Zitting van 28 februari 2022
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 21 februari 2022 goed.
Zitting van 28 februari 2022
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed volgens bijgevoegde lijst voor een totaal bedrag van 208 324,17 euro.
Zitting van 28 februari 2022
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de volgende facturen goed: nr. 2021/6182 tot en met nr. 2021/6193 voor een totaal bedrag van 30 829,91 euro en nr. 2022/371 tot en met nr. 2022/471 voor een totaal bedrag van 152 282,21 euro.
Zitting van 28 februari 2022
VERHUUR SPORTHAL BERTEM. ORGANISEREN FUIF DYNAMO BERTEM.
Besluit
eenparig
Motivering
Het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur, goedgekeurd op de gemeenteraad van 25 mei 2021 geeft Dynamo Bertem de mogelijkheid om de sportzaal Bertem te reserveren.
Op 18 februari 2022 stelde Eddy Coeckelberghs, Voorzitter Dynamo Bertem, de vraag of dat Dynamo Bertem een fuif mag organiseren op zaterdag 14 mei 2022 in de sportzaal Bertem.
Indien Dynamo Bertem geen goedkeuring krijgt om de fuif in de sportzaal Bertem te organiseren, hebben zij als alternatief de zaal in het ontmoetingscentrum 'Ter Dijle' te Korbeek-Dijle gereserveerd.
Bijlagen
•Bijlage 1_Inventaris gemeentelijke infrastructuur van toepassing op het gebruiksreglement met toegepaste tarieven.
•Aanvraag van Eddy Coeckelberghs, Voorzitter Dynamo Bertem, van 18 februari 2022 om een fuif te organiseren in de sportzaal Bertem.
Bespreking
Het college geeft toelating aan Dynamo Bertem om een fuif te organiseren in de sportzaal Bertem op zaterdag 14 mei 2022.
De facturatie gebeurt met toepassing van de tarieven van het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur, goedgekeurd op de gemeenteraad van 25 mei 2021
Zitting van 28 februari 2022
MEUBILAIR VOOR ZALEN VLIEG-IN, TER DIJLE EN UITLEEN.
Besluit
Motivering
In het meerjarenplan is 30 000 euro incl. 21% btw voorzien om vast meubilair (tafels en stoelen) te voorzien in Gemeenschapscentrum Vlieg-In te Leefdaal en Ontmoetingscentrum Ter Dijle te Korbeek-Dijle.
Voor de Vlieg-In wordt een aantal van 220 stoelen en 50 tafels geschat en voor Ter Dijle 180 stoelen en 40 tafels.
Bijkomend wenst de dienst facilitair beheer te voorzien in een uitbreiding van het uitleenmateriaal in de vorm van klapstoelen en tafels op kar om de logistieke werking te optimaliseren.
Heden beschikken we over volgend meubilair voor de zalen/uitleen:
• 900 stapelbare kunststof stoelen
• +/-100 stoelen verspreid over meerdere locaties die vast zijn aan een locatie (sporthal Bertem, polyvalent lokaal Vlieg-In)
• 90 plooitafels op kar per 10 stuks van 120x80cm
• 100 + 50 plooitafels op kar per 15 stuks van 100x60cm
• mogelijkheid tot uitbreiding meubilair vanuit PC Leefdaal en Korbeek-Dijle
De dienst facilitair beheer stelt enkele scenario's voor en stelt proefstukken van stoelen voor aan het college om op die basis een aankoopprocedure voor het meubilair te voeren.
De voorgestelde producten zijn:
Stoel 1
• luxueuze stoel met kunststof zitting en aluminium frame (Pedrali - ICE)
• prijs = +/- 57 euro
• stapelbaar zonder kar tot 6 stoelen
• in te nemen oppervlakte voor 220 stoelen = +/-26m² = 1/8 van het zaaloppervlak van de Vlieg-In
• stapelbaar met kar tot 15 stoelen
• in te nemen oppervlakte voor 220 stoelen op kar = +/-3m²
• prijs transportkar = 140 euro
Stoel 2 => standaard stoel met kunststof zitting en aluminium frame (SCAB - Jenny)
• prijs = +/- 44,50 euro
• stapelbaar zonder kar tot 6 stoelen
• in te nemen oppervlakte voor 220 stoelen = +/-26m² = 1/8 van het zaaloppervlak van de Vlieg-In
• stapelbaar met kar tot 15 stoelen
• in te nemen oppervlakte voor 220 stoelen op kar = +/- 3m²
• prijs transportkar = 140 euro
Stoel 3 => standaard plooistoel met kunststof zitting en stalen buisframe
• prijs = +/- 18,50 euro
• stapelbaar op kar van 25 of 50 stoelen
• in te nemen oppervlakte voor 200 stoelen op kar van 50 stuks = +/- 2m²
• prijs transportkar = 293 euro
Stoel 4 => luxueuze compacte plooistoel met kunststof zitting en stalen/kunststof frame
• prijs = +/- 60,50 euro
• stapelbaar op kar van 25 stoelen
• in te nemen oppervlakte voor 200 stoelen op kar = +/-4m²
• prijs transportkar = 145 euro
Stoel 5 => luxueuze plooistoel volledig in kunststof
• prijs = +/- 62,50 euro
• stapelbaar op kar van 25 stoelen
• in te nemen oppervlakte voor 200 stoelen op kar = +/-4m²
• prijs transportkar = +/- 145 euro
Plooitafel met zwart stalen frame en houten topblad van 120x80cm voor zalen
• prijs = +/- 210 euro
• stapelbaar op kar tot 15 tafels
• in te nemen oppervlakte voor 50 tafels op kar = +/-4,25m²
• prijs transportkar = +/- 480 euro
Plooitafel met zwart stalen frame en houten topblad van 100x60cm voor uitleen
• prijs = +/- 80 euro
• stapelbaar op kar tot 20 of 30 tafels
• in te nemen oppervlakte voor 120 tafels op kar = +/-2,75m²
• prijs transportkar = +/- 255 euro
Bespreking
De dienst facilitair beheer stelt volgende scenario's voor om vaste uitrusting te voorzien in 2 zalen en gebruik van meubilair voor de uitleen:
Scenario 1 = Alles nieuw in Vlieg-In en Ter Dijle:
● Aankoop van 90 tafels van 120x80 per 15 op kar =>18 900 + 3360 = 22 260 euro
● Aankoop van 400 stoelen van het type stoel 1 of stoel 2 per 15 op kar => 22 800 + 3780 = 26 580 euro of 18 022,50 + 3780 = 21 802,50 euro
● Geraamde min. uitgaven = 22 260 + 21 802,50 = 44 062,50 euro.
● Veel extra budget vrij maken
● Geen ruimte voor uitbreiding van klapstoelen en tafels voor de uitleen.
● Logistiek maken we geen vooruitgang behalve geen transport meer te voorzien voor activiteiten in beide zalen.
Scenario 2 = Bestaande tafels en stoelen in Vlieg-In en Ter Dijle en nieuw voor uitleen:
● Aankoop van 150 tafels per 20 of 30 op kar => 12 000 + 1785 = 13 785 euro
● Aankoop van 700 plooistoelen van het type stoel 3 per 50 op kar => 12950 + 4102 = 17 052 euro
● Geraamde uitgaven = 13 785 + 17 052 = 30 837 euro = OK.
● Geen "degelijke" tafels meer in gebruik in uitleen voor bijv. seniorenfeest ...
Scenario 3 = Combinatie van scenario 1 en 2
● Bestaande 90 "degelijke" tafels in Vlieg-In en Ter Dijle
● Aankoop van 150 tafels per 20 of 30 op kar => 12 000 + 1785 = 13 785 euro (uitleen)
● Aankoop van 400 stoelen van het type stoel 1 of stoel 2 per 15 op kar => 22 800 + 3780 = 26 580 euro of 18 022,50 + 3780 = 21 802,50 euro
● Geraamde min. uitgaven = 13 785+ 21 802,50 = 35 587,50 euro.
● Beperkt extra budget vrij maken
● Geen ruimte voor uitbreiding van klapstoelen voor de uitleen.
● Logistiek maken we geen vooruitgang, behalve geen transport meer te voorzien voor activiteiten in beide zalen.
Budgettair gezien en gericht op een efficiëntere werking van logistiek is scenario 2 het beste:
● PRO
○ Er is vast meubilair in GC Vlieg-In en OC Ter Dijle
○ Bestaand vast meubilair in de zalen vergt geen transportkarren voor stoelen
○ De uitleencapaciteit vergroot
○ Uitleen neemt veel minder plaats en men kan grotere hoeveelheden in 1 keer transporteren
● CONTRA
○ Minder luxueuze uitstraling van vast meubilair in de zalen
○ kwaliteit en (zit)comfort van plooitafels en stoelen voor uitleen is minder degelijk
○ Bij misbruik van het nieuwe meubilair uitleen komt er sneller onherstelbare schade t.o.v. bestaand meubilair
Stoel 4 en 5 (plooistoelen) worden aangeboden als alternatief voor zowel uitleen als vast meubilair in zalen die weinig plaats innemen.
Het college kiest voor scenario 2, waarbij de bestaande tafels en stoelen een vaste stek krijgen in Vlieg-In en Ter Dijle en er nieuwe tafels en stoelen voor uitleen gekocht worden in functie van het benodigd aantal om de huidige uitleenstock op dezelfde capaciteit te houden.
Zitting van 28 februari 2022
VERBOUWINGSWERKEN KANTOORGEBOUW LOODS. GOEDKEURING GUNNING HVAC INSTALLATIE.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
• Door het uitblijven van een antwoord van de aangeschreven firma's, een nieuwe prijsvraag van de dienst facilitair beheer van 29 november 2021 aan voor de ombouw van de HVAC-installatie aan volgende firma's:
Juridische gronden
Argumentatie
De installatie van een HVAC-installatie is een onderdeel van de verbouwing van de kantoren die in het administratief gebouw van de gemeentelijke loods worden ondergebracht. De HVAC-installatie moet voldoen aan eisen opgelegd door de interne en externe preventiedienst in een risico-analyse. Bij de initiële prijsvragen is er volop ingezet op het aanschrijven van lokale bedrijven. Door het uitblijven van antwoorden adviseert de dienst facilitair beheer de opdracht te gunnen aan de enige firma die een offerte indiende, zijnde Duall BV, Steenweg 3/13 te 3540 Herk-De-Stad.
De opdracht omvat de plaatsing van centrale verwarming op gelijkvloers en eerste verdieping, met inbegrip van een verluchtingssysteem.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
BI 0119-00/221500 | € 20 514,99 | € 20 514,99 | € 24 911,20 |
De nodige kredieten worden verschoven in het investeringsbudget.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De opdracht “Verbouwing HVAC-installatie kantoren loods" wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Duall BV, Steenweg 3/13 te 3540 Herk-De-Stad, tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 20 587,77 euro excl. btw of 24 911,20 euro incl. 21% btw.
Artikel 2:
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig het advies en de richtlijnen vastgelegd in de risico-analyse van 29 januari 2021.
Artikel 3:
De aanvangsdatum van deze opdracht wordt vastgesteld op 20 maart 2022.
Artikel 4:
De aannemer wordt per aangetekende zending in kennis gesteld van deze aanvangsdatum.
Artikel 5:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 221500/0119-00.
Zitting van 28 februari 2022
VRIJE TIJD. GOEDKEURING ORGANISEREN/DEELNEMEN PERSONEELSSPORTDAG 2022.
Voorgeschiedenis
• 6 juni 2019: laatste editie in Boutersem (Sportregio Dijle en Hageland)
• 2020: geen editie omwille van coronapandemie
• 3 juni 2021: overleg IGS werkgroep Sport: overlopen concept 2021
• 12 oktober 2021 sportdag in Hoeilaart
Feiten en context
• Jaarlijks wordt er in één van de vijf IGS-gemeenten een personeelssportdag georganiseerd voor het gemeente- en OCMW-personeel . De laatste editie van de sportregio Druivenstreek was op 12 oktober in Hoeilaart.
• De editie 2022 zou doorgaan in Bertem op dinsdag 14 juni.
• IGS Druivenstreek heeft voor dit project recht op een subsidie van Sport Vlaanderen voor een bedrag van 4500 euro. De facturatie loopt rechtstreeks via de Vrijetijdsregio.
Argumentatie
De gemeente Bertem beschikt nu over een geschikte locatie: sporthal Verona + accomodatie van vc. Bertem-Leefdaal om de sportdag ( Sportregio Druivenstreek) te kunnen organiseren.
Aan het college wordt gevraagd of de dienst vrije tijd + Frank Bruffaerts (begeleider fietsers) de sportdag voor het personeel van het lokaal bestuur mag organiseren.
Aan de algemeen directeur wordt gevraagd om het personeel een halve dag dienstvrijstelling te geven voor deelname aan de sportdag.
Onze diensten blijven open dus permanentie zal voorzien worden. Dit moet in overleg met de collega's en de leidinggevende worden georganiseerd (bv. de ene medewerker in de voormiddag, de andere namiddag of de ene dit jaar en de andere volgend jaar).
Het poetspersoneel dat 's middags refterdienst in de scholen heeft, zal ook van de sportdag kunnen genieten. Aan de scholen zal voorgesteld worden om hen die dag te vervangen door vrijwilligers vanuit de respectievelijke oudercomités.
De communicatie verloopt via de dienst vrije tijd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de organisatie van de personeelssportdag (sportregio Druivenstreek) op 14 juni 2022 in Bertem door de dienst vrije tijd in samenwerking met de dienst facilitair beheer (oa. Frank Bruffaerts als begeleider van de fietsers).
Artikel 2:
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de deelname aan de intergemeentelijke personeelssportdag op 14 juni 2022 voor al het personeel.
Zitting van 28 februari 2022
CHIRO KORBEEK-DIJLE. TOELATING INLEEFWEEK EN PAASKAMP APRIL 2022.
Voorgeschiedenis
• E-mail van David Brusten van 21 februari 2022 over een aanvraag voor een inleefweek en paaskamp voor Chiro Korbeek-Dijle met overnachting in de Chirolokalen van maandag 4 april tot en met vrijdag 8 april 2022.
Feiten en context
• Chiro Korbeek-Dijle zou graag een inleefweek en paaskamp organiseren in hun Chirolokalen. Het gaat om een week samen leven en slapen in hun lokalen als teambuilding met de leiding. Het paaskamp is een kampje voor kinderen.
Juridische gronden
• Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
• Artikel 3 gebruiksmodaliteiten van de gebruiksovereenkomst Chirolokalen Korbeek-Dijle:
"Het is verboden te kamperen en te overnachten in de lokalen, tenzij met voorafgaandelijke goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen."
Argumentatie
Chiro Korbeek-Dijle vraagt om een uitzondering toe te staan op de algemene regel uit de gebruiksovereenkomst. De buren worden op voorhand ingelicht en de facilitaire dienst wordt ingelicht over wie er in de lokalen zal overnachten. Er zal geen overlast zijn voor de buren.
Bijlagen
Poster paaskamp 2022
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft voorwaardelijk toelating aan Chiro Korbeek-Dijle om een inleefweek en paaskamp te houden van 4 april tot en met 8 april 2022 in hun Chirolokalen. Het college staat een afwijking op de gebruiksovereenkomst toe en geeft de toelating aan de leidingskring om tijdens de inleefweek te overnachten in de lokalen op volgende voorwaarden:
• Indien er lokalen worden verduisterd en afgeplakt met tape, moeten deze achteraf zorgvuldig verwijderd worden zonder de muren en ramen te beschadigen.
• Tijdens de inleefweek moet rekening worden gehouden met de omwonenden. Er mag geen lawaaihinder zijn voor de omwonenden.
• Er is een geluidsbeperking vanaf 22 uur. De inleefweek mag niet uitmonden in fuiven. Bij klachten wordt de inleefweek stopgezet en volgende keer niet meer goedgekeurd door het college.
• Onmiddellijk na de inleefweek en het paaskamp moeten de lokalen en keuken schoongemaakt en ordelijk gemaakt worden en moet de vuile vaat afgewassen worden.
• Bij de inleefweek mogen geen externen betrokken zijn.
• Tijdig de buren verwittigen
• De maatregelen die horen bij de kleurcode van de Coronabarometer die dan van toepassing is, moeten gevolgd worden.
Zitting van 28 februari 2022
IGS VRIJETIJDSREGIO DRUIVENSTREEK. KENNISNAME VERSLAG RAAD VAN BESTUUR VAN 16 FEBRUARI 2022.
Besluit
Motivering
Sinds 1 januari 2020 bestaat de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek. Op regelmatige tijdstippen komt de raad van bestuur samen.
Het verslag van 17 november 2021 wordt in bijlage ter kennisgeving voorgelegd aan het college.
Mededeling
Het college neemt kennis van het verslag van de raad van bestuur van IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek van 17 november 2021.
Aandachtspunten uit het verslag:
- organisatie De Gordel 2023
- vacature administratief assistent - lancering vanaf 7 maart voorzien
- terugkoppeling resultaten enquête
- inspiratiedag collega's vrijetijd 23 maart 2022 (wellicht wijzigt deze datum nog)
- Uitpas: alle gemeenten hebben de Magda-overeenkomst goedgekeurd
- evenementen: onderzoek naar 1 systeem voor herbruikbare bekers in de regio
- werkgroep jazz met pit: overeenkomst met Muziek Mozaïek werd getekend, project kan opgestart worden
- werkgroep sport: jaarplanning werd opgemaakt. Kijk ik Fiets, personeelssportdag, sporteldag G-sportweek en kleuterhappening
- werkgroep communicatie: inventarisatie vrijetijdsbrochures in de verschillende gemeenten
- werkgroep GC/CC: (geen deelname Bertem) onderzoek naar ticketingsysteem voor de regio
- werkgroep bibliotheken: akkoord met Avanansa Halle-Vilvoorde om e-inlcusielessen te komen geven in heel de regio + bibliotheken Overijse, Tervuren en Hoeilaart zijn aan het overstappen naar het eengemaakt bibliotheek systeem
- werkgroep jeugd: tieneraanbod wordt onder de loupe genomen
Zitting van 28 februari 2022
ELK ZIJN HUIS: BERICHT AAN AANDEELHOUDERS INZAKE WERKINGSGEBIEDEN WOONMAATSCHAPPIJEN.
Besluit
Mededeling
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het bericht van CVBA Elk Zijn Huis betreffende de mededeling van de Vlaamse regering van 4 februari 2022 inzake de werkingsgebieden van de nieuw op te richten Woonmaatschappijen.
Zitting van 28 februari 2022
ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING. ADVIESVRAAG VAN DE PROVINCIE VLAAMS BRABANT IN HET DOSSIER 'JOHAN CRABBÉ VOOR HET HERINRICHTEN VAN DE BINNENKOER, DE BESTAANDE ZONE ACHTERAAN AFDICHTEN MET EEN GROENDAK EN HET INRICHTEN VAN KANTOOR IN DE BESTAANDE GARAGE BIJ DE INRICHTING GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, KORBEEKSE KERKSTRAAT 34, SECTIE B NRS. 269H, 269K, 269L EN 271F2'.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 12 oktober 2020 heeft het college een omgevingsvergunning afgeleverd aan Johan Crabbé voor het oprichten van een hal met onderliggende kelder en groendak in 3060 Korbeek-Dijle, Korbeekse Kerkstraat 32A, sectie B nr 268e, 269k,l en 274d2.
Tegen deze beslissing werd beroep aangetekend bij de deputatie. Op 4 februari 2021 heeft de aanvrager de omgevingsaanvraag ingetrokken.
• Op 8 juli 2021 heeft Johan Crabbé een nieuwe aanvraag ingediend voor het herinrichten van de binnenkoer, het afdichten van de bestaande zone achteraan met een groendak en het inrichten van een kantoor in de bestaande garage gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Korbeekse Kerkstraat 34, sectie B nrs. 269h, 269k, 269l en 271f2. Op 22 november 2021 heeft het college een vergunning afgeleverd.
• Tegen de beslissing van het college werd beroep aangetekend bij de provincie Vlaams-Brabant. Het beroep werd volledig en ontvankelijk verklaard op 21 januari 2022.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Korbeekse Kerkstraat. De bouwplaats maakt deel uit van het centrum van Korbeek-Dijle met in de omgeving hoofdzakelijk woningen in halfopen en gesloten bouworde.
In het zuiden ligt de waardevolle Dijlevallei en in het noorden de gewestweg Nijvelsebaan.
De gebouwen, loodsen en koer worden gebruikt voor het uitbaten van de garage.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat:
º Het herinrichten van de binnenkoer:
▪ de bijgebouwen ingeplant achteraan tegen de garage en de bestaande carport's worden gesloopt
º Er wordt een kantoor ondergebracht in de bestaande garage.
º Achteraan het perceel wordt een gebouw voorzien voor het stallen van voertuigen. De totale grondoppervlakte van het gebouw bedraagt 281,6 m². Het gebouw wordt afgewerkt met een plat groendak met een kroonlijsthoogte van 3,50 m.
Het overige gedeelte van het bedrijf blijft behouden.
• Watertoets
Gezien de aanvraag een overkapping van een parkeerruimte inhoudt, kan er een vermindering van de infiltratiecapaciteit van de bodem plaatsvinden. In deze omstandigheden dient overgegaan te worden tot afkoppeling van het hemelwater, overeenkomstig de geldende stedenbouwkundige verordeningen.
Het hemelwaterformulier werd foutief ingevuld, aangezien er aangevinkt werd dat het niet gaat om de bouw van een overdekte constructie van meer dan 40 m².
Door de aanleg van een groendak op de gehele constructie is er strikt gezien volgens de gewestelijke verordening hemelwater geen hemelwaterput nodig.
Een infiltratievoorziening is echter wel verplicht. De afwaterende oppervlakte voor de dimensionering van de infiltratievoorziening is de som van:
º de verharde grondoppervlakten die nieuw aangelegd of heraangelegd worden (A);
º een deel van of in voorkomend geval de volledige bestaande verharde grondoppervlakte voor zover deze nog niet is aangesloten op een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening (B)
º de horizontale dakoppervlakten van de nieuw te bouwen of te herbouwen overdekte constructies (C)
º een deel van of in voorkomend geval de volledige horizontale dakoppervlakte van de bestaande constructie waar tegenaan gebouwd wordt voor zover deze nog niet is aangesloten op een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening (D).
Omdat groendaken van nature de regen vasthouden, mag men bij deze berekening de oppervlakte van de groendaken delen door twee.
Er is overigens ook geen duidelijkheid over de exacte samenstelling van het groendak of de dikte van de substraat- of teellaag.
Een aangepast inplantingsplan met de aanduiding van de infiltratievoorziening en een gedetailleerde beschrijving van de exacte samenstelling van het groendak zal voor de start van de werken worden voorgelegd aan het college ter goedkeuring.
Dit wordt als voorwaarde opgelegd in de vergunning.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Argumentatie: verslag omgevingsabtenaar van 18 november 2021
1. Openbaar Onderzoek
De omgevingsaanvraag van 8 juli 2021 werd van 20 augustus 2021 tot 18 september 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden 3 klachten ingediend. Twee klachten zijn identiek.
De klachten werden als volgt gebundeld en besproken:
1. Voorafgaandelijk aan de start van de werken dient een plaatsbeschrijving van de aanpalende woning te worden opgemaakt door een erkend expert.
De eigenaars van de aanpalende woning willen ook inzage in het uitvoeringsdossier en de studie stabiliteit voor de zone van de tuin die wordt afgegraven naast de gemene muur en wensen geïnformeerd te worden over de timing van de werken.
Er wordt gevreesd voor vochtinfiltratie in de gemene muur door ophoging van het grondpeil. Er wordt gevraagd om een sleuf te maken naast de gemene muur en te voorzien in een noppenfolie. Bovendien dient er een drainagebuis omhuld met kiezels + geotextiel te worden voorzien naast de gemene muur om voorkomend insijpelend water in de bodem afdoende te draineren en af te voeren.
Bespreking:
Het is uiteraard belangrijk dat de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen om schade aan de aanpalende eigendommen zowel tijdens als na de bouwwerken te vermijden. Dit aandachtspunt wordt ook opgenomen bij de opmerkingen van deze vergunning. Het (laten) opmaken van een tegensprekelijke plaatsbeschrijving is een goed instrument om eventuele schade nadien duidelijk te kunnen aantonen.
Door ophoging van het grondpeil is de bezorgdheid van de aanpalende eigenaar voor vochtinfiltratie in de gemene muur gegrond.
Dergelijke maatregelen kunnen echter niet via deze omgevingsvergunning worden opgelegd en vallen onder de verantwoordelijkheid van de bouwheer. Ook de timing van de uitvoering ligt in handen van de aanvrager
Besluit:
De klacht is ontvankelijk en zal als opmerking worden opgenomen in de vergunning.
2. De reliëfwijzigingen door het af- en uitgraven van de oorspronkelijke grond (weide en tuin) creëert een gevaar voor de stabiliteit van de omliggende hoger gelegen terreinen en woningen en verkeersinfrastructuur. Ze veroorzaken ook een vermindering van de infiltratiecapaciteit van de bodem.
Bespreking:
Het nieuwe parkeerterrein wordt uitgegraven in de helling en de bestaande keerwand wordt achteruit geschoven. Op het hoogste punt bedraagt de dikte van de uitgegraven laag 3 m. De reliëfwijzigingen noodzakelijk voor de uitvoering van de werken worden opgevangen door keermuren.
Door deze bebouwing en het groendak wordt de relatie van de woningen met de achterliggende tuin (weide) hersteld. De binnenkoer wordt gesaneerd en er wordt verharding uitgebroken.
De binnenkoer en dus de verharde oppervlakte wordt kleiner (van 500 m² naar 344 m²), in vergelijking met de huidige toestand.
Het dak van de garage wordt afgewerkt met een groendak.
Gelet op bovenstaande zijn de voorziene reliëfwijzigingen te verantwoorden om de overdekte autostaanplaats in het talud te schuiven en door het groendak, de vermindering van de verharde oppervlakte van de binnenkoer en de voorwaarden die opgelegd worden in deze vergunning om een infiltratie te voorzien zal er geen bijkomende wateroverlast ontstaan.
Besluit:
De klacht is ontvankelijk maar wordt niet aanvaard.
3. De bedrijfsvoering moet beperkt blijven tot het perceel waarop de milieuvergunning van toepassing is. De eigendom van de aanvrager gelegen Nijvelsebaan 175 mag niet geannexeerd worden aan de garage en er mogen geen garage activiteiten uitgevoerd worden in de tuinzone van deze woning.
Bespreking:
De aanvraag omvat het creëren van een kantoor binnen het volume van de bestaande garage, het reorganiseren van de binnenkoer en het overdekken van een parkeerruimte met een groendak. De aanvraag omvat geen uitbreiding van de inrichting.
Besluit:
De bestaande garage en de huidige verharding maken deel uit van een vergunde inrichting. Deze inrichting blijft ongewijzigd. De aanvraag impliceert geen hogere dynamiek van het bestaand bedrijf.
Deze klacht is ontvankelijk maar wordt niet aanvaard.
4. Voorwaarden uit eerdere beslissingen van het college worden niet nageleefd. In de vergunning van 2010 voor de uitbreiding van de garage was één van de voorwaarden het behoud van een minimum breedte van de weide van 12,20 m.
Bespreking:
In de voorwaarden opgelegd in de vergunning van 18 oktober 2010 werd als voorwaarden opgelegd dat de toegangsweg naar de weide uit de vergunning werd gesloten. De weide is niet bereikbaar voor gemotoriseerde voertuigen en dit moet in de toekomst zo blijven. De weide moet haar huidige bestemming, karakter en uitzicht behouden.
In de aanvraag behoudt de weide haar huidige bestemming, karakter en uitzicht en is de weide niet bereikbaar voor gemotoriseerde voertuigen. Het groendak en de weide zijn uitsluitend toegankelijk via een trap.
De parkeerruimte wordt iets dieper in het talud ingeschoven waardoor er een beperkte oppervlakte van de weide wordt opgeofferd. Door het groendak van het gebouw zal voor de hoger gelegen woningen op de Nijvelsebaan, die met hun tuin aan het goed grenzen, deze ingreep betekenen dat ze enkel op groen uitkijken en dat de binnenkoer zelf aan het zicht onttrokken wordt.
De beperkte opoffering van de weide en de reliëfwijzigingen die hiermee gepaard gaan, zijn te verantwoorden.
Besluit:
Deze klacht is ontvankelijk maar wordt niet aanvaard.
5. De aanvraag houdt een onaanvaardbare verdere uitbreiding in van een professionele autogarage in een dichtbevolkte dorpskern.
Door de uitbreiding wordt de overlast op de omgeving vergroot:
● veel geluidshinder van de activiteiten van de garage
● de overdekte parkeervoorziening veroorzaakt een opoffering van stukken natuur
Bespreking:
De aanvraag omvat het creëren van een kantoor binnen het volume van de bestaande garage, het reorganiseren van de binnenkoer en het overdekken van een parkeerruimte met een groendak. De aanvraag omvat geen uitbreiding van de inrichting. De aanvraag veroorzaakt geen extra geluidshinder.
De parkeerruimte wordt iets dieper in het talud ingeschoven waardoor er een beperkte oppervlakte van de weide wordt opgeofferd. Door de aanleg van een groendak boven de parkeerruimte is deze opoffering te verantwoorden.
Besluit:
De bestaande garage en de huidige verharding maken deel uit van een vergunde inrichting. Deze inrichting blijft ongewijzigd. De aanvraag impliceert geen hogere dynamiek van het bestaande bedrijf.
Deze klacht is ontvankelijk maar wordt niet aanvaard.
6. De garage is gehuisvest in een vroegere boerderij en is zonevreemd. De aanvraag dient gevestigd te zijn binnen een voorziene industriële zone.
Bespreking
De aanvraag is gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het herinrichten van een binnenkoer, het creëren van een kantoor binnen het volume van de bestaande garage en het creëren van een overdekte standplaats voor auto's is principieel niet in strijd met de planologische bestemmingsvoorschriften van het woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn naast wonen ook bestemd voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf, alsook voor groene ruimte, sociaal-culturele inrichtingen... voor zover die taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied afgezonderd moeten worden. Een complementaire bedrijvigheid is bijgevolg niet zonder meer uitgesloten in een landelijk woongebied.
Besluit:
De bedrijvigheid is niet zonevreemd.
De bestaande garage en de huidige verharding maken deel uit van een vergunde inrichting. Deze inrichting blijft ongewijzigd. De aanvraag impliceert geen hogere dynamiek van het bestaande bedrijf.
Deze klacht is ontvankelijk maar wordt niet aanvaard.
7. De beschrijvende nota en plannen zijn vaag en onvolledig:
● worden er 1 of 2 gebouwen achteraan de weide geplaatst?
● geen melding van sloping van gebouwen
● onduidelijk waar het kantoor wordt ingericht
Bespreking:
De aanvraag voorziet in één nieuwe constructie achteraan de weide die wordt ingericht als een overdekte parkeerruimte. Bovendien wordt er een kantoor in de garage voorzien en wordt de binnenkoer gereorganiseerd door het slopen van bestaande carports, het verwijderen van verharding en het aanleggen van onoverdekte parkeerplaatsen.
In de eerste projectversie ontbraken een aantal gegevens op de plannen zoals aanduiding van de te slopen gebouwen (al kon men wel afleiden uit het bestaand en nieuw inplantingsplan welke gebouwen werden gesloopt), duidelijke locatie van het kantoor en aanduiding van bepaalde afmeting o.a. van de achterliggende weide.
Op 3 november 2021 heeft de architect naar aanleiding van de opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek een nieuwe projectversie ingediend met verduidelijking van de te slopen gebouwen, het kantoor en ontbrekende afmetingen.
Besluit:
Deze klacht is ontvankelijk en wordt aanvaard.
In de projectversie van 3 november 2021 werd tegemoet gekomen aan bovenvermelde opmerkingen.
2 Advies waarnemend omgevingsambtenaar
De beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
Het herinrichten van de binnenkoer, het inrichten van een kantoor in de bestaande garage en het creëren van een overdekte standplaats met groendak voor auto's is principieel niet in strijd met de planologische bestemmingsvoorschriften van het woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn naast wonen ook bestemd voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf, alsook voor groene ruimte, sociaal-culturele inrichtingen... voor zover die taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied afgezonderd moeten worden. Een complementaire bedrijvigheid is bijgevolg niet zonder meer uitgesloten in een landelijk woongebied, maar de inpasbaarheid moet concreet beoordeeld worden, rekening houdend met de gecreëerde hinder en de specifieke context waarbinnen de activiteit ontplooid wordt.
De voorgestelde werken dragen bij tot een verbeterde bedrijfsvoering.
Mobiliteitsimpact
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg bepaalt dat voor autoherstelplaatsen en garages 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 25 m² bedrijfsoppervlakte moet voorzien worden.
De bestaande inrichting heeft een oppervlakte van +/- 300 m². Er worden 16 parkeerplaatsen voorzien waardoor er voldaan wordt voor zowel de inrichting als de privéwoning.
Schaal
Door het inschuiven van de nieuwe parkeerruimte in het bestaande talud en door het bestaande grasveld van de weide door te trekken met een groendak is de schaal van het gebouw verantwoord. De schaal van de gebouwen in de omgeving wordt niet overschreden.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Door het slopen van de bestaande bijgebouwen is de toename van de bouwdichtheid op het perceel te verwaarlozen en verantwoord in deze vrij dens bebouwde omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De oppervlakte van de verharde binnenkoer wordt kleiner. Tussen de buren en de binnenkoer komt nu een volledig groene zone wat de integratie van het geheel danig verbetert tegenover de bestaande situatie. Voor de buren zal de binnenkoer met wagens haast volledig aan het zicht onttrokken worden.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Achteraan wordt de binnenkoer overdekt met een groendak wat dienst zal doen als een garage waar 10 wagens kunnen gestald worden. Het nieuwe parkeerterrein wordt uitgegraven in de helling en de bestaande keerwand wordt achteruit geschoven. Op het hoogste punt bedraagt de dikte van de uitgegraven laag 3m. De reliëfwijzigingen noodzakelijk voor de uitvoering van de aanvaag worden opgevangen door keermuren.
Door deze bebouwing en het groendak wordt de relatie van de woningen met de achterliggende tuin (weide) hersteld. De binnenkoer wordt gesaneerd en er wordt verharding uitgebroken. Voor de woningen gelegen aan de Nijvelsebaan, die met hun tuin aan het goed grenzen en die hoger gelegen zijn gezien de helling van het terrein zullen, na de uitvoering van de werken, enkel uitkijken op groen en de binnenkoer wordt aan hun zicht onttrokken.
Gelet op bovenstaande zijn de voorziene reliëfwijzigingen verantwoord om de overdekte autostaanplaats in het talud te schuiven.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De bestaande binnenkoer is verhard met een vloeistofdichte vloer, aangesloten op een lekdicht afwateringssysteem dat voorzien is van een koolwaterstofafscheider en slibvangput (VLAREM titel II). Omdat de afwaterende oppervlakte niet wijzigt, kan dit systeem onveranderd behouden blijven.
Het is belangrijk dat de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen om schade aan de aanpalende eigendommen zowel tijdens als na de bouwwerken te vermijden. Het risico van vochtinfiltratie in de gemene muur door ophoging van het grondpeil moet door de bouwheer vermeden worden.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
3. Voorwaarden
● De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
● De voorschriften opgelegd in het advies van De Watergroep van 18 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.
● Een aangepast inplantingsplan met de aanduiding van de infiltratievoorziening en een gedetailleerde beschrijving van de exacte samenstelling van het groendak zal voor de start van de werken ter goedkeuring worden voorgelegd aan het college.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college sluit zich nog steeds integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar van 18 november 2021.
Artikel 2 :
Dit advies wordt overgemaakt aan de provincie Vlaams-Brabant.
Zitting van 28 februari 2022
OMV2022014177 (2022 13) STOPZETTING VAN HAINE BVBA - VOSSENSTRAAT 33
Voorgeschiedenis
• Omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2022014117 (2022 13), ingediend via het omgevingsloket d.d. 13 februari 2022 door Edouard Haine namens Haine BVBA, Vossenstraat 33 te Bertem voor de ingedeelde inrichting of activiteit.
• Historiek:
Milieuvergunning:
o ARAB-vergunning van 24/02/1989 tot 24/02/1998 afgeleverd aan Edouard Haine voor rubrieken 2.2.1.C.1./15.1.1./17.3.6.1.b./17.3.9.1./.
o Vlarem-vergunning van 20/05/1997 tot 23/02/2003 afgeleverd aan Edouard Haine voor verandering van rubrieken 2.2.1.C.1./15.1.1./17.3.6.1.b./17.3.9.1./
o Vlarem-vergunning van 23/02/2003 tot 23/02/2023 afgeleverd aan Edouard Haine voor het hernieuwen en veranderen met rubrieken 2.2.1.a./2.2.1.c.1./2.2.2.a.1./15.1.1./17.3.6.1.b./17.3.9.1./
o Vlarem-vergunning van 28/04/2003 tot 27/04/2006 afgeleverd aan Edouard Haine voor de hernieuwing van 2 x 2500 l mazout.
o Vlarem-vergunning van 21/03/2005 tot 27/04/2026 afgeleverd aan Edouard Haine voor het hernieuwen van rubrieken 2.2.2.a.1° / 2.2.1.c.1 / 15.1.1° / 17.3.6.1.b / 17.3.9.1°. De vergunning begint vanaf 27/04/2006.
o Melding overname door Haine BVBA d.d. 01/03/2006 voor de rubrieken 2.2.2.a.1° / 2.2.1.c.1 / 15.1.1° / 17.3.6.1.b / 17.3.9.1°.
o Mededeling kleine verandering door Haine BVBA d.d. 4/11/2013 tot 27/4/2026 voor rubriek 15.1.1.
o Melding van verandering door Haine BVBA d.d. 14/04/2014 tot 27/4/2026 voor rubrieken 2.2.2.a.1° / 2.2.1.c.1 / 17.3.6.1.b / 17.3.9.1°.
Stedenbouwkundige vergunning:
o Dossier 200519: Het schepencollege heeft een vergunning afgeleverd op 30 mei 2005 aan Edouard Haine voor aanleggen van een betonverharding als uitbreiding van een bestaande betonverharding en de regularisatie van het aanleggen van een doorlaatbare verharding (betonpuin) op het resterende terrein.
Feiten en context
• Locatie: Vossenstraat 33 te 3060 Bertem, kadastraal gekend als 24009, sectie C, nr. 323Z
• De locatie is grotendeels gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en langs de eerste 50 m aan de Vossenstraat in woongebied gelegen volgens het gewestplan Leuven.
• Het voorwerp van het omgevingsmelding is de gehele stopzetting van de ingedeelde inrichting of activiteit.
• Concreet omvat de stopzetting volgende rubrieken:
º Rubriek 2.2.2 a)1°
º Rubriek 2.2.1.c)1°
º Rubriek 15.1.1.
º Rubriek 17.3.6.1.b)
º Rubriek 17.3.9.1°
• De inrichting valt onder categorie A van Vlarebo: de inrichting of activiteit waarvoor conform het Bodemdecreet en het VLAREBO een oriënterend onderzoek verplicht is bij overdracht, sluiting en faillissement, en om de twintig jaar.
• De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Juridische gronden
• Artikel 98 Omgevingsbesluit
De stopzetting gebeurt via het formulier en de in het formulier aangewezen addenda uit het addendabibliotheek.
• Decreet algemene bepalingen milieubeleid en bijlagen.
• Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning.
Adviezen
• Er zijn geen externe adviezen vereist.
Argumentatie
De exploitant wenst namens Haine BVBA een volledige stopzetting van de inrichting, gelegen Vossenstraat 33.
De inrichting valt onder categorie A van Vlarebo: de inrichting of activiteit waarvoor conform het Bodemdecreet en het VLAREBO een oriënterend onderzoek verplicht is bij overdracht, sluiting en faillissement, en om de twintig jaar. Dus bij deze stopzetting van de inrichting zal de exploitant een oriënterend bodemonderzoek moeten laten uitvoeren. De resultaten van het onderzoek dienen overgemaakt te worden aan OVAM.
Financiële gevolgen: /
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van OMV_2022014117 (2022 13), ingediend via het omgevingsloket d.d. 13 februari 2022 door Edouard Haine namens Haine BVBA, Vossenstraat 33 te Bertem voor de gehele stopzetting van de ingedeelde inrichting of activiteit.
Artikel 2:
De inrichting valt onder categorie A van Vlarebo: de inrichting of activiteit waarvoor conform het Bodemdecreet en het VLAREBO een oriënterend onderzoek verplicht is bij overdracht, sluiting en faillissement, en om de twintig jaar. Dus bij deze stopzetting van de inrichting zal de exploitant een oriënterend bodemonderzoek moeten laten uitvoeren. De resultaten van het onderzoek dienen overgemaakt te worden aan OVAM.
Zitting van 28 februari 2022
OMG KORBEEKSE KERKSTRAAT 34 - GARAGE CRABBÉ
Voorgeschiedenis
● Omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2021182787 (2022 8), ingediend via het omgevingsloket d.d. 31 januari 2022 door garage Crabbé BVBA, Korbeekse Kerkstraat 34 te Bertem voor de ingedeelde inrichting of activiteit gelegen Korbeekse Kerkstraat 34 te 3060 Bertem.
● Historiek:
Omgevingsvergunning:
o Dossier OMV_2020084036: Het schepencollege heeft een vergunning afgeleverd voor het herinrichten van een binnenkoer, het bouwen van een loods met kelder, gelijkvloers en groendak en het inrichten van een kantoor in een bestaande garage.
Milieuvergunning:
o Dossier 200263: Het schepencollege heeft een Vlarem-vergunning klasse 2 afgeleverd op 21 april 2003 aan garage Crabbé voor de exploitatie van een garage.
o Dossier 19901: Het schepencollege heeft een ARAB-vergunning afgeleverd op 1 oktober 1990 aan Jean Crabbé voor opslag van dierlijk mest.
Stedenbouwkundige vergunning:
o Dossier 201659: Het schepencollege heeft een vergunning afgeleverd op 5 december 2016 aan Johan Crabbé voor gevelrenovatie.
o Dossier 201066: Het schepencollege heeft een vergunning afgeleverd op 18 oktober 2010 aan Johan Crabbé BVBA voor het verharden van een parkeerterrein en verbouwingen van een schuur voor autowerkplaatsen.
o Dossier 200969: Het schepencollege weigert de vergunning op 31 augustus 2009 aan Johan Crabbé namens garage J. Crabbé voor het afgraven en verharden van een parkeerterrein.
Feiten en context
• Locatie: Korbeekse Kerkstraat 34 te 3060 Bertem, kadastraal gekend als afd. 2, sectie B, nr. 269H
• De locatie is gelegen in woongebied volgens het gewestplan Leuven.
• Het voorwerp van het omgevingsproject is de hernieuwing van de vergunning en een overdracht. Door wijziging van de rubriekenlijst werd de klasse 2 rubriek van de werkplaats gedeclasseerd zodat de hele inrichting onder een klasse 3 inrichting valt.
• De aanvraag omvat volgende ingedeelde inrichting of activiteit:
º Rubriek 3.4.1°a): hernieuwen: het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van dit besluit, met een debiet tot en met 2 m3/h: als het bedrijfsafvalwater geen hogere concentratie van gevaarlijke stoffen dan de voormelde concentraties bevat: lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet van 0,0017 m³/uur - 0,041 m³/dag - 15 m³/jaar (klasse 3);
º Rubriek 6.4.1.: veranderen: opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 l tot en met 50.000 l: Opslag van in totaal 4.040 liter olie waarvan 2.332 liter motorolie (1 x 1.500 liter en 4 x 208 liter), 1.500 liter afvalolie (1 x 1.500 liter) en 208 liter ruitensproeierantivries (1 x 208 liter) (klasse 3);
º Rubriek 15.2.: veranderen: andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3: (klasse 3 – Vlarebo A);
º Rubriek 16.3.2°a): nieuw: Koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW: Compressor en airconditioningsinstallatie en een geïnstalleerde totale drijfkracht van 6,48 kW met respectievelijk 3,85 kW en 2,63 kW (klasse 3);
º Rubriek 17.3.2.1.1.1.b): veranderen: opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17.1, 17.4 en rubriek 48: brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3: gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton voor andere inrichtingen dan de inrichtingen, vermeld in punt a: Opslag van 1,275 ton mazout in een bovengrondse dubbelwandige houder van 1.500 liter (klasse 3);
º Rubriek 17.3.6.1°b): nieuw: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen: opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied: Opslag van 585 kg schadelijke vloeistoffen waarvan 216 kg ruitensproeierantivries (1 x 208 liter) en 369 kg koelvloeistof (1 x 208 liter en 2 x 60 liter) (klasse 3);
• º Rubriek 17.3.7.1°b): nieuw: vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid: opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied: Opslag van 369 kg vloeistoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid waarvan 369 kg koelvloeistof (1 x 208 liter en 2 x 60 liter) (klasse 3);
º Rubriek 17.4: nieuw: opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l: Opslag van max. 300 kg/l gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen in verpakkingen van max. 30 kg/l (klasse 3);
• Er wordt geen bijstelling aangevraagd.
• De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Juridische gronden
• Artikel 6 Omgevingsdecreet
Niemand mag zonder voorafgaande meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een meldingsplichtige verandering eraan doen.
• Artikel 136 Omgevingsbesluit
De melding gebeurt via het formulier en de in het formulier aangewezen addenda uit het addendabibliotheek.
• Artikel 137 Omgevingsbesluit
De melding van een meldingsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die onlosmakelijk verbonden is met stedenbouwkundige handelingen van een onroerend goed.
• Art. 100 Omgevingsvergunningendecreet
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst of door een gedeeltelijke stopzetting van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als meldingsakte en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
• Decreet algemene bepalingen milieubeleid en bijlagen.
• Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning.
Adviezen
• Er zijn geen externe adviezen vereist.
Argumentatie
Indien het puur om een declassering gaat omwille van een wijziging van de indelingslijst geldt de klasse 2 vergunning verder als meldingsakte (cfr. art. 100 van het Omgevingsvergunningendecreet: In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst of door een gedeeltelijke stopzetting van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als meldingsakte en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.)
Zulke declassering moet dus niet gemeld worden aan de gemeente.
Omdat het hier om een overdracht gaat, kan de exploitant wel best de activiteit melden onder de nieuwe vennootschap.
Financiële gevolgen
/
Bijlagen
• Mailverkeer met Niels Witters van Departement Omgeving
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen verklaart de aanvraag van de omgevingsvergunningsmelding OMV_2021182787 (2022 8) niet ontvankelijk wegens het niet toepassen van de juiste procedure.
Zitting van 28 februari 2022
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN SF-CONSTRUCT VOOR HET BOUWEN VAN 3 WONINGEN IN 3061 LEEFDAAL, DIEPESTRAAT 46 EN 48 EN GRENSSTRAAT 2, AFDELING 3 SECTIE A NR 145E.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 25 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning goedgekeurd voor het slopen van een eengezinswoning (OMV_2021157933 / 2021.113) aan SF-construct voor het goed in 3061 Leefdaal, Grensstraat 2, sectie A, nr 145e.
• Op 20 december 2021 heeft SF-construct, Halensebaan 127 - 3290 Diest, een aanvraag ingediend voor een groepswoningbouw project (het bouwen van 1 open en 2 halfopen woningen) in 3061 Leefdaal, Diepestraat 46 en 48 en Grensstraat 2, sectie A, nrs. 145e en 415c.
• Op 10 januari 2022 werd er bijkomende informatie gevraagd. Deze informatie werd ontvangen op 17 januari.
• Op 19 januari werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
● Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
● De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
● De bouwplaats is gelegen langsheen de Grensstraat. Deze straat ligt ten noordwesten van het centrum van Leefdaal in het gehucht Coige. De onmiddellijke omgeving wordt voornamelijk gekenmerkt door woningen, landbouwbedrijven en open landbouwgebied. De bestaande gebouwen bestaan uit zowel laagbouw als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen verband en afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur. Deze woningen sluiten aan bij het bebouwde weefsel van de buurgemeente Kortenberg aan de overzijde van de Grensstraat.
● Het voorstel omvat het bouwen van drie nieuwe wooneenheden. Twee wooneenheden zullen in halfopen verband (woning 1 en 2) worden opgericht en de derde woning in open verband. Alle drie de woningen zullen 10 m uit de as van de voorliggende weg en op minimaal 3 m ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrenzen worden ingeplant. De woningen worden van twee parkeerplaatsen voorzien, waarvan telkens 1 overdekt door middel van een carport. De carporten worden 95 cm lager geplaatst dan het leefgedeelte. De verharding van de inrit wordt uitgerust in waterdoorlatende grasdallen. Bovendien is er bij iedere woning plaats voor het stallen van 4 fietsen.
○ De halfopen woningen:
De bouwdiepte van de halfopen woningen bedraagt 12 m op zowel de gelijkvloers als op de verdieping. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,05 m. Daarmee is woning 1 in totaal 6,7 m (0,65 + 6,05) hoger dan het maaiveld van de voorliggende weg. Woning 2 wordt 7,81 m (6,05 + 1,76) hoger ingeplant ten opzichte van het maaiveld van de voorliggende weg. De carports krijgen een diepte van 6,25 m en worden voor de voorgevel geplaatst. Het bestaande terreinprofiel wordt ter hoogte van de bouwzone (+ oprit en het achterliggende terras) gewijzigd.
○ De open woning:
De open woning krijgt een bouwdiepte van 8,8 m op zowel het gelijkvloers als de verdieping. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,15 m ten opzichte van de nulpas. Daarmee is de woning 7,25 m hoger dan het maaiveld ten opzichte van het maaiveld van de voorliggende weg. Het bestaande terreinprofiel wordt ook hier ter hoogte van de bouwzone (+oprit en het achterliggende terras) gewijzigd.
Watertoets
Op 17 februari 2022 heeft de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
○ de bouw van 3 woningen;
○ elke woning heeft 2 parkeerplaatsen, waarvan 1 overdekt;
○ oprit in waterdoorlatende verharding en grasdallen;
○ terras in waterdoorlatende verharding.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2142 Vloetgracht. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag niet gelegen in een effectief en/of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
Hemelwaterverordeningen:
○ Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop of het RWA-stelsel onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013);
○ Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
○ Woning 1: een hemelwaterput van 5.000 liter en een infiltratievoorziening van 1.800 liter (min. 1.489,5 liter) met een oppervlakte van 4,80 m² (min. 2,38 m²). De oprit, het pad en het terras worden aangelegd in waterdoorlatende materialen;
○ Woning 2: een hemelwaterput van 5.000 liter en een infiltratievoorziening van 1.800 liter (min. 1.576,5 liter) met een oppervlakte van 4,80 m² (min. 2,52 m²). De oprit, het pad en het terras worden aangelegd in waterdoorlatende materialen;
○ Woning 3: een hemelwaterput van 5.000 liter en een infiltratievoorziening van 1.800 liter (min. 1357 liter) met een oppervlakte van 4,80 m² (min. 2,17 m²). De oprit, het pad en het terras worden aangelegd in waterdoorlatende materialen.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:
Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:
○ Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
○ Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
● Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Artikel 2 §6 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 over de vaststelling van de categorieën onderworpen aan milieueffectrapportage en latere wijzigingen (MER-besluit). Dit artikel bepaalt de projecten waarvoor een project MER-screeningsnota dient opgesteld te worden.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Adviezen
● Openbaar onderzoek
De aanpalende buren werden aangeschreven op 19 januari 2022, aangezien de werken nabij de perceelsgrenzen plaatsvinden.
Er werd één bezwaarschrift ingediend. In dit bezwaarschrift wordt opgemerkt dat:
In eerdere voorbesprekingen met de dienst omgeving/schepen RO er meermaals een negatief advies werd bekomen voor het bouwen van 3 woningen. Gedurende deze gesprekken werd meermaals aangegeven dat 2 woningen maximaal kon worden toegestaan.
Bespreking bezwaarschrift:
Dit bezwaarschrift wordt niet aanvaard, aangezien aan voorbesprekingen geen juridische gevolgen gekoppeld zijn. De argumenten hebben geen ruimtelijk motief.
● Externe adviezen
1. Op 20 januari 2022 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Voor de 3 woningen
Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.
Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
2. Op 28 januari 2022 heeft Telenet een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Telenet nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning.
Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.
Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
3.Op 14 februari 2022 heeft Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies afgegeven.
Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken.
Voor dit project dienen geen werken uitgevoerd te worden binnen het project zelf, maar er zijn wel forfaitaire kosten verschuldigd voor investeringen buiten het project vereist om dit project aansluitbaar te maken op het distributienet.
Deze voorwaarden worden gelijktijdig overgemaakt aan u en aan het betrokken college van burgemeester en schepenen van de gemeente Bertem, die de voorwaarden mee zal opnemen in de omgevingsvergunning.
Als het gemeentebestuur alsnog aanpassingen zou vragen, zullen wij u een aangepaste versie van die voorwaarden bezorgen. Bij een eventuele wijziging, zeker indien het gaat om een wijziging van de gevraagde vermogens, of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen. Op basis van de gewijzigde gegevens zullen wij een studie uitvoeren om te bepalen of een netuitbreiding en/of het plaatsen van een nieuwe distributiecabine vereist is om het project te kunnen aansluiten. De bouwheer dient in dat geval een grond of lokaal op het gelijkvloers ter beschikking te stellen voor deze distributiecabine.
De aansluitingskosten van de individuele woningen, appartementen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de offerte voor aansluiting afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.
Wij verzoeken u dit document voor akkoord te ondertekenen en terug te sturen via het digitaal omgevingsloket via 'Acties' > 'Versturen bericht' of mail naar verkavelingen.leuven@fluvius.be
De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be. U dient deze na te leven.
Riolering:
Voor de activiteit riolering, kunnen deze loten/woningen aangesloten worden op de riolering in de aanpalende straat.
De toekomstige eigenaars van de respectievelijke loten/woningen dienen voor hun rioolaansluiting een aanvraag in te dienen bij Fluvius, telefonisch via 078 35 35 34 of online via www.fluvius.be/aansluitingen. Wij raden de klanten ten zeerste aan om zo vroeg mogelijk een aansluitingsaanvraag riolering in te dienen bij Fluvius vooraleer de grondwerken op privé aan te vatten. De mogelijke diepte van aansluiting is pas gekend na plaatsing van de huisaansluitputjes door Fluvius. De klant dient de privé-riolering op deze diepte af te stemmen.
De eigenaars dienen een vergoeding voor de 1ste ingebruikname te betalen.
Indien de huisaansluitputjes reeds voorafgaandelijk geplaatst werden op het perceel, ontslaat dit de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De klant mag, na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dan zelf aansluiten op de huisaansluitputjes. Fluvius zal dan niet meer ter plaatse komen, om de verbinding van de aansluitputjes naar de privé-riolering te maken.
Indien de huisaansluitputjes nog niet geplaatst zouden zijn op het perceel en de privé-riolering werd wel reeds uitgevoerd tot op de grens openbaar/privé, zal Fluvius op het moment van de plaatsing van de huisaansluitputjes (na aanvraag procedure), deze putjes met de privé-riolering (indien technisch mogelijk) verbinden.
De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privé-riolering voor zijn nieuwe woning en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Voor meer info kan u terecht op www.fluvius.be/aansluitingen.
Indien de privé-riolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de omgevingsvergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet. Dit gescheiden stelsel op privaat terrein dient doorgetrokken te worden met afzonderlijke leidingen vuilwater en indien van toepassing regenwater tot aan de huisaansluitputjes.
Fluvius voorziet per aansluiting 1 vuilwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 125 mm en indien van toepassing 1 regenwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 160mm op privé-grond (net achter de rooilijn) en zal instaan voor de aansluiting van deze privé-riolering op het rioleringsnet op openbaar domein.
Door de invoering van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privé-riolering verplicht vanaf 1 juli 2011. De lijst van Fluvius erkende keurders kan u vinden op: www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen/keuring-riolering.
Verdere verloop van de procedure:
Als u akkoord gaat met de voorwaarden van deze offerte, versturen wij u de bijhorende facturen.
De prijzen blijven nog 12 maanden geldig.
Er moet een nieuwe aanvraag worden ingediend bij wijziging of herverdeling. De overeenkomst vervalt als de omgevingsvergunning wordt geweigerd.
De gemeente wordt in kennis gesteld als u aan alle voorwaarden heeft voldaan. De gemeente zal dan volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren. De omgevingsvergunning die reeds is afgeleverd mag in uitvoering gebracht worden.
Wij hopen u met deze informatie van dienst te zijn. Indien u hieromtrent nog vragen hebt, kunt u ons altijd contacteren.
○ De loten mogen pas worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door N.V. SF Construct werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen m.b.t. deze offerte vereffend zijn. U wordt hiervan in kennis gesteld van zodra de voorwaarden voldaan zijn. Het volledige projectreglement kunt u raadplegen op www.fluvius.be of op eenvoudig verzoek aanvragen.
4. Op 17 februari 2022 heeft Proximus een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.
Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning:
- Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.
- Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.
- Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het formulier als bijlage ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com.
- De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.
- Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via netwerkstudie.a22@proximus.com.
Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-,internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.
Onze ref. voor dit project: Jms 525650
5. Op 17 februari 2022 heeft de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.
Zie watertoets.
● Interne adviezen
De dienst burgerzaken heeft op 4 januari 2022 de volgende huisnummers toegekend.
Woning 1: Diepestraat 46
Woning 2: Diepestraat 48
Woning 3: Grensstraat 2
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het realiseren van drie toekomstige bouwloten voor het oprichten van twee half-open bebouwingen en een open bebouwing is functioneel inpasbaar in de omgeving met hoofdzakelijk residentiële gebouwen. Bovendien blijft de functie wonen behouden.
Mobiliteitsimpact
Het gevraagde project heeft door zijn beperkte omvang alleen impact op de onmiddellijke omgeving. De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening 'aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg', goedgekeurd door de gemeenteraad op 23 oktober 2016, is van toepassing op de omgevingsaanvragen voor het bouwen van de woningen. Het aantal fietsenstallingen is afhankelijk van het aantal slaapkamers dat voorzien zal worden in de woningen. De nodige parkeerplaatsen (2 stuks/woning) zijn voorzien, zodat de wagens op het eigen terrein kunnen worden opgevangen. Ook de nodige fietsenstallingen (4 stuks/woning) zijn aanwezig. Daarmee voldoet de aanvraag aan de gemeentelijke parkeerverordening.
Schaal
Alle drie de woningen zullen 10 m uit de as van de voorliggende weg en op minimaal 3 m ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrenzen worden ingeplant. Alle woningen worden van twee parkeerplaatsen voorzien, waarvan telkens 1 parkeerplaats overdekt wordt door middel van een carport. De carporten worden 95 cm lager geplaatst dan het leefgedeelte.
De halfopen woningen:
De bouwdiepte van de halfopen woningen bedraagt 12 m op zowel de gelijkvloers als op de verdieping. De voorgevelbreedte van beide halfopen woningen bedraagt 7 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,05 m. Daarmee is woning 1 in totaal 6,7 m (0,65 + 6,05) hoger dan het maaiveld van de voorliggende weg. Woning 2 wordt 7,81 m (6,05 + 1,76) hoger ingeplant ten opzichte van het maaiveld van de voorliggende weg. De carports krijgen een diepte van 6,25 m en worden voor de voorgevel geplaatst.
De open woning:
De open woning krijgt een bouwdiepte van 8,8 m op zowel het gelijkvloers als de verdieping. De voorgevelbreedte bedraagt 8,85 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,15 m ten opzichte van de nulpas. Daarmee is de woning 7,25 m hoger dan het maaiveld ten opzichte van het maaiveld van de voorliggende weg.
Bovenstaande woningen overstijgen de schaal van de omliggende woningen niet en sluiten qua schaal aan bij de bestaande woningen uit de nabije omgeving en houden voldoende rekening met de bebouwing op de aanpalende percelen.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De draagkracht van de nieuwe toekomstige loten wordt niet overschreden en de voorziene tuinzone is voldoende groot om het open en groene karakter te vrijwaren. In de omgeving komen gelijkaardige of hogere dichtheden voor. De nieuw ingenomen ruimte is verantwoord.
De verharding van de inrit wordt uitgerust in waterdoorlatende grasdallen. De terrassen van alle drie de woningen zijn ca. 14,5/15 m2 groot en worden voorzien in waterdoorlatende verharding.
Visueel-vormelijke elementen
De woningen worden opgericht in een hedendaagse, tijdloze architectuur met toepassing van duurzame materialen: wit-grijs-beige genuanceerde gevelsteen, dorpels van blauwe hardsteen, het buitenschrijnwerk in donker aluminium en de carporten worden afgewerkt met houten gevelbekleding. De nieuwe woningen hebben hebben een positieve impact op het straatbeeld en de omgeving. Door de materiaalkeuze krijgen de woningen een hedendaagse uitstraling waardoor ze zullen inpassen in het heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.
Reliëf
In het voorliggend project worden geen overdreven terreinaanlegwerken voorzien, louter en alleen ter hoogte van bouwzones, het terras en de oprit. Reliëfwijzigingen buiten de bouwzones, het terras en de oprit zijn dan ook uitgesloten. De uitgegraven grond dient afgevoerd te worden naar een erkende grondverwerker en mag niet over het terrein worden uitgespreid.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.
Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.
Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.
Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving.
Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de bouw van de woningen. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.
Mits naleving van de opgelegde voorwaarden wordt de hinder in de omgeving
beperkt tot het minimum.
Conclusie
Het voorgestelde project, het bouwen van drie wooneenheden (2x halfopen en 1x open), voldoet aan de algemene stedenbouwkundige voorschriften en de vigerende normen. Bijgevolg is het project verenigbaar met de omgeving en brengt het de goede ordening van de plaats niet in het gedrang.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken,
• de verschillende woningen moeten simultaan worden opgericht en mogen pas worden verkocht als de constructies wind- en waterdicht zijn,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep op 20 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van Telenet op 28 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius op 14 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van Proximus op 17 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen op 17 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan SF-construct voor het bouwen van 1 open en 2 halfopen woningen in 3061 Leefdaal, Diepestraat 46 en 48 en Grensstraat 2, sectie A, nrs. 145e en 415c onder volgende voorwaarden:
• de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken,
• de verschillende woningen moeten simultaan worden opgericht en mogen pas worden verkocht als de constructies wind- en waterdicht zijn,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep op 20 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van Telenet op 28 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius op 14 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van Proximus op 17 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen op 17 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.
Zitting van 28 februari 2022
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JANA VANDEN PLAS EN NICOLAS DE JONGHE VOOR HET BOUWEN VAN EEN HALFOPEN EENGEZINSWONING EN AANLEG BUITENZWEMBAD EN TERRASVERHARDING IN 3060 BERTEM, OUDE BAAN 136, SECTIE A, NR 494T.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
● Op 28 september 2021 hebben Jana Vanden Plas en Nicolas De Jonghe wonende te 3000 Leuven - Herestraat 11/0102, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning met zwembad in 3060 Bertem, Oude Baan 136, sectie B nr 494t.
● Op 24 november 2021 werd het dossier ingetrokken.
● Op 23 december 2021 hebben Jana Vanden Plas en Nicolas De Jonghe wonende te 3000 Leuven, Herestraat 11/0102 een aangepaste aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning met zwembad in 3060 Bertem, Oude Baan 136, sectie B nr 494t.
● Op 7 januari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
● Op 21 februari 2022 werd er een aangepast inplantingsplan overgemaakt.
Feiten en context
● Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
● De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in Woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
● De bouwplaats is gelegen langsheen een rustige woonstraat op het einde van de Oude Baan. Het voorliggend perceel is zeer reliëfrijk en heeft een verloop van ca. 8,90 m over een lengte van ca. 58 m. Dit maakt dat het gebied is aangeduid als een erosiegevoelig gebied. Het perceel is momenteel begroeid met struikgewas dat deels is aangeduid als biologisch zeer waardevol.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
● Het voorstel omvat het bouwen van een gekoppelde eengezinswoning met buitenzwembad en terrasverharding op een perceel van 6,66a. De woning zal worden ingeplant op ca. 23 m vanuit de as van de Oude Baan en op meer dan 3 m afstand t.o.v. de linker perceelsgrens. De voorgevel breedte bedraagt 8 m en de bouwdiepte bedraagt 14,50 m op het gelijkvloers en 11 m op het verdiep. De woning zal volledig worden onderkelderd. De woning wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de kroonlijsthoogte 6,10 m hoog is (gemeten vanaf de vloerpas), rood bruin genuanceerde gevelstenen, buitenschrijnwerk van zwart aluminium, dorpels in blauwe hardsteen en regenwaterafvoeren van zink. De verharding in de voortuinzone (108 m2) wordt voorzien in waterdoorlatende verharding. Langsheen de woning komt een pad van stapstenen (14 m2). De verharding in de achtertuinzone (33,5 m2+ 8,8 m2 = 42,3 m2) zal niet waterdoorlatend zijn. Bovendien wordt er een zwembad geplaatst van
36 m2.
● Watertoets
Op 31 januari 2022 heeft de Provincie Vlaams-Brabant een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
○ bouw eengezinswoning 116 m²
○ oprit en toegang woning 112 m²
○ terrasverhardingen en zwembad voor in totaal 140,8 m²
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2140 De Redelle. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag niet gelegen in een effectief en/of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Hemelwaterverordeningen
- Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013;
- Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 5.000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 5.000 liter (min. 4.920 liter) met een oppervlakte van 8 m² (min. 7,872 m²).
Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:
- Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
- Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de vrije omtrek van de verharding voldoende groot is, vergeleken met de oppervlakte.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Opmerking van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar: de verharding is inmiddels verminderd zie gewijzigd inplantingsplan.
● Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen.
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij deels in een collectief geoptimaliseerd buitengebied, deels in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst.
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
● Openbaar onderzoek
De aanpalende buren werd op basis van artikel 83 van het omgevingsvergunningendecreet op 10 januari 2022 aangeschreven, aangezien de werken betrekking hebben op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Er werden geen bezwaren ingediend.
● Externe adviezen
1. Op 19 januari 2022 leverde De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies af onder de volgende voorwaarden:
Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden
Voor hogervermeld perceel is een uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
Bij het plaatsen van de muurdoorgang dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.
Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
Advies Waterbronnen en Milieu
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.
Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.
De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.
Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
○ koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;
○ het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;
○ machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.
○ iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be
2. Op 28 januari 2022 leverde het Agentschap Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies af.
Beschermingsstatus
Het perceel is niet gelegen binnen of grenst niet aan Habitatrichtlijngebied, Vogelrichtlijngebied of VENgebied.
Biologische waarderingskaart
Biologisch zeer waardevolle weg met gemengd loofhout in zone die belangrijk is voor fauna, en biologisch minder waardevol soortenarm permanent cultuurgrasland.
Rechtsgrond
Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:
○ Artikel 35 § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
○ Artikel 38/3 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Bespreking
De Oude Baan is een biologisch zeer waardevolle historische weg met steil talud dat met bomen en struiken is begroeid.
Het talud loopt over twee percelen uit de aanvraag.
Holle wegen en graften zijn op basis van artikel 7 van het Vegetatiebesluit verboden te wijzigen kleine landschapselementen.
Het Agentschap stelt zich vragen bij de goede ruimtelijke ordening en de landschappelijke inpassing van deze nieuwbouw, als zowat het volledige perceel sterk moet worden afgegraven om de aangevraagde werken mogelijk te maken.
Wegens de bestemming woongebied kan het Agentschap een gedeeltelijke beschadiging van het biologisch zeer waardevolle talud slechts gedogen.
De beschadiging moet echter tot een absoluut minimum worden beperkt, om vermijdbare schade aan de natuur te voorkomen.
Het Agentschap deelde in haar eerder advies mee akkoord te kunnen gaan met een doorbreking van het talud tegen de Oude Baan voor de aanleg van een inrit van drie meter breed met daarnaast keermuren, zodat de totale beschadiging van het talud beperkt wordt tot vier meter. In het huidig voorstel wordt het talud op perceel 494/N volledig verwijderd, op perceel 494/T wordt een inrit van 4 meter breed aangelegd,
met daarnaast het talud om het hoogteverschil op te vangen.
Dit leidt tot de vernieling van het biologisch zeer waardevol talud langs de Oude Baan over een lengte van 10,5 meter.
Het Agentschap kan slechts akkoord gaan met deze ingrijpende beschadigingen van het biologisch zeer waardevol talud op voorwaarde dat de voortuinzones op beide percelen die door de werken getroffen worden het eerst volgend plantseizoen na uitvoering van de reliëfwerken worden beplant met bosplantsoen van inheems loofhout in een plantverband van 1,5 X 1,5 meter. De houtkanten/houtwallen dienen als hakhout te worden beheerd volgens de code van goede natuurpraktijk. Ze mogen niet worden verwijderd. De aanleg van deze houtwallen is essentieel in het beperken/herstellen van de schade aan de natuur die door de uitvoering van de graafwerken wordt veroorzaakt.
De rest van het talud en de vegetatie daarop mogen niet worden beschadigd. De aanwezige houtige vegetatie op het talud en op de eerste twee meter boven het talud (schouder van talud) dient over de gehele lengte van het resterend talud te worden behouden. De vegetatie (met uitzondering van de reeds aanwezige hoogstammige bomen) kan als hakhout cyclisch worden beheerd.
Conclusie
Mits het nemen van een aantal natuurherstellende maatregelen kan het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies verlenen. Volgende voorwaarden dienen letterlijk in de vergunning te worden opgenomen:
○ De doorbreking van het talud langs de Oude Baan wordt toegestaan zoals weergegeven op de plannen. Alle nutsleidingen worden onder de inrit aangelegd om latere beschadigingen van de vegetatie en reliëf te voorkomen.
○ De rest van het talud dient inclusief de eerste twee meter boverop het talud (de schouder van het talud) volledig in zijn huidige staat te worden bewaard. Na uitvoering van de afgraving en voor aanvang van de graaf- en bouwwerken voor de bouw van de woning maakt de aanvrager foto’s van het resterend en nieuw talud over aan de vergunning verlenende overheid.
○ Het is niet toegestaan het talud voor de uitvoering van de bouwwerken verder uit te graven en daarna opnieuw aan te vullen. De toplaag van het bestaand talud en de daarin aanwezige zaadbank moeten bij de uitvoering van de reliëfwerken apart worden gehouden en worden gebruikt om het nieuw talud op perceel 494/T mee af te werken.
○ Binnen het jaar na uitvoering van de reliëfwerken worden het nieuw talud op perceel 494/T en het nieuwe plantvak op perceel 494/N tot op respectievelijk 10 en 5 meter van de rooilijn volledig beplant met bosplantsoen van inheemse bomen en struiken in een plantverband van 1,5 x 1,5 meter. Deze houtkant en houtwal, op het plan hieronder in groen weergegeven, zijn als hakhout cyclisch te beheren conform de code van goede natuurpraktijk (zie bijlage 1 van https://codex.vlaanderen.be/portals/codex/documenten/1006515.html#H1012420 )
○ Deze houtige vegetatie mag niet worden verwijderd.
In het onderdeel mobiliteit wordt nagegaan of tijdelijke verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn om de werken uit te voeren, zodat de werken niet leiden tot beschadigingen van het te behouden talud.
De aanvraag omvat het wijzigen van vegetaties die onder toepassing vallen van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
Dit gunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos geldt enkel mits naleving van de voorwaarden gesteld in het advies, als afwijking op de verboden van artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, volgens artikel 10 van het vermelde besluit.
De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.
Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:
Artikel 16 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997.
Artikel 7 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998
Onderstaande doelstellingen of zorgplichten zijn hierbij van toepassing:
Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen.
3. Op 31 januari 2022 leverde de dienst waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant een voorwaardelijk gunstig advies af (zie watertoets).
● Interne adviezen
Op 1 oktober 2021 heeft de dienst burgerzaken huisnummer 136 toegekend.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het bouwen van een halfopen eengezinswoning en het plaatsen van een zwembad met terrasverharding is verantwoord in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving. Bijgevolg zal deze woning geen afbreuk doen aan de belevingswaarde van de buurt. Voorliggend project is functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
De woning voorziet een dubbele garage voor het stallen van twee voertuigen en een kelderberging voor het stallen van meerdere fietsen. Bovendien is er een inrit van ca. 20 m diep, waarop minimaal 2 voertuigen langs elkaar kunnen staan. Hierdoor kan de bijkomende mobiliteitsimpact op het eigen terrein worden opgevangen. Bijgevolg voldoen de voorgestelde werken aan de gemeentelijke parkeerverordening.
Schaal
Het voorstel omvat het bouwen van een gekoppelde eengezinswoning met buitenzwembad en terrasverharding.
De woning zal worden ingeplant op een perceel van 6,66 a, op een afstand van 23 m vanuit de as van de Oude Baan en op meer dan 3 m afstand t.o.v. de linker perceelsgrens. De voorgevelbreedte bedraagt 8 m en de bouwdiepte bedraagt 14,50 m bij de kelderverdieping, 14,50 m op het gelijkvloers en 11 m op het verdiep. De woning wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de kroonlijsthoogte 6,10 m hoog is t.o.v. het vloerpeil van de gelijkvloerse verdieping. Daarmee overstijgt de kroonlijst van deze te bouwen woning de nok van de aanpalende woning met 20 cm. Gezien de nieuwe energetische normen qua isolatie is deze afwijking aanvaardbaar. De kroonlijst t.o.v. de voorliggende weg bedraagt 12,33 m en wijkt daarmee af t.o.v. de woningen in directe omgeving. De woningen in de omgeving bestaan uit een of twee bouwlagen met een hellend dak. De huidige woning bestaat uit 3 bouwlagen met een plat dak. Het voorliggende goed wordt in een helling weggewerkt, waardoor deze afwijking t.o.v. de omgeving aanvaardbaar is.
Rekening houdend met het reliëf rijke terrein (6,66 a) en de aanwezige bebouwing in de omgeving, sluit het gebouw qua schaal aan op de bebouwingsvorm in de omgeving en de rechtse aanpalende woning. De voorgestelde werken zullen de schaal van de gebouwen in de omgeving niet overschrijden. Het project past zich voldoende qua schaal aan in de omgeving.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De definitie verhardingen moet steeds correct en ruim worden geïnterpreteerd. Of iets al dan niet een verharding is, staat steeds los van de waterdoorlatendheid van het gekozen materiaal. Dus ook grind, dolomiet en grasdallen vallen onder de definitie ‘verharding’. Verharding is de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-) ondoorlaatbare materialen waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies, …). In de provinciale hemelwaterverordening inzake verhardingen wordt dit als volgt gedefinieerd: niet-overdekt grondoppervlak dat een bewerking heeft ondergaan waardoor het harder wordt en/of beter toegankelijk. De term verharding is dus ruim te interpreteren: klinkers, asfalt, beton, grind, dolomiet, grastegels, grasdallen, … Daarnaast moeten ook andere niet-overdekte constructies zoals zwembaden, zwemvijvers, … mee in rekening worden gebracht.
De voetafdruk van het huis bedraagt 116 m2 (gelijkvloers: 8 m breed en 14,5 m diep inclusief het overdekte terras).
Het zwembad is voorzien in de achtertuinzone en heeft een oppervlakte van 36 m2. Het zwembad samen met de aangevraagde verharding (42,3 m2) in de achtertuinzone heeft een totaal oppervlakte van 78,3 m2. Zowel het zwembad als de voorziene verharding in de achtertuinzone zijn niet waterdoorlatend, waardoor het hemelwater niet kan infiltreren in de bodem.
In de zijtuinzone wordt 14 m2 aan verharding voorzien. Deze verharding zal de toegang vormen naar de achtertuinzone.
De verharding in de voortuinzone en de toegang tot de voordeur bedraagt 108 m2 en wordt deels voorzien in waterdoorlatende verharding.
De voetafdruk van het huis samen met alle verharding bedraagt 316,3 m2. Het totale ruimtebeslag van het goed bedraagt daarmee 47,5%.
Kwalitatieve en groene tuinzones zijn belangrijk voor de woonkwaliteit van afzonderlijke woningen en deze van een ruimere woonomgeving. Daarnaast zorgen tuinen voor een zekere ecologische basiskwaliteit en spelen ze ook een rol in de waterhuishouding van een perceel en de omgeving. In deze context is het wenselijk om ervoor te zorgen dat tuinen kunnen ingericht worden om de woonfunctie te ondersteunen (berging, terrassen, zwembad, …) maar ook voldoende en hoofdzakelijk onbebouwd, onverhard en groen blijven. De beoogde omvang van de verhardingen stroken (na de aanpassingen) met de goede ruimtelijke ordening en met de hierboven benoemde definities, kwaliteiten en doelstellingen om te komen tot een duurzaam ruimtebeleid. De niet noodzakelijke verharding in de zijtuin en de achtertuin zone (terrasverhardingen, het voetpad en het zwembad) is beperkt tot het 'noodzakelijke'.
Visueel-vormelijke elementen
De woning zal worden afgewerkt met een roodbruin genuanceerde gevelsteen, buitenschrijnwerk van zwart aluminium, dorpels in blauw hardsteen en regenwaterafvoeren van zink. De materiaalkeuze zal visueel-vormelijk integreren in de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.
Reliëf
De bouwplaats is gelegen langsheen een rustige woonstraat op het einde van de Oude Baan met aan de overzijde een erkend als natuurgebied. Voorliggend perceel is zeer reliëf rijk en heeft een verloop van ca. 8,90 m over een lengte van ca. 58 m. Dit maakt dat het gebied is aangeduid als een erosiegevoeliggebied. De aanpalende woning op het naastgelegen goed staat reeds diep ingeplant, waardoor een afwerking van deze gevel met een gekoppelde woning eveneens diep ingeplant zal moeten worden. Het reliëf rijke perceel is momenteel begroeid met struikgewas dat deels is gelegen in biologisch zeer waardevol gebied. Dit komt door de ligging van een holle weg die deels aan de voorzijde van het perceel is gelegen. In het voorliggend project worden terreinaanlegwerken voorzien en een wijziging van deze holle weg. Compenserende maatregelen voor het insnijden van de holle weg zijn dan ook van toepassing op dit braakliggende perceel dat via deze ontwikkeling aangesneden zal worden, want ook holle wegen hebben een natuurwaarde. Conform het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, meerbepaald artikel 14 en artikel 16, dient de aanvraag de natuurtoets te doorstaan. De natuurtoets houdt een verplichting in voor de vergunningverlenende overheid om ervoor te zorgen dat er geen “vermijdbare” schade ontstaat aan de natuur en is van toepassing op vergunningen en meldingen, ongeacht de aard of het voorwerp ervan en ongeacht de planologische bestemming van het gebied waarin de aangevraagde inrichting is gelegen of impact op heeft. Conform artikel 14 van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu is eenieder verplicht om schade aan de natuur te vermijden door maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem/haar kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen. Om deze redenen moeten alle voorwaarden uit het gunstige advies van Agentschap Natuur en Bos d.d. 12 november 2021 scrupuleus nageleefd worden.
In het voorliggende project is de insnijding van de holle weg alsook de reliëfwijziging voldoende gemotiveerd, waardoor er geconcludeerd moet worden dat de beoogde reliëfwijzigingen (rekening houdend met het advies van Agentschap Natuur en Bos) in relatie staan tot de omgeving.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Afvloeiend hemelwater van de achterliggende percelen kan tot wateroverlast leiden bij piekneerslag.
Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.
Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de verbouwingswerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord, mits aan de opgelegde voorwaarden voldaan wordt. Het voorliggende project is bijgevolg in overeenstemming met de omgeving en daarmee de goede ruimtelijke ordening.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om een vergunning te verlenen.
● de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken,
● de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 19 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
● de voorwaarden opgelegd in het advies van Agentschap Natuur en Bos van 28 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
● de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen van 31 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Jana Vanden Plas en Nicolas De Jonghe wonende te 3000 Leuven - Herestraat 11/0102, voor het bouwen van een woning met zwembad in 3060 Bertem, Oude Baan 136, sectie B nr 494t onder de volgende voorwaarden:
● de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken,
● de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 19 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
● de voorwaarden opgelegd in het advies van Agentschap Natuur en Bos van 28 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
● de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen van 31 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.
Zitting van 28 februari 2022
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN LIES BORZÉE VOOR HET PLAATSEN VAN EEN SERRE IN 3060 BERTEM, OUDE BERTEMBOSSTRAAT 9, AFDELING 1, SECTIE A NR 182P.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 17 januari 2022 heeft Lies Borzée wonende te Oude Bertembosstraat 9 - 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een serre in 3060 Bertem, Oude Bertembosstraat 9, afdeling 1, sectie A nr 182p.
• Op 19 januari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Oude Bertembosstraat aan de rand van het gehucht Bertembos. De bebouwing is ontstaan in de omgeving van de historische hoeve. De onmiddellijke omgeving bestaat uit zowel laagbouw als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen verband, afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het plaatsen van een hobbyserre van 4,58 m bij 3,1 m diep. De serre heeft een kroonlijst van 2,01 m en wordt afgewerkt met een lessenaarsdak. De nokhoogte bedraagt 2,92 m. De serre bestaat uit glas met zwart stalen profielen. De serre zal op 1 m van de rechterperceelsgrens en op 46 m vanaf de woning worden ingeplant.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft een verwaarloosbare invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencollectief te optimaliseren buitengebied gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
● Openbaar onderzoek
De aanpalende buren werd op basis van artikel 83 van het omgevingsvergunningendecreet op 10 januari 2022 aangeschreven, aangezien de werken nabij de perceelsgrens plaatsvinden.
Er werden geen bezwaren ingediend.
● Externe adviezen
1. Op 7 februari 2022 heeft het Departement Landbouw en Visserij een gunstig advies uitgebracht nl.:
Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen het volgende advies bij.
De voorgestelde werken voorzien in het optrekken van een hobbyserre in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De voorgestelde serre heeft een oppervlakte van 4,58 m x 3,1 m en wordt op 46 m achter de woning opgetrokken. De voorgestelde werken hebben op zich geen invloed op de agrarische structuur
en betreffen ons een zaak van een goede ruimtelijke ordening.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het plaatsen van een hobbyserre van 14,1 m2 heeft volgens het departement Landbouw en Visserij geen invloed op de agrarische structuur.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
De serre is 4,58 m breed en 3,1 m diep. De serre heeft een kroonlijst van 2,01 m en wordt afgewerkt met een lessenaarsdak. De nokhoogte bedraagt 2,92 m. De voorgestelde schaal is aanvaardbaar.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De serre zal op 1 m van de rechterperceelsgrens en op 46 m vanaf de woning worden ingeplant. Het ruimtegebruik is beperkt en aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De serre bestaat uit glas met zwart stalen profielen. Deze materiaalkeuze zal visueel vormelijk integreren in de achtertuin.
Cultuurhistorische aspecten
Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.
Reliëf
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.
Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Lies Borzée voor het plaatsen van een serre in 3060 Bertem, Oude Bertembosstraat 9, afdeling 1, sectie A nr 182p onder volgende voorwaarden:
• de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstantie.
Zitting van 28 februari 2022
ALTERNATIEF ONKRUIDBEHEER 2019-2022. VERLENGING CONTRACT VOOR 2022.
Voorgeschiedenis
● Op 13 maart 2019 heeft het directiecomité van Interleuven de opdracht 'Alternatief onkruidbeheer' gegund aan de firma ABOG NV tegen het nagerekende bedrag van 106 256,99 euro excl. btw of 128 570,96 euro incl. 21% btw voor de 5 gemeenten samen.
○ Voor Bertem bedraagt het aandeel voor het alternatief onkruidbeheer: 7144,79 euro (= 0,3 euro/m² x 3218 m² + 0,25 euro/m² x 24 717,56 m²) excl. btw of 8645,20 euro incl. 21% btw.
● Op 13 maart 2019 heeft het directiecomité van Interleuven de opdracht 'Monitor alternatief onkruidbeheer' gegund aan de firma Ecoconsult Groen, Milieu en Management BV tegen het nagerekende bedrag van 15 182,20 euro excl. btw of 18 370,46 euro incl. 21% btw voor de 5 gemeenten samen.
○ Voor Bertem bedraagt het aandeel voor de monitoring alternatief onkruidbeheer: 948 euro (= 0,0339353 euro/m² x 27 935,56 m²) excl. btw of 1147,08 euro incl. 21% btw.
● Collegebesluit van 18 maart 2019 waarin de gunningen aan aannemer ABOG nv (beheer) en aan de firma Ecoconsult Groen, Milieu en Management BV (monitoring) worden goedgekeurd.
● Collegebesluit van 23 december 2019 over de verlenging van de opdrachten 'Alternatief onkruidbeheer' en 'Monitor Alternatief onkruidbeheer' voor het jaar 2020.
● Collegebesluit van 21 juni 2021 over de verlenging van de opdrachten 'Alternatief onkruidbeheer' voor het jaar 2021.
Feiten en context
● Op 13 maart 2019 werd ABOG NV, Vantegemstraat 19 te 9230 Wetteren, door de Raad van Bestuur van Interleuven aangesteld voor de opdracht ‘alternatief onkruidbeheer’.
● De opdracht werd afgesloten voor een duur van een jaar. Er zijn drie verlengingen van een jaar mogelijk.
● Interleuven treedt op als aankoopcentrale bij de gunning en de uitvoering van de opdracht voor volgende gemeenten:
○ Bertem
○ Diest
○ Haacht
○ Herent
Juridische gronden
● Decreet van 24 januari 1984 betreffende de maatregelen inzake grondwaterbeheer en de uitvoeringsbesluiten ervan waarin de bescherming van grondwater tegen de verontreiniging met pesticiden is geregeld.
● Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
● Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Hierin is de bescherming van de natuur en het natuurlijk milieu tegen de verontreiniging met pesticiden geregeld.
● Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
● Richtlijn 2009/128/EG van het Europees parlement en de raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden.
● Decreet betreffende het duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest van 8 februari 2013.
● Besluit van de Vlaamse regering van 15 maart 2013 betreffende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest voor niet-land- en tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik.
Dit besluit stelt eveneens dat vanaf 1 januari 2015 een verbod geldt op het gebruik van pesticiden op openbaar domein.
● De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 144 000,00 niet) en artikel 57, en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°a
De aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de verwerving van leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders.
● Raadsbesluit van 25 augustus 2020 over de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten' en de gemeente Bertem
De pakketten 3.1 (basisondersteuning milieu / duurzaamheid / klimaat) en 3.3 (taakondersteuning milieu / duurzaamheid / klimaat) worden in exclusiviteit toegewezen aan ZG Interleuven ondersteunende activiteiten. De ondersteuning m.b.t. alternatief onkruidbeheer zit hierin vervat.
Argumentatie
De opdracht loopt nu reeds 3 jaar, en kan nog eenmalig met een jaar verlengd worden tot eind maart 2023. De firma heeft intussen ervaring opgedaan met het terrein en kent de belangrijkste moeilijke punten. Ook afgelopen jaar waren er in sommige gemeenten meerdere wederkerende probleempunten. Dit was deels de wijten aan het vochtige weer met hevige onkruidgroei, en aan organisatorische problemen binnen het bedrijf. In de tweede helft van het jaar werd wel een inspanning gedaan om de gewenste beeldklasse te behouden.
De firma wenst de opdracht ook dit jaar te verlengen. In de tussentijd onderzoekt Interleuven mogelijke alternatieven voor het werken met beeldbestek, zodat indien gewenst vlot kan worden overgeschakeld naar een andere methode na afloop van de huidige overeenkomst.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde kosten |
0119-01 614690 | € 13 000 | € 13 000 | € 13 000 |
Bijlagen
● PVA Interleuven
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft zijn akkoord om verder deel te nemen aan het project 'Alternatief onkruidbeheer'.
Artikel 2:
Het college geeft zijn goedkeuring om de overeenkomst met de aannemer ABOG NV als uitvoerder van het onkruidbeheer en de firma Ecoconsult Groen, Milieu en Management BV als monitor van de uitvoering van het beheer voor één jaar te verlengen (2022).
Zitting van 28 februari 2022
BEVOEGDHEDEN BURGEMEESTER. KENNISNAME BESLISSINGEN.
Besluit
Motivering
● Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
● Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur
Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.
● Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
● Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
Mededeling
● 220226-220226 Dorpstraat 149: de rijbaan. plaatsen van een betonpomp.
● 220216-220307 Gemeenteplein 2: de parkeerstrook. plaatsen van een vrachtwagen - verlenging.
● 220225-220226 Fr. Dottermansstraat 12: het trottoir en een deel van de rijbaan. heraanleg van het openbaar domein.
● Tervuursesteenweg - Meerbeeksesteenweg: uitvoeren van een eenmalig uitzonderlijk vervoer.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.