korbeek-Dijle

BE28 7343 4600 0120

€ 157,35

Natuurpunt

BE86 5230 8077 9150

€ 184,65

OKRA Bertem

BE84 9796 3229 9959

€ 262,45

OKRA Leefdaal

BE65 7343 5405 8796

€ 312,96

OKRA Korbeek-Dijle

BE51 7343 4604 3162

€ 161,44

Oud-Chiroleiding Korbeek-Dijle

BE80 4336 1059 1177

€ 115,03

TOTAAL

€ 8500

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

TOELAGEN. GOEDKEURING SUBSIDIES AAN ERKENDE JEUGDWERKINITIATIEVEN 2019.

 

Voorgeschiedenis

  • Brief van het gemeentebestuur van 16 juli 2019 over de subsidieaanvraag jeugdwerkinitiatieven 2019.

 

Feiten en context

  • Alle erkende jeugdwerkinitiatieven dienden een aanvraag in behalve jeugdhuis Bertem (gesloten).
  • De meeste jeugdwerkinitiatieven hebben tijdig, en dit voor 15 september, hun aankopen van duurzaam materiaal bewezen en hiervoor de nodige facturen ingediend. Chiro Bertem heeft echter, ook na meerdere schriftelijke en telefonische herinneringen, geen facturen ingediend. De berekening van de subsidies werd afgerond op 30 oktober 2019. Op 31 oktober 2019 heeft Chiro Bertem alsnog een factuur van aankoop van duurzaam materiaal bezorgd. Vermits dit factuur laattijdig werd ingediend en ondertussen de berekening van de subsidies afgerond was, werd dit factuur niet meer in aanmerking genomen voor de subsidieverdeling.

 

Juridische gronden

  • Artikel 125 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
    De betalingen aan verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid worden altijd verricht op een financiële rekening op naam van de vereniging.
  • Het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid.
  • Gemeentelijk reglement betreffende de erkenning en de subsidiĂ«ring van het jeugdwerk van 29 augustus 2016.
    Dit subsidiereglement regelt de procedure en de berekening voor de subsidies van de gemeente aan de erkende jeugdwerkinitiatieven. Het schepencollege beslist over de aanvragen.

 

Adviezen

  • De financieel directeur verleende een visum op 27 november 2019.
  • Advies van de jeugdraad van 27 november 2019 en via e-mail bezorgd op 5 december 2019
    • De jeugdraad stelt voor om een afwijking toe te staan op de berekening van de subsidies. De jeugdraad stelt voor om Chiro Bertem de helft van het aankoopbedrag van hun tenten (850 euro bij duurzaam materiaal), ondanks het laattijdig indienen, toch nog te gunnen en stelt voor dat elk jeugdwerkinitiatief procentueel een bedrag van hun eigen subsidies hiervoor inlevert.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1419/002/001/003/001

64901600/750

€ 15 850

€ 14 895

€ 14 895

 

 

Bijlagen

  • FinanciĂ«le tabel subsidies jeugd 2019

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college besluit een afwijking toe te staan op het gemeentelijke subsidiereglement voor jeugd en volgt het advies van de jeugdraad om het te laat ingediende factuur voor aankoop van tenten van Chiro Bertem alsnog in aanmerking te laten komen. Na herberekening worden de volgende subsidies toegekend aan de erkende jeugdwerkinitiatieven:

 

Blink

BE92 9796 2720 3823 op naam van Blink-Gezinsbond

 

€ 596,28

Chiro Bertem

BE06 7343 0717 1222 op naam van Chiro Bertem

 

€ 3933,69

Chiro Korbeek-Dijle

BE07 7343 0700 1066 op naam van Chiro Korbeek-Dijle

 

€ 3600,92

Chiro Leefdaal

BE79 0682 3961 0033 op naam van Chiro Leefdaal

 

€ 3784,89

Circle of Fun

BE97 0882 6470 8749 op naam van Circle Of Fun

 

€ 423,44

Jeugdhuis 2hoog Leefdaal

BE25 0682 1479 2682 op naam van Jeugdhuis 2Hoog

 

€ 583,72

JOC Ter Dijle

BE27 7340 2287 9073 op naam van JOC Ter Dijle

 

€ 690,43

MozaĂŻek Kinderateliers Muziek en Beeldend

BE24 9799 4599 5838 op naam van MozaĂŻek Kinderateliers

 

€ 1281,59

TOTAAL

€ 14 894,96

 

De subsidies voor kadervorming werden reeds individueel uitbetaald.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

TOELAGEN. GOEDKEURING SUBSIDIES AAN ERKENDE SPORTVERENIGINGEN 2019.

 

Voorgeschiedenis

  • Brief van 21 juni 2019 van Judo Bertem dat ze hun activiteiten stoppen eind juni 2019.
  • E-mail van het gemeentebestuur van 6 augustus 2019 over de subsidieaanvraag van de sportverenigingen werkjaar 2018 - 2019.

 

Feiten en context

  • Alle erkende sportverenigingen die een uitnodiging kregen tot het indienen van een subsidieaanvraag, dienden een subsidieaanvraag in.

 

Juridische gronden

  • Artikel 125 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
    De betalingen aan verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid worden altijd verricht op een financiële rekening op naam van de vereniging.
  • Gemeentelijk subsidiereglement houdende de subsidiĂ«ring van de plaatselijke sportverenigingen van 29 augustus 2016.
    Dit subsidiereglement regelt de procedure en de berekening voor de subsidies van de gemeente aan de erkende sportverenigingen. Het schepencollege beslist over de aanvragen.

 

Adviezen

  • De financieel directeur verleende een visum op 27 november 2019.

 

Argumentatie

De Bertemse judoclub heeft met haar schrijven van 21 juni 2019 laten weten dat ze haar activiteiten stopt eind juni 2019. Zij starten geen nieuw seizoen begin september 2019. Het aantal leden is zodanig gedaald dat het financieel niet meer haalbaar is. Zij sluiten het seizoen 2018-2019 af met een groot verlies. Het werkjaar 2018-2019 hadden zij nog een werking en dus hebben ze nog recht op subsidies.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

1419/002/001/008/001

64901200/0740

€ 16 000

€ 16 000

€ 16 000

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college besluit na toepassing van het gemeentelijk subsidiereglement volgende subsidies toe te kennen:

Aikido-club Wakoo

€ 405,44

Atletiekclub Bertem

€ 1299,63

Autocross Team Leefdaal

€ 320,64

Badmintonclub Bertem

€ 839,00

Badmintonclub Leefdaal

€ 413,70

Judoclub Bertem

€ 427,28

Beter Bewegen Bertem

€ 417,09

Beter Bewegen Leefdaal

€ 578,11

De Wringers Bertem

€ 830,17

Dynamo Bertem

€ 2744,71

Gezinssportfederatie

€ 446,30

LRV. Sint-Joris

€ 502,02

Sport + club: Leefdaal 78

€ 415,06

Tafeltennisclub Bertem

€ 372,93

The No-Bikers

€ 510,17

VC. Voervallei

€ 4297,15

WTC. Leefdaal

€ 438,15

ZVK. Pallekesbee

€ 416,40

The Beginners

€ 326,05

TOTAAL

€ 16 000

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

OPTIMALISEREN PUBLIEKSWERKING BIBLIOTHEEK. ONDERTEKENING LICENTIE 'MIJN LEESTIPPER'.

 

Feiten en context

•         'Mijn Leestipper' richt zich op bibliotheekleden die via de catalogus van de bib gepersonaliseerde leessuggesties aangeboden krijgen.

•         Deze tool werd ontwikkeld door Cultuurconnect voor de Vlaamse bibliotheken.

•         Momenteel ontvangen de gebruikers nog geen leessuggesties vanuit de bibliotheek.

•         'Mijn Leestipper' is ook van thuis uit raadpleegbaar via het 'Mijn Bibliotheek'-profiel.

•         'Mijn Leestipper' wordt op termijn geïntegreerd in de bestaande bibliotheekwebsite.

 

Juridische gronden

•         Artikel 9 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid 1ste beleidsprioriteit: inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals de digitalisering van de samenleving

•         Het besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

•         Verordening van het Europees parlement en de raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)

•         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

•         Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

•         Artikel 56, § 3, 5° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip `dagelijks bestuur'.

 

Adviezen

•         Gunstig advies van Erika Van Essche, DPO, van 3 december 2019

•         Gunstig advies van de financieel directeur van 4 december 2019

 

Argumentatie

'Mijn Leestipper' is een betaalbaar, op maat gemaakt platform om aan leesbevordering te doen. Door leessuggesties te geven aan leners, kan men andere onderdelen van de collectie leren kennen en wordt de ontsluiting van de bibliotheekcollectie geoptimaliseerd.

Doordat 'Mijn Leestipper' via de bestaande catalogus zal aangeboden worden, kan die via elke browser en zowel op tablet, smartphone of pc geraadpleegd worden.

De bibliotheek biedt momenteel nog geen leessuggesties aan dus 'Mijn Leestipper' zou een uitstekend hulpmiddel kunnen zijn.

 

Financiële gevolgen

Een bibliotheek die 'Mijn Leestipper' wil gebruiken, betaalt een jaarlijkse licentiekost. De prijs is vastgelegd op € 217,80 vaste kost + € 0,05445/inwoner. Voor Bertem betekent dat dus op basis van 9960 inwoners een jaarkost van 760,12 euro vanaf 2020.

 

De financiële dienst kon voor 2020 nog geen registratiesleutels en budgetten doorgeven.

 

 

Bijlagen

•         Overeenkomst Cultuurconnect

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college is akkoord met de aankoop van een licentie op 'Mijn Leestipper voor een jaarlijkse kost van 760,12 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING DORPSTRAAT 296. WEIGERING VERGUNNING AAN KWADRAAT VOOR HET SLOPEN VAN EEN WONING MET AANHORIGHEDEN EN HET BOUWEN VAN TWEE NIEUWE EENGEZINSWONINGEN IN HALFOPEN BEBOUWING IN DORPSTRAAT 296 TE 3061 LEEFDAAL, SECTIE C NR 372Z4.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

•         Op 20/09/2019 heeft Kwadraat nv een aanvraag ingediend voor het slopen van een woning met aanhorigheden en het bouwen van twee eengezinswoningen in halfopen bebouwing in Dorpstraat 296 te 3061 Leefdaal, sectie C nr 372z4.

•         Op 14/10/2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

•         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

•         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling, nr T874-2-B120 (1982.4). Deze verkaveling omvat 1 lot met als algemene bestemming 'wonen'. De verkaveling werd gewijzigd:

º         T874-2-B962 (1996.2): verbreden perceel met 4 m

º         T874-2-2002.2: voor het plaatsen van een bijgebouw van 21 m² in de tuin.

Op 21 oktober 2019 nam het schepencollege akte van de verzaking aan de verkaveling T874-2-B120 (1982.4) door de aanvrager. De verkaveling is dus niet van toepassing.

•         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

•         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat. De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in open of halfopen bouworde. De bestaande woning bestaat uit 1 gelijkvloerse bouwlaag met een zadeldak en bevat 2 garages.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

•         Het voorstel omvat de sloop van de bestaande woning met garages en de nieuwbouw van 2 eengezinswoningen in halfopen bebouwing. Beide woningen hebben een breedte van 9,73 m en een bouwdiepte van 11,98 m. Een bouwvrije zijdelingse strook van 3,00 m tot aan de perceelsgrens wordt aan beide zijden gevrijwaard. De nieuwe woningen zijn voorzien van 2 bouwlagen en een plat dak. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,46 m. Beide woningen hebben een inpandige garage. De inrit daartoe en de toegang naar de voordeur worden verhard (breedte verharding per woning: 5,18 m) tot aan de Dorpstraat. De voorbouwlijn varieert tussen 5,71 en 6,52 m ten opzichte van de rooilijn. De nieuwe percelen hebben elk een oppervlakte van 428 m².

•         Watertoets

De aanvraag is gelegen langs een waterloop categorie 2, de Delle. Ter hoogte van de aanvraag is deze ingebuisd. Op 14 oktober 2019 werd het advies van de provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen gevraagd. Op 25 oktober 2019 werd volgend ongunstig advies afgeleverd:

"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 14 oktober 2019 op naam van Kwadraat nv voor de afbraak van een woning en de bouw van 2 nieuwe woningen. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Dorpstraat 296a, Bertem, kadastraal gekend als 3e afdeling, sectie C, nr. 372 Z4.

Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

De afbraak van een woning, de bouw van 2 nieuwe woningen in halfopen verband.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie de Delle B2093. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag niet gelegen in een effectief en/of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

EĂ©n van de voorgestelde woningen wordt gebouwd in de vijfmeterzone langs de geklasseerde waterloop de Delle B2093. Dit gaat in tegen de bepalingen van de wet op de onbevaarbare waterlopen en het decreet integraal waterbeleid (zie onder).

Gelet op voorgaande bemerkingen en voorwaarden, kan het voorwerp van de aanvraag niet als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Onder huidige vorm is het voorwerp van de aanvraag niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Een aangepaste aanvraag dient rekening te houden met volgende voorwaarden:

Het perceel is gelegen langs de ingebuisde Delle. De linkse woning dient op minimum 5 m van deze waterloop gebouwd te worden:

Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:

º         Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid en het beheer van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden.

º         Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik van pesticiden steeds verboden.

º         Langse open afsluitingen moeten tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en zijn maximaal 1,50 m hoog. Dwarse open afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden. Het aanplanten van dwarse en langse hagen is verboden.

º         Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 8 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van 0,50 m.

º         Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd.

º         Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging.

º         Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen;

º         Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.

Algemene maatregelen:

º         In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.

º         De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden.

Opmerking: het in te dienen plan moet volgende aanduidingen vermelden:

º         De nummering en de naam van de waterloop;

º         De zone van vijf meter landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, met vermelding van 'zone langsheen waterlopen - vrije doorgang'."

•         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in centraal gebied.

 

Juridische gronden

•         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

•         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

•         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

•         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

•         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

•         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

•         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

•         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

•         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

•         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

•         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

•         Externe adviezen

De aanvraag is gelegen in beschermingszone 2 van de waterwingebieden. Op 14 oktober 2019 werd het advies van De Watergroep gevraagd. Op 17 oktober 2019 werd volgend voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd:

"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone II van de waterwinning Leefdaal – Veronica te Bertem. De ligging binnen de beschermingszone II van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening. De Watergroep is als eigenaar/exploitant van de waterwinning eveneens belast met de bescherming ervan tegen mogelijke verontreinigingen.

Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:

º         Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.

º         Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.

º         Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater via WADI’s of andere geconcentreerde infiltratievoorzieningen zijn verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning.

º         De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.

º         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone II van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:

▪          Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.

▪          Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.

▪          Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.

▪          Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).

De Watergroep vraagt om de volgende voorwaarden op te nemen in de vergunning:

º         Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.

Wij verzoeken U ook ons een kopie te bezorgen van de verleende vergunning."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Functionele inpasbaarheid

De functie wonen wordt behouden en past binnen de omgeving die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van voornamelijk woningen. Het betreft 2 grondgebonden woningen, hetgeen niet strijdig is met het RUP 'Meergezinswoningen'.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet in een extra woning ten opzichte van de bestaande toestand. De mobiliteitsimpact hiervan op de omgeving is beperkt. Per woning is een inpandige garage voorzien. Tevens is op de oprit plaats voor het parkeren van 2 wagens. De aanvraag voldoet bijgevolg aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voor het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Schaal

De bouwvolumes passen zich qua bouwhoogte en -diepte in in de omgeving. Er wordt een bouwvrije strook van 3 m tot aan de zijdelingse perceelsgrens langs weerszijden voorzien. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen met 2 bouwlagen en een zadeldak. Echter is een plat dak, aangezien de aanvraag los staat van de omgevende bebouwing, eveneens aanvaardbaar.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De bestaande woning heeft geen specifieke waardevolle kwaliteiten die pleiten voor behoud. Sloop ten behoeve van nieuwbouw is hier dus aanvaardbaar. De voorgestelde inplanting voor de nieuwbouw houdt echter geen rekening met de aanwezigheid van de ingebuisde waterloop van 2e categorie ter hoogte van de perceelsgrens. Van wat kan worden afgeleid uit de aanvraag en op basis van het ongunstig advies van de provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen is de linkse woning gelegen binnen de vijfmeterzone langs de geklasseerde waterloop. Op basis van het ongunstig advies van de dienst Waterlopen dient de aanvraag te worden geweigerd.

Visueel-vormelijke elementen

De eenvoudige vormentaal en het voorgestelde materiaalgebruik zorgen voor een kwalitatief samenhangend geheel.

Cultuurhistorische aspecten

/

Reliëf

Ten behoeve van de aanvraag wordt het perceel plaatselijk vlak gemaakt, hetgeen slechts een beperkte en dus aanvaardbare wijziging van het bestaande reliëf betekent.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De woningen zijn niet voorzien van een septische put. De gemeente Bertem legt bij nieuwbouw de expliciete voorwaarde op om een septische put te voorzien.

Conclusie

Op basis van het ongunstig advies van de provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen wordt de aanvraag geweigerd. De gevraagde aanpassingen en voorwaarden hebben immers impact op het totale project. Aangezien de sloop van de bestaande woning ten behoeve van de realisatie van de nieuwbouw gebeurt en de aanvraag als geheel wordt beschouwd, worden zowel de sloop als de nieuwbouw geweigerd. Een aangepaste aanvraag dient rekening te houden met de geformuleerde voorwaarden.

 

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te weigeren.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een weigering van vergunning af aan Kwadraat nv voor het slopen van een woning met aanhorigheden en het bouwen van twee eengezinswoningen in halfopen bebouwing in Dorpstraat 296 te 3061 Leefdaal, sectie C nr 372z4.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en de provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN FRANK VAN EYCKEN VOOR HET PLAATSEN VAN EEN VERANDA IN 3060 BERTEM, DORPSTRAAT 99, SECTIE C NR 140E.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

•         Op 7 oktober 2019 heeft Frank Van Eycken een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een veranda in 3060 Bertem, Dorpstraat 99, sectie C nr 140e.

•         Op 31 oktober 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

•         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

•         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

•         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat.

Het gebouw ligt aan de oostelijke rand van het kernweefsel van Bertem met in de omgeving hoofdzakelijk een- en meergezinswoningen in verschillende verschijningsvormen en sporadisch een handelspand. De woning en bijgebouw liggen gekneld tussen de Dorpstraat en een meander van de Voer. Achter de Voer is er evenwijdig aan de Dorpstraat bebouwing ontstaan.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

•         Het voorstel omvat het plaatsen van een veranda van 12m² aan de achtergevel van een bestaande woning tussen 2 vergunde aanbouwen.

•         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

•         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

•         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

•         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

•         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

•         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

•         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

•         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

•         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

•         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

•         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

•         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

•         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

•          

•         Externe adviezen

1. Op 4 november 2019 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de waterwinning van Egenhoven (Oost-West). De ligging binnen de beschermingszone van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening.

Naast de openbare drinkwatervoorziening is De Watergroep als eigenaar/ exploitant eveneens belast met de bescherming van de grondwaterwinning tegen mogelijke verontreinigingen.

Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:

º         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.

º         De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.

º         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."

 

2. Op 28 november 2019 heeft de provincie, dienst Waterlopen, een ongunstig advies uitgebracht nl. :

"Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het perceel is gelegen langs de waterloop van tweede categorie de Voer B2022. De veranda is een nieuwe constructie en wordt voorzien op 2 meter van de waterloop. Dit is in strijd met de volgende bepalingen van het decreet integraal waterbeleid:

º         Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid en het beheer van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden. Er mogen geen nieuwe constructies in deze zone worden opgericht.

Gelet op voorgaande bemerkingen en voorwaarden, kan het voorwerp van de aanvraag niet als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.1."

Zienswijze gemeentelijk omgevingsambtenaar

De aanvraag situeert zich binnen de wettelijke 5 m strook van de waterloop de Voer. De achtergevel van de woning heeft zowel links als rechts vergunde aanbouwen. Tussen de aanbouwen bevindt zich momenteel een verhard terras van 12 m². Dit terras werd in een voorgaande aanvraag vergund. De bestaande aanbouwen bevinden zich op +/- 2 m van de Voer. Het ontwerp van de aanvraag omvat het overdekken van de bestaande verharding en het plaatsen van een schuifdeur tussen de 2 aanbouwen.

Ter hoogte van het perceel is er achter de Voer bebouwing ontstaan aan een openbare weg evenwijdig aan de Dorpstraat langswaar de Voer kan geruimd worden.

Conclusie:

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich niet aan bij het advies van de provincie, dienst Waterlopen.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De voorgestelde werken zijn in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen bepaald in artikel 1.2.2 en 1.2.3. van het het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid - zie adviezen - zienswijze gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Mobiliteitsimpact

Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

De aanvraag heeft een zeer beperkte invloed op de schaal van de woning.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De toename van de bouwdichtheid is verwaarloosbaar.

Visueel-vormelijke elementen

De veranda wordt opgericht achter de woning waardoor het straatbeeld niet wordt gewijzigd.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

•         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

•         De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 28 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Frank Van Eycken voor het plaatsen van een veranda in 3060 Bertem, Dorpstraat 99, sectie C nr 140e onder volgende voorwaarden:

•         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

•         De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 28 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en de provincie, dienst Waterlopen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN MARK TRAPPENIERS VOOR HET ISOLEREN VAN DE VOORGEVEL VAN DE WONING GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 422, SECTIE C NR 272V3.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

•         Op 4 oktober 2019 heeft Mark Trappeniers een aanvraag ingediend voor het isoleren van de voorgevel en afwerking met crepi van de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 422, sectie C nr 272v3.

•         Op 31 oktober 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

•         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

•         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

•         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

•         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat.

In de omgeving variëren de aanwezige gebouwen in hoogte, inplanting en bouwstijl. In dit gedeelte van de Dorpstraat is een mix van wonen en handel ontstaan.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

•         Het voorstel omvat het isoleren van de voorgevel met 14 cm. Nadien wordt de gevel afgewerkt in dezelfde materialen als de links aanpalende woning.

•         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

•         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

•         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

•         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

•         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

•         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

•         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

•         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

•         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

•         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

•         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

•         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

•         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

•         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

•         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De woning past in deze overwegend residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

Het project heeft geen invloed op de mobiliteit.

Schaal

De schaal van de woning blijft ongewijzigd.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Niet van toepassing op de aanvraag.

Visueel-vormelijke elementen

Door het bezetten van de voorgevel krijgt de woning een hedendaags karakter en zal ze passen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

•         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Mark Trappeniers voor het isoleren van de voorgevel en afwerking met crepi van de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 422, sectie C nr 272v3 onder volgende voorwaarden:

•         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

RISICOGRONDEN. SCHRAPPEN RISICOGROND - SITE TERVUURSESTEENWEG 178 EN 182 EN A.E. VERBISTSTRAAT 6.

 

Voorgeschiedenis

•         Beslissing van het schepencollege van 3 januari 1962 verleend aan Henri Swings, Tervuursesteenweg 176 te Bertem.

•         E-mail van 27 november 2019 van Tine Devriese, directeur van de gemeentelijke basisschool 't Zonneveld, met de vraag voor onderzoek waarom de gemeentelijke basisschool 't Zonneveld en het gemeentehuis als risicogrond staan ingekleurd op de kaart van de campagne De Grote Grondvraag.

 

Feiten en context

•         Op de website www.degrotegrondvraag.be staat de site Tervuursesteenweg 178 en 182 (perceelnummer 344N5) en A.E. Verbiststraat 6 (perceelnummer 344R5) aangeduid in de rode kleur, wat aanduidt dat dit een risicogrond is.

•         Een risicogrond is een grond waarop vervuilende activiteiten worden of werden uitgevoerd. Hierdoor is het risico op bodemverontreiniging verhoogd en is het noodzakelijk een bodemonderzoek uit te voeren.

•         Volgens OVAM is dit risicogrond als gevolg van een drukkerij met Vlarem rubriek 11.1.2°b).

•         In het webloket van bodem van OVAM werden de percelen 344R5 en 344N5 samen genomen en hernoemd als 344K5.

 

Juridische gronden

•         Bodemdecreet: artikel 2,13°, 2,14° en 6

•         VLAREBO: artikel 21 en bijlage I (lijst van risico-inrichtingen waarvan de exploitatie is aangevat voor 1 juni 2015)

•         VLAREM II: bijlage 1 (indelingslijst)

 

Argumentatie

Zoals vermeld in het webloket van OVAM is het perceelnummer 344K5 een samenvoeging van de percelen 344R5 (gemeentelijke basisschool) en 344N5 (gemeentehuis).

 

Alleen op het perceel van het gemeentehuis (344N5) werd de hinderlijke inrichting 'drukkerij Swings' uitgebaat. Met andere woorden is er nooit een exploitatie geweest op het perceel van de gemeentelijke basisschool (344R5) en kan men dit perceel schrappen als risicogrond.

 

Het schepencollege van Bertem heeft in zitting van 3 januari 1962 aan Drukkerij Swings, Tervuursesteenweg 176 een vergunning verleend voor 30 jaar. Voor het verstrijken van de eindtermijn werd de gemeente Bertem eigenaar van het perceel 344N5. Toen was er nog geen verplichting voor het uitvoeren van een bodemonderzoek bij verkoop.

In het webloket staat de Vlareboplicht op de rubriek van de geĂŻnstalleerde totale drijfkracht van toestellen van de drukkerij als deze meer is dan 100 kW tot en met 500 kW.

Echter in de vergunning werden 2 drukmachines vergund respectievelijk 3/4 pk en 1/3 pk. Omgezet is dat 0,736 kW in totaliteit.

Het totaal vermogen van de drukmachines reikt niet aan de ondergrens van de Vlareboplicht dus ook dit perceel (344N5) mag geschrapt worden als risicogrond in de gemeentelijke inventaris en in het bodemloket van OVAM.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt kennis van de risicogrond gelegen Tervuursesteenweg 178 en 182 (kadastraal Bertem, sectie B, perceel 344N5) zijnde het huidige gemeentehuis en A.E. Verbiststraat 6 (kadastraal Bertem, sectie B, perceel 344R5) zijnde de gemeentelijke basisschool 't Zonneveld via de campagne De Grote Grondvraag.

 

Artikel 2:

Het college beslist over te gaan tot de schrapping van de risicogrond namelijk A.E. Verbiststraat 6 (kadastraal Bertem, sectie B, perceel 344R5) zijnde de gemeentelijke basisschool 't Zonneveld in de Gemeentelijke Inventaris en in het webloket bodem van OVAM omdat er nooit een hinderlijke inrichting werd geëxploiteerd.

 

Artikel 3:

Het college beslist over te gaan tot de schrapping van de risicogrond namelijk Tervuursesteenweg 178 en 182 (kadastraal Bertem, sectie B, perceel 344N5) zijnde het huidige gemeentehuis in de Gemeentelijke Inventaris en in het webloket bodem van OVAM omdat het totaal vermogen van de drukmachines (ARAB vergunning van de heer Swings) niet de ondergrens van de Vlareboplicht bereikt.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

MATERIEEL. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN UIT TE NODIGEN FIRMA'S VOOR DE AANKOOP VAN WERKTUIGEN OP BATTERIJTECHNOLOGIE.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht “Aankoop werktuigen met batterijtechnologie” werd een bestek met nr. TD803/452 opgesteld door de dienst openbare werken.
  • De uitgave voor de opdracht “Aankoop werktuigen met batterijtechnologie” wordt geraamd op 13 570 euro excl. btw of 16 419,70 euro incl. 21% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
  • Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 24 december 2019 om 11.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • Het besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144 000 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

Om de goede werking van de dienst werken in eigen beheer te garanderen, is het noodzakelijk dat er regelmatig nieuw gereedschap wordt aangekocht. De gemiddelde leeftijd van dergelijk materieel is +/- 4 jaar en de laatste aankoop dateert van december 2014.

 

De dienst openbare werken stelt voor om vernieuwend batterij-aangedreven gereedschap aan te kopen:

  • om de continuĂŻteit van de werking te garanderen
  • om het werkcomfort voor de arbeiders te verhogen
  • om op een milieuvriendelijke wijze te kunnen werken (uitstoot verbrandingsgassen, lawaai, geurhinder).

Door meer in te zetten op werktuigen met batterijtechnologie komt de gemeente tegemoet aan het regeerakkoord van de Vlaamse regering 2019-2024 waarin vermeld staat dat 2-takt toestellen voor het onderhoud van openbaar groen uitgefaseerd worden.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0200/23000000

1419/001/001/001/001

€ 70 000

€ 31 681,22

€ 16 419,70

 

 

Bijlagen

  • Bestek

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bestek met nr. TD803/452 en de raming voor de opdracht “Aankoop werktuigen met batterijtechnologie”, opgesteld door de dienst openbare werken, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 13 570 euro excl. btw of 16 419,70 euro incl. 21% btw

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3:

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • TECHNIGARDEN, Tervuursesteenweg 496 te 3061 Leefdaal;
  • V- Pro Garden Equipement, Nijvelsebaan 115 te 3090 Overijse;
  • Van De Velde, Stationsstraat 34 te 3110 Rotselaar;
  • LAMBRECHTS TUINMACHINES BVBA, Tervuursesteenweg 217 te 3001 Heverlee.

 

Artikel 4:

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 24 december 2019 om 11.00 uur.

 

Artikel 5:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2019, op budgetcode 0200/23000000.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 9 december 2019

 

MATERIEEL. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN UIT TE NODIGEN FIRMA'S VOOR DE AANKOOP VAN WERKTUIGEN MET VERBRANDINGSMOTOR.

 

Feiten en context

  • In het kader van de opdracht “Aankoop werktuigen met verbrandingsmotor” werd een bestek met nr. TD803/444 opgesteld door de dienst openbare werken.
  • De uitgave voor de opdracht “Aankoop werktuigen met verbrandingsmotor” wordt geraamd op 6822 euro excl. btw of 8254,62 euro incl. 21% btw.
  • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
  • Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 24 december 2019 om 11.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • Het besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144 000 euro niet).
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

Om de goede werking van de dienst openbare werken te garanderen, is het noodzakelijk dat er regelmatig nieuw gereedschap wordt aangekocht. Om de continuĂŻteit van de werking te garanderen, vraagt de dienst openbare werken om de aankoop van aangedreven gereedschap met verbrandingsmotor goed te keuren.

De dienst openbare werken wil zoveel mogelijk inzetten op milieuvriendelijk gereedschap met batterijtechnologie. Doch de benodigde professionele krachtige toestellen zijn nog niet beschikbaar met batterijtechnologie.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0200/23000000

1419/001/001/001/001

€ 70 000

€ 31 681,22

€ 8254,62

 

 

Bijlagen

  • Bestek

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het bestek met nr. TD803/444 en de raming voor de opdracht “Aankoop werktuigen met verbrandingsmotor”, opgesteld door de dienst openbare werken, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 6822 euro excl. btw of 8254,62 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3:

Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

  • TECHNIGARDEN, Tervuursesteenweg 496 te 3061 Leefdaal;
  • V- Pro Garden Equipement, Nijvelsebaan 115 te 3090 Overijse;
  • Van De Velde, Stationsstraat 34 te 3110 Rotselaar;
  • LAMBRECHTS TUINMACHINES BVBA, Tervuursesteenweg 217 te 3001 Heverlee.

 

Artikel 4:

De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 24 december 2019 om 11.00 uur.

 

Artikel 5:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2019, op budgetcode 0200/23000000.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/12/2019