Zitting van 16 december 2019
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 9 december 2019 goed.
Zitting van 16 december 2019
VERHUUR MATERIALEN. AANVRAAG WIELERCLUB DE WRINGERS BERTEM VZW GEBRUIK MATERIALEN EN VOERTUIGEN 20E MOUNTAINBIKETOCHT OP 8 MAART 2020.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan WK De Wringers Bertem vzw voor het gebruik van de container met dranghekken, 2 vuilnisbakken, 1 brandkraan + waterslang en de Jeep met als chauffeurs Dirk De Bontridder en Frank Bruffaerts op vrijdag 6, zaterdag 7 en zondag 8 maart 2020 voor het plaatsen en weghalen van de materialen.
De camionette van de brouwer mag worden binnengezet op het terrein van de loods op de voorziene plaats.
Artikel 2:
Aan de aanvrager wordt meegedeeld dat de chauffeurs van de Jeep voor deze activiteit niet verzekerd zijn door de verzekering van de gemeente.
Zitting van 16 december 2019
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de volgende bestelbons goed: nr. 2019/723 en nr. 2019/725 voor een totaal bedrag van 7154,13 euro.
Zitting van 16 december 2019
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/3791 tot en met nr. 2019/3891 voor een totaal bedrag van 358 393,20 euro.
Zitting van 16 december 2019
ROOILIJNPLAN WALENPOT. BESPREKING VOORSTEL AQUAFIN VOOR ONDERHANDELING INNEMING 26A, 26B EN 30.
Motivering
Om de geplande riolerings- en wegeniswerken op openbaar domein in de Walenpot te kunnen uitvoeren, moet het rooilijnplan verwezenlijkt worden. Interleuven heeft hiervoor de afstandsbeloften opgemaakt op basis van het goedgekeurde rooilijnplan en de innemingsplannen. Met de ondertekening van de afstandsbelofte wordt nu reeds toestemming gegeven aan de gemeente om van de betrokken strook grond gebruik te maken in het kader van openbaar nut (opmetingen en dergelijke). Van de eigenaars wordt verwacht om de grond, die nodig is om de noodzakelijke infrastructuur aan te leggen, gratis af te staan aan de gemeente. De omwonenden krijgen voor die gratis grondafstand een waardevolle tegenprestatie: de aanleg van een nieuwe straat met de nodige nutsvoorzieningen. De aannemers kunnen pas starten van zodra de afstandsbeloften ondertekend zijn en de grondinnames administratief volledig afgerond zijn.
Alle eigenaars hebben de afstandsbelofte ondertekend met uitzondering van 2 eigenaars (voor 3 innemingen). Volgende communicatiemomenten zijn er geweest:
• Infoavond voor de bewoners op 21 maart 2017.
• Infovergadering van 4 april 2018 met de eigenaars waarbij o.a. de verwervingsprocedure werd toegelicht en de aanwezigen de afstandsbelofte hebben ontvangen voor ondertekening.
• Brief van 9 mei 2018 aan alle aanwezigen en niet-aanwezigen van de infovergadering met de vraag de afstandsbelofte te ondertekenen.
• Herinneringsbrief van 31 juli 2018 aan de eigenaars die de afstandsbelofte nog niet ondertekend hebben.
• Brief van 21 februari 2019 aan de eigenaars die de afstandsbelofte nog niet ondertekend hebben.
Bespreking
Met 2 eigenaars (zelfde adres) lukt het niet om in contact te komen, ondanks alle infovergaderingen en brieven. Het gaat over inname 26A, 26B en 30 op het hoogste punt van de Walenpot (grens met Kortenberg), deel van perceel 1ste afdeling, sectie B, nr. 134s3 en nr. 134x5. Voor het voorziene rioleringsstelsel van Aquafin is het belangrijk dat de wegenis ter hoogte van deze percelen openbaar domein is.
Aquafin wil graag hun onderhandelaar een ultieme poging laten ondernemen om de innemingen te verwerven. Gelijkaardig aan de andere innames zou de onderhandeling een gratis grondafstand moeten betreffen.
Aquafin bezorgde een raming voor het uitvoeren van de onderhandelingen voor de resterende 3 innemingen:
Een vaste vergoeding van 600 euro (excl. btw) per project en een vergoeding van 550 euro (excl. btw) per inneming (kadastraal perceel) of per te vestigen recht.
Voor 3 innemingen komt dit dus op 2250 euro (excl. btw).
Het college gaat akkoord met het voorstel tot onderhandeling voor de resterende 3 innemingen.
Zitting van 16 december 2019
HERAANLEG VOETPADEN KORBEEKSE KERKSTRAAT. SCHORSING WERKEN VAN 13/12/2019 T.E.M. 7/01/2020.
Voorgeschiedenis
• Collegebesluit van 13 mei 2019 over de opdracht aan Interleuven voor de veiligheidscoördinatie ontwerp voor de opdracht 'Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat'.
• In het kader van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” werd een bestek met nr. TD865.1/424 opgesteld door de dienst openbare werken.
• De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 139 665,50 euro excl. btw of 168 995,26 euro incl. 21% btw.
• De gemeenteraad verleende in zitting van 28 mei 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
• Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 1 juli 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” aan Liema bvba, Ambachtenlaan 42 te 3300 Tienen tegen het nagerekende offertebedrag van 139 970,60 euro excl. btw of 169 364,43 euro incl. 21% btw.
• Collegebesluit van 4 november 2019 over de opdracht aan Interleuven voor de veiligheidscoördinatie uitvoering voor de opdracht 'Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat'.
• De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. TD865.1/424.
Feiten en context
• De werken vingen aan op 22 oktober 2019.
• De aannemer verzoekt het bestuur om de werken te schorsen voor een periode van 13 december 2019 tot en met 7 januari 2020.
• De werken fase 1 zijn gestart op 22 oktober 2019 en afgerond op 12 december 2019. Met het bouwverlof in het vooruitzicht vraagt de aannemer, in overleg met de gemeente, om de werken te schorsen tot na het bouwverlof.
Juridische gronden
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144 000 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90 1°.
• Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Adviezen
• De dienst investeringsprojecten brengt gunstig advies uit over de gevraagde schorsing gezien de aangehaalde argumenten, op voorwaarde dat de aannemer zich ertoe verbindt om geen schadevergoeding te eisen omwille van de verlenging.
Argumentatie
Nu starten met fase 2 en een omleiding via fase 1 geeft onnodig veel hinder en ongenoegen bij de inwoners gedurende het bouwverlof. Het is beter om nu, na afwerking van fase 1, de werken te schorsen, de plaatselijke omleiding op te heffen en na het bouwverlof opnieuw te starten met fase 2.
Bijlagen
• PV schorsing
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan het verzoek om de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” omwille van voornoemde redenen te schorsen voor een periode van 13 december 2019 tot en met 7 januari 2020.
Artikel 2:
De contractuele einddatum wordt aangepast volgens de door deze schorsing veroorzaakte vertraging.
Artikel 3:
Het college keurt het opnieuw aanvangen van de werken op 8 januari 2020 goed.
Zitting van 16 december 2019
SUBSIDIES ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. GOEDKEURING HERVERDELING KREDIET.
Voorgeschiedenis
• De aanvraag voor steun voor ontwikkelingssamenwerking van Mana Margodt voor Weeshuis Lala Amina en het centrum voor straatkinderen Centre Ali - Bouworde - Marokko werd ingediend op 31 mei 2019.
• Collegebesluit van 2 december 2019 over de aanduiding van de deskundigen voor de beoordeling van de aanvragen.
• Collegebesluit van 9 december 2019 over de toekenning projectsubsidie aan Mana Margodt.
Feiten en context
• Volgens het subsidiereglement wordt er jaarlijks 3000 euro voor ontwikkelingshulp voorzien.
• In 2019 werd 3750 euro voorzien; de subsidie van 750 euro voor de Werkgroep Ontwikkelingssamenwerking Korbeek-Dijle (WOS), die betrekking had op het jaar 2018, werd geboekt in 2019, waardoor er voor 2019 een budgetwijziging diende te gebeuren.
• De subsidies worden toegekend via een verdeelsleutel:
º 2/3 gaat naar zuidwerking = 2000 euro
▪ Hiervan gaat 1/4 = 500 euro naar de koepel 11.11.11
▪ Hiervan gaat 3/4 = 1500 euro naar projecten vanuit Bertem.
Er werd in 2019 voor 500 euro projectsubsidie toegekend aan Mana Margodt.
º 1/6 gaat naar humanitaire acties = 500 euro
º 1/6 gaat naar noordwerking = 500 euro (Youca action day 330 euro)
• Momenteel zijn volgende subsidies nog beschikbaar:
º zuidwerking:€1000
º humanitaire acties:€500
º noordwerking:€170
Juridische gronden
• Raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van het subsidiereglement voor ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp, laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 19 december 2017.
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Adviezen
• EXTERN ADVIES
º Advies opgesteld door Erik De Smedt en Koen Warmenbol te Bertem op 14 november 2019. "Wij stellen voor dat de gemeente het onbenut deel van het jaarlijks subsidiebedrag toevoegt aan het bedrag voor de koepelorganisatie 11.11.11."
• INTERN ADVIES
º De afdeling mens stelt voor om het advies van de experten te volgen voor het restant van 1000 euro van de Zuidwerking.
º Het ongebruikte budget voor humanitaire acties kan overgemaakt worden aan het Belgische Consortium voor Noodhulpsituaties. Zij doen, in geval van een ernstige ramp of een humanitaire crisis, een beroep op giften, meestal via het bekende rekeningnummer BE19 0000 0000 1212.
Argumentatie
Beide organisatie, koepelorganisatie 11.11.11 en het Belgisch consortium voor Noodhulpsituaties, zijn gekende en transparante organisaties.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
1419/001/001/001/001 64900000/0160
| €3750 | €2170 | €2000 (€1000 en €500 11.11.11 en €500 1212) |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen beslist om het restant van het subsidiebedrag van de Zuidwerking van 1000 euro over te maken aan de koepelorganisatie 11.11.11.
Artikel 2:
Het college van burgemeester en schepenen beslist om het krediet van 500 euro dat voorzien is voor humanitaire acties toe te kennen aan het Belgisch consortium voor Noodhulpsituaties.
Artikel 3:
Het college van burgemeester en schepenen beslist om het restant van het subsidiebedrag van de Noordwerking van 170 euro niet te herverdelen.
Zitting van 16 december 2019
IGS DRUIVENSTREEK. KENNISNAME VERSLAG RAAD VAN BESTUUR 7 NOVEMBER 2019.
Motivering
Op 7 november 2019 vergaderde de raad van bestuur van IGS Druivenstreek. Met het goedgekeurde verslag in bijlage wordt het college op de hoogte gehouden. Ook in de verschillende betrokken adviesraden zal er een terugkoppeling gebeuren.
Bespreking
Het college neemt kennis van het verslag.
Zitting van 16 december 2019
AANSTELLING DORPSDICHTER. PRINCIPIËLE GOEDKEURING REGLEMENT.
Feiten en context
• De gemeente maakt nu bij sommige feestelijkheden en evenementen gebruik van de diensten van een dichter, zoals bijvoorbeeld bij de inschrijving van de 10 000ste inwoner of bij de herdenking van 11 november.
• In de toekomst zou de gemeente voor speciale evenementen vaker een beroep willen doen op een dichter. Daarom is het beter dit op een gestructureerde wijze aan te pakken, via een officiële aanstelling en met een gepaste vergoeding.
• Een voorstel van reglement voor het aanstellen van een dorpsdichter werd uitgewerkt door de dienst vrije tijd naar voorbeelden bij gelijkaardige gemeenten.
Adviezen
• Positief advies van de cultuurraad op 3 december 2019: de cultuurraad stelt voor om het bedrag van 75 euro op te trekken. Het staat niet in verhouding tot bijvoorbeeld de aankoop van beeldende kunst door de gemeente; woordkunst zou gelijkwaardig behandeld moeten worden.
• Positief advies van de bibliotheekraad van 27 november 2019, zonder opmerkingen.
Argumentatie
Momenteel wordt een bedrag van 75 euro per jaar voorzien in B-bonnen voor het schrijven van maximaal 5 gedichten in datzelfde tijdsbestek. Op de cultuurraad was men positief over dit initiatief maar werd het toegekende bedrag te laag bevonden en niet gelijkwaardig aan de aankopen die de gemeente doet voor beeldende kunst van lokale kunstenaars. De intellectuele inspanningen die het schrijven van gedichten met zich meebrengt, mogen niet onderschat worden, alsook de tijd die het kost. Bovendien moet de dichter ook nog present zijn op verschillende evenementen. Het advies was om daarom het voorziene bedrag aanzienlijk te verhogen. Een bedrag van 200 euro, niet in B-bonnen, werd gesuggereerd.
Bijlagen
• Reglement aanstellen dorpsdichter.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen keurt principieel het bijgevoegde reglement voor het aanstellen van een dorpsdichter goed, mits volgende aanpassingen:
• aan de dorpsdichter wordt, rekening houdend met de RSZ-bijdrage en personenbelasting, een netto vergoeding van 200 euro toegekend;
• in artikel 16 wordt 'benoemt' vervangen door 'stelt ... aan'.
Artikel 2:
Het voorstel van reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Zitting van 16 december 2019
INL-WERKING. GOEDKEURING VERDERZETTING DEELNAME AAN HET PROJECT 'INTERGEMEENTELIJKE NATUUR- EN LANDSCHAPSPLOEGEN' IN DE PERIODE 2019-2025.
Voorgeschiedenis
• Collegebesluit van 29 juli 2019 over de verderzetting van de deelname van de gemeente aan het project ‘Intergemeentelijke Natuur- & Landschapsploegen’ in de periode 2020-2025
• E-mail van de dienst Leefmilieu van Provincie Vlaams-Brabant van 28 oktober 2019 over de nieuwe samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2025 met IGO over het INL-project
Feiten en context
• De provincie Vlaams-Brabant, de meeste gemeenten en IGO div werken in het arrondissement Leuven samen aan het project van de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen (INL-ploegen). Zo leveren zij een belangrijke bijdrage aan het verhogen van de biodiversiteit en klimaatbestendigheid van het landschap en tegelijkertijd aan sociale tewerkstelling in de regio.
• De huidige samenwerkingsovereenkomst met IGO voor de inzet van de INL-ploegen loopt af op 31 december 2019.
• Het provinciebestuur engageert zich om dit project ook na 2019 verder te zetten en heeft de INL-werking dan ook structureel voorzien in haar ontwerp van meerjarenplanning.
• Het volledige ontwerp van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst werd goedgekeurd door de deputatie op 24 oktober 2019.
• De provincie vraagt om voor einde december 2019 een definitieve beslissing te nemen over de (verdere) deelname aan de nieuwe samenwerkingsovereenkomst 2020-2025.
• De gemeente Bertem neemt 0,5 VTE af. De kredieten voor de verderzetting hiervan werden voorzien in het ontwerp van gemeentelijk meerjarenplan.
Juridische gronden
• Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt
De beslissing om een openbare dienstverlening als DAEB te erkennen, ligt bij de overheid in kwestie. Artikel 1, lid 3, bepaalt: ‘Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de vrijheid van de lidstaten om in overeenstemming met het gemeenschapsrecht vast te stellen wat zij als diensten van algemeen economisch belang beschouwen, hoe deze diensten moeten worden georganiseerd en gefinancierd, in overeenstemming met de regels van staatssteun, en aan welke bijzondere verplichtingen zij onderworpen zijn’.
• Besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van de diensten van algemeen economische belang belaste ondernemingen
• Mededeling van de Commissie van 11 december 2012 betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de Europese Unie op het verrichten van diensten van algemeen economisch belang verleende compensatie
• Decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie
• Besluit van de Vlaamse regering van 19 december 2014 tot uitvoering van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie
• Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 13 en 51 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 2014
• Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 tot uitvoering van het decreet lokale diensteneconomie van 22 november 2013
• LDE erkenningen van IGO door Vlaanderen van 20 maart 2015 en 17 juni 2018
• Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen
• Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht
• Bestuursdecreet van 7 december 2018
Adviezen
• De financieel directeur verleende een visum op 13 december 2019
• Gunstig advies van het interim afdelingshoofd grondgebiedzaken
Argumentatie
Sinds 2011 maakt de gemeente Bertem gebruik van de INL-werking van IGO. De ploegen worden ingezet op taken die specifieke kennis en technieken vereisen, nl. bos- en hollewegenbeheer en soortbescherming van diverse dieren en planten.
De huidige overeenkomst loopt einde december 2019 af. De provincie Vlaams-Brabant voorziet een opvolging voor deze samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2020-2025;
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst heeft de uitvoering van gemeentelijke natuurprojecten door middel van sociale tewerkstelling tot doel.
In deze samenwerkingsovereenkomst worden de Intergemeentelijke Natuur- en landschapsploegen als sterk instrument beschouwd voor het realiseren van een klimaatbestendig en biodivers landschap via versterking van robuuste groen-blauwe netwerken in de open ruimte en een groen-blauwe dooradering tot in de bebouwde ruimte.
Het is dan ook aangewezen om deze werking verder te zetten in de periode 2020-2025.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgaven |
0340-00/614680 | € 24 500* | € 24 500* | € 24 750 (2020) |
*onder voorbehoud goedkeuring meerjarenplan
1 VTE = 1450 uren, met als kostprijs een maximale bijdrage (vrijstelling btw mits exclusiviteit) van 49 500 euro per VTE voor 2020.
Kostprijs voor 0,5 VTE:
• 24 750 euro voor 2020
• 25 740 euro voor 2021
• 25 997,50 euro voor 2022
• 26 257,50 euro voor 2023
• 26 520 euro voor 2024
• 26 785 euro voor 2025
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen beslist deel te nemen aan het project Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen 2020-2025.
Artikel 2:
De gemeente neemt deel aan de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen met 725 uren (0,5 VTE), met als kostprijs een maximale bijdrage (vrijstelling BTW mits exclusiviteit) van:
• 24 750 euro voor 2020
• 25 740 euro voor 2021
• 25 997,50 euro voor 2022
• 26 257,50 euro voor 2023
• 26 520 euro voor 2024
• 26 785 euro voor 2025
Zitting van 16 december 2019
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING NEERIJSE STEENWEG 34 (+ BOUWGROND) TE 3061 BERTEM.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Neerijse steenweg 34 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie E nummer 113n en voor het aangrenzend bouwperceel, afdeling 3 sectie E nummer 113v, niet uit te oefenen.
Zitting van 16 december 2019
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING NEERIJSE STEENWEG 7 TE 3061 BERTEM.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Neerijse steenweg 7 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie F nummer 178r , niet uit te oefenen.
Zitting van 16 december 2019
OMGEVINGSVERGUNNING DORPSTRAAT 141. AANVRAAG OPSTREEK BVBA VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN BESTAANDE EENGEZINSWONING TOT EEN DOKTERSPRAKTIJK MET 3 PRAKTIJKRUIMTES IN DORPSTRAAT 141 TE 3060 BERTEM, SECTIE C NR 521T.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 25/09/2019 heeft Opstreek bvba een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een bestaande eengezinswoning tot een dokterspraktijk met 3 praktijkruimtes in Dorpstraat 141, sectie C nr 521t.
• Op 26/10/2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 3 loten, nr. T874-2-B.021 (1967-7).
Het betreft lot 3 van de verkaveling met als algemene bestemming: wonen. De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming:
º De bestaande woning werd vergund op 11/10/1967 (T874.1.1967.49). Op het plan vergunde toestand staat de woning ingeplant op 20 m uit de as van de weg, in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling, terwijl de woning in realiteit op 70,42 m uit de rooilijn is ingeplant. Dit wijkt af ten opzichte van de verkavelingsvoorschriften.
º Na de functiewijziging is er geen woonfunctie meer in het gebouw.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied (strook langs de Dorpstraat) en woonuitbreidingsgebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat (gemeenteweg). Het betreft een bestaande vrijstaande woning waarvan de voorgevel gelegen is op 70,42 m uit de rooilijn. De vrijstaande woningen op de aangrenzende percelen zijn dichter naar de Dorpstraat gelegen. De woning is 15,60 m diep en ligt op 15,39 m van de achterste perceelsgrens. De bouwbreedte bedraagt 14,76 m, langs weerszijden is er een bouwvrije strook van meer dan 4 m. De woning heeft een kelder, een gelijkvloers en een zolderruimte onder licht hellend dak. Het gelijkvloerse niveau ligt 2,51 m boven het maaiveld van de voortuin. Ter hoogte van de inkom is daarom in de buitenaanleg een trap geïntegreerd. Op maaiveldniveau vooraan bevindt zich een inpandige garage. De achtertuin ligt op niveau van het gelijkvloers, het terrein tussen beide niveaus is in helling gelegd. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat de omvorming van de bestaande eengezinswoning naar een dokterspraktijk met 3 praktijkruimtes. De voor- en zijtuin worden heraangelegd in functie van toegankelijkheid: de bestaande trap met onregelmatige treden wordt afgebroken en vervangen, een parkeerplaats voor personen met een handicap wordt voorzien in de zijtuin, een licht hellend vlak zorgt voor een toegankelijke verbinding tussen beide. In de voortuin worden 5 parkeerplaatsen en fietsstaanplaatsen ingericht. Bestaand buitenschrijnwerk wordt vervangen. Binnen in de woning worden plaatselijk lichte scheidingswanden geplaatst, deuropeningen aangepast en sanitair voorzien (geen stabiliteitswerken).
• Watertoets
De aanvraag is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Op 29/10/2019 werd advies gevraagd aan de provincie Vlaams-Brabant - dienst Waterlopen. Op 27/11/2019 liet de dienst Waterlopen weten geen bezwaar te hebben tegen de aanvraag:
"Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden. Daarom wordt geen uitgebreid advies uitgebracht."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 11/11/2019 tot 10/12/2019 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning. Er werden twee klachten ingediend. De bezwaarindieners halen volgende argumenten aan:
º De woning werd gebouwd met de voorgevel op meer dan 50 m uit de as van de weg. Dit stemt niet overeen met de bouwvergunning van 11/10/1967.
º Een eventuele afwijking van de verkavelingsvoorschriften kan enkel mits versterkte motivatie.
º Het perceel is gelegen in woonuitbreidingsgebied. Er kan geen vergunning worden afgeleverd zonder dat de ordening van het gebied wordt vastgelegd of vergund wordt voor groepswoningbouw. Een dokterspraktijk is niet verenigbaar met de bestemming woonuitbreidingsgebied.
º De aanvraag is in strijd met de goede ruimtelijke ordening. De bestaande woning die omgevormd wordt naar dokterspraktijk ligt achteraan op het perceel, in tweede bouworde. Dit is afwijkend in het straatbeeld. Bovendien bestaat de kans dat vooraan op het perceel ooit een woning wordt vergund.
º Door de omvorming naar dokterspraktijk met parking wordt de bestaande hinder versterkt o.a. inkijk in de tuin (privacyhinder) en verkeershinder.
▪ Minstens dient de parking verplaatst te worden naar de voorzijde van het perceel met een maximale bouwdiepte van 7 m vanaf de binnenrand van het wandelpad en dient verkeer dieper op het perceel verhinderd te worden (met uitzondering van mindervaliden).
▪ Er dient een groenscherm van 1,80 m te worden opgericht langs de perceelsgrenzen.
º De extra verhardingen brengen de waterhuishouding en die van de naburige percelen in het gedrang.
º De werken werden reeds gestart, meer bepaald de binneninrichting, de omgevingswerken, het toemetselen van een raamopening in de achtergevel en het plaatsen van een nieuw raam in de zijgevel, zonder vergunning.
Behandeling bezwaren:
º De woning werd gebouwd tussen 22 april 1962 en de eerste inwerkingtreding van het gewestplan Leuven (05/05/1977). Deze woning wordt dus geacht vergund te zijn, aangezien het vergund karakter niet wordt tegengesproken door een proces-verbaal of een niet-anoniem bezwaarschrift dat werd opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken van de woning (VCRO art. 4.2.14). Dit bezwaar wordt niet gevolgd.
º Het VCRO art. 4.3.1, §1 en 4.4.1, §2 stelt dat verkavelingsvoorschriften ouder dan 15 jaar geen weigeringsgrond vormen voor stedenbouwkundige handelingen. Wanneer de voorschriften van de verkaveling niet worden gevolgd, geldt de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Dit bezwaar wordt niet gevolgd.
º Het betreft een bestaande, vergund geachte woning. Het bestaande gebouw is bouwfysisch geschikt om, zonder ingrijpende of structurele werken, omgevormd te worden naar een dokterspraktijk. De functie dokterspraktijk is verenigbaar met de woonomgeving. De ligging in een woonomgeving is zelfs gewenst, nabijheid kan het aantal verplaatsingen met de auto inperken. Dit bezwaar wordt niet gevolgd.
º Het betreft een bestaande, vergund geachte woning. Een eventuele woning vooraan op het perceel moet deel uitmaken van een aparte aanvraag tot omgevingsvergunning. Die bezorgdheid is bijgevolg niet aan de orde. Dit bezwaar wordt niet gevolgd.
º Privacy-, geluids- en verkeershinder: dit bezwaar wordt gedeeltelijk gevolgd:
▪ het verplaatsen van de parking richting de Dorpstraat is niet gewenst gezien de functie van dokterspraktijk. Patiënten die minder goed te been zijn, moeten dichtbij kunnen parkeren.
▪ Het voorstel om een groenscherm aan te planten ter hoogte van de perceelsgrens wordt gevolgd. Dit komt de integratie van de aanvraag ten goede.
º De toename van de niet-waterdoorlatende verharding is beperkt. De dienst Waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant stelt in haar advies van 27/11/2019 geen bezwaar te hebben tegen de aanvraag. Dit bezwaar wordt niet gevolgd.
º Binnenverbouwingen zonder stabiliteitswerken alsook handelingen zonder stabiliteitswerken en zonder wijziging aan het fysiek bouwvolume aan zijgevels, achtergevels en daken zijn vrijgesteld van vergunning. Na een plaatsbezoek op 25 november 2019 werd gevraagd aan de aanvrager om de werken stil te leggen en de beslissing omtrent de omgevingsvergunning af te wachten. Dit bezwaar wordt gevolgd.
• Externe adviezen
Op 21/11/2019 werd advies gevraagd aan de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost. Op 28/11/2019 werd volgend voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd:
"Het project omvat de verbouwing van een bestaande eengezinswoning naar een dokterspraktijk zonder volume-uitbreiding. Het gebouw omvat:
º kelder: garage, bergingen, technische ruimte
º gelijkvloers: inkom, wachtzaal, 3 kabinetten, keuken, vergaderlokaal, sanitair
º zolder: zolder
Er zijn geen gegevens over de centrale verwarming. Volgende brandpreventiemaatregelen zijn voorzien op de plannen: geen.
In het gebouw is personeel tewerkgesteld.
De studie inzake brandvoorkoming en - bestrijding gebeurde op basis van:
1. De toepasselijke artikels van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB): art. 52 - www.werk.belgie.be
2. Codex welzijn op het werk, Boek 3, Arbeidsplaatsen, Titel 2, Elektrische installaties
www.werk.belgie.be
3. Codex welzijn op het werk, Boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 3, Brandpreventie op de arbeidsplaatsen - www.werk.belgie.be
4. Codex welzijn op het werk, Boek 3, Arbeidsplaatsen, Titel 6, Veiligheids- en gezondheidssignalering - www.werk.belgie.be
5. De toepasselijke artikels van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I): art. 271 en 104 http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=593
6. Het KB van 7 december 2016 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen (bijlagen 1; 2/1; 5/1; 7) - www.besafe.be – als leidraad.
7. Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 juni 2012 en latere wijzigingen houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders www.wonenvlaanderen.be/rookmelders
Rekening houdend met hoger vermelde reglementering vragen volgende punten om uw bijzondere aandacht bij de realisatie van het project:
Overeenkomstig basisnormen, Bijlage 2/1: lage gebouwen – als leidraad
1. De structurele elementen die de stabiliteit van het gebouw (1 bouwlaag) verzekeren zoals kolommen, dragende wanden, hoofdbalken, afgewerkte vloeren en andere essentiële delen moeten R30 hebben (art. 3.2). Er dient, bij controle door de brandweer, een attest voorgelegd te worden waaruit blijkt dat er voldaan is aan bovenvermelde eis.
2. Voor alle niveaus moet het volgnummer (-1, 0, 1, 2, ...) aangebracht worden op de overlopen van trappen en liften. De plaats en de richting van de uitgangen en nooduitgangen moeten aangeduid worden met gepaste pictogrammen. De aanduiding van de uitgangen en nooduitgangen dient te voldoen aan de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (art.4.5).
3. De wanden van de technische ruimte moeten EI 60 hebben. De deur moet zelfsluitend zijn en EI1 30 hebben. Het lokaal dient degelijk verlucht te worden met buitenluchtmonden (art.5.1.1).
4. Het gebouw moet voorzien worden van veiligheidsverlichting overeenkomstig de norm NBN EN 1838, NBN EN 60598-2-22 en NBN EN 50172. De evacuatiewegen, de lokalen toegankelijk voor het publiek, de keuken en de voornaamste stroomborden moeten voorzien worden van een degelijke veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeft om een gebouw veilig te ontruimen. De veiligheidsverlichting moet automatisch en onmiddellijk in werking treden bij het uitvallen van de gewone verlichting; zij moet minstens één uur zonder onderbreking kunnen functioneren. De
veiligheidsverlichting moet minstens een lichtsterkte hebben van 1 lux ter hoogte van de grond in de as van de vluchtweg en 5 lux op gevaarlijke plaatsen (art.6.5).
5. In het gebouw moeten draagbare en/of mobiele snelblustoestellen à rato van één bluseenheid per 150 m² vloeroppervlakte aanwezig zijn (1 bluseenheid komt overeen met 6 kg poeder of 6 liter water/schuim). Deze snelblustoestellen moeten op goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaatsen worden opgehangen. Ze moeten steeds in goede staat van werking en onderhoud verkeren en tenminste éénmaal per jaar door een bevoegde firma worden gecontroleerd (art.6.8.5.2).
Overeenkomstig Codex welzijn op het werk, Boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 3, Brandpreventie op de arbeidsplaatsen:
6. De werkgever moet:
º een risicoanalyse betreffende het brandrisico uitvoeren
º specifieke preventiemaatregelen treffen door:
▪ het oprichten en uitrusten van een brandbestrijdingsdienst;
▪ preventiemaatregelen treffen om brand te voorkomen;
▪ het verzekeren van een snelle en veilige evacuatie van werknemers en aanwezige personen;
▪ elk begin van brand vlug en doelmatig te bestrijden;
▪ de schadelijke gevolgen van brand te beperken;
▪ de tussenkomst van de openbare hulpdiensten te vergemakkelijken;
▪ periodieke controles en onderhoud te laten uitvoeren.
º een intern noodplan opstellen. Dit plan omvat o.a.:
▪ de locatie van de elektrische installaties
▪ de locatie en werking van de sluitkranen van de gebruikte fluïda
▪ de locatie en de werking van de ventilatiesystemen
▪ de locatie van de branddetectiecentrale
Het noodplan wordt ter beschikking gesteld door de verantwoordelijke van de instelling op een plaats in de inrichting die afgesproken is met de brandweer (bij voorkeur receptie bij dagbezetting of brandweerkluis indien geen nachtbezetting)
º een brandpreventiedossier samenstellen en ter beschikking stellen van de openbare hulpdiensten.
Bijkomende adviezen:
Het plaatsen van autonome rookdetectoren wordt geadviseerd.
Advies:
º Er wordt een gunstig advies, inzake brandveiligheid, tot uitbating verleend indien aan hoger vermelde opmerkingen wordt voldaan.
º Dit advies is niet van beperkende aard op de bestaande voorschriften en bepalingen die van toepassing kunnen zijn. Tevens werd het verslag uitsluitend opgesteld in functie van de vaststellingen gedaan tijdens een controle van de plannen.
º Volgende attesten dienen overgemaakt te worden aan de brandweerdienst voor de ingebruikname van het gebouw:
▪ keuringsattest elektrische installatie
▪ keuringsattest gasinstallatie (gasdichtheidsproef)
▪ keuringsattest veiligheidsuitrustingen (veiligheidsverlichting)
▪ attest plaatser brandwerende deuren
º Van zodra de werken uitgevoerd zijn, dient de brandweer hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht te worden.
º Er kan geen enkele zekerheid van volledige beveiliging tegen brand of totale evacuatie gegeven worden, gezien deze beveiliging en evacuatie steeds en hoofdzakelijk afhankelijk zal blijven van het stipt naleven van de verplichtingen en het opvolgen van de ordemaatregelen, de voorzichtigheid en de waakzaamheid van de aanwezigen.
º Er wordt een retributie geheven voor het afleveren van dit brandweeradvies. De factuur zal rechtstreeks naar de bouwheer gezonden worden."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.
De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften. De voorschriften zijn ouder dan 15 jaar waardoor afwijken mogelijk is:
• afwijking inplanting: zoals reeds gesteld, betreft het gebouw een vergund geachte woning. De afwijkende inplanting wordt bijgevolg beschouwd als een bestaande vergunde toestand.
• afwijking bestemming: dokterspraktijk zonder woonbestemming. Deze afwijking wordt getoetst aan de relevante criteria met betrekking tot de goede ruimtelijke ordening.
Functionele inpasbaarheid
De functie van een dokterspraktijk is verenigbaar met de woonomgeving. De ligging in een woonomgeving is zelfs gewenst; nabijheid kan het aantal verplaatsingen met de auto inperken.
Mobiliteitsimpact
De dokterspraktijk met 3 praktijkruimtes zal meer verkeersbewegingen in de straat brengen ten opzichte van de huidige situatie. De locatie is echter eveneens vlot met de fiets of te voet bereikbaar. Er wordt ingeschat dat de verkeershinder die dit teweeg zal brengen niet van die aard is dat het storend is voor de woonomgeving. Bovendien worden voldoende parkeerplaatsen en fietsenstaanplaatsen op het eigen perceel voorzien, alsook een parkeerplaats voor personen met een handicap, waardoor de aanvraag in overeenstemming is met de gemeentelijke verordening over het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Teneinde de privacy van de aangrenzende percelen te waarborgen, dient een groenscherm van 1,80 m hoog te worden voorzien ter hoogte van de zijdelingse perceelsgrenzen.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord, mits volgende voorwaarde:
• in de voortuin, tussen Dorpstraat en dokterspraktijk, dient ter hoogte van de zijdelingse perceelsgrenzen een groenscherm van 1,80 m hoog, bestaande uit streekeigen groensoorten, te worden aangelegd. De aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen na het bekomen van deze omgevingsvergunning.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost van 28/11/2019 moeten strikt worden nageleefd.
• In de voortuin, tussen de Dorpstraat en de dokterspraktijk, dient ter hoogte van de zijdelingse perceelsgrenzen een groenscherm van 1,80 m hoog, bestaande uit streekeigen groensoorten, te worden aangelegd. De aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen na het bekomen van deze omgevingsvergunning.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Opstreek bvba voor het verbouwen van een bestaande eengezinswoning tot een dokterspraktijk met 3 praktijkruimtes in Dorpstraat 141 sectie C nr 521t onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost van 28/11/2019 moeten strikt worden nageleefd.
• In de voortuin, tussen de Dorpstraat en de dokterspraktijk, dient ter hoogte van de zijdelingse perceelsgrenzen een groenscherm van 1,80 m hoog, bestaande uit streekeigen groensoorten, te worden aangelegd. De aanplant dient te gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen na het bekomen van deze omgevingsvergunning.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost.
Zitting van 16 december 2019
OMGEVINGSVERGUNNING OUDE BAAN 44 - 46. AANVRAAG JOSÉE VERHULST VOOR HET AFBREKEN VAN EEN WONING MET BIJGEBOUWEN EN HET BOUWEN VAN 2 WONINGEN IN 3060 BERTEM, OUDE BAAN 44 - 46, SECTIE A NR 571S.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 22 oktober 2019 heeft Josée Verhulst een aanvraag ingediend voor het afbreken van een woning met bijgebouwen en het bouwen van 2 woningen in 3060 Bertem, Oude Baan 44 - 46, sectie A nr 571s.
• Op 31 oktober 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Oude Baan.
De Oude Baan ligt ten noorden van het centrum van Bertem en de bebouwing is een mix van oudere, gerenoveerde en recentere woningen in verschillende verschijningsvormen.
Op het perceel staat een bestaande boerderij met bijgebouwen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het slopen van de bestaande woning en bijgebouwen en het oprichten van 2 halfopen eengezinswoningen met twee bouwlagen onder zadeldak.
De woningen worden ingeplant op 6 m van de rand van de Oude Baan. De woningen hebben een breedte van 8 m x 2 en een bouwdiepte van 11 m. De zijdelingse bouwvrije stroken bedragen minimum 3,09 m.
• Watertoets
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in regenwaterputten van 5000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Interne adviezen
Gunstig advies van het diensthoofd burgerzaken van 12 december 2019 over de huisnummering.
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
De Watergroep heeft op 4 november een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd.
"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de waterwinning van Egenhoven (Oost-West). De ligging binnen de beschermingszone van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening.
Naast de openbare drinkwatervoorziening is De Watergroep als eigenaar/ exploitant eveneens belast met de bescherming van de grondwaterwinning tegen mogelijke verontreinigingen.
Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:
º Alle afbraakmaterialen, afkomstig van bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
º Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.
º De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.
º Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het voorstel is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het invoegen van twee woningen in een overwegend residentiële omgeving is verantwoord.
Mobiliteitsimpact
De impact op de mobiliteit is beperkt en aanvaardbaar in deze omgeving. Het voorstel is in overeenstemming met de bepalingen van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Schaal
De omgeving bestaan uit woningen met twee bouwlagen en hellende daken waardoor de voorgestelde woningen van hetzelfde type de schaal van de gebouwen in de omgeving niet zullen overstijgen.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Door het slopen van de bestaande gebouwen zal de bouwdichtheid afnemen. Het betreft een zeer ruim perceel met in de omgeving gelijkaardige of hogere dichtheden.
Visueel-vormelijke elementen
Het slopen van de bestaande gebouwen heeft een positieve impact op de omgeving en het straatbeeld.
Het betreft klassieke woningen die zullen inpassen in het heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
De beperkte reliëfwijzigingen staan in relatie tot de omgeving en het ontwerp.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 4 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Josée Verhulst voor het afbreken van een woning met bijgebouwen en het bouwen van 2 woningen in 3060 Bertem, Oude Baan 44 - 46, sectie A nr 571s onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 4 november 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.
Zitting van 16 december 2019
OMGEVINGSVERGUNNING COIGE-STEENWEG 91. AANVRAAG AJETI VALDRIM VOOR HET OPSPLITSEN VAN 2 WONINGEN IN COIGE-STEENWEG 91 TE 3061 LEEFDAAL, SECTIE A NR 14X2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 22/09/2019 heeft Ajeti Valdrim een aanvraag ingediend voor het opsplitsen in twee woningen in Coige-steenweg 91 te 3061 Leefdaal, sectie A nr 14x2.
• Op 14/10/2019 werd aanvullende informatie gevraagd. De gevraagde informatie werd ingediend op 24/10/2019.
• Op 29/10/2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen een gemeenteweg, de Coige-steenweg. De aanvraag omvat twee panden in gesloten bouwvorm. Hierin bevinden zich volgens de ingediende plannen twee wooneenheden waarvan één grondgebonden (in het linkse pand) en één niet-grondgebonden (in het rechtse pand). Er is één gezamenlijke toegang voor de twee woningen.
Het linkse pand heeft twee bouwlagen en een zadeldak, heeft een totale diepte van 18,24 m en een breedte aan de tuinzijde van 10,88 m. De bouwdiepte op de verdieping bedraagt 7,97 m. Op het platte dak van de uitbouw is plaatselijk een dakterras ingericht met een houten constructie. Op de tweede verdieping bevindt zich een tweede leefruimte met keuken. Er zijn zes slaapkamers in totaal.
Het rechtse pand heeft twee bouwlagen en een plat dak, heeft twee garages op het gelijkvloerse niveau, heeft een bouwdiepte van 11,09 m en een breedte aan de tuinzijde van 3,40 m.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat de aanpassing van het rechtse pand naar een grondgebonden woning met eigen individuele toegang. In functie daarvan wordt één inpandige garage opgeofferd ten voordele van een inkom met vestiaire, bureel en trap. In de achterliggende ruimte aan de tuinzijde komt een slaapkamer met badkamer. De tuin wordt opgedeeld zodat elke woning een buitenruimte heeft. De voorgevel van de woning links is voorzien van nieuwe gevelbekleding in tegels en lichtgrijze beplanking (houtimitatie). De voorgevel rechts wordt bepleisterd, de garagepoort wordt vervangen door een inkomdeur en raampartij. De voortuin is volledig verhard met ruimte voor 4 autostaanplaatsen.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Externe adviezen
Er dienden geen adviezen te worden gevraagd.
Interne adviezen
Het diensthoofd burgerzaken verleende op 16 december 2019 gunstig advies over de huisnummering.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
De functie wonen is inpasbaar in het woongebied met landelijk karakter. Door de vergunningstoestand en de bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen' zijn in deze zone van de gemeente enkel grondgebonden eengezinswoningen mogelijk.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft een beperkte impact op de mobiliteit. De 'gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg' is van toepassing (art. 4, °3).
Er is één inpandige garage voorzien, met 1 autostaanplaats en ruimte voor het stallen van fietsen. Verder is op het perceel aan de straatzijde voldoende ruimte om te parkeren. De 5 noodzakelijke parkeerplaatsen kunnen verdeeld worden over beide eigendommen (huisnummers 89a en 91). Verder is er voldoende ruimte om de fietsen te plaatsen.
De aanvraag voldoet bijgevolg aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Schaal
De schaal van de bebouwing blijft ongewijzigd.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Beide woningen hebben relatie met en toegang tot een buitenruimte. De buitenruimte van de woning rechts is relatief klein in verhouding tot de grootte van het perceel. Dit is het gevolg van de configuratie van de achterbouw die 3/4 van de breedte van het perceel inneemt. De voorgestelde buitenruimte is echter wel aanvaardbaar in verhouding tot de oppervlakte van de woning. De leefruimte van de woning rechts bevindt zich op de verdieping waardoor voldoende daglicht aanwezig is.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe gevelbekleding en aanpassingen aan de voorgevel zijn aanvaardbaar binnen het geheel.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op deze aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op deze aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Het bestaande terras op het platte dak (houten constructie), dat privacyhinder kan veroorzaken naar de naburige percelen, wordt verwijderd.
De aanwezigheid in het linkse pand van een tweede leefruimte met keuken op de tweede verdieping, alsook zes slaapkamers in totaal, doet vermoeden dat hier nog een derde, niet-grondgebonden wooneenheid aanwezig is. Gezien de ligging in het RUP 'Meergezinswoningen' is deze echter niet vergunbaar.
De riolering is niet-gescheiden aangelegd. Aangezien het een bestaande bebouwing in gesloten bouwvorm betreft, is een heraanleg in functie van het scheiden van afvalwater en regenwater momenteel niet realiseerbaar zonder ingrijpende werken. Aangezien deze werken niet in verhouding staan tot de aanvraag wordt hiervoor dan ook geen voorwaarde opgelegd.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord mits voorwaarden. De aanvraag omvat de realisatie van twee grondgebonden woningen. In overeenstemming met de bepalingen van het RUP 'Meergezinswoningen' is een derde wooneenheid in de vorm van een meergezinswoning niet vergunbaar.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De vergunning omvat twee grondgebonden woningen. In overeenstemming met de bepalingen van het RUP 'Meergezinswoningen' is een derde wooneenheid in de vorm van een meergezinswoning niet vergunbaar. De huisnummers worden als volgt aangepast:
º Het huisnummer 91 blijft behouden.
º Het huisnummer 89B wordt 89A.
• De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg moet stipt nageleefd worden.
• De vertrekken op de tweede verdieping kunnen enkel in functie staan van de onderliggende woonvertrekken. De bestemming 'leefruimte' en 'keuken' zijn niet mogelijk op deze plaats. Deze vertrekken moeten ingericht worden als nachtvertrekken, berging of zolder.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Ajeti Valdrim voor het opsplitsen in twee woningen in Coige-steenweg 91 te 3061 Leefdaal, sectie A nr 14x2, onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De vergunning omvat twee grondgebonden woningen. In overeenstemming met de bepalingen van het RUP 'Meergezinswoningen' is een derde wooneenheid in de vorm van een meergezinswoning niet vergunbaar. De huisnummers worden als volgt aangepast:
º Het huisnummer 91 blijft behouden.
º Het huisnummer 89B wordt 89A.
• De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg moet stipt nageleefd worden.
• De vertrekken op de tweede verdieping kunnen enkel in functie staan van de onderliggende woonvertrekken. De bestemming 'leefruimte' en 'keuken' zijn niet mogelijk op deze plaats. Deze vertrekken moeten ingericht worden als nachtvertrekken, berging of zolder.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 16 december 2019
LEEFMILIEU. AFWIJKING GELUIDSNORMEN BISTRO 'T MOLEKE.
Voorgeschiedenis
• Aanvraag van een uitzondering op de geluidsnormen opgenomen in Vlarem 2 van 9 december 2019 van Yves Pierquet namens Bistro 't Moleke, Molenstraat 7 te 3060 Bertem.
Feiten en context
o Nieuwjaar op 1 januari 2020 van 20 tot 2 uur;
o 30 jaar 't Moleke op 4 april 2020 van 20 tot 2 uur;
o Jefkes nr. 2 op 5 juli 2020 van 17.30 tot 1.30 uur.
Juridische gronden
Argumentatie
In een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare, ingedeelde inrichting en op private inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden tenzij het college hiervoor toelating heeft gegeven.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Yves Pierquet om het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) te overschrijden tijdens de volgende (muziek)activiteiten) in Bistro 't Moleke, Molenstraat 7 te 3060 Bertem:
º Nieuwjaar op 1 januari 2020 van 20 tot 2 uur;
º 30 jaar 't Moleke op 4 april 2020 van 20 tot 2 uur;
º Jefkes nr. 2 op 5 juli 2020 van 17.30 tot 1.30 uur.
Artikel 2:
De exploitant dient de voorwaarden opgenomen in artikel 5.32.2.2bis §1 van Vlarem 2 strikt na te leven:
• maximale geluidsniveau: LAeq,15 min =95 dB(A)
• continu meten en zichtbaar maken van LAeq,15 min of LAmax,slow of gebruik geluidsbegrenzer conform Vlarem.
Artikel 3:
Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd.
Artikel 4:
De organisator dient uiterlijk 48 uur op voorhand een informatiebrief te bedelen bij de bewoners binnen een straal van 200 m van het evenement. Een exemplaar van de brief moet op hetzelfde ogenblik bezorgd worden aan de dienst omgeving van het gemeentebestuur.
Zitting van 16 december 2019
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. DE VERNIEUWING VAN VOETPADEN IN DE KORBEEKSE KERKSTRAAT TE KORBEEK-DIJLE VAN 8 JANUARI 2020 TOT 30 APRIL 2020.
Voorgeschiedenis
• Collegebesluit van 1 juli 2019 over de gunning van de heraanleg van de voetpaden Korbeekse Kerkstraat.
• Collegebesluit van 7 oktober 2019 waarbij toelating verleend werd om met het oog op de vernieuwing van de voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat te 3060 Korbeek-Dijle het openbaar domein in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen van 14 oktober 2019 tot 11 december 2019.
• Schriftelijke aanvraag op 10 december 2019 van Christopher Van Lindt namens Liema, Ambachtenlaan 42 te 3300 Tienen, om met het oog op de tweede fase van de vernieuwing van de voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat te 3060 Korbeek-Dijle het openbaar domein in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen van 8 januari 2020 tot 30 april 2020.
Feiten en context
• Op 12 december 2019 rondde Liema de eerste fase van de werken af.
• Vanaf 8 januari 2020 zullen de werken van de tweede fase uitgevoerd worden. Het einde van de werken wordt voorzien op 30 april 2020.
• De bewoners van de Korbeekse Kerkstraat kunnen hun oprit altijd bereiken, behalve gedurende 48 uur als de boordsteen gegoten is; dan kunnen ze op straat parkeren.
Juridische gronden
• Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
• Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
• MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Argumentatie
Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Bijlagen
• Voetpaden Korbeekse Kerkstraat signalisatieplan Korbeek-Dijle.
• Voetpaden Korbeekse Kerkstraat signalisatieplan Oud-Heverlee.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op de vernieuwing van de voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat te 3060 Korbeek-Dijle het openbaar domein in te nemen en verkeerssignalisatie te plaatsen volgens bijgevoegd signalisatieplan van 8 januari 2020 tot 30 april 2020.
Artikel 2:
Deze vergunning wordt verleend voor zover de aanvrager vóór de aanvang van de werken de signalisatievergunning van de gemeentes Oud-Heverlee en Leuven voorlegt.
Artikel 3:
Van 8 januari 2020 tot 30 april 2020 zal het gedeelte van de Korbeekse Kerkstraat te 3060 Korbeek-Dijle van aan het kruispunt van de Nijvelsebaan met de Korbeekse Kerkstraat zuid tot aan het kruispunt van de Korbeekse Kerkstraat met de Stationsstraat enkel toegankelijk zijn voor plaatselijk verkeer;
Artikel 4:
In het gedeelte van de Korbeekse Kerkstraat van aan het kruispunt met de Nijvelsebaan met de Korbeekse Kerkstraat noord tot het aan kruispunt van de Korbeekse Kerkstraat met de Stationsstraat wordt voor de duur van de werken een algemeen parkeerverbod ingesteld.
Artikel 5:
Voor doorgaand verkeer + 3,5t van en naar Oud-Heverlee wordt tijdens de gehele duur van de werken een omleiding voorzien via de E40 afrit Haasrode.
Artikel 6:
De aanvrager dient per begonnen werfzone een tijdelijk parkeerverbod in te stellen dat 24 uur vooraf aangeduid wordt met verkeersborden E1 a en b met onderbord data en uren.
De aanvrager zal de dienst interventie van de politiezone Voer en Dijle telkens 24 uur vooraf hierover inlichten.
Artikel 7:
Op de rijbaan moet steeds een vrije doorgang met een minimumbreedte van 3 meter gevrijwaard blijven.
Artikel 8:
Er moet steeds een vrije doorgang voor voetgangers en fietsers gegarandeerd worden.
Artikel 9:
De bewoners van de Korbeekse Kerkstraat, de Beekstraat en de Stationsstraat moeten door de aanvrager minstens 1 week voor de aanvang van de inname op de hoogte gebracht worden via een bewonersbrief.
De bewoners die hun oprit tijdelijk niet kunnen bereiken, als de boordsteen gegoten worden, moeten door de aanvrager minstens 48 uur voor de aanvang van de inname op de hoogte gebracht worden van het feit dat zij dan op straat kunnen parkeren.
Artikel 10:
De verkeersborden zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Artikel 11:
De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien dat het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moet de aanvrager zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.
Artikel 12:
Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en signalisatie duidelijk zichtbaar aangebracht worden.
Artikel 13:
Dit besluit wordt van kracht op 8 januari 2020 en het blijft van kracht tot 30 april 2020.
Zitting van 16 december 2019
VERZEKERINGEN 2020-2024. KENNISNAME GUNNING VERZEKERINGSCONTRACTEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college neemt kennis van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van Kortenberg van 11 december 2019 over de gunning van de verzekeringscontracten 2020-2024 (4 percelen).
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.