Zitting van 15 juni 2020
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 8 juni 2020 goed.
Zitting van 15 juni 2020
TOEZICHT SCHOLEN. AANLEG WERVINGSRESERVE DEELTIJDS CONTRACTUEEL TECHNISCH ASSISTENT TOEZICHT SCHOLEN.
Feiten en context
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de aanstelling en het ontslag van personeelsleden.
Adviezen
Argumentatie
Cindy Kiebooms stopt op 30 juni 2020 als technisch assistent toezicht scholen in de GBS Bertem. Hierdoor zijn we genoodzaakt op zoek te gaan naar een nieuwe collega om het opvangteam bij te staan. Ook in geval van ziekte of dringende afwezigheden van onze technisch assistenten toezicht scholen zijn er geen personen meer beschikbaar in de wervingsreserve, die zouden kunnen ingeschakeld worden om hen te vervangen.
Met het oog op het verzekeren van een vlot en veilig verloop bij het toezicht van de kinderen in onze gemeentescholen is het noodzakelijk om een wervingsreserve aan te leggen voor de functie van deeltijds contractueel technisch assistent toezicht scholen. Hiervoor dient een externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten gepubliceerd te worden.
Financiële gevolgen
De kredieten voor deze uitgaven zullen voorzien worden op registratiesleutel 0112-00/613301 (advertentiekosten) en via budgetwijzigingen op registratiesleutel 0112-00/613200 (erelonen juryleden).
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Een wervingsreserve wordt aangelegd voor deeltijds contractueel technisch assistent toezicht scholen op niveau D1-D3, geldig voor één jaar.
Artikel 2:
Een externe bekendmaking wordt gepubliceerd in Passe-Partout Leuven en Passe-Partout Oostrand, op de VDAB-website, op de gemeentelijke website, op de websites van de scholen, in de gemeentelijke e-nieuwsbrief, in de e-nieuwsbrieven van de scholen, op intranet en op de infoborden van de gemeente Bertem.
Artikel 3:
De bijgevoegde ontwerptekst voor de externe bekendmaking wordt goedgekeurd.
Artikel 4:
De kandidaturen kunnen ingediend worden tot uiterlijk 5 augustus 2020.
Artikel 5:
Het examenprogramma wordt als volgt vastgesteld:
Artikel 6:
De selectieprocedure wordt uitgevoerd in eigen beheer.
Zitting van 15 juni 2020
ORGANISATIE SCHOOLJAAR. BESLISSINGEN TOT SCHORSING LESSEN LAATSTE SCHOOLDAG GBS BERTEM EN GBS LEEFDAAL
Feiten en context
• De laatste dag van het schooljaar 2019-2020 valt op dinsdag 30 juni.
• Gewoonlijk worden de lessen op de laatste dag van het schooljaar een halve dag geschorst, zodat de leerlingen in de namiddag vrij hebben.
Juridische gronden
• Artikel 50 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
De regering bepaalt de vakantieperioden, regelt de organisatie van de schooltijd en bepaalt in welke gevallen de lessen kunnen geschorst worden.
• Artikel 3, §5 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap
De lessen kunnen voor de leerlingen van het basisonderwijs de laatste schooldag vóór de zomervakantie één halve dag geschorst worden om de instelling in staat te stellen opdrachten verbonden aan het einde van het schooljaar, te realiseren.
Argumentatie
De directeurs van de GBS Bertem en de GBS Leefdaal stellen voor om op de laatste schooldag, dinsdag 30 juni 2020, de lessen op het einde van de voormiddag (11.45 uur, 12.00 uur, 12.15 uur GBS Bertem) en (11.25 uur, 11.30 uur, 11.40 uur, 11.45 uur, 11.50 uur, 12.00 uur, 12.10 uur GBS Leefdaal) te beëindigen en opvang in te richten tot 17 uur, waarvoor de ouders hun kinderen vooraf inschrijven.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om de lessen in de gemeentelijke basisscholen op dinsdag 30 juni 2020 te schorsen vanaf de middag.
Zitting van 15 juni 2020
TOERISME. BESPREKING KANDIDATUURSTELLING MYSTERIEUZE BOSSEN 2020.
Besluit
Motivering
Toerisme Vlaams-Brabant organiseert in 2020 opnieuw het project 'Mysterieuze bossen'.
Vermits steeds meer gemeenten uit de Groene Gordel willen deelnemen, vraagt Toerisme Vlaams-Brabant om een kandidatuurstelling in te dienen.
In overleg met Toerisme Vlaams-Brabant zou het evenement voor de gemeente Bertem plaatsvinden op zaterdag 14 november 2020 van 15 tot 21 uur in Bertembos.
De dienst evenementen zal een programma uitwerken voor de doelgroep gezinnen met kinderen onder de noemer Magisch Mysterieuze bossen. We kiezen deze keer voor mysterieuze vertellingen in het bos.
Tijdens de mysterieuze vertellingen zullen er acts plaatsvinden en zullen er verschillende lichtinstallaties geplaatst worden. Er zal ook voor catering gezorgd worden.
Er zal een pendeldienst voorzien worden van aan het gemeentehuis tot aan de "vroegere glasbollen" op de Bosstraat. Zo wordt het parkeerprobleem opgelost.
Toerisme Vlaams-Brabant vraagt het volgende engagement van de gemeente:
• Transport en plaatsing Mysterieuze boom door technische dienst.
• Communicatie Mysterieuze bossen branding: gemeentelijke communicatiekanalen, samenwerking met TVB voor opmaak facebookevenement door communicatieambtenaar.
• Organisatie inschrijvingen met noteren van postcode van elke deelnemer. 50 plaatsen worden gereserveerd voor facebookcampagne in de week voor het evenement.
• Coördinatie van het evenement: leveren nadars, traject uitstippelen, toestemming terreinbeheerders, samenwerking met vertellers, keuze acts, organisatie EHBO, opmaak draaiboek...
• Organisatie samenwerking vereniging: plaatsen tuinkaarsen, knutselen lampionnen, begeleiden wandelingen...
• Tijdens evenement: probleemoplossende evenementencoördinator + verantwoordelijke coördinatiepunt.
• Technische ondersteuning voor lichtinstallaties in bos: 2 personen (o.l.v. technisch coördinator - 12 tot 24 uur).
Toerisme Vlaams-Brabant zorgt voor de volgende ondersteuning:
• Terreinscreening met regiowerker en technisch coördinator.
• Vrijblijvend advies voor organisatie en vervollediging opmaak van draaiboek.
• 3 acts (organisatie samenaankoop) ter waarde van 1500 euro max.
• 4 gidsen (120 euro per gids all-in).
• Vuurkorfkunstwerken onder begeleiding van Pyromantiek.
• Tuinkaarsen/noveenkaarsen en lampionnen.
• Coördinatie doorgeefpakket Mysterieuze bossen (Tree of light met attributen, pijlen duiding parcours en parking, fluohesjes, nadardoeken, bunsenbranders, doofstokken, beachflags, walkie talkies, tentjes...).
• Organisatie opleiding/briefing technische medewerkers.
• Campagnebeeld, marketing en promotie via facebookcampagnes...
Een voorlopige raming van het budget voor de gemeente zou 1500 euro bedragen.
Bespreking
Het college gaat dit engagement aan met Toerisme Vlaams-Brabant en dient een kandidatuurstelling in voor het project Mysterieuze bossen 2020. Het college geeft de toestemming aan de dienst evenementen om dit verder uit te werken.
Zitting van 15 juni 2020
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/1960 tot en met nr. 2020/2020 voor een totaal bedrag van 386 252,05 euro.
Zitting van 15 juni 2020
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/180 tot en met nr. 2020/196 voor een totaal bedrag van 34 556,48 euro.
Zitting van 15 juni 2020
ASFALTHERSTELLINGEN IN DIVERSE STRATEN IN 2015, 2016, 2017 EN 2018. GOEDKEURING PROCES-VERBAAL VAN DEFINITIEVE OPLEVERING.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
De aannemer Vanhoeyveld B En M bvba, Leuvensesteenweg 38 te 3191 Boortmeerbeek heeft aan zijn verplichtingen voldaan.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De opdracht “Asfaltherstellingen in diverse straten in 2015, 2016, 2017 en 2018” wordt definitief opgeleverd.
Artikel 2:
De tweede helft (3530 euro) van borgtocht nr. 2015.09.16.022 (Borgstellingskas: Deposito- en Consignatiekas) van 7070 euro mag worden vrijgegeven.
Zitting van 15 juni 2020
AANSTELLEN ONTWERPER VOOR DE HERAANLEG VAN VOETPADEN EN HET VERNIEUWEN VAN BETONPLATEN IN 2020-2025. GOEDKEURING GUNNING.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Het meerjarenplan voorziet de heraanleg van verschillende voetpaden in deze legislatuur (Paardenstraat, Kerkstraat, stukje rijweg Ferd. Vanlaerstraat, John Vanhaerenstraat, wijk Ter Klingen, Voerhoek, Elzenstraat, Bankblokstraat, wijk Kruiskouter, Bloemenwijk) en budget voor het vernieuwen van gebroken betonplaten.
Er wordt een studiebureau aangesteld voor de opmaak van de aanbestedingsdossiers voor deze werken. Voor het vernieuwen van de betonplaten wordt gezocht naar 1 aannemer voor de komende jaren. Voor de heraanleg van de voetpaden dient het studiebureau jaarlijks een aanbestedingsdossier uit te werken voor de uitvoering door een aannemer.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
BD2-AP20-A70 224707/0200-00
BD2-AP25-A89 224500/0200-00 | € 1 240 000 (2020- 2025)
€ 165 000 (2020- 2025) | € 1 227 305,76
€ 165 000 | € 85 335,25
€ 15 125 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 9 juni 2020 voor perceel 1 (Heraanleg voetpaden 2020-2025), opgesteld door de dienst investeringsprojecten.
Artikel 2:
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 9 juni 2020 voor perceel 2 (Vernieuwen betonplaten 2020-2025), opgesteld door de dienst investeringsprojecten.
Artikel 3:
De verslagen van nazicht van de offertes maken integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 4:
De opdracht “Aanstellen ontwerper voor de heraanleg van voetpaden en het vernieuwen van betonplaten in 2020-2025 - Perceel 1 (Heraanleg voetpaden 2020-2025)” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Meso studiebureau bvba, Jan Mulsstraat 132 bus 0201 te 1853 Grimbergen, tegen het nagerekende offertebedrag van 70 525 euro excl. btw of 85 335,25 euro incl. 21% btw.
Artikel 5:
De opdracht “Aanstellen ontwerper voor de heraanleg van voetpaden en het vernieuwen van betonplaten in 2020-2025 - Perceel 2 (Vernieuwen betonplaten 2020-2025)” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Quadrant, Dorpsstraat 202 te 3078 Kortenberg, tegen het nagerekende offertebedrag van 12 500 euro excl. btw of 15 125 euro incl. 21% btw.
Artikel 6:
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. T865.1/465.
Artikel 7:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en volgende jaren, op actie 2-20-70 224707/0200-00 (budget voetpaden) en met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en volgende jaren, op actie 2-25-89 224500/0200-00 (budget betonherstellingen).
Zitting van 15 juni 2020
(KLEPEL)MAAIEN VAN BERMEN, TALUDS EN GRACHTEN MET OPVANG LANGS VERHARDE GEMEENTEWEGEN. GOEDKEURING GUNNING.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Omwille van het uitvallen van de eigen maaimachine met opvang (2019), is het noodzakelijk om het maaien van bermen naast gemeentelijke wegen uit te besteden aan een externe partij.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Uitgave |
0119-01/614670 | € 15 000,00 | € 15 000,00 | € 11 035,20 |
Opgelet: voor het kunnen uitvoeren van een 2e maaibeurt na 15 september, zal een budgetverschuiving noodzakelijk zijn.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De opdracht “(Klepel)maaien van bermen, taluds en grachten met opvang langs verharde gemeentewegen” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde Yves Everaert, Tervuursesteenweg 470 te 3060 Leefdaal, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 9120,00 euro excl. btw of 11 035.20 euro incl. 21% btw.
Artikel 2:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020, op budgetcode 0119-01/614670.
Zitting van 15 juni 2020
OPENBARE EIGENDOMMEN. BESPREKING VOORSTEL INRICHTING 3 RESTPERCELEN LANGS DE DORPSTRAAT TE LEEFDAAL.
Besluit
Motivering
Op vraag van het college heeft de dienst investeringsprojecten een voorstel uitgewerkt voor de inrichting van 3 restpercelen op het openbaar domein (zie voorstel in bijlage). De restpercelen zijn gelegen aan:
• Dorpstraat 554
• hoek Dorpstraat-Vlieguit
• hoek Dorpstraat-Heggestraat.
De woning Dorpstraat 554 werd aangekocht om meer openbaar domein te creëren bij de herinrichting centrum Leefdaal. De afbraak van de woning is voorzien eind 2020 en de overgebleven ruimte heeft nog geen invulling. De dienst investeringen stelt voor hier 3 parkeerplaatsen aan te leggen. Dit kunnen openbare parkeerplaatsen zijn maar verhuren of verkopen aan particulieren is ook een optie. In dit deel van de straat is er een gebrek aan parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen die op de hoek van de Vlieguit verdwijnen worden hiermee voor een deel gecompenseerd.
De hoek Dorpstraat-Vlieguit is momenteel een parkeerruimte in steenslag. Na de herinrichting van Leefdaal centrum wordt deze oppervlakte verkleind en is dan minder geschikt om te parkeren. Het voorstel is hier om een attractief zitpleintje te creëren met beplanting en centrale grote boom dat de inkom van Leefdaal centrum opfleurt. Het pleintje zorgt er tevens voor dat er een groter ruimtegevoel ontstaat op het kruispunt.
Na het plaatsen van de nieuwe elektriciteitscabine op de hoek van de Dorpstraat-Heggestraat blijft er niet genoeg ruimte over om een parkeerplaats te voorzien. Het voorstel is hier om de restruimte te verharden met grasdallen en een smalle haag rond de cabine te planten. Groenaanplanting rond een riooldeksel en boven de leidingen van de nutsmaatschappijen is niet aangeraden.
Indien er toch een parkeerplaats nodig is moeten er aanpassingen aan de boordstenen gebeuren om meer ruimte te creëren (1 meter verplaatsen). Er komt dan ook meer plaats voor groenaanplanting en een kleine boom.
Bespreking
Het college houdt een bespreking van de voorstellen en verzoekt de dienst om de volgende keuzes verder uit te werken:
• Dorpstraat 554: geen parkeerplaatsen inrichten; het doel is om het voetpad zo breed mogelijk te maken voor de veiligheid en zichtbaarheid. Er is overleg nodig met de buur, o.a. over de afwerking van de blinde gevel.
• Dorpstraat-Vlieguit: verbreden van de bocht, groen combineren met een drietal parkeerplaatsen, met de ingang langs de Vlieguit. Indien er een zitbank wordt voorzien, is een rugleuning belangrijk.
• Dorpstraat-Heggestraat: akkoord met het voorstel met de parkeerplaats (tekening 2).
Zitting van 15 juni 2020
AANLEG WEGEN IN VERKAVELINGEN. PRINCIPIËLE GOEDKEURING OVEREENKOMST VERKAVELING HAANSELBERG MET BART VANHERP.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het is aangewezen om een overeenkomst af te sluiten tussen de verkavelaar en de gemeente. In deze overeenkomst worden de rechten en plichten vastgelegd om de goede aanleg van de wegenis en de infrastructuur te waarborgen.
In deze overeenkomst is opgenomen om in 1 fase de werken met betrekking tot de aanleg van de wegen en rioleringen alsook de omgevingswerken aan te leggen na het bekomen van de verkavelingsvergunning.
De gevraagde waarborg is een zekerheid voor de gemeente dat de werken goed uitgevoerd worden. Het is aanvaardbaar dat 70% van de waarborg uitbetaald wordt na de uitvoering van de werken, na het voldoen van de proeven en na de voorlopige oplevering.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college gaat principieel akkoord met het ontwerp van overeenkomst tussen de gemeente en de verkavelaar Bart Vanherp en dit onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad.
Artikel 2:
De bijgevoegde overeenkomst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Zitting van 15 juni 2020
OMGEVINGSVERGUNNING TERVUURSESTEENWEG 4 TE 3060 BERTEM. AANVRAAG DAVID VANMARCKE VOOR HET WIJZIGEN VAN DE FUNCTIE WONEN NAAR HANDEL IN TERVUURSESTEENWEG 4, 3060 BERTEM.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 28 februari 2020 heeft David Vanmarcke een aanvraag ingediend voor het wijzigen van de functie van wonen naar handel in de Tervuursesteenweg 4, 3060 Bertem, sectie A nr A493W2.
• Op 2 maart 2020 werd bijkomende informatie gevraagd en op 30 maart 2020 werd deze informatie ontvangen.
• Op 3 april 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de gewestweg Tervuursesteenweg.
Het pand is gelegen in een bouwblok dat vlak bij de grens met de buurgemeente Leuven is ingeplant.
De omgeving wordt gekenmerkt door een mix van wonen en handel (deels grondgebied Leuven) in woningen en gebouwen in verschillende verschijningsvormen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het wijzigen van de functie van woning naar handel.
Het gelijkvloers wordt volledig omgevormd van woning naar de handelsfunctie, zijnde 23,73 m². De bestaande garagepoort wordt 4,00 m naar achter voorzien.
De bestaande overdekte ruimte achter het gebouw wordt ingericht tot parkeerplaats voor de handel. Er worden 3 parkeerplaatsen voorzien met een breedte van 2,81 m en een diepte van 5,00 m. Deze parkeerplaatsen hebben een uitrijstrook van 6,25 m.
Op de verdieping worden een stockageruimte van 42,87 m² en een keuken van 13,51 m² in gebruik genomen. Het overige gedeelte op de verdieping zijnde 43,68 m² wordt niet in gebruik genomen en afgesloten. De zolderverdieping wordt niet in gebruik genomen.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
1) het Agentschap Wegen en Verkeer heeft op 2 mei 2020 een ongunstig advies uitgebracht:
"BIJZONDERE VOORWAARDEN
1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0030002 van 23.0 +38 tot 23.0 +47):
º de rooilijn ligt op 13 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003-05)
º de zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.
º de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003-05)
Publiciteit:
º geen
ONGUNSTIG ADVIES
1. Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten
Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.
“Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”
In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap:
De drie voorziene parkeerplaatsen achteraan het gebouw zijn niet optimaal bereikbaar, aangezien deze zich in een gesloten bebouwing bevinden en enkel bereikbaar zijn via de garagepoort langs de gewestweg N3. Ontsluiten via de gemeenteweg Oude Baan achteraan het perceel is geen optie, dit betreft een onverharde weg thv het perceel Tervuursesteenweg nr. 4.
De aanvrager kan hierdoor niet uitsluiten dat de klanten van het strijkatelier voor de woning op het openbaar domein zullen parkeren, omdat de voorziene parkeerplaatsen moeilijk bereikbaar zijn.
Het Agentschap Wegen & Verkeer laat niet toe dat de aanvrager een parkeermogelijkheid op openbaar domein voor zijn woning gaat beschouwen als privé-parking voor zijn bedrijf. Dit zou ook tegenstrijdig zijn met de parkeerverordening van de gemeente.
We zien de voorgestelde parkeermogelijkheid als een drogreden om tegemoet te komen aan de parkeerverordening van de gemeente en kunnen hier geen gunstig gevolg aan geven.
Besluit:
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer ONGUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag."
Beoordeling advies door de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Er wordt slechts een oppervlakte van 80,11 m² in gebruik genomen voor de berekening van de parkeerbehoefte, in plaats van 123,79 m².
Volgens de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg van 25 oktober 2016, zijn er aldus 3 parkeerplaatsen nodig in plaats van 5.
Deze parkeerplaatsen worden voorzien in de bestaande overdekte ruimte. De parkeerplaatsen voldoen aan de vooropgestelde minimale afmetingen en de minimale uitrijstrook, zoals voorzien in de verordening.
Voor het afleveren van goederen wordt er voor de garagepoort een plaats voorzien voor kort parkeren, deze heeft een diepte van 4,00 m. Door het verplaatsen van de garagepoort naar een diepte van 6,00 m voldoet deze parkeerplaats aan de afmetingen van de verordening en kan deze in rekening gebracht worden als volwaardige plaats voor kort parkeren.
De parkeerplaatsen binnenin zullen vooral gebruikt worden door de medewerkers en de plaats vooraan wordt voorzien voor het kort parkeren.
Door het optimaliseren van de plaats voor het kort parkeren wordt vermeden dat het openbaar domein wordt gebruikt als parkeerplaats en wordt tegemoet gekomen aan het negatief advies van het Agentschap Wegen en Verkeer.
Zodoende kan er voorbij gegaan worden aan dit ongunstige advies.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is gericht op het wijzigen van de functie van wonen naar handel. Deze functie is inpasbaar in deze omgeving gelet op de omliggende activiteiten en is in overeenstemming met het van toepassing zijnde plan.
Mobiliteitsimpact
Er wordt slechts een deel van het gebouw omgezet naar handelsfunctie. Het overige deel wordt niet in gebruik genomen. Door deze aanname wordt er slechts een oppervlakte van 80,11 m² in gebruik genomen voor de berekening van de parkeerbehoefte, in plaats van 123,79 m².
Volgens de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg van 25 oktober 2016, zijn er aldus 3 parkeerplaatsen nodig in plaats van 5.
Deze parkeerplaatsen worden voorzien in de bestaande overdekte ruimte. De parkeerplaatsen voldoen aan de vooropgestelde minimale afmetingen en de minimale uitrijstrook, zoals voorzien in de verordening.
Voor het afleveren van goederen wordt er voor de garagepoort een plaats voorzien voor kort parkeren, deze heeft een diepte van 4,00 m. Door het verplaatsen van de garagepoort naar een diepte van 6,00 m voldoet deze parkeerplaats aan de afmetingen van de verordening en kan deze in rekening gebracht worden als volwaardige plaats voor kort parkeren.
De parkeerplaatsen binnenin zullen vooral gebruikt worden door de medewerkers en de plaats vooraan wordt voorzien voor het kort parkeren.
Door het optimaliseren van de plaats voor het kort parkeren wordt vermeden dat het openbaar domein wordt gebruikt als parkeerplaats en wordt tegemoet gekomen aan het negatief advies van het Agentschap Wegen en Verkeer.
Gelet op bovenstaande argumentatie mag worden aangenomen dat de voorliggende aanvraag geen negatieve impact zal hebben op vlak van mobiliteit.
Schaal
Niet van toepassing.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Niet van toepassing.
Visueel-vormelijke elementen
Niet van toepassing.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Reliëf
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Er wordt geen directe hinder ten gevolge van deze aanvraag voorzien.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De garagepoort wordt verplaatst naar een diepte van 6,00 m ten opzichte van de voorgevel.
• Voor de garagepoort (buitenzijde) wordt een parkeerplaats voor kort parkeren voorzien.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan David Vanmarcke voor het wijzigen van de functie van woning naar handel in de Tervuursesteenweg 4 onder volgende voorwaarden:
• De garagepoort wordt verplaatst naar een diepte van 6,00 m ten opzichte van de voorgevel.
• Voor de garagepoort (buitenzijde) wordt een parkeerplaats voor kort parkeren voorzien.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en het Agentschap Wegen en Verkeer.
Zitting van 15 juni 2020
OMGEVINGSVERGUNNING. AFWIJKING GELUIDSNORMEN AUTOCROSS.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
o Artikel 5.32.2.2bis: het college kan een muziekactiviteit in feestzalen en lokalen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.
o Artikel 6.7.3.§3: het college kan een muziekactiviteit in een tent, in de openlucht, in bepaalde openbare inrichtingen en in private inrichtingen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.
Argumentatie
In een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare, ingedeelde inrichting en op private inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden tenzij het college hiervoor toelating heeft gegeven.
Bijlagen
• Aanvraag afwijking geluidsniveau bij een evenement
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Op voorwaarde dat de organisatie van een autocross (groot evenement) toegestaan wordt door de minister van Binnenlandse Zaken in het kader van de aanpak van de COVID-19 epidemie, geeft het college toelating aan Robert Heylen om het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) te overschrijden tijdens een autocross op 5 september 2020 van 8 uur tot 2 uur en op 6 september 2020 van 8 uur tot 21 uur langsheen buurtweg 44 Amerika (Raffelberg) te 3061 Leefdaal.
Artikel 2:
De exploitant dient de voorwaarden opgenomen in artikel 5.32.2.2bis §1 van Vlarem 2 strikt na te leven:
• maximale geluidsniveau: LAeq,15 min =95 dB(A)
• continu meten en zichtbaar maken van LAeq,15 min of LAmax,slow of gebruik geluidsbegrenzer conform Vlarem.
Artikel 3:
Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd of indien de organisatie van dit evenement niet verenigbaar is met de overheidsmaatregelen in het kader van de bestrijding van het COVID-19 virus.
Artikel 4:
De organisator dient uiterlijk op 48 uur op voorhand een informatiebrief te bedelen bij de bewoners binnen een straal van 100 m van het evenement. Een exemplaar van de brief moet op hetzelfde moment ook bezorgd worden aan het gemeentebestuur.
Zitting van 15 juni 2020
OMGEVINGSVERGUNNING HET BLOK 32. AANVRAAG GVDH PROJECTS VOOR HET REGULARISEREN VAN TERRASSEN IN DE ACHTERGEVEL IN HET BLOK 32, 3060 BERTEM.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 20 mei 2019 werd aan GVDH Projects BVBA een vergunning verleend voor het bouwen van 6 appartementen in 3060 Bertem, Het Blok 32, sectie C nr 194p en 194z6.
• Op 19 december 2019 heeft GVDH Projects BVBA een aanvraag ingediend voor het regulariseren van terrassen in de achtergevel in 3060 Bertem, Het Blok 32, sectie C nr 194p en 194z6.
• Op 17 februari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• De bouwplaats is gelegen in het RUP Centrum, goedgekeurd door de deputatie van Vlaams-Brabant op 9 juli 2009. Na publicatie in het Belgisch Staatsblad heeft een RUP verordenende kracht. Het RUP 'Centrum' is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 september 2009.
Het bouwperceel heeft als algemene bestemming: zone voor gesloten en halfopen bebouwing.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften van het RUP 'Centrum'.
“Verdieping: De maximale bouwdiepte bedraagt 12 meter, de minimale bouwdiepte is 8 meter. De maximale bouwdiepte van de verdiepingen mag niet de maximale bouwdiepte van de gelijkvloers overschrijden. De aanleg van terrassen op de verdieping verder dan de maximale bouwdiepte is niet toegelaten.”
º Het voorgestelde terras komt verder dan deze bouwdiepte.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de nieuw gerealiseerde weg Het Blok.
Het perceel ligt in het centrum van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door een vrij dichte bebouwing in verschillende verschijningsvormen rond een open en groen binnengebied. Dit binnengebied werd reeds deels gebruikt voor openbare voorzieningen en de realisatie van een groene long, met de Voer als ader, in het centrum van Bertem. Er is een nieuwe weg aangelegd waar private en sociale bebouwing wordt gerealiseerd. Tussen de Voer en de Tervuursesteenweg op de noordelijke valleirand is er een vrij groot niveauverschil.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het regulariseren van terrassen in de achtergevel.
De terrassen van de appartementen op de tweede verdieping worden vergoot en de appartementen worden verkleind.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
º Artikel 4.4.1.
§1. In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte
afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften
en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen,
de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de
gebruikte materialen.
Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft :
1° de bestemming;
2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
3° het aantal bouwlagen.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 13 maart 2020 tot 24 maart 2020 en van 6 mei 2020 tot 26 mei 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Er werd één klacht ingediend.
Bespreking en beoordeling
Deze klacht werd aangetekend gericht aan de provincie Vlaams-Brabant en niet aan de gemeente Bertem.
Zodoende is deze klacht onontvankelijk.
• Externe adviezen
De Preventiedienst van de Hulpverleningszone Oost heeft op 20 maart 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:
"Advies
- Er wordt een gunstig advies, inzake brandveiligheid, tot verbouwen verleend indien aan hoger vermelde opmerkingen wordt voldaan.
- Dit advies is niet van beperkende aard op de bestaande voorschriften en bepalingen die van toepassing kunnen zijn. Tevens werd het verslag uitsluitend opgesteld in functie van de vaststellingen gedaan tijdens een controle van de plannen.
- Volgende attesten dienen overgemaakt te worden aan de brandweerdienst voor de ingebruikname van
het gebouw:
o keuringsattest elektrische installatie (door erkend keuringsorganisme)
o keuringsattest gasinstallatie (door erkend keuringsorganisme of cerga-installateur)
- gasdichtheid
- conformiteitsonderzoek conform NBN D51-003 bij ingebruikname
o keuringsattest veiligheidsuitrustingen (door erkend keuringsorganisme)
- veiligheidsverlichting
- bediening rookkoepels
- keuringsattest branddetectie conform NBN S21-100-1&2
- keuringsattest automatische hydraulische blussing
o attesten van de gebruikte materialen voor doorvoeringen door Rf-wanden
o attest reactie bij brand van de dakisolatie
o attest plaatser brandwerende deuren (ISIB gecertificeerde plaatser)
- Van zodra de werken uitgevoerd zijn dient de brandweer hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht te worden.
- Er kan geen enkele zekerheid van volledige beveiliging tegen brand of totale evacuatie gegeven worden, gezien deze beveiliging en evacuatie steeds en hoofdzakelijk afhankelijk zal blijven van het stipt naleven van de verplichtingen en het opvolgen van de ordemaatregelen, de voorzichtigheid en de waakzaamheid van de aanwezigen.
- Er wordt een retributie geheven voor het afleveren van dit brandweeradvies. De factuur zal rechtstreeks naar de bouwheer gezonden worden."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
Art. 4.4.1.§1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft :
1° de bestemming;
2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
3° het aantal bouwlagen.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften van het RUP:
- gebruik plat dak op verdieping als terras.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in het RUP 'Centrum'. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het gebruik als terras van het platte dak heeft een enorme meerwaarde voor het project.
Hierdoor is de gevraagde afwijking verantwoord.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de preventiedienst van de hulpverleningszone Oost van 20 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan GVDH Projects voor het regulariseren van terrassen in de achtergevel in Het Blok 32, 3060 Bertem onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de preventiedienst van de Hulpverleningszone Oost van 20 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.
Zitting van 15 juni 2020
OMGEVINGSVERGUNNING VEEWEIDE 1. AANVRAAG TIM STAKENBORG VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING MET ZORGWONING IN VEEWEIDE 1, 3060 KORBEEK-DIJLE.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 19 februari 2020 heeft Tim Stakenborg een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning met zorgwoning in 3060 Korbeek-Dijle, Veeweide 1, sectie B nr 193v.
• Op 24 februari 2020 werd bijkomende informatie gevraagd en op 25 februari 2020 werd deze bijkomende informatie ontvangen.
• Op 9 maart 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 18 oktober 2010, nr. T874-2-2010.6.
Het betreft lot 1 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee NIET in overeenstemming.
Er wordt afgeweken van de maximale bouwhoogte en de verharding op het perceel.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Veeweide.
De Veeweide takt aan op de Nijvelsebaan en dringt zuidelijk diep in de Dijlevallei.
De aanvraag is gelegen in een woonstraat met woningen in verschillende verschijningsvormen omgeven door het open gebied met een hoge natuurwaarde en ten noorden het vrij ongeschonden kouterlandschap van het Plateau van Duisburg.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een woning met zorgwoning. De woning wordt ingeplant volgens de verkavelingsvoorschriften nl. op 10 m uit de as van de weg en op minimum 3 m uit de perceelsgrenzen. De bouwdiepte van de woning bedraagt 10,30 m en de breedte van de woning bedraagt 13,00 m.
Het linkerdeel van het gelijkvloers wordt ingericht met een inkom, wc, living, keuken en trap naar de bovenliggende verdieping. Het rechtergedeelte van het gelijkvloers wordt ingericht met een berging, living met keuken en trap naar de bovenliggende verdieping. Beide gedeeltes zijn enkel verbonden met elkaar via de berging en de inkomhal.
Het linkergedeelte van de eerste verdieping wordt ingericht met een traphal, 2 slaapkamers en een badkamer. Het rechtergedeelte wordt ingericht met een slaapkamer en een badkamer. Deze beide gedeeltes zijn niet verbonden met elkaar.
• Watertoets
Op 15 april 2020 heeft de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen volgend gunstig wateradvies uitgebracht:
"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De bouw van een woning met zorgvoorziening met oprit, pad en terras.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2266 Leibeek. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 5000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van minimum 1434 liter. De oprit, het pad naar de voordeur en het terras worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers.
Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Hemelwaterverordeningen:
Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).
Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
º Artikel 4.1.1, 18°
zorgwonen : een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden :
a) in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd,
b) de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid,
c) de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning,
d) de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van :
1) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon 65 jaar of ouder is;
2) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon die hulpbehoevend is. Een hulpbehoevende persoon is een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood of een basisondersteuningsbudget als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, 2° en 3°, van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, of een persoon die een behoefte heeft aan ondersteuning om zich in zijn thuismilieu te kunnen handhaven. De kinderen ten laste van de hulpbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van twee personen;
3) hetzij de zorgverlener indien de personen, vermeld in punt 1 of 2, gehuisvest blijven in de hoofdwooneenheid.
e) de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen.
º Artikel 4.2.4
§ 1. De verwezenlijking van een ondergeschikte wooneenheid met het oog op de creatie van een vorm van zorgwonen is meldingsplichtig op voorwaarde dat de ondergeschikte wooneenheid verwezenlijkt wordt binnen het bestaande bouwvolume van de woning.
Het beëindigen van de zorgsituatie, vermeld in artikel 4.1.1, 18°, d), is eveneens meldingsplichtig.
§ 2. Indien een bestaande zorgwoning, na het beëindigen van de zorgsituatie, aangewend zal worden voor de huisvesting van meerdere gezinnen of alleenstaanden, is daartoe een voorafgaande omgevingsvergunning voor het opsplitsen van een woning vereist.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 19 maart 2020 tot en 24 maart 2020 en van 25 april 2020 tot 20 mei 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden 3 klachten ingediend.
Behandeling en beoordeling van de bezwaarschriften:
Klacht/opmerking
De aanvraag voldoet niet aan de bepalingen van een zorgwoning. De ondergeschikte wooneenheid is afsplitsbaar, is niet minder dan 1/3 van het bouwvolume en er wordt niet aangegeven wie de hulpbehoevende persoon is.
Bespreking klacht
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
De aanvraag voldoet niet aan de bepalingen van een zorgwoning zoals omschreven onder artikel 4.1.1; 18° van de Vlaamse codex voor ruimtelijke ordening. Het gebouw wordt onderverdeeld in 2 afzonderlijke entiteiten en de ondergeschikte wooneenheid vormt dus geen fysiek geheel met het hoofdvolume. De 2 entiteiten voldoen niet aan de bepaling die stelt dat er slechts 1/3 van het bouwvolume in aanmerking komt voor de ondergeschikte wooneenheid.
En tenslotte wordt er in het dossier niet aangegeven voor wie de hulpbehoevende persoon is.
Besluit
Het bezwaar is gegrond.
Klacht/opmerking
Er wordt een verharding voorzien langsheen de rechterzijgevel. Er wordt gevreesd dat deze zone zal gebruikt worden als autostaanplaats met geluidshinder tot gevolg voor het rechteraanpalend perceel. De verharding dient ook beperkt te zijn tot de strikt noodzakelijke toegangen en tot een terras van 50 m² in de tuinzone.
Bespreking klacht
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
Het aanleggen van een verharding in de zijdelingse bouwvrije strook is niet aanvaardbaar en zal zorgen voor een overmatige verharding op het perceel en hinder naar de aanpalers toe.
Besluit
Het bezwaar is gegrond.
• Klacht/opmerking
Er wordt afgeweken van de maximale bouwhoogte van 6,40 m.
Bespreking klacht
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
Het voorziene bouwvolume heeft een bouwhoogte van 9,59 m. Hierbij wordt afgeweken van deze maximale hoogte met 50%. Hierdoor mag worden aangenomen dat de schaal van het project te sterk afwijkt en niet beantwoordt aan de geest van de verkaveling.
Besluit
Het bezwaar is gegrond.
• Externe adviezen
1) Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft op 5 april 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:
"Ingevolge uw schrijven betreffende dit dossier deel ik u mee dat het genoemd perceel is gelegen aldus ook wordt ontsloten langs een gemeentewegenis, Veeweide.
Deze bouwaanvraag heeft geen interferentie met de verkavelingsaanvraag Veeweide-Putstraat. Derhalve is er geen bepaald advies van het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant vereist."
2) De Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost heeft op 11 maart 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:
"Het project is louter residentieel.
Brandweer adviseert de plaatsing van autonome rookmelders en het afleveren van gunstige keuringsattesten van de technische installaties (elektriciteit en gas) van de woning."
3) De Vlaamse Milieumaatschappij heeft op 17 maart 2020 het volgende gemeld:
"In het kader van de watertoets moet er in volgende gevallen verplicht advies gevraagd worden aan de VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer:
Oppervlaktewater:
• het project ligt in (mogelijk of effectief) overstromingsgevoelig gebied en het stroomt af naar een onbevaarbare waterloop van 1ste categorie;
• het project voorziet een toename van het totaal van de horizontale dakoppervlakte van gebouwen en de verharde oppervlakte met meer dan 1 hectare en stroomt af naar een onbevaarbare waterloop van 1ste categorie;
• het project bevindt zich binnen de bedding van een onbevaarbare waterloop van eerste categorie, op minder dan 20 meter afstand van de kruin van de talud van de onbevaarbare waterlopen van eerste categorie of binnen een afgebakende oeverzone langs een onbevaarbare waterloop van eerste categorie;
• het project omvat een vegetatiewijziging zoals bedoeld in art. 13 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en het stroomt af naar een onbevaarbare waterloop van 1ste categorie;
Grondwater:
• het project is een verkavelingsaanvraag met een globale oppervlakte groter dan 1 ha, waarbij in de aanleg van wegen wordt voorzien;
• het project leidt tot een toename van het totaal van de horizontale dakoppervlakte van gebouwen en de verharde oppervlakte met meer dan 1 hectare;
• het project omvat ondergrondse constructies, met uitzondering van funderingspalen en leidingen met een diameter tot 1 meter, die dieper gelegen zijn dan 5 m onder het maaiveld en een ondergrondse horizontale lengte hebben van meer dan 100 m.
Provincie:
• de provincie is aanvrager van het project.
Geen enkele van deze gevallen is hier van toepassing. De VMM afdeling Operationeel Waterbeheer is bijgevolg niet bevoegd om in het kader van de watertoets advies te geven over dit dossier. Het watertoetsinstrument, een internettoepassing die via www.watertoets.be kan worden aangewend, laat de vergunningverlener toe om de richtlijnen op een vlotte manier toe te passen. Een afdruk van het rapport van dit instrument geeft voor elk dossier aan wie de adviesinstanties zijn en voor welke aspecten die instanties advies moeten verlenen. Daarnaast reikt, indien gewenst, het instrument voorbeeldparagrafen aan voor de vergunningverlener bij dossiers waar geen advies meer gevraagd moet worden."
4. Op 19 maart 2020 bracht De Watergroep het volgende voorwaardelijk gunstig advies uit:
"Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.
Het perceel is gelegen deels binnen de beschermingszone II van een waterwinning die grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening, en dus op korte afstand van de waterwinning.
Beschermingszone II is de zone rondom de waterwinning waarbinnen het grondwater de waterwinning kan bereiken binnen de 60 dagen en waar extra beschermingsmaatregelen gelden om voornamelijk bacteriologische contaminatie te vermijden.
Binnen de beschermingszone II zijn boringen, graafwerken, ontgrondingen en bemalingen dieper dan 2,5 m onder het maaiveld niet toegestaan.
De hemelwaterverordening verbiedt het aanleggen van infiltratievoorzieningen binnen de beschermingszone I en II (art. 10 §2). Daarom gaat De Watergroep niet akkoord met het aanleggen van een ondergrondse zinkput die het hemelwater rechtstreeks in de waterlaag infiltreert. Deze kan een risico vormen voor de grondwaterkwaliteit. De zinkput dient vervangen te worden door hetzij extra buffering hetzij lozing op de riolering. Hemelwater kan wel diffuus aan de oppervlakte worden geïnfiltreerd in bermen of graskanten. Parkings voor personenwagens kunnen wel waterdoorlatend aangelegd worden.
Bij het eventueel aanvoeren van grond moet dit gaan om zuivere niet gecontamineerde grond en dient dit bewezen te worden met een attest (grond voor vrij gebruik volgens het Vlarebo).
Het gebruik van pesticiden of herbiciden is strikt verboden binnen deze zone.
De Watergroep geeft daarom een gunstig advies onder voorwaarden:
º Een zinkput waar water rechtstreeks in de ondergrond geïnfiltreerd wordt mag niet aangelegd worden en dient vervangen te worden door hetzij extra buffering, hetzij rechtstreekse lozing vanuit de buffering.
º Aangevoerde grond moet voldoen aan de bijlage V van Vlarebo (grond voor vrij gebruik) en een attest hiervan dient ter beschikking te zijn.
Ook dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be."
• Interne adviezen
Op 21 februari 2020 heeft de dienst burgerzaken zijn advies over de huisnummers uitgebracht.
Het nieuw te bouwen gebouw krijgt het adres Veeweide 1, 3060 Korbeek-Dijle.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft GEEN uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De functie, schaal en verharding zijn niet in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.
De aanvraag voldoet niet aan de bepalingen van een zorgwoning zoals omschreven onder artikel 4.1.1; 18° van de Vlaamse codex voor ruimtelijke ordening. Het gebouw wordt onderverdeeld in 2 afzonderlijke entiteiten en de ondergeschikte wooneenheid vormt dus geen fysiek geheel met het hoofdvolume. De 2 entiteiten voldoen niet aan de bepaling die stelt dat er slechts 1/3 van het bouwvolume in aanmerking komt voor de ondergeschikte wooneenheid en tenslotte wordt er in het dossier niet aangegeven voor wie de hulpbehoevende persoon is.
Het voorziene bouwvolume heeft een bouwhoogte van 9,59 m. Hierbij wordt afgeweken van deze maximale hoogte met 50%. Hierdoor mag worden aangenomen dat de schaal van het project te sterk afwijkt en niet beantwoordt aan de geest van de verkaveling.
Verder zal het aanleggen van een verharding in de zijdelingse bouwvrije strook zorgen voor een overmatige verharding op het perceel en hinder naar de aanpalers toe.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal niet verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de aangevraagde vergunning te weigeren.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een weigering af aan Tim Stakenborg voor het bouwen van een koppelwoning in 3060 Korbeek-Dijle, Veeweide 1, sectie B nr 193v.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 15 juni 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING DORPSTRAAT 272 TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE C NUMMER 367P.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Dorpstraat 272 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie C nummer 367p, niet uit te oefenen.
Zitting van 15 juni 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. ORGANISATIE 12E MUTOTOLOOP (LOOPWEDSTRIJD) OP VRIJDAG 7 AUGUSTUS 2020.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Deze situatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Op voorwaarde dat de organisatie van een loopevenement toegestaan wordt door de minister van Binnenlandse Zaken in het kader van de aanpak van de COVID-19 epidemie, geeft het college toelating aan de aanvrager om op vrijdag 7 augustus 2020 van 19 uur tot 22 uur met de loopwedstrijd "12e Mutotoloop" Leefdaal te doorkruisen.
Artikel 2:
De voorziene locaties van de signaalgevers voor de Mutotoloop van 10 kilometer en voor de Mutotoloop van 10 miles zijn aangeduid met rode cirkels op de bijgevoegde parcoursen.
De signaalgevers moeten zich minimum 30 minuten voor aanvang van de wedstrijd/doortocht(en) op hun voorziene plaats bevinden, zodat een degelijk nazicht door de lokale politie mogelijk is. Signaalgevers mogen de deelnemers aanwijzingen geven, zij hebben geen politionele bevoegdheid (zij kunnen geen richtlijnen geven) ten aanzien van andere weggebruikers.
Artikel 3:
De volgende voorwaarden moeten strikt nageleefd worden:
Artikel 4:
De organisator dient er zich van bewust te zijn dat de openbare weg en private percelen tijdens het evenement ook gebruikt kunnen worden door anderen, zoals jagers in het buitengebied.
De gemeentelijke dienst omgeving informeert de verantwoordelijke(n) van de Wildbeheereenheid, actief in Leefdaal over dit evenement.
Artikel 5:
De machtiging geldt slechts indien de organisator ook de toestemming heeft verkregen van de eigenaars of de beheerders van private of openbare eigendommen andere dan het Agentschap voor Natuur en Bos.
Artikel 6:
De aanvrager / organisator moet deze activiteit 48 uur op voorhand kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur op voorhand inlichten via een (nieuws)brief.
Artikel 7:
Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd of indien de organisatie van dit evenement niet verenigbaar is met de overheidsmaatregelen in het kader van de bestrijding van het COVID-19 virus.
Artikel 8:
Dit besluit wordt van kracht op 7 augustus 2020 om 18 uur en het blijft van kracht tot 7 augustus 2020 om 23 uur.
Zitting van 15 juni 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. UITZONDERLIJK VERVOER OVER DE MEERBEEKSESTEENWEG.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
Adviezen
Argumentatie
Dit transport brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar en kan worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Aan BVBA Marcotrans, Grote Herreweg 199 te 9690 Kluisbergen wordt toelating verleend om eens per maand met een uitzonderlijk vervoer, 2500 x 425 x 450, 90 T de gemeente Bertem, met name de Meerbeeksesteenweg te doorkruisen.
Artikel 2:
De aanvrager zal de gemeente 48 uur voor elk transport inlichten.
Artikel 3:
De transportfirma is aansprakelijk voor elke mogelijke schade die volgt uit het gebruik van de gemeentewegen.
Artikel 4:
Dit besluit wordt van kracht op 22 juni 2020 en het blijft van kracht tot 31 december 2020.
Zitting van 15 juni 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN M.B.T. DE ORGANISATIE VAN EEN RONDRIT VOOR MOTOREN OP 27 SEPTEMBER 2020.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
Adviezen
Argumentatie
Deze situatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Aan de aanvrager wordt toelating verleend om op zondag 27 september 2020 met een rondrit voor motoren het grondgebied van de gemeente Bertem te doorkruisen vanuit Kortenberg via de Everbergsesteenweg, de Boskee en de Dorpstraat naar Tervuren, en vanuit Oud Heverlee via de Stationsstraat, de Korbeekse Kerkstraat, de Nijvelsebaan (N253), de Blokkenstraat en de Meerbeeksesteenweg naar Kortenberg.
Artikel 2:
De volgende voorwaarden moeten strikt nageleefd worden:
Artikel 3:
Aan de organisator wordt toelating gegeven om vanaf 23 september 2020 wegwijzers, pijlen of bewegwijzering aan te brengen langsheen gemeentewegen, voor zover zij geen hinder veroorzaken met de bestaande verkeerssignalisatie.
Ze moeten, samen met het bevestigingsmateriaal, verwijderd worden voor 30 september 2020.
Artikel 4:
Voor het aanbrengen van bewegwijzering op gewestwegen (N253 en N3) moet de organisator toelating vragen aan AWV.
Artikel 5:
Dit besluit wordt van kracht op 23 september 2020 en het blijft van kracht tot 30 september 2020.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.