BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 19 april 2022

Van 15 uur tot 16 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Waarnemend algemeen directeur:

Kris Philips

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

        Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

        Notulen van de zitting van 11 april 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 11 april 2022 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

ONTHAAL NIEUWE INWONERS 2019/2020/2021: ZATERDAG 25 JUNI 2022

 

Besluit

Motivering

Normaal gezien verwelkomt het lokaal bestuur elk jaar de nieuwe inwoners van de gemeente. Door corona was dat de afgelopen jaren niet mogelijk. Daarom stelt de dienst communicatie een inhaalbeweging voor: op zaterdag 25 juni worden de inwoners die zich in 2019, 2020 en 2021 in Bertem, Leefdaal of Korbeek-Dijle vestigden, verwelkomd met een busrit en een receptie.

 

Om de inschrijvingen te spreiden wordt er gekozen voor 2 shiften: eentje om 9 en eentje om 14 uur.
 

Timing

09.00 aankomst met koffie en veronneke

09.20 welkomstwoord

09.30 vertrek busrit

10.30 receptie met water, cola, bier, teusser, wijn en iets zout

12.00 einde shift 1

 

14.00 aankomst met koffie en veronneke

14.20 welkomstwoord

14.30 vertrek busrit

15.30 receptie met water, cola, bier, teusser, wijn en iets zout

17.00 einde shift 2

 

De burgemeester verzorgt het gidsgedeelte op de bus, de facilitaire dienst verzorgt de receptie. Er wordt lunch voorzien voor het college op de middag.

 

Bespreking

Het college verklaart zich akkoord met het voorgestelde concept.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2022/201 tot en met nr. 2022/207 voor een totaal bedrag van 43 391,67 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2022/1046 tot en met nr. 2022/1107 voor een totaal bedrag van 108 496,04 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

VERHUUR ZALEN. VERANDERING DATUM VERHUUR SPEELPLAATS GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL BERTEM, 'T ZONNEVELD.

 

Besluit

Motivering

Het college van 28 maart 2022 gaf toelating aan studenten van het RITCS te Brussel om de speelplaats van het GBS Bertem 't Zonneveld te huren op woensdagnamiddag 27 april 2022. De studenten zouden dan de schoolscene uit hun scenario draaien op de speelplaats van het GBS Bertem 't Zonneveld.

 

De regisseur heeft een dringende medische ingreep moeten ondergaan waardoor de geplande opname op 27 april 2022 niet kan plaatsvinden.

 

Er werden nieuwe data doorgegeven:

        25/04 locatie bezoek

        11/05 huren van de speelplaats voor een halve dag

 

Mededeling

Op 28 maart 2022 gaf het college de toelating om de speelplaats van het GBS Bertem 't Zonneveld te verhuren aan studenten van het RITCS te Brussel op woensdagnamiddag 27 april 2022. Deze datum wordt verplaatst naar woensdagnamiddag 11 mei 2022.

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

BRUGJE OVER DE WATERLOOP VOER TE LEEFDAAL. GOEDKEURING DEFINITIEVE OPLEVERING.

 

Voorgeschiedenis

         Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 18 februari 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Uitvoering brugje over waterloop Voer te Leefdaal” aan Van Raak L. bvba, Hegge 104 te 2381 Weelde tegen het nagerekende offertebedrag van 52 673,12 euro excl. btw of 63 734,48 euro incl. 21% btw.

         Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 27 april 2020 goedkeuring aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering van 17 april 2020, opgesteld door de ontwerper, Sweco Belgium NV, Arenbergstraat 13 bus 1 te 1000 Brussel.

         Brief van Van Raak van 31 maart 2022 waarbij de definitieve oplevering wordt aangevraagd en de vrijgave van de resterende borg.

 

Feiten en context

         De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 309552.

         De aannemer Van Raak L. bvba, Hegge 104 te 2381 Weelde heeft aan zijn verplichtingen voldaan.

         De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 24 maanden.

         De ontwerper, Sweco Belgium NV, Arenbergstraat 13 bus 1 te 1000 Brussel stelde een proces-verbaal op van definitieve oplevering, die plaatsvond op 12 april 2022.

         De opmerkingen bij het proces-verbaal van voorlopige oplevering werden ter plaatse nagekeken en zijn in orde:

º         Vastzetten losgekomen balken - herevaluatie bij definitieve oplevering

º         Gespleten houten balken - herevaluatie bij definitieve oplevering

º         Oeverbescherming met breuksteen - herevaluatie bij definitieve oplevering.

         De tweede helft (1210 euro) van borgtocht nr. 726931137840 (Borgstellingskas: KBC Bank N.V.) van 2430 euro mag worden vrijgegeven.

 

Juridische gronden

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

         De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

         De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144 000 euro niet).

         Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90 1°.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

De aannemer Van  Raak L. bvba, Hegge 104 te 2381 Weelde heeft aan zijn verplichtingen voldaan.

 

 

Bijlagen

         PV van definitieve oplevering

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De opdracht “Uitvoering brugje over waterloop Voer te Leefdaal” wordt definitief opgeleverd.

 

Artikel 2:

De tweede helft (1210 euro) van borgtocht nr. 726931137840 (Borgstellingskas: KBC Bank N.V.) van 2430 euro mag worden vrijgegeven.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN HELENA MOMMAERTS VOOR DE REGULARISATIE VAN EEN VERBOUWING, EEN FUNCTIEWIJZIGING EN HET PLAATSEN VAN EEN GARAGE IN 3060 BERTEM, BLOKKENSTRAAT 305, SECTIE A NR 121Y4.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend:

º         Op 17 juni 1991 werd er door het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het heropbouwen van een bouwvallige garage tot werkplaats, zonder volumevermeerdering en op dezelfde fundering (kenmerk: 1991.19).

         Op 15 februari 2022 heeft Helena Mommaerts, wonende Eygenstraat 38 te 3040 Huldenberg een aanvraag ingediend voor de regularisatie van een verbouwing en een functiewijziging van werkplaats naar woning voor het goed gelegen te 3060 Korbeek-Dijle, afdeling 2, sectie A, nr 121y4. 

         Op 22 februari 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd bijkomende informatie aangeleverd op 25 februari 2022.

         Op 28 februari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

        Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

        De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

        De bouwplaats is gelegen langsheen de Blokkenstraat. De Blokkenstraat loopt van Korbeek-Dijle richting het centrum van Bertem. De bebouwing situeert zich vooral nabij de kernen. De bouwplaats ligt ten noorden van het centrum van Korbeek-Dijle.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

        Het voorstel omvat het regulariseren van een functiewijziging, namelijk het omvormen van een werkplaats tot een woning. Bovendien werd er een losstaand bijgebouw geplaatst (garage) en werd de tuin aangelegd. In het voorliggende voorstel zal de achtertuin worden onthard.

De huidige 'garage' staat ingeplant op ca. 25 m uit de as van de weg en staat tegen de achterste en de linkerperceelsgrens.

Watertoets

Het voorliggende project heeft een minimale invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

        Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencollectief te optimaliseren gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanpalende buren werden op basis van artikel 83 van het omgevings- vergunningenbesluit aangeschreven.

Er werden geen klachten ingediend.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Het bestaande volume van deze voormalige werkplaats is uitgebreid door middel van een veranda en een kleine badkamer. De veranda heeft een diepte van 1,87 m en een breedte van 3,2 m, de badkamer heeft ook een diepte van 1,87 m en een breedte van 2,34 m. De woning is bovendien ook voorzien van een kleine kelder.

Daarnaast is er in zowel de voor- als in de achtergevel een extra dakraam geplaatst en is er in de achtergevel een grote raampartij geplaatst.

Gezien de ligging van het goed aan de Blokkenstraat aan de rand van het centrum van Korbeek-Dijle, in woongebied, is voorliggende aanvraag, de regularisatie van een verschillende stedenbouwkundige handelingen en de functiewijziging van een werkplaats naar een woning, functioneel inpasbaar.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft een beperkte impact op de mobiliteit in de omgeving. De voorliggende weg is voldoende uitgerust om het verkeer te dragen. De capaciteit van de weg wordt door voorliggend project niet overschreden.

De stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg goedgekeurd door de gemeenteraad op datum van 26 oktober 2016 is van toepassing op deze aanvraag. De aanvraag is conform de voorschriften van deze verordening, namelijk er kunnen 2 parkeerplaatsen en 1 fiets gestald worden op de naastgelegen oprit en de achterliggende garage. 

Schaal

Het volume van het bestaande gebouw is destijds uitgebreid met een veranda van ca. 10 m2. De veranda heeft een kroonlijsthoogte van 2,27 m en is afgewerkt met een lessenaarsdak. Rekening houdend met het terrein (ca. 1,31 are) en de aanwezige bebouwing in de omgeving, sluit het gebouw qua schaal aan op de bebouwingsvorm in de omgeving. Het is een bescheiden woning geworden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Qua ruimtegebruik is de footprint van het goed gewijzigd met ca. 10 m2. De tuin zal bovendien onthard worden, waardoor er een terras van 8,75 m2 over zal blijven en een groenzone van 32,45 m2.

De draagkracht naar de omgeving toe wordt niet overschreden door deze reeds uitgevoerde uitbreiding. De aanvraag is in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving en in overeenstemming met de voorschriften.

Visueel-vormelijke elementen

De bijgeplaatste veranda is met een zelfde steen gebouwd als de vergunde woning en is afgewerkt met een lessenaarsdak. De benoemde wijzigingen zijn visueel-vormelijk aanvaardbaar.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

In het voorliggend project worden er geen terreinaanlegwerken voorzien. Reliëfwijzigingen zijn dan ook uitgesloten.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De dakramen zorgen voor voldoende daglicht in de slaapkamer. Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.

Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de verhardingsgraad en de bebouwingsgraad hebben hun maximum bereikt.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Helena Mommaerts, wonende Eygenstraat 38 te 3040 Huldenberg voor de regularisatie van een verbouwing en een functiewijziging van werkplaats naar woning voor het goed gelegen te 3060 Korbeek-Dijle, afdeling 2, sectie A, nr 121y4 onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de verhardingsgraad en de bebouwingsgraad hebben hun maximum bereikt.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JÉRÉMY DIERYNCK VOOR HET PLAATSEN VAN EEN ZWEMVIJVER IN 3060 BERTEM, BOSSTRAAT 124, SECTIE A NR 305M2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend:

º         op 27 februari 2003 werd er door het college van burgemeester en schepenen een verkavelingsvergunning afgeleverd (intern kenmerk: 2003.4),

º         op 29 september 2008 werd er door het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een halfopen eengezinswoning (intern kenmerk 2008.82),

º         op 12 februari 2009 werd door het college van burgemeester en schepenen (opnieuw) een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een halfopen eengezinswoning (intern kenmerk 2009.11).

         Op 2 februari 2022 heeft Jérémy Dierynck,wonende te3060 Bertem, Bosstraat 124,een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een zwemvijver in 3060 Bertem, Bosstraat 124, sectie A nr 305m2.

         Op 17 februari 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 22 februari 2022.

         Op 22 februari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 8 december 2003, nr. T874-2-2003.4.

Het betreft lot 2 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De volgende verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing:

º         verhardingen: maximaal 30 m2 terrasverharding.

De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Bosstraat. De Bosstraat vormt de verbinding tussen de Tervuursesteenweg en de noordelijk gelegen aangrenzende gemeente Herent. De bebouwing wordt gekenmerkt door woningen in (half)open verband in verschillende verschijningsvormen en sluit aan op de bebouwing van de noordelijke rand van Bertem. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het plaatsen van een zwemvijver in de achtertuinzone. De zwemvijver is 4 m breed en 12,5 m lang. Aansluitend aan de zwemvijver zal er nog een terras worden aangelegd van 14 m2.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen relevante invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen.

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 9 maart 2022 tot 7 april 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

         Externe adviezen

1. Er werd op 22 februari 2022 advies gevraagd aan De Watergroep.

De adviesinstantie De Watergroep heeft op 2 maart 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Geen bezwaar

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project gaat in tegen de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De aanvrager zou in totaal 30 m2 aan verharding mogen aanleggen, echter is er reeds 24 m2 aan terrasverharding aanwezig en zou de verharding in de achtertuinzone worden uitgebreid tot 88 m2 (24 m2 + 14 m2 + 50 m2). In de voor- en zijtuin zone is bovendien ook al 49 m2 verharding aanwezig. Dit zou betekenen dat er in totaal 137 m2 verharding op het perceel aanwezig zou zijn. De footprint van het huis bedraagt volgens het kadaster 97 m2 en van het tuinhuis ca. 22 m2. Daarmee is op het perceel 119 m2 aan bebouwing aanwezig. In totaal zou er 59% van het perceel (4 a 31 ca) verhard/bebouwd zijn.

De definitie verhardingen moet steeds correct en ruim worden geïnterpreteerd. Of iets al dan niet een verharding is, staat steeds los van de waterdoorlatendheid van het gekozen materiaal. Dus ook grind, dolomiet en grasdallen vallen onder de definitie ‘verharding’. Verharding is de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-) ondoorlaatbare materialen waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies, …). In de provinciale hemelwaterverordening inzake verhardingen wordt dit als volgt gedefinieerd: niet-overdekt grondoppervlak dat een bewerking heeft ondergaan waardoor het harder wordt en/of beter toegankelijk. De term verharding is dus ruim te interpreteren: klinkers, asfalt, beton, grind, dolomiet, grastegels, grasdallen, … Daarnaast moeten ook andere niet-overdekte constructies zoals zwembaden, zwemvijvers, … mee in rekening worden gebracht.

Kwalitatieve en groene tuinzones zijn belangrijk voor de woonkwaliteit van afzonderlijke woningen en deze van een ruimere woonomgeving. Daarnaast zorgen tuinen voor een zekere ecologische basiskwaliteit en spelen ze ook een rol in de waterhuishouding van een perceel en de omgeving. In deze context is het wenselijk om ervoor te zorgen dat tuinen kunnen ingericht worden om de woonfunctie te ondersteunen (berging, terrassen, zwembad, …) maar ook voldoende en hoofdzakelijk onbebouwd, onverhard en groen blijven. De beoogde omvang van de verhardingen stroken niet met de goede ruimtelijke ordening en met de hierboven benoemde definities, kwaliteiten en doelstellingen om te komen tot een duurzaam ruimtebeleid.

Gezien de hoge mate van de verharding en bebouwing op het perceel is het niet verantwoord om alle verharding en on-overdekte constructies toe te staan.

De omgevingsambtenaar stelt om bovenstaande redenen voor om het terras niet toe te staan.

Tenslotte is het verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren. De overloop van de zwemvijver mag niet afwateren op de aanpalende percelen.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal deels verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen voor de zwemvijver onder volgende voorwaarden:

 

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 1 maart 2022 moeten strikt worden nageleefd

         het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.

 

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om een weigering af te leveren voor het 2eterras.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Jérémy Dierynck,wonende te3060 Bertem, Bosstraat 124,voor het plaatsen van een zwemvijver in 3060 Bertem, Bosstraat 124, sectie A nr 305m2 onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 1 maart 2022 moeten strikt worden nageleefd

         het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.

 

Artikel 3:

Het college levert een weigering af aan Jérémy Dierynck,wonende te3060 Bertem, Bosstraat 124,voor het plaatsen van een 2e terras in 3060 Bertem, Bosstraat 124, sectie A nr 305m2.

 

Artikel 4:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN NICO HUYBERECHTS VOOR DE RENOVATIE VAN DE WONING GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, SECTIE D NR 323R.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend.

º         vergunning van 22 juni 1992 voor het bouwen van een ééngezinswoning en het ophogen van privé losweg-holle weg met 50 cm.

         Op 17 december 2021 heeft Nico Huyberechts wonende te Tervuursesteenweg 29a - 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het verbouwen van de woning gelegen in 3061 Leefdaal, sectie D nr 323r.

         Op 5 januari 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 6 januari 2022.

         Op 26 januari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 27 januari 1992, nr. T874-2-B.205.

Het betreft lot 1 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

Volgens de voorschriften is de helling van de dakvlakken vervat tussen 25° en 45° en worden er geen loodrecht geplaatste dakvensters toegelaten. De aanvraag wijkt hiervan af.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Kerstraat.

De Kerstraat ligt in het gehucht Sint-Verona dat gesitueerd is tussen de kernen van Bertem en Leefdaal. De bebouwing in de omgeving is hoofdzakelijk residentieel in open en halfopen bebouwing. In het zuiden ligt het plateau van Duisburg.

Schuin aan de overzijde van de Kerstraat werd een nieuwe centraal gelegen sporthal opgericht als onderdeel van de gemeentelijke sportinfrastructuur.

Het perceel ligt hoger dan de straat en in helling naar de achterperceelsgrens toe.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het omvormen van de bestaande zolder tot slaapkamers en badkamer. Het schilddak wordt gewijzigd in een zadeldak met twee dakerkers in het midden welke zich aan de voor- en achterzijde van de woning op 2 m van de gevels bevinden.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 9 februari 2022 tot 3 maart 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 27 januari 1992. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van het voorschrift betreffende de gabaritten nl.:

         volgens de voorschriften is de helling van de dakvlakken vervat tussen 25° en 45° en worden er geen loodrecht geplaatste dakvensters toegelaten.

Bespreking:

De wijziging van het bestaande schilddak in een zadeldak is functioneel inpasbaar in de omgeving.

De kroonlijst bedraagt 2,95 m, 3 m lager dan de oorspronkelijke verkavelingsvoorschriften waarin bepaald wordt dat de kroonlijst max 6 m mag bedragen vanaf het normaal grondpeil.

Rekening houdend met de aanwezige bebouwing in de omgeving, sluit het gebouw qua schaal aan op de bebouwingsvorm in de omgeving.

De nieuwe dakconstructie en de dakerkers worden bekleed in donkergrijze leien zodat ze één homogeen geheel zijn.

De gevraagde wijzigingen zijn visueel vormelijk aanvaardbaar.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Nico Huyberechts voor het verbouwen van de woning gelegen in 3061 Leefdaal, sectie D nr 323r onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JESSICA CEULEMANS VOOR HET PLAATSEN VAN EEN TERRASOVERKAPPING IN 3060 BERTEM, OUDE BAAN 141, AFDELING 1, SECTIE A, NR 484A.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend:

º         op 10 september 2014 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning (kenmerk 2014.78).

º         op 13 juli 2020 heeft het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een woning afgeleverd (2020.54).

º         op 11 april 2022 heeft het college van burgemeester en schepenen geen akte kunnen nemen van een melding (het plaatsen van terrasoverkapping - 2022.35).

         Op 23 maart 2022 heeft Jessica Ceulemans wonende te Oude Baan 141, 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een terrasoverkapping op het dakterras in 3060 Bertem, Oude Baan 141, afdeling 1, sectie A nr 484a.

         Op 4 april 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven deels gelegen in woongebied en deels gelegen in natuurgebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De natuurgebieden ressorteren onder de groengebieden, welke bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Oude Baan en situeert zich ten noorden van het centrum van Bertem in de omgeving van de grens met Leuven. Deze rustige woonstraat wordt gekenmerkt door bebouwing in verschillende verschijningsvormen met in de omgeving van het bouwlot een zeer grillig reliëf en het natuurgebied Koeheide als beeldbepalende elementen. Het perceel van de aanvraag ligt in de bouwzone lager dan de recent aangelegde wegenis van de Oude Baan. Tussen de Oude Baan en de Tervuursesteenweg ten noordoosten is er een groot niveauverschil. Op het perceel staat een woning in open bebouwing. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         De aanvraag omvat het plaatsen van een terrasoverkapping op het reeds vergunde dakterras. De terrasoverkapping zal maximaal 3,17 m hoog worden en is 9,12 m breed en 3,59 m diep. De overkapping zal gemaakt worden van zwart aluminium.

         Watertoets

Het voorliggende project is van minimale invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencollectief te optimaliserengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Er zijn geen extra adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag voorziet in het bouwen van een terrasoverkapping op een reeds vergund dakterras.

De functie van het gebouw en de aantal woongelegenheden blijven ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

De terrasoverkapping zal maximaal 3,17 m hoog worden en is 9,12 m breed en 3,59 m diep. Daarmee overschrijd de overkapping de schaal van de gebouwen in de nabije omgeving niet.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Doordat de overkapping op een reeds vergund dakterras wordt geplaatst, wordt er geen nieuwe ruimte aangesneden. De bouwdichtheid blijft dan ook ongewijzigd.

Visueel-vormelijke elementen

De overkapping, gemaakt van zwart aluminium, zal visueel-vormelijk integreren in de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Door plaatsen van terras overkapping zal er geen hinder optreden, het gebruiksgenot zal vergroot worden.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Jessica Ceulemans wonende te Oude Baan 141, 3060 Bertem, voor het plaatsen van een terrasoverkapping op het dakterras in 3060 Bertem, Oude Baan 141, afdeling 1, sectie A nr 484a onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN FLUVIUS VOOR HET PLAATSEN VAN EEN DISTRIBUTIECABINE IN 3061 LEEFDAAL, VLIEGUIT 6, SECTIE F NR 158V.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen en beslissingen gekend.

º         Op 2 december 2010 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor bouwen van een gemeenschapshuis (kenmerk: 2010.80).

º         Op 28 augustus 2012 heeft de gemeenteraad een erfpachtovereenkomst voor de voormalige HS-cabine in de lagere school (Dorpstraat 540) goedgekeurd.

º         Op 26 oktober 2021 heeft de gemeenteraad een nieuwe erfpachtovereenkomst goedgekeurd voor het oprichten van een nieuwe HS-cabine.

         Op 3 maart 2022 heeft Fluvius,een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een nieuwe distributiecabine in 3061 Leefdaal, Vlieguit 6, sectie F, nr 158v.

         Op 31 maart 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

Stedenbouwkundig aspecten:

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Vlieguit.

De Vlieguit takt aan op de Dorpstraat en de Neerijse steenweg die de verbinding vormt met de aanpalende gemeente Huldenberg. In zuidelijk-westelijke richting ligt een open kouterlandschap met daarin verschillende gebieden met een bijzondere natuurwaarde en waardevolle boscomplexen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het plaatsen van een nieuwe hoogspanningscabine (HS-cabine). De oude HS-cabine is gelegen in een lokaal van de lagere school Leefdaal. Voor de bouw van de nieuwe school moet deze verplaatst worden. Er werd met Fluvius naar een nieuwe locatie gezocht. Om technische redenen moet de nieuwe cabine op beperkte afstand van de huidige cabine staan. De locatie aan de Vlieg-In (huidige fietsenstalling tegen muur chirolokalen), op eigendom van de gemeente, lijkt de meest geschikte plaats.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft een verwaarloosbare invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencentraal gebied.

 

Milieu aspecten

         Rubrieken

De aanvraag omvat:

Rubriek 12.2.1°: Transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA: 630 kVA (klasse 3).

         Situatieschets

Het betreft hier een melding klasse 3, niet verbonden aan een inrichting klasse 2 of 1. Conform art. 4.1.1.1. van Vlarem II moet de inplantingsplaats verenigbaar zijn met de algemene en aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zoals vastgesteld in het goedgekeurde gewestplan of een ruimtelijk uitvoeringsplan of in een ander plan van aanleg:

º         de inrichting is volgens het gewestplan gelegen in woongebied.

º         de inrichting is niet gelegen in een zone met specifieke stedenbouwkundige voorwaarden (binnen BPA of RUP).

         Voorwerp stedenbouwkundige handelingen:

De aanvraag bevat ook stedenbouwkundige handelingen, zijnde de sloop van de bestaande hoogspanningscabine en de bouw van een nieuw hoogspanningscabine.

         Groenscherm/afscherming:

Conform de bepalingen in Vlarem II zijn er voor de aangevraagde inrichtingen geen verplichtingen tot aanleg van een groenscherm.

         Nabije natuur:

Er is geen speciale beschermingszone in de nabijheid (binnen een straal van 200 m).

Habitatrichtlijngebied ‘Valleien van de Dijle, Laan en IJse met aangrenzende bos- en moerasgebieden’ op 665 m

Er bevindt zich een biologisch waardevol verruigd grasland met beperkte opslag van struiken en bomen op 140 m.

         Grondwaterwinning en beschermingszones:

De locatie ligt in grondwaterbeschermingszone type III van de winning St-Veronica & Dispatching.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 3.1.1. §1 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 over de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2).

De bepalingen van de delen 3, 4 en 5 van Vlarem 2 zijn van toepassing op de ingedeelde inrichtingen.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

 

Stedenbouwkundige-impact:

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag voorziet in het bouwen van een HS-cabine. Een elektriciteitscabine behoort tot de normale uitrusting van een bebouwde omgeving.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

De omvang van de cabine is in vergelijking met de bestaande en toekomstige bebouwing zeer beperkt (3,45 m breed en en 2,7 m diep). De cabine krijgt een kroonlijst van 2,41 m hoog en wordt afgewerkt met een lessenaarsdak. De schaal van de gebouwen in de nabije omgeving wordt niet overschreden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het ruimtegebruik van de HS-cabine is zeer beperkt, aangezien de cabine maar 3,45 m breed is en 2,7 m diep. Waardoor de cabine maar' 9,3 m2 ruimte zal innemen. Bovendien wordt de cabine aansluitend aan het bestaande gebouw gezet om de impact te minimaliseren. Deze inname van ruimte is verwaarloosbaar en daarmee verantwoord.

Visueel-vormelijke elementen

De cabine wordt voorzien van een steenstripstructuur in de kleur rood wat de integratie in de omgeving ten goede zal komen.

Cultuurhistorische aspecten

Vooraan de site ligt de oude rijkswachtkazerne (Dorpstraat 555). Dit gebouw staat sinds 14 september 2009 op de Inventaris Bouwkundig Erfgoed. De nieuwbouw van een HS-cabine zal echter geen impact hebben op de cultuurhistorische aspecten van de omgeving.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Zie milieu-impact hieronder.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Milieu-impact van de gemelde inrichtingen/activiteiten

Verbodsbepalingen van de gemelde activiteit

Voor de aangevraagde activiteiten/inrichtingen zijn er in Vlarem-II specifieke verbods- en afstandsregels t.o.v. bepaalde zones of gebieden opgenomen namelijk

         Vlarem II Art. 5.12.0.2 §1.1° transformatoren die polychloorbifenylen (PCB's) of polychloorterfenylen (PCT's) bevatten, zoals askareltransformatoren, zijn verboden.

         Vlarem II Art. 5.12.0.5 §1 Het is verboden producten gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02 volgens de CLP-verordening op te slaan op iedere plaats binnen de inrichting waar de temperatuur de 40° C kan overschrijden ten gevolge van warmte van technologische oorsprong.

Aan deze verbodsbepalingen wordt voldaan.

MER

De ingedeelde inrichting of activiteit namelijk de exploitatie van een transformator komt niet voor op de lijsten gevoegd als bijlage I en bijlage II van het MER besluit.

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag geen project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit).

Hemelwaterbeheer

Het hemelwater dat op het dak van de hoogspanningscabine valt, wordt niet opgevangen in afvoergoten maar vloeit af op het terrein zelf.

Risico op bodem- en grondwaterverontreiniging

Op de inrichting worden geen gevaarlijke stoffen (stookolie…) opgeslagen.

De nodige maatregelen zullen getroffen worden om bodem- en grondwaterverontreiniging te voorkomen namelijk onder de transformator in de kelder is een vloeistofdichte olieopvangbak voorzien die bij lekkage de diëlektrische vloeistof opvangt.

De inrichting is opgenomen in de Vlarebo-lijst (kolom 8 van indelingslijst).

Er zijn voldoende maatregelen genomen (opvangbak voor lekken) zodat er geen specifieke bijkomende maatregelen nodig zijn.

Geluid en trillingen

Enkel bij de bouwwerken zal er mogelijk geluidshinder zijn.

Veiligheidsrisico’s

Er is een mogelijk risico inzake brandveiligheid of explosie. De constructie van de cabine zal dermate zijn dat dit risico kan beperkt worden tot het minimum.

Op basis van de situatieschets hierboven kan worden geoordeeld dat de veiligheidsrisico’s kunnen beperkt blijven tot een aanvaardbaar minimum. Er dienen geen bijkomende specifieke maatregelen opgelegd te worden.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk de gemeente op de hoogte gebracht worden.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Fluvius, voor het plaatsen van een nieuwe distributiecabine in 3061 Leefdaal, Vlieguit 6, sectie F, nr 158v onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk de gemeente op de hoogte gebracht worden.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT PERCEEL WEILAND TE 3061 BERTEM AFD. 3 SECTIE B NUMMER 182V.

 

Voorgeschiedenis

 

Feiten en context

        Afdeling Vastgoedtransacties heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 152454 voor een perceel weiland te 3061 Bertem, afd. 3 sectie B nummer 182v.

 

Juridische gronden

        Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.

        Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).

        Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

        voorkooprecht 24061B0182-00V000 [INBRTM215863]

        liggingsplan 3 B 182v

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor een perceel weiland te 3061 Bertem afdeling 3 sectie B nummers 182v niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING. KENNISNAME VAN DE BESLISSING VAN DE STAD LEUVEN VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3001 LEUVEN, SINT-JANSBERGSESTEENWEG 553.

 

Besluit

Mededeling

 

Op 25 maart 2022 heeft de stad Leuven een vergunning afgeleverd aan Sofie Lenaerts en Mik Puttemans voor het bouwen van een woning in 3001 Leuven, Sint-Jansbergsesteenweg 553, sectie C nr 228r.

De woning situeert zich op de grens met Bertem.

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING. KENNISNAME VAN DE BESLISSING VAN DE GEMEENTE TERVUREN BETREFFENDE VLM LANDINRICHTING PLATEAU VAN MOORSEL - INRICHTING TRAMBEDDINGEN TERVUREN.

 

Besluit

Mededeling

Op 28 maart 2022 heeft de gemeente Tervuren een vergunning afgeleverd aan Johan Carchon, namens de VLM, voor inrichting trambeddingen Duisburg en Vossem – Zwarte Jean

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Overzicht punten

Zitting van 19 april 2022

 

BEVOEGDHEDEN BURGEMEESTER. KENNISNAME BESLISSINGEN.

 

Besluit

Motivering

        Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet

In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

        Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur

Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.

        Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

 

Mededeling

         220415-220416 Tervuursesteenweg 489: de parkeerstrook. Plaatsen van bouwmaterialen.

         220419-220421 Tervuursesteenweg 86: het voetpad. Plaatsen van een stelling.

         220419-220421 Paardenstraat: de rijbaan. Plaatsen van een vrachtwagen met boortoren.

         220425-220529 Bosstraat 18-22A: de rijbaan. Plaatsen van voertuigen.

         220522-220522 Coigesteenweg: openhuisnamiddag De Eglantier: eenrichtingsverkeer.

         220415-220415 Hofakker 6 0101: de parkeerstrook. Plaatsen van een hoogtewerker.             

 

 

 

Publicatiedatum: 25/04/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.