Zitting van 23 november 2020
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 16 november 2020 goed.
Zitting van 23 november 2020
REGIOVORMING. STANDPUNTBEPALING INDELING GEMEENTE BERTEM IN REFERENTIEREGIO LEUVEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college verklaart zich akkoord met de voorgestelde indeling van de gemeente Bertem in regio Oost-Brabant.
Artikel 2:
Het college formuleert volgende aanbevelingen:
De gemeente Bertem en de gemeenten van de Druivenstreek (Huldenberg, Tervuren, Hoeilaart en Overijse) vormen een natuurlijk en hecht samenwerkingsverband dat bovendien de laatste jaren sterker werd uitgebouwd en aan belang wint. Deze gemeenten werken samen in diverse samenwerkingsverbanden: IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek (sport, cultuur, jeugd, toerisme, bibliotheek, erfgoed), de Hulpverleningszone Oost Vlaams-Brabant, de Vervoerregio Leuven, SHM Elk zijn Huis, Toerisme Vlaams-Brabant (Zuid-Dijleland)...
Het college wenst deze waardevolle samenwerkingsverbanden ook op de lange termijn te kunnen behouden. Het gemeentebestuur steunt de vraag van de gemeenten Overijse en Hoeilaart om te worden ingedeeld in de regio Oost-Brabant.
Zitting van 23 november 2020
VORMING WOONMAATSCHAPPIJ. BESPREKING BRIEVEN MINISTER VAN WONEN EN DIRECTEUR ELK ZIJN HUIS.
Besluit
Motivering
Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij. De Vlaamse regering maakte op 17 juli 2020 afspraken over het traject voor de vorming van woonmaatschappijen.
Elk lokaal bestuur kan op basis van een aantal richtinggevende criteria ten laatste tegen 31 oktober 2021 een voorstel van werkingsgebied indienen bij de Vlaamse regering. Het werkingsgebied van de nieuwe woonmaatschappij moet vallen binnen de referentieregio's die de Vlaamse regering zal vastleggen.
Timing:
• najaar 2020: bepalen van en communicatie over de richtinggevende criteria;
• einde oktober 2021: lokale besturen dienen een voorstel van werkingsgebied in bij de Vlaamse regering;
• voorjaar 2022: de Vlaamse regering keurt de nieuwe werkingsgebieden principieel goed;
• voor zomerreces 2022: de Vlaamse regering legt de werkingsgebieden definitief vast. Hiervoor zal de Vlaamse Regering zich baseren op de door de lokale besturen ingediende voorstellen.
Bespreking
Het college neemt kennis van:
• de brief van Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele van 23 oktober 2020
• de brief van Roel Moens, directeur Elk zijn Huis van 12 november 2020
Het college is tevreden over de samenwerking met Elk zijn Huis. Het huidige werkingsgebied van Elk zijn Huis mag behouden worden voor zover dit in het kader van de regiovorming mogelijk zou zijn. Indien dat niet mogelijk is, gaat het college akkoord met een nieuwe woonmaatschappij die het SVK Spit en (minimaal) de afgesplitste gemeentevennoten van Elk zijn Huis omvat.
Zitting van 23 november 2020
PERSONEEL ONDERWIJS. VASTSTELLING PRESTATIEDAGEN SCHOOLVAKANTIES ADMINISTRATIEVE MEDEWERKER GBS BERTEM.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Adviezen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De deeltijdse administratieve medewerker van de gemeentelijke basisschool Bertem (28/36) presteert de volgende prestatiedagen tijdens de schoolvakanties in 2021:
in totaal 9 dagen te presteren:
Artikel 2:
De schooldirecteur deelt de prestatiedagen voor 15 december 2020 mee aan de administratieve medewerker.
Zitting van 23 november 2020
PERSONEEL ONDERWIJS. VASTSTELLING PRESTATIEDAGEN SCHOOLVAKANTIES ADMINISTRATIEVE MEDEWERKERS GBS LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
Adviezen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De administratieve medewerkers van de gemeentelijke basisschool Leefdaal presteren de volgende prestatiedagen tijdens de schoolvakanties in 2021:
1 dag in de paasvakantie
10 dagen tijdens de zomervakantie
3 dagen tijdens de zomervakantie
Artikel 2:
De schooldirecteur deelt de prestatiedagen voor 15 december 2020 mee aan de administratieve medewerkers.
Zitting van 23 november 2020
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/396 tot en met nr. 2020/403 voor een totaal bedrag van 17 301,10 euro.
Zitting van 23 november 2020
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/4493 tot en met nr. 2020/4603 voor een totaal bedrag van 227 364,93 euro.
Zitting van 23 november 2020
INFO BERTEM. KENNISNAME PLANNING 2021.
Besluit
Motivering
Het gemeentelijk infoblad Info Bertem verschijnt om de twee maanden. De editie januari-februari 2021 wordt momenteel voorbereid. De verdere timing voor Info Bertem 2021 werd opgesteld en is ook al besproken met drukkerij Van der Poorten.
Mededeling
De timing voor Info Bertem 2021:
deadline om onderwerpen voor te stellen
| Redactie- raad | Deadline | Teksten klaar voor Redactieraad | Eind- redactie | Bedeling in de week van | Editie |
5 november 2020 | 09 november 2020 | 30 november 2020 | 4 december 2020 | 7 december 2020 | 21 december 2020 | januari februari |
14 januari 2021 | 18 januari 2021 | 8 februari 2021 | 12 februari 2021 | 15 februari 2021 | 1 maart 2021 | maart april |
18 maart 2021 | 22 maart 2021 | 12 april 2021 | 16 april 2021 | 19 april 2021 | 3 mei 2021 | mei juni |
12 mei 2021 | 17 mei 2021 | 7 juni 2021 | 11 juni 2021 | 14 juni | 28 juni 2021 | juli augustus |
16 juli 2021 | 19 juli 2021 | 9 augustus 2021 | 13 augustus 2021 | 16 augustus 2021 | 30 augustus 2021 | september-oktober |
16 september 2021 | 120 september 2021 | 11 oktober 2021 | 15 oktober 2021 | 18 oktober 2021 | 1 november 2021 | november december |
10 november 2021 | 15 november 2021 | 6 december 2021 | 10 december 2021 | 13 december 2021 | 27 december 2021 | januari februari 2022 |
Deze timing wordt op het intranet geplaatst.
Zitting van 23 november 2020
EERSTELIJNSZONE LEUVEN-ZUID. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST POOL HUISBEZOEKERS EN LIAISONARTSEN.
Voorgeschiedenis
• E-mails van 28 oktober 2020 en van 12 november 2020 over de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen de lokale besturen en ELZ Leuven Zuid
Feiten en context
• Recent besliste de Vlaamse regering tot toekenning van een subsidie aan de zorgraden om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de Covid-19-pandemie te versterken. Voor onze eerstelijnszone bedraagt het subsidiebedrag 93 280 euro. Dit houdt onder meer in dat in de schoot van de zorgraden een pool van huisbezoekers moet opgericht worden waarmee in het besluit de 3 omschreven rollen of taken kunnen uitgevoerd worden:
º COVID-coaching: het voorbereiden van de burger op een contact vanuit het (centrale) callcenter evenals het ondersteunen van de burger in zelfisolatie,
º complexe contactopsporing: het inventariseren van de verschillende contacten van een indexpatiënt in een complexe situatie (bv. evenement, horeca),
º bronopsporing: het leggen van verbanden waardoor ogenschijnlijk ad random besmettingen tot één en dezelfde bron kunnen worden teruggebracht (bv. één bedrijf).
• De eerstelijnszones kregen de opdracht om hiervoor een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met de lokale besturen binnen de zone.
De overeenkomst richt zich specifiek naar volgende afspraken:
º De organisatie en coördinatie van de pool huisbezoekers: wie neemt hierbinnen welke rol op en welke aandeel van de voorziene subsidie wordt hiervoor ter beschikking gesteld;
º De liaison-artsen en lokale besturen: profiel, takenpakket en samenwerking tussen lokale besturen en liaison-artsen.
• De pool huisbezoekers wordt binnen eerstelijnszone (ELZ) Leuven Zuid opgesplitst in drie verschillende hoedanigheden: lokale brontracing (via een lokaal belteam), stoepbezoeken en huisbezoeken. De lokale brontracing en stoepbezoeken worden opgenomen door de lokale besturen. De taak van de fysieke huisbezoeken wordt opgenomen door de fieldagent die aan de ELZ door het consortium ter beschikking wordt gesteld. Indien de workload van deze fieldagent (voor de fysieke huisbezoeken) zodanig hoog wordt, zal er gewerkt worden met lokale huisbezoekers. Verschillende scenario’s worden hiervoor momenteel uitgewerkt (lokale vrijwilligers, Rode Kruis, platform Help de Helpers, lokale professionele zorgverleners…) In dat geval zal een addendum aan deze samenwerkingsovereenkomst worden toegevoegd.
• De pool huisbezoekers wordt ingericht binnen het COVID-19 team van de zorgraad. In het kader van deze samenwerkingsovereenkomst worden de nodige afspraken gemaakt om te bepalen door wie de organisatie en coördinatie van de pool huisbezoekers wordt uitgevoerd. Deze taken kunnen worden opgenomen door medewerkers van de zorgraad, één of meer lokale besturen of een organisatie binnen het werkingsgebied van de ELZ.
• De hierboven genoemde organisatie- en coördinatietaken zullen worden opgenomen door:
º het rechtstreekse aanspreekpunt van de pool huisbezoekers: Julie Van den Vonder (teamcoördinator COVID-team van ELZ Leuven Zuid en stafmedewerker van ELZ Leuven Zuid).
º het kern-COVID-team van ELZ Leuven Zuid waar gezamenlijk beslissingen genomen worden omtrent deze taken.
• Lokale besturen verlenen hun medewerking voor het helpen opzetten van een huisbezoekerspool (lokale brontracing via een belteam en stoepbezoekers). Elke gemeente engageert zich om eigen personeel (of indien gewenst vrijwilligers) in te zetten die de rol van lokale brontracer of stoepbezoeker kunnen opnemen. Indien er nood is aan lokale huisbezoekers, naast de huisbezoeken door de fieldagent (eventueel door een te grote nood aan huisbezoeken), zal een addendum aan deze samenwerkingsovereenkomst toegevoegd worden. Dit is per lokaal bestuur afzonderlijk mogelijk.
• De bijgevoegde overeenkomst over de pool van huisbezoekers wordt aangegaan voor bepaalde tijd beginnend bij de ondertekening van deze overeenkomst en uiterlijk eindigend op 31 juli 2021.
• De functie van liaison-artsen werd binnen ELZ Leuven Zuid in het leven geroepen vanuit de nood aan een medisch aanspreekpunt per gemeente en om de medisch expert van de eerstelijnszone te ontladen. Het ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan de zorgraden om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de Covid-19-pandemie te versterken’ voorziet geen budget aan de liaison- artsen.
Elk lokaal bestuur beschikt over 1 liaison-arts.
• Opdracht van de liaison-arts:
º De liaison-arts is een huisarts met praktijk binnen de gemeente.
º De liaison-arts kent alle richtlijnen omtrent covid-19.
º De liaison-arts concentreert zich op die organisaties en verenigingen waarbij er nog geen arts is aangeduid (bv de CRA-arts in een WZC, CLB-arts in een school, arbeidsarts in een bedrijf…) ;
º De liaison-arts is de medische SPOC voor het lokaal bestuur.
▪ Lid van het COVID19 crisisteam van het lokaal bestuur.
▪ Aanwezigheid op schepencollege op vraag van lokaal bestuur.
• De 7 lokale besturen van eerstelijnszone Leuven Zuid beschikken allen over een eigen liaison-arts. Voor het lokaal bestuur Bertem is dr. A. Putseys de liaison-arts.
• Momenteel worden de liaison-artsen niet vergoed. In het besluit is ook geen vergoeding voorzien.
• De zorgraad stelt voor om een vergoeding toe te kennen aan de liaison-arts van €80/uur, met een maximumbedrag van €5000 op jaarbasis. De geschatte tijdsinvestering van een liaison-arts komt op 1,25 uur per week. Alle lokale besturen geven akkoord om de vergoeding van de liaison-arts te laten verlopen aan de hand van een onkostennota die door de liaison-arts kan ingediend worden bij het desbetreffende lokale bestuur.
• De bijgevoegde overeenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd beginnend bij de ondertekening van deze overeenkomst (met terugwerkende kracht tot 15 oktober 2020 betreffende de werkzaamheden en vergoeding van de liaison-arts) en uiterlijk eindigend op 31 juli 2021 (of eerder indien de werkzaamheden niet meer noodzakelijk zijn).
Juridische gronden
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
• Besluit van de Vlaamse regering van 10 september 2020 tot toekenning van een subsidie aan de zorgraden om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de Covid19-pandemie te versterken.
Argumentatie
Door deel te nemen aan de pool huisbezoekers kan het lokaal bestuur zich beter voorbereiden om een heropflakkering van de covid-19 pandemie op te vangen.
Door de lokale verankering van de zorgraden met de verschillende lokale besturen, zorgaanbieders, welzijnsactoren en verenigingen van personen met een zorg- en ondersteuningsvraag hebben de 60 zorgraden een unieke positie om snel te kunnen schakelen en te anticiperen op mogelijke problemen.
De liaison-artsen vervullen een belangrijke rol, die heel wat inzet en engagement vereist. De artsen doen dit momenteel vrijwillig en onbezoldigd.
Financiële gevolgen
De vergoeding wordt bepaald op €80 per uur, met een maximum bedrag van €5000 op jaarbasis.
Momenteel zijn er geen middelen voorzien om de liaison-arts te vergoeden.
Bijlagen
• Samenwerkingsovereenkomst pool huisbezoeken en liasonartsen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college besluit de samenwerkingsovereenkomst "pool huisbezoekers en liaisonarten" af te sluiten met de Eerstelijnszone Leuven-Zuid vzw, Maria-Theresiastraat 63A, 3000 Leuven.
Artikel 2:
Het college engageert zich om de middelen te voorzien om de liaison-arts dr. A. Putseys te vergoeden.
Zitting van 23 november 2020
JEUGDRAAD. KENNISNAME ONTSLAG EN VERVANGING LEDEN.
Besluit
Motivering
Volgens artikel 7 van de statuten van de jeugdraad wordt het mandaat van de stemgerechtigde leden beëindigd door o.a. het ontslag van de betrokkenen.
Volgens artikel 4 van de statuten van de jeugdraad kunnen nieuwe leden mits afvaardiging van het jeugdwerkinitiatief toetreden.
Mededeling
Nemen ontslag uit de jeugdraad:
• Arno Grootjans (Chiro Kadee Korbeek-Dijle)
• Lena Henneco (Chiro Leefdaal)
• Jan Henneco (Jeugdhuis 2Hoog Leefdaal)
• Lander De Hertog (Jeugdhuis 2Hoog Leefdaal)
• Karel Naulaers (Jeugdhuis De Poemp Korbeek-Dijle)
Het college neemt kennis van de volgende toetredingen tot de jeugdraad:
• Ben Debontridder voor Chiro Kadee Korbeek-Dijle
• Fleur Sterckx voor Chiro Leefdaal
• Ward Geyssens voor Jeugdhuis 2Hoog Leefdaal
• Tom Verbeken voor Jeugdhuis 2Hoog Leefdaal
• Lucas Hanssens voor Jeugdhuis De Poemp Korbeek-Dijle
Zitting van 23 november 2020
VERVOERREGIO LEUVEN. BESPREKING NOTA DE LIJN OVER HALTE- EN INFRASTRUCTUURAANPASSINGEN IN BERTEM.
Besluit
Motivering
Naar aanleiding van het nieuwe OV-plan in de Vervoerregio Leuven zijn er een aantal halte- en infrastructuuraanpassingen nodig.
De Lijn heeft een eerste oefening gedaan en een nota opgemaakt die lijn per lijn overloopt en een overzicht geeft van deze aanpassingen en mogelijke verbetervoorstellen.
De Lijn vraagt schriftelijk feedback/advies op de voorstellen of een akkoord uiterlijk 30 november. Indien noodzakelijk wordt een overlegmoment met de gemeente Bertem georganiseerd.
Daarnaast zijn de knelpunten voor het kernnet en aanvullend net opgelijst voor de gemeente.
• Kloppen de knelpunten?
• Ontbreken er knelpunten?
• Wat zijn subjectief de belangrijkste knelpunten?
Zie bijlage voor kaartmateriaal, lijsten knelpunten en nota.
Bespreking
Het college bespreekt de nota van De Lijn. Hierin zijn reeds de opmerkingen op de voorstellen aangegeven in het rood.
Overzicht opmerkingen:
- Stadslijn 4 Bertem – Egenhoven – Leuven – Korbeek-Lo, Sint-Kamillus
• Er wordt gesproken dat de stadslijn 1x per uur wordt doorgetrokken. Is dit geen vergissing? Dit is toch om de 30 minuten?
• Akkoord met voorstel om de lijn door te trekken tot de carpoolparking.
• Akkoord om halte Bertem Ginisstraat (804) te schrappen omwille van beperkte afstand tot naastgelegen haltes.
• Niet akkoord om de halte Bertem Sinte Veronica (81) te verschuiven naar de carpoolparking. De carpoolparking is (zeer) interessant voor mensen die daar hun auto achterlaten en dan de bus nemen. Rond de carpoolparking is geen enkele bewoning, zodat de afstanden van deze halte tot de bewoning in de Veronawijk erg groot zijn. De afstand van deze nieuwe halte tot de volgende halte in Leefdaal (Het Bies) is 1,3 km. Tot de Koppelstraat in Bertem 600m. De afstand wordt veel te groot voor inwoners uit Veronawijk die lijn 317 willen nemen.
Voorbeeld: Van Kapper Wim (Dorpstraat 343) tot de voorgestelde haltes:
º afstand tot carpool = 1,2 km
º afstand tot Het Bies (op N3) = 900m
Bovendien is de voetgangersroute naar de verplaatste halte bijzonder gevaarlijk omdat zij een op- en afrit moeten oversteken, waar geen enkele vorm van voetgangersbescherming voorzien is en waar de snelheid van de auto's te hoog is. Langs de N3 ontbreekt de nodige voetgangersinfrastructuur om de veiligheid van de voetgangers te garanderen.
Het college heeft geen bezwaar om een bijkomende halte te creëren.
- Lijn 317 Kraainem – Tervuren – Bertem – Leuven
- Lijn 672 Nachtbus Tervuren – Leuven – Tienen
- Lijn 555 Schoolbus Leuven – Sint-Pieters-Woluwe
- Lijn 564 Schoolbus Tervuren – Duisburg – Leuven
• Niet akkoord om de halte Bertem Sinte Veronica (81) te verschuiven naar de carpoolparking. Zie opmerkingen stadslijn 4.
- Lijn 316 Brussel – Kraainem – Tervuren – Leefdaal – Bertem – Leuven
- Lijn 694 Nachtbus Sterrebeek – Tervuren – Leuven – Blanden
- Lijn 556 Schoolbus Leefdaal – Duisburg – Sint-Pieters-Woluwe
- Lijn 526 Schoolbus Tervuren - Heverlee
• Akkoord om halte Leefdaal Voerhoekstraat (751) te schrappen omwille van halte-afstand.
- Lijn 318 Huldenberg – Moorsel – Sterrebeek – Machelen, Cargo
• Akkoord om haltes Kruisstraat (A170) en Woutersstraat (A171) te schrappen omdat deze niet meer bediend worden door deze lijn.
- Lijn 558 Schoolbus Leuven – Bertem – Tervuren
• Akkoord om halte Leefdaal Voerhoekstraat (751) te schrappen omwille van halte-afstand.
• Akkoord om halte Bertem Ginisstraat (804) te schrappen omwille van beperkte afstand tot naastgelegen haltes.
Knelpunten kernnet:
• N3-A.E. Verbiststraat: verkeerslichten zonder busdetectiesysteem -> zijstraat krijgt veel groen -> probleem naar doorstroming op N3. Mogelijke oplossing: verwijderen van de lichten??
Het college wenst geen aanpassing aan de inrichting van deze kruispunten en oversteekplaatsen tenzij er een evenwaardig veilig equivalent wordt geboden voor zowel de school, voor de bezoekers aan het gemeentehuis en voor de verkeersafwikkeling van de A.E. Verbiststraat en de Fr. Dottermansstraat.
• Blokkenstraat: file aan rotonde door sluipverkeer op Blokkenstraat. Mogelijke oplossing: doseerlicht op de Blokkenstraat. Doorstromingsstudie op N3 lopende.
Voor het college kan het plaatsen van een doseerlicht met proefopstelling overwogen worden, in samenspraak met de gemeente.
Knelpunten aanvullend net:
• Blokkenstraat: file aan rotonde door sluipverkeer op Blokkenstraat. Mogelijke oplossing: doseerlicht op de Blokkenstraat. Doorstromingsstudie op N3 lopende.
Voor het college kan het plaatsen van een doseerlicht met proefopstelling overwogen worden, in samenspraak met de gemeente.
• Dorpstraat Leefdaal: bochtig tracé. Geen oplossing mogelijk/voorzien.
Zitting van 23 november 2020
OPTIMALISATIE OS DORPSTRAAT. BESPREKING MEERKOST AANPASSING VERHARDING VOETPAD.
Besluit
Bespreking
Wat de verharding van de voetpaden betreft, voorziet Aquafin een heraanleg van de bestaande toestand. De blauwe vlakken hieronder is steenslagverharding.
Van 2 eigenaars heeft de dienst investeringsprojecten de vraag gekregen of de bestaande steenslagverharding vervangen kan worden door betonstraatstenen. Het voetpad in de Borsstraat stopt aan woning nr. 5. Ter hoogte van Borsstraat 5A wordt in principe terug steenslag aangelegd. Zij vragen een voetpad in betonstraatstenen.
Ook de eigenaar Dorpstraat 15 vraagt of de zone tussen de betonafsluiting en de rijweg opgevuld kan worden met betonstraatstenen.
Wat de binnenbocht Dorpstraat-Borsstraat (Dorpstraat 6) betreft, wordt dit sowieso best in betonstraatstenen voorzien. Deze bocht is openbaar domein.
Voor de Borsstraat en het stukje Dorpstraat is de atlas der buurtwegen van toepassing.
Breedte Borsstraat volgens atlas der buurtwegen is 4,3m breed. De rijweg is ca. 2,60m. De berm langs beide zijden valt dus nog (gedeeltelijk) binnen het openbaar domein. De vraag van de inwoners nr. 5A gaat dus wel degelijk over aanleg op openbaar domein.
Ook voor de Dorpstraat aan de antenne geeft de atlas een breedte van 4,8m. De rijweg is ca. 3m. Ook hier is er nog een zone openbaar domein naast de rijweg. De vraag van de inwoners nr. 15 gaat dus ook over aanleg op openbaar domein.
Naast de gevraagde aanpassingen door inwoners is er ook nog een stukje steenslag ter hoogte van Borsstraat 2. Dit ligt ook (gedeeltelijk) binnen het openbaar domein en kan dus ook meegenomen worden. Het advies van de dienst investeringsprojecten is om de steenslag ter hoogte van Dorpstraat 11 terug te laten leggen. Aquafin moet in principe terug een haag inplanten volgens de bestaande toestand die deze zone zal overgroeien.
Vervanging steenslag naar klinkers Dorpstraat 6 (40m²), Borsstraat 5A (28m²), Borsstraat 2 (27m²) en Dorpstraat 15 (29m²)
Minprijs:
Steenslagverharding (-124m²): €9,25/m² = - €1147
Meerprijs:
Gewassen gekleurde betonstraatstenen 22x11x10 (+124m²): €33,92/m² = €4206,08
Bed van granulaatmengsel (+124m²): €3,45/m² : €427,8
Fundering van zandcement (+124m²): €10,50/m²: €1302
TOTAAL: + €5935,88
Dit komt dus neer op een meerprijs van €4788,88 t.l.v. de gemeente.
Het college gaat akkoord met de aanvragen van de bewoners en met deze aanpassingen in de verharding. Indien ook Aquafin akkoord gaat, zal het studiebureau hiervoor een verrekening opmaken. Deze verrekening dient dan nog voorgelegd te worden aan DSV ter goedkeuring/ondertekening.
Zitting van 23 november 2020
HERAANLEG VOETPADEN KORBEEKSE KERKSTRAAT. GOEDKEURING VOORLOPIGE OPLEVERING.
Voorgeschiedenis
• Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 1 juli 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” aan Liema bvba, Ambachtenlaan 42 te 3300 Tienen tegen het nagerekende offertebedrag van 139 970,60 euro excl. btw of 169 364,43 euro incl. 21% btw.
• Brief van Liema, ontvangen op 20 oktober 2020 waarbij de voorlopige oplevering wordt aangevraagd.
Feiten en context
• De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. TD865.1/424.
• Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 12 oktober 2020 goedkeuring aan de eindstaat.
• De aannemer Liema bvba, Ambachtenlaan 42 te 3300 Tienen heeft aan zijn verplichtingen voldaan.
• De dienst investeringsprojecten stelde een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, die plaatsvond op 17 november 2020.
• In het bijgevoegde proces-verbaal van voorlopige oplevering werd volgende opmerking vermeld:
º Voetpad binnenbocht Korbeekse Kerkstraat aan nr. 6A vertoont al een verzakking door het zwaar verkeer. Toestand te evalueren bij definitieve oplevering.
• Deze opmerking is niet te wijten aan een fout van de aannemer en moet momenteel niet hersteld worden.
• De eerste helft (3500 euro) van borgtocht nr. CRMW020.853 bij Belfius van 7000 euro mag worden vrijgegeven.
• De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 12 maanden.
Juridische gronden
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144 000 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90 1°.
• Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Argumentatie
De aannemer Liema bvba, Ambachtenlaan 42 te 3300 Tienen heeft aan zijn verplichtingen voldaan.
Bijlagen
• PV van voorlopige oplevering
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De opdracht “Heraanleg voetpaden in de Korbeekse Kerkstraat” wordt voorlopig opgeleverd.
Artikel 2:
De eerste helft (3500 euro) van borgtocht nr. CRMW020.853 bij Belfius van 7000 euro mag worden vrijgegeven.
Zitting van 23 november 2020
SOCIAAL VERHUURKANTOOR SPIT VZW. BESPREKING VAN HET VOORSTEL VAN DE BEHOEFTEANALYSE VAN HET SVK-SPIT EN EEN EXTRACT UIT HET VERSLAG VAN HET LOKAAL WOONOVERLEG VAN 14 OKTOBER 2020 TE BERTEM.
Besluit
Motivering
Op 14 oktober 2020 werd het lokaal woonoverleg georganiseerd. De coördinator van IGS Wonen aan IJse en Voer bezorgde het verslag van de vergadering en een behoefteanalyse van SVK-SPIT.
SVK-SPIT heeft momenteel 6 woningen in Bertem.
Tijdens het overleg gaf gemeente Bertem aan dat we voor Bertem en voor Leefdaal willen gaan naar maximum 10 woongelegenheden met een maximum van 5 per gebouw.
Bespreking
Het college neemt kennis van het verslag en de behoeftebepaling van SVK-SPIT en wenst geen opmerkingen te formuleren.
Zitting van 23 november 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHTEN TUIN KRUISSTRAAT 1 TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE A NUMMER 284M, PERCEEL BOUWLAND TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE A NUMMER 284V EN WONING KRUISSTRAAT 1 TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE A NUMMER 284L.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor
niet uit te oefenen.
Zitting van 23 november 2020
OMGEVINGSVERGUNNING KRUISSTRAAT 21. AANVRAAG GERRIT HERMANS VOOR HET UITBREIDEN VAN EEN MANOEUVREERRUIMTE IN 3061 LEEFDAAL, KRUISSTRAAT 21, SECTIE A NR 326Y EN 354H.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 3 augustus 2020 heeft Gerrit Hermans een aanvraag ingediend voor het uitbreiden van een manoeuvreerruimte in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 21, sectie A nr 326y en 354h.
• Op 31 augustus 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Kruisstraat.
De Kruisstraat ligt in het noordwesten van de deelgemeente Leefdaal en is één van de verbindingswegen vanaf de Tervuursesteenweg met de aangrenzende gemeenten Tervuren en Kortenberg via het gehucht Coige.
De hoeve is gelegen in een vrij homogeen agrarisch gebied met in de directe omgeving enkele zonevreemde woningen. Aan de overzijde van de weg is een woongebied met landelijk karakter gelegen dat bebouwd is met eengezinswoningen en het vroegere labo voor diergeneeskunde, nu omgevormd tot woningen. Dit gebied werd geordend door verschillende verkavelingen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het uitbreiden van de manoeuvreerruimte van ongeveer 1800 m² ten oosten van de bestaande manoeuvreerruimte en de landbouwloodsen.
De uitbreiding van de verharding kadert in het tijdelijk opslaan van allerlei eigen teelten zoals aardappelen, bieten en industriegroenten in combinatie met het gebruik van een mobiele cleanloader.
• Watertoets
Voorwaardelijk gunstig wateradvies van de provinciale dienst waterlopen van 16 oktober 2020.
"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 31 augustus 2020 op naam van Gerrit Hermans voor de uitbreiding van verharding voor meer manoeuvreerruimte. De aanvraag heeft betrekking op percelen gelegen Kruisstraat 21, Bertem, kadastraal gekend als 24061A0326/00Y000, 24061A0354/00H000.
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
Aanleg verharding (1800 m²) voor het vergroten van de manoeuvreerruimte.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2142 Vloetgracht. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Hemelwaterverordeningen
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
Het huidige ontwerp voldoet niet aan bovenstaande hemelwaterverordeningen. Aanvrager stelt voor om i.p.v. een infiltratievoorziening een volume van 50.000l aan hemelwaterputten te plaatsen en het water te hergebruiken in de landbouwactiviteiten. Er wordt echter geen inschatting gemaakt van het hergebruik, nochtans zijn er volgens de plannen al 4 andere hemelwatertanks aanwezig op het terrein. Er is ook geen informatie voorzien over het hergebruik uit deze tanks, noch over de aansluiting van de overloop van de nieuwe en bestaande tanks. Volgens onze dienst is een infiltratievoorziening toch noodzakelijk om geen schadelijke effecten te veroorzaken door de grote te verharden oppervlakte. Deze infiltratievoorziening moet een infiltrerend oppervlak hebben van minstens 72m² conform de verordeningen.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aangepaste aanvraag (zie voorwaarden watertoets) is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 10 september 2020 tot 9 oktober 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden 4 bezwaarschriften ingediend.
Dezelfde opmerkingen uit verschillende bezwaarschriften worden samengevoegd en gelijktijdig behandeld en beoordeeld.
Bespreking van de klachten
º Verkeersveiligheid
▪ Het verkeer wordt steeds drukker (meer personenwagens, lijnbussen, zware agro-industriële voertuigen en vrachtwagens) en bestuurders gedragen zich steeds agressiever
▪ Gevaar voor spelende kinderen - steeds minder wandelaars
▪ Merendeel van zwaar agrarisch verkeer is afkomstig van het bedrijf in deze woonstraat
▪ Welke acties zal de gemeente nemen (verbetering, sluipverkeer, controle, infrastructuur, enz....................)
▪ Zwaar verkeer zal nog toenemen
▪ Landbouwvoertuigen houden zich niet aan maximumsnelheid van 50km/u.
▪ Verkeersremmers worden niet vervangen
▪ Er is geen fietspad
Bespreking
De Kruisstraat heeft niet alleen een lokale functie maar ook een beperkte verbindingsfunctie naar het gehucht Coige en de buurgemeenten Tervuren en Kortenberg (zie ook busverbinding). De huidige aanvraag kadert eerder in de behandeling van de landbouwgewassen en het aanpassen aan de geldende normen voor deze gewassen dan een uitbreiding van de landbouwactiviteiten. De verkeerstoename zal dus zeer beperkt zijn. Gelet op de circulatieruimte die voorzien wordt, zullen het overgrote deel van de bewegingen uitgevoerd worden op het bedrijfsterrein zelf. Enkel het normale af- en aanrijden gebeurt via de openbare weg.
De algemene toename van het verkeer en de gedragingen van de weggebruikers kan men niet toeschrijven aan de exploitant van het landbouwbedrijf. Hetzelfde moet gezegd worden over de toestand van het wegdek en de herstelling van bv. de verkeersremmers, of de aanwezigheid van een fietspad. Ook kan de landbouwer niet aansprakelijk gesteld worden voor het niet naleven van de verkeersregels door weggebruikers of het gebrek aan controle.
Landbouwvoertuigen hebben wegens hun omvang wel de perceptie tegen. Bij het overgrote deel van de tractoren is de snelheid beperkt tot 40 km/uur. Zeer recent (2018) zijn er ook die op 60 km/uur begrensd zijn maar deze zullen nog zeer beperkt zijn in (landbouw)gebruik.
Tenslotte wordt verwezen naar de planologische bestemmingen in de omgeving waaruit blijkt dat het bedrijf zone-eigen is en evenveel of meer rechten kan laten gelden in agrarische gebieden of woongebieden met landelijk karakter dan particuliere woningen.
Gelet op het voorgaande kan men aannemen dat bijkomende verkeershinder van het bedrijf beperkt zal blijven tot het normaal te verwachten niveau in deze omgeving.
Besluit
Deze opmerkingen worden niet aanvaard.
º Trillingsoverlast door zwaar verkeer
▪ Overlast door het toenemend zwaar verkeer met onaangepaste snelheid en gewicht waardoor trillingen en schade aan de woningen. Dit zal nog meer toenemen omdat de uitbreiding gericht is op distributie- en transportactiviteiten.
▪ Zal de gemeente de kwaliteit van het wegdek aanpassen, andere ingrepen uitvoeren, zwaar verkeer ontmoedigen, maximumsnelheden aanpassen. Bij wie moeten wij ons aanbieden bij schade.
▪ Betonplaten daveren.
▪ Wie zal opdraaien voor de kosten.
Bespreking
Zie hiervoor bespreking verkeersveiligheid.
Het oprichten van een distributie- en transportbedrijf zit niet vervat in de aanvraag.
Ook hier moet men vaststellen dat de landbouwer niet aansprakelijk kan gesteld worden voor de toestand van het openbaar domein zolang niet vastgesteld werd dat hij ontegensprekelijk verantwoordelijk gesteld is voor het ontstaan van deze gebreken.
Besluit
Deze opmerkingen worden niet aanvaard.
º Geluidsoverlast
▪ Aard van de activiteiten levert ook geluidsoverlast op overdag en 's nachts
▪ Welke maatregelen zullen genomen worden om geluidsoverlast te beperken
▪ Slapeloze nachten
Bespreking
Deze materie wordt in principe geregeld in de Vlarem-milieuwetgeving waar voor bepaalde activiteiten beperkingen en voorwaarden worden opgelegd. Het is echter zo dat de wetgever geoordeeld heeft dat landbouwactiviteiten in agrarisch gebied omwille van het feit van deze bestemmingen op zich al als minder hinderlijk moeten worden beschouwd. Met andere woorden worden in de milieuwetgeving deze zones ook minder streng gereglementeerd als het om landbouwactiviteiten gaat als gevolg van de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij de gewestplannen.
Besluit
Deze opmerkingen worden niet aanvaard.
º Aard bedrijf & “fit” met omgeving
▪ Dit familiaal bedrijf is uitgegroeid tot een agro-industrieel distributiebedrijf dat nog wil uitbreiden
▪ Verbaasd dat dit INDUSTRIEEL LANDBOUWBEDRIJF (in een woongebied met landelijk karakter) uitbreidingsplannen heeft
▪ Past dit bedrijf nog in een straat met familiaal karakter en in een woongebied
▪ Welke oplossing biedt het Bestuur bij impactgevolgen door uitbreidingen in schaal en/of activiteiten. Wat zijn de grenzen.
▪ Hoe kan een burger op de hoogte blijven van de geplande intenties van het bedrijf en de consequenties van deze opties.
▪ Welke acties neemt de gemeente op het vlak van informatieverstrekking, inlichten kopers, wat is het kader
▪ Verbazing over uitbreiding van het bedrijf in groen woongebied
▪ Wordt er een nieuwe loods opgericht in de toekomst
Bespreking
Het bedrijf is volgens het gewestplan Leuven gelegen in agrarisch gebied.
In de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002 staan o.a. volgende bepalingen.
Agrarische gebieden zijn bestemd voor landbouw in de ruime zin. Het gebruik van de term landbouw in de « ruime zin » betekent dat het begrip « landbouw » niet restrictief, doch ruim dient te worden opgevat. In die zin worden met landbouw dan ook niet enkel deze activiteiten bedoeld die bestaan in het bewerken van het land om er de veldvruchten van te plukken, doch eveneens tuinbouw, veeteelt en visteelt. Zelfs gebouwen die zijn bestemd voor tuinbouw onder glas met hydrocultuur, kunnen onder het toepassingsgebied van artikel 11.4.1. vallen.
Bij de beoordeling van de bouwaanvragen komen verschillende aspecten aan de orde. Het inhoudelijke-landbouwkundige aspect is vaak buiten de appreciatiemogelijkheden van de ambtenaar gelegen. Het advies van de administratie bevoegd voor landbouw is richtinggevend voor de beoordeling van dit inhoudelijke-landbouwkundige aspect.
Wat het "woongebied" aan de overzijde van de Kruisstraat betreft, wordt verwezen naar de volgende bepalingen van deze omzendbrief.
Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd « voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven ». Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.
* Uit de voorgaande bepalingen blijkt dat volgens de bestemmingsvoorschriften een landbouwbedrijf op de voorgestelde inplantingsplaats minstens evenveel of zelfs meer recht van bestaan heeft dan een particuliere woning. Het bedrijf is op z'n minst zone-eigen.
De omvang van het bedrijf is, gelet op de huidige schaalvergroting in de landbouw en de steeds strenger wordende reglementeringen, niet overdreven groot voor een landbouwbedrijf. Deze stelling wordt bijgetreden in het gunstige advies van het Departement Landbouw en Visserij.
De aanvraag wordt beoordeeld op basis van de gegevens die zich in het dossier bevinden en volgens de regelgeving die terzake voorzien is.
Voor de volledigheid wordt verwezen naar de volgende bepalingen voor de agrarische gebieden.
Para-agrarische ondernemingen zijn die ondernemingen waarvan de activiteit onmiddellijk bij de landbouw aansluit en erop afgestemd is.
Bij de beoordeling kunnen volgende criteria een rol spelen:
1. Het grondgebonden karakter van het bedrijf, in aansluiting op of vergelijkbaar met agrarisch grondgebruik (bv. Schoolhoeve).
2. De nauwe relatie met het landbouwproductieproces (bv. landbouwloonwerkers).
3. De strikte relatie met de voortgebrachte landbouwproducten (met uitsluiting van loutere handel). Het betreft dus de onmiddellijke behandeling van de landbouwproducten, welke onontbeerlijk is vooraleer deze producten aan de commercialisatiesector toevertrouwd worden.
Besluit
Deze opmerkingen worden niet aanvaard.
º Natuur & Milieu
▪ Dieren zijn veelvuldig aanwezig in het gebied
▪ De verharding moet in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden
▪ Wordt het water voldoende opgevangen, welke initiatieven neemt het Bestuur om de negatieve milieu-impact van deze verharding te voorkomen, wat is het beleid in dit ten opzichte van de eigenaar
Bespreking
Het is de landbouwexploitatie die in grote mate bijgedragen heeft tot het ontstaan van het landschap en de fauna en flora in het gebied. De huidige aanvraag doet geen afbreuk aan deze vaststelling.
Het bedrijf heeft een ruime verharde oppervlakte en dakoppervlakte. Het is echter zo dat alle stedenbouwkundige aanvragen moeten voldoen aan de gewestelijke en provinciale (waterdoorlatende verharding - zie ook bepalingen watertoets) stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Ook voor huidige inrichting is dit het geval. Zo wordt er bijvoorbeeld een regenwateropvang met hergebruik voorzien en wordt een bijkomende infiltratie opgelegd. Het aangepaste voorstel is in overeenstemming met de geldende reglementering (zie voorwaarden).
Besluit
Deze opmerkingen worden niet aanvaard.
º Visie Gemeente rond leefomgeving, levenskwaliteit en veiligheid, inplanting KMO’s, semi-industriële bedrijven, agro-industrie, transport en distributiebedrijven …
▪ In welke publicaties vinden wij de algemene bestuursvisie en -prioriteiten terug in verband met deze thema’s
Bespreking
Structuurplannen hebben geen plaats binnen het legaliteitsluik van de beoordeling van een omgevingsvergunningsaanvraag.
Ook andere beleidsdocumenten hebben geen verordenende kracht. Ze hebben dus evenmin een rechtsbasis in de vergunningverlening
Besluit
Deze opmerking wordt niet aanvaard.
º Bezorgdheid reactie op bezwaren en opmerkingen aanvrager
▪ Anonimiteit van de klachtindieners moet gerespecteerd worden
Bespreking
De behandeling van het dossier is onderworpen aan de privacy-wetgeving.
Besluit
Deze opmerking wordt niet aanvaard.
• Externe adviezen
Op 31 augustus 2020 heeft het departement Landbouw en Visserij een gunstig advies uitgebracht.
"Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen een gunstig advies bij.
De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied. De aanvrager baat ter plekke een omvangrijk akkerbouwbedrijf uit.
Het gevraagde betreft de aanleg van een verharding (1800m²) met regenwatertanks (2x 25000l) en aansluitende infiltratievoorziening. Deze infrastructuur is voorzien in aansluiting met de bestaande bedrijfsgebouwenconfiguratie en vormt er zodoende één geheel mee.
Het gevraagde past in het kader van de bedrijfsvoering, waarbij er enerzijds tegemoet komt aan de toenemende vraag voor de tijdelijke opslag van eigen aardappelen, bieten en industriegroenten en anderzijds de ruimtebehoeftige toepassing van een cleanloader, waarbij er een zuiverder product wordt afgevoerd met minder tarra gewichten.
De gevraagde uitbreiding van de bedrijfsinfrastructuur zal de aanvrager toelaten het bedrijf op een duurzame manier verder uit te bouwen. Het Departement Landbouw en Visserij brengt bijgevolg een gunstig advies uit voor deze aanvraag."
Intern advies
Advies openbare werken OMV202088 opgemaakt 15 oktober 2020
"1. Keerwand langs toegangsweg achteruit plaatsen zodat de hoogstammen in de volle grond staan. De bomen hebben zo meer groeikansen, vooral in droge periodes, en er kan onderbeplanting worden voorzien. In plaats van geleide lindebomen kan er gebruik gemaakt worden van smalle haagbeuken (zie voorbeeld hieronder).
2. Keerwanden meer achteruit plaatsen ten opzichte van de weg om een groenzone te creëren zoals de naastgelegen percelen. Beplanting dient inheems te zijn.
Zie schetsen."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het betreft een verantwoorde uitbreiding van een volwaardig akkerbouwbedrijf die bijdraagt tot een verbeterde bedrijfsvoering.
Mobiliteitsimpact
De uitbreiding zal weinig of geen bijkomend verantwoord verkeer in deze omgeving teweegbrengen en de bewegingen zullen voor het overgrote deel op het erf zelf plaatsvinden. De achterliggende voetweg/losweg is niet geschikt als toegangsweg tot het bedrijf.
Schaal
De aanvraag past in het kader van een verantwoorde bedrijfsvoering. De schaalvergroting in de landbouw is een algemeen aanvaarde evolutie.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bijkomende verharding sluit aan bij het bedrijf en vormt er één geheel mee.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe verharding kan beter geïntegreerd worden in het landschap en de omgeving (zie voorwaarden).
Het straatbeeld wordt, gelet op het reliëf en de afstand tot de Kruisstraat, niet gewijzigd.
Ten opzichte van de achterliggende voetweg/losweg moet het project aangepast worden volgens het advies van de gemeentelijke dienst openbare werken.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
De voorziene reliëfwijzigingen staan in relatie tot het ontwerp en de omgeving. In de voorwaarden worden bijkomende voorwaarden opgelegd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Zie bespreking en beoordeling ingekomen klachten.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de gemeentelijke dienst openbare werken van 15 oktober 2020 moeten worden nageleefd. Het groenscherm ten oosten van de verharding moet wel uitgevoerd worden met een minimale breedte van 2 m.
De aanplantingen moeten gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen volgend op de beëindiging van de werken.
• de voetweg/losweg aan de achterzijde van het bedrijf mag niet gebruikt worden als toegangsweg tot het bedrijf.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 16 oktober 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Bijzonder aandacht wordt gevestigd op de volgende bepalingen.
Het huidige ontwerp voldoet niet aan bovenstaande hemelwaterverordeningen. Aanvrager stelt voor om i.p.v. een infiltratievoorziening een volume van 50.000l aan hemelwaterputten te plaatsen en het water te hergebruiken in de landbouwactiviteiten. Er wordt echter geen inschatting gemaakt van het hergebruik, nochtans zijn er volgens de plannen al 4 andere hemelwatertanks aanwezig op het terrein. Er is ook geen informatie voorzien over het hergebruik uit deze tanks, noch over de aansluiting van de overloop van de nieuwe en bestaande tanks. Volgens onze dienst is een infiltratievoorziening toch noodzakelijk om geen schadelijke effecten te veroorzaken door de grote te verharden oppervlakte. Deze infiltratievoorziening moet een infiltrerend oppervlak hebben van minstens 72m² conform de verordeningen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Gerrit Hermans voor het uitbreiden van een manoeuvreerruimte in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 21, sectie A nr 326y en 354h onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de gemeentelijke dienst openbare werken van 15 oktober 2020 moeten worden nageleefd. Het groenscherm ten oosten van de verharding moet wel uitgevoerd worden met een minimale breedte van 2 m.
De aanplantingen moeten gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen volgend op de beëindiging van de werken.
• de voetweg/losweg aan de achterzijde van het bedrijf mag niet gebruikt worden als toegangsweg tot het bedrijf.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 16 oktober 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Bijzondere aandacht wordt gevestigd op de volgende bepalingen.
• Het huidige ontwerp voldoet niet aan bovenstaande hemelwaterverordeningen. Aanvrager stelt voor om i.p.v. een infiltratievoorziening een volume van 50.000l aan hemelwaterputten te plaatsen en het water te hergebruiken in de landbouwactiviteiten. Er wordt echter geen inschatting gemaakt van het hergebruik, nochtans zijn er volgens de plannen al 4 andere hemelwatertanks aanwezig op het terrein. Er is ook geen informatie voorzien over het hergebruik uit deze tanks, noch over de aansluiting van de overloop van de nieuwe en bestaande tanks. Volgens de dienst omgeving is een infiltratievoorziening toch noodzakelijk om geen schadelijke effecten te veroorzaken door de grote te verharden oppervlakte. Deze infiltratievoorziening moet een infiltrerend oppervlak hebben van minstens 72m² conform de verordeningen.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 23 november 2020
OMV2020126732 (OMV 2020 110). EXPLOITATIE VAN VERTICALE BORINGEN VOOR WARMTEPOMP - FRANK GIJBELS ST.-FRANCISCUSBERG 21.
Voorgeschiedenis
• De aanvraag ingediend door Frank Gijbels, werd per beveiligde zending verzonden op 24 september 2020. Deze aanvraag werd ontvangen op 24 september 2020.
• De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 2 oktober 2020.
Feiten en context
• De aanvraag heeft betrekking op een terrein gelegen te St.-Franciscusberg 21, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie C nr. 194B4.
• Het betreft een nieuwe inrichting waardoor de afstands- en verbodsbepalingen wel van toepassing zijn.
• Het betreft boringen voor de installatie van een warmtepomp voor een eengezinswoning.
• Deze aanvraag heeft betrekking op een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 2. Volgende rubriek is vermeld in de huidige aanvraag:
º Rubriek 55.1.2°: andere verticale boringen dan de boringen, vermeld in rubriek 53, 54 en 55.3: dieper dan het dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit, of die gelegen zijn binnen een beschermingszone type III, met een diepte van minder dan 500 meter ten opzichte van het maaiveld: 3 geothermische boringen van 67 m diepte elk (klasse 2).
• Op betreffende locatie bedraagt het dieptecriterium 150 m. De plaats is wel gelegen in grondwaterbeschermingszone type III.
• Deze aanvraag heeft betrekking op noch een Vlaams project, noch een provinciaal project, noch een onderdeel ervan.
• De bevoegde overheid voor de behandeling van de aanvraag is het college van burgemeester en schepenen.
• Het openbaar onderzoek is georganiseerd van 12 oktober tot en met 10 november 2020 volgens de gewone procedure. Er werd 1 bezwaar ingediend over het betreffende dossier.
Juridische gronden
• Artikel 6. Omgevingsvergunningsdecreet
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.
• Artikel 7. Omgevingsvergunningsdecreet
Als het project elementen bevat die onderworpen zijn aan meerdere vergunnings- of meldingsplichten, bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, en die aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, omvat de vergunningsaanvraag de betrokken aspecten op straffe van onontvankelijkheid als minstens één element van de aanvraag vergunningsplichtig is.
Adviezen
• Op 2 oktober 2020 is advies gevraagd aan VMM, afdeling grondwater omwille van rubriek 55.1.2°. Er werd geen advies uitgebracht binnen de termijn van het openbaar onderzoek.
Argumentatie
Stedenbouwkundige en landschappelijke aspecten
Het betreft een nieuwe inrichting gesitueerd in woongebied volgens het gewestplan Leuven.
Het is gelegen in een gebied waarvoor een RUP is opgemaakt, namelijk binnen het gemeentelijk RUP ‘Zonevreemde woningen’ en het gemeentelijk RUP ‘Centrum’.
De aangevraagde activiteit is niet strijdig met de voorschriften van de gemeentelijke RUP’s.
Er is mogelijk voldoende afstand t.o.v. potentieel gehinderden, waardoor het risico op hinder voor de omgeving, veroorzaakt door de aangevraagde inrichtingen, klein is.
Er is voldaan aan de verbods- en afstandsregels.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar beoordeelt of de inrichting beschikt over alle vereiste stedenbouwkundige vergunningen voor de gebouwen, constructies en verhardingen.
Landschappelijke integratie is niet van toepassing voor het milieuluik van dit project.
Er is geen groenscherm aanwezig rond de inrichting en deze afscherming is ook niet vereist.
Project-MER-screening
Volgens het MER-besluit valt de hoofdactiviteit van de omgevingsvergunningsaanvraag onder de categorie 2c) diepteboringen van de bijhorende bijlage III zodat de opmaak van een project-MER-screening noodzakelijk is.
Rekening houdend met de kenmerken van het project, de omgeving en de bovenstaande analyse blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Er dienen geen bijkomende specifieke maatregelen opgelegd te worden.
Natuur
Gezien de ligging van de inrichting t.o.v. waardevolle natuur, de aard en de beperkte omvang van de inrichtingen/activiteiten, voorwerp van deze aanvraag, hebben deze normaal geen betekenisvolle invloed op de nabije natuur.
Uit het gegenereerd rapport van de voortoets door de adviesverlener blijkt dat er geen betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats verwacht wordt, waardoor een passende beoordeling niet nodig is.
Een bijkomend advies van ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) en een bijkomende passende beoordeling (klein onderzoek inzake effecten op natuur) is dan ook niet nodig.
Hemelwater/watertoets
De aangevraagde inrichting heeft geen invloed op het hemelwater en er worden geen bijkomende verhardingen aangelegd in het kader van de boringen.
Er is dan ook geen risico op vervuiling van het hemelwater.
Omdat de aanvraag (de boringen) niet zal leiden tot wijziging van het opvang- en afvoersysteem en er dus geen mogelijke impact is op het (lokale) watersysteem, dient een omgevingsvergunningsaanvraag niet onderworpen te worden aan een watertoets.
Afvalwater
Er is geen lozing van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater en dus geen milieu-impact.
Grondwater
De inrichting is gelegen in een grondwaterbeschermingszone of waterwingebied, hierdoor gelden met betrekking tot deze aanvraag specifieke beperkende maatregelen.
Vermits de aanvraag handelingen betreft in beschermingszone type III die niet verboden zijn, is voorafgaand advies vereist van:
• Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), Operationeel Waterbeheer, afd. bevoegd voor grondwater, omwille van rubriek 55.1.2°.
• De exploitant van de grondwaterwinning (De Watergroep) waarrond de beschermingszone is afgebakend, omwille van rubriek 55.1.2°.
Vermits de inrichting niet in een infiltratiegevoelig gebied is gelegen, is er geen risico dat de verandering van de infiltratie invloed zal hebben op de (ondiepe) grondwatertafel in de omgeving.
Vermits er naar aanleiding van de aanvraag geen wijziging of een uitbreiding van verharding zal worden gerealiseerd door de boringen zullen de mogelijkheden tot hemelwaterinfiltratie niet veranderen, maar in het kader van de nieuwbouw zijn er wel bijkomende verhardingen. Deze maakt geen deel uit van deze aanvraag.
Afval
Er wordt geen afval van derden opgeslagen.
Er wordt geen noemenswaardige hoeveelheid afval geproduceerd, een groot deel van de uitgeboorde grond wordt hergebruikt.
Emissies
Er is geen opslag en/of overslag van droge bulkgoederen waardoor de wettelijke beheermaatregelen voor niet-geleide stofemissie niet van toepassing zijn.
De aangevraagde inrichting/activiteit veroorzaakt slechts zeer beperkte emissies, waardoor de aanvraag niet zal leiden tot hinder wat dit aspect betreft.
Geluid en trillingen
Gezien de ligging van de exploitatie, namelijk in woongebied, is er een specifiek risico op lawaaihinder voor derden.
Omdat de aangevraagde inrichting/activiteit lawaai veroorzaakt, kan de aanvraag leiden tot hinder wat dit aspect betreft.
De geluidsoverlast is echter beperkt tot de duur van het boren, wat normaliter enkele dagen in beslag neemt.
Er zijn beperkende maatregelen genomen, namelijk de machines zijn geluidsgedempt en de trillingen zijn zeer beperkt.
Bodem
Omdat de aangevraagde inrichting/activiteit niet valt onder een Vlarebo-categorie, moet er geen oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd worden.
Energie
Het energieverbruik is beperkt waardoor de inrichting niet onderworpen is aan de specifieke bepalingen inzake energiebeheer.
Er zijn geen energiebesparende maatregelen genomen. Echter zijn de boringen wel in functie van geothermische energie wat een voorbeeld is van duurzame energie met een zeer beperkte CO2-uitstoot.
Mobiliteit
Het bedrijf is gelegen langs de rustige gemeenteweg St.-Franciscusberg.
Het transport is beperkt, meer bepaald werfverkeer in functie van de boringen.
Veiligheid
Er zijn geen aanzienlijke veiligheidsrisico’s.
Gezondheid
Er zijn geen gezondheidsrisico’s.
Stralingen
Er wordt geen lichthinder of andere straling veroorzaakt.
Best Beschikbare Technieken (BBT)
Er is geen specifieke Vlaamse BBT-studie beschikbaar voor de aangevraagde activiteit.
Bijstellen van milieuvoorwaarden
Er wordt geen bijstelling aangevraagd van de bijzondere milieuvoorwaarden.
Gewenste vergunningstermijn
De omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde duur.
Bespreking bezwaarschrift
Er werd 1 bezwaar ingediend over het betreffende dossier.
De bezwaarindieners vermelden 2 zaken namelijk
• Onduidelijkheid over het huisnummer
• Onduidelijkheid waar de boring zullen plaatsvinden op het perceel.
Bespreking:
Via bijkomende informatie aangeleverd door de aanvrager op 1 oktober 2020 werd duidelijk aangeven dat het project betrekking heeft op het adres St.-Franciscusberg 21. De bijkomende informatie is niet zichtbaar tijdens het openbaar onderzoek op het publiek loket.
Het uitvoeringsplan in pdf-format is inderdaad niet zichtbaar tijdens het openbaar onderzoek op het publiek loket. Welke informatie wel zichtbaar is op het publieke loket wordt bepaald door de Vlaamse overheid.
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek kan iedereen die meer informatie wenst over een project terecht bij de dienst omgeving.
Bijlagen
• inplanting boringen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De omgevingsaanvraag (OMV_2020126732), ingediend door Frank Gijbels en per beveiligde zending verzonden op 24 september 2020, inzake de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit namelijk de exploitatie van 3 verticale boringen voor de warmtepomp, gelegen te St.-Franciscusberg 21 te 3060 Bertem, kadastraal bekend: afdeling 1, sectie C, nr. 194B4 wordt vergund voor
• Rubriek 55.1.2°: andere verticale boringen dan de boringen, vermeld in rubriek 53, 54 en 55.3: dieper dan het dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit, of die gelegen zijn binnen een beschermingszone type III, met een diepte van minder dan 500 meter ten opzichte van het maaiveld: 3 geothermische boringen van 67 m diepte elk (klasse 2).
Artikel 2:
De plannen en het aanvraagdossier waarop deze beslissing gebaseerd is, maken integraal deel uit van het besluit van college van burgemeester en schepenen.
Artikel 3:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
Hoofdstuk 4.1. | Algemene milieuvoorwaarden - algemeen |
Hoofdstuk 4.2 met bijhorende bijlagen | Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater |
Hoofdstuk 4.3 met bijhorende bijlagen | Algemene milieuvoorwaarden – bodem- en grondwaterverontreiniging |
Hoofdstukken 4.4. | Algemene milieuvoorwaarden - lucht |
Hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6 | Algemene milieuvoorwaarden - geluid |
Hoofdstuk 4.6. | Algemene milieuvoorwaarden - licht |
Hoofdstuk 4.10 met bijhorende bijlagen | Algemene milieuvoorwaarden – emissies van broeikasgassen |
Hoofdstuk 5.55 | Sectorale milieuvoorwaarden - boringen |
2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarde voor milieu: /
Zitting van 23 november 2020
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG FLUVIUS VOOR HET AANLEGGEN VAN NUTSLEIDINGEN N.A.V. EEN VERKAVELING LANGS DE NIJVELSEBAAN, PUTSTRAAT EN VEEWEIDE TE KORBEEK-DIJLE.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
Zitting van 23 november 2020
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG FLUVIUS VOOR DE UITBREIDING VAN LS EN HET SANEREN VAN EEN CABINE LANGS DE BOSSTRAAT, DE HOOGVELDBAAN, DE OUDE BAAN, DE STREEKLAAN EN DE VUIKELAAN TE BERTEM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
Zitting van 23 november 2020
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG FLUVIUS VOOR HET UITBREIDEN VAN HET GASNETWERK IN HET HAMMEVELD TE LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
Zitting van 23 november 2020
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG FLUVIUS VOOR HET UITBREIDEN VAN GAS EN LS LANGS DE NIJVELSEBAAN EN RUWAALSTRAAT.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
(vergunning van AWV met kenmerk AV/213/2020/0080 in bijlage)
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
Zitting van 23 november 2020
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG FLUVIUS VOOR HET UITBREIDEN VAN HET GASNETWERK IN DE ROZENLAAN TE LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.