Zitting van 3 mei 2021
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 26 april 2021 goed.
Zitting van 3 mei 2021
DIENST INVESTERINGSPROJECTEN. OPSTART BEVORDERINGSPROCEDURE VOLTIJDS STATUTAIR INGENIEUR INVESTERINGSPROJECTEN OP NIVEAU A1A-A2A.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
• Hoofdstuk XII van titel 2 van de rechtspositieregeling voor het personeel van lokaal bestuur Bertem, goedgekeurd op 24 november 2020
Dit hoofdstuk handelt over de invulling van een vacature bij wijze van bevordering.
Argumentatie
Om de functie van voltijds statutair ingenieur investeringsprojecten op niveau A1a-A2a bij wijze van bevordering te kunnen invullen, dient een bevorderingsprocedure opgestart te worden.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Een bevorderingsprocedure wordt opgestart met aanleg van een bevorderingsreserve, geldig voor één jaar, voor een betrekking van voltijds statutair ingenieur investeringsprojecten op niveau A1a-A2a.
Artikel 2:
De kandidaten moeten voldoen aan de bevorderingsvoorwaarden, zoals bepaald in artikel 127 van de rechtspositieregeling.
Artikel 3:
De uitnodiging om zich kandidaat te stellen, wordt aan de personeelsleden van gemeente Bertem die voor deze functie in aanmerking komen, meegedeeld via een affiche op de werkplaats (tikklok) en via intranet.
De personeelsleden die vanwege hun afwezigheid geen kennis kunnen nemen van de vacature binnen de termijn nodig voor de indiening van de kandidaturen, worden per post op de hoogte gebracht van de vacature.
Artikel 4:
De kandidaturen moeten, op een wijze bepaald in artikel 121 §4 van de rechtspositieregeling, worden ingediend ter attentie van het college van burgemeester en schepenen uiterlijk op 19 mei 2021.
Artikel 5:
De selectieprocedure wordt vanaf de aanvaarding van de kandidaturen geheel uitgevoerd door CC Select.
Artikel 6:
Het examenprogramma wordt als volgt samengesteld:
• competentieproef: 25 punten
• gevalstudie: 25 punten
• mondelinge proef: 50 punten.
Zitting van 3 mei 2021
INFORMATIEVEILIGHEID. GOEDKEURING VERWERKERSOVEREENKOMST CCSC CV.
Voorgeschiedenis
• E-mails van 18 februari 2021 en 26 februari 2021 van Sofie Poncelet namens CCSC cv i.v.m. benchmark - contactgegevens diensten.
• E-mail van Sofie Poncelet namens CCSC cv van 4 maart 2021 waarin ze vraagt om de GDPR verwerkersovereenkomst ondertekend terug te bezorgen.
• E-mail van Sofie Poncelet namens CCSC cv van 17 maart 2021 waarin ze een aangepaste versie van de verwerkersovereenkomst aanlevert na advies van de DPO.
Feiten en context
• Lokaal bestuur Bertem werkt mee aan een benchmark in samenwerking met CC Consult om een digitaal platform uit te bouwen waar lokale besturen hun financiële, HR- en operationele kerndata kunnen monitoren.
• De VVSG heeft een model van verwerkingsovereenkomst opgesteld om de lokale besturen in de mogelijkheid te stellen om tegemoet te komen aan de GDPR-regelgeving.
• CCSC cv heeft een verwerkingsovereenkomst voor gemeente Bertem en OCMW Bertem aangeboden, opgesteld conform het model van de VVSG.
• De wettelijke verplichtingen die worden opgelegd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Belgische wet, zijn opgenomen in deze overeenkomst.
Juridische gronden
• Titel 2, hoofdstuk IV, Afdeling 3, §3 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
De verwerking door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin het onderwerpen de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het type persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven.
Bijlagen
• Verwerkersovereenkomst tussen CCSC cv en gemeente Bertem
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bijgevoegde verwerkersovereenkomst tussen CCSC cv, Winkelom 83 B1b, 2440 Geel met ondernemingsnummer BE 0806.137.801, en gemeente Bertem goed.
Zitting van 3 mei 2021
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/178 tot en met nr. 2021/189 voor een totaal bedrag van 8495,64 euro.
Zitting van 3 mei 2021
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/1452 tot en met nr. 2021/1629 voor een totaal bedrag van 669 682,32 euro.
Zitting van 3 mei 2021
QUICK WINS N253 BERTEM/HULDENBERG DEEL 1. GOEDKEURING VORDERINGSSTAAT 4 DEEL BERTEM.
Voorgeschiedenis
• Gemeenteraadsbesluit van 25 april 2017 waarbij de samenwerkingsovereenkomst Quick Wins tussen AWV en gemeente Bertem voor aanleg van voetpaden langs de N253 werd goedgekeurd.
• Gemeenteraadsbesluit van 28 augustus 2018 waarbij het bestek met nr. X21/N253/21 en de raming voor de opdracht 'Quick Wins N253 Bertem/Huldenberg' werd goedgekeurd.
• Collegebesluit van 27 april 2020 waarbij de offerte van Willemen Infra en het aandeel voor de gemeente Bertem werden goedgekeurd onder voorbehoud van goedkeuring van de lastvoorwaarden door de gemeenteraad.
• Gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2020 waarbij het bestek met nr. 1M3D8F/19/37 voor het dossier X21/N253/21 'Quick Wins N253 Bertem/Huldenberg' en de raming werden goedgekeurd.
• Vorderingsstaat 4 voor de periode 1 februari 2021 tot 28 februari 2021 en verklaring van schuldvordering nr. 4 werden ingediend door de aannemer Willemen Infra op 29 maart 2021.
• Verificatie van schuldvordering voor vorderingsstaat 4 door AWV, ontvangen op 26 april 2021.
Feiten en context
Bestelbedrag |
| € 139 852,13 |
Btw | + | € 29 368,95 |
TOTAAL | = | € 169 221,08 |
Bedrag vorige vorderingsstaten incl. 21% btw |
| € 103 644,16 |
Huidige vorderingsstaat |
| € 36 478,21 |
Prijsherzieningen | + | € 865,28 |
Totaal excl. btw | = | € 37 343,49 |
Btw | + | € 7842,13 |
Totaal incl. 21% btw huidige vorderingsstaat | = | € 45 185,62 |
Totaal uitgevoerde werken incl. 21% btw | = | € 148 829,78 |
Juridische gronden
Argumentatie
De werken werden correct uitgevoerd.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
2.20.70 0200-00/224707 | € 385 000 | € 281 355,84 | € 45 185,62 |
Bijlagen
• Factuur Bertem
• Vorderingsstaat 4
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 4 van Willemen Infra, Booiebos 4 te 9031 Drongen voor de opdracht 'Quick wins N253 Bertem/Huldenberg (deel 1)' voor een bedrag van 37 343,49 euro excl. btw of 45 185,62 euro incl. 21% btw voor de gemeente Bertem.
Artikel 2:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0200-00/224707.
Artikel 3:
De factuur en de vorderingsstaat 4 worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.
Zitting van 3 mei 2021
SPEELPLEIN KATTESTROOF. GOEDKEURING AFSPRAKENNOTA GEBRUIK LOKALEN GEMEENTESCHOOL LEEFDAAL ZOMER 2021.
Feiten en context
• Tijdens de zomervakantie worden er zes weken speelpleinwerking georganiseerd van maandag 5 juli t.e.m. donderdag 12 augustus in de gemeenteschool in Leefdaal.
Adviezen
• De directeur van de gemeenteschool, Nele Verhellen, heeft de afsprakennota gunstig geadviseerd op 28 april 2021.
• Er werd ook rekening gehouden met de inbreng van de hoofdanimatoren tijdens het overleg van 15 maart 2021.
Argumentatie
Voor de organisatie van de speelpleinwerking Kattestroof tijdens de zomervakantie is het nodig om een afsprakennota op te maken voor het gebruik van de lokalen in de gemeenteschool in Leefdaal. De afsprakennota omvat o.a. het vastleggen van het gebruik van de infrastructuur en materiaal.
Bijlagen
• Afsprakennota speelplein Kattestroof zomervakantie 2021
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de afsprakennota voor het gebruik van de lokalen in de gemeenteschool in Leefdaal door het speelplein Kattestroof tijdens de zomervakantie 2021 goed.
Zitting van 3 mei 2021
OPTIMALISEREN PUBLIEKSWERKING BIBLIOTHEEK. ONDERTEKENING LICENTIE 'ONLINE BETALEN VIA DE WEBSITE VAN DE BIB'.
Feiten en context
• Sedert begin maart 2021 zit de bibliotheek in het Eengemaakt Bibliotheeksysteem (EBS).
• Cultuurconnect biedt voor bibliotheken die in het EBS zitten de mogelijkheid aan, om via de website van de bib, online betalingen te registreren.
• Bibliotheekgebruikers kunnen dan gemakkelijk alle openstaande kosten bij de bib online afrekenen via hun 'Mijn Bibliotheekprofiel'.
• Bibliotheekgebruikers kunnen dan ook helemaal automatisch hun lidmaatschap vernieuwen. Nu moeten ze daarvoor altijd eerst naar de bib komen waardoor ze soms niet meer kunnen verlengen.
Juridische gronden
• Artikel 9 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid 1ste beleidsprioriteit: inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals de digitalisering van de samenleving
• Verordening van het Europees parlement en de raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
• Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
• Artikel 56, § 3, 5° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip `dagelijks bestuur'.
• Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 over de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.
Adviezen
• Gunstig advies van de financieel directeur van 27 april 2021
Argumentatie
Via de nieuwe dienst 'online betalen' kunnen gebruikers alle bibliotheekkosten online, snel, handig en coronavirusvrij afhandelen van thuis uit. Het voordeel is dat dit systeem geconnecteerd is met het bibliotheeksysteem Wise, zodat de betalingen niet meer door het personeel manueel moeten opgezocht en verwerkt worden.
De transacties met kleingeld worden op die manier geminimaliseerd en er is een makkelijkere controle op de financiële transacties van de bib mogelijk.
Financiële gevolgen
Deze dienst loopt via een raamcontract van de federale overheid met betaalprovider Worldline. De gemeente sluit langs die weg rechtstreeks een contract af met Worldline. Cultuurconnect is geen contractpartij en staat enkel in voor de technische koppeling met je bibliotheekwebsite en -systeem.
Worldline factureert € 0,21 per betaaltransactie via Bancontact/Payconiq eBTW.
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
614060/0111-00 | 1500 euro | 733,97 euro | 100 euro |
Bijlagen
• Gebruikersovereenkomst
• Bestelbon
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college is akkoord met het aanbieden van de dienstverlening online betalen via de bibliotheekwebsite.
Artikel 2:
Het college keurt de bijgevoegde gebruikersovereenkomst goed.
Zitting van 3 mei 2021
DIENST OMGEVING. GOEDKEURING BIJKOMENDE ONDERSTEUNING INTERLEUVEN VOOR DOSSIERS RO.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
• Visum van de financieel directeur van 29 april 2021
Argumentatie
De algemeen directeur heeft Marleen Mesmans aangeduid als waarnemend omgevingsambtenaar, maar haar beschikbare arbeidstijd is onvoldoende voor de tijdige behandeling van de omgevingsvergunningsaanvragen.
De bijkomende ondersteuning van Proflow, a rato van 2 dagen per week, is eveneens onvoldoende om de afwezigheid van de omgevingsambtenaar op te vangen.
Een bijkomende dag ondersteuning vanuit Interleuven is dan ook zeer aangewezen.
De selectieprocedure voor de aanwerving van de nieuwe beleidsmedewerker/expert omgeving wordt eerstdaags opgestart.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
613504/0600-00 | € 23 000 | € 11 880 | € 90 / uur |
(wordt beschikbaar gesteld via budgetverschuiving personeel)
Bijlagen
• offerte
• visum
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om gemiddeld 1 dag per week een ruimtelijk planner van Interleuven in te zetten ter ondersteuning van de behandeling van omgevingsvergunningsaanvragen RO bij de dienst omgeving van midden april tot einde september 2021.
Zitting van 3 mei 2021
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING OUDE BAAN 25, AFD. 1 SECTIE A NUMMER 327D.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
• voorkooprecht Oude Baan 25 INBRTM207686
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Oude Baan 25 te 3060 Bertem, afd. 1 sectie A nummer 327d, niet uit te oefenen.
Zitting van 3 mei 2021
STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN VEERLE LONDERS VOOR HET RENOVEREN VAN DE WONING IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 707B, SECTIE F NR 5S2.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
• De aanvraag omvat het uitbreiden van de bestaande keuken.
Ter hoogte van de linkergevel wordt een uitbreiding voorzien met een diepte van 5,04 m, een breedte van 4,58 m en afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 3,27 m ten opzichte van de vloerpas.
De uitbreiding wordt afgewerkt in hout.
Juridische gronden
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 106.
Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.
Artikel 111.
De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
º 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
º 2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.
• Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het artikel 4 bepaalt:
Voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd
2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd
3° de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter
4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen
5° de hoogte is beperkt tot 4 meter.
Argumentatie
• Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen
Niet van toepassing
• Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
De aanvraag is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling.
• De aanvraag is conform met artikel 4 van het meldingsbesluit van 16 juli 2020 nl.:
º er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;
º het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;
º de uitbreiding van de oppervlakte bedraagt minder dan 40 vierkante meter;
º de uitbreiding is op 3 meter van de perceelsgrenzen;
º de hoogte is minder dan 4 meter.
• Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater
Niet van toepassing
• Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden
Er worden geen voorwaarden opgelegd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college neemt akte van de melding van Veerle Londers voor het renoveren van de woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 707b, sectie F nr 5s2.
Artikel 2:
De meldingsakte wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Artikel 3:
Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.
Zitting van 3 mei 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KEVIN SMETS VOOR HET VERVANGEN VAN EEN VERANDA DOOR EEN PERGOLA IN 3061 LEEFDAAL, NEERIJSE STEENWEG 41, SECTIE F NR 180E8.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 15 februari 2021 heeft Kevin Smets een omgevingsaanvraag ingediend voor het vervangen van een veranda door een pergola in 3061 Leefdaal, Neerijse steenweg 41, sectie F nr 180e8.
• Op 24 februari 2021 werd bijkomende informatie gevraagd die werd bekomen op 13 maart 2021.
• Op 15 maart 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 29 april 1963, nr T874-2-L.001c (dossiernummer stedenbouw 159/FL/1).
Het betreft lot 9 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming.
De voorschriften van de verkaveling bepalen dat de gebouwen moeten worden ingeplant op 5 m van de zijdelingse perceelsgrenzen.
De aanvraag wijkt hiervan af.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• Het project is gelegen langsheen de Neerijse steenweg. De overheersende bebouwing in de omgeving duidt op vrijstaande eengezinswoningen, volledig vrij ingeplant. De perceelsbezetting is relatief klein. In de omgeving is een duidelijk lage bouwdensiteit vast te stellen.
Op het perceel van de aanvraag is een woning opgericht in open verband.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het vervangen van een bestaande gesloten veranda in de zijtuin door een open pergola.
De nieuwe constructie wordt ingeplant op 3,20 m van de zijdelingse perceelsgrens, is 10,20 m lang en in de zijtuin 3,14 m breed. De pergola loopt door in de achtertuin en heeft daar een breedte van 4 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 3 m.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 26 maart 2021 tot 24 april 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
• Externe adviezen
Op 19 maart 2021 heeft De Watergroep een gunstig advies uitgebracht wat betreft de bescherming van de waterwinning.
"Bij de uitvoering van de werken moet er met onderstaande aandachtspunten, opgenomen in het advies, rekening worden gehouden:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 29 april 1963.
De bestemming, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.
De voorschriften van de verkaveling bepalen dat de gebouwen moeten worden ingeplant op 5 m van de zijdelingse perceelsgrens.
De inplanting van de pergola op 3,20 m van de linker zijdelingse perceelsgrens is in de ruimtelijke omgeving van de aanvraag verantwoord.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De aandachtspunten opgenomen in het advies van De Watergroep van 19 maart 2021 moeten worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Kevin Smets voor het vervangen van een veranda door een pergola in 3061 Leefdaal, Neerijse steenweg 41, sectie F nr 180e8 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De aandachtspunten opgenomen in het advies van De Watergroep van 19 maart 2021 moeten worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.
Zitting van 3 mei 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG DOOR YANA VAN LAER EN SVEN ROEYKENS VOOR HET WIJZIGEN VAN DE VOORGEVEL VAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, EGENHOVENSTRAAT 31, SECTIE C NR 512L.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 25 maart 2021 hebben Yana Van Laer en Sven Roeykens een omgevingsaanvraag ingediend voor het wijzigen van de gevelopeningen in de voorgevel van de woning gelegen in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 31.
• Op 14 april 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de gemeenteweg Egenhovenstraat. De percelen maken deel uit van het kernweefsel van Bertem met als beeldbepalende factoren vooral woningen in verschillende verschijningsvormen. In het westen ligt de kerk met het kerkhof en het beschermde dorpsgezicht Sint-Pieterskerk en omgeving (dorp). Ten zuiden zijn de gebouwen van het WZC St.-Bernardus beeldbepalend. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het aanpassen van enkele gevelopeningen en daarmee het buitenschrijnwerk.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De woning past in deze overwegend residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het voorstel heeft geen impact op de mobiliteit.
Schaal
Het project heeft geen impact op de schaal van de woning.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De voorgestelde werken wijzigen de bouwdichtheid van het perceel niet.
Visueel-vormelijke elementen
Het nieuwe raam en het verplaatsen van de voordeur zijn een logische voortzetting van de indeling van de gevel, wat het straatbeeld ten goede komt.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Yana Van Laer en Sven Roeykens voor het wijzigen van de gevelopeningen in de voorgevel van de woning gelegen in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 31 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 3 mei 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG DOOR ANN CRABBÉ EN DAVID OSORIO VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN EENGEZINSWONING EN HET PLAATSEN VAN EEN CARPORT IN 3060 BERTEM, GRAUWE STEENBERG 16, SECTIE A, NR 148R.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 14 september 2020 leverde het college van burgemeester en schepenen een vergunning af voor het verbouwen van een woning (kenmerk: OMV_2020071503).
• Op 2 maart 2021 hebben Ann Crabbé en David Osorio een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning en het plaatsen van een carport in 3060 Bertem, Grauwe Steenberg 16, sectie A nr 148r.
• Op 3 maart 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 12 juni 1986, nr. T874-2-B.050 (dossiernummer stedenbouw 22/V/21).
Deze verkaveling werd gewijzigd op 18 juli 1994, 12 september 1994, 17 februari 1997, 28 juni 1999, 30 juli 2001, 8 oktober 2001, 9 augustus 2004, 30 augustus 2004 en 14 april 2009.
Het betreft lot 63 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woonuitbreidingsgebied.
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). Dit gebied is ontwikkeld in het kader van sociale woningbouw (sociale kavels).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Grauwe Steenberg.
Deze straat maakt deel uit van een groter woonuitbreidingsgebied ten noorden van het centrum van Bertem dat omgeven is door akkers en een aantal boscomplexen. Dit gebied wordt gekenmerkt door de grote niveauverschillen. De woningen zijn hoofdzakelijk in open verband opgericht.
Op het perceel staat een vrijstaande woning.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het vorige vergunde voorstel omvatte de verbouwing van de woning binnen het bestaande volume. Deze vergunningsaanvraag omvat een nagenoeg gelijke verbouwing binnen het bestaande volume, maar ook de sloop van het huidige tuinhuis en de plaatsing van een carport. Tevens zal het vloerpeil in deze situatie gelijk blijven met de oorspronkelijke situatie.
De aanpassingen t.o.v. de vorige vergunning zijn als volgt:
De bestaande voordeur wordt verplaatst naar de huidige garagepoort. De plek van de oorspronkelijke voordeur wordt verbouwd tot een raam, waarbij de bovenhangende overkapping ook verwijderd zal worden. Tevens wordt de voormalige garagepoort deels dicht gemetst. Op het gelijkvloers wordt de bestaande garage omgevormd tot inkomhal, dressing en badkamer. Hierdoor hebben de bestaande voorziene ruimtes meer plek.
De Velux-dakramen op de zolder zullen 78 cm x 98 cm zijn i.p.v. 134 cm x 98 cm. De eerste verdieping blijft verder gelijk.
Het nieuwe voorstel omvat ook de plaatsing van een tuinhuis met carport, op de plek van het huidige tuinhuis en dus in de zijtuinzone. Het nieuwe tuinhuis met carport wordt voorzien van een groendak en bekleed met hout. De totale constructie heeft een breedte van 3,52 m en een diepte van 11,43 m en heeft daarmee een oppervlakte van in totaal 40,48 m². De constructie is gelegen op 1,96 m van de rechter perceelsgrens en heeft een kroonlijsthoogte van 2,69 m.
• Watertoets
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 10 000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
º Artikel 4.3.1. (30/12/2017- ...)
§ 1. Een vergunning wordt geweigerd:
1° als het aangevraagde onverenigbaar is met:
a) stedenbouwkundige voorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken;
b) verkavelingsvoorschriften inzake wegenis en openbaar groen;
c) andere verkavelingsvoorschriften dan deze die vermeld zijn onder b), voor zover de verkaveling niet ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de vergunningsaanvraag, en voor zover van die verkavelingsvoorschriften niet op geldige wijze is afgeweken;
d) een goede ruimtelijke ordening;
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 13 maart 2021 tot 11 april 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De verkaveling is echter ouder dan 15 jaar waardoor deze voorschriften geen weigeringsgrond meer kunnen vormen.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het verbouwen van de woning en het oprichten van een carport is complementair aan de woning en past in deze overwegend residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft een positieve invloed op de mobiliteit in de omgeving. De voertuigen worden op het eigen terrein opgevangen.
Schaal
De schaal van de gebouwen in de omgeving is zeer ruim. Het goed is gelegen in een verkaveling van ruime eengezinswoningen. Een uitbreiding met een carport heeft geen impact op de schaal van de volledige woning of tot de gebouwen in de directe omgeving.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De carport wordt ingeplant in de zijtuin. Er blijft nog voldoende open ruimte op het perceel aanwezig om het open karakter van de omgeving te garanderen.
Visueel-vormelijke elementen
De plaatsing van de carport beïnvloedt nauwelijks het straatbeeld. Het nieuwe raam en het verplaatsen van de voordeur zijn een logische voortzetting van de indeling van de gevel, wat het straatbeeld ten goede komt.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Ann Crabbé en David Osorio voor het verbouwen van een woning en het plaatsen van een carport in 3060 Bertem, Grauwe Steenberg 16, sectie A nr 148r onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de verbouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 3 mei 2021
OMV-2021069148 (2021 43). AANVRAAG AUTOCROSS LANGS DE CORNELISBERG DOOR ROBERT HEYLEN.
Voorgeschiedenis
• Omgevingsvergunningsaanvraag melding milieu OMV_2021069148 (2021 43), ingediend via het omgevingsloket op 17 april 2021 door Robert Heylen, voor Autocross Team Leefdaal vzw, Blankaart 2 te 3061 Bertem voor de exploitatie van de tijdelijke ingedeelde inrichting of activiteit gelegen langs de Cornelisberg.
Feiten en context
• Locatie: Cornelisberg te 3061 Bertem kadastraal gekend als 24061 D 239N / 256 / 257B / 239F / 241 / 253 / 254 / 239P / 239M / 239R / 243 / 239K / 239L / 255 / 239C / 239D / 244 / 240.
• Het perceel is volgens het gewestplan Leuven, vastgesteld bij KB van 7 april 1977, gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
• Het betreft een melding van een tijdelijke ingedeelde inrichting of activiteit met als hoofdactiviteit 'autocross' voor volgende rubriek:
rubriek 32.9.1°c): Omloop voor wedstrijden, test- en oefenritten, of test- en oefenvaarten, met motorvoertuigen of motorvaartuigen, met verbrandingsmotor, met inbegrip van recreatief gebruik, alsook van waterskiën andere dan vermeld in rubriek 32.8.2, in andere zones dan zeebadzones, niet volledig gelegen op de openbare weg of op openbare waterwegen: omlopen voor motorvoertuigen waarop per jaar hoogstens één wedstrijd en aansluitende oefenritten plaatsvinden: een wedstrijd kan gespreid zijn over maximaal twee aaneensluitende kalenderdagen, en de bijbehorende oefenritten op andere dagen dan de wedstrijddagen zijn gespreid over maximaal drie dagen en ze vallen binnen de periode 3 dagen voor de wedstrijd en de dag na de wedstrijd: 1 wedstrijd autocross per jaar namelijk op 21 en 22 augustus 2021 (op 21 augustus: endurance en op 22 augustus: wedstrijddag) (klasse 3);
• De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
• Het parcours ligt op 990 m van het Habitatrichtlijngebied ‘Valleien van de Dijle, Laan en IJse met aangrenzende bos- en moerasgebieden’.
Juridische gronden
• Artikel 6 Omgevingsdecreet
Niemand mag zonder voorafgaande meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een meldingsplichtige verandering eraan doen.
• Artikel 136 Omgevingsbesluit
De melding gebeurt via het formulier en de in het formulier aangewezen addenda uit het addendabibliotheek.
• Artikel 137 Omgevingsbesluit
De melding van een meldingsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die onlosmakelijk verbonden is met stedenbouwkundige handelingen van een onroerend goed.
Adviezen
• Er dienen geen externe adviezen te worden gevraagd.
Argumentatie
Inplantingsplaats:
Het betreft hier een melding klasse 3, niet verbonden aan een inrichting klasse 2 of 1. Conform art. 4.1.1.1. van Vlarem II moet de inplantingsplaats verenigbaar zijn met de algemene en aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zoals vastgesteld in het goedgekeurde gewestplan of een ruimtelijk uitvoeringsplan of in een ander plan van aanleg.
De inrichting is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Leuven.
Voor de aangevraagde activiteit/inrichting zijn er in Vlarem-II specifieke verbods- en afstandsregels t.o.v. bepaalde zones of gebieden opgenomen namelijk art. 5.32.10.2 maar aan deze bepalingen is voldaan.
Onlosmakelijke verbondenheid:
Het project omvat enkel de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten en geen meldings- of vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen.
Op zaterdag 21 augustus 2021 wordt er een endurance wedstrijd gereden van verschillende klassen tussen 9.00 en 20.00 uur. Op zondag 22 augustus 2021 wordt er een N.V.A.C.T. wedstrijd (Nieuwe Vlaamse Autocross Teams) gereden tussen 9.00 en 19.00 uur.
Het parcours wordt aangelegd vanaf dinsdag 17 augustus en het terrein zal in de oorspronkelijke staat worden hersteld op maandag 23 augustus 2021.
De organisatie heeft een bijzondere verzekering afgesloten voor de N.V.A.C.T. autocrosswedstrijden bij de provincie Vlaams-Brabant.
Alle deelnemers van de wedstrijden moeten zich aan het wedstrijdreglement houden.
Op basis van de gewenste tijden voor de activiteit zal er wel een bijstelling van art. 5.32.10.4 moeten gevraagd worden namelijk:
Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5. is het gebruik van de omloop met motorvoertuigen die beantwoorden aan de geluidsnormen, vastgesteld in het algemeen reglement op de technische eisen waaraan motorvoertuigen moeten voldoen om in het verkeer te worden gebracht, verboden:
1) op zon- en feestdagen: van 20 uur tot 9 uur;
2) op de niet in onder 1° bedoelde dagen: van 19 uur tot 7 uur
3) op de dagen voor bijhorende oefenritten in functie van één wedstrijd, maar op andere dagen dan de wedstrijddagen, van 18 uur tot 13 uur.
De aanvrager wenst op zaterdag 21 augustus 2021 de cross te kunnen laten plaatsvinden tussen 9.00 en 20.00 uur.
Bijlagen
• situeringsplan
• perceelnummers van autocrossparcours
• draaiboek organisatie
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen stelt vast dat het aanvraagdossier OMV_2021069148 (2021 43) volledig en ontvankelijk is en neemt dus akte van de aanvraag van de omgevingsvergunningsmelding voor een ingedeelde inrichting of activiteit milieu, ingediend door Robert Heylen voor vzw Autocross Team Leefdaal, Blankaart 2 te 3061 Bertem, voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit gelegen langs de Cornelisberg, kadastraal gekend als 24061 D 239N / 256 / 257B / 239F / 241 / 253 / 254 / 239P / 239M / 239R / 243 / 239K / 239L / 255 / 239C / 239D / 244 / 240, voor
• rubriek 32.9.1°c): Omloop voor wedstrijden, test- en oefenritten, of test- en oefenvaarten, met motorvoertuigen of motorvaartuigen, met verbrandingsmotor, met inbegrip van recreatief gebruik, alsook van waterskiën andere dan vermeld in rubriek 32.8.2, in andere zones dan zeebadzones, niet volledig gelegen op de openbare weg of op openbare waterwegen: omlopen voor motorvoertuigen waarop per jaar hoogstens één wedstrijd en aansluitende oefenritten plaatsvinden: een wedstrijd kan gespreid zijn over maximaal twee aaneensluitende kalenderdagen, en de bijbehorende oefenritten op andere dagen dan de wedstrijddagen zijn gespreid over maximaal drie dagen en ze vallen binnen de periode 3 dagen voor de wedstrijd en de dag na de wedstrijd: 1 wedstrijd autocross per jaar namelijk op 21 en 22 augustus 2021 (op 21 augustus: endurance en op 22 augustus: wedstrijddag) (klasse 3)
Artikel 2:
Het schepencollege gaat akkoord met de bijstelling van art. 5.32.10.4. om op zaterdag 21 augustus 2021 de cross te kunnen laten plaatsvinden tussen 9.00 en 20.00 uur.
Zitting van 3 mei 2021
RISICOGRONDEN. VERZOEK SCHRAPPEN ALS RISICOGROND GROENENDAAL 21 - VERJAUW.
Voorgeschiedenis
• E-mails van 15 januari 2020, 21 februari 2020, 15 mei 2020, 29 juni 2020, 22 februari 2021 en 26 maart 2021 van Zoë Gils namens Abesco in het kader van het schrappen van de risicogrond Groenendaal 21.
Feiten en context
• Locatie: Groenendaal 21 te 3060 Bertem
• Kadastraal gekend als Bertem, 1e afdeling, sectie C, nrs. 401D en 402D
• Eigenaars van het perceel zijn de heer Verjauw en mevrouw Laes.
• Doel van deze opdracht is om uit te zoeken of dit perceel al dan niet een risicogrond is door Abesco.
• Aangezien de gemeente de inventarisplicht heeft en verantwoordelijk is voor de volledigheid en de kwaliteit van de gemeentelijke inventaris, dient het schepencollege te beslissen om akkoord te gaan om over te gaan tot het schrappen van een onterecht aangeduide risicogrond.
Juridische gronden
• Bodemdecreet: artikel 2,13°, 2,14° en 6
• VLAREBO: artikel 21 en bijlage I (lijst van risico-inrichtingen waarvan de exploitatie is aangevat voor 1 juni 2015)
• VLAREM II: bijlage 1 (indelingslijst)
Adviezen
• Er zijn geen externe adviezen vereist.
Argumentatie
Motivatie:
Voor de betreffende locatie werd in het webloket van OVAM de rubriek 6.2.2°a): opslag van vaste brandstof weergegeven. Dit is een Vlarebo-plichtige activiteit – categorie B.
In de gemeentelijke inventaris werd deze rubriek en dus ook de Vlarebo-plichtige activiteit – categorie B niet teruggevonden.
Volgende vergunningen en meldingen werden in het gemeentelijk archief bewaard:
1) ARAB-vergunning van 12 oktober 1977 verleend door het college van burgemeester en schepenen van Bertem aan de heer Jean Verjauw voor het houden van 50 kippen, 20 varkens, 65 runderen en 7 paarden.
2) ARAB-melding van 20 september 1990 verleend door het college van burgemeester en schepenen van Bertem aan de heer Jean Verjauw voor de opslag van 80 m³ mest.
3) Vlarem melding van overname van 26 maart 2007 verleend door het college van burgemeester en schepenen van Bertem aan de heer Jos Verjauw namelijk overname van de vergunning van Hubert Vander Elst voor de rubriek 9.4.3.b.1): stallen van inheemse grote zoogdieren met 10 tot 200 dieren in woongebied met landelijk karakter namelijk 45 runderen met eindtermijn 1 september 2011.
4) Vlarem melding van overname van 25 juni 2007 verleend door het college van burgemeester en schepenen van Bertem aan de heer Jos Verjauw namelijk overname van de vergunning van Jean Verjauw voor de rubriek 28.2.a) 2°: opslagplaats voor dierlijk mest namelijk opslag van 80 m³ mest met eindtermijn 1 september 2011.
5) Vlarem vergunning klasse 2 van 13 augustus 2007 verleend door het college van burgemeester en schepenen van Bertem aan de heer Jos Verjauw voor de
a) Rubriek 9.4.3.a)1°: stallen van inheemse grote zoogdieren in een gebied ander dan woongebieden met landelijk karkater en agrarische gebieden: 69 runderen waarvan 12 runderen jonger dan 1 jaar, 26 runderen van 1 tot 2 jaar en 31 zoogkoeien;
b) Rubriek 15.1.1: al dan niet overdekte ruimte waarin gestald wordt 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens andere dan personenwagens: stallen van 15 voertuigen;
c) Rubriek 17.3.6.1°b): opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55°C maar dat 100°C niet overtreft, met een totaal inhoudsvermogen van 100 l tot en met 20 000 l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen: opslag van 2500 l mazout;
d) Rubriek 17.3.9.1°: brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen zijnde installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motoren: inrichtingen voor de verdeling van de in rubriek 17.3.6.1° bedoelde vloeistoffen met max. 1 verdeelslang: 1 verdeelslang;
e) Rubriek 19.6.2°a): Opslagplaatsen van hout e.d., met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 en rubriek 19.8, met een capaciteit van, wanneer de inrichting gelegen is in een gebied ander dan industriegebied, meer dan 20 ton tot en met 100 ton of meer dan 40 m³ tot en met 200 m³ in een lokaal: opslag van 30 ton stro in een lokaal;
f) Rubriek 28.2.a)2°: Opslagplaats van dierlijke mest in een gebied ander dan woongebieden met landelijk karakter en agrarische gebieden van meer dan 10 m³ tot en met 100 m³: opslag van 100 m³ dierlijke mest, waarvan 50 m³ gier en 50 m³ vaste mest.
Deze vergunningen en meldingen werden overgemaakt aan Abesco die hierover een overleg had op 26 maart met OVAM.
Het resultaat van het overleg: rubriek 6.2.2. komt volgens het dossier van OVAM uit de vergunning van 13 augustus 2007. Gezien de vergunning zelf nergens rubriek 6.2.2. vermeld, noch een van de andere vergunningen, kan deze rubriek geschrapt worden van het perceel.
Conclusie:
Uit het samenbrengen van de meldingen en vergunningen van de betreffende locatie en het overleg met OVAM, wordt aangetoond dat de percelen kadastraal gekend als Bertem, 1e afdeling, sectie C, nr. 401D en 402D (Groenendaal 21) geen risicogrond betreft. Bijgevolg kunnen de betrokken percelen geschrapt worden uit de Gemeentelijke inventaris en het Grondeninformatieregister als risicogrond.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het schepencollege neemt kennis van de vergunningstoestand van de risicogrond gelegen aan Groenendaal 21 te 3060 Bertem (kadastraal gekend als Bertem, 1e afdeling, sectie C, nr. 401D en 402D) en van de afwezigheid van rubriek 6.2.2°a) als Vlarebo-plichtige activiteit.
Artikel 2:
Het schepencollege beslist over te gaan tot de schrapping van de betreffende risicogrond namelijk Groenendaal 21 te 3060 Bertem (kadastraal gekend als Bertem, 1e afdeling, sectie C, nr. 401D en 402D) in de Gemeentelijke Inventaris en in het webloket bodem van OVAM.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.