Zitting van 4 november 2019
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 30 oktober 2019 goed.
Zitting van 4 november 2019
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt bestelbonnummer 2019/00739 goed voor een totaal bedrag van 8391,03 euro.
Zitting van 4 november 2019
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/03490 tot en met nr. 2019/03580 voor een totaal bedrag van 57 885,75 euro.
Zitting van 4 november 2019
HOUTVERKOOP. TOEWIJZING LOT HOUTVERKOOP DIENSTJAAR 2020.
Voorgeschiedenis
• Collegebesluit van 12 juni 2019 over de deelname aan de houtverkoop dienstjaar 2020.
• E-mail van het Agentschap voor Natuur en Bos van 25 oktober 2019 met een overzicht van de kopers en de verschuldigde bedragen.
Feiten en context
• Op 24 oktober 2019 werd in Oud-Heverlee de gezamenlijke houtverkoop van de gemeente Bertem voor het dienstjaar 2020 gehouden.
• Het totaalbedrag van het verkochte lot (lot gbe-20) bedraagt 11 000 euro, excl. 3 % onkosten en excl. 6 % btw.
• Natuurinvest verzorgt en volgt de financiële afhandeling verder op.
• Wanneer de koper het totaalbedrag heeft betaald, stort Natuurinvest het nettobedrag (excl. kosten en btw) door.
Juridische gronden
• Artikel 56, §3, 8° van het decreet lokaal bestuur
Het college is bevoegd voor de daden van beschikking over roerende goederen.
• Het besluit van de Vlaamse regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen.
In dit besluit wordt de werkwijze bepaald die moet worden gevolgd bij de openbare verkoop van hout en andere bosproducten van openbare bossen, en worden de voorwaarden bepaald die gelden voor de exploitatie van het gekochte hout.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001/001 70000020/0530 | € 10 000 | € 11 000 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college gaat akkoord met de toewijzing van lot gbe-20 voor een totaal bedrag van 11 000 euro excl. 3 % onkosten en excl. 6 % btw.
Zitting van 4 november 2019
EXCLUSIVITEITSCONTRACT INTERLEUVEN. OPDRACHT AAN INTERLEUVEN VOOR DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE VERWEZENLIJKING VOOR DE OPDRACHT 'HERAANLEG VOETPADEN IN DE KORBEEKSE KERKSTRAAT'.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Vóór het begin van de uitvoering van de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen stelt de opdrachtgever één coördinator-verwezenlijking aan.
Adviezen
Argumentatie
Voor de opdracht 'Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat' is het ook noodzakelijk een veiligheidscoördinator verwezenlijking aan te stellen. Bij de start van de uitvoering blijkt dat de klinkerwerken aan een onderaannemer worden uitbesteed.
Omdat de noodzakelijke expertise niet aanwezig is op de dienst investeringsprojecten, wordt deze studieopdracht overgedragen aan Interleuven. Deze opdracht past in het exclusiviteitscontract met Interleuven.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
1419/001/001/001/001 0200/22400007 | € 185 000 | € 185 000 | regie-uren overeenkomst |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De veiligheidscoördinatie verwezenlijking voor de opdracht 'Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat' wordt toegewezen aan Interleuven.
Zitting van 4 november 2019
STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN IVO MAASSEN VOOR HET AFBREKEN VAN EEN DRAGENDE BINNENMUUR IN TERVUURSESTEENWEG 516A TE 3061 LEEFDAAL, SECTIE A NR 271E3.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Een melding wordt verricht per beveiligde zending.
Het college van burgemeester en schepenen gaat na of de gemelde handelingen meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn.
Als de handelingen meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt het college van burgemeester en schepenen akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen verboden of niet meldingsplichtig zijn, stelt het college van burgemeester en schepenen de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.
De handelingen mogen worden uitgevoerd de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Het college van burgemeester en schepenen kan in de meldingsakte voorwaarden opleggen. De voorwaarden mogen de melding niet onevenredig beperken of verbieden.
1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;
2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd.
Argumentatie
Niet van toepassing
De aanvraag is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
De aanvraag is conform met het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl. handelingen met stabiliteitswerken binnen een vergund gebouw, waarbij aan volgende voorwaarden is voldaan:
1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;
2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd.
Niet van toepassing
Op de plannen wordt onder andere de afbraak van de bestaande veranda en het vervangen van buitenschrijnwerk vermeld. Deze werken zijn niet conform het meldingsbesluit en maken deel uit van een aparte vergunningsaanvraag.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college neemt akte van de melding van Ivo Maassen voor het afbreken van een dragende binnenmuur in Tervuursesteenweg 516a te 3061 Leefdaal, sectie A nr 271e3. De op de plannen vermelde vergunningsplichtige werken, zoals het afbreken van de veranda, moeten worden aangevraagd met een aparte omgevingsvergunningsaanvraag.
Artikel 2:
De meldingsakte wordt overgemaakt aan Ivo Maassen.
Artikel 3:
Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.
Zitting van 4 november 2019
STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN LUC SMETS VOOR HET REGULARISEREN VAN EEN VERANDA IN 3060 BERTEM, WEYGENSTRAAT 10B, SECTIE A NR 589F2.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
Juridische gronden
Een melding wordt verricht per beveiligde zending.
Het college van burgemeester en schepenen gaat na of de gemelde handelingen meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn.
Als de handelingen meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt het college van burgemeester en schepenen akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen verboden of niet meldingsplichtig zijn, stelt het college van burgemeester en schepenen de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.
De handelingen mogen worden uitgevoerd de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Het college van burgemeester en schepenen kan in de meldingsakte voorwaarden opleggen. De voorwaarden mogen de melding niet onevenredig beperken of verbieden.
Argumentatie
Niet van toepassing
De aanvraag is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
De aanvraag is conform met het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl.
Niet van toepassing
Er worden geen voorwaarden opgelegd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college neemt akte van de melding van Luc Smets van 18 oktober 2019 voor het regulariseren van een veranda in 3060 Bertem, Weygenstraat 10b, sectie A nr 589f2.
Artikel 2:
De meldingsakte wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Artikel 3:
Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.
Zitting van 4 november 2019
OMGEVINGSVERGUNNING HAMMEVELD 45. AANVRAAG BRUYNINCKX-MICHAUX VOOR HET VERBOUWEN EN UITBREIDEN VAN EEN WONING IN HAMMEVELD 45 TE 3061 LEEFDAAL, SECTIE A NR 361T4.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 10 juli 2019 hebben Mathias Bruyninckx en Lynn Michaux een aanvraag ingediend voor het verbouwen en uitbreiden van een woning in Hammeveld 45 te 3061 Leefdaal.
• Op 7 augustus 2019 werd aanvullende informatie gevraagd. Deze werd ingediend op 2 september 2019.
• Op 11 september 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen een gemeenteweg. De omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande woningen van 1 à 2 bouwlagen met een hellend dak. De percelen rechts en links van de aanvraag zijn bebouwd. Op de bouwplaats staat een woning bestaande uit een hoofdgebouw met 2 bouwlagen en een zadeldak, een aanbouw achteraan met plat dak en een garage met één bouwlaag en een zadeldak. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat de afbraak van de bestaande garage en aanbouw. Tegen het hoofdgebouw zal aan de rechterzijde een grotere garage worden gebouwd tot op 3 m van de zijdelingse perceelsgrens met een bouwdiepte van 12,04 m. Het hoofdgebouw wordt uitgebreid op het gelijkvloers en de verdieping tot een bouwdiepte van 13 m. De nieuwe uitbreiding krijgt een plat dak, een gedeelte hiervan is voorzien als dakterras. Het bestaande hoofdgebouw wordt nageïsoleerd en afgewerkt met crepi met een totale dikte van 20 cm, waardoor de afstand tot de perceelsgrens links van 3,00 m naar 2,80 m wordt gebracht.
• Watertoets
De aanvraag is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Op 11 september 2019 werd het advies van de Provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen gevraagd. Op 25 oktober 2019 werd volgend voorwaardelijk gunstig advies overgemaakt:
"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De huidige aanbouw en garage worden afgebroken. Het hoofdgebouw wordt uitgebreid en er wordt een nieuwe garage gebouwd. De verhardingen worden voorzien in waterdoorlatende materialen of wateren af en infiltreren op het eigen terrein.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie Vloetgracht B2142. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Hemelwaterbepalingen:
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 7500 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 3000 liter. Hiervoor wordt een afwijking gevraagd omdat, volgens de berekening, deze minstens 4575 liter moet bedragen.
Specifieke voorwaarde:
We gaan akkoord met dit voorstel op voorwaarde dat het hemelwater herbruikt wordt via minstens een dienstkraan voor garage en/of tuin en de toiletten.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
De aanvraag is gelegen in beschermingszone 3. Op 11 september 2019 werd advies gevraagd aan De Watergroep. Op 27 september 2019 werd volgend voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd:
"Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.
º De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen.
º Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een bestaande eengezinswoning die wordt verbouwd en uitgebreid. De bestaande functie wordt behouden en past zich in in de bestaande woonomgeving.
Mobiliteitsimpact
Er is geen toename van het aantal woningen. Er wordt een garage voorzien met 2 staanplaatsen en er is voldoende ruimte om fietsen te stallen. De aanvraag heeft geen bijkomende impact op de mobiliteit.
Schaal
Het voorgestelde volume van hoofdgebouw met uitbreiding, volgens de voorgestelde afmetingen en afstanden tot de perceelsgrenzen, past zich in in deze woonomgeving en in het straatbeeld.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het bestaande hoofdvolume wordt geïsoleerd en opnieuw afgewerkt. Door de uitbreiding wordt een woning bekomen die voldoet aan de hedendaagse eisen van energie en comfort. De leefruimtes zijn ruim, beschikken over voldoende daglicht en zijn gericht naar de tuin.
Visueel-vormelijke elementen
Met het voorgestelde volume en materiaalgebruik wordt een samenhangend kwalitatief esthetisch geheel bekomen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op deze aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op deze aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant - dienst waterlopen van 25 oktober 2019 moeten strikt worden nageleefd.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 27 september 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Mathias Bruyninckx en Lynn Michaux voor het verbouwen en uitbreiden van een woning in Hammeveld 45 te 3061 Leefdaal onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant - dienst waterlopen van 9 oktober 2019 moeten strikt worden nageleefd.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 27 september 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, de Provincie Vlaams-Brabant - dienst waterlopen en De Watergroep.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.