Zitting van 1 februari 2021
LIJST VAN DE GEZWORENEN. LOTING.
Besluit
Motivering
Overeenkomstig artikel 218 van het gerechtelijk wetboek worden de gezworenen bij loting aangewezen uit de laatste lijst van de in het kiezersregister ingeschreven personen opgemaakt overeenkomstig artikel 10, §1, van het kieswetboek. Er moet dus gebruik gemaakt worden van de kiezerslijst voor de federale parlementsverkiezingen van 26 mei 2019.
Mededeling
De burgemeester, bijgestaan door schepen Tom Philips en schepen Joery Verhoeven, gaan over tot de loting. Deze loting vindt plaats in het openbaar in het gemeentehuis.
Het eerstgetrokken cijfer stelt de eenheden voor. Nadat dit blaadje terug in de bus werd gelegd, wordt een tweede cijfer getrokken dat de tientallen voorstelt.
De personen waarvan het rangnummer in de kiezerslijst eindigt op het gevormde getal worden op de voorbereidende lijst van de gezworenen ingeschreven.
Zitting van 1 februari 2021
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 25 januari 2021 goed.
Zitting van 1 februari 2021
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/52 tot en met nr. 2021/65 voor een totaal bedrag van 22 089,53 euro.
Zitting van 1 februari 2021
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de volgende facturen goed: nr. 2020/5820 tot en met nr. 2020/5855 voor een totaal bedrag van 39 560,98 euro en nr. 2021/169 tot en met nr. 2021/329 voor een totaal bedrag van 341 933,95 euro.
Zitting van 1 februari 2021
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING GERZENSTRAAT 15 TE 3060 BERTEM, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 179X2 + TUIN, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 179Y2.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor volgende percelen niet uit te oefenen:
Zitting van 1 februari 2021
OMGEVINGSVERGUNNING DORPSTRAAT 504. AANVRAAG VAN DANIELLE DEVOGELAER, NANCY DEVOGELAER EN DIANE VERLINDEN VOOR HET REGULARISEREN VAN DE AFBRAAK VAN EEN DEEL VAN DE VOORMALIGE FEESTZAAL, DE BOUW VAN EEN GARAGE EN DE AANLEG VAN EEN TERRAS IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 504, SECTIE B NR 367K.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 30 november 2020 heeft het college een vergunning verleend aan Louis de Liedekerke voor het regulariseren van het bestaande volume van het pand 3061 Leefdaal, Dorpstraat 504.
Tegen deze beslissing werd beroep ingesteld bij de deputatie van Vlaams-Brabant.
• Op 1 december 2020 hebben Danielle Devogelaer, Nancy Devogelaer en Diane Verlinden een aanvraag ingediend voor het regulariseren van de afbraak van een deel van de voormalige feestzaal, de bouw van een garage en de aanleg van een terras in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 504, sectie B nr 367k.
• Op 17 december 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanaf de Dorpstraat gelegen in woongebied. Het overige gedeelte is gelegen in parkgebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen (artikel 14 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat.
De woning behoort tot het absolute kernweefsel van Leefdaal met in de onmiddellijke omgeving het Dorpsplein en de kerk met het oude kerkhof en de kerkhofmuur (beschermde monumenten). De omgeving wordt gekenmerkt door een mix van wonen (één- en meergezinswoningen), handel, vrije beroepen en diensten in oudere en gerestaureerde gebouwen en een aantal nieuwbouwprojecten. Vooral de hoge gevels zijn bepalend voor het straatbeeld. Drie volwaardige bouwlagen en een volwaardig hellend dak zijn geen uitzondering in de nabije en verdere omgeving van het bouwperceel zoals het vrij recente project aan de overzijde van de Dorpstraat en de restauratie en herbestemming van het oude gemeentehuis met achterliggende wooneenheden. Het zuiden van het bouwperceel wordt gekenmerkt door bebouwing en achterliggend agrarisch gebied, in het noorden zijn de Voervallei en het kasteelpark beeldbepalend. De woning is gelegen in een gesloten bouwblok.
• Het voorstel omvat de regularisatie van de afbraak van een deel van de voormalige feestzaal, de bouw van een garage en de aanleg van een terras;
º De sloop van een deel van de vroegere feestzaal achter de woning, dit om plaats te maken voor de aanleg van een terras en het openen van het zicht op de achterliggende tuin.
º De bouw van een garage en tuinberging.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is conform de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
De functie eengezinswoning wordt behouden. De omgeving wordt ter hoogte van de woning gekenmerkt door de aanwezigheid van eengezinswoningen en bedrijvigheid. De functie past binnen deze omgeving.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
Het bestaande gebouwen blijven in vorm behouden. De woning overstijgt de schaal van de gebouwen in de omgeving niet.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De voorgestelde regularisatie heeft geen impact op de bouwdichtheid van het perceel.
Visueel-vormelijke elementen
Het project heeft geen impact op het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Danielle Devogelaer, Nancy Devogelaer en Diane Verlinden voor het regulariseren van de afbraak van een deel van de voormalige feestzaal, de bouw van een garage en de aanleg van een terras in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 504, sectie B nr 367k.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 1 februari 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG KRISTIEN SCHOTS EN STIJN DEBECKER VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, DORPSTRAAT 174A, SECTIE C NR 463V.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 16 oktober 2020 hebben Kristien Schots en Stijn Debecker een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Dorpstraat 174A, sectie C nr 463v.
• Op 28 oktober 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Centrum', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 mei 2009.
De voorschriften van art. 4 zone voor gesloten bebouwing, art. 5 zone voor aanhorige gebouw en art. 12 zone voor tuinen zijn van toepassing.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften van art. 4:
º afwijkende dakvorm van 31,70 % (max. 25 %)
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat.
De woning maakt deel uit van een bouwblok in het centrum van Bertem met ten noorden de Voer en het Gemeenteplein met speeltuin en recente ontwikkelingen.
In deze omgeving bestaat de bebouwing uit particuliere woningen in verschillende verschijningsvormen, afgewisseld met meergezinswoningen en bedrijvigheid.
Op het perceel staat een gesloten eengezinswoning met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel. Links grenst de woning aan de doorsteek tussen de Dorpstraat en het Voerwegje.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het vervangen van de dakvlakvensters in het voor- en achtergevelvlak door dakkapellen over de volledige breedte - 0,60 m vanaf de linker- en - 0,60 m vanaf de rechtergrens van het dak. Op het gelijkvloers wordt een kleine verbouwing doorgevoerd.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen.
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 7 november 2020 tot 6 december 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in het RUP "Centrum". De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De geringe afwijking van de dakvorm is verantwoord. Gelijkaardige dakuitbouwen komen veelvuldig voor in de omgeving. Hierdoor zal de woning passen in het heterogene straatbeeld.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Kristien Schots en Stijn Debecker voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Dorpstraat 174A, sectie C nr 463v onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 1 februari 2021
OMGEVINGSVERGUNNING COIGE-STEENWEG 41. AANVRAAG VAN LEEN LAUWERS VOOR HET PLAATSEN VAN EEN ZWEMVIJVER IN 3061 LEEFDAAL, COIGE-STEENWEG 41, SECTIE A NR 58D.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 16 november 2020 heeft Leen Lauwers een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een zwemvijver in 3061 Leefdaal, Coige-steenweg 41, sectie A nr 58d.
• Op 15 december 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanaf de Coige-steenweg gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het achterliggende gedeelte is gelegen in agrarisch gebied.
Alle werkzaamheden worden uitgevoerd in het woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Coige-steenweg die in het uiterste noordwesten van Leefdaal de grens vormt met de buurgemeente Tervuren. De Coige-steenweg is de verbinding tussen de Tervuursesteenweg, het gehucht Coige, Moorsel en Everberg. Buiten het gehucht Coige is op het grondgebied Bertem het agrarische gebied grotendeels behouden en in exploitatie gebleven. Het bouwperceel maakt deel uit van het bebouwde deel van het gehucht waar residentiële bebouwing in verschillende verschijnings- en afwerkingsvormen voorkomt.
Het grootste deel van de woningen bestaan uit twee bouwlagen en een zadeldak.
Op het perceel staat een geschakelde woning.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het plaatsen van een zwemvijver.
Op 10 m van de achtergevel van de woning wordt een zwemvijver geplaatst van 12,50 m op 3 m met een diepte van 1,20 m met een aanpalende filterzone van 12,50 op 1,49 m op 1,90 m van de rechterperceelsgrens.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
Op 17 december 2020 heeft het Departement Landbouw en Visserij een gunstig advies uitgebracht:
"Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen het volgende advies bij.
De aanvraag heeft geen betrekking op professionele agrarische of para-agrarische activiteiten, en is gelegen in landelijk woongebied, met achterliggend agrarisch gebied. Het betreft de aanleg van een openlucht zwembad, binnen de tuinzone.
Gelet op de planologische ligging is de aanvraag voor het Departement Landbouw en Visserij aanvaardbaar.
Het betreft ons verder een zaak van een goede ruimtelijke ordening."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het plaatsen van een zwemvijver behoort tot de normale tuinuitrusting en is inpasbaar in deze omgeving.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit van de omgeving.
Schaal
De aanvraag heeft een bescheiden omvang.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het perceel heeft een oppervlakte van 28,45 are. De bouwdichtheid is in verhouding tot de omliggende percelen gelijk of lager. In de omgeving komen hogere dichtheden voor.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag beïnvloedt het straatbeeld niet.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Reliëf
De uitgevoerde en aangepaste reliëfwijzigingen staan in relatie tot het ontwerp en de omgeving.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Leen Lauwers voor het plaatsen van een zwemvijver in 3061 Leefdaal, Coige-steenweg 41, sectie A nr 58d onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 1 februari 2021
VERVOERREGIO LEUVEN. KENNISNAME AANGEPAST VOORSTEL HALTES DE LIJN.
Besluit
Mededeling
Op 23 november 2020 werd de nota 'halte- en infrastructuuraanpassingen in de gemeente Bertem n.a.v. nieuw busnetwerk Basisbereikbaarheid' besproken in het college. De geformuleerde opmerkingen werden overgemaakt aan De Lijn.
De kaart en haltelijst werden aangepast waarbij rekening werd gehouden met de opmerkingen van het college. (Zie bijlage)
De halte Bertem Sinte Veronica (81) wordt voorlopig behouden met volgende motivatie van De Lijn:
We begrijpen de argumentatie van de gemeente omtrent de ontsluiting van de omliggende wijken met lijn 317. Lijn 316 zal evenwel de Dorpstraat rechtstreeks bedienen en biedt ook een verbinding met zowel Leuven als Brussel.
Daarnaast werden de regels wat betreft de halte-spreiding herschreven binnen de Basisbereikbaarheid.
In Basismobiliteit werden er minimum afstanden bepaald tussen de woonzones en de haltes.
In Basisbereikbaarheid kregen we de opdracht om de afstand tussen de haltes onderling te gaan bekijken. Deze afstand is daarbij minimaal 400 meter in centrumsteden en is er minimaal 600 meter afstand tussen haltes elders.
Op de N3 zelf, een frequente en toekomstige HOV-as, trachten we het aantal haltes te beperken en zo goed mogelijk te spreiden. Dit als een van de maatregelen om de betrouwbaarheid en de rijtijd te verbeteren. Het spreekt voor zich dat een stop aan 1 halte die rijtijd niet drastisch zal beïnvloeden. Maar als de haltes beter gespreid worden over de ganse as (op basis van deze minimum afstanden) zal dit wel degelijk een verschil maken.
Uiteraard moet dit ook gepaard gaan met andere doorstromingsmaatregelen, veilige oversteekplaatsen en goed uitgebouwde haltes.
Daar willen we de komende jaren samen met de gemeentes, AWV, beleid Vlaanderen samen aan werken. Deze halte-oefening was alvast een goede aanzet om de pijnpunten binnen elke gemeente in kaart te brengen.
Gezien er op de N3 echter nog tal van maatregelen nodig zijn, volgen we jullie standpunt om de halte voorlopig te behouden en bekijken we deze verder bij een eventuele heraanleg of herinrichting van de N3.
De gemeente Bertem gaat akkoord met het aangepast voorstel weergegeven op de kaart, waarbij de halte Bertem Sinte Veronica wordt behouden.
Zitting van 1 februari 2021
MOBILITEITSRAAD. BESPREKING ADVIES.
Besluit
Motivering
Op de mobiliteitsraad van 30 november 2020 werd de categorisering van de gebruikers op trage wegen besproken en hoe dit op het terrein duidelijk kan gemaakt worden. De bespreking van het punt is te vinden als bijlage. Uit de bespreking volgde een vrij advies aan het college:
Dijlepad
Geen beperking van de gebruikers tot enkel voetgangers zoals ANB voorstelt, maar wel een verbreding tot 1,65m voor het gedeelte tussen Veeweide en Stationsstraat wat het pad comfortabeler maakt.
Voerwegje
• De mobiliteitsraad vraagt of er rond hoffelijkheid in het verkeer op het Voerwegje specifiek en op trage wegen in het algemeen actie kan ondernomen worden. Voorstel: een hoffelijkheidscampagne?
• De mobiliteitsraad vraagt een aanpassing van de mountainbikeroutes om het drukste traject van het Voerwegje te ontlasten.
Bespreking
Het college volgt het advies over het Dijlepad en verzoekt de dienst openbare werken om de aanpassing van het Dijlepad op te nemen in de werkplanning.
Het college verzoekt de dienst vrije tijd om contact op te nemen met Sport Vlaanderen en/of de provincie Vlaams-Brabant om een aanpassing van de mountainbikeroutes te vragen teneinde het drukste traject van het Voerwegje te ontlasten. Het betreft het stuk tussen Lange Gracht en Boskee (laatste stuk is kasteeldreef).
Ter plaatse en via brieven aan de mountainbikeverenigingen worden mountainbikers ontraden om het Voerwegje te gebruiken, zowel voor het bovenvermelde traject als voor het traject vanaf Slagberg (voorbij de kasteelvijver) richting Voerhoek, Het Bies en zo naar Dorpstraat.
Zitting van 1 februari 2021
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG FLUVIUS VOOR HET UITBREIDEN VAN HET GASNETWERK IN DE SINT-FRANCISCUSBERG TE BERTEM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
Zitting van 1 februari 2021
HERAANLEG HET BIES. AANVRAAG HERSTELWERK PRIVÉ VOORTUIN HET BIES 20.
Voorgeschiedenis
• Collegebesluit van 18 juni 2018 over de goedkeuring van de overeenkomsten inname Het Bies. De eigenaars van Het Bies 18, 20 en 22 en Elzenstraat 25 gaven de toelating om de voortuin te gebruiken als werkzone voor de herstelling van de koker van de Vloetgracht in Het Bies. De betrokken eigenaars van de inname kregen de volgende schadevergoedingen voor heraanleg van hun voortuin toegekend:
º Het Bies 18: 3912,41 euro
º Het Bies 20: 8872,40 euro
º Het Bies 22: 5825,79 euro
º Elzenstraat 25: 3412,12 euro
Feiten en context
• In juli 2018 werden de rioleringswerken en de heraanleg van Het Bies, uitgevoerd door BESIX, voorlopig opgeleverd.
• Tijdens de werken werden de voortuinen van een aantal privéwoningen in onderlinge afspraak gebruikt voor het werken aan de ondergrondse gracht en leidingen.
• De betreffende eigenaars hebben een offerte mogen indienen voor het laten heraanleggen en herstellen van hun voortuin; deze offertes werden integraal financieel gecompenseerd en mochten in opdracht van de privé-eigenaars uitgevoerd worden.
• Het voorbije anderhalf jaar werd door de bewoner van Het Bies 20 contact genomen over ontstane schroeischade aan planten, gazon (door droogte en hitte) en oprit.
• Per e-mail vraagt mevr. Van Herterijck om de beloofde herstellingen nu te komen uitvoeren.
• Op 30 november 2020 heeft de dienst openbare werken ter plaatse de vraag van mevrouw besproken.
• Via de aangeleverde foto's en de vaststellingen ter plaatse kan worden vastgesteld dat:
º het voetpad en de opsluitbanden correct werden geplaatst en met gestabiliseerd zand onder het maaiveld werden aangestreken om stevig vast te blijven staan;
º in de zomermaanden het gazon over een breedte van 30 tot 50 cm van de stoeprand verdrogingsverschijnselen vertoont. Enkele haagplantjes in deze strook zijn afgestorven. In het najaar en de winter staat het gazon terug groen (zie foto's najaar 2020).
• Mevrouw Van Herterijck vraagt concreet dat op kosten van en door de gemeente een aantal haagplantjes en -struikjes worden verplant/nieuw aangeplant en dat langs het voetpad een verhoogde strook met dolomiet wordt aangelegd (zie ontwerpschets in bijlage).
• Mevrouw Van Herterijck zegt dat ze ook spreekt voor haar buren van Het Bies 22 en Elzenstraat 25 en vraagt dat dezelfde aanpassingen ook voor hen worden gedaan. Deze buren hebben hier zelf geen aanvraag of melding voor gedaan; zij waren ook niet aanwezig tijdens het plaatsbezoek.
Adviezen
• Het visum van de financieel directeur werd nog niet aangevraagd, aangezien het afhankelijk is van de beslissing van het college over het al dan niet uitvoeren van deze werken.
• Het gaat hier volledig over heraanleg op privé domein. Toch adviseert de dienst openbare werken om geen verhoogde berm op privé aan te leggen tussen de rand van het voetpad en het gazon. En wel omdat dit aanleiding kan geven tot parkeren of een verkeerdelijk beeld van een verbreed voetpad kan geven.
• Indien de eigenaars werken wensen uit te voeren, moeten deze worden uitgevoerd volgens alle geldende stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot aanleg van tuinen en/of verharding.
Argumentatie
• Momenteel heeft enkel mevrouw Van Herterijck formeel een aanvraag ingediend.
• Op basis van het plaatsbezoek en de mondeling uitgedrukte wensen van mevrouw, is een schets en kostenraming (materiaal, middelen en werk) opgemaakt, voor aanpak van het geheel (huisnr. 20, 22 en Elzenstraat 25)
De raming komt op 1000 à 1250 euro aan materialen + 4500 à 5000 euro aan werk en machines (de raming "werk en machines" is gebaseerd op de gemeentelijke retributietarieven).
Deze raming moet nog naar evenredigheid van lopende meters gazonrand, per perceel berekend worden.
• De dienst openbare werken wenst bij voorkeur deze werken op privéterrein niet zelf uit te voeren, om toekomstige precedenten te vermijden.
• Mevrouw Van Herterijck en haar buren hebben destijds elk een aanzienlijke compensatie ontvangen. Het was aan hen om (al dan niet met een eigen aannemer), op dat ogenblik de gepaste werken zelf en volgens het vereiste vakmanschap uit te voeren (grond verrijken of aanhogen, aanplanten...).
• In de uitvoering op privédomein is de gemeente destijds geen uitvoerende partij geweest, zodoende kan de gemeente niet verantwoordelijk worden gesteld voor de huidige gevolgschade of gebreken.
• Met deze beslissing moet dit dossier, als definitief afgesloten worden beschouwd.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
GBB/0119-01/615025 | €35 000 | €0 aanvulling via budgetverschuiving | €5500 à €6250 |
geschat aantal werkuren: 80 manuren (waarvan 32 machine-uren)
Bijlagen
• 2020.11 - verslag plaatsbezoek en inschatting werken Het Bies 20
• e-mail 2020.06.17 - Het Bies 20
• e-mail 2020.10.30 - Bies 20-22
• e-mail 2020.11.20 - Het Bies 20
• foto's Mapillary najaar 2020
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord dat deze gevraagde werken niet door de eigen diensten/medewerkers worden uitgevoerd, aangezien het volledig gaat over werken op privéterrein.
Artikel 2:
Het is niet aantoonbaar dat deze droogteschade het gevolg is van de oorspronkelijke vernieuwingswerken 2018, dan wel van het seizoen, dan wel van het correct heraanleggen van de voortuin, waarvoor de aanvrager reeds een vergoeding van de gemeente ontving. Daarom wenst het college geen bijkomende financiële tussenkomst te verlenen.
Artikel 3:
Gezien er enkel een eenzijdige aanvraag is door de bewoners van Het Bies 20, en aan hen geen tussenkomst wordt gegeven, wenst het college ook geen bijkomende financiële tussenkomst te verlenen aan vernoemde buren van Het Bies 22 of Elzenstraat 25.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.