BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 30 maart 2020

Van 14.30 uur tot 16 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Burgemeester Joël Vander Elst verlaat de vergadering vanaf punt 14.

Tom Philips is Waarnemend burgemeester vanaf punt 14.

Burgemeester Joël Vander Elst vervoegt de vergadering vanaf punt 15.

Tom Philips is Schepen vanaf punt 15.

 


Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 23 maart 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 23 maart 2020 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

ONDERWIJS. GOEDKEURING SAMENWERKINGSAFSPRAKEN GEMEENTELIJKE BASISSCHOLEN BERTEM EN LEEFDAAL EN HET CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEIDING CLB N-BRUSSEL.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 18 december 2008 over de verlenging van het beleidscontract CLB.

         Collegebesluit van 2 februari 2009 over de goedkeuring van het beleidscontract gemeentescholen-CLB.

 

Feiten en context

         De school is de eerste actor binnen de leerlingenbegeleiding en moet dan ook de schoolinterne leerlingenbegeleiding op zich nemen.

         De school werkt hiervoor een geïntegreerd beleid op vlak van leerlingenbegeleiding uit. Dit geïntegreerd beleid moet ingevuld en uitgewerkt worden in alle fasen van het zorgcontinuüm op de 4 begeleidingsdomeinen:

º         De onderwijsloopbaan

º         Leren en studeren

º         Psychisch en sociaal functioneren

º         Preventieve gezondheidszorg

         De school is de eindverantwoordelijke van het beleid op leerlingenbegeleiding voor iedere fase van het zorgcontinuüm. Voor de uitvoering van haar taken wordt ze ondersteund door schoolexterne instanties.

         De school moet samenwerken met een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) en moet daarom het initiatief nemen tot het maken van samenwerkingsafspraken met een centrum.

         Het schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen die behoren tot het gesubsidieerd gewoon basisonderwijs samenwerkingsafspraken met een CLB maken om erkend te blijven.

 

Juridische gronden

         Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid.

         Artikel 14 van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
Het centrum en de school maken afspraken over de schoolspecifieke samenwerking en leggen die vast. De samenwerking tussen een centrum en een school loopt voor onbepaalde duur en start in het begin van een schooljaar. Op basis van een evaluatie van de samenwerking kunnen de samenwerkingsafspraken in onderling overleg worden bijgestuurd. Uiterlijk op 31 maart voorafgaand aan het schooljaar waarop een gewijzigde samenwerking ingaat, deelt elk centrum aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Regering mee met welke scholen het centrum zal samenwerken.

         Artikel 62, § 1, 10° van het decreet basisonderwijs
Een school kan erkend worden indien zij samenwerkingsafspraken maakt met een centrum voor leerlingenbegeleiding en een beleid op leerlingenbegeleiding voert.

         Artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2018 tot operationalisering van de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
De afspraken over de schoolspecifieke samenwerking tussen de school en het centrum zijn gebaseerd op het beleid op leerlingenbegeleiding van de school.
De school en het centrum maken minstens afspraken over:
1° de rol- en taakverdeling van de school en het centrum ter uitvoering van leerlingenbegeleiding;
2° de uitwisseling van relevante informatie tussen de school en het centrum;
3° de informatiemomenten voor leerlingen over de structuur en de organisatie van het Vlaamse onderwijs, het volledige onderwijsaanbod en, specifiek voor secundaire scholen, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt;
4° de wijze waarop de samenwerking tussen de school en het centrum wordt geëvalueerd en de wijze waarop de afspraken over de schoolspecifieke samenwerking bijgestuurd kunnen worden.

 

Adviezen

         Gunstig advies schoolraad GBS Bertem op 13 februari 2020

         Gunstig advies schoolraad GBS Leefdaal op 10 maart 2020

 

Argumentatie

Vanaf 1 september 2020 moeten alle basisscholen samenwerkingsafspraken hebben met een CLB. Dit is een erkenningsvoorwaarde voor elke school.

De gemeentescholen van Bertem doen reeds lang een beroep op de dienstverlening van het CLB N-Brussel, het vroegere 'CLB van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Brussel'.

De gemeenteraad wenst met ingang van 1 januari 2020 samenwerkingsafspraken te maken met het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB N-Brussel.

 

Besluit

eenparig

 

Hoofdstuk 1. – Inleidende bepalingen

 

Artikel 1:

Voor de toepassing van deze samenwerkingsafspraken wordt met de volgende termen bedoeld:

         Centrum: CLB N-Brussel, Technologiestraat 1, 1082 Sint-Agatha-Berchem, instellingsnummer: 114249

         Centrumbestuur: Vlaamse Gemeenschapscommissie

         Scholen:

º         School Leefdaal: GBS Leefdaal, Dorpstraat 540, 3061 Leefdaal, instellingsnummer 12542

º         School Bertem: GBS 't Zonneveld, A.E. Verbiststraat 6, 3060 Bertem, instellingsnummer 12526

         Schoolbestuur: de gemeente Bertem

 

Artikel 2:

§1 De samenwerking tussen de school en het centrum loopt voor onbepaalde duur en start in het begin van het schooljaar 2020-2021.

§2 De school of het CLB kan de samenwerking stopzetten, uiterlijk op 31 december van het schooljaar. De samenwerking wordt dan stopgezet met ingang van het daaropvolgende schooljaar.

Bij stopzetting van de samenwerking op initiatief van het centrum zal het de dienstverlening blijven verlenen tot de school een samenwerking met een ander centrum heeft vastgelegd. De dienstverlening blijft daarbij gegarandeerd tot het einde van hetzelfde schooljaar en maximaal voor de periode van het daaropvolgend volledige schooljaar.

§3 Als een school en een CLB niet tot afspraken over samenwerking komen, meldt de school dat aan de bevoegde diensten van de Vlaamse regering. De Vlaamse regering bepaalt de modaliteiten voor de bemiddeling en de samenstelling van de bemiddelingscommissie.

 

Hoofdstuk II. - Samenwerking school – centrum voor leerlingenbegeleiding

Afdeling 1. – Zorgcontinuüm - 4 begeleidingsdomeinen

 

Artikel 3:

De samenwerking tussen school en CLB situeert zich binnen het zorgcontinuüm waarbij de school de regierol heeft. Binnen fase 0 zet het CLB zijn signaalfunctie in, in fase 1 de consultatieve leerlingenbegeleiding. De kernactiviteiten onthaal, vraagverheldering, begeleiding, handelingsgerichte diagnostiek, handelingsgericht advies en draaischijffunctie worden ingezet in fase 2 en fase 3 van het zorgcontinuüm.

 

Artikel 4:

In elk van de 4 begeleidingsdomeinen worden kernactiviteiten ingezet. Daarbij zal de onthaler de vraag onthalen en verhelderen. Er wordt hierbij afgewogen of het CLB een HGD (handelingsgerichte diagnostiek) traject start, een handelingsgericht advies kan geven of dat er via consultatieve begeleiding kan verder gewerkt worden op fase 1.

Binnen het CLB-team wordt bekeken welke begeleider best geplaatst is om de vraag op te nemen bij de opstart van een handelingsgericht traject. De begeleider doet een intake met de betrokken partijen: ouders, leerling, school waar nodig. en bekijkt met het CLB-team welk HGD traject gelopen dient te worden. De begeleider volgt het verdere traject op.

 

Artikel 5:

Binnen het begeleidingsdomein onderwijsloopbaanbegeleiding wordt expliciet samengewerkt rond afwezigheden van leerlingen waar de onderwijsloopbaan van de leerling in het gedrang komt.

 

Artikel 6:

Binnen hetzelfde domein wordt zowel door de school als door het CLB een kwaliteitsvolle begeleiding opgestart in functie van keuzeprocessen doorheen de schoolloopbaan. Het CLB geeft daarbij informatie aan de leerlingen en de ouders over de onderwijsstructuur.

 

Artikel 7:

Er wordt zowel door de school als door het CLB voorzien in een warm onthaal van anderstalige nieuwkomers. Hiertoe informeert de school het CLB over nieuw ingeschreven anderstalige nieuwkomers. Het CLB voorziet in een contactmoment met leerling en/ of ouders.

 

Artikel 8:

Over de 4 begeleidingsdomeinen heen zet het CLB haar draaischijffunctie in. Als het aanbod van het CLB ontoereikend is, wordt een leerling op basis van een indicatiestelling doorverwezen naar een schoolextern aanbod. Het CLB zorgt hierbij voor een warme toeleiding naar dit aanbod en werkt naar een afstemming tussen het onderwijstraject en het extern aanbod.

 

Afdeling 2. – Systematische contactmomenten – vaccinaties - profylaxe

 

Artikel 9: organisatie en uitvoering van de systematische contacten

§1 Er is een systematisch contact voorzien

         in de eerste kleuterklas of bij de leeftijdscohorte driejarigen.

         in het eerste leerjaar of leeftijdscohorte zesjarigen.

         in het vierde leerjaar of de leeftijdscohorte negenjarigen

         in het zesde leerjaar of de leeftijdscohorte elfjarigen

         in het derde jaar van het secundair onderwijs of de leeftijdscohorte veertienjarigen

§2 De school faciliteert deze contactmomenten door onder andere het uitdelen en ophalen van vragenlijsten, het ter beschikking stellen van de lokalen…

 

Artikel 10: Vaccinaties

§1 Het CLB biedt aan alle leerlingen vaccinaties aan volgens het vaccinatieschema.

§2 De school faciliteert deze contactmomenten door onder andere het uitdelen en ophalen van toestemmingsbrieven, het ter beschikking stellen van de lokalen…

 

Artikel 11: profylaxe

§1 De school meldt bepaalde infectieziekten en besmettelijke ziekten aan het CLB. De school geeft daarbij de nodige informatie door.

§2 De arts van het centrum die via een leerling, een ouder, de school of een behandelende arts het vermoeden of het voorkomen van een infectieziekte verneemt (infectieziekte die voorkomt in het Draaiboek Infectieziekten CLB) op school bij een leerling of bij een personeelslid, bepaalt welke maatregelen moeten genomen worden en informeert de directeur van de school.

§3 De school ondersteunt de acties van het CLB  onder andere door het meegeven van brieven om de ouders te informeren.

 

Afdeling  3. – Informatie-uitwisseling

 

Artikel 12:

§1 Het schoolbestuur informeert ouders en leerlingen over de samenwerkingsafspraken met het centrum via het schoolreglement.

§2 School- en centrumbestuur brengen de personeelsleden van deze samenwerkingsafspraken op de hoogte via dienstorder.

§3 Het centrum deelt relevante informatie over de leerlingen in begeleiding met de school. Leerlingen of de ouders van niet-bekwame leerlingen moeten hun toestemming geven bij het doorgeven van die informatie.

§4 Bij het doorgeven en het gebruik van deze informatie gelden de regels inzake het ambts- en beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

§5 De medewerkers van het centrum mogen alleen in het belang van de leerling gegevens uit het multidisciplinair dossier bezorgen aan personeelsleden van de school voor zover de gegevens nodig zijn om hun taak naar behoren te kunnen vervullen en na instemming van de bekwame leerling of de ouders van de niet-bekwame leerling. Het centrum houdt hierbij rekening met de bepalingen van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp.

§6 Deze samenwerkingsafspraken worden op (de website, het elektronisch leerplatform, het schoolsecretariaat) bewaard en zijn daar vrij toegankelijk.

 

Hoofdstuk III. – Evaluatie en bijsturing

 

Artikel 13:

Centrum en school evalueren de samenwerking jaarlijks. Op basis van deze evaluatie kunnen de samenwerkingsafspraken in onderling overleg worden bijgestuurd.

 

Hoofdstuk IV. – Slotbepalingen

 

Artikel 14:

Een exemplaar van dit besluit wordt ter beschikking gesteld aan de school en aan het betrokken CLB.

 

Artikel 15:

Dit besluit wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/113 tot en met nr. 2020/118 voor een totaal bedrag van 1379,67 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/864 tot en met nr. 2020/1090 voor een totaal bedrag van 551 077,85 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING PREVENTIE. GOEDKEURING OPSTART INTERGEMEENTELIJKE PREVENTIEWERKING, CO-FINANCIERING EN DELEGATIE AAN LOGO OOST-BRABANT.

 

Voorgeschiedenis

  • Brief van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, van 24 april 2019 aan het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de ondersteuning van lokale preventiewerkingen.
  • Collegebesluit van 13 mei 2019 over de goedkeuring van de intentieverklaring lokale preventiewerking.

 

Feiten en context

  • Veel lokale besturen ondernemen acties en projecten om hun inwoners te stimuleren tot een gezonde leefstijl en hen te beschermen tegen gezondheidsrisico's. In kleine besturen ontbreekt het vaak aan personeel en middelen om deze preventiewerking structureel te voeren in het lokale beleid. Daarom heeft de Vlaamse regering beslist om lokale besturen te ondersteunen met een subsidie voor lokale preventiewerking.
  • De gemeente kan een forfaitaire subsidie van 3000 euro krijgen en een subsidie per inwoner van 0,08 euro (waarbij personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming voor het RIZIV dubbel tellen). De gemeenten moeten zelf ook bijdragen om het lokale preventiewerk uit te bouwen. Dat biedt de mogelijkheid om extra in te zetten op deze specifieke doelgroepen en om de lokale preventiewerking uit te bouwen.
  • In ruil voor die subsidie zijn gemeenten verplicht om samen te werken met minstens één andere, aanpalende gemeente in hun eerstelijnszone en om extra personeel in te zetten voor preventiewerk. Hoeveel subsidies in totaal worden toegekend, is afhankelijk van het aantal deelnemende gemeenten maar wordt geraamd op 1,5 miljoen euro. Alle gemeenten kunnen voor hun preventieve werking vrijblijvend een beroep blijven doen op ondersteuning van de LOGO's (Lokaal gezondheidsoverleg) en het aanbod van andere organisaties binnen het preventieve gezondheidsbeleid.

         Dit systeem is gebaseerd op vrijwilligheid.

  • Aan de intergemeentelijke preventiewerking zijn enkele voorwaarden verbonden:

º         Intergemeentelijke samenwerking van twee of meer gemeenten binnen een eerstelijnszone;

º         gemeenten cofinancieren voor minstens hetzelfde bedrag als de Vlaamse financiering;

º         Er wordt een 'beheerder' aangesteld voor de lokale preventiewerking. De gemeenten in het samenwerkingsverband bepalen autonoom waar de preventiewerker tewerkgesteld wordt. De gemeenten kunnen zelf het werkgeverschap opnemen of ze kunnen dit toewijzen aan een andere organisatie. Ook de standplaats van de preventiewerker wordt binnen het samenwerkingsverband overeengekomen. Gemeenten bepalen ook zelf welk profiel ze gebruiken in termen van opleiding en anciënniteit, zolang het gaat om personen met de nodige competenties op het gebied van preventie.

º         Er wordt gewerkt rond preventiethema's die aansluiten bij het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid en de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en de bestaande Vlaamse preventiemethodieken worden toegepast. De gemeente kan zich hiervoor laten bijstaan door het LOGO uit de regio.

º         Jaarlijks na begeleiding en ondersteuning van het LOGO summier rapporteren over de werking.

 

Juridische gronden

  • Decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
  • Decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018.
  • De gezondheidsdoelstelling 'De Vlaming leeft gezonder in 2025' werd op 8 september 2017 goedgekeurd door de Vlaamse regering en op 10 januari 2018 aangenomen door het Vlaams parlement.

 

Argumentatie

Het opstarten van een intergemeentelijke preventiewerking tussen de gemeenten Herent, Kortenberg, Bertem, Huldenberg, Bierbeek en Lubbeek zal de bestuurskracht van de gemeente verhogen en biedt de gemeente een kans om de inspanningen van de voorbije jaren te verbreden, te verdiepen en te verzilveren om zo een nog Gezondere Gemeente te worden.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI 0985-00/649.806 BD2-AP11-A37

€ 3858

€ 3858

€ 3858

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

BI 0985-00/740900

BD2-AP11-A37

€ 3858

€ 1929

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het opstarten van een intergemeentelijke samenwerking preventie tussen de gemeenten Herent, Kortenberg, Bertem, Huldenberg, Bierbeek en Lubbeek en delegeert het beheer van de intergemeentelijke preventiewerking aan Logo Oost-Brabant dat in naam van alle gemeenten de engagementsaanvraag zal indienen.

 

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen engageert zich voor de volledige looptijd van de legislatuur (tot en met 31 december 2024) tenzij de Vlaamse regering zou beslissen de subsidie af te schaffen, dan vervalt ook de verplichting van het lokaal bestuur om hiervoor zelf middelen in te brengen. Indien de gemeente tijdens de legislatuur zelf wenst uit te stappen uit de samenwerking dient dit te worden medegedeeld voor 31 mei van het voorafgaande jaar.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen besluit tot co-financiering van de intergemeentelijke preventiewerking die ten minste even groot is als de subsidie vanuit de Vlaamse overheid voor de lokale preventiewerking. Voor de gemeente Bertem wordt de jaarlijkse bijdrage geraamd op 3889,73 euro.

 

Artikel 4:

De gemeentelijke financiering en de bijkomende subsidies zullen aangewend worden om personeel in te zetten dat beschikt over voldoende competenties voor de lokale preventiewerking.

 

Artikel 5:

Het college van burgemeester en schepenen besluit via de samenwerking een lokaal preventief gezondheidsbeleid te organiseren en uit te voeren dat aan de voorwaarden voldoet.

 

Artikel 6:

De jaarlijkse rapportage gebeurt via de stuurgroep.

 

Artikel 7:

Logo Oost-Brabant zal instaan voor het beheer van de middelen, de aanwerving van het personeel, de deskundigheidsbevordering van het personeel en de jaarlijkse financiële en inhoudelijke rapportering.

 

Artikel 8:

Dit besluit wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

SPEELPLEINWERKING KATTESTROOF. FILMPJES TIJDENS PAASVAKANTIE.

 

Besluit

Mededeling

Doordat speelpleinwerking Kattestroof tijdens de paasvakantie niet kan doorgaan, polste de dienst vrije tijd bij de animatoren of er interesse was om filmpjes te maken waarin ze gemakkelijke en laagdrempelige knutselwerkjes of activiteiten kunnen voordoen. Hier hebben een aantal animatoren zeer positief op gereageerd; ze zijn al volop aan het nadenken en overleggen.

Het doel is dat kinderen iedere dag een filmpje kunnen bekijken waarin een animator een knutselactiviteit gedetailleerd uitlegt. De kinderen kunnen het werkje daarna zelf maken of de activiteit nadoen.

Om de knutselwerkjes of activiteiten na te doen, mag het niet de bedoeling zijn dat ouders allerlei materiaal moeten aankopen. De animatoren houden er rekening mee dat de opgelegde regels over het coronavirus niet overtreden moeten worden.

Bij het begin van de paasvakantie zal er een nieuwsbrief verstuurd worden met wat uitleg. Daarna wordt er iedere dag een filmpje gepost op onze website.

Kinderen zouden ook zelf een filmpje of foto kunnen maken van hun knutselwerk. Deze zouden we eveneens via de gemeentelijke website posten.

 

Het weekbudget dat normaal wekelijks voorzien is voor de groepsactiviteit zullen de animatoren kunnen gebruiken om een activiteit mee te doen als bedanking voor hun inzet.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

BIBLIOTHEEK. VOORSTEL TOT TIJDELIJKE AANPASSING VAN DE OPENINGSUREN.

 

Feiten en context

         Door de coronamaatregelen van de federale overheid is de bibliotheek twee weken geleden overgeschakeld op een aangepaste dienstverlening (afhaalbib) met sluiting in het weekend maar nog steeds geopend op de normale openingsuren in de week.

         Uit de bezoekersmeting blijkt echter dat 4 dagen in de week geopend zijn niet langer zinvol is, en dat met 2 dagen opening dezelfde service zou geboden kunnen worden.

De cijfers van de voorbije week van het aantal boeken dat uitgeleend werd (dus niet het aantal personen, mensen mogen maximaal 5 items reserveren) zijn als volgt:

Maandag 16/03: 21 uitleningen

Dinsdag 17/03: 50 uitleningen

Woensdag 18/03: 9 uitleningen

Donderdag 19/03: 29 uitleningen

Maandag 23/03: 56 uitleningen.

 

Argumentatie

Na overleg met het bibliotheekpersoneel wordt voorgesteld om nog 1 avondopening op maandagavond te voorzien en 1 dagopening op woensdagmiddag.

De bestaande service van afhalen op reservatie is daarmee gegarandeerd tot zolang de maatregelen van de federale overheid van kracht zijn.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college gaat akkoord met de aangepaste openingsuren voor de afhaalbib, tot zolang de maatregelen van de federale overheid van kracht blijven.

 

Artikel 2:

De aangepaste openingsuren voor afhaling van gereserveerde materialen zullen als volgt zijn:

Maandag: 18 - 20 uur

Woensdag: 14 - 17 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING GRENSSTRAAT 12A TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE A NUMMER 124K + WEILAND, AFD. 3 SECTIE A NUMMER 126L.

 

Feiten en context

  • Notariskantoor Mostaert, Maere & Van Elsland, geassocieerde notarissen, heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 118325 voor de woning Grensstraat 12A te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie A nummer 124k, alsook een perceel weiland, afdeling 3 sectie A nummer 126l.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Grensstraat 12A INBRTM196291

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Grensstraat 12A te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie A nummer 124k en voor een perceel weiland, afdeling 3 sectie A nummer 126l, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

VERDELINGSPLAN. BESPREKING MELDING VERDELING VAN NOTARISSEN BOOGAERTS VOOR HET PERCEEL GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, KRUISSTRAAT 3 EN 5, SECTIE A NR 146A EN 146B.

 

Besluit

Motivering

Op 20 maart 2020 hebben notarissen Boogaerts een verdelingsplan overgemaakt in toepassing van artikel 5.2.2. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening voor het perceel gelegen in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 3 en 5, sectie A nr 146a en 146b.

 

Bespreking

De woningen zijn winddicht.

Het college heeft geen opmerkingen bij het voorgestelde verdelingsplan.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. VERLENING VERKAVELINGSATTEST AAN WILLY VAN INGELGOM VOOR HET VERKAVELEN VAN GRONDEN IN 3060 BERTEM, HET BLOK 28, 30, 37, 39 EN 41, SECTIE C NRS. 194L6 EN 194M6.

 

Voorgeschiedenis

         Op 15 april 2019 heeft het schepencollege een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden afgeleverd aan Willy Van Ingelgom voor percelen gelegen in 3060 Bertem, Het Blok 28, 30, 37, 39 en 41, sectie C nrs. 194l6 en 194m6.

         Op 8 januari 2020 heeft het notariskantoor Van Edom & Arnaerts een attest aangevraagd waaruit blijkt dat de verkavelaar aan alle verkavelingsvoorwaarden voldaan heeft.

 

Feiten en context

         Op 13 maart 2019 meldt Telenet dat de nodige infrastructuur al aanwezig is om de distributie van informatie- en communicatiesignalen te verzekeren.

         Op 21 maart 2019 meldt De Watergroep dat er geen uitbreiding van de moerleiding nodig is.

         Op 9 maart 2020 heeft Fluvius een nieuwe offerte opgemaakt voor de aanleg en aanpassingen van de nutsleidingen van 10 174,22 euro.

         Op 24 maart 2020 meldt Fluvius dat de verkavelaar aan alle financiële verplichtingen van de offerte van 9 maart 2020 heeft voldaan.

 

Juridische gronden

         Artikel 4.2.16 Vlaamse Codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na voorlegging van een attest van het college waaruit blijkt dat voor de volledige verkaveling het geheel van de lasten is uitgevoerd of gewaarborgd is.

 

Argumentatie

De verkavelaar heeft aan alle voorwaarden opgelegd in de verkavelingsvergunning voldaan.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college levert een attest af aan het notariskantoor Van Edom & Arnaerts waaruit blijkt dat de verkavelaar van de verkaveling in 3060 Bertem, Het Blok 28, 30, 37, 39 en 41, sectie C nrs. 194l6 en 194m6, aan alle ten laste gelegde voorwaarden heeft voldaan.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING EGENHOVENSTRAAT 64. AANVRAAG VAN DAVID VROMANT EN SOFIE DECOSTER VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, EGENHOVENSTRAAT 64, SECTIE C NR 587G7 EN 587H7.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 3 februari 2020 hebben Decoster Sofie en Vromant David een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 64, sectie C nr 587g7 en 587h7.

         Op 17 februari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Egenhovenstraat.

De Egenhovenstraat ligt ten zuiden van het centrum van Bertem en vormt de verbinding met de buurgemeente Leuven (Egenhoven). Zuidelijk ligt nog een vrij ongeschonden kouterlandschap.

De omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in open en halfopen verband.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het verbouwen van een woning.

De bestaande achterbouw wordt uitgebreid en aangepast. Er wordt een nieuw volume voorzien met een maximale diepte van 7,98 m en een maximale breedte van 8,30 m. Hierdoor wordt de totale diepte van de woning op het gelijkvloers 18,48 m. De uitbreiding wordt voorzien met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,40 m.
De uitbreiding wordt ingericht als eethoek met aansluitende keuken en een afzonderlijk bureau.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een infiltratieput 600 liter en met een oppervlakte van 1 m². Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2 en 1.2.3 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid

         Besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 2020 tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Een aantal beslissingstermijnen, termijnen van openbaar onderzoek en termijnen waarbinnen beroep kan worden ingesteld, worden verlengd. De termijn om een administratief beroep in te stellen wordt verlengd met 30 dagen (van 30 naar 60 dagen).

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
De aanpalende eigenaars werden geraadpleegd en er werden geen opmerkingen overgemaakt.

         Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen aangevraagd.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning. Deze functie is in overeenstemming met de bestemming woongebied.

Mobiliteitsimpact

De mobiliteitsimpact van de aanvraag is beperkt. In de huidige toestand beschikt de woning over een garage en een autostaanplaats. In de nieuwe toestand wordt er enkel een autostaanplaats voorzien. De gemeentelijke verordening is echter niet van toepassing.

Schaal

De uitbreiding voorziet in een enkele bouwlaag en is beperkt in hoogte waardoor de schaal van de gebouwen in de omgeving niet overschreden wordt.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De uitbreiding wordt voorzien achteraan de woning. De verhardingen rondom de woning, zijnde inrit, toegang en terras, zijn beperkt tot het noodzakelijke. De oppervlakte staat in verhouding tot het perceel en de bebouwing.

Visueel-vormelijke elementen

Het betreft een uitbreiding met hedendaagse materialen. Het voorgestelde is aanvaardbaar en de verbouwde woning zal passen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op deze aanvraag.

Reliëf

Het bodemreliëf wijzigt niet.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er werden geen opmerkingen geformuleerd.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan David Vromant en Sofie Decoster voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 64, sectie C nr 587g7 en 587h7 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING HERTWINKEL. AANVRAAG KENNETH PIJPEN EN REBECCA SMETS VOOR HET RENOVEREN VAN DE WONING IN 3061 LEEFDAAL, HERTWINKEL 8, SECTIE F NR 180M6.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 3 december 2019 hebben Kenneth Pijpen en Rebecca Smets een aanvraag ingediend voor het renoveren van de woning in 3061 Leefdaal, Hertwinkel 8, sectie F nr 180m6.

         Op 27 december 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 29 april 1963, nr. T874-2-L.001 (dossiernummer stedenbouw 159/FL/1).

Deze verkaveling werd gewijzigd op 31 augustus 1976, 22 maart 1993 en 31 oktober 1994.

Het betreft lot 28 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Het voorstel wijkt af van de verkavelingsvoorschriften voor:

º         kroonlijsthoogte meer dan 5,60 m

º         zijdelingse afstand minder dan 5 m

º         gevelmateriaal hout i.p.v. natuurlijke baksteen

º         dakhelling (plat dak).

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Hertwinkel.

De Hertwinkel ligt in de oksel van de Neerijse steenweg en de Vlieguit ten zuiden van het centrum van Leefdaal. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in open en halfopen verband in verschillende verschijningsvormen. Op het perceel staat een typische vrijstaande jaren '70 woning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het renoveren en uitbreiden van de woning.

De achtergevel wordt deels opengemaakt zodat de nieuwe keuken kan worden vergroot naar de achterzijde (tot gelijk met de achterzijde van de uitkraging van het bestaande zadeldak van het hoofdvolume. De keuken wordt nu een open keuken, één met de eet- en leefruimte. De huidige badkamer wordt thans ook omgevormd tot bijkeuken. De buitenberging verdwijnt.

Boven de garage en bureau op niveau +1 wordt een extra verdieping in houtskelet opgebouwd met twee slaapkamers, een kleine en grote badkamer en een apart toilet.

De gevels van het nieuwe volume worden met houten bloklatten bekleed (type thermowood).

De verbinding met het bestaande hoofdvolume wordt gemaakt op het bordes van de traphal.

In het hoofdvolume blijven de 2 bestaande slaapkamers behouden. Om extra licht binnen te trekken, worden 2 veluxramen voorzien.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een infiltratieinrichting van 5000 liter zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid

         Besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 2020 tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

Een aantal beslissingstermijnen, termijnen van openbaar onderzoek en termijnen waarbinnen beroep kan worden ingesteld, worden verlengd. De termijn om een administratief beroep in te stellen wordt verlengd met 30 dagen (van 30 naar 60 dagen).

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 10 januari 2020 tot 8 februari 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

         Externe adviezen

////

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften. De voorschriften zijn ouder dan 15 jaar waardoor afwijken mogelijk is:

º         kroonlijsthoogte meer dan 5,60 m

º         zijdelingse afstand minder dan 5 m

º         gevelmateriaal hout i.p.v. natuurlijke baksteen

º         dakhelling (plat dak).

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De bestemming wonen is verantwoord in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

De voorziene werken hebben geen impact op de mobiliteit in de omgeving. Het perceel is zeer ruim. Hierdoor kunnen de wagens opgevangen worden op het eigen terrein.

Schaal

De uitbreiding met twee bouwlagen wordt voorzien van een plat dak waardoor de schaal van het gebouw vergelijkbaar is met de schaal van de gebouwen in de omgeving.

De nieuwe woning overstijgt de schaal van de gebouwen in de omgeving niet.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel heeft een oppervlakte van 11,57 are. Hierdoor blijft het open en groene karakter van de omgeving bewaard. De reductie van de zijdelingse bouwvrije strook is verantwoord. Het behoud van de oorspronkelijk voorziene bouwvrije stroken heeft geen enkele meerwaarde voor het bouwperceel en de omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde verbouwde woning past volledig binnen de hedendaagse vormgeving en maakt een compacte en energiezuinige woning mogelijk. De bebouwing in de omgeving is verre van eenvormig te noemen waardoor de woning zal inpassen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Tijdens het openbaar onderzoek werden geen klachten ingediend.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kenneth Pijpen en Rebecca Smets voor het renoveren van de woning in 3061 Leefdaal, Hertwinkel 8, sectie F nr 180m6 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AFWIJKING GELUIDSNORMEN JEFKES NR. 2.

 

Voorgeschiedenis

  • Aanvraag van 4 maart 2020 voor een uitzondering op de geluidsnormen opgenomen in Vlarem 2 van Kjell Vander Elst, Gasthuishof 3, 3060 Bertem, voor het organiseren van een fuif van Jefkes nr. 2 in Bistro 't Moleke, Molenstraat 7 te 3060 Bertem.

 

Feiten en context

  • De aanvrager vraagt een uitzondering tot 95 dB(A) voor een fuif die zal plaatsvinden in Bistro 't Moleke te 3060 Bertem op 9 mei 2020 van 21 uur tot 4 uur.
  • De organisator van de muziekactiviteit kan een geluidsmeter aanvragen bij de provincie Vlaams-Brabant. Hij kan hiervoor een gemeentelijke subsidie aanvragen via de gemeentelijke website.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2)
  • Artikel 5.32.2.2bis: het college kan een muziekactiviteit in feestzalen en lokalen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.
  • Artikel 6.7.3.§3: het college kan een muziekactiviteit in een tent, in de openlucht, in bepaalde openbare inrichtingen en in private inrichtingen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.
  • Artikel 6 van het Omgevingsvergunningendecreet van 25 april 2014.
    Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan doen.
  • Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Argumentatie

In een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare, ingedeelde inrichting en op private inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden tenzij het college hiervoor toelating heeft gegeven.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Op voorwaarde dat de organisatie van een fuif toegestaan wordt door de minister van Binnenlandse Zaken in het kader van de aanpak van de COVID-19 epidemie, geeft het college toelating aan Kjell Vander Elst om het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) te overschrijden tijdens een fuif op 9 mei 2020 van 21 uur tot 2 uur in Bistro 't Moleke.

 

Artikel 2:

De exploitant dient de voorwaarden opgenomen in artikel 5.32.2.2bis §1 van Vlarem 2 strikt na te leven:

         maximale geluidsniveau: LAeq,15 min =95 dB(A)

         continu meten en zichtbaar maken van LAeq,15 min of LAmax,slow of gebruik geluidsbegrenzer conform Vlarem.

 

Artikel 3:

Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd.

 

Artikel 4:

De organisator dient uiterlijk op 48 uur op voorhand een informatiebrief te bedelen bij de bewoners binnen een straal van 100 m van het evenement. Een exemplaar van de brief moet op hetzelfde moment ook bezorgd worden aan het gemeentebestuur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

VOERTUIGEN. AANKOOP GROTE BESTELWAGEN FORD TRANSIT - DIESEL EMISSIENORM EURO-6.

 

Voorgeschiedenis

  • Bestek 2017/HFB/OO/32980 voor de open offerteaanvraag voor de levering van bestelwagens, opgesteld door het Agentschap Facilitair Bedrijf van de Vlaamse overheid.
  • Gunningsbesluit van 10 december 2017 van Frank Geets, administrateur-generaal van het Agentschap Facilitair Bedrijf, voor de opdracht 'Perceel 4 : Grote bestelwagens MTM 3,5 ton, diesel'.

 

Feiten en context

  • De Vlaamse overheid heeft het raamcontract via een open offerteaanvraag gegund aan Autopolis Zaventem N.V., Brusselsesteenweg 57, 3020 Herent voor een looptijd van 2 jaar. Het contract startte op 12 februari 2018 en is verlengd tot 11 februari 2021.
  • Perceel 4 van het raamcontract betreft de levering van een grote bestelwagen MTM 3,5 ton, diesel.
  • Offerte van Autopolis Zaventem N.V. voor een bedrag van 24 705,12 euro excl. btw of 29 893,20 euro incl. 21% btw.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
    Onder 'dagelijks bestuur' vallen alle uitgaven van het investeringsbudget tot een maximum van 20 000 euro (exclusief btw).
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
  • Artikel 2, 35° van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
    Een raamovereenkomst is een overeenkomst tussen een of meer aanbesteders en een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijzen en eventueel de beoogde hoeveelheden.
  • Artikel 43 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
    Dit artikel omschrijft de voorwaarden voor het sluiten van raamovereenkomsten.
  • Artikel 47 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
    Een aanbestedende overheid kan gebruikmaken, wat de werken, leveringen en/of diensten betreft, van de gecentraliseerde aankoopactiviteiten van een aankoopcentrale door gebruik te maken van een raamovereenkomst die gesloten is door deze aankoopcentrale.
    Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
  • Artikel 129 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
    De aanbestedende entiteit kan leveringen en/of diensten verwerven van een aankoopcentrale die gecentraliseerde aankoopactiviteiten aanbiedt.
  • Artikel 41, 2e lid, 10° van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:
    a) de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;
    b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd.
  • Artikel 56, §4 van het decreet lokaal bestuur
    Als de gemeenteraad geen delegatie gegeven heeft voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten, kan het college van burgemeester en schepenen in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden op eigen initiatief die bevoegdheden uitoefenen.

 

Argumentatie

De bestelwagen met nummerplaat is ondertussen 20 jaar oud. Vervanging is nodig omdat de kosten voor herstelling te hoog zijn en omdat er momenteel een tekort aan voertuigen is voor de technische dienst.

Via Het Facilitair Bedrijf van de Vlaamse Overheid lopen er diverse raamcontracten voor het aankopen van nieuwe voertuigen waaronder een grote bestelwagen Ford Transit.

 

De bevoegdheid tot vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten komt toe aan de gemeenteraad, met uitzondering van de aankopen in het kader van ‘dagelijks bestuur’, zoals vastgesteld door de raad, en met uitzondering van de opdrachten waarvoor de gemeenteraad nominatief delegatie aan het college heeft verleend. Investeringen kunnen in het kader van ‘dagelijks bestuur’ worden goedgekeurd door het college, met een maximum van 20 000 euro excl. btw. De waarde van de aankoop van dit voertuig ligt boven dit maximumbedrag. De gemeenteraad heeft ook geen delegatie voor deze aankoop verleend aan het college.

De federale regering heeft sinds 17 maart 2020 diverse verstrengde maatregelen genomen ter voorkoming van de verdere verspreiding van het COVID-19 virus, waaronder een samenscholingsverbod en een verbod om niet-noodzakelijke verplaatsingen te maken. Om reden van algemeen belang, namelijk de bescherming van de volksgezondheid, heeft de voorzitter van de gemeenteraad beslist om in maart geen zitting van de gemeenteraad te houden. Om toch te kunnen overgaan tot de noodzakelijke en dringende aankoop van het voertuig, voorziet het decreet lokaal bestuur in de mogelijkheid dat het college van burgemeester en schepenen, met toepassing van artikel 41, § 1 van het decreet lokaal bestuur, in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden op eigen initiatief die bevoegdheden kan uitoefenen. Het college meent dat er onmiskenbaar sprake is van een uitzonderlijke noodsituatie die – in combinatie met de nood om snel tot aankoop van de voertuigen over te gaan – verantwoordt om een beroep te doen op artikel 56 §4 van het decreet lokaal bestuur.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

243000 BI 0119-01

€ 276 000 (2020)

€ 25 000 (grote bestelwagen)

€ 29 893,20

 

 

Bijlagen

         Configuratie Ford Transit32980_Bestelinfo_22_11_2019_Bestelwagens

         Bijlage aan bestelbon 2020-03-09_Gesloten_bestelwagen_met_signalering_2018_003

         Configuratie Ford Transit

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het gemeentebestuur van Bertem doet een beroep op de raamovereenkomst van de Vlaamse overheid (Agentschap Facilitair Bedrijf) voor de aankoop van een bestelwagen - perceel 4 - besteknummer 2017/HFB/OO/32980.

 

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen keurt de aankoop van een bestelwagen Ford Transit goed bij Autopolis Zaventem N.V., Brusselsesteenweg 57, 3020 Herent, conform de bijgevoegde configuratie en de bijlage aan bestelbon 'Gesloten bestelwagen met signalering' van de GD-PBW van Interleuven.

 

Artikel 3:

De uitgave van 24 705,12 euro excl. btw of 29 893,20 euro incl. 21% btw wordt goedgekeurd.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 30 maart 2020

 

VOERTUIGEN. AANKOOP RENAULT KANGOO ZE 2 PLAATSEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 17 november 2015 over de goedkeuring van het klimaatactieplan van de gemeente Bertem.
  • Bestek 2016/HFB/OA/32615 voor de open offerteaanvraag voor de levering van elektrische bestelwagens, opgesteld door het Agentschap Facilitair Bedrijf van de Vlaamse overheid.
  • Gunningsbesluit van 11 januari 2017 van Frank Geets, administrateur-generaal van het Agentschap Facilitair Bedrijf, voor de opdracht 'Aankopen elektrische kleine bestelwagen perceel 5'.

 

Feiten en context

  • De Vlaamse overheid heeft het raamcontract via een open offerteaanvraag op 11 januari 2017 gegund aan Renault België Luxemburg nv, Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos voor een looptijd van 2 jaar. Het contract startte op 16 februari 2017 en eindigt op 15 februari 2019. Het contract werd 2x voor 1 jaar verlengd.
  • Perceel 5 van het raamcontract betreft de levering van een Renault Kangoo ZE 33 Maxi 2 plaatsen B-Buy.
  • Renault België Luxemburg maakte een offerte op voor een bedrag van 25 831,73 euro excl. btw of 31 256,39 euro incl. 21% btw.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
    Onder 'dagelijks bestuur' vallen alle uitgaven van het investeringsbudget tot een maximum van 20 000 euro (exclusief btw).
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
  • Artikel 2, 35° van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
    Een raamovereenkomst is een overeenkomst tussen een of meer aanbesteders en een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijzen en eventueel de beoogde hoeveelheden.
  • Artikel 43 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
    Dit artikel omschrijft de voorwaarden voor het sluiten van raamovereenkomsten.
  • Artikel 47 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
    Een aanbestedende overheid kan gebruikmaken, wat de werken, leveringen en/of diensten betreft, van de gecentraliseerde aankoopactiviteiten van een aankoopcentrale door gebruik te maken van een raamovereenkomst die gesloten is door deze aankoopcentrale.
    Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
  • Artikel 129 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
    De aanbestedende entiteit kan leveringen en/of diensten verwerven van een aankoopcentrale die gecentraliseerde aankoopactiviteiten aanbiedt.
  • Artikel 41, 2e lid, 10° van het decreet lokaal bestuur
    De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:
    a) de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;
    b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd.
  • Artikel 56, §4 van het decreet lokaal bestuur
    Als de gemeenteraad geen delegatie gegeven heeft voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten, kan het college van burgemeester en schepenen in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden op eigen initiatief die bevoegdheden uitoefenen.

 

Argumentatie

De bestelwagen met nummerplaat TIW-699 werd enige tijd geleden uit dienst genomen omdat er om veiligheidsredenen niet meer mee gereden mocht worden. De aankoop van een nieuw voertuig dringt zich dan ook op om de optimale werking van de dienst openbare werken te kunnen behouden.

Dit voertuig van het merk Renault, type Kangoo zal worden gebruikt door de werkleider-toezichter voor de opvolging van de werken maar kan ook eventueel worden ingezet om kleine werken uit te voeren.

Het college van burgemeester en schepenen wenst de bestelwagen Kangoo ZE aan te kopen via het raamcontract van de Vlaamse overheid. Alle lokale besturen mogen en kunnen hiervan gebruikmaken zonder een eigen aanbesteding te moeten houden.

De aankoop via het raamcontract geeft een grote besparing met hoge korting op de catalogusprijs van het basisvoertuig.

De aankoop van dit elektrisch voertuig gebeurt in uitvoering van de actie 'Vergroening van het wagenpark' van het klimaatactieplan van de gemeente Bertem, goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 november 2015.

 

De bevoegdheid tot vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten komt toe aan de gemeenteraad, met uitzondering van de aankopen in het kader van ‘dagelijks bestuur’, zoals vastgesteld door de raad, en met uitzondering van de opdrachten waarvoor de gemeenteraad nominatief delegatie aan het college heeft verleend. Investeringen kunnen in het kader van ‘dagelijks bestuur’ worden goedgekeurd door het college, met een maximum van 20 000 euro excl. btw. De waarde van de aankoop van dit voertuig ligt boven dit maximumbedrag. De gemeenteraad heeft ook geen delegatie voor deze aankoop verleend aan het college.

De federale regering heeft sinds 17 maart 2020 diverse verstrengde maatregelen genomen ter voorkoming van de verdere verspreiding van het COVID-19 virus, waaronder een samenscholingsverbod en een verbod om niet-noodzakelijke verplaatsingen te maken. Om reden van algemeen belang, namelijk de bescherming van de volksgezondheid, heeft de voorzitter van de gemeenteraad beslist om in maart geen zitting van de gemeenteraad te houden. Om toch te kunnen overgaan tot de noodzakelijke en dringende aankoop van het voertuig, voorziet het decreet lokaal bestuur in de mogelijkheid dat het college van burgemeester en schepenen, met toepassing van artikel 41, § 1 van het decreet lokaal bestuur, in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden op eigen initiatief die bevoegdheden kan uitoefenen. Het college meent dat er onmiskenbaar sprake is van een uitzonderlijke noodsituatie die – in combinatie met de nood om snel tot aankoop van de voertuigen over te gaan – verantwoordt om een beroep te doen op artikel 56 §4 van het decreet lokaal bestuur.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

243000 BI0119-01

€ 276 000 (2020)

€ 17 000 (kleine bestelwagen)

€ 31 256,39

 

 

Bijlagen

         Bijlage aan bestelbon 2020-03-09_Bestelwagen_lichte_type_met_signalisatie_2018_003

         Configuratie Kangoo ZE

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het gemeentebestuur van Bertem doet een beroep op de raamovereenkomst van de Vlaamse overheid (Agentschap Facilitair Bedrijf) voor de aankoop van een bestelwagen - perceel 5 - besteknummer 2016/HFB/OA/32615.

 

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen keurt de aankoop van een elektrische bestelwagen Renault Kangoo ZE goed bij Renault België Luxemburg nv, Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos, conform de bijgevoegde configuratie en de bijlage aan bestelbon 'Bestelwagen lichte type met signalisatie' van de GD-PBW van Interleuven.

 

Artikel 3:

De uitgave van 25 831,73 euro excl. btw of 31 256,39 euro incl. 21% btw wordt goedgekeurd.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/03/2020