BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 14 september 2020

Van 14.40 uur tot 17 uur

 

Aanwezig:

Waarnemend burgemeester:

Tom Philips

Schepenen:

Marc Morris en Joery Verhoeven

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepen:

Greet Goossens

 


Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 7 september 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 7 september 2020 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

ZWEMVERVOER GEMEENTESCHOLEN. OPENING VAN DE OFFERTES.

 

Besluit

Motivering

Het college keurde op 31 augustus 2020 het bestek, de raming, de gunningswijze en de uit te nodigen firma's voor de opdracht "Zwemvervoer gemeentescholen" goed. De raming bedraagt 47 945,37 euro incl btw. De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 36 maanden. De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van de offertes voor de opdracht "Zwemvervoer gemeentscholen (bestek FA550.57/470)".

Volgende offertes werden ontvangen:

- Bergkoning bvba, Tervuursesteenweg 545 te 3061 Leefdaal;

- Veronica Cars nv, Dorpstraat 379 te 3061 Leefdaal;

- Olympia Car / E-Motion-S, Grootlosestraat 57 te 3120 Tremelo.

 

Het college geeft opdracht aan de dienst facilitair beheer om de offertes verder te onderzoeken.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

LAY-OUT EN DRUKKEN VAN HET GEMEENTELIJK INFOBLAD. OPENING VAN DE OFFERTES.

 

Besluit

Motivering

Het college keurde op 17 augustus 2020 het bestek, de raming, de gunningswijze en de uit te nodigen firma's voor de opdracht "Lay-out en drukken van het gemeentelijk infoblad" goed. De raming bedraagt 53 065,30 euro incl btw. De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden. De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van de offertes voor de opdracht "Lay-out en drukken van het gemeentelijk infoblad (bestek COM205.34/469)".

Volgende offerte werd ontvangen:

- Drukkerij Van der Poorten, Diestsesteenweg 624 te 3010 Kessel-Lo (Leuven);

 

Het college geeft opdracht aan de dienst communicatie om de offerte verder te onderzoeken.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/293 tot en met nr. 2020/305 voor een totaal bedrag van 34 847,37 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

IGS DRUIVENSTREEK. BESPREKING VISIENOTA BIBLIOTHEEK LEEFDAAL.

 

Besluit

Motivering

De bibliotheken van Bertem, Hoeilaart, Huldenberg, Overijse en Tervuren hebben zich intussen al een tijdje verenigd tot de ‘Bibliotheken van de Druivenstreek’.

Er werden reeds 2 gezamenlijke subsidiedossiers met succes ingediend en er werden verschillende projecten samen georganiseerd:

- De Kinder- en Jeugdjury die in 2018 werd opgestart;

- Het Groot Dictee;

- De aankoop van een fablab. Hiervoor kreeg het samenwerkingsverband intussen een subsidie van ruim 10 000 euro toegezegd.

 

Binnen de werkgroep bibliotheken Druivenstreek blijkt dat er bij verschillende bibliotheken nood is aan extra ruimte voor meer gespecialiseerde collectie-onderdelen. Strips, muziekpartituren en dvd’s (betere, oudere films) zoeken een goed en publiek toegankelijk onderkomen.

Daarnaast heeft ook de private stripbib in Vossem een probleem: zij moeten binnen uiterlijk twee jaar uit hun huidige locatie en voorlopig is er geen alternatief voor hen.

 

De werkgroep bibliotheken Druivenstreek doet een voorstel (zie bijlage) om deze uitdagingen te bundelen en zo een nieuwe toekomst te bieden voor de bib in Leefdaal. Het gaat slechts om een conceptidee, er werd nog niets echt uitgewerkt. Maar als dit plan concreet wordt, zouden de bibliotheken hiervoor projectsubsidies willen aanvragen bij de Vlaamse overheid.

 

Bespreking

Het college gaat ermee akkoord dat de werkgroep bibliotheken dit idee voor de bib van Leefdaal verder uitwerkt.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

CORONACRISIS. BESPREKING EXTRA SUBSIDIES VLAAMSE REGERING VOOR JEUGD, SPORT, CULTUUR.

 

Besluit

Motivering

Naar aanleiding van de extra subsidies die de Vlaamse regering aan de lokale besturen uitkeert voor extra ondersteuning aan de verenigingen, heeft het college op 22 juni 2020 aan de dienst vrije tijd verzocht om een gestandaardiseerde bevraging te houden bij de verenigingen en organisatoren met het oog op een inventaris van objectieve kosten en behoeften (gestaafd met aannemelijke bewijsstukken).

 

Deze online bevraging heeft plaatsgevonden tussen 30 juni en 31 juli 2020 op de gemeentelijke website. Verenigingen hebben op 30 juni allemaal een e-mail ontvangen met de oproep om de enquête in te vullen en een herinneringsmail op 25 juli. Daarnaast werd er ook een oproep gedaan in de gemeentelijke nieuwsbrief en via de gemeentelijke website. Op 31 juli hadden 28 verenigingen de enquête ingevuld, waarvan één vereniging aangaf geen bijkomende steun nodig te hebben. Tijdens de verwerking van de enquête kreeg de dienst nog een aantal aanvragen binnen. Om die reden werd de enquête tussen 25 en 31 augustus terug even online gezet. Dat leverde nog 5 bijkomende aanvragen op. Uiteindelijk zijn er dus 32 verenigingen die gebruik willen maken van bijkomende subsidies.

 

Volgende verenigingen vroegen bijkomende steun:

 

SPORT

OPGEGEVEN VERLIES

Aikido-club Wakoo

350 euro

Knepper

3000 euro

Vzw volleybalclub voervallei

6290 euro

VC Bertem-Leefdaal

11 000 euro

Sint Joris Korbeek-Dijle

2100 euro

No bikers

4300 euro

Beter bewegen Leefdaal

330 euro

Dynamo Bertem

3500 euro

 

 

JEUGD

OPGEGEVEN VERLIES

Jeugdhuis 2hoog

910 euro

Chiro Kadee

4500 euro

Jeugdhuis De Poemp

800 euro

Chiro Doeristan

2000 euro

Chiro Leefdaal

3400 euro

 

 

SOCIO-CULTUREEL

OPGEGEVEN VERLIES

Mozaiek kinderateliers

huur lokalen

Landelijke gilde Korbeek-Dijle

geen verliezen opgegeven

Gezinsbond Leefdaal

400 euro

Cattitude

1500 euro

Sint Stevensgilde zangkoor

400 euro

Hogar Kokopelli

1800 euro

Jachthoorngezellen

4600 euro

Okra Bertem

300 euro

Okra Leefdaal

willen lidmaatschap met korting invoeren

Koninklijke filharmonie Leefdaal

6300 euro

Jefkes, pekes en mekes

geen verliezen opgegeven

Ferm Korbeek Dijle

350 euro

Wos

5000 euro

Ferm Leefdaal

willen B-bon met korting aanbieden voor leden

Koninklijke harmonie St.-Cecilia

2000 euro

Koninklijke fanfare St.-Lambertus

4500 euro

Ferm Bertem

1750 euro

Davidsfonds Bertem

600 euro

De Kneu Bertem

1500 euro

 

In totaal wordt er steun gevraagd voor een bedrag van 73 167 euro (het subsidiebedrag van Vlaanderen bedraagt 68 989,80 euro).

Uit de ingevulde enquêtes blijken ook grote verschillen in wat als verlies beschouwd wordt: sommigen somden enkel de niet-doorgegane evenementen op, anderen namen bijvoorbeeld elektriciteitsrekeningen en huur van een zaal mee op, sommigen willen een verlaagd lidmaatschap aanbieden... De objectiviteit van het invullen kan toch wat in twijfel getrokken worden.

Uit de enquête bleek ook de algemene vraag van de verenigingen naar het gratis gebruik van lokalen of toch een tegemoetkoming hierin.

 

Er zijn verschillende pistes mogelijk:

 

Subsidies

1. Een percentage van de daadwerkelijk geleden verliezen vergoeden aan alle of erkende verenigingen. Men kan bv. 50% toestaan van de ingebrachte kosten. Noot: de dienst heeft opgemerkt dat sommige evenementen die eerst werden opgegeven als verlies nu toch doorgaan, hetzij onder een andere vorm (bv. mosseldrive-in). Kan dit dan nog ingebracht worden als verlies?

 

2. De verenigingen die een enquête invulden en daarmee hebben aangegeven verlies geleden te hebben, kunnen voor een tweede maal hun werkingssubsidies uitgekeerd krijgen op basis van het werkingsverslag van het jaar voordien. Dit is transparant en goed te argumenteren maar geldt enkel voor de erkende verenigingen. Voor de niet-erkende verenigingen zou een alternatief voorstel uitgewerkt moeten worden.

 

3. Een tweede maal werkingssubsidies uitkeren aan alle erkende verenigingen. De reden hiervoor is dat sommige verenigingen niets hebben ingediend omdat hun winstgevende activiteiten pas dit najaar plaats zouden vinden. Op die manier worden geen verenigingen uitgesloten. Voor de niet-erkende verenigingen zou een alternatief voorstel uitgewerkt moeten worden.

 

Huur zalen

De gemeente heeft voorlopig 15 000 euro aan inkomsten gederfd door het niet kunnen verhuren van zalen tussen 13 maart en 30 juni. Op die manier is al gedeeltelijk tegemoet gekomen aan de vraag naar ondersteuning. Dit zou verder kunnen gezet worden:

 

1. De gemeente kan één of twee keer de huur van een gemeentelijke zaal voor het inrichten van optredens/evenementen, kwijtschelden aan een vereniging op voorwaarde dat het om een publiek evenement gaat. Daarmee wordt het dorpsleven gestimuleerd op een moment dat het opnieuw kan.

 

2. Een verminderd tarief aanrekenen voor het nieuwe seizoen voor alle verenigingen die een zaal huren bij de gemeente. Zolang de duur van de crisis.

 

Bespreking

Het college verzoekt de dienst vrije tijd om volgende bijkomende informatie op te vragen en te verwerken met het oog op de opmaak van scenario's:

1)     Criteria bepalen voor het al dan niet in aanmerking nemen van kosten of minderinkomsten, zodat iedereen op dezelfde noemer kan worden beoordeeld.

2)     Bij de eventuele gedeeltelijke terugbetaling van gemiste inkomsten door geannuleerde benefiet-evenementen (zoals eetfestijnen) moet oversubsidiëring worden vermeden als er alternatieve benefiet-evenementen georganiseerd zijn (bv. drive-in formule, levering aan huis...).

3)     Bij de aangifte van betaalde huurgelden moet worden nagekeken of deze effectief betaald zijn. Bij ingediende energiefacturen moet rekening worden gehouden met een lagere verbruikskost als gevolg van het sluiten van de infrastructuur tijdens de lockdown.

Het college is principieel voorstander van het spreiden van het Vlaams budget over de verwachte duur van de coronacrisis.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING DORPSTRAAT 539 TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE F NUMMER 169B2 EN DUIVENTIL, AFD. 3 SECTIE F NUMMER 169H2 + WONING DORPSTRAAT 537, AFD. 3 SECTIE F NUMMER 169C2 EN WERKPLAATS, AFD. 3 SECTIE F NUMMER 169K2.

 

Feiten en context

  • Notaris Karen Hauwaerts heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 124627 voor de volgende percelen:
    • afdeling 3 sectie F nummer 169h2: duiventil
    • afdeling 3 sectie F nummer 169b2: woning Dorpstraat 539
    • afdeling 3 sectie F nummer 169c2: woning Dorpstraat 537
    • afdeling 3 sectie F nummer 169k2: werkplaats

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Dorpstraat 539 INBRTM201852

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de volgende percelen niet uit te oefenen:

  • afdeling 3 sectie F nummer 169h2: duiventil
  • afdeling 3 sectie F nummer 169b2: woning Dorpstraat 539
  • afdeling 3 sectie F nummer 169c2: woning Dorpstraat 537
  • afdeling 3 sectie F nummer 169k2: werkplaats

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING GRAUWE STEENBERG 75. AANVRAAG VAN MICHEL LEYNEN VOOR HET BOUWEN VAN EEN NIEUWE PERGOLA IN 3060 BERTEM, GRAUWE STEENBERG 75, SECTIE A NR 152S.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 13 mei 2020 heeft Michel Leynen een aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwe pergola in 3060 Bertem, Grauwe Steenberg 75, sectie A nr 152s.

         Op 8 juni 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 12 juni 1986, nr. T874-2-B.050 (dossiernummer stedenbouw 22/V/21).

Deze verkaveling werd gewijzigd op 18 juli 1994, 12 september 1994, 17 februari 1997, 28 juni 1999, 30 juli 2001, 8 oktober 2001, 9 augustus 2004, 30 augustus 2004 en 14 april 2009.

Het betreft lot 74 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Het voorstel wijkt af van de verkavelingsvoorschriften voor:

º         de zijdelingse bouwvrije strook minder dan 3 m

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woonuitbreidingsgebied.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Dit gebied is ontwikkeld in het kader van sociale woningbouw (sociale kavels).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Grauwe Steenberg.

Deze straat maakt deel uit van een groter woonuitbreidingsgebied ten noorden van het centrum van Bertem dat omgeven is door akkers en een aantal boscomplexen. Dit gebied wordt gekenmerkt door de grote niveauverschillen. De woningen zijn hoofdzakelijk in open verband opgericht.

Op het perceel staat een vrijstaande woning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een nieuwe pergola aan de zuidzijde van de woning.

º         Afmetingen nieuwe constructie

          Oppervlakte: 3,7m breed x 3,62m diep

          Hoogte dakrand: 2,69m t.o.v. nulpas

          Hoogste punt: 3,15m t.o.v. nulpas

º         De pergola wordt uitgevoerd in een zwartbruine aluminiumconstructie met plat dak en lichtstraat.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 22 juni 2020 tot 21 juli 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften. De voorschriften zijn ouder dan 15 jaar waardoor afwijken mogelijk is:

         zijdelingse bouwvrije strook

 

De afstand tot de perceelsgrens van 1,20 m is verantwoord omdat tussen het perceel en de aanpalende buur nog een perceel gelegen is dat eigendom is van de gemeente Bertem (speelplein).

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Michel Leynen voor het bouwen van een nieuwe pergola in 3060 Bertem, Grauwe Steenberg 75, sectie A nr 152s onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING GRAUWE STEENBERG 16. AANVRAAG VAN ANN CRABBÉ EN DAVID OSORIO VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, GRAUWE STEENBERG 16, SECTIE A NR 148R.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 17 juli 2020 hebben Ann Crabbé en David Osorio een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Grauwe Steenberg 16, sectie A nr 148r.

         Op 11 augustus 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 12 juni 1986, nr. T874-2-B.050 (dossiernummer stedenbouw 22/V/21).

Deze verkaveling werd gewijzigd op 18 juli 1994, 12 september 1994, 17 februari 1997, 28 juni 1999, 30 juli 2001, 8 oktober 2001, 9 augustus 2004, 30 augustus 2004 en 14 april 2009.

Het betreft lot 63 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woonuitbreidingsgebied.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Dit gebied is ontwikkeld in het kader van sociale woningbouw (sociale kavels).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Grauwe Steenberg.

Deze straat maakt deel uit van een groter woonuitbreidingsgebied ten noorden van het centrum van Bertem dat omgeven is door akkers en een aantal boscomplexen. Dit gebied wordt gekenmerkt door de grote niveauverschillen. De woningen zijn hoofdzakelijk in open verband opgericht.

Op het perceel staat een vrijstaande woning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de verbouwing van de woning binnen het bestaande volume.

De aanpassingen bestaan eruit om in de achtergevel de bestaande raamopeningen te vergroten zodat er meer daglicht de woning binnentreedt. De keuken en leefruimte worden één geheel om nog meer licht en ruimte te creëren. Op het gehele gelijkvloers wordt de vloer geïsoleerd en wordt er vloerverwarming voorzien. Daardoor wordt de vloerpas verhoogd met 8cm. De ruimtes op het gelijkvloers bekomen zo een hoogte van 2m40.

Op de eerste verdieping, die zich geheel onder het hellend dak bevindt, wordt de dakkapel weggehaald. Zo kan er ook op de verdieping een wc voorzien worden. Door het wegnemen van de dakkapel wordt er licht ontnomen aan de nachthal. Dit wordt opgelost door twee dakvensters te plaatsen aan de achterkant van de woning. Verder worden alle slaapkamers nu gegroepeerd op de verdieping, wat de zonering van de woning ten goede komt. Zo is er een duidelijk onderscheid tussen het dag- en nachtdeel.

Door de slaapkamers te groeperen op de verdieping kan er beneden een berging, bureau en dressing worden toegevoegd, wat het comfort van deze woning verhoogt.

In de garage wordt een deuropening gemaakt ter hoogte van het raam om zo ook langs de oprit het huis te kunnen betreden.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Ann Crabbé en David Osorio voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Grauwe Steenberg 16, sectie A nr 148r onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING KOUTER 27. AANVRAAG VAN ROXANA-MARIA VOIGT VOOR HET UITBREIDEN VAN EEN WONING MET EEN DAKKAPEL IN 3060 BERTEM, KOUTER 27, SECTIE B NR 341D13.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 25 mei 2020 heeft Roxana-Maria Voigt een aanvraag ingediend voor het uitbreiden van een woning met een dakkapel in 3060 Bertem, Kouter 27, sectie B nr 341d13.

         Op 15 juni 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 4 februari 1977, nr. T874-2-B.050 (dossiernummer stedenbouw 22/FL/72).

Deze verkaveling werd gewijzigd op 5 juni 1978 en 22 november 1983.

Het betreft lot 14 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Het voorstel wijkt af van de verkavelingsvoorschriften voor:

º         de afmetingen van de dakuitbouw.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woonuitbreidingsgebied.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Kouter. De Kouter ligt ten noorden van het centrum van Bertem en werd gerealiseerd in het kader van de sociale verkavelingen Kouter (Interleuven) en is verder omgeven door een kouterlandschap met waardevolle natuurcomplexen. De bebouwing in de omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande woningen in verschillende verschijningsvormen. Op het perceel staat een vrijstaande woning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat een uitbreiding van het bureaugedeelte boven het huidig kantoor. Er is een niveauverschil van 1,43 m tussen de bestaande kamer en de uitbreiding. Om dit niveauverschil te overbruggen, wordt een steile trap voorzien dier gedeeltelijk ingewerkt wordt in het bureau.

De uitbreiding wordt uitgewerkt onder de vorm van een grote dakkapel.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 29 juni 2020 tot 28 juli 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften. De voorschriften zijn ouder dan 15 jaar waardoor afwijken mogelijk is:

         de afmetingen van de dakuitbouw

 

De afwijkende afmetingen van de dakuitbouw zijn verantwoord omdat ze passen in de architecturale vormgeving van de woning. Het project heeft geen impact op de aanpalende eigendommen.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Roxana-Maria Voigt voor het uitbreiden van een woning met een dakkapel in 3060 Bertem, Kouter 27, sectie B nr 341d13 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

RISICOGRONDEN. SCHRAPPING RISICOGROND BLOKKENSTRAAT 68 - PEETERS.

 

Voorgeschiedenis

         E-mail van 30 juli 2020 van Daniël Peeters over het schrappen van een risicogrond.

         E-mail van 25 augustus 2020 van Jaron Vaneycken van Rimeco NV

 

Feiten en context

         Locatie: Blokkenstraat 68 te 3060 Bertem

         Kadastraal gekend als Bertem, 3e afdeling, sectie D, nrs. 309L en 309H

         Eigenaars van de percelen zijn Daniël Peeters en Carine Vanmeerbeek.

         Op het terrein is sinds 1986 een serre aanwezig. Om deze te verwarmen, is er een stookinstallatie met een bovengrondse stookolietank van 10 000 l aanwezig en een bovengrondse stookolietank van 19 000 l.

         Daniël Peeters heeft aan Rimeco NV de opdracht gegeven om uit te zoeken of de percelen al dan niet een risicogrond zijn via een exploitatieonderzoek.

         Aangezien de gemeente de inventarisplicht heeft en verantwoordelijk is voor de volledigheid en de kwaliteit van de gemeentelijke inventaris, dient het schepencollege te beslissen om akkoord te gaan met de conclusie van dit onderbouwd document.

 

Juridische gronden

         Bodemdecreet: artikel 2,13°, 2,14° en 6

         VLAREBO: artikel 21 en bijlage I (lijst van risico-inrichtingen waarvan de exploitatie is aangevat voor 1 juni 2015)

         VLAREM II: bijlage 1 (indelingslijst)

 

Adviezen

         Er moeten geen interne of externe adviezen worden gevraagd in het kader van deze melding.

 

Argumentatie

Motivatie:

Op het terrein bevindt zich sinds 1996 een serre voor het kweken van groenten en fruit. Om de serre te verwarmen, zijn er 2 houders stookolie aanwezig: 1 bovengrondse houder van 19 000 l en 1 ondergrondse houder van 10 000 l.

Beide houders zijn momenteel nog steeds aanwezig maar de exploitant heeft de intentie om beide op korte termijn te laten verwijderen. Beide houders zijn gelegen op een deel van het perceel 309L. Ter hoogte van de ligging van de beide houders is door Rimeco NV een exploitatieonderzoek in het kader van periodieke onderzoeksplicht van Vlareboplichtige activiteiten uitgevoerd.

Op het perceel 309H werd geen onderzoek verricht omdat hierop nooit risicoactiviteiten hebben plaatsgevonden. Op dit perceel staat het woonhuis.

 

Conclusie:

Uit het onderzoeksrapport van Rimeco NV blijkt dat de analyseresultaten op perceel 309L (deels) geen verhoogde gehalten zowel in het vaste deel van de aarde als in het grondwater vertonen ten opzichte van de richtwaarden. Er zijn geen bijkomende onderzoeken noodzakelijk.

Zolang de houders aanwezig blijven op dit perceel, worden ze beschouwd als Vlareboplichtige activiteiten en wordt het perceel ingekleurd als risicogrond.

 

In voorliggend onderbouwd document wordt aangetoond dat het perceel kadastraal gekend als Bertem, 3e afdeling, sectie D, nr. 309H (Blokkenstraat 68 - woonhuis) geen risicogrond betreft. Bijgevolg kan het betrokken perceel geschrapt worden uit de gemeentelijke inventaris en het Grondeninformatieregister als risicogrond.

 

 

Bijlagen

         rapport exploitatie-onderzoek van Rimeco NV

         kadastraal plan

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het schepencollege neemt kennis van de huidige situatie van de betreffende risicogrond namelijk Blokkenstraat 68 te 3060 Bertem (kadastraal gekend als Bertem, 3e afdeling, sectie D, nrs. 309L (deels) en 309H) via het onderbouwd document opgemaakt door Rimeco NV.

 

Artikel 2:

Het schepencollege beslist over te gaan tot de schrapping van de betreffende risicogrond namelijk Blokkenstraat 68 te 3060 Bertem (kadastraal gekend als Bertem, 3e afdeling, sectie D, nr. 309H) in de Gemeentelijke Inventaris en in het webloket bodem van OVAM.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

HANDHAVING. GOEDKEURING OPDRACHT OPMAAK HANDHAVINGSBELEIDSPLAN IN SAMENWERKING MET INTERLEUVEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 waarin bepaalde diensten, o.a. geïntegreerde omgevingshandhaving, in exclusiviteit worden toegekend aan Interleuven.

 

Feiten en context

  • Door Interleuven wordt voorgesteld om ondersteuning te bieden voor de opmaak van een beleidsplan inzake omgevingshandhaving. De opmaak van het beleidsplan is een vereiste voor de ondersteuning ‘geïntegreerde omgevingshandhaving’.
  • Interleuven voorziet een kadersjabloon dat in samenwerking met een gemeentelijke werkgroep aan de wensen en noden van de gemeente wordt verfijnd.

 

Juridische gronden

  • Decreet betreffende de handhaving van omgevingsvergunning van 25 april 2014

Dit decreet introduceert talrijke wijzigingen inzake de handhavingsprocedures op het vlak van ruimtelijke ordening.

  • Artikel 56 § 3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 28 februari 2018 betreffende de handhaving van de ruimtelijke ordening en tot wijziging en opheffing van diverse besluiten.

Dit besluit bepaalt de datum van inwerkingtreding van het decreet van 25 april 2014 nl. 1 maart 2018.

  • Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 over de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.

 

Argumentatie

Handhaving is het sluitstuk van elk beleid. Een gemeente die vergunningen verleent, moet er dan ook op toezien dat deze worden nageleefd.

De gemeente heeft veel bevoegdheden om lokaal te handhaven. Er is veel bijzondere wet- en regelgeving die het mogelijk maakt om als gemeente op te treden én zelfs verplicht op te treden. Het is onmogelijk om voor alle overtredingen op te treden, hiervoor is simpelweg onvoldoende capaciteit. Bijgevolg is het aangewezen om beleidsmatig om te gaan met handhaving en duidelijke prioriteiten vast te leggen.

 

De gewestelijke overheid heeft bovendien aangegeven dat bestuurlijke beboeting van handhavingsdossiers ruimtelijke ordening enkel kan gebeuren indien de gemeente duidelijke prioriteiten heeft vooropgesteld.

 

Financiële gevolgen

De opmaak van het beleidsplan wordt geraamd op 50 uren.

Hierin is begrepen

  • overlegmomenten met de werkgroep
  • voorbereiden werkgroep en verwerken van aanbevelingen
  • afleveren finaal document ter goedkeuring voor de gemeenteraad

Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de eerste afrekening die opgemaakt wordt in het kader van de overeenkomst omgevingshandhaving.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen besluit zich te laten ondersteunen door Interleuven voor de opmaak van een beleidsplan omgevingshandhaving.

 

Artikel 2:

Volgende personen worden aangesteld om deel te nemen aan de werkgroep:

  • schepen ruimtelijke ordening
  • schepen milieu
  • omgevingsambtenaar RO
  • omgevingsambtenaar milieu (Interleuven)
  • afdelingshoofd grondgebiedzaken

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AFWIJKING GELUIDSNORMEN TOT 95 DB(A) VOOR DE ORGANISATIE VAN 'DE POEMP LIVE'.

 

Voorgeschiedenis

         Aanvraag van een uitzondering op de geluidsnormen opgenomen in Vlarem 2 van Ward Fock van 27 augustus 2020. De aanvrager vraagt een afwijking tot 100 dB(A) van 10 oktober 2020 om 17 uur tot 11 oktober 2020 om 1 uur langsheen OC Ter Dijle.

 

Feiten en context

         De organisator van de muziekactiviteit kan een geluidsmeter aanvragen bij de provincie Vlaams-Brabant. Hij kan hiervoor een gemeentelijke subsidie aanvragen via de gemeentelijke website.

 

Juridische gronden

         Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2)

º         Artikel 5.32.2.2bis: het college kan een muziekactiviteit in feestzalen en lokalen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.

º         Artikel 6.7.3.§3: het college kan een muziekactiviteit in een tent, in de openlucht, in bepaalde openbare inrichtingen en in private inrichtingen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.

         Artikel 6 van het Omgevingsvergunningendecreet van 25 april 2014.
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan doen.

         Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Argumentatie

In een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare, ingedeelde inrichting en op private inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden tenzij het college hiervoor toelating heeft gegeven.

 

 

Bijlagen

         Aanvraag

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Ward Fock om het maximaal geluidsniveau van 85 dB(A) te overschrijden tijdens het muziekevenement 'De Poemp Live' (muziekoptredens in open lucht) op 10 oktober 2020 van 17 tot 11 oktober om 1 uur langsheen OC Ter Dijle.

 

Artikel 2:

De exploitant dient de voorwaarden opgenomen in artikel 5.32.2.2bis §1 van Vlarem 2 strikt na te leven:

         maximale geluidsniveau: LAeq,15 min =95 dB(A)

         continu meten en zichtbaar maken van LAeq,15 min of LAmax,slow of gebruik geluidsbegrenzer conform Vlarem.

 

Artikel 3:

De organisatoren dienen alle veiligheidsmaatregelen te treffen die worden opgelegd in bovenvermeld ministerieel besluit van 30 juni 2020 en in alle wijzigende besluiten hiervan.

 

Artikel 4:

Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd.

 

Artikel 5:

De organisator dient uiterlijk 5 dagen voor het evenement een informatiebrief te bedelen bij de bewoners binnen een straal van 100 m van het evenement. Hierin moet een gsm-nummer vermeld zijn waarop omwonenden de organisator tijdens het evenement kunnen contacteren. Een exemplaar van de brief moet op hetzelfde ogenblik bezorgd worden aan het gemeentebestuur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 september 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN M.B.T. FILMOPNAMES OP HET GEMEENTEPLEIN TE 3060 BERTEM OP 23 SEPTEMBER 2020.

 

Voorgeschiedenis

         E-mail op 4 september 2020 van Jan Bruyndonckx, algemene opnameleider, VRT CRW, handelend voor de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie, Auguste Reyerslaan 52 te 1043 Brussel, met de vraag om op 23 september 2020 tussen 14.00 uur en 18.00 uur filmopnamen te mogen maken bij frituur Het Dorp op het Gemeenteplein te 3060 Bertem.

 

Feiten en context

         Het betreft opnames voor de soap Thuis op één.

         Op 23 september 2020 wensen zij vanaf 14.00 uur tot 16.00 uur opnamen te maken bij frituur Het Dorp, op het Gemeenteplein te Bertem. De eigenaars van de frituur verleenden reeds hun akkoord.

         Vervolgens tot 18.00 uur opnamen met een jogger in het speelpark.

         Zij vragen om een parkeerverbod te laten plaatsen van 13.30 uur tot 18.00 uur op de helft van het Gemeenteplein aan de kant van de frituur.

 

Juridische gronden

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3 en 5.

 

Argumentatie

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om op 23 september 2020 filmopnames te maken bij frituur Het Dorp en speelpark 't Blok op het Gemeenteplein te Bertem tussen 14.00 uur en 18.00 uur.

 

Artikel 2:

Er zal een parkeerverbod ingesteld worden op 23 september 2020 van 13.30 uur tot 18.00 uur op de helft van het Gemeenteplein aan de kant van de frituur.

Het parkeerverbod dient 12 uur voorafgaand aan de inname aangeduid te worden met verkeersborden E1 a en b met onderbord "data en uren".

 

Artikel 3:

De aanvrager moet, vooraleer de filmopnames te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de opnames eventueel zouden kunnen verhinderen.

Indien dit het geval is, mogen de opnames NIET uitgevoerd worden en moeten zij zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 4:

De organisator is zelf verantwoordelijk voor het opruimen en meenemen van het overgebleven afval gerelateerd aan de activiteit.

 

Artikel 5:

Het gemeentebestuur van Bertem zal niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor ongevallen en wendt alle verantwoordelijkheid in dit opzicht af.

 

Artikel 6:

Dit besluit wordt van kracht op woensdag 23 september 2020 van 13.30 uur tot 18.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/09/2020