Zitting van 29 juli 2019
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 22 juli 2019 goed.
Zitting van 29 juli 2019
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de volgende bestelbons goed: nr. 2019/00508, nr. 2019/00511, nr. 2019/00514 en nr. 2019/00515 voor een totaal bedrag van 13 084,47 euro.
Zitting van 29 juli 2019
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/02334 tot en met nr. 2019/02400 voor een totaal bedrag van 227 398,54 euro.
Zitting van 29 juli 2019
EVENEMENTEN. GOEDKEURING ORGANISATIE AUTOCROSS EN AKTENAME MELDING.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Adviezen
Argumentatie
Deze situatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van begeleidende voorzorgsmaatregelen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Robert Heylen, Blankaart 2 in 3061 Leefdaal, om 300 nadarhekken, de bandenkraan en een tractor van de gemeente te gebruiken vanaf 14.30 uur op 16 augustus 2019. Uiterlijk 19 augustus 2019 om 7 uur dienen beide voertuigen terug aanwezig te zijn in het gemeentelijk magazijn.
Artikel 2:
De organisator moet de voorwaarden gesteld in het bijgevoegde advies van de Politiezone Voer en Dijle strikt naleven.
Artikel 3:
Indien de organisator walkietalkies gebruikt andere dan de PMR-446, de DPMR-446 en de CB's, vraagt hij hiervoor de toelating aan het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT). De organisator bezorgt in voorkomend geval de gemeente minstens 3 dagen voor de aanvang van het evenement een kopie van deze toelating.
Artikel 4:
De activiteit moet door de aanvrager 48 uur vooraf bekendgemaakt worden met (informatie)borden en de buurtbewoners moeten verwittigd worden via een (nieuws)brief.
Artikel 5:
Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd.
Zitting van 29 juli 2019
BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.
Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.
De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.
De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.
De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001 70603000/0990 | € 36 000 | € 750 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Lydia Decoster, Bosstraat 159, 3060 Bertem een nieuwe grafvergunning in volle grond voor 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 7, grafnummer 137, rij 10. De retributie bedraagt 750 euro.
Zitting van 29 juli 2019
ONROEREND ERFGOED. BESPREKING VRAAG RLD OVER DEELNAME OVERIJSE IN INTERGEMEENTELIJKE ONROEREND ERFGOEDDIENST "ZUID-DIJLELAND".
Motivering
Het college besliste op 8 juli 2019 om principieel akkoord te gaan met de deelname aan en de oprichting van een nieuwe Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) "Zuid-Dijleland" voor de gemeenten Bertem, Oud-Heverlee en Huldenberg. Dit zou gebeuren onder de vorm van een nieuwe projectvereniging binnen de werking van het Regionaal Landschap Dijleland, aangevuld met een samenwerkingsovereenkomst met Interleuven.
Een erkende IOED maakt gedurende zes jaar aanspraak op een vast subsidiebedrag van 85 000 euro/jaar van het agentschap Onroerend Erfgoed, aangevuld met een variabel bedrag (afhankelijk van schaalgrootte van de gemeente en de werklast). Een IOED dient uit minimaal drie gemeenten te bestaan. Er is geen maximum aantal deelnemers. Het subsidiebedrag verhoogt evenwel niet bij toetreding van extra gemeenten. De subsidie kan enkel aangewend worden voor personeelskosten (1,5 VTE).
Het Regionaal Landschap Dijleland vraagt op 9 juli 2019 om de gemeente Overijse toe te laten treden tot deze IOED "Zuid-Dijleland". Uit overleg met de Zoniëngemeenten Hoeilaart, Overijse, Sint-Genesius-Rode en Tervuren bleek dat:
- enkel de gemeente Overijse interesse heeft om in te stappen in een IOED
- de gemeente Tervuren een eigen erfgoedwerking heeft
- de overige twee gemeenten niet de intentie hebben om een erfgoedwerking uit te bouwen.
Door de vereiste dat een IOED uit minimaal drie gemeenten bestaat en gezien de regionale clustering wordt aan de deelnemende gemeenten de vraag gesteld om Overijse bij het IOED "Zuid-Dijleland in te delen.
Op 18 juli 2019 heeft het schepencollege van Huldenberg beslist om niet deel te nemen aan de IOED. Door de niet-deelname van Huldenberg is de deelname van Overijse een noodzaak om een IOED te kunnen oprichten.
Bespreking
Het college neemt kennis van de vraag van het Regionaal Landschap Dijleland van 9 juli 2019 om de gemeente Overijse toe te laten treden tot het op te richten IOED "Zuid-Dijleland" en stemt in met de toetreding.
Zitting van 29 juli 2019
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING TERVUURSESTEENWEG 516A TE 3061 BERTEM.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor Tervuursesteenweg 516a te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie A nummer 271e3 niet uit te oefenen.
Zitting van 29 juli 2019
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN DAVID JANSSEN NAMENS BAOBAB REAL ESTATE VOOR DE REGULARISATIE VAN DE VERGUNNING VAN 3 MAART 2014, DOSSIER T874-1-2013.97, VOOR DE PERCELEN GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, HULSTERBERG 2, 4 EN 6 EN DORPSTRAAT 575, SECTIE B NRS. 224L3, 224N3, 224K3 EN 224M3.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 25 april 1966 heeft het college voor een gedeelte van bovenvermeld perceel een vergunning voor een verkaveling afgeleverd met referentie 159/FL/25, dossiernummer T874-2-L.025.
• Op 19 maart 2012 heeft het college aan deze verkaveling verzaakt.
• Op 11 mei 2012 hebben Rudy Huyghe en Jacqueline De Muynck een aanvraag ingediend voor het verkavelen van een perceel gelegen in Leefdaal, Dorpstraat, sectie B nrs. 224b2, 224c2, 224d2, 224w en 227n2.
• Op 6 juni 2012 heeft het college een vergunning afgeleverd voor de afbraak van de woningen op de Dorpstraat nrs. 573 en 575 en de sloping van een loods in het binnengebied.
• Op 29 oktober 2012 heeft het college een verkavelingsvergunning afgeleverd voor 11 loten voor deels meergezinswoningen en deels eengezinswoningen.
• Op 3 maart 2014 heeft het college een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor 2 nieuwbouw meergezinswoningen met 2 wooneenheden en 3 nieuwbouw meergezinswoningen met 4 wooneenheden en halfondergrondse parkeergarage.
• Op 30 april 2019 heeft David Janssen namens Baobab Real Estate een aanvraag ingediend voor de regularisatie van de vergunning van 3 maart 2014, dossier T874-1-2013.97, voor de percelen gelegen in 3061 Leefdaal, Hulsterberg 2, 4 en 6 en Dorpstraat 575, sectie B nrs. 224l3, 224n3, 224k3 en 224m3.
• Op 30 mei 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 29 oktober 2012, nr. T874-2-2012.8 (dossiernummer stedenbouw 5.00/24009/1000047.1).
Het betreft loten 1, 2, 3, 4 en 5 van de verkaveling met als algemene bestemming: meergezinswoningen.
De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De aanvraag is gelegen langsheen de Dorpstraat en de nieuwe weg Hulsterberg die aantakt aan de Dorpstraat en richting Nollekensstraat op de zuidelijke sterk hellende valleirand van de Voer aangelegd is. Hierdoor ontstaat een nieuw woonerf met de mogelijkheid tot ontsluiting van het resterende gedeelte van het binnengebied.
De site is gelegen aan de rand van het bebouwde kernweefsel van Leefdaal. In de omgeving is een mix van oudere en nieuwe woningen in verschillende verschijningsvormen ontstaan. De ordening van dit deel van de Dorpstraat en het binnengebied is vastgelegd in de verkavelingsvergunning.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat een regularisatie van de stedenbouwkundige vergunning van 3 maart 2014 voor 2 nieuwbouw meergezinswoningen met 2 wooneenheden en 3 nieuwbouw meergezinswoningen met 4 wooneenheden en halfondergrondse parkeergarage nl.:
º De verdiepingen van de duplex appartementen in de loten 3, 4 en 5 werden omgewisseld. Ter hoogte van de terrassen op de tweede verdieping werden de raampartijen gewijzigd voor meer lichtinval.
º De lift van de duplexappartementen heeft nu een stop op zowel de eerste als de tweede verdieping. Op vraag van de brandweer werden brandwerende deuren (EI 30) tussen de lift en het appartement voorzien.
º In de loten 4 en 5 werden de kelders en de toegang tot deze kelders gewijzigd. Hierdoor diende de trap van de ondergrondse naar de gelijkvloerse verdieping licht aangepast te worden.
º Er werden brandwerende deuren geplaatst tussen de traphal en de hal op het gelijkvloers en op de eerste verdieping.
º De aanleg van de tuinen werd gewijzigd.
º De gevelbekleding werd gewijzigd. De gevels werden uitgevoerd in crepi en de bruine panelen boven de vensters werden vervangen door antraciet grijze aluminium panelen.
• Watertoets
De vergunning afgeleverd op 3 maart 2014 is verenigbaar met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid.
In functie van het aanleggen van de nieuwe weg werd een buffer- en infiltratiebekken aangelegd op het laagste gedeelte (kruispunt Dorpstraat).
Ieder lot afzonderlijk zorgt door het gebruik van groendaken en hemelwaterputten met hergebruik ook nog voor bijkomende buffering. Er is voldaan aan de provinciale hemelwaterverordening. De voorziene hemelwaterputten en buffer- en infiltratievoorzieningen compenseren de te verharden oppervlakte. Het hemel- en afvalwater worden gescheiden afgevoerd tot op de perceelsgrens.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De oorspronkelijke aanvraag van 21 november 2013, vergund op 3 maar 2014 is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
Op 22 juli 2019 bracht de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost, post Leuven, een voorwaardelijk gunstig advies uit:
"Overeenkomstig basisnormen, Bijlage 2/1: lage gebouwen
1. Voor alle niveaus moet het volgnummer (-1, 0, 1, 2, ...) aangebracht worden op de overlopen van trappen en liften. De plaats en de richting van de uitgangen en nooduitgangen moeten aangeduid worden met gepaste pictogrammen. De aanduiding van de uitgangen en nooduitgangen dient te voldoen aan de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (art.4.5).
2. In de garage dient de signalisatie eveneens aangeduid te worden op de vloer of juist erboven. De pictogrammen moeten verlicht worden door de normale verlichting en door de veiligheidsverlichting (art.5.2).
3. De wanden tussen de parkeergebouwen en de rest van het gebouw hebben EI 60. In het parkeercompartiment mogen sommige niet voor verblijf bestemde lokalen worden opgenomen. De wanden van deze lokalen hebben EI60 en de toegang geschiedt door een zelfsluitende deur EI1 30. (art.5.2).
De bergingen in de ondergrondse parkeergarages van lot 3, 4 en5 dienen voorzien te worden van deuren die voldoen aan bovenstaande eisen.
De brandwerende deuren moeten geattesteerd worden door het BENOR-ATG kenmerk of gelijkwaardig en dienen geplaatst te worden door een door ISIB gecertificeerde plaatser. Een kopie van het plaatsingsattest afgeleverd door de plaatser aan de bouwheer moet worden voorgelegd.
4. In de kelder moet de toegang tot de lift afgesloten worden door een sas met wanden EI60 en zelfsluitende deuren EI1 30 (art.6). Als de oppervlakte van het sas kleiner is dan de oppervlakte van de liftkooi is de toegangsdeur tussen het compartiment en het sas een bij brand zelfsluitende deur EI130 bediend door een branddetectie-installatie die minstens het volgende omvat:
• een rookdetectie in de liftschacht;
• een rookdetectie in het compartiment in de omgeving van de toegangsdeur tot het sas
De liften die toegang geven tot de ondergrondse parkeergarage in lot 3, 4 en 5 dienen voorzien te zijn van een sas.
5. Het gebouw moet voorzien worden van veiligheidsverlichting overeenkomstig de norm NBN EN 1838, NBN EN 60598-2-22 en NBN EN 50172. De evacuatiewegen, de lokalen toegankelijk voor het publiek, de keuken en de voornaamste stroomborden moeten voorzien worden van een degelijke veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeft om een gebouw veilig te ontruimen. De veiligheidsverlichting moet automatisch en onmiddellijk in werking treden bij het uitvallen van de gewone verlichting; zij moet minstens één uur zonder onderbreking kunnen functioneren. De veiligheidsverlichting moet minstens een lichtsterkte hebben van 1 lux ter hoogte van de grond in de as van de vluchtweg en 5 lux op gevaarlijke plaatsen (art.6.5).
6. De gasinstallatie moet voldoen aan art.6.6.
7. Er wordt aangeraden het gebouw te voorzien van een algemene en automatische branddetectieinstallatie. Deze installatie is van het type totale bewaking die automatisch een aanduiding van de brandmelding en de plaats ervan geeft en waarvan de detectoren aangepast zijn aan de aanwezige risico's. De branddetectie-installatie voldoet aan de norm NBN S 21-100-1&2 of aan elke andere regel van goede praktijk die een gelijkwaardig veiligheidsniveau garandeert.
Aangezien er een parkeergarage onder de loten 3, 4 en 5 bevindt raad ik aan een automatische branddetectieinstallatie te plaatsen. Dit is geen eis volgens de basisnorm aangezien de parkeergarages kleiner zijn dan 250 m².
8. De gebruikers van het gebouw dienen in geval van brand op de hoogte gebracht te worden dat ze het gebouw dienen te verlaten. Daartoe is het gebouw uitgerust met een gepaste alarminstallatie.
Het gebouw dient uitgerust te worden met een brandalarminstallatie met drukknoppen in de trappenhallen en de ondergrondse parkeergarages. Deze eis is niet van toepassing op lot 1.
9. In het gebouw moeten draagbare en/of mobiele snelblustoestellen a rato van één bluseenheid per 150 m² vloeroppervlakte aanwezig zijn (1 bluseenheid komt overeen met 6 kg poeder of 6 liter water/schuim). Deze snelblustoestellen moeten op goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaatsen worden opgehangen. Ze moeten steeds in goede staat van werking en onderhoud verkeren en tenminste éénmaal per jaar door een bevoegde firma worden gecontroleerd (art.6.8.5.2).
Op elke niveau dient er in de trappenhuizen een snelblustoestel voorzien te worden. In de ondergrondse parkeergarages dienen er telkens 2 voorzien te worden.
10. Muurhaspels met axiale voeding, conform de norm NBN EN 671-1, dienen geplaatst te worden indien de gecumuleerde oppervlakte van het gebouw groter is dan 500 m². Deze muurhaspels dienen zodanig opgesteld te worden dat ieder punt van het gebouw met de waterstraal kan bereikt worden.
De compartimenten in het gebouw, die groter zijn dan 500 m², beschikken over tenminste 1 muurhaspel. Het aantal en de plaats van deze toestellen wordt bepaald door de aard en de omvang van het brandgevaar (art.6.8.5.3.1).
De stijgleiding die eventuele toestellen voedt met water onder druk, heeft de volgende kenmerken: de binnendiameter en de voedingsdruk moeten zodanig zijn dat de druk aan de minst bedeelde haspel beantwoordt aan de voorschriften van NBN EN 671-1, ermee rekening houdend dat 3 haspels met axiale voeding gelijktijdig moeten kunnen werken gedurende een ½ h. (art. 6.8.5.3.2)
De eventuele toestellen worden zonder voorafgaande bediening gevoed met water onder druk. Deze druk bedraagt ten minste 2.5 bar op het ongunstigste punt. (art. 6.8.5.3.3).
Loten 3, 4 en 5 dienen uitgerust te worden met muurhaspels aangezien de totale vloeroppervlakte van het gebouw groter is dan 500 m². Dit wil zeggen dat er in de parkeergarages en in de trappenhuizen een muurhaspel voorzien moet worden.
Overeenkomstig basisnormen Bijlage 5/1: reactie bij brand van de materialen
11. De dakbekledingen hebben klasse Broof (t1) of zijn dakbekledingen die voldoen aan de eisen van het prestatiecriterium van een externe brand zonder test (MB van 21/11/2012) (art.8.1).
12. Groendaken moeten voldoen aan volgende voorschriften:
• de substraatlaag is minimum 3 cm dik. Indien de substraatlaag een dikte heeft van minder dan of gelijk aan 10 cm, bevat het substraat maximum 20% organische stoffen (massa %);
• de groendaken worden opgedeeld in compartimenten met een maximale lengte van 40 m.
• nabij compartimentswanden, dakopdelingen, koepels, doorvoeringen, enz… dient de hoogte van de omliggende vegetatie lager dan of gelijk aan de grens van de omliggende vegetatie te zijn (zie bijlage 1 “Terminologie”).
• Indien er een strook is waarin er geen vegetatie mag zijn omdat de grens van de omliggende vegetatie er negatief is dient deze strook gerealiseerd te worden in materialen van minimum klasse A2FL-s2.
Overeenkomstig het Decreet optische rookmelders:
De wooneenheden en het trappenhuis moeten worden uitgerust met optische rookmelders. Deze rookmelders moeten voldoen aan de norm NBN EN 14604. De verhuurder is verantwoordelijk voor de plaatsing van de rookmelders. Als de rookmelder uitgerust is met een vervangbare batterij is de huurder verantwoordelijk voor de vervanging ervan na afloop van de levensduur, vermeld door de fabrikant (art. 4).
De verplichting tot het plaatsen van rookmelders geldt niet als de woning beschikt over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme (art. 5/1).
Bijkomende informatie over de plaatsing en het onderhoud van autonome rookmelders kan je terugvinden op:
www.leefbrandveilig.be
www.wonenvlaanderen.be/rookmelders
Advies
- Er wordt een gunstig advies, inzake brandveiligheid, tot bouwen verleend indien aan hoger vermelde opmerkingen wordt voldaan.
- Dit advies is niet van beperkende aard op de bestaande voorschriften en bepalingen die van toepassing kunnen zijn. Tevens werd het verslag uitsluitend opgesteld in functie van de vaststellingen gedaan tijdens een controle van de plannen.
- Volgende attesten dienen overgemaakt te worden aan de brandweerdienst voor de ingebruikname van het gebouw:
- keuringsattest elektrische installatie
- keuringsattest gasinstallatie
- keuringsattest veiligheidsuitrustingen (veiligheidsverlichting, alarminstallatie, bediening rookkoepels )
- keuringsattest branddetectie conform NBN S21-100-1&2 (indien geplaatst)
- attest plaatser brandwerende deuren
- Van zodra de werken uitgevoerd zijn dient de brandweer hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht te worden.
- Er kan geen enkele zekerheid van volledige beveiliging tegen brand of totale evacuatie gegeven worden, gezien deze beveiliging en evacuatie steeds en hoofdzakelijk afhankelijk zal blijven van het stipt naleven van de verplichtingen en het opvolgen van de ordemaatregelen, de voorzichtigheid en de waakzaamheid van de aanwezigen.
- Er wordt een retributie geheven voor het afleveren van dit brandweeradvies. De factuur zal rechtstreeks naar de bouwheer gezonden worden."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.
Het voorgestelde project is conform met de voorschriften van de niet-vervallen verkaveling van 29 oktober 2012. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de voorschriften van bovenvermelde verkaveling.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• de voorwaarden van de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost van 22 juli 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan David Janssen namens Baobab Real Estate voor de regularisatie van de vergunning van 3 maart 2014, dossier T874-1-2013.97, voor de percelen gelegen in 3061 Leefdaal, Hulsterberg 2, 4 en 6 en Dorpstraat 575, sectie B nrs. 224l3, 224n3, 224k3 en 224m3 onder volgende voorwaarden:
• de voorwaarden van de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost van 22 juli 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost.
Zitting van 29 juli 2019
OMGEVINGSVERGUNNING. AFWIJKING GELUIDSNORMEN JEUGDHUIS 2HOOG EN CHIRO LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
o Artikel 5.32.2.2bis: het college kan een muziekactiviteit in feestzalen en lokalen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.
o Artikel 6.7.3.§3: het college kan een muziekactiviteit in een tent, in de openlucht, in bepaalde openbare inrichtingen en in private inrichtingen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.
Argumentatie
In een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare,
ingedeelde inrichting en op private inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau,
voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden tenzij het college hiervoor toelating heeft gegeven.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan jeughuis 2Hoog en Chiro Leefdaal om het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) te overschrijden tijdens een muziekactiviteit + een fuif op zaterdag 14 september 2019.
Artikel 2:
De exploitant dient de voorwaarden opgenomen in artikel 5.32.2.2bis §1 van Vlarem 2 strikt na te leven:
• maximale geluidsniveau: LAeq,15 min =95 dB(A)
• continu meten en zichtbaar maken van LAeq,15 min of LAmax,slow of gebruik geluidsbegrenzer conform Vlarem.
Artikel 3:
Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd.
Artikel 4:
De organisator dient minstens 3 dagen voor het evenement een informatiebrief te bedelen bij de bewoners binnen een straal van 100 m van het evenement. Een exemplaar van de brief moet tegelijkertijd ook bezorgd worden aan het gemeentebestuur.
Zitting van 29 juli 2019
GEDENKTEKENS. BESPREKING PLAATSING STRUIKELSTENEN VOOR DE GEBROEDERS JOURAND EN EMIEL FRANS DOTTERMANS.
Bespreking
Het schepencollege heeft op 14 januari 2019 het voorstel van het bestuurslid van Breendonk Leuven voor het plaatsen van struikelsteen besproken. Toen werd voorgesteld om een struikelsteen te plaatsen voor Emiel Frans Dottermans en de gebroeders Jourand in de straten die naar de weggevoerden zijn genoemd. Aan BELEKO werd gevraagd om een juiste plaats voor te stellen.
Het voorstel van BELEKO is om in de Frans Dottermansstraat op de hoeken met de Tervuursesteenweg en met de Dorpstraat en in de Gebrs. Jourandstraat op de hoeken met de Tervuursesteenweg en de Oude Baan struikelstenen te plaatsen.
De dienst openbare werken heeft deze locaties nader bekeken en is van oordeel dat de plaatsen onder de straatnaamborden hiervoor in aanmerking komen.
Wel merkt de dienst op dat in andere steden en gemeenten de struikelstenen steeds geplaatst worden aan de woning waar de weggevoerden woonden toen ze gefusilleerd werden. De 'Stolpersteine' zijn ontworpen door de Duitse kunstenaar Demnig die de eerste stenen in elke nieuwe gemeente zelf komt plaatsen.
Hij brengt de gedenktekens aan op het trottoir voor de vroegere woonhuizen van mensen die door de nazi's verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Er werden in totaal reeds meer dan 70 000 stenen geplaatst.
Omdat Bertem de enige gemeente is die dit op een andere manier zou uitvoeren, stelt de dienst openbare werken voor de struikelstenen toch te plaatsen voor de woningen waar de gefusilleerden woonden nl. op de Tervuursesteenweg nr.60 voor de gebroeders Jourand en daar schuin tegenover voor Emiel Frans Dottermans (huisnummer nog op te zoeken).
Met de dienst evenementen zal verder afgesproken worden om een herdenkingsmoment te organiseren.
Zitting van 29 juli 2019
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING EN MAATREGELEN M.B.T. HET INRICHTEN VAN EEN SPEELSTRAAT IN DE OUDE BAAN TUSSEN HUISNUMMER 64 EN 106 TE 3060 BERTEM.
Feiten en context
Juridische gronden
• Artikel 22septies van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Dit artikel bepaalt de regels voor het verkeer in speelstraten.
• Artikel 9.2bis van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
Dit artikel bepaalt de regels voor het verkeersbord C3 met onderbord "speelstraat".
• Collegebesluit van 14 april 2014 over de vaststelling van het aanvraagformulier voor kandidaat-speelstraten.
• Raadsbesluit van 23 februari 2016 over de goedkeuring van het aangepaste reglement op de speelstraten.
• Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
• Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid hoofdstuk 3, afdeling 3 en 5.
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
• MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Argumentatie
Uit het vooronderzoek van de technische dienst van de gemeente Bertem blijkt dat aan de voorwaarden van een speelstraat voldaan is.
De straten zijn meestal te gevaarlijk voor spelende kinderen door het gemotoriseerde verkeer. Er moeten dus maatregelen worden genomen opdat een speelstraat maximale waarborgen qua veiligheid aan de kinderen zou kunnen bieden.
Deze situatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de inrichting van de Oude Baan als speelstraat goed, van huisnummer 64 tot 106, voor volgende weekends: 17 en 18 augustus 2019 en 24 en 25 augustus 2019, telkens van 14 uur tot 19 uur.
Een wegomlegging wordt voorzien via de Weygenstraat / Tervuursesteenweg / Gebrs. Jourandstraat.
Artikel 2:
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeersborden:
• C3 op nadar
• onderborden "speelstraat"
• wegomleggingsborden L / R
voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zij zullen door de gemeentelijke diensten geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Artikel 3:
De aanvrager moet deze activiteit 48 uur op voorhand kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur op voorhand inlichten via een (nieuws)brief.
Artikel 4:
Dit besluit wordt van kracht op 17 augustus 2019 om 14 uur en het blijft van kracht tot 25 augustus 2019 om 19 uur.
Zitting van 29 juli 2019
INL-WERKING. GOEDKEURING DEELNAME AAN HET PROJECT 'INTERGEMEENTELIJKE NATUUR- EN LANDSCHAPSPLOEGEN' IN DE PERIODE 2019-2025.
Voorgeschiedenis
• Samenwerkingsovereenkomst in het kader van een Dienst van Algemeen Economisch Belang, zijnde de organisatie van de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen van 2 april 2014 voor de bestuursperiode 2014-2019.
Feiten en context
• De huidige samenwerkingsovereenkomst met IGO voor de inzet van de INL-ploegen loopt af op 31 december 2019.
• De bespreking en aankondiging van de provincie Vlaams-Brabant over de verderzetting van de samenwerkingsovereenkomst in het kader van een Dienst van Algemeen Economisch Belang, zijnde de organisatie van de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen voor de bestuursperiode 2020-2025.
Juridische gronden
• Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Argumentatie
Sinds 2011 maakt de gemeente Bertem gebruik van de INL-werking van IGO. De ploegen worden ingezet op taken die specifieke kennis en technieken vereisen, nl. bos- en hollewegenbeheer en soortbescherming van diverse dieren en planten.
Het is aangewezen om deze werking verder te zetten in de volgende bestuursperiode 2020-2025.
Financiële gevolgen
1VTE = 1450 uren, met als kostprijs 49 500 euro per VTE. De maximumstijging bedraagt 4% op jaarbasis. De nodige budgetten zullen voorzien worden in de exploitatiebudgetten van de bestuursperiode 2020-2025.
Per budgettair jaar zal worden beslist hoeveel VTE wordt ingezet.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen beslist principieel deel te nemen aan het project Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen 2020-2025.
Artikel 2:
Het nodige budget wordt ingeschreven in de exploitatiebudgetten van de bestuursperiode 2020-2025. Per budgettair jaar zal worden beslist hoeveel VTE wordt ingezet.
Zitting van 29 juli 2019
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN IN VERBAND MET DE ORGANISATIE VAN EEN RECEPTIE OP ZATERDAG 7 SEPTEMBER 2019 EN EEN TUINFEEST OP ZONDAG 15 SEPTEMBER 2019 IN HET THERAPEUTISCH DAGVERBLIJF VOOR KINDEREN EN JONGEREN MET BEPERKINGEN 'DE EGLANTIER' TE LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer, bedoeld in artikel 130bis
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer
Adviezen
Argumentatie
Deze organisatie brengt, behoudens onvoorzien omstandigheden de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Om de receptie en het tuinfeest van De Eglantier veilig te laten organiseren, wordt op zaterdag 7 september 2019 van 18.00 uur tot 4.00 uur en op zondag 15 september van 11.00 uur tot 21.00 uur eenrichtingsverkeer ingesteld in de Coige-steenweg te Leefdaal, deel tussen de Tervuursesteenweg (gewestweg N3) en de Kruisstraat, met verbod te rijden van de Kruisstraat naar de Tervuursesteenweg.
Het verkeer van fietsen en bromfietsen klasse A is toegelaten in de voor de andere bestuurders verboden richting.
Een wegomlegging wordt voorzien via de Kruisstraat.
Een veilige doorgang voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.
Artikel 2:
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeersborden:
voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zij zullen door de aanvrager(s) geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.
De technische dienst van de gemeente Bertem zal de nodige signalisatie bezorgen aan de aanvrager.
Artikel 3:
De organisator moet deze activiteit tijdig kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners inlichten met een (nieuws)brief.
Artikel 4:
Dit besluit wordt van kracht van zaterdag 7 september 2019 om 18.00 uur tot zondag 15 september 2019 van om 21.00 uur.
Zitting van 29 juli 2019
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN (WEGOMLEGGING) NAAR AANLEIDING VAN DE WERKEN AAN DE OVERWEGEN IN DE OPHEMSTRAAT EN BOGAARDENSTRAAT TE OUD-HEVERLEE VAN 4/10/2019 TOT EN MET 7/10/2019.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer, bedoeld in artikel 130bis
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer
Adviezen
Argumentatie
Deze organisatie brengt, behoudens onvoorzien omstandigheden de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Aan de aanvrager wordt vergunning verleend om met oog op de uitvoering van werken aan de overwegen in de Ophemstraat en Bogaardenstraat te Oud-Heverlee verkeerssignalisatie te plaatsen het openbaar domein van de gemeente Bertem van 4 oktober 2019 tot 7 oktober 2019.
Artikel 2:
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeersborden voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en zoals voorzien in bijgevoegd signalisatieplan.
Zij zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.
Artikel 3:
De aanvrager moet de omlegging een week vooraf kenbaar maken met (informatie)borden.
Artikel 4:
Dit besluit is van kracht van 4 oktober 2019 om 20.00 uur tot 7 oktober 2019 om 8.00 uur.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.